1
H3097
En Joab
H5046 H8714
werd aangezegd
H2009
: Zie
H4428
, de koning
H1058 H8802
weent
H56 H8691
, en bedrijft rouw
H5921
over
H53
Absalom.
2
H1961 H8799
Toen werd
H8668
de verlossing
H193
te dienzelven
H3117
dage
H3605
het ganse
H5971
volk
H60
tot rouw
H3588
; want
H5971
het volk
H1931
had te dienzelven
H3117
dage
H8085 H8804
horen
H559 H8800
zeggen
H6087 H8738
: Het smart
H4428
den koning
H5921
over
H1121
zijn zoon.
3
H5971
En het volk
H935 H8800
kwam
H1931
te dienzelven
H3117
dage
H1589 H8691
steelsgewijze
H5892
in de stad
H834
, gelijk als
H5971
het volk
H1589 H8691
zich wegsteelt
H3637 H8737
, dat beschaamd is
H4421
, wanneer zij in den strijd
H5127 H8800
gevloden zijn.
4
H4428
De koning
H6440
nu had zijn aangezicht
H3813 H8804
toegewonden
H4428
, en de koning
H2199 H8799
riep
H1419
met luider
H6963
stem
H1121
: Mijn zoon
H53
Absalom
H53
, Absalom
H1121
, mijn zoon
H1121
, mijn zoon!
5
H935 H8799
Toen kwam
H3097
Joab
H413
tot
H4428
den koning
H1004
in het huis
H559 H8799
, en zeide
H3117
: Gij hebt heden
H3001 H8689
beschaamd
H6440
het aangezicht
H3605
van al
H5650
uw knechten
H5315
, die uw ziel
H5315
, en de ziel
H1121
uwer zonen
H1323
en uwer dochteren
H5315
, en de ziel
H802
uwer vrouwen
H5315
, en de ziel
H6370
uwer bijwijven
H3117
heden
H4422 H8764
hebben bevrijd;
6
H157 H8800
Liefhebbende
H8130 H8802
die u haten
H8130 H8800
, en hatende
H157 H8802
die u liefhebben
H3588
; want
H5046 H0
gij geeft
H3117
heden
H5046 H8689
te kennen
H3588
, dat
H8269
oversten
H5650
en knechten
H369
bij u niets
H3588
zijn; want
H3045 H8804
ik merk
H3117
heden
H3588
, dat
H3863
zo
H53
Absalom
H2416
leefde
H3117
, en wij heden
H3605
allen
H4191 H8801
dood waren
H3588
, dat
H227
het alsdan
H3477
recht
H5869
zou zijn in uw ogen.
7
H6965 H0
Zo sta
H6258
nu
H6965 H8798
op
H3318 H8798
, ga uit
H1696 H8761
, en spreek
H5921
naar
H3820
het hart
H5650
uwer knechten
H3588
; want
H7650 H8738
ik zweer
H3068
bij den HEERE
H3588
, als
H369
gij niet
H3318 H8802
uitgaat
H518
, zo
H376
er een man
H3915
dezen nacht
H854
bij
H3885 H8799
u zal vernachten
H2063
! En dit
H7489 H8804
zal u kwader zijn
H4480
, dan
H3605
al
H7451
het kwaad
H834
, dat
H5921
over
H935 H8804
u gekomen is
H4480
van
H5271
uw jeugd
H5704
af tot
H6258
nu toe.
8
H6965 H0
Toen stond
H4428
de koning
H6965 H8799
op
H3427 H8799
, en zette zich
H8179
in de poort
H3605
. En zij lieten al
H5971
het volk
H5046 H8689
weten
H559 H8800
, zeggende
H2009
: Ziet
H4428
, de koning
H3427 H8802
zit
H8179
in de poort
H935 H8799
. Toen kwam
H3605
al
H5971
het volk
H4428
voor des konings
H6440
aangezicht
H3478
, maar Israel
H5127 H8804
was gevloden
H376
, een iegelijk
H168
naar zijn tenten.
