Jeremiah 50:1 Cross References - DSV_Strongs
Genesis 10:10
Genesis 11:31
31
H8646
En Terah
H3947 H8799
nam
H87
Abram
H1121
, zijn zoon
H3876
, en Lot
H2039
, Harans
H1121
zoon
H1121
, zijns zoons
H1121
zoon
H8297
, en Sarai
H3618
, zijn schoondochter
H802
, de huisvrouw
H1121
van zijn zoon
H87
Abram
H3318 H8799
, en zij togen
H854
met
H1992
hen
H218
uit Ur
H3778
der Chaldeen
H3212 H8800
, om te gaan
H776
naar het land
H3667
Kanaan
H935 H8799
; en zij kwamen
H5704
tot
H2771
Haran
H3427 H8799
, en woonden aldaar.
2 Samuel 23:2
Job 1:17
17
H2088
Als deze
H5750
nog
H1696 H8764
sprak
H935 H8802
, zo kwam
H2088
een ander
H559 H8799
, en zeide
H3778
: De Chaldeen
H7760 H8804
stelden
H7969
drie
H7218
hopen
H6584 H8799
, en vielen
H5921
op
H1581
de kemelen
H3947 H8799
aan, en namen
H5221 H8689
ze, en sloegen
H5288
de jongeren
H6310
met de scherpte
H2719
des zwaards
H589
; en ik
H7535
ben maar
H909
alleen
H4422 H8735
ontkomen
H5046 H8687
, om het u aan te zeggen.
Psalms 137:8-9
Isaiah 13:1-3
1
H4853
De last
H894
van Babel
H3470
, dien Jesaja
H1121
, de zoon
H531
van Amoz
H2372 H8804
, gezien heeft.
Isaiah 14:4
Isaiah 21:1-10
1
H4853
De last
H4057
der woestijn
H3220
aan de zee
H5492
. Gelijk de wervelwinden
H5045
in het zuiden
H2498 H8800
henen doorgaan
H4057
, zal hij uit de woestijn
H935 H8802
komen
H3372 H8737
, uit een vreselijk
H776
land.
2
H7186
Een hard
H2380
gezicht
H5046 H8717
is mij te kennen gegeven
H898 H8802
: die trouweloze
H898 H8802
handelt trouwelooslijk
H7703 H8802
, en die verstoorder
H7703 H8802
verstoort
H5927 H8798
; trek op
H5867
, o Elam
H6696 H8798
! beleger
H4074
ze, o Media
H585
! Ik heb al haar zuchting
H7673 H8689
doen ophouden.
3
H4975
Daarom zijn mijn lendenen
H4390 H8804
vol
H2479
van grote krankheid
H6735
, bange weeen
H270 H8804
hebben mij aangegrepen
H6735
, gelijk de bange weeen
H3205 H8802
van een, die baart
H5753 H8738
; ik krom mij
H8085 H8800
van horen
H926 H8738
, ik word ontsteld
H7200 H8800
van het aanzien.
4
H3824
Mijn hart
H8582 H8804
dwaalt
H6427
, gruwen
H1204 H8765
verschrikt
H5399
mij, de schemering
H2837
, waar ik naar verlangd heb
H7760 H8804
, stelt Hij
H2731
mij tot beving.
5
H6186 H8800
Bereid
H7979
de tafel
H6822 H8800
, zie toe
H6844
, gij wachter
H398 H8800
! eet
H8354 H8800
, drink
H6965 H8798
; maakt u op
H8269
, gij vorsten
H4886 H8798
, bestrijkt
H4043
het schild!
6
H136
Want aldus heeft de Heere
H559 H8804
tot mij gezegd
H3212 H8798
: Ga heen
H5975 H8685
, zet
H6822 H8764
een wachter
H5046 H8686
, laat hem aanzeggen
H7200 H8799
, wat hij ziet.
7
H7200 H8804
En hij zag
H7393
een wagen
H6776
, een paar
H6571
ruiters
H7393
, een wagen
H2543
[met] ezels
H7393
, een wagen
H1581
[met] kemels
H7181 H0
; en hij merkte
H7182
zeer nauw
H7181 H8689
op
H7227
, met grote
H7182
opmerking.
8
H7121 H8799
En hij riep
H738
: Een leeuw
H136
, Heere
H5975 H8802
! ik sta
H4707
op den wachttoren
H8548
geduriglijk
H3119
bij dag
H4931
, en op mijn hoede
H5324 H8737
zet ik mij
H3915
ganse nachten.
