1
H1697
Het woord
H3068
, dat de HEERE
H1696 H8765
gesproken heeft
H894
tegen Babel
H776
, tegen het land
H3778
der Chaldeen
H3027
, door den dienst
H5030
van den profeet
H3414
Jeremia.
2
H5046 H8685
Verkondigt
H1471
onder de heidenen
H8085 H8685
, en doet horen
H5375 H0
, en werpt
H5251
een banier
H5375 H8798
op
H8085 H8685
, laat horen
H3582 H8762
, verbergt
H559 H8798
het niet; zegt
H894
: Babel
H3920 H8738
is ingenomen
H1078
, Bel
H3001 H8689
is beschaamd
H4781
, Merodach
H2865 H8804
is verpletterd
H6091
, haar afgoden
H3001 H8689
zijn beschaamd
H1544
, haar drekgoden
H2865 H8804
zijn verpletterd!
3
H1471
Want een volk
H5927 H8804
komt tegen haar op
H6828
van het noorden
H776
; dat zal haar land
H7896 H8799
zetten
H8047
in verwoesting
H3427 H8802
, dat er geen inwoner
H120
in zal zijn; van de mensen
H929
aan tot de beesten
H5110 H8804
toe zijn zij weggezworven
H1980 H8804
, doorgegaan!
4
H3117
In dezelve dagen
H6256
en ter zelver tijd
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE
H1121
, zullen de kinderen
H3478
Israels
H935 H8799
komen
H1121
, zij en de kinderen
H3063
van Juda
H3162
te zamen
H1980 H8800
; wandelende
H1058 H8800
en wenende
H3212 H8799
zullen zij henengaan
H3068
, en den HEERE
H430
, hun God
H1245 H8762
, zoeken.
5
H6726
Zij zullen naar Sion
H7592 H8799
vragen
H1870
; op den weg
H2008
herwaarts
H6440
zullen hun aangezichten
H935 H8798
zijn; zij zullen komen
H3068
en den HEERE
H3867 H8738
toegevoegd worden
H5769
, [met] een eeuwig
H1285
verbond
H7911 H8735
, [dat] niet zal worden vergeten.
6
H5971
Mijn volk
H6 H8802
waren verloren
H6629
schapen
H7462 H8802
, hun herders
H8582 H8689
hadden hen verleid
H7725 H8790 H8675 H7726
, zij hadden hen gevoerd
H2022
[naar] de bergen
H1980 H8804
, zij gingen
H2022
van berg
H1389
tot heuvel
H7911 H8804
, zij vergaten
H7258
hun legering.
7
H4672 H8802
Allen, die hen vonden
H398 H8804
, aten hen op
H6862
, en hun wederpartijders
H559 H8804
zeiden
H816 H8799
: Wij zullen geen schuld hebben
H2398 H8804
; daarom dat zij gezondigd hebben
H3068
tegen den HEERE
H5116
, [in] de woning
H6664
der gerechtigheid
H3068
, ja, [tegen] den HEERE
H4723
, de Verwachting
H1
hunner vaderen.
8
H5110 H8798
Vliedt weg
H8432
uit het midden
H894
van Babel
H3318 H8798 H8675 H3318 H8799
, en gaat uit
H3778
der Chaldeen
H776
land
H6260
; en weest als de bokken
H6440
voor
H6629
de kudde henen.
9
H6951
Want ziet, Ik zal een verzameling
H1419
van grote
H1471
volken
H776
uit het land
H6828
van het noorden
H5782 H8688
verwekken
H894
, en tegen Babel
H5927 H8688
opbrengen
H6186 H8804
; die zullen zich tegen haar rusten
H3920 H8735
; van daar zal zij ingenomen worden
H2671
; hun pijlen
H1368
zullen zijn als eens kloeken
H7919 H8688 H8676 H7921 H8688
helds
H7387
, geen zal ledig
H7725 H8799
wederkeren.
10
H3778
En Chaldea
H7998
zal ten roof
H7997 H8802
zijn; allen, die het beroven
H7646 H8799
, zullen verzadigd worden
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE.