9
H3605
En al
H5971
het volk
H3605
, in alle
H7626
stammen
H3478
van Israel
H1961 H8799
, was
H1777 H8737
onder zich twistende
H559 H8800
, zeggende
H4428
: De koning
H5337 H8689
heeft ons gered
H4480
van
H3709
de hand
H341 H8802
onzer vijanden
H1931
en hij
H4422 H8765
heeft ons bevrijd
H4480
van
H3709
de hand
H6430
der Filistijnen
H6258
, en nu
H4480
is hij uit
H776
het land
H1272 H8804
gevlucht
H4480 H5921
voor
H53
Absalom;
10
H53
En Absalom
H834
, die
H5921
wij over
H4886 H8804
ons gezalfd hadden
H4421
, is in den strijd
H4191 H8804
gestorven
H6258
; nu dan
H4100
, waarom
H2790 H8688
zwijgt
H859
gijlieden
H4428
van den koning
H7725 H8687
weder te halen?
11
H7971 H8804
Toen zond
H4428
de koning
H1732
David
H413
tot
H6659
Zadok
H413
en tot
H54
Abjathar
H3548
, de priesteren
H559 H8800
, zeggende
H1696 H8761
: Spreekt
H413
tot
H2205
de oudsten
H3063
van Juda
H559 H8800
, zeggende
H4100
: Waarom
H314
zoudt gijlieden de laatsten
H1961 H8799
zijn
H4428
, om den koning
H7725 H8687
weder te halen
H413
in
H1004
zijn huis
H1697
? (Want de rede
H3605
van het ganse
H3478
Israel
H413
was tot
H4428
den koning
H935 H8804
gekomen
H413
in
H1004
zijn huis.)
12
H859
Gij
H251
zijt mijn broederen
H6106
; mijn been
H1320
en mijn vlees
H859
zijt gij
H4100
; waarom
H314
zoudt gij dan de laatsten
H1961 H8799
zijn
H4428
, om den koning
H7725 H8687
weder te halen?
13
H6021
En tot Amasa
H559 H8799
zult gijlieden zeggen
H859
: Zijt gij
H3808
niet
H6106
mijn been
H1320
en mijn vlees
H430
? God
H6213 H8799
doe mij
H3541
zo
H3541
, en doe er zo
H3254 H8686
toe
H518
, zo
H3808
gij niet
H8269 H6635
krijgsoverste
H1961 H8799
zult zijn
H6440
voor mijn aangezicht
H3605
, te allen
H3117
dage
H3097
, in Joabs
H8478
plaats.
14
H5186 H8686
Alzo neigde hij
H3824
het hart
H3605
aller
H376
mannen
H3063
van Juda
H259
, als van een enigen
H376
man
H7971 H8799
; en zij zonden henen
H413
tot
H4428
den koning
H7725 H8798
, [zeggende]: Keer weder
H859
, gij
H3605
en al
H5650
uw knechten.
15
H7725 H0
Toen keerde
H4428
de koning
H7725 H8799
weder
H935 H8799
, en kwam
H5704
tot
H3383
aan de Jordaan
H3063
; en Juda
H935 H8804
kwam
H1537
te Gilgal
H4428
, om den koning
H7125 H8800
tegemoet
H3212 H8800
te gaan
H4428
, dat zij den koning
H3383
over de Jordaan
H5674 H8687
voerden.
16
H8096
En Simei
H1121
, de zoon
H1617
van Gera
H1145
, een zoon van Jemini
H834
, die
H4480
van
H980
Bahurim
H4116 H8762
was, haastte zich
H3381 H8799
, en kwam af
H5973
met
H376
de mannen
H3063
van Juda
H4428
, den koning
H1732
David
H7125 H8800
tegemoet;
17
H505
En duizend
H376
man
H4480
van
H1145
Benjamin
H5973
met
H6717
hem; ook Ziba
H5288
, de knecht
H7586
van Sauls
H1004
huis
H2568 H6240
, en zijn vijftien
H1121
zonen
H6242
en zijn twintig
H5650
knechten
H854
met
H6743 H8804
hem; en zij togen
H3383
vaardiglijk over de Jordaan
H6440
, voor
H4428
den koning.
