Isaiah 46 Cross References - DSV_Strongs

  1 H1078 Bel H3766 H8804 is gekromd H5015 , Nebo H7164 H8802 wordt nedergebogen H6091 , hun afgoden H2416 zijn geworden voor de dieren H929 en voor de beesten H6006 H8803 ; uw opgeladen H5385 pakken H4853 zijn een last H5889 voor de vermoeide [beesten].
  2 H3162 Samen H7164 H8804 zijn zij nedergebogen H3766 H8804 , zij zijn gekromd H4853 , zij hebben den last H3201 H8804 niet kunnen H4422 H8763 redden H5315 , maar zijzelven H7628 zijn in de gevangenis H1980 H8804 gegaan.
  3 H8085 H8798 Hoor H1004 naar Mij, o huis H3290 van Jakob H7611 , en het ganse overblijfsel H1004 van het huis H3478 Israels H6006 H8803 ! die [van] [Mij] gedragen zijt H990 van den buik H5375 H8803 aan, [en] opgenomen H7356 van de baarmoeder af.
  4 H2209 En tot den ouderdom H7872 toe zal Ik Dezelfde zijn, ja, tot de grijsheid H5445 H8799 toe zal Ik [ulieden] dragen H6213 H8804 ; Ik heb het gedaan H5375 H8799 , en Ik zal [u] opnemen H5445 H8799 , en Ik zal dragen H4422 H8762 en redden.
  5 H1819 H8762 Wien zoudt gijlieden Mij nabeelden H7737 H8686 , en evengelijk maken H4911 H8686 , en Mij vergelijken H1819 H8799 , dat wij elkander gelijken zouden?
  6 H2107 H8801 Zij verkwisten H2091 het goud H3599 uit de beurs H8254 H8799 , en wegen H3701 het zilver H7070 met de waag H7936 H8799 ; zij huren H6884 H8802 een goudsmid H6213 H8799 , en die maakt H410 het tot een god H5456 H8799 , zij knielen neder H7812 H8691 , ook buigen zij zich [daarvoor].
  7 H5375 H8799 Zij nemen H3802 hem op den schouder H5445 H8799 , zij dragen H3240 H8686 hem, en zetten hem aan zijn plaats H5975 H8799 ; daar staat hij H4185 H8686 , hij wijkt H4725 van zijn stede H6817 H8799 niet; ja, roept H6030 H8799 [iemand] tot hem, zo antwoordt hij H3467 H8686 niet, hij verlost H6869 hem niet uit zijn benauwdheid.
  8 H2142 H8798 Gedenkt H377 H8695 hieraan, en houdt u kloekelijk H7725 H8685 , brengt het weder H3820 in het hart H6586 H8802 , o gij overtreders!
  9 H2142 H8798 Gedenkt H7223 der vorige dingen H5769 van oude tijden H410 af, dat Ik God H430 ben, en er is geen God H657 meer, en er is niet H3644 gelijk Ik;
  10 H7225 Die van den beginne H5046 H8688 aan verkondigt H319 het einde H6924 , en van ouds H6213 H8738 af die dingen, die nog niet geschied zijn H559 H8802 ; Die zegt H6098 : Mijn raad H6965 H8799 zal bestaan H2656 , en Ik zal al Mijn welbehagen H6213 H8799 doen.
  11 H5861 Die een roofvogel H7121 H8802 roept H4217 van het oosten H376 , een man H6098 Mijns raads H4801 uit verren H776 lande H1696 H8765 ; ja, Ik heb [het] gesproken H935 H8686 , Ik zal het ook doen H3335 H8804 komen; Ik heb [het] geformeerd H6213 H8799 , Ik zal het ook doen.
  12 H8085 H8798 Hoort H47 naar Mij, gij stijven H3820 van harte H7350 , gij, die verre H6666 van de gerechtigheid zijt!
  13 H7126 H0 Ik breng H6666 Mijn gerechtigheid H7126 H8765 nabij H7368 H8799 , zij zal niet verre wezen H8668 , en Mijn heil H309 H8762 zal niet vertoeven H8668 ; maar Ik zal heil H5414 H8804 geven H6726 in Sion H3478 , aan Israel H8597 Mijn heerlijkheid.

Exodus 12:12

  12 H3915 Want Ik zal in dezen nacht H776 H4714 door Egypteland H5674 H8804 gaan H1060 , en alle eerstgeborenen H776 H4714 in Egypteland H5221 H8689 slaan H120 , van de mensen H929 af tot de beesten H8201 toe; en Ik zal gerichten H6213 H8799 oefenen H430 aan al de goden H4714 der Egyptenaren H3068 , Ik, de HEERE!

1 Samuel 5:3

  3 H796 Maar als die van Asdod H4480 des H4283 anderen daags H7925 H8686 vroeg opstonden H2009 , ziet H1712 , zo was Dagon H6440 op zijn aangezicht H776 ter aarde H5307 H8802 gevallen H6440 voor H727 de ark H3068 des HEEREN H3947 H8799 . En zij namen H1712 Dagon H583 en zetten hem H7725 H8686 weder H4725 op zijn plaats.

Isaiah 2:20

  20 H3117 In dien dag H120 zal de mens H3701 zijn zilveren H457 afgoden H2091 , en zijn gouden H457 afgoden H6213 H8804 , welke zij zich gemaakt hadden H7812 H8692 , om zich [daarvoor] neder te buigen H7993 H8686 , wegwerpen H2661 H6512 voor de mollen H5847 en de vledermuizen;

Isaiah 21:9

  9 H935 H8802 En zie nu, daar komt H7393 een wagen H376 mannen H6776 , [en] een paar H6571 ruiters H6030 H8799 ! Toen antwoordde hij H559 H8799 , en zeide H894 : Babel H5307 H8804 is gevallen H5307 H8804 , zij is gevallen H6456 ! en al de gesneden beelden H430 harer goden H7665 H8765 heeft Hij verbroken H776 tegen de aarde.

Isaiah 41:6-7

  6 H376 De een H5826 H8799 hielp H7453 den ander H559 H8799 , en zeide H251 tot zijn metgezel H2388 H8798 : Wees sterk!
  7 H2796 En de werkmeester H2388 H8762 versterkte H6884 H8802 den goudsmid H6360 ; die met den hamer H2505 H8688 glad maakt H6471 , dien, die op het aambeeld H1986 H8802 slaat H559 H8802 , zeggende H1694 van het soldeersel H2896 : Het is goed H2388 H8762 ; daarna maakt hij het vast H4548 met nagelen H4131 H8735 , dat het niet wankele.

Jeremiah 10:5

  5 H8560 Zij zijn gelijk een palmboom H4749 van dicht werk H1696 H8762 , maar kunnen niet spreken H5375 H8800 ; zij moeten H5375 H8735 gedragen worden H6805 H8799 , want zij kunnen niet gaan H3372 H8799 ; vreest H7489 H8686 niet voor hen, want zij kunnen geen kwaad doen H3190 H8687 , ook is er geen goeddoen bij hen.