9
H935 H8802
En zie nu, daar komt
H7393
een wagen
H376
mannen
H6776
, [en] een paar
H6571
ruiters
H6030 H8799
! Toen antwoordde hij
H559 H8799
, en zeide
H894
: Babel
H5307 H8804
is gevallen
H5307 H8804
, zij is gevallen
H6456
! en al de gesneden beelden
H430
harer goden
H7665 H8765
heeft Hij verbroken
H776
tegen de aarde.
Isaiah 23:13
13
H776
Ziet, het land
H3778
der Chaldeen
H5971
; dit volk
H804
was er niet; Assur
H3245 H8804
heeft het gefondeerd
H6728
voor degenen, die in de wildernissen woonden
H6965 H0
; zij richtten
H971
hun sterkten
H6965 H8689
op
H6209 H8782
, [en] bouwden
H759
hun paleizen
H4654
, [maar] Hij heeft het tot een vervallen hoop
H7760 H8804
gesteld.
Isaiah 47:1-15
1
H3381 H8798
Daal af
H3427 H8798
, en zit
H6083
in het stof
H1330
, gij jonkvrouw
H1323
, dochter
H894
van Babel
H3427 H8798
! zit
H776
op de aarde
H3678
, er is geen troon
H1323
[meer], gij dochter
H3778
der Chaldeen
H3254 H8686
! want gij zult niet meer
H7121 H8799
genaamd worden
H7390
de tedere
H6028
, noch de wellustige.
2
H3947 H8798
Neem
H7347
de molen
H2912 H8798
, en maal
H7058
meel
H1540 H8761
; ontdek
H6777
uw vlechten
H2834 H8798
, ontbloot
H7640
de enkelen
H1540 H8761
, ontdek
H7785
de schenkelen
H5674 H8798
, ga door
H5104
de rivieren.
3
H6172
Uw schaamte
H1540 H8735
zal ontdekt worden
H2781
, ook zal uw schande
H7200 H8735
gezien worden
H5359
; Ik zal wraak
H3947 H8799
nemen
H6293 H8799
, en Ik zal [op] [u] niet aanvallen
H120
[als] een mens.
4
H1350 H8802
Onzes Verlossers
H8034
Naam
H3068
is HEERE
H6635
der heirscharen
H6918
, de Heilige
H3478
Israels.
5
H3427 H8798
Zit
H1748
stilzwijgende
H935 H8798
, en ga
H2822
in de duisternis
H1323
, gij dochter
H3778
der Chaldeen
H3254 H8686
! want gij zult niet meer
H7121 H8799
genoemd worden
H1404
koningin
H4467
der koninkrijken.
6
H5971
Ik was op Mijn volk
H7107 H8804
zeer toornig
H2490 H8765
, Ik ontheiligde
H5159
Mijn erve
H5414 H8799
, en Ik gaf
H3027
hen over in uw hand
H7760 H8804
; [doch] gij beweest
H7356
hun geen barmhartigheden
H2205
, [ja], [zelfs] over den oude
H5923
maaktet gij uw juk
H3966
zeer
H3513 H8689
zwaar.
7
H559 H8799
En gij zeidet
H1404
: Ik zal koningin
H5769
zijn in eeuwigheid
H3820
; tot nog toe hebt gij deze dingen niet in uw hart
H7760 H8804
genomen
H319
, gij hebt aan het einde
H2142 H8804
daarvan niet gedacht.
8
H8085 H8798
Nu dan, hoor
H5719
dit, gij weelderige
H983
! die zo zeker
H3427 H8802
woont
H3824
, die in haar hart
H559 H8802
zegt
H657
: Ik ben het, en niemand
H490
meer dan ik: ik zal geen weduwe
H3427 H8799
zitten
H7908
, noch de beroving van kinderen
H3045 H8799
kennen.
9
H8147
Doch deze beide
H7281
dingen zullen u in een ogenblik
H935 H8799
overkomen
H259
, op een
H3117
dag
H7908
, de beroving van kinderen
H489
en weduwschap
H8537
; volkomenlijk
H935 H8804
zullen zij u overkomen
H7230
, vanwege de veelheid
H3785
uwer toverijen
H3966 H6109
, vanwege de menigte
H2267
uwer bezweringen.