11
H8055 H8799
Omdat gij u verblijd hebt
H5937 H8799
, omdat gij van vreugde hebt opgesprongen
H8154 H8802
, gij plunderaars
H5159
Mijner erfenis
H6335 H8799
! omdat gij geil geworden zijt
H1877 H8676 H1758 H8801
als een grazige
H5697
vaars
H6670 H8799
, [en] hebt gebriest
H47
als de sterke [paarden];
12
H517
Zo is uw moeder
H3966
zeer
H954 H8804
beschaamd
H3205 H8802
; die u gebaard heeft
H2659 H8804
, is schaamrood geworden
H319
; ziet, zij is geworden de achterste
H1471
der heidenen
H4057
, een woestijn
H6723
, dorheid
H6160
en wildernis.
13
H7110
Vanwege de verbolgenheid
H3068
des HEEREN
H3427 H8799
zal zij niet bewoond worden
H8077
, maar zij zal geheel een verwoesting
H894
worden; al wie aan Babel
H5674 H8802
voorbijgaat
H8074 H8799
, zal zich ontzetten
H8319 H8799
, en fluiten
H4347
over al haar plagen.
14
H6186 H8798
Rust u
H894
tegen Babel
H5439
rondom
H7198
, gij allen, die den boog
H1869 H8802
spant
H3034 H8798
! schiet
H2550 H8799
in haar, en spaart
H2671
de pijlen
H3068
niet; want zij heeft tegen den HEERE
H2398 H8804
gezondigd.
15
H7321 H8685
Juicht
H5439
over haar rondom
H3027
, zij heeft haar hand
H5414 H8804
gegeven
H803
; haar fondamenten
H5307 H8804
zijn gevallen
H2346
, haar muren
H2040 H8738
zijn afgebroken
H3068
; want dat is des HEEREN
H5360
wraak
H5358 H8734
, wreekt u
H6213 H8798
aan haar, doet
H6213 H8804
haar, gelijk als zij gedaan heeft!
16
H3772 H8798
Roeit uit
H894
van Babel
H2232 H8802
den zaaier
H4038
, en dien, die de sikkel
H8610 H8802
handelt
H6256 H7105
in den oogsttijd
H6440
; laat hen vanwege
H3238 H8802
het verdrukkende
H2719
zwaard
H6437 H8799
, zich keren
H376
, een iegelijk
H5971
tot zijn volk
H5127 H8799
, en vlieden
H376
, een iegelijk
H776
naar zijn land.
17
H3478
Israel
H6340 H8801
is een verbijsterd
H7716
lam
H738
, [dat] de leeuwen
H5080 H8689
verjaagd hebben
H7223
; de eerste
H398 H8804
, [die] hem heeft opgegeten
H4428
, was de koning
H804
van Assur
H314
, en deze de laatste
H5019
, Nebukadrezar
H4428
, de koning
H894
van Babel
H6105 H8765
, heeft hem de beenderen verbrijzeld.
18
H559 H8804
Daarom, zo zegt
H3068
de HEERE
H6635
der heirscharen
H430
, de God
H3478
Israels
H6485 H8802
: Ziet, Ik zal bezoeking doen
H4428
over den koning
H894
van Babel
H776
en over zijn land
H6485 H8804
, gelijk als Ik bezoeking gedaan heb
H4428
over den koning
H804
van Assur.
19
H3478
En Ik zal Israel
H7725 H0
weder
H5116
tot zijn woning
H7725 H8790
brengen
H7462 H8804
, en hij zal weiden
H3760
[op] den Karmel
H1316
en [op] den Basan
H5315
; en zijn ziel
H2022
zal op het gebergte
H669
van Efraim
H1568
en Gilead
H7646 H8799
verzadigd worden.
20
H3117
In die dagen
H6256
en te dier tijd
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE
H3478
, zal Israels
H5771
ongerechtigheid
H1245 H8792
gezocht worden
H2403
, maar zij zal er niet zijn, en de zonden
H3063
van Juda
H4672 H8735
, maar zullen niet gevonden worden
H5545 H8799
; want Ik zal ze dengenen vergeven
H7604 H8686
, die Ik zal doen overblijven.
21
H776
Tegen het land
H4850
Merathaim
H5927 H8798
, trek tegen hetzelve op
H3427 H8802
, en tegen de inwoners
H6489
van Pekod
H2717 H8798
; verwoest
H2763 H8687
en verban
H310
achter
H5002 H8803
hen, spreekt
H3068
de HEERE
H6213 H8798
, en doe
H6680 H8765
naar alles, wat Ik u geboden heb.