Jeremiah 48:1-25

  1 H4124 Tegen Moab H559 H8804 zegt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H430 , de God H3478 Israels H1945 , alzo: Wee H5015 over Nebo H7703 H8795 , want zij is verstoord H7156 ; Kirjathaim H3001 H8689 is beschaamd H3920 H8738 , zij is ingenomen H4869 ; [de] [stad] des hogen vertreks H3001 H8689 is beschaamd H2865 H8804 en verschrikt.
  2 H4124 Moabs H8416 roem H2809 van Hesbon H7451 is er niet meer; zij hebben kwaad H2803 H8804 tegen haar gedacht H3212 H8798 , [zeggende]: Komt H3772 H8686 , en laat ons haar uitroeien H1471 , dat zij geen volk H4086 [meer] zij; ook gij, o Madmen H1826 H8735 ! zult nedergehouwen worden H2719 , het zwaard H310 zal achter H3212 H8799 u heengaan.
  3 H6963 Er is een stem H6818 des gekrijts H2773 van Horonaim H7701 ; verstoring H1419 en een grote H7667 breuk!
  4 H4124 Moab H7665 H8738 is verbroken H6810 ; haar kleine H2201 [kinderen] hebben een gekrijt H8085 H8689 laten horen.
  5 H4608 Want [in] den opgang H3872 van Luhith H1065 zal geween H1065 bij geween H5927 H8799 opgaan H4174 , want in den afgang H2773 van Horonaim H6862 hebben [Moabs] wederpartijders H6818 H7667 een jammergeschrei H8085 H8804 gehoord.
  6 H5127 H8798 Vlucht H4422 H8761 , redt H5315 ulieder ziel H1961 H8799 ! en wordt H6176 als de heide H4057 in de woestijn;
  7 H982 H8800 Want om uw vertrouwen H4639 op uw werken H214 , en op uw schatten H3920 H8735 , zult gij ook ingenomen worden H3645 ; en Kamos H3318 H8804 zal henen uitgaan H1473 in gevangenis H3548 , zijn priesteren H8269 en zijn vorsten H3162 te zamen.
  8 H7703 H8802 Want de verstoorder H935 H8799 zal komen H5892 over elke stad H5892 , dat niet een stad H4422 H8735 ontkomen zal H6010 ; en het dal H6 H8804 zal verderven H4334 , en het effen veld H8045 H8738 verdelgd worden H3068 ; want de HEERE H559 H8804 heeft het gezegd.
  9 H5414 H8798 Geeft H4124 Moab H6731 vederen H5323 H8800 , want al vliegende H3318 H8799 zal zij uitgaan H5892 ; en haar steden H8047 zullen ter verwoesting H2004 worden, dat niemand in dezelve H3427 H8802 wone.
  10 H779 H8803 Vervloekt H3068 zij, die des HEEREN H4399 werk H7423 bedriegelijk H6213 H8802 doet H779 H8803 ; ja, vervloekt H2719 zij, die zijn zwaard H1818 van het bloed H4513 H8802 onthoudt!
  11 H4124 Moab H5271 is van zijn jeugd H7599 H8768 aan gerust geweest H8105 , en hij heeft op zijn heffe H8252 H8802 stil gelegen H3627 , en is van vat H3627 in vat H7324 H8717 niet geledigd H1980 H8804 , en heeft niet gewandeld H1473 in gevangenis H2940 ; daarom is zijn smaak H5975 H8804 in hem gebleven H7381 , en zijn reuk H4171 H8738 niet veranderd.
  12 H3117 Daarom, ziet, de dagen H935 H8802 komen H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H6808 H8802 , dat Ik hem vreemde gasten H7971 H8765 zal toeschikken H6808 H8765 , die hem in vreemde plaatsen zullen voeren H3627 , en zijn vaten H7324 H8686 ledigen H5035 , en hunlieder flessen H5310 H8762 in stukken slaan.
  13 H4124 En Moab H954 H8804 zal beschaamd worden H3645 vanwege Kamos H1004 , gelijk als het huis H3478 Israels H954 H8804 beschaamd is geworden H1008 vanwege Beth-el H4009 , hunlieder vertrouwen.
  14 H559 H8799 Hoe zult gij zeggen H1368 : Wij zijn helden H2428 en dappere H582 mannen H4421 ten strijde?
  15 H4124 Moab H7703 H8795 is verstoord H5892 , en [uit] zijn steden H5927 H8804 opgegaan H4005 , en de keur H970 zijner jongelingen H2874 is ter slachting H3381 H8804 afgegaan H5002 H8803 , spreekt H4428 de Koning H8034 , Wiens Naam H3068 is HEERE H6635 der heirscharen.
  16 H4124 Moabs H343 verderf H7138 is nabij H935 H8800 om te komen H7451 , en zijn kwaad H4116 H8765 haast H3966 zeer.
  17 H5110 H8798 Beklaagt H5439 hem, gij allen, die rondom H8034 hem zijt, en allen, die zijn naam H3045 H8802 kent H559 H8798 ; zegt H5797 : Hoe is de sterke H4294 staf H8597 , de sierlijke H4731 stok H7665 H8738 verbroken?
  18 H3381 H8798 Daal neder H3519 uit [uw] heerlijkheid H3427 H8798 , en woon H6772 in dorst H3427 H8802 , gij inwoneres H1323 , gij dochter H1769 van Dibon H4124 ! want Moabs H7703 H8802 verstoorder H5927 H8804 is tegen u opgetogen H4013 , hij heeft uw vestingen H7843 H8765 verdorven.
  19 H5975 H8798 Sta H1870 aan den weg H6822 H8761 , en zie toe H3427 H8802 , gij inwoneres H6177 van Aroer H7592 H8798 ! Vraag H5127 H8801 den vluchtenden H4422 H8737 [man] en de ontkomene H559 H8798 [vrouw]; zeg H1961 H8738 : Wat is er geschied?
  20 H4124 Moab H3001 H8689 is beschaamd H2865 H8804 , want hij is verslagen H3213 H8685 ; huilt H2199 H8798 en krijt H5046 H8685 ! verkondigt H769 te Arnon H4124 , dat Moab H7703 H8795 verstoord is.
  21 H4941 En het oordeel H935 H8804 is gekomen H4334 over het vlakke H776 land H2473 ; over Holon H3096 , en over Jahza H4158 , en over Mefaath,
  22 H1769 En over Dibon H5015 , en over Nebo H1015 , en over Beth-diblathaim,
  23 H7156 En over Kirjathaim H1014 , en over Beth-gamul H1010 , en over Beth-meon,
  24 H7152 En over Kerioth H1224 , en over Bozra H5892 ; ja, over alle steden H4124 van Moabs H776 land H7350 , die verre H7138 en die nabij zijn.
  25 H4124 Moabs H7161 hoorn H1438 H8738 is afgesneden H2220 , en zijn arm H7665 H8738 verbroken H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE.

Jeremiah 50:2

  2 H5046 H8685 Verkondigt H1471 onder de heidenen H8085 H8685 , en doet horen H5375 H0 , en werpt H5251 een banier H5375 H8798 op H8085 H8685 , laat horen H3582 H8762 , verbergt H559 H8798 het niet; zegt H894 : Babel H3920 H8738 is ingenomen H1078 , Bel H3001 H8689 is beschaamd H4781 , Merodach H2865 H8804 is verpletterd H6091 , haar afgoden H3001 H8689 zijn beschaamd H1544 , haar drekgoden H2865 H8804 zijn verpletterd!