10
H7451
Want gij hebt op uw boosheid
H982 H8799
vertrouwd
H559 H8804
; gij hebt gezegd
H7200 H8802
: Niemand ziet
H2451
mij; uw wijsheid
H1847
en uw wetenschap
H7725 H8790
heeft u afkerig gemaakt
H3820
; en gij hebt in uw hart
H559 H8799
gezegd
H657
: Ik ben het, en niemand meer dan ik.
11
H7451
Daarom zal er over u een kwaad
H935 H8804
komen
H7837
, gij zult den dageraad
H3045 H8799
daarvan niet weten
H1943
; en een verderf
H5307 H8799
zal er op u vallen
H3201 H8799
, hetwelk gij niet zult kunnen
H3722 H8763
verzoenen
H6597
; want er zal snellijk
H7722
een onstuimige verwoesting
H935 H8799
over u komen
H3045 H8799
, dat gij het niet weten zult.
12
H5975 H8798
Sta
H2267
nu met uw bezweringen
H7230
, en met de veelheid
H3785
uwer toverijen
H834
, waarin
H3021 H8804
gij gearbeid hebt
H5271
van uw jeugd
H3276 H0
af; of gij misschien voordeel
H3201 H8799
kondet
H3276 H8687
doen
H6206 H8799
, of gij misschien u [kondet] sterken.
13
H3811 H8738
Gij zijt moede geworden
H7230
in de veelheid
H6098
uwer raadslagen
H5975 H8799
; laat nu opstaan
H8064
, die den hemel
H1895 H8802
waarnemen
H3556
, die in de sterren
H2374
kijken
H2320
, die naar de nieuwe manen
H3045 H8688
voorzeggen
H3467 H8686
; en laat ze u verlossen
H935 H8799
van die dingen, die over u komen zullen.
14
H7179
Ziet, zij zullen zijn als stoppelen
H784
, het vuur
H8313 H8804
zal ze verbranden
H5315
, zij zullen zichzelven
H5337 H8686
niet kunnen rukken
H3027
uit de macht
H3852
der vlam
H1513
; het zal geen kool
H2552 H8800
zijn om [bij] te warmen
H217
, [geen] vuur
H3427 H8800
om daarvoor neder te zitten.
Jeremiah 25:26-27
26
H4428
En allen koningen
H6828
van het noorden
H7138
, die nabij
H7350
en die verre
H376
zijn, den een
H251
met den anderen
H4467
; ja, allen koninkrijken
H776
der aarde
H6440
, die op
H127
den aardbodem
H4428
zijn. En de koning
H8347
van Sesach
H310
zal na
H8354 H8799
hen drinken.
27
H559 H8804
Gij zult dan tot hen zeggen
H559 H8804
: Zo zegt
H3068
de HEERE
H6635
der heirscharen
H430
, de God
H3478
Israels
H8354 H8798
: Drinkt
H7937 H8798
, en wordt dronken
H7006 H8798
, en spuwt
H5307 H8798
, en valt neder
H6965 H8799
, dat gij niet weder opstaat
H6440
, vanwege
H2719
het zwaard
H7971 H8802
, dat Ik onder u zal zenden.
Jeremiah 27:7
Jeremiah 51:1-14
1
H559 H8804
Zo zegt
H3068
de HEERE
H7843 H8688
: Ziet, Ik zal een verdervenden
H7307
wind
H5782 H8688
opwekken
H894
tegen Babel
H3427 H8802
, en tegen degenen, die daar wonen
H3820
in het hart
H6965 H8801
van degenen, die tegen Mij opstaan.
2
H894
En Ik zal Babel
H2114 H8801
wanners
H7971 H8765
toeschikken
H2219 H8765
, die haar wannen
H776
, en haar land
H1238 H8787
uitledigen zullen
H3117
; want zij zullen ten dage
H7451
des kwaads
H5439
van rondom tegen haar zijn.
3
H1869 H8802
De schutter
H1869 H8799
spanne
H7198
zijn boog
H5927 H8691
tegen [dien], die spant, en tegen [dien], die zich verheft
H5630
in zijn pantsier
H2550 H8799
; en verschoont
H970
haar jongelingen
H2763 H8685
niet, verbant
H6635
al haar heir;
4
H2491
Dat de verslagenen
H5307 H8804
liggen
H776
in het land
H3778
der Chaldeen
H1856 H8794
, en de doorstokenen
H2351
op haar straten.
