1
H2005
Ziet
H3027
, de hand
H3068
des HEEREN
H7114 H8804
is niet verkort
H3467 H8687
, dat zij niet zou kunnen verlossen
H241
; en Zijn oor
H3513 H8804
is niet zwaar geworden
H8085 H8800
, dat het niet zou kunnen horen.
2
H5771
Maar uw ongerechtigheden
H914 H8688
maken een scheiding
H996
tussen
H430
ulieden en tussen uw God
H2403
, en uw zonden
H5641 H8689
verbergen
H6440
het aangezicht
H8085 H8800
van ulieden, dat Hij niet hoort.
3
H3709
Want uw handen
H1818
zijn met bloed
H1351 H8738
bevlekt
H676
; en uw vingeren
H5771
met ongerechtigheid
H8193
; uw lippen
H1696 H8765
spreken
H8267
valsheid
H3956
, uw tong
H1897 H8799
dicht
H5766
onrecht.
4
H6664
Er is niemand, die voor de gerechtigheid
H7121 H8802
roept
H530
, en niemand, die voor de waarheid
H8199 H8737
in het gericht zich begeeft
H982 H8800
; zij vertrouwen
H8414
op ijdelheid
H1696 H8763
, en spreken
H7723
leugen
H5999
; met moeite
H2029 H8800
zijn zij zwanger
H3205 H8687
, en zij baren
H205
ongerechtigheid.
5
H1234 H8765
Zij broeden
H1000 H6848
basiliskus-eieren
H707 H8799
uit, en zij weven
H5908 H6980
spinnewebben
H1000
; die van hun eieren
H398 H8802
eet
H4191 H8799
, moet sterven
H2116
, en als het in stukken gedrukt wordt
H1234 H0
, er berst
H660
een adder
H1234 H8735
uit.
6
H6980
Hun webben
H899
deugen niet tot klederen
H3680 H8691
, en zij zullen zichzelven niet kunnen dekken
H4639
met hun werken
H4639
; hun werken
H4639
zijn werken
H205
der ongerechtigheid
H6467
, en een maaksel
H2555
des wrevels
H3709
is in hun handen.
7
H7272
Hun voeten
H7323 H8799
lopen
H7451
tot het kwade
H4116 H8762
, en zij haasten
H5355
om onschuldig
H1818
bloed
H8210 H8800
te vergieten
H4284
; hun gedachten
H4284
zijn gedachten
H205
der ongerechtigheid
H7701
, verstoring
H7667
en verbreking
H4546
is op hun banen.
8
H1870
Den weg
H7965
des vredes
H3045 H8804
kennen zij
H4941
niet; en er is geen recht
H4570
in hun gangen
H5410
; hun paden
H6140 H8765
maken zij verkeerd
H1869 H8802
voor zich zelven, al wie daarop gaat
H3045 H8804
, die kent
H7965
den vrede niet.
9
H4941
Daarom is het recht
H7368 H8804
verre
H6666
van ons, en de gerechtigheid
H5381 H8686
achterhaalt
H6960 H8762
ons niet; wij wachten
H216
op het licht
H2822
, maar ziet, er is duisternis
H5054
, op een groten glans
H1980 H8762
, [maar] wij wandelen
H653
in donkerheden.
10
H1659 H8762
Wij tasten
H7023
naar den wand
H5787
, gelijk de blinden
H5869
, en, gelijk die geen ogen
H1659 H8762
hebben, tasten wij
H3782 H8804
; wij stoten ons
H6672
op den middag
H5399
, als in de schemering
H820
, wij zijn in woeste plaatsen
H4191 H8801
gelijk de doden.
11
H1993 H8799
Wij brommen
H1677
allen gelijk als de beren
H1897 H8799
, en wij kirren
H1897 H8800
doorgaans
H3123
gelijk de duiven
H6960 H8762
; wij wachten
H4941
naar recht
H3444
, maar er is geen, naar heil
H7368 H8804
, [maar] het is verre van ons.