Jeremiah 51:44

  44 H6485 H8804 En Ik zal bezoeking doen H1078 over Bel H894 te Babel H6310 , en Ik zal uit zijn muil H3318 H8689 uithalen H1105 , wat hij verslonden heeft H1471 ; en de heidenen H5102 H8799 zullen niet meer tot hem toevloeien H894 , [want] ook Babels H2346 muur H5307 H8804 is gevallen.

Jeremiah 51:47

  47 H3117 Daarom ziet, de dagen H935 H8802 komen H6485 H8804 , dat Ik bezoeking zal doen H6456 over de gesneden beelden H894 van Babel H776 ; en haar ganse land H954 H8799 zal beschaamd worden H2491 , en al haar verslagenen H8432 zullen in het midden H5307 H8799 van haar liggen.

Jeremiah 51:52

  52 H3117 Daarom ziet, de dagen H935 H8802 komen H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H6485 H8804 , dat Ik bezoeking doen zal H6456 over haar gesneden beelden H2491 ; en de dodelijk verwonde H602 H8799 zal kermen H776 in haar ganse land.

Judges 18:17-18

  17 H2568 Maar de vijf H582 mannen H1980 H8802 , die gegaan waren H776 om het land H7270 H8763 te verspieden H5927 H8799 , gingen op H935 H8804 , kwamen H8033 daarhenen H3947 H8804 in, [en] namen weg H6459 het gesneden beeld H646 , en den efod H8655 , en de terafim H4541 , en het gegoten beeld H3548 ; de priester H5324 H8737 nu bleef staan H6607 aan de deur H8179 van de poort H8337 H3967 , met de zeshonderd H376 mannen H3627 H4421 , die met krijgswapenen H2296 H8803 aangegord waren.
  18 H428 Als die H1004 nu ten huize H4318 van Micha H935 H8804 waren ingegaan H6459 , en het gesneden beeld H646 , den efod H8655 , en de terafim H4541 , en het gegoten beeld H3947 H8799 weggenomen hadden H559 H8799 , zo zeide H3548 de priester H413 tot H4100 hen: Wat H6213 H8802 doet H859 gijlieden?

Judges 18:24

  24 H559 H8799 Toen zeide hij H430 : Gijlieden hebt mijn goden H834 , die H6213 H8804 ik gemaakt had H3947 H8804 , weggenomen H3548 , mitsgaders den priester H3212 H8799 , en zijt weggegaan H4100 ; wat H5750 heb ik nu meer H4100 ? Wat H2088 is het H413 dan, dat gij tot H559 H8799 mij zegt H4100 : Wat is u?

2 Samuel 5:21

  21 H5800 H8799 En zij lieten H6091 hun afgoden H8033 aldaar H1732 ; en David H582 en zijn mannen H5375 H8799 namen ze op.

Isaiah 36:18-19

  18 H2396 Dat Hizkia H5496 H8686 ulieden niet verleide H559 H8800 , zeggende H3068 : De HEERE H5337 H8686 zal ons redden H430 ; hebben de goden H1471 der volken H376 , een ieder H776 zijn land H5337 H8689 , gered H3027 uit de hand H4428 des konings H804 van Assyrie?
  19 H430 Waar zijn de goden H2574 van Hamath H774 en Arpad H430 ? Waar zijn de goden H5617 van Sefarvaim H8111 ? Hebben zij ook Samaria H3027 van mijn hand H5337 H8689 gered?

Isaiah 37:12

  12 H430 Hebben de goden H1471 der volken H1 die mijn vaders H7843 H8689 verdorven hebben H5337 H8689 , dezelven gered H1470 , [als] Gozan H2771 , en Haran H7530 , en Rezef H1121 , en de kinderen H5729 van Eden H8515 , die in Telasser waren?

Isaiah 37:19

  19 H430 En hebben hun goden H784 in het vuur H5414 H8800 geworpen H430 ; want zij waren geen goden H4639 , maar het werk H120 H3027 van mensenhanden H6086 , hout H68 en steen H6 H8762 ; daarom hebben zij die verdorven.

Isaiah 44:17

  17 H7611 Het overige H6213 H8804 nu daarvan maakt hij H410 tot een god H6459 , tot zijn gesneden beeld H5456 H8799 ; hij knielt er voor neder H7812 H8691 , en buigt zich H6419 H8691 , en bidt het aan H559 H8799 , en zegt H5337 H8685 : Red H410 mij, want gij zijt mijn god!

Isaiah 45:20

  20 H6908 H8734 Verzamelt u H935 H8798 , en komt H5066 H8690 , treedt hier toe H3162 samen H1471 , gijlieden, die van de heidenen H6412 ontkomen zijt H3045 H8804 ! Zij weten H6086 niets, die hun houten H6459 gesneden beelden H5375 H8802 dragen H410 , en een god H6419 H8693 aanbidden H3467 H8686 , [die] niet verlossen kan.

Jeremiah 43:12-13

  12 H784 En Ik zal een vuur H3341 H8689 aansteken H1004 in de huizen H430 der goden H4714 van Egypte H8313 H8804 , en hij zal ze verbranden H7617 H8804 , en gevankelijk wegvoeren H776 H4714 ; en hij zal Egypteland H5844 H8804 aantrekken H7462 H8802 , gelijk als een herder H899 zijn kleed H5844 H8799 aantrekt H3318 H8804 , en hij zal van daar uittrekken H7965 in vrede.
  13 H4676 En hij zal de opgerichte beelden H1053 van Beth-semes H776 H4714 , hetwelk in Egypteland H7665 H8765 is, verbreken H1004 ; en hij zal de huizen H430 der goden H4714 van Egypte H784 met vuur H8313 H8799 verbranden.

Jeremiah 48:7

  7 H982 H8800 Want om uw vertrouwen H4639 op uw werken H214 , en op uw schatten H3920 H8735 , zult gij ook ingenomen worden H3645 ; en Kamos H3318 H8804 zal henen uitgaan H1473 in gevangenis H3548 , zijn priesteren H8269 en zijn vorsten H3162 te zamen.

Hosea 10:5-6

  5 H7934 De inwoners H8111 van Samaria H1481 zullen verschrikt H5697 zijn over het kalf H1007 van Beth-aven H5971 ; want zijn volk H56 zal over hetzelve treuren H3649 , mitsgaders zijn Chemarim H1523 (die zich over hetzelve verheugden H3519 ), over zijn heerlijkheid H1540 , omdat zij van hetzelve is weggevaren.
  6 H804 Ja, datzelve zal naar Assur H2986 gevoerd H4503 worden, [tot] een geschenk H4428 voor den koning H3377 Jareb H669 ; Efraim H1317 zal schaamte H3947 behalen H3478 , en Israel H954 zal beschaamd H6098 worden vanwege zijn raadslag.

Exodus 19:4

  4 H7200 H8804 Gijlieden hebt gezien H4714 , wat Ik den Egyptenaren H6213 H8804 gedaan heb H3671 ; hoe Ik u op vleugelen H5404 der arenden H5375 H8799 gedragen H935 H8686 , en u tot Mij gebracht heb.