5
H3478
Want Israel
H3063
of Juda
H488
zal niet in weduwschap gelaten worden
H430
van zijn God
H3068
, van den HEERE
H6635
der heirscharen
H776
(hoewel hunlieder land
H4390 H0
vol
H817
van schuld
H4390 H8804
is
H6918
), van den Heilige
H3478
Israels.
6
H5127 H8798
Vliedt uit
H8432
het midden
H894
van Babel
H4422 H8761
, en redt
H376
, een iegelijk
H5315
zijn ziel
H1826 H8735
; wordt niet uitgeroeid
H5771
in haar ongerechtigheid
H6256
; want dit is de tijd
H5360
der wraak
H3068
des HEEREN
H1576
, Die haar de verdienste
H7999 H8764
betaalt.
7
H894
Babel
H2091
was een gouden
H3563
beker
H3027
in de hand
H3068
des HEEREN
H776
, die de ganse aarde
H7937 H8764
dronken maakte
H1471
; de volken
H3196
hebben van haar wijn
H8354 H8804
gedronken
H1471
, daarom zijn de volken
H1984 H8704
dol geworden.
8
H6597
Schielijk
H894
is Babel
H5307 H8804
gevallen
H7665 H8735
en verbroken
H3213 H8685
; huilt
H3947 H8798
over haar, neemt
H6875
balsem
H4341
tot haar pijn
H7495 H8735
, misschien zal zij genezen worden.
9
H894
Wij hebben Babel
H7495 H8765
gemeesterd
H7495 H8738
, maar zij is niet genezen
H5800 H8798
; verlaat
H376
haar [dan], en laat ons een iegelijk
H776
in zijn land
H3212 H8799
trekken
H4941
; want haar oordeel
H5060 H8804
reikt
H8064
tot aan den hemel
H5375 H8738
, en is verheven
H7834
tot aan de bovenste wolken.
10
H3068
De HEERE
H6666
heeft onze gerechtigheden
H3318 H8689
hervoor gebracht
H935 H8798
; komt
H6726
en laat ons te Sion
H4639
het werk
H3068
des HEEREN
H430
, onzes Gods
H5608 H8762
, vertellen!
11
H1305 H8685
Zuivert
H2671
de pijlen
H4390 H0
, rust
H7982
de schilden
H4390 H8798
volkomenlijk toe
H3068
; de HEERE
H7307
heeft den geest
H4428
der koningen
H4074
van Medie
H5782 H8689
opgewekt
H4209
; want Zijn voornemen
H894
is tegen Babel
H7843 H8687
, dat Hij haar verderve
H5360
; want dit is de wraak
H3068
des HEEREN
H5360
, de wraak
H1964
Zijns tempels.
12
H5375 H8798
Verheft
H5251
de banier
H2346
op de muren
H894
van Babel
H2388 H8685
, versterkt
H4929
de wacht
H6965 H8685
, stelt
H8104 H8802
wachters
H3559 H8685
, bereidt
H693 H8802
de lagen
H3068
; want gelijk de HEERE
H2161 H8804
heeft voorgenomen
H6213 H8804
, alzo heeft Hij gedaan
H3427 H8802
, wat Hij over de inwoners
H894
van Babel
H1696 H8765
gesproken heeft.
Habakkuk 2:5-20
5
H637
En ook
H3588
dewijl
H898 H8802
hij trouwelooslijk handelt
H3196
bij den wijn
H3093
, een trots
H1397
man
H3808
is, en in zijn woning niet
H5115 H8799
blijft
H834
; die
H5315
zijn ziel
H7337 H8689
wijd opendoet
H7585
als het graf
H4194
, en gelijk de dood
H1931
is
H3808
, die niet
H7646 H8799
zat wordt
H413
, en tot
H622 H8799
zich verzamelt
H3605
al
H1471
de heidenen
H6908 H8799
, en vergadert
H413
tot
H3605
zich alle
H5971
volken.
6
H3808
Zouden [dan] niet
H3605
al
H428
dezelve
H5921
van
H4912
hem een spreekwoord
H5375 H8799
opnemen
H4426
, en een uitlegging
H2420
der raadselen
H559 H8799
van hem? En men zal zeggen
H1945
: Wee
H7235 H8688
dien, die vermeerdert
H3808
hetgeen het zijne niet
H5704
is (hoe
H575
lange
H5921
!), en dien, die op
H3513 H8688
zich laadt
H5671
dik slijk.
