2 Chronicles 36:1-23

DSV_Strongs(i)
  1 H3947 H8799 Toen nam H5971 het volk H776 des lands H3059 Joahaz H1121 , den zoon H2977 van Josia H4427 H8686 , en zij maakten hem koning H1 , in zijns vaders H8478 plaats H3389 , te Jeruzalem.
  2 H7969 Drie H6242 en twintig H8141 jaren H3099 was Joahaz H1121 oud H4427 H8800 , als hij koning werd H4427 H8804 , en hij regeerde H7969 drie H2320 maanden H3389 te Jeruzalem.
  3 H4428 Want de koning H4714 van Egypte H5493 H8686 zette hem af H3389 te Jeruzalem H6064 H0 ; en hij leide H776 het land H6064 H8799 een boete op H3967 van honderd H3603 talenten H3701 zilvers H3603 en een talent H2091 gouds.
  4 H4428 En de koning H4714 van Egypte H4427 H0 maakte H251 zijn broeder H471 Eljakim H4427 H8686 koning H5921 over H3063 Juda H3389 en Jeruzalem H5437 H8686 , en veranderde H8034 zijn naam H3079 in Jojakim H251 ; maar zijn broeder H3099 Joahaz H3947 H8804 nam H5224 Necho H935 H8686 , en bracht H4714 hem in Egypte.
  5 H2568 Vijf H6242 en twintig H8141 jaren H3079 was Jojakim H1121 oud H4427 H8800 , als hij koning werd H4427 H8804 , en regeerde H259 H6240 elf H8141 jaren H3389 te Jeruzalem H6213 H8799 ; en hij deed H7451 dat kwaad H5869 was in de ogen H3068 des HEEREN H430 , zijns Gods.
  6 H5019 Nebukadnezar H4428 , de koning H894 van Babel H5921 , toog tegen H5927 H8804 hem op H631 H8799 , en bond H5178 hem met twee koperen ketenen H3212 H8687 , om hem te voeren H894 naar Babel.
  7 H5019 Nebukadnezar H935 H8689 bracht H4480 ook van H3627 de vaten H1004 van het huis H3068 des HEEREN H894 naar Babel H5414 H8799 , en stelde H1964 ze in zijn tempel H894 te Babel.
  8 H3499 Het overige H1697 nu van de geschiedenissen H3079 van Jojakim H8441 , en zijn gruwelen H834 , die H6213 H8804 hij deed H5921 , en wat aan H4672 H8737 hem gevonden werd H2009 , ziet H3789 H8803 , dat is geschreven H5921 in H5612 het boek H4428 der koningen H3478 van Israel H3063 en Juda H3078 ; en Jojachin H1121 , zijn zoon H4427 H8799 , werd koning H8478 in zijn plaats.
  9 H8083 Acht H8141 jaren H3078 was Jojachin H1121 oud H4427 H8800 , als hij koning werd H4427 H8804 , en regeerde H7969 drie H2320 maanden H6235 en tien H3117 dagen H3389 te Jeruzalem H6213 H8799 , en deed H7451 dat kwaad H5869 was in de ogen H3068 des HEEREN.
  10 H8666 En met de wederkomst H8141 des jaars H7971 H8804 zond H4428 de koning H5019 Nebukadnezar H935 H0 henen, en liet H894 hem naar Babel H935 H8686 halen H5973 , met H2532 de kostelijke H3627 vaten H1004 van het huis H3068 des HEEREN H4427 H0 ; en hij maakte H251 zijn broeder H6667 Zedekia H4427 H8686 koning H3063 over Juda H3389 en Jeruzalem.
  11 H259 Een H6242 en twintig H8141 jaren H6667 was Zedekia H1121 oud H4427 H8800 , als hij koning werd H4427 H8804 , en regeerde H259 H6240 elf H8141 jaren H3389 te Jeruzalem.
  12 H6213 H8799 En hij deed H7451 dat kwaad H5869 was in de ogen H3068 des HEEREN H430 , zijns Gods H3665 H8738 ; hij verootmoedigde zich H3808 niet H4480 voor H6440 het aangezicht H5030 van den profeet H3414 Jeremia H4480 , [sprekende] uit H6310 den mond H3068 des HEEREN.
  13 H1571 Daartoe werd hij ook H4775 H8804 afvallig H4428 tegen den koning H5019 Nebukadnezar H834 , die H7650 H8689 hem beedigd had H430 bij God H7185 H8686 ; en verhardde H6203 zijn nek H553 H8762 , en verstokte H3824 zijn hart H4480 , dat hij zich niet H7725 H8800 bekeerde H413 tot H3068 den HEERE H430 , den God H3478 Israels.