Deuteronomy 1:31

  31 H4057 En in de woestijn H7200 H8804 , waar gij gezien hebt H3068 , dat de HEERE H430 uw God H5375 H8804 , u daarin gedragen heeft H376 , als een man H1121 zijn zoon H5375 H8799 draagt H1870 , op al den weg H1980 H8804 , dien gij gewandeld hebt H935 H8800 , totdat gij kwaamt H4725 aan deze plaats.

Deuteronomy 32:11-12

  11 H5404 Gelijk een arend H7064 zijn nest H5782 H8686 opwekt H1469 , over zijn jongen H7363 H8762 zweeft H3671 , zijn vleugelen H6566 H8799 uitbreidt H3947 H8799 , ze neemt H5375 H8799 en ze draagt H84 op zijn vlerken;
  12 H5148 H8686 [Zo] leidde H3068 hem de HEERE H910 alleen H5236 , en er was geen vreemd H410 god met hem.

Psalms 22:9-10

  9 H990 [022:10] Gij zijt het immers, die mij uit den buik H1518 H8801 hebt uitgetogen H982 H8688 ; die mij hebt doen vertrouwen H517 , zijnde aan mijner moeders H7699 borsten.
  10 H7993 H8717 [022:11] Op U ben ik geworpen H7358 van de baarmoeder H990 af; van den buik H517 mijner moeder H410 aan zijt Gij mijn God.

Psalms 71:6

  6 H5564 H8738 Op U heb ik gesteund H990 van den buik H517 aan; van mijner moeders H4578 ingewand H1491 H8802 aan zijt Gij mijn Uithelper H8416 ; mijn lof H8548 is geduriglijk van U.

Psalms 81:8-13

  8 H5971 [081:9] Mijn volk H8085 H8798 , [zeide] [Ik] hoor toe H5749 H8686 , en Ik zal onder u betuigen H3478 , Israel H8085 H8799 , of gij naar Mij hoordet!
  9 H2114 H8801 [081:10] Er zal onder u geen uitlands H410 god H5236 wezen, en gij zult u voor geen vreemden H410 god H7812 H8691 nederbuigen.
  10 H3068 [081:11] Ik ben de Heere H430 , uw God H5927 H8688 , Die u heb opgevoerd H776 uit het land H4714 van Egypte H6310 ; doe uw mond H7337 H8685 wijd open H4390 H8762 , en Ik zal hem vervullen.
  11 H5971 [081:12] Maar Mijn volk H6963 heeft Mijn stem H8085 H8804 niet gehoord H3478 ; en Israel H14 H8804 heeft Mijner niet gewild.
  12 H7971 H8762 [081:13] Dies heb Ik het overgegeven H8307 in het goeddunken H3820 huns harten H3212 H8799 , dat zij wandelden H4156 in hun raadslagen.
  13 H3863 [081:14] Och H5971 , dat Mijn volk H8085 H8802 naar Mij gehoord had H3478 , dat Israel H1870 in Mijn wegen H1980 H8762 gewandeld had!

Isaiah 1:9

  9 H3884 Zo niet H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H4592 ons nog een weinig H8300 overblijfsel H3498 H8689 had gelaten H5467 , als Sodom H1961 H8804 zouden wij geworden zijn H6017 ; wij zouden Gomorra H1819 H8804 gelijk zijn geworden.

Isaiah 10:22

  22 H5971 Want ofschoon uw volk H3478 , o Israel H2344 ! is gelijk het zand H3220 der zee H7605 , zo zal [toch] [maar] het overblijfsel H7725 H8799 daarvan wederkeren H3631 ; de verdelging H2782 H8803 is vastelijk besloten H7857 H8802 , overvloeiende H6666 met gerechtigheid.

Isaiah 11:11

  11 H3117 Want het zal geschieden te dien dage H136 , dat de Heere H3027 ten anderen male Zijn hand H3254 H8686 aanleggen zal H8145 om weder H7069 H8800 te verwerven H7605 het overblijfsel H5971 Zijns volks H7604 H8735 , hetwelk overgebleven zal zijn H804 van Assyrie H4714 , en van Egypte H6624 , en van Pathros H3568 , en van Morenland H5867 , en van Elam H8152 , en van Sinear H2574 , en van Hamath H339 , en van de eilanden H3220 der zee.

Isaiah 37:4

  4 H3068 Misschien zal de HEERE H430 , uw God H8085 H8799 , horen H1697 de woorden H7262 van Rabsake H113 , denwelken zijn heer H4428 , de koning H804 van Assyrie H7971 H8804 , gezonden heeft H2416 , om den levenden H430 God H2778 H8763 te honen H3198 H8689 , en te schelden H1697 met woorden H3068 , die de HEERE H430 , uw God H8085 H8804 , gehoord heeft H5375 H0 ; hef H8605 dan een gebed H5375 H8804 op H7611 voor het overblijfsel H4672 H8737 , dat gevonden wordt.

Isaiah 44:1-2

  1 H8085 H8798 Maar hoor H5650 nu Mijn knecht H3290 Jakob H3478 , en Israel H977 H8804 , dien Ik verkoren heb!
  2 H559 H8804 Zo zegt H3068 de HEERE H6213 H8802 , uw Maker H3335 H8802 , en uw Formeerder H990 van den buik H5826 H8799 af, Die u helpt H3372 H8799 : Vrees H3290 niet, o Jakob H5650 , Mijn knecht H3484 , en gij, Jeschurun H977 H8804 , dien Ik uitverkoren heb!

Isaiah 44:21

  21 H2142 H8798 Gedenk H3290 aan deze dingen, o Jakob H3478 , en Israel H5650 ! Want gij zijt Mijn knecht H3335 H8804 , Ik heb u geformeerd H5650 ; gij zijt Mijn knecht H3478 , Israel H5382 H8735 , gij zult van Mij niet vergeten worden.

Isaiah 46:12

  12 H8085 H8798 Hoort H47 naar Mij, gij stijven H3820 van harte H7350 , gij, die verre H6666 van de gerechtigheid zijt!

Isaiah 48:1

  1 H8085 H8798 Hoort H1004 dit, gij huis H3290 van Jakob H7121 H8737 , die genoemd wordt H8034 met den naam H3478 van Israel H4325 , en uit de wateren H3063 van Juda H3318 H8804 voortgekomen zijt H7650 H8737 ! die daar zweert H8034 bij den Naam H3068 des HEEREN H2142 H8686 , en vermeldt H430 den God H3478 Israels H571 , [maar] niet in waarheid H6666 , noch in gerechtigheid.

Isaiah 48:17-18

  17 H559 H8804 Alzo zegt H3068 de HEERE H1350 H8802 , uw Verlosser H6918 , de Heilige H3478 Israels H3068 : Ik ben de HEERE H430 , uw God H3925 H8764 , Die u leert H3276 H8687 , wat nut is H1869 H8688 , Die u leidt H1870 op den weg H3212 H8799 , [dien] gij gaan moet.
  18 H3863 Och, dat H4687 gij naar Mijn geboden H7181 H8689 geluisterd hadt H7965 ! zo zou uw vrede H5104 geweest zijn als een rivier H6666 , en uw gerechtigheid H1530 als de golven H3220 der zee.

