Zechariah 11:4-9

DSV_Strongs(i)
  4 H3541 Alzo H559 H8804 zegt H3068 de HEERE H430 , mijn God H7462 H8798 : Weidt H6629 H2028 deze slachtschapen.
  5 H834 Welker H7069 H8802 bezitters H2026 H8799 hen doden H3808 , en houden het voor geen H816 H8799 schuld H4376 H8802 ; en een ieder dergenen, die ze verkopen H559 H8799 , zegt H1288 H8803 : Geloofd H3068 zij de HEERE H6238 H8686 , dat ik rijk geworden ben H3808 ! en niemand H7462 H8802 van degenen, die ze weiden H2550 H8799 , verschoont H5921 ze.
  6 H3588 Zekerlijk H3808 , Ik zal niet H5750 meer H5921 de H3427 H8802 inwoners H776 dezes lands H2550 H8799 verschonen H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H2009 ; maar ziet H595 , Ik H120 zal de mensen H4672 H8688 overleveren H376 , elk een H3027 in de hand H7453 zijns naasten H3027 , en in de hand H4428 zijns konings H776 , en zij zullen dit land H3807 H8765 te morzel slaan H3027 , en Ik zal ze uit hun hand H3808 niet H5337 H8686 verlossen.
  7 H6629 H2028 Dies heb ik deze slachtschapen H7462 H8799 geweid H3651 , dewijl H6041 zij ellendige H6629 schapen H3947 H8799 zijn; en ik heb mij genomen H8147 twee H4731 stokken H259 , den een H7121 H8804 heb ik genoemd H5278 LIEFELIJKHEID H259 , en den anderen H7121 H8804 heb ik genoemd H2254 H8802 SAMENBINDERS H6629 ; en ik heb die schapen H7462 H8799 geweid.
  8 H7969 En ik heb drie H7462 H8802 herders H259 in een H3391 maand H3582 H8686 afgesneden H5315 ; want mijn ziel H7114 H8799 was over hen verdrietig geworden H1571 , en ook H5315 had hun ziel H973 H8804 een walg van mij.
  9 H559 H8799 En ik zeide H3808 : Ik zal ulieden niet H7462 H8799 [meer] weiden H4191 H8801 ; wat sterft H4191 H8799 , dat sterve H3582 H8737 , en wat afgesneden is H3582 H8735 , dat zij afgesneden H7604 H8737 , en dat de overgeblevenen H802 de een H7468 des anderen H1320 vlees H398 H8799 verslinden.