Micah 3:1-11

DSV_Strongs(i)
  1 H559 H8799 Voorts zeide ik H8085 H8798 : Hoort H4994 nu H7218 , gij hoofden H3290 Jakobs H7101 , en gij oversten H1004 van het huis H3478 Israels H3808 ! Betaamt het ulieden niet H4941 het recht H3045 H8800 te weten?
  2 H8130 H8802 Zij haten H2896 het goede H157 H0 , en hebben H7451 het kwade H157 H8802 lief H1497 H8802 ; zij roven H5785 hun huid H4480 H5921 van H7607 hen af, en hun vlees H4480 H5921 van H6106 hun beenderen.
  3 H834 Ja, zij zijn het, die H7607 het vlees H5971 mijns volks H398 H8804 eten H4480 H5921 , en H5785 hun huid H6584 H8689 afstropen H6106 , en hun beenderen H6476 H8765 verbreken H6566 H8804 ; en vaneen leggen H834 , gelijk als H5518 in een pot H1320 , en als vlees H8432 in het midden H7037 eens ketels.
  4 H227 Alsdan H2199 H8799 zullen zij roepen H413 tot H3068 den HEERE H3808 , doch Hij zal hen niet H6030 H8799 verhoren H6440 ; maar zal Zijn aangezicht H1931 te dier H6256 tijd H4480 voor H5641 H8686 hen verbergen H834 , gelijk als H4611 zij hun handelingen H7489 H8689 kwaad gemaakt hebben.
  5 H3541 Alzo H559 H8804 zegt H3068 de HEERE H5921 , tegen H5030 de profeten H5971 , die Mijn volk H8582 H8688 verleiden H8127 ; die met hun tanden H5391 H8802 bijten H7121 H8804 , en roepen H7965 vrede H834 uit; maar die H3808 niet H5414 H8799 geeft H5921 in H6310 hun mond H5921 , tegen H6942 H8765 dien zo heiligen zij H4421 een krijg.
  6 H3651 Daarom H3915 zal het nacht H4480 voor ulieden worden vanwege H2377 het gezicht H2821 H8675 H2821 H8804 , en ulieden zal duisternis zijn H4480 vanwege H7080 H8800 de waarzegging H8121 ; en de zon H5921 zal over H5030 deze profeten H935 H8804 ondergaan H3117 ; en de dag H5921 zal over H6937 H8804 hen zwart worden.
  7 H2374 En de zieners H954 H8804 zullen beschaamd H7080 H8802 , en de waarzeggers H2659 H8804 schaamrood worden H3605 ; en zij zullen al te zamen H5921 de bovenste H8222 lip H5844 H8804 bewimpelen H3588 ; want H369 H0 er zal geen H4617 antwoord H430 Gods H369 zijn.
  8 H199 Maar waarlijk H595 , ik H4390 H8804 ben vol H3581 krachts H7307 van den Geest H3068 des HEEREN H4941 ; en [vol] van gericht H1369 en dapperheid H3290 , om Jakob H5046 H8687 te verkondigen H6588 zijn overtreding H3478 , en Israel H2403 zijn zonde.
  9 H8085 H8798 Hoort H4994 nu H2063 dit H7218 , gij hoofden H1004 van het huis H3290 Jakobs H7101 , en gij oversten H1004 van het huis H3478 Israels H4941 ! die van het gericht H8581 H8764 een gruwel hebt H3605 , en al H3477 wat recht H6140 H8762 is verkeert;
  10 H1129 H8802 Bouwende H6726 Sion H1818 met bloed H3389 , en Jeruzalem H5766 met onrecht.
  11 H7218 Haar hoofden H8199 H8799 rechten H7810 om geschenken H3548 , en haar priesters H3384 H8686 leren H4242 om loon H5030 , en haar profeten H7080 H8799 waarzeggen H3701 om geld H8172 H8735 ; nog steunen zij H5921 op H3068 den HEERE H559 H8800 , zeggende H3068 : Is de HEERE H3808 niet H7130 in het midden H5921 van ons? H3808 Ons zal geen H7451 kwaad H935 H8799 overkomen.