Isaiah 49:1-2

  1 H8085 H8798 Hoort H339 naar Mij, gij eilanden H7181 H8685 ! en luistert toe H3816 , gij volken H7350 van verre H3068 ! De HEERE H7121 H8804 heeft Mij geroepen H990 van den buik H517 af, van Mijner moeders H4578 ingewand H8034 af heeft Hij Mijn Naam H2142 H8689 gemeld.
  2 H6310 En Hij heeft Mijn mond H7760 H8799 gemaakt H2299 als een scherp H2719 zwaard H6738 , onder de schaduw H3027 Zijner hand H2244 H8689 heeft Hij Mij bedekt H1305 H8803 ; en Hij heeft Mij tot een zuiveren H2671 pijl H7760 H8799 gesteld H827 , in Zijn pijlkoker H5641 H8689 heeft Hij Mij verborgen.

Isaiah 51:1

  1 H8085 H8798 Hoort H6664 naar Mij, gij, die de gerechtigheid H7291 H8802 najaagt H3068 , gij, die den HEERE H1245 H8764 zoekt H5027 H8685 ! aanschouwt H6697 den rotssteen H2672 H8795 , [waaruit] gijlieden gehouwen zijt H4718 , en de holligheid H953 des bornputs H5365 H8795 , [waaruit] gij gegraven zijt.

Isaiah 51:7

  7 H8085 H8798 Hoort H6664 naar Mij, gijlieden, die de gerechtigheid H3045 H8802 kent H5971 , gij volk H3820 , in welks hart H8451 Mijn wet H3372 H8799 is! vreest H2781 niet de smaadheid H582 van den mens H1421 , en voor hun smaadredenen H2865 H8735 ontzet u niet.

Isaiah 63:9

  9 H6869 In al hun benauwdheid H6862 was Hij benauwd H4397 , en de Engel H6440 Zijns aangezichts H3467 H8689 heeft hen behouden H160 ; door Zijn liefde H2551 en door Zijn genade H1350 H8804 heeft Hij hen verlost H5190 H8762 ; en Hij nam hen op H5375 H8762 , en Hij droeg H3117 hen al de dagen H5769 van ouds.

Ezekiel 16:6-16

  6 H5674 H8799 Als Ik bij u voorbijging H7200 H8799 , zo zag Ik H947 H8711 u, vertreden zijnde H1818 in uw bloed H559 H8799 , en Ik zeide H1818 tot u in uw bloed H2421 H8798 : Leef H559 H8799 ; ja, Ik zeide H1818 tot u in uw bloed H2421 H8798 : Leef!
  7 H7233 Ik heb u tot tien duizend H6780 , als het gewas H7704 des velds H5414 H8804 , gemaakt H7235 H8799 ; en gij zijt gegroeid H1431 H8799 , en groot geworden H935 H8799 , en zijt gekomen H5716 tot grote sierlijkheid H7699 ; [uw] borsten H3559 H8738 zijn vast geworden H8181 , en uw haar H6779 H8765 is gewassen H5903 , doch gij waart naakt H6181 en bloot.
  8 H5674 H8799 Als Ik nu bij u voorbijging H7200 H8799 , zag Ik H6256 u, en ziet, uw tijd H6256 was de tijd H1730 der minne H6566 H8799 ; zo breidde Ik H3671 Mijn vleugel H3680 H8762 over u uit, en dekte H6172 uw naaktheid H7650 H8735 ; ja, Ik zwoer H935 H8799 u, en kwam H1285 met u in een verbond H5002 H8803 , spreekt H136 de Heere H3069 HEERE en gij werdt de Mijne.
  9 H7364 H8799 Daarna wies Ik H4325 u met water H7857 H0 , en Ik spoelde H1818 uw bloed H7857 H8799 van u af H5480 H8799 , en zalfde H8081 u met olie.
  10 H3847 H8686 Ik bekleedde H7553 u ook met gestikt werk H5274 H8799 , en Ik schoeide H8476 u met dassenvellen H2280 H8799 , en omgordde H8336 u met fijn linnen H3680 H8762 , en bedekte H4897 u met zijde.
  11 H5710 H8799 Ook versierde Ik H5716 u met sieraad H5414 H8799 , en deed H6781 armringen H3027 aan uw handen H7242 , en een keten H1627 aan uw hals.
  12 H5414 H8799 Desgelijks deed Ik H5141 een voorhoofdsiersel H639 aan uw aangezicht H5694 , en oorringen H241 aan uw oren H5850 , en een kroon H8597 der heerlijkheid H7218 op uw hoofd.
  13 H5710 H8799 Zo waart gij versierd H2091 met goud H3701 en zilver H4403 , en uw kleding H8336 H8675 H8336 was fijn linnen H4897 , en zijde H7553 , en gestikt werk H398 H8804 ; gij at H5560 meelbloem H1706 , en honig H8081 , en olie H3302 H0 , en gij waart H3966 gans zeer H3302 H8799 schoon H6743 H8799 , en waart voorspoedig H4410 , dat gij een koninkrijk werdt.
  14 H3318 H0 Daartoe ging H8034 van u een naam H3318 H8799 uit H1471 onder de heidenen H3308 om uw schoonheid H3632 ; want die was volmaakt H1926 door Mijn heerlijkheid H7760 H8804 , die Ik op u gelegd had H5002 H8803 , spreekt H136 de Heere H3069 HEERE.
  15 H982 H8799 Maar gij hebt vertrouwd H3308 op uw schoonheid H2181 H8799 , en hebt gehoereerd H8034 vanwege uw naam H8457 ; ja, hebt uw hoererijen H8210 H8799 uitgestort H5674 H8802 aan een ieder, die voorbijging; voor hem was zij.
  16 H899 En gij hebt van uw klederen H3947 H8799 genomen H6213 H8799 , en u gemaakt H2921 H8803 geplekte H1116 hoogten H2181 H8799 , en hebt daarop gehoereerd H935 H8802 ; [zulks] is niet gekomen, en zal niet geschieden.

Psalms 48:14

  14 H430 [048:15] Want deze God H430 is onze God H5769 eeuwiglijk H5703 en altoos H5090 H8762 ; Hij zal ons geleiden H4192 tot den dood toe.

Psalms 71:18

  18 H5704 Daarom ook, terwijl H2209 de ouderdom H7872 en grijsheid H5800 H8799 daar is, verlaat H430 mij niet, o God H1755 , totdat ik [dezen] geslachte H5046 H8686 verkondige H2220 Uw arm H935 H8799 , allen nakomelingen H1369 Uw macht.

Psalms 92:14

  14 H7872 [092:15] In den grijzen ouderdom H5107 H8799 zullen zij nog vruchten dragen H1879 ; zij zullen vet H7488 en groen zijn,

Psalms 102:26-27

  26 H6 H8799 [0102:27] Die zullen vergaan H5975 H8799 , maar Gij zult staande blijven H899 ; en zij alle zullen als een kleed H1086 H8799 verouden H2498 H8686 ; Gij zult ze veranderen H3830 als een gewaad H2498 H8799 , en zij zullen veranderd zijn.
  27 H8141 [0102:28] Maar Gij zijt Dezelfde, en Uw jaren H8552 H8735 zullen niet geeindigd worden.