  14 H1571 Ook H7235 H0 maakten H3605 alle H8269 oversten H3548 der priesteren H5971 , en het volk H4603 H8800 , der overtredingen H4604 zeer H7235 H8689 veel H3605 , naar alle H8441 gruwelen H1471 der heidenen H2930 H8762 ; en zij verontreinigden H1004 het huis H3068 des HEEREN H834 , dat H6942 H8689 Hij geheiligd had H3389 te Jeruzalem.
  15 H3068 En de HEERE H430 , de God H1 hunner vaderen H7971 H8799 , zond H5921 tot H3027 hen, door de hand H4397 Zijner boden H7925 H8687 , vroeg op zijnde H7971 H8800 , om [die] te zenden H3588 ; want H2550 H8804 H5921 Hij verschoonde H5971 Zijn volk H5921 en H4583 Zijn woning.
  16 H1961 H8799 H3931 H8688 Maar zij spotten H4397 met de boden H430 Gods H959 H8802 , en verachtten H1697 Zijn woorden H8591 H8700 ; zij verleidden zichzelven H5030 tegen Zijn profeten H5704 ; totdat H2534 de grimmigheid H3068 des HEEREN H5971 tegen Zijn volk H5927 H8800 opging H5704 , dat H369 H0 er geen H4832 helen H369 aan was.
  17 H5921 Want Hij deed tegen H5927 H8686 hen opkomen H4428 den koning H3778 der Chaldeen H970 , die hun jongelingen H2719 met het zwaard H1004 in het huis H4720 huns heiligdoms H2026 H8799 doodde H2550 H8804 H5921 , en hij verschoonde H970 de jongelingen H3808 niet H1330 , noch de maagden H2205 , de ouden H3486 noch de stokouden H5414 H8804 ; Hij gaf H3605 hen allen H3027 in zijn hand.
  18 H3605 En alle H3627 vaten H1004 van het huis H430 Gods H1419 , de grote H6996 en de kleine H214 , en de schatten H1004 van het huis H3068 des HEEREN H214 , en de schatten H4428 des konings H8269 en zijner vorsten H3605 , dit alles H935 H8689 voerde hij H894 naar Babel.
  19 H8313 H8799 En zij verbrandden H1004 het huis H430 Gods H5422 H0 , en zij braken H2346 den muur H3389 van Jeruzalem H5422 H8762 af H3605 , en al H759 de paleizen H8313 H8804 daarvan verbrandden zij H784 met vuur H7843 H8687 , verdervende H3605 ook alle H4261 kostelijke H3627 vaten derzelve.
  20 H7611 En wie overgebleven was H4480 van H2719 het zwaard H1540 H8686 , voerde hij weg H413 naar H894 Babel H1961 H8799 , en zij werden H1121 hem en zijn zonen H5650 tot knechten H5704 , tot H4427 H8800 het regeren H4438 des koninkrijks H6539 van Perzie;
  21 H1697 Opdat het woord H3068 des HEEREN H4390 H8763 vervuld wierd H6310 , door den mond H3414 van Jeremia H5704 , totdat H776 het land H7676 aan zijn sabbatten H7521 H8804 een welgevallen had H7673 H8804 ; het rustte H3605 al H3117 de dagen H8074 H8715 der verwoesting H7657 , totdat de zeventig H8141 jaren H4390 H8763 vervuld waren.
  22 H259 Maar in het eerste H8141 jaar H3566 van Kores H4428 , koning H6539 van Perzie H3615 H8800 , opdat volbracht wierd H1697 het woord H3068 des HEEREN H6310 , door den mond H3414 van Jeremia H5782 H8689 , verwekte H3068 de HEERE H7307 den geest H3566 van Kores H4428 , koning H6539 van Perzie H6963 , dat hij een stem H5674 H8686 liet doorgaan H3605 door zijn ganse H4438 koninkrijk H1571 , zelfs ook H4385 in geschrift H559 H8800 , zeggende:
  23 H3541 Zo H559 H8804 zegt H3566 Kores H4428 , koning H6539 van Perzie H3068 : De HEERE H430 , de God des H8064 hemels H3605 , heeft mij alle H4467 koninkrijken H776 der aarde H5414 H8804 gegeven H1931 ; en Hij H5921 heeft mij H6485 H8804 bevolen H1004 Hem een huis H1129 H8800 te bouwen H3389 te Jeruzalem H834 , hetwelk H3063 in Juda H4310 is; wie H4480 is onder ulieden van H3605 al H5971 Zijn volk H3068 ? De HEERE H430 , zijn God H5973 , zij met H5927 H8799 hem, en hij trekke op.