18
H5679
Als nu de pont
H5674 H8804
overvoer
H1004
, om het huis
H4428
des konings
H5674 H8687
over te halen
H6213 H8800
, en te doen
H2896
, wat goed
H5869
was in zijn ogen
H5307 H0
, zo viel
H8096
Simei
H1121
, de zoon
H1617
van Gera
H5307 H8804
, neder
H6440
voor het aangezicht
H4428
des konings
H3383
, als hij over de Jordaan
H5674 H8800
voer;
19
H559 H8799
En hij zeide
H413
tot
H4428
den koning
H113
: Mijn heer
H2803 H8799
rekene
H408
mij niet
H5771
toe de misdaad
H2142 H8799
, en gedenke
H408
niet
H834
, wat
H5650
uw knecht
H5753 H8689
verkeerdelijk gedaan heeft
H3117
, te dien dage
H834
, als
H113
mijn heer
H4428
de koning
H4480
uit
H3389
Jeruzalem
H3318 H8804
uitging
H4428
, dat het de koning
H413
zich ter
H3820
harte
H7760 H8800
zoude nemen.
20
H3588
Want
H5650
uw knecht
H3045 H8804
weet
H3588
[het] zekerlijk,
H589
ik
H2398 H8804
heb gezondigd
H2009
; doch zie
H3117
, ik ben heden
H935 H8804
gekomen
H7223
, de eerste
H3605
van het ganse
H1004
huis
H3130
van Jozef
H113
, om mijn heer
H4428
den koning
H7125 H8800
tegemoet
H3381 H8800
af te komen.
21
H6030 H8799
Toen antwoordde
H52
Abisai
H1121
, de zoon
H6870
van Zeruja
H559 H8799
, en zeide
H8096
: Zou dan Simei
H8478 H2063
hiervoor
H3808
niet
H4191 H8714
gedood worden
H3588
? Zo hij toch
H4899
den gezalfde
H3068
des HEEREN
H7043 H8765
gevloekt heeft.
22
H1732
Maar David
H559 H8799
zeide
H4100
: Wat
H1121
heb ik met ulieden te doen, gij zonen
H6870
van Zeruja
H3588
! Dat
H3117
gij mij heden
H7854
ten satan
H1961 H8799
zoudt zijn
H3117
? Zou heden
H376
iemand
H4191 H8714
gedood worden
H3478
in Israel
H3588
? Want
H3045 H8804
weet ik
H3808
niet
H3588
, dat
H589
ik
H3117
heden
H4428
koning
H5921
geworden ben over
H3478
Israel?
23
H4428
En de koning
H559 H8799
zeide
H413
tot
H8096
Simei
H3808
: Gij zult niet
H4191 H8799
sterven
H4428
. En de koning
H7650 H8735
zwoer hem.
24
H4648
Mefiboseth
H7586
, Sauls
H1121
zoon
H3381 H8804
, kwam ook af
H4428
den koning
H7125 H8800
tegemoet
H7272
; en hij had zijn voeten
H3808
niet
H6213 H8804
schoon gemaakt
H8222
, noch zijn knevelbaard
H6213 H8804
beschoren
H3808
, noch
H899
zijn klederen
H3526 H8765
gewassen
H4480
, van
H3117
dien dag
H4428
af, dat de koning
H3212 H8800
was weggegaan
H5704
, tot
H3117
dien dag
H834
toe, dat
H7965
hij met vrede
H935 H8804
wederkwam.
25
H1961 H8799
En het geschiedde
H3588
, als
H3389
hij te Jeruzalem
H4428
den koning
H7125 H8800
tegemoet
H935 H8804
kwam
H4428
, dat de koning
H559 H8799
tot hem zeide
H4100
: Waarom
H3808
zijt gij niet
H5973
met
H1980 H8804
mij getogen
H4648
, Mefiboseth?