Isaiah 41:4

  4 H6466 H8804 Wie heeft [dit] gewrocht H6213 H8804 en gedaan H7121 H8802 , roepende H1755 de geslachten H7218 van den beginne H3068 ? Ik, de HEERE H7223 , Die de Eerste H314 ben, en met den Laatste ben Ik Dezelfde.

Isaiah 43:13

  13 H3117 Ook eer de dag H3027 was, ben Ik, en er is niemand, die uit Mijn hand H5337 H8688 redden kan H6466 H8799 ; Ik zal werken H7725 H8686 , en wie zal het keren?

Isaiah 43:25

  25 H6588 Ik, Ik ben het, Die uw overtredingen H4229 H8802 uitdelg H2142 H8799 , om Mijnentwil, en Ik gedenk H2403 uwer zonden niet.

Malachi 2:16

  16 H3588 Want H3068 de HEERE H430 , de God H3478 Israels H559 H8804 , zegt H7971 H8763 , dat Hij het verlaten H8130 H8804 haat H2555 , alhoewel hij den wrevel H3680 H8765 bedekt H5921 met H3830 Zijn kleed H559 H8804 , zegt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H8104 H8738 ; daarom wacht u H7307 met uw geest H3808 , dat gij niet H898 H8799 trouwelooslijk handelt.

Malachi 3:6

  6 H3588 Want H589 Ik H3068 , de HEERE H3808 , word niet H8138 H8804 veranderd H859 ; daarom zijt gij H1121 , o kinderen H3290 Jakobs H3808 ! niet H3615 H8804 verteerd.

Romans 11:29

  29 G1063 Want G5486 de genadegiften G2532 en G2821 de roeping G2316 Gods G278 zijn onberouwelijk.

Hebrews 1:12

  12 G2532 En G5616 als G4018 een dekkleed G846 zult Gij ze G1667 G5692 ineenrollen G2532 , en G236 G5691 zij zullen veranderd worden G1161 ; maar G4771 Gij G1488 G5748 zijt G846 Dezelfde G2532 , en G4675 Uw G2094 jaren G3756 zullen niet G1587 G5692 ophouden.

Hebrews 13:8

  8 G2424 Jezus G5547 Christus G5504 is gisteren G2532 en G4594 heden G846 dezelfde G2532 en G1519 in G165 der eeuwigheid.

James 1:17

  17 G3956 Alle G18 goede G1394 gave G2532 , en G3956 alle G5046 volmaakte G1434 gifte G2076 G5748 is G509 van boven G575 , van G3962 den Vader G5457 der lichten G2597 G5723 afkomende G3844 , bij G3739 Welken G3756 geen G3883 verandering G1762 G5748 is G2228 , of G644 schaduw G5157 van omkering.

Exodus 15:11

  11 H3068 O HEERE H410 ! wie is als Gij onder de goden H142 H8737 ? wie is als Gij, verheerlijkt H6944 in heiligheid H3372 H8737 , vreselijk H8416 in lofzangen H6213 H8802 , doende H6382 wonder?

Psalms 86:8

  8 H430 Onder de goden H136 is niemand U gelijk, Heere H4639 ! en er zijn geen gelijk Uw werken.

Psalms 89:6

  6 H7834 [089:7] Want wie mag in den hemel H3068 tegen den HEERE H6186 H8799 geschat worden H3068 ? [Wie] is den HEERE H1819 H8799 gelijk H1121 , onder de kinderen H410 der sterken?

Psalms 89:8

  8 H3068 [089:9] O HEERE H430 , God H6635 der heirscharen H2626 ! wie is als Gij, grootmachtig H3050 , o HEERE H530 ! en Uw getrouwheid H5439 is rondom U.

Psalms 113:5

  5 H3068 Wie is gelijk de HEERE H430 , onze God H1361 H8688 ? Die zeer hoog H3427 H8800 woont.

Isaiah 40:18

  18 H410 Bij wien dan zult gij God H1819 H8762 vergelijken H1823 , of wat gelijkenis H6186 H8799 zult gij op Hem toepassen?

Isaiah 40:25

  25 H1819 H8762 Bij wien dan zult gijlieden Mij vergelijken H7737 H8799 , dien Ik gelijk zij H559 H8799 ? zegt H6918 de Heilige.

Jeremiah 10:6-7

  6 H3068 Omdat niemand U gelijk is, o HEERE H1419 ! zo zijt Gij groot H1419 , en groot H8034 is Uw Naam H1369 in mogendheid.
  7 H3372 H8799 Wie zou U niet vrezen H4428 , Gij Koning H1471 der heidenen H2969 H8804 ? Want het komt U toe H2450 ; omdat toch onder alle wijzen H1471 der heidenen H4438 , en in hun ganse koninkrijk, niemand U gelijk is.

Jeremiah 10:16

  16 H3290 Jakobs H2506 deel H3335 H8802 is niet gelijk die, want Hij is de Formeerder H3478 van alles, en Israel H7626 is de roede H5159 Zijner erfenis H3068 ; HEERE H6635 der heirscharen H8034 is Zijn Naam.

Philippians 2:6

  6 G3739 Die G1722 in G3444 de gestaltenis G2316 Gods G5225 G5723 zijnde G3756 , geen G725 roof G2233 G5662 geacht heeft G2316 Gode G2470 even gelijk G1511 G5750 te zijn;

Colossians 1:15

  15 G3739 Dewelke G1504 het Beeld G2076 G5748 is G517 des onzienlijken G2316 Gods G4416 , de Eerstgeborene G3956 aller G2937 kreaturen.

Hebrews 1:3

  3 G3739 Dewelke G5607 G5752 , alzo Hij is G541 het Afschijnsel G1391 [Zijner] heerlijkheid G2532 , en G5481 het uitgedrukte Beeld G846 Zijner G5287 zelfstandigheid G5037 , en G3956 alle dingen G5342 G5723 draagt G4487 door het woord G846 Zijner G1411 kracht G2512 , nadat Hij de reinigmaking G2257 onzer G266 zonden G1223 door G1438 Zichzelven G4160 G5671 te weeg gebracht heeft G2523 G5656 , is gezeten G1722 aan G1188 de rechter G3172 [hand] der Majesteit G1722 in G5308 de hoogste [hemelen];

Exodus 32:2-4

  2 H175 Aaron H559 H8799 nu zeide H6561 H8761 tot hen: Rukt af H2091 de gouden H5141 oorsierselen H241 , die in de oren H802 uwer vrouwen H1121 , uwer zonen H1323 , en uwer dochteren H935 H8685 zijn; en brengt ze tot mij.
  3 H6561 H8691 Toen rukte H5971 het ganse volk H2091 de gouden H5141 oorsierselen H241 af, die in hun oren H935 H8686 waren; en zij brachten H175 ze tot Aaron.
  4 H3947 H8799 En hij nam H3027 ze uit hun hand H6696 H8799 , en hij bewierp H2747 het met een griffie H6213 H8799 , en hij maakte H4541 een gegoten H5695 kalf H559 H8799 daaruit. Toen zeiden zij H430 : Dit zijn uw goden H3478 , Israel H776 H4714 ! die u uit Egypteland H5927 H8689 opgevoerd hebben.

