DSV_Strongs(i)
1
H1945
Wee
H205
dien, die ongerechtigheid
H2803 H8802
bedenken
H7451
, en kwaad
H6466 H8802
werken
H5921
op
H4904
hun legers
H216
; in het licht
H1242
van den morgenstond
H6213 H8799
doen zij
H3588
het, dewijl
H410
het in de macht
H3027
van hunlieder hand
H3426
is.
2
H2530 H8804
En zij begeren
H7704
akkers
H1497 H8804
, en roven
H1004
ze, en huizen
H5375 H8804
, en nemen ze weg
H6231 H8804
; alzo doen zij geweld
H1397
aan den man
H1004
en zijn huis
H376
, ja, aan een iegelijk
H5159
en zijn erfenis.
3
H3651
Daarom
H3541
, alzo
H559 H8804
zegt
H3068
de HEERE
H2009
: Ziet
H2803 H8802
, Ik denk
H7451
een kwaad
H5921
over
H2063
dit
H4940
geslacht
H834 H4480 H8033
, waaruit
H6677
gijlieden uw halzen
H3808
niet
H4185 H8686
zult uittrekken
H7317
, en zo rechtop
H3808
niet
H3212 H8799
gaan
H3588
; want
H1931
het
H7451
zal een boze
H6256
tijd zijn.
4
H1931
Te dien
H3117
dage
H4912
zal men een spreekwoord
H5921
over
H5375 H8799
ulieden opnemen
H5093
; en men zal een klagelijke
H5092
klacht
H5091 H8804
klagen
H559 H8804
, [en] zeggen
H7703 H8800
: Wij zijn ten enenmale
H7703 H8738
verwoest
H4171 H8686
; Hij verwisselt
H5971
mijns volks
H2506
deel
H349
; hoe
H4185 H8686
ontwendt Hij
H2505 H8762
mij; Hij deelt uit
H7725 H8788
, afwendende
H7704
onze akkers.
5
H3651
Daarom
H3808
zult gij niemand
H1961 H8799
hebben
H2256
, die het snoer
H7993 H8688
werpe
H1486
in het lot
H6951
, in de gemeente
H3068
des HEEREN.
6
H5197 H8686
Profeteert
H408
gijlieden niet
H5197 H8686
, [zeggen] [zij], laat [die] profeteren
H5197 H8686
; zij profeteren
H3808
niet
H428
als die
H5253 H0
; men wijkt
H3808
niet
H5253 H8799
af
H3639
[van] smaadheden.
7
H3290
O gij, die Jakobs
H1004
huis
H559 H8803
geheten zijt
H7307
! Is dan de Geest
H3068
des HEEREN
H7114 H8804
verkort
H518
?
H428
Zijn dat
H4611
Zijn werken
H1697
? Doen Mijn woorden
H3808
geen
H3190 H8686
goed
H5973
bij
H3477
dien, die recht
H1980 H8802
wandelt?
8
H865
Maar gisteren
H6965 H0
stelde zich
H5971
Mijn volk
H6965 H8787
op
H341 H8802
, tot vijand
H4136
, tegenover
H8008
een kleed
H6584 H8686
; gij stroopt
H145
een mantel
H4480
van
H983
degenen, die zeker
H5674 H8802
voorbijgaan
H7725 H8803
, wederkomende
H4421
van den strijd.
9
H802
De vrouwen
H5971
Mijns volks
H1644 H8762
verdrijft gij
H4480
, elk een uit
H1004
het huis
H8588
van haar vermakingen
H4480 H5921
; van
H5768
haar kinderkens
H3947 H8799
neemt gij
H1926
Mijn sieraad
H5769
in eeuwigheid.
10
H6965 H8798
Maakt u [dan] op
H3212 H8798
, en gaat henen
H3588
; want
H4496
dit [land] zal de rust
H3808
niet
H5668
zijn; omdat
H2930 H8800
het verontreinigd is
H2254 H8762
, zal het [u] verderven
H4834 H8737
, en dat [met] een geweldige
H2256
verderving.
11
H3863
Zo
H376
er iemand
H7307
is, die met wind
H1980 H8802
omgaat
H8267
, en valselijk
H3576 H8765
liegt
H5197 H8686
, [zeggende]: Ik zal u profeteren
H3196
voor wijn
H7941
en voor sterken drank
H2088
! dat
H1961 H8804
is
H5197 H8688
een profeet
H5971
dezes volks.
12
H622 H8800
Voorzeker
H3290
zal Ik u, o Jakob
H3605
! gans
H622 H8799
verzamelen
H6908 H8763
; voorzeker
H3478
zal Ik Israels
H7611
overblijfsel
H6908 H8762
vergaderen
H3162
; Ik zal het te zamen
H7760 H8799
zetten
H6629
als schapen
H1223 H8677 H1224
van Bozra
H5739
; als een kudde
H8432
in het midden
H1699
van haar kooi
H4480
zullen zij van
H120
mensen
H1949 H8686
deunen.
13
H6555 H8802
De doorbreker
H6440
zal voor hun aangezicht
H5927 H8804
optrekken
H6555 H8804
; zij zullen doorbreken
H8179
, en door de poort
H5674 H8799
gaan
H3318 H8799
, en door dezelve uittrekken
H4428
; en hun koning
H6440
zal voor hun aangezicht
H5674 H8799
henengaan
H3068
; en de HEERE
H7218
in hun spits.