12
H6588
Want onze overtredingen
H7231 H8804
zijn vele
H2403
voor U, en onze zonden
H6030 H8804
getuigen
H6588
tegen ons; want onze overtredingen
H5771
zijn bij ons, en onze ongerechtigheden
H3045 H8804
kennen wij;
13
H6586 H8800
Het overtreden
H3584 H8763
en het liegen
H3068
tegen den HEERE
H310
, en het achterwaarts
H5253 H8800
wijken
H430
van onzen God
H1696 H8763
; het spreken
H6233
van onderdrukking
H5627
en afval
H2029 H8780
, het ontvangen
H1897 H8774
en het dichten
H8267
van valse
H1697
woorden
H3820
uit het hart.
14
H4941
Daarom is het recht
H268
achterwaarts
H5253 H8717
geweken
H6666
, en de gerechtigheid
H5975 H8799
staat
H7350
van verre
H571
; want de waarheid
H3782 H8804
struikelt
H7339
op de straat
H5229
, en wat recht
H3201 H8799
is, kan
H935 H8800
er niet ingaan.
15
H571
Ja, de waarheid
H5737 H8737
ontbreekt
H7451
er, en wie van het boze
H5493 H8804
wijkt
H7997 H8711
, stelt zich tot een roof
H3068
; en de HEERE
H7200 H8799
zag
H3415 H8799
het, en het was kwaad
H5869
in Zijn ogen
H4941
, dat er geen recht was.
16
H7200 H8799
Dewijl Hij zag
H376
, dat er niemand
H8074 H8709
was, zo ontzette Hij Zich
H6293 H8688
, omdat er geen voorbidder was
H3467 H0
; daarom bracht
H2220
Hem Zijn arm
H3467 H8686
heil aan
H6666
, en Zijn gerechtigheid
H5564 H8804
ondersteunde Hem.
17
H3847 H0
Want Hij trok
H6666
gerechtigheid
H3847 H8799
aan
H8302
als een pantser
H3553
, en den helm
H3444
des heils
H7218
[zette] [Hij] op Zijn hoofd
H899
, en de klederen
H5359
der wraak
H3847 H8799
trok Hij aan
H8516
[tot] kleding
H5844 H0
, en Hij deed
H7068
den ijver
H5844 H8799
aan
H4598
als een mantel.
18
H5921
Even naar
H1578
de werken
H7999 H8762
, even daarnaar zal Hij vergelden
H2534
, grimmigheid
H6862
aan Zijn wederpartijders
H1576
, vergelding
H341 H8802
aan Zijn vijanden
H339
; den eilanden
H1576
zal Hij [het] loon
H7999 H8762
vergelden.
19
H8034
Dan zullen zij den Naam
H3068
des HEEREN
H3372 H8799
vrezen
H4628
van den nedergang
H3519
, en Zijn heerlijkheid
H4217
van den opgang
H8121
der zon
H6862
; als de vijand
H935 H8799
zal komen
H5104
gelijk een stroom
H7307
, zal de Geest
H3068
des HEEREN
H5127 H8790
de banier tegen hen oprichten.
20
H1350 H8802
En er zal een Verlosser
H6726
tot Sion
H935 H8804
komen
H7725 H8802
, namelijk voor hen, die zich bekeren
H6588
van de overtreding
H3290
in Jakob
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE.
21
H1285
Mij aangaande, dit is Mijn Verbond
H559 H8804
met hen, zegt
H3068
de HEERE
H7307
: Mijn Geest
H1697
, Die op u is, en Mijn woorden
H6310
, die Ik in uw mond
H7760 H8804
gelegd heb
H6310
, die zullen van uw mond
H4185 H8799
niet wijken
H6310
, noch van den mond
H2233
van uw zaad
H6310
, noch van den mond
H2233
van het zaad
H2233
uws zaads
H559 H8804
, zegt
H3068
de HEERE
H5704
, van nu aan tot
H5769
in eeuwigheid toe.