Judges 17:3-4

  3 H7725 H0 Alzo gaf hij H517 aan zijn moeder H505 de duizend H3967 en honderd H3701 zilverlingen H7725 H8686 weder H517 . Doch zijn moeder H559 H8799 zeide H3701 : Ik heb dat geld H3068 den HEERE H6942 H8687 ganselijk H6942 H8689 geheiligd H4480 van H3027 mijn hand H1121 , voor mijn zoon H6459 , om een gesneden beeld H4541 en een gegoten beeld H6213 H8800 te maken H6258 ; zo zal ik het u nu H7725 H8686 wedergeven.
  4 H7725 H0 Maar hij gaf H3701 dat geld H517 aan zijn moeder H7725 H8686 weder H517 . En zijn moeder H3947 H8799 nam H3967 tweehonderd H3701 zilverlingen H5414 H8799 , en gaf H6884 H8802 ze den goudsmid H6213 H8799 , die maakte H6459 daarvan een gesneden beeld H4541 en een gegoten beeld H1961 H8799 ; dat was H1004 in het huis H4321 van Micha.

1 Kings 12:28

  28 H3289 H0 Daarom hield H4428 de koning H3289 H8735 een raad H6213 H8799 , en maakte H8147 twee H2091 gouden H5695 kalveren H559 H8799 ; en hij zeide H413 tot H7227 hen: Het is ulieden te veel H4480 om H5927 H8800 op te gaan H3389 naar Jeruzalem H2009 ; zie H430 uw goden H3478 , o Israel H834 , die H4480 u uit H776 H4714 Egypteland H5927 H8689 opgebracht hebben.

Isaiah 2:8

  8 H776 Ook is hun land H4390 H8735 vervuld H457 met afgoden H4639 ; voor het werk H3027 hunner handen H7812 H8691 buigen zij zich neder H676 , voor hetgeen hun vingeren H6213 H8804 gemaakt hebben.

Isaiah 40:19-20

  19 H2796 De werkmeester H5258 H8804 giet H6459 een beeld H6884 H8802 , en de goudsmid H7554 H8762 overtrekt H2091 het met goud H6884 H8802 , en giet H3701 er zilveren H7577 ketenen [toe].
  20 H5533 H8794 H8676 H5534 H8765 Die verarmd is H8641 , dat hij niet te offeren H977 H8799 heeft, die kiest H6086 een hout H7537 H8799 uit, [dat] niet verrotte H1245 H8762 ; hij zoekt zich H2450 een wijzen H2796 werkmeester H6459 , om een beeld H3559 H8687 te bereiden H4131 H8735 , [dat] niet wankele.

Isaiah 44:12-19

  12 H1270 H2796 De ijzersmid H4621 [maakt] een bijl H6466 H8804 , en werkt H6352 in den gloed H3335 H8799 , en formeert H4717 het met hamers H6466 H8799 , en werkt H3581 het met zijn sterken H2220 arm H7457 ; ook lijdt hij honger H3581 H369 , totdat hij krachteloos H8354 H8804 wordt, hij drinkt H4325 geen water H3286 H8799 , totdat hij amechtig wordt.
  13 H2796 H6086 De timmerman H5186 H8804 trekt H6957 het richtsnoer H8388 H8762 uit, hij tekent het af H8279 met den draad H6213 H8799 , hij maakt H4741 het [effen] met de schaven H8388 H8762 , en tekent H4230 het met den passer H6213 H8799 , en maakt H8403 het naar de beeltenis H376 eens mans H8597 , naar de schoonheid H120 van een mens H1004 , dat het in het huis H3427 H8800 blijve.
  14 H730 Als hij zich cederen H3772 H8800 afhouwt H3947 H8799 , zo neemt hij H8645 een cypressenboom H437 of een eik H553 H8762 , en hij versterkt zich H6086 onder de bomen H3293 des wouds H5193 H8804 ; hij plant H766 een olmboom H1653 , en de regen H1431 H8762 maakt [dien] groot.
  15 H120 Dan is het voor den mens H1197 H8763 om te verbranden H3947 H8799 , dan neemt hij H2552 H8799 daarvan, en warmt er zich H5400 H8686 bij; ook ontsteekt hij H644 H8804 het, en bakt H3899 er brood H6466 H8799 bij; daarenboven maakt hij H410 er een god H7812 H8691 van, en buigt zich H6213 H8804 [daarvoor], hij maakt H6459 er een gesneden beeld H5456 H8799 van, en knielt er voor neder.
  16 H2677 Zijn helft H8313 H8804 brandt hij H1119 in H784 het vuur H2677 , bij de [andere] helft H398 H8799 daarvan eet hij H1320 vlees H6740 H8799 ; hij braadt H6748 een gebraad H7646 H8799 , en hij wordt verzadigd H2552 H8799 ; ook warmt hij H559 H8799 zichzelven, en hij zegt H1889 : Hei H2552 H8804 ! ik ben warm geworden H217 , ik heb het vuur H7200 H8804 gezien!
  17 H7611 Het overige H6213 H8804 nu daarvan maakt hij H410 tot een god H6459 , tot zijn gesneden beeld H5456 H8799 ; hij knielt er voor neder H7812 H8691 , en buigt zich H6419 H8691 , en bidt het aan H559 H8799 , en zegt H5337 H8685 : Red H410 mij, want gij zijt mijn god!
  18 H3045 H8804 Zij weten H995 H8799 niet, en verstaan H5869 niet, want het heeft hun ogen H2902 H8804 bestreken H7200 H8800 , dat zij niet zien H3826 , [en] hun harten H7919 H8687 , dat zij niet verstaan.
  19 H7725 H8686 En niemand [van] [hen] brengt H3820 het in zijn hart H1847 , en er is noch kennis H8394 noch verstand H559 H8800 , dat hij zeggen zou H2677 : De helft H8313 H8804 daarvan heb ik verbrand H1119 in H784 het vuur H1513 , ja, ook op de kolen H3899 daarvan heb ik brood H644 H8804 gebakken H1320 , ik heb vlees H6740 H8799 [daarbij] gebraden H398 H8799 , en heb het gegeten H3499 ; en zou ik het overblijfsel H8441 daarvan tot een gruwel H6213 H8799 maken H5456 H8799 , zou ik nederknielen H6086 voor hetgeen van een boom H944 gekomen is?

Jeremiah 10:3-4

  3 H2708 Want de inzettingen H5971 der volken H1892 zijn ijdelheid H6086 ; want het is hout H3293 , dat men uit het woud H3772 H8804 gehouwen heeft H4639 , een werk H2796 van des werkmeesters H3027 handen H4621 met de bijl.
  4 H3302 H8762 Men pronkt het op H3701 met zilver H2091 en met goud H2388 H8762 ; zij hechten H4548 ze met nagelen H4717 en met hameren H6328 H8686 , opdat het niet waggele.

Jeremiah 10:9

  9 H7554 H8794 Uitgerekt H3701 zilver H8659 wordt van Tarsis H935 H8714 gebracht H2091 , en goud H210 van Ufaz H4639 , [tot] [een] werk H2796 des werkmeesters H3027 en van de handen H6884 H8802 des goudsmids H8504 ; hemelsblauw H713 en purper H3830 is hun kleding H4639 , een werk H2450 der wijzen zijn zij al te zamen.