7
H3808
Zullen niet
H6621
onvoorziens
H6965 H8799
opstaan
H5391 H8802
, die u bijten zullen
H3364 H8799
, en ontwaken
H2111 H8772
, die u zullen bewegen
H4933
, en zult gij hun niet tot plundering
H1961 H8804
worden?
8
H3588
Omdat
H859
gij
H7227
vele
H1471
heidenen
H7997 H8804
beroofd hebt
H3605
, zo zullen alle
H3499
overgeblevene
H5971
volken
H7997 H8799
u beroven
H4480
; om
H1818
het bloed
H120
der mensen
H2555
, en het geweld
H776
aan het land
H7151
, de stad
H3605
, en alle
H3427 H8802
inwoners derzelve.
9
H1945
Wee
H7451
dien, die met kwade
H1215
gierigheid
H1214 H8802
giert
H1004
voor zijn huis
H4791
, opdat hij in de hoogte
H7064
zijn nest
H7760 H8800
stelle
H5337 H8736
, om bevrijd te zijn
H4480
uit
H3709
de hand
H7451
des kwaads.
10
H1322
Gij hebt schaamte
H3289 H8804
beraadslaagd
H1004
voor uw huis
H7096 H8800
; uitroeiende
H7227
vele
H5971
volken
H2398 H8802
, zo hebt gij gezondigd
H5315
[tegen] uw ziel.
11
H3588
Want
H68
de steen
H4480
uit
H7023
den muur
H2199 H8799
roept
H3714
, en de balk
H4480
uit
H6086
het hout
H6030 H8799
antwoordt dien.
12
H1945
Wee
H5892
dien, die de stad
H1818
met bloed
H1129 H8802
bouwt
H7151
, en die de stad
H5766
met onrecht
H3559 H8790
bevestigt!
13
H2009
Ziet
H3808
, is het niet
H4480
van
H3068
den HEERE
H6635
der heirscharen
H5971
, dat de volken
H3021 H8799
arbeiden
H1767
ten
H784
vure
H3816
, en de lieden
H3286 H8799
zich vermoeien
H1767 H7385
tevergeefs?
14
H3588
Want
H776
de aarde
H4390 H8735
zal vervuld worden
H3519
, dat zij de heerlijkheid
H3068
des HEEREN
H3045 H8800
bekennen
H4325
, gelijk de wateren
H5921
[den] [bodem] [der]
H3220
zee
H3680 H8762
bedekken.
15
H1945
Wee
H7453
dien, die zijn naaste
H8248 H8688
te drinken geeft
H2573
, gij, die uw wijnfles
H5596 H8764
daarbij voegt
H7937 H8763
, en ook dronken maakt
H4616
, opdat
H5921
gij hun
H4589
naaktheden
H5027 H8687
aanschouwt.
16
H7646 H8804
Gij zult [ook] verzadigd worden
H7036
met schande
H4480
, voor
H3519
eer
H8354 H8798
; drinkt
H859
gij
H1571
ook
H6188 H8734
, en ontbloot de voorhuid
H3563
; de beker
H3225
der rechterhand
H3068
des HEEREN
H5921
zal zich tot
H5437 H8735
u wenden
H7022
, en er zal een schandelijk uitbraaksel
H5921
over
H3519
uw heerlijkheid zijn.
17
H3588
Want
H2555
het geweld
H3844
, dat tegen Libanon
H3680 H8762
begaan is, zal u bedekken
H7701
, en de verwoesting
H929
der beesten
H2865 H8686
zal ze verschrikken
H4480
, om
H1818
des bloeds
H120
wil der mensen
H2555
, en des gewelds
H776
in het land
H7151
, de stad
H3605
en aan alle
H3427 H8802
inwoners derzelve.
18
H4100
Wat
H6459
zal het gesneden beeld
H3276 H8689
baten
H3588
, dat
H3335 H8802
zijn formeerder
H6458 H8804
het gesneden heeft
H4541
? [of] het gegoten beeld
H3384 H8688 H8267
, hetwelk een leugenleraar
H3588
is, dat
H3335 H8802
de formeerder
H5921
op
H3336
zijn formeersel
H982 H8804
vertrouwt
H483
, als hij stomme
H457
afgoden
H6213 H8800
gemaakt heeft?