23
H6360
Hoe is de hamer
H776
der ganse aarde
H1438 H8738
[zo] afgehouwen
H7665 H8735
en verbroken
H894
! Hoe is Babel
H8047
geworden tot een ontzetting
H1471
onder de heidenen.
24
H3369 H8804
Ik heb u een strik gesteld
H3920 H8738
, dies zijt gij ook gevangen
H894
, o Babel
H3045 H8804
! dat gij het niet wist
H4672 H8738
; gij zijt gevonden
H8610 H8738
, en ook gegrepen
H3068
, omdat gij u tegen den HEERE
H1624 H8694
[in] [strijd] gemengd hebt.
25
H3068
De HEERE
H214
heeft Zijn schatkamer
H6605 H8804
opengedaan
H3627
, en de instrumenten
H2195
Zijner gramschap
H3318 H8686
voortgebracht
H4399
; want dat is een werk
H136
van den Heere
H3069
, den HEERE
H6635
der heirscharen
H776
, in het land
H3778
der Chaldeen.
26
H935 H8798
Komt aan
H7093
tegen haar van het uiterste
H6605 H8798
, opent
H3965
haar schuren
H5549 H8798
, vertreedt
H6194
haar als korenhopen
H2763 H8685
, en verbant
H7611
ze; laat ze geen overblijfsel hebben.
27
H2717 H8798
Doodt
H6499
met het zwaard al haar varren
H3381 H8799
, laat ze afgaan
H2874
ter slachting
H1945
; wee
H3117
over hen, want hun dag
H935 H8802
is gekomen
H6256
, de tijd
H6486
hunner bezoeking!
28
H6963
Er is een stem
H5127 H8801
der gevluchten
H6405
en ontkomenen
H776
uit het land
H894
van Babel
H6726
, om in Sion
H5046 H8687
te verkondigen
H5360
de wraak
H3068
des HEEREN
H430
, onzes Gods
H5360
, de wraak
H1964
Zijns tempels.
29
H8085 H8685
Laat [u] horen
H894
tegen Babel
H7228
, gij schutters
H7198
! gij allen, die den boog
H1869 H8802
spant
H2583 H8798
! legert u
H5439
tegen haar rondom
H6413
, laat niemand van hen ontkomen
H7999 H8761
; vergeldt
H6467
haar naar haar werk
H6213 H8798
, doet
H6213 H8804
haar naar alles, wat zij gedaan heeft
H2102 H8804
; want zij heeft trotselijk gehandeld
H3068
tegen den HEERE
H6918
, tegen den Heilige
H3478
Israels.
30
H970
Daarom zullen haar jongelingen
H5307 H8799
vallen
H7339
op haar straten
H582 H4421
, en al haar krijgslieden
H3117
te dien dage
H1826 H8735
uitgeroeid worden
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE.
31
H2087
Ziet, Ik [wil] aan u, gij trotse
H5002 H8803
! spreekt
H136
de Heere
H3069
, de HEERE
H6635
der heirscharen
H3117
; want uw dag
H935 H8802
is gekomen
H6256
, de tijd
H6485 H8804
, dat Ik u bezoeken zal.
32
H2087
Dan zal de trotse
H3782 H8804
aanstoten
H5307 H8804
en vallen
H6965 H8688
, en er zal niemand zijn, die hem opricht
H784
; ja, Ik zal een vuur
H3341 H8689
aansteken
H5892
in zijn steden
H5439
, dat zal alle plaatsen rondom
H398 H8804
hem verteren.
33
H559 H8804
Zo zegt
H3068
de HEERE
H6635
der heirscharen
H1121
: De kinderen
H3478
Israels
H1121
en de kinderen
H3063
van Juda
H3162
zijn te zamen
H6231 H8803
verdrukt geweest
H7617 H8802
; en allen, die hen gevangen hadden
H2388 H8689
, hebben hen vast gehouden
H3985 H8765
; zij hebben hen geweigerd
H7971 H8763
los te laten.
34
H1350 H8802
[Maar] hun Verlosser
H2389
is sterk
H3068
, HEERE
H6635
der heirscharen
H8034
is Zijn Naam
H7379
; Hij zal hun twist
H7378 H8800
zekerlijk
H7378 H8799
twisten
H776
, opdat Hij het land
H7280 H8689
in rust brenge
H3427 H8802
, maar de inwoners
H894
van Babel
H7264 H8689
beroere.