26
H559 H8799
En hij zeide
H113
: Mijn heer
H4428
koning
H5650
, mijn knecht
H7411 H8765
heeft mij bedrogen
H3588
; want
H5650
uw knecht
H559 H8804
zeide
H2543
: Ik zal mij een ezel
H2280 H8799
zadelen
H5921
, en daarop
H7392 H8799
rijden
H4428
, en tot den koning
H3212 H8799
trekken
H3588
, want
H5650
uw knecht
H6455
is kreupel.
27
H5650
Daartoe heeft hij uw knecht
H413
bij
H113
mijn heer
H4428
den koning
H7270 H8762
valselijk aangedragen
H113
; doch mijn heer
H4428
de koning
H4397
is als een engel
H430
Gods
H6213 H8798
; doe
H2896
dan, wat goed
H5869
is in uw ogen.
28
H3588
Want
H3605
al
H1
mijns vaders
H1004
huis
H3808
is niet
H1961 H8804
geweest
H3588
, dan
H518
maar
H582
lieden
H4194
des doods
H113
voor mijn heer
H4428
den koning
H5650
; nochtans hebt gij uw knecht
H7896 H8799
gezet
H7979
onder degenen, die aan uw tafel
H398 H8802
eten
H4100
; wat
H3426
heb ik
H5750
dan meer
H6666
voor gerechtigheid
H5750
, en meer
H2199 H8800
te roepen
H413
aan
H4428
den koning?
29
H559 H8799
Toen zeide
H4428
de koning
H4100
tot hem: Waarom
H1696 H8762
spreekt gij
H5750
meer
H1697
[van] uw zaken
H559 H8804
? Ik heb gezegd
H859
: Gij
H6717
en Ziba
H2505 H8799
, deelt
H7704
het land.
30
H4648
En Mefiboseth
H559 H8799
zeide
H413
tot
H4428
den koning
H3947 H8799
: Hij neme
H1571
het ook
H3605
gans
H310 H834
weg, naardien
H113
mijn heer
H4428
de koning
H7965
met vrede
H413
in
H1004
zijn huis
H935 H8804
is gekomen.
31
H1271
Barzillai
H1569
, de Gileadiet
H3381 H8804
, kwam ook af
H4480
van
H7274
Rogelim
H5674 H8799
; en hij toog
H4428
met den koning
H3383
over de Jordaan
H3383
, om hem over de Jordaan
H7971 H8763
te geleiden.
32
H1271
Barzillai
H3966
nu was zeer
H2204 H8804
oud
H1121
, een man
H8084
van tachtig
H8141
jaren
H1931
; en hij
H4428
had den koning
H3557 H8773
onderhouden
H4266
, toen hij te Mahanaim
H7871
zijn verblijf had
H3588
; want
H1931
hij
H3966
was een zeer
H1419
groot
H376
man.
33
H4428
En de koning
H559 H8799
zeide
H413
tot
H1271
Barzillai
H5674 H0
: Trekt
H859
gij
H854
met
H5674 H8798
mij over
H853
, en ik zal u
H5978
bij
H3389
mij te Jeruzalem
H3557 H8773
onderhouden.
34
H1271
Maar Barzillai
H559 H8799
zeide
H413
tot
H4428
den koning
H4100
: Hoe veel
H3117
zullen de dagen
H8141
der jaren
H2416
mijns levens
H3588
zijn, dat
H4428
ik met den koning
H5927 H8799
zou optrekken
H3389
naar Jeruzalem?
35
H595
Ik
H3117
ben heden
H8084
tachtig
H8141
jaren
H1121
oud
H3045 H8799
; zou ik kunnen onderscheiden
H996
tussen
H2896
goed
H7451
en kwaad
H518
?
H5650
Zou uw knecht
H2938 H8799
kunnen smaken
H834
, wat
H398 H8799
ik eet
H834
en wat
H8354 H8799
ik drink
H518
?
H5750
Zoude ik meer
H8085 H8799
kunnen horen
H6963
naar de stem
H7891 H8802
der zangers
H7891 H8802
en zangeressen
H4100
? En waarom
H5650
zou uw knecht
H413
mijn
H113
heer
H4428
den koning
H5750
verder
H4853
tot een last
H1961 H8799
zijn?