19
H1945
Wee
H6086
dien, die tot het hout
H559 H8802
zegt
H6974 H8685
: Word wakker
H5782 H8798
! [en]: Ontwaak
H1748
! tot den zwijgenden
H68
steen
H1931
. Zou het
H3384 H8686
leren
H2009
? Ziet
H1931
, het
H2091
is [met] goud
H3701
en zilver
H8610 H8803
overtrokken
H369 H0
, en er is
H3605
gans
H369
geen
H7307
geest
H7130
in het midden van hetzelve.
Acts 7:4
4
G5119
Toen
G1831 G5631
ging hij
G1537
uit
G1093
het land
G5466
der Chaldeen
G2730 G5656
, en woonde
G1722
in
G5488
Charran
G2547
. En van daar
G3326
, nadat
G846
zijn
G3962
vader
G599 G5629
gestorven was
G3351 G5656
, bracht Hij
G846
hem
G1519
over in
G5026
dit
G1093
land
G3739
, daar
G5210
gij
G3568
nu
G1519
in
G2730 G5719
woont.
2 Peter 1:21
Revelation 18:1-24
1
G2532
En
G3326
na
G5023
dezen
G1492 G5627
zag ik
G243
een anderen
G32
engel
G2597 G5723
afkomen
G1537
uit
G3772
den hemel
G2192 G5723
, hebbende
G3173
grote
G1849
macht
G2532
, en
G1093
de aarde
G5461 G5681
is verlicht geworden
G1537
van
G846
zijn
G1391
heerlijkheid.
2
G2532
En
G2896 G5656
hij riep
G2479
krachtelijk
G1722
met
G3173
een grote
G5456
stem
G3004 G5723
, zeggende
G4098 G5627
: Zij is gevallen
G4098 G5627
, zij is gevallen
G3173
, het grote
G897
Babylon
G2532
, en
G1096 G5633
is geworden
G2732
een woonstede
G1142
der duivelen
G2532
, en
G5438
een bewaarplaats
G3956
van alle
G169
onreine
G4151
geesten
G2532
, en
G5438
een bewaarplaats
G3956
van alle
G169
onrein
G2532
en
G3404 G5772
hatelijk
G3732
gevogelte;
3
G3754
Dewijl
G1537
uit
G3631
den wijn
G2372
des toorns
G846
harer
G4202
hoererij
G3956
alle
G1484
volken
G4095 G5758
gedronken hebben
G2532
, en
G935
de koningen
G1093
der aarde
G3326
met
G846
haar
G4203 G5656
gehoereerd hebben
G2532
, en
G1713
de kooplieden
G1093
der aarde
G4147 G5656
rijk zijn geworden
G1537
uit
G1411
de kracht
G846
harer
G4764
weelde.
4
G2532
En
G191 G5656
ik hoorde
G243
een andere
G5456
stem
G1537
uit
G3772
den hemel
G3004 G5723
, zeggende
G1831 G5628
: Gaat uit
G1537
van
G846
haar
G3450
, Mijn
G2992
volk
G2443
, opdat
G846
gij aan haar
G266
zonden
G3361
geen
G4790 G5661
gemeenschap hebt
G2532
, en
G3363
opdat
G1537
gij van
G846
haar
G4127
plagen
G3361
niet
G2983 G5632
ontvangt.
5
G3754
Want
G846
haar
G266
zonden
G190 G5656 G5625 G2853 G5681
zijn [de] [ene] [op] [de] [andere] gevolgd
G891
tot
G3772
den hemel
G2532
toe, en
G2316
God
G846
is harer
G92
ongerechtigheden
G3421 G5656
gedachtig geworden.
6
G591 G5628
Vergeldt
G846
haar
G2532
, gelijk
G5613
als
G5213
zij ulieden
G591 G5656
vergolden heeft
G2532
, en
G1363 G5657
verdubbelt
G846
haar
G1362
dubbel
G2596
, naar
G846
haar
G2041
werken
G1722
; in
G4221
den drinkbeker
G3739
, waarin
G2767 G5656
zij geschonken heeft
G2767 G5657
, schenkt
G846
haar
G1362
dubbel.