35
H2719
Het zwaard
H3778
zal zijn over de Chaldeen
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE
H3427 H8802
; en over de inwoners
H894
van Babel
H8269
, en over haar vorsten
H2450
, en over haar wijzen.
36
H2719
Het zwaard
H907
zal zijn over de leugenaars
H2973 H8738
, dat zij zot worden
H2719
; het zwaard
H1368
zal zijn over haar helden
H2865 H8804
, dat zij versagen;
37
H2719
Het zwaard
H5483
zal zijn over zijn paarden
H7393
en over zijn wagenen
H6153
, en over den gansen gemengden hoop
H8432
, die in het midden
H802
van hen is, dat zij tot wijven worden
H2719
; het zwaard
H214
zal zijn over haar schatten
H962 H8795
, dat zij geplunderd worden.
38
H2721
Droogte
H4325
zal zijn over haar wateren
H3001 H8804
, dat zij uitdrogen
H776
; want het is een land
H6456
van gesneden beelden
H1984 H8704
, en zij razen
H367
naar de schrikkelijke [afgoden].
39
H6728
Daarom zo zullen de wilde dieren der woestijnen
H338
met de wilde dieren der eilanden
H3427 H8799
[daarin] wonen
H1323
; ook zullen de jonge
H3284
struisen
H3427 H8804
daarin wonen
H3427 H8799
; en men zal er geen verblijf meer hebben
H5331
in eeuwigheid
H7931 H8799
, en zij zal niet bewoond worden
H1755
van geslacht
H1755
tot geslacht.
40
H430
Gelijk God
H5467
Sodom
H6017
en Gomorra
H7934
en haar naburen
H4114
heeft omgekeerd
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE
H376
, [alzo] zal niemand
H3427 H8799
aldaar wonen
H1121 H120
, en geen mensenkind
H1481 H8799
in haar verkeren.
41
H935 H8802
Ziet, daar komt
H5971
een volk
H6828
uit het noorden
H1419
; en een grote
H1471
natie
H7227
, en geweldige
H4428
koningen
H3411
zullen van de zijden
H776
der aarde
H5782 H8735
opgewekt worden.
42
H7198
Boog
H3591
en spies
H2388 H8686
zullen zij voeren
H394
; wreed
H7355 H8762
zijn zij, en zullen niet barmhartig zijn
H6963
; hun stem
H1993 H8799
zal bruisen
H3220
als de zee
H5483
, en op paarden
H7392 H8799
zullen zij rijden
H6186 H8803
; het is toegerust
H376
als een man
H4421
ten oorlog
H1323
, tegen u, o dochter
H894
van Babel!
43
H4428
De koning
H894
van Babel
H8088
heeft hunlieder gerucht
H8085 H8804
gehoord
H3027
, en zijn handen
H7503 H8804
zijn slap geworden
H6869
; benauwdheid
H2388 H8689
heeft hem aangegrepen
H2427
, weedom
H3205 H8802
als van een barende [vrouw].
44
H738
Ziet, gelijk een leeuw
H1347
van de verheffing
H3383
der Jordaan
H5927 H8799
, zal hij opkomen
H386
tegen de sterke
H5116
woning
H7280 H8686
; want Ik zal hen in een ogenblik
H7323 H8686 H8675 H7323 H8799
daaruit doen lopen
H977 H8803
; en wie [daartoe] verkoren is
H6485 H8799
, [dien] zal Ik tegen haar bestellen
H3259 H8686
; want wie is Mij gelijk, en wie zou Mij dagvaarden
H7462 H8802
? En wie is de herder
H6440
, die voor Mijn aangezicht
H5975 H8799
bestaan zou?
45
H8085 H8798
Daarom hoort
H6098
den raadslag
H3068
des HEEREN
H894
, dien Hij over Babel
H3289 H8804
heeft beraadslaagd
H4284
, en Zijn gedachten
H2803 H8804
, die Hij gedacht heeft
H776
over het land
H3778
der Chaldeen
H6810
: Zo de geringsten
H6629
van de kudde
H5498 H8799
hen niet zullen nedertrekken
H5116
! Zo hij de woning
H8074 H8686
boven hen niet zal verwoesten!