36
H5650
Uw knecht
H4592
zal maar een weinig
H4428
met den koning
H3383
over de Jordaan
H5674 H8799
gaan
H4100
; waarom
H4428
toch zou mij de koning
H2063
zulk
H1578
een vergelding
H1580 H8799
doen?
37
H4994
Laat toch
H5650
uw knecht
H7725 H8799
wederkeren
H4191 H8799
, dat ik sterve
H5892
in mijn stad
H5973
, bij
H6913
het graf
H1
mijns vaders
H517
en mijner moeder
H2009
; maar zie
H5650
, daar is uw knecht
H3643
Chimham
H5973
, laat dien met
H113
mijn heer
H4428
den koning
H5674 H8799
overtrekken
H6213 H8798
, en doe
H834
hem, wat
H2896
goed
H5869
is in uw ogen.
38
H559 H8799
Toen zeide
H4428
de koning
H3643
: Chimham
H854
zal met
H5674 H8799
mij overtrekken
H589
, en ik
H6213 H8799
zal hem doen
H2896
, wat goed
H5869
is in uw ogen
H3605
; ja, alles
H834
, wat
H5921
gij op
H977 H8799
mij begeren zult
H6213 H8799
, zal ik u doen.
39
H3605
Toen nu al
H5971
het volk
H3383
over de Jordaan
H5674 H8799
gegaan was
H4428
, en de koning
H5674 H8804
[ook] was overgegaan
H5401 H8799
, kuste
H4428
de koning
H1271
Barzillai
H1288 H8762
, en zegende
H7725 H8799
hem; alzo keerde hij weder
H4725
naar zijn plaats.
40
H4428
En de koning
H5674 H8799
toog voort
H1537
naar Gilgal
H3643
, en Chimham
H5674 H0
toog
H5973
met
H5674 H8804
hem voort
H3605
; en al
H5971
het volk
H3063
van Juda
H4428
had den koning
H5674 H8689 H8675 H5674 H8686
overgevoerd
H1571
, als ook
H2677
een gedeelte
H5971
van het volk
H3478
Israels.
41
H2009
En ziet
H3605
, alle
H376
mannen
H3478
van Israel
H935 H8802
kwamen
H413
tot
H4428
den koning
H559 H8799
; en zij zeiden
H413
tot
H4428
den koning
H4069
: Waarom
H251
hebben u onze broeders
H376
, de mannen
H3063
van Juda
H1589 H8804
, gestolen
H4428
, en hebben den koning
H1004
en zijn huis
H3383
over de Jordaan
H5674 H8686
gevoerd
H3605
, en alle
H582
mannen
H1732
Davids
H5973
met hem?
42
H6030 H8799
Toen antwoordden
H3605
alle
H376
mannen
H3063
van Juda
H5921
tegen
H376
de mannen
H3478
van Israel
H3588
: Omdat
H4428
de koning
H5921
ons na
H7138
verwant
H4100 H2088
is; en waarom
H2734 H8804
zijt gij nu toornig
H5921
over
H2088
deze
H1697
zaak
H398 H8800
? Hebben wij dan enigszins
H398 H8804
gegeten
H4480
van
H4428
des konings
H518
[kost], of
H5379
heeft hij ons een geschenk
H5375 H8765
geschonken?
43
H376
En de mannen
H3478
van Israel
H6030 H8799
antwoordden
H376
den mannen
H3063
van Juda
H559 H8799
, en zeiden
H6235
: Wij hebben tien
H3027
delen
H4428
aan den koning
H1571
, en ook
H1732
aan David
H589
, wij
H4480
, meer dan
H4069
gij; waarom
H7043 H8689
hebt gij ons dan gering geacht
H1697
, dat ons woord
H3808
niet
H7223
het eerste
H1961 H8804
geweest is
H4428
, om onzen koning
H7725 H8687
weder te halen
H1697
? Maar het woord
H376
der mannen
H3063
van Juda
H7185 H8799
was harder
H4480
dan
H1697
het woord
H376
der mannen
H3478
van Israel.