7
G3745
Zoveel als
G1438
zij zichzelve
G1392 G5656
verheerlijkt heeft
G2532
, en
G4763 G5656
weelde gehad heeft
G5118
, zo grote
G929
pijniging
G2532
en
G3997
rouw
G1325 G
doet
G846
haar
G1325 G5628
aan
G3754
; want
G3004 G5719
zij zegt
G1722
in
G846
haar
G2588
hart
G2521 G5736
: Ik zit
G938
[als] een koningin
G2532
, en
G1510 G5748
ben
G3756
geen
G5503
weduwe
G2532
, en
G3364
zal geen
G3997
rouw
G1492 G5632
zien.
8
G5124 G1223
Daarom
G846
zullen haar
G4127
plagen
G1722
op
G3391
een
G2250
dag
G2240 G5692
komen
G2288
, [namelijk] dood
G2532
, en
G3997
rouw
G2532
, en
G3042
honger
G2532
, en
G1722
zij zal met
G4442
vuur
G2618 G5701
verbrand worden
G3754
; want
G2478
sterk
G2962
is de Heere
G2316
God
G3588
, Die
G846
haar
G2919 G5723
oordeelt.
9
G2532
En
G935
de koningen
G1093
der aarde
G3588
, die
G3326
met
G846
haar
G4203 G5660
gehoereerd
G2532
en
G4763 G5660
weelde gehad hebben
G846
, zullen haar
G2799 G5695
bewenen
G2532
, en
G2875 G
rouw
G1909
over
G846
haar
G2875 G5695
bedrijven
G3752
, wanneer
G2586
zij den rook
G846
haar
G4451
brands
G991 G5725
zullen zien;
10
G575
Van
G3113
verre
G2476 G5761
staande
G1223
uit
G5401
vreze
G846
van haar
G929
pijniging
G3004 G5723
, zeggende
G3759
: Wee
G3759
, wee
G3173
, de grote
G4172
stad
G897
Babylon
G2478
, de sterke
G4172
stad
G3754
, want
G4675
uw
G2920
oordeel
G1722
is in
G3391
een
G5610
ure
G2064 G5627
gekomen.
11
G2532
En
G1713
de kooplieden
G1093
der aarde
G2799 G5719
zullen wenen
G2532
en
G3996 G5719
rouw maken
G1909
over
G846
haar
G3754
, omdat
G3762
niemand
G846
hun
G1117
waren
G3765
meer
G59 G5719
koopt;
12
G1117
Waren
G5557
van goud
G2532
, en
G696
van zilver
G2532
, en
G5093
van kostelijk
G3037
gesteente
G2532
, en
G3135
van paarlen
G2532
, en
G1040
van fijn lijnwaad
G2532
, en
G4209
van purper
G2532
, en
G4596
van zijde
G2532
, en
G2847
van scharlaken
G2532
; en
G3956
allerlei
G2367
welriekend
G3586
hout
G2532
, en
G3956
allerlei
G1661
ivoren
G4632
vaten
G2532
, en
G3956
allerlei
G4632
vaten
G1537
van
G5093
het kostelijkste
G3586
hout
G2532
, en
G5475
van koper
G2532
, en
G4604
van ijzer
G2532
, en
G3139
van marmersteen;
13
G2532
En
G2792
kaneel
G2532
, en
G2368
reukwerk
G2532
, en
G3464
welriekende zalf
G2532
, en
G3030
wierook
G2532
, en
G3631
wijn
G2532
, en
G1637
olie
G2532
, en
G4585
meelbloem
G2532
, en
G4621
tarwe
G2532
, en
G2934
lastbeesten
G2532
, en
G4263
schapen
G2532
; en
G2462
van paarden
G2532
, en
G4480
van koetswagens
G2532
, en
G4983
van lichamen
G2532
, en
G5590
de zielen
G444
der mensen.
14
G2532
En
G3703
de vrucht
G1939
der begeerlijkheid
G4675
uwer
G5590
ziel
G575
is van
G4675
u
G565 G5627
weggegaan
G2532
; en
G3956
al
G3588
wat
G3045
lekker
G2532
en
G2986
wat heerlijk
G575
was, is van
G4675
u
G565 G5627
weggegaan
G2532
; en
G846
gij zult hetzelve
G3765
niet
G3364
meer
G2147 G5661
vinden.
15
G1713
De kooplieden
G5130
dezer dingen
G3588
, die
G4147 G5660
rijk geworden waren
G575
van
G846
haar
G575
, zullen van
G3113
verre
G2476 G5695
staan
G1223
uit
G5401
vreze
G846
van haar
G929
pijniging
G2799 G5723
, wenende
G2532
en
G3996 G5723
rouw makende;
16
G2532
En
G3004 G5723
zeggende
G3759
: Wee
G3759
, wee
G3173
, de grote
G4172
stad
G4016 G5772
, die bekleed was
G1039
met fijn lijnwaad
G2532
, en
G4210
purper
G2532
, en
G2847
scharlaken
G2532
, en
G5558 G5772
versierd
G1722
met
G5557
goud
G2532
, en
G5093
[met] kostelijk
G3037
gesteente
G2532
, en
G3135
[met] paarlen
G3754
; want
G3391
in een
G5610
ure
G5118
is zo grote
G4149
rijkdom
G2049 G5681
verwoest.
17
G2532
En
G3956
alle
G2942
stuurlieden
G2532
, en
G3956
al
G3658
het volk
G1909
op
G4143
de schepen
G2532
, en
G3492
bootsgezellen
G2532
, en
G3745
allen, die
G2281
ter zee
G2038 G5740
handelen
G2476 G5627
, stonden
G575
van
G3113
verre;
18
G2532
En
G2896 G5707
riepen
G3708 G5723
, ziende
G2586
den rook
G846
van haar
G4451
brand
G3004 G5723
, [en] zeggende
G5101
: Wat
G3173
[stad] was deze grote
G4172
stad
G3664
gelijk?
19
G2532
En
G906 G5627
zij wierpen
G5522
stof
G1909
op
G846
hun
G2776
hoofden
G2532
, en
G2896 G5707
riepen
G2799 G5723
, wenende
G2532
en
G3996 G5723
rouw bedrijvende
G3004 G5723
, zeggende
G3759
: Wee
G3759
, wee
G3173
, de grote
G4172
stad
G1722
, in
G3739
dewelke
G3956
allen
G4143
, die schepen
G1722
in
G2281
de zee
G2192 G5723
hadden
G1537
, van
G846
haar
G5094
kostelijkheid
G4147 G5656
rijk geworden zijn
G3754
; want
G3391
zij is in een
G5610
ure
G2049 G5681
verwoest geworden.
20
G2165 G5744
Bedrijft vreugde
G1909
over
G846
haar
G3772
, gij hemel
G2532
, en
G40
gij heilige
G652
apostelen
G2532
, en
G4396
gij profeten
G3754
, want
G2316
God
G5216
heeft uw
G2917
oordeel
G1537
aan
G846
haar
G2919 G5656
geoordeeld.
21
G2532
En
G1520
een
G2478
sterke
G32
engel
G142 G5656
hief
G3037
een steen
G5613
op als
G3173
een groten
G3458
molensteen
G2532
, en
G906 G5627
wierp
G1519
[dien] in
G2281
de zee
G3004 G5723
, zeggende
G3779
: Aldus
G3173
zal de grote
G4172
stad
G897
Babylon
G3731
met geweld
G906 G5701
geworpen worden
G2532
, en
G3364
zal niet
G2089
meer
G2147 G5686
gevonden worden.
22
G2532
En
G5456
de stem
G2790
der citerspelers
G2532
, en
G3451
der zangers
G2532
, en
G834
der fluiters
G2532
, en
G4538
der bazuiners
G3364
, zal niet
G2089
meer
G1722
in
G4671
u
G191 G5686
gehoord worden
G2532
; en
G3364 G3956
geen
G5079
kunstenaar
G3956
van enige
G5078
kunst
G2089
zal meer
G1722
in
G4671
u
G2147 G5686
gevonden worden
G2532
; en
G3364
geen
G5456
geluid
G3458
des molens
G1722
zal in
G4671
u
G2089
meer
G191 G5686
gehoord worden.
23
G2532
En
G5457
het licht
G3088
der kaars
G1722
zal in
G4671
u
G2089
niet
G3364
meer
G5316 G5652
schijnen
G2532
; en
G5456
de stem
G3566
eens bruidegoms
G2532
en
G3565
ener bruid
G1722
zal in
G4671
u
G2089
niet
G3364
meer
G191 G5686
gehoord worden
G3754
; want
G4675
uw
G1713
kooplieden
G2258 G5713
waren
G3175
de groten
G1093
der aarde
G3754
, want
G1722
door
G4675
uw
G5331
toverij
G3956
zijn alle
G1484
volken
G4105 G5681
verleid geweest.