Jeremiah 10:14

  14 H120 Een ieder mens H1197 H8738 is onvernuftig geworden H1847 , zodat hij geen wetenschap H6884 H8802 heeft, een ieder goudsmid H3001 H8689 is beschaamd H6459 van het gesneden beeld H5262 ; want zijn gegoten beeld H8267 is leugen H7307 ; en er is geen geest in hen.

Daniel 3:5-15

  5 H5732 Ten tijde H8086 H8748 als gij horen zult H7032 het geluid H7162 des hoorns H4953 , der pijp H7030 H8675 H7030 , der citer H5443 , der vedel H6460 , der psalteren H5481 , des akkoordgezangs H3606 , en allerlei H2178 soorten H2170 van muziek H5308 H8748 , zo zult gijlieden nedervallen H5457 H8748 , en aanbidden H1722 het gouden H6755 beeld H4430 , hetwelk de koning H5020 Nebukadnezar H6966 H8684 heeft opgericht;
  6 H4479 En wie H3809 niet H5308 H8748 nedervalt H5457 H8748 en aanbidt H8160 , die zal te dierzelfder ure H1459 in het midden H861 van den oven H3345 H8751 des brandenden H5135 vuurs H7412 H8729 geworpen worden.
  7 H6903 H1836 Daarom H2166 te dier tijd H1768 , als H3606 al H5972 die volken H8086 H8750 hoorden H7032 het geluid H7162 des hoorns H4953 , der pijp H7030 H8675 H7030 , der citer H5443 , der vedel H6460 , der psalteren H3606 , en allerlei H2178 soorten H2170 der muziek H3606 , alle H5972 volken H524 , natien H3961 , en tongen H5308 H8750 nedervallende H5457 H8750 , aanbaden H1722 het gouden H6755 beeld H4430 , hetwelk de koning H5020 Nebukadnezar H6966 H8684 had opgericht.
  8 H6903 H3606 Daarom H7127 H8754 naderden H1836 even ter zelfder H2166 tijd H3779 Chaldeeuwse H1400 mannen H3062 , die de Joden H399 H8754 openlijk H7170 beschuldigden;
  9 H6032 H8754 Zij antwoordden H560 H8750 en zeiden H4430 tot den koning H5020 Nebukadnezar H4430 : O koning H2418 H8747 ! leef H5957 in der eeuwigheid!
  10 H607 Gij H4430 , o koning H2942 ! hebt een bevel H7761 H8754 gegeven H3606 , dat alle H606 mensen H8086 H8748 , die horen zouden H7032 het geluid H7162 des hoorns H4953 , der pijp H7030 H8675 H7030 , der citer H5443 , der vedel H6460 , der psalteren H5481 H8675 H5481 , en des akkoordgezangs H3606 , en allerlei H2178 soorten H2170 van muziek H5308 H8748 , nedervallen H1722 , en het gouden H6755 beeld H5457 H8748 aanbidden zouden;
  11 H4479 En wie H3809 niet H5308 H8748 nederviel H5457 H8748 , en aanbad H1459 , die zou in het midden H861 van den oven H3345 H8751 des brandenden H5135 vuurs H7412 H8729 geworpen worden.
  12 H383 Er zijn H3062 Joodse H1400 mannen H3487 , die H5922 gij over H5673 de bediening H4083 van het landschap H895 van Babel H4483 H8745 gesteld hebt H7715 , Sadrach H4336 , Mesach H5665 en Abed-nego H479 ; deze H1400 mannen H4430 hebben, o koning H5922 ! op u H3809 geen H2942 acht H7761 H8754 gesteld H426 ; uw goden H6399 H8750 eren zij H3809 niet H5457 H0 , en zij bidden H1722 het gouden H6755 beeld H3809 niet H5457 H8750 aan H6966 H8684 , hetwelk gij opgericht hebt.
  13 H116 Toen H560 H8754 zeide H5020 Nebukadnezar H7266 in toorn H2528 en grimmigheid H7715 , dat men Sadrach H4336 , Mesach H5665 en Abed-nego H858 H8682 voorbrengen zou H116 ; toen H479 werden die H1400 mannen H6925 voor H4430 den koning H858 H8717 gebracht.
  14 H5020 Nebukadnezar H6032 H8750 antwoordde H560 H8750 en zeide H6656 tot hen: Is het met opzet H7715 , Sadrach H4336 , Mesach H5665 en Abed-nego H383 , dat gijlieden H426 mijn goden H3809 niet H6399 H8750 eert H1722 , en het gouden H6755 beeld H6966 H8684 , dat ik opgericht heb H3809 , niet H5457 H8750 aanbidt?
  15 H3705 Nu dan H2006 , zo H6263 gijlieden gereed H383 zijt H5732 , dat gij ten tijde H8086 H8748 , als gij horen zult H7032 het geluid H7162 des hoorns H4953 , der pijp H7030 H8675 H7030 , der citer H5443 , der vedel H6460 , der psalteren H5481 , en des akkoordgezangs H3606 , en allerlei H2178 soort H2170 der muziek H5308 H8748 , nedervalt H5457 H8748 , en aanbidt H6755 het beeld H5648 H8754 , dat ik gemaakt heb H2006 , [zo] [is] [het] [wel]; maar zo H3809 gijlieden het niet H5457 H8748 aanbidt H8160 ; ter zelfder ure H7412 H8729 zult gijlieden geworpen worden H1459 in het midden H861 van den oven H3345 H8751 des brandenden H5135 vuurs H4479 ; en wie H426 is de God H4481 , Die ulieden uit H3028 mijn handen H7804 H8755 verlossen zou?

Hosea 8:4-6

  4 H4427 Zij hebben koningen H7786 gemaakt, maar niet uit Mij; zij hebben vorsten H3045 gesteld, maar Ik heb het niet gekend H3701 ; van hun zilver H2091 en hun goud H6091 hebben zij voor zichzelven afgoden H6213 gemaakt H3772 , opdat zij uitgeroeid worden.
  5 H5695 Uw kalf H8111 , o Samaria H2186 ! heeft [u] verstoten H639 ; Mijn toorn H2734 is tegen hen ontstoken H3808 ; hoe lang H5356 zullen zij de reinigheid H3201 niet verdragen?
  6 H3478 Want dat is ook uit Israel H2796 ; een werkmeester H6213 heeft het gemaakt H430 , en het is geen God H7616 , maar het zal [tot] stukken H5695 worden, het kalf H8111 van Samaria.

Habakkuk 2:18-20

  18 H4100 Wat H6459 zal het gesneden beeld H3276 H8689 baten H3588 , dat H3335 H8802 zijn formeerder H6458 H8804 het gesneden heeft H4541 ? [of] het gegoten beeld H3384 H8688 H8267 , hetwelk een leugenleraar H3588 is, dat H3335 H8802 de formeerder H5921 op H3336 zijn formeersel H982 H8804 vertrouwt H483 , als hij stomme H457 afgoden H6213 H8800 gemaakt heeft?
  19 H1945 Wee H6086 dien, die tot het hout H559 H8802 zegt H6974 H8685 : Word wakker H5782 H8798 ! [en]: Ontwaak H1748 ! tot den zwijgenden H68 steen H1931 . Zou het H3384 H8686 leren H2009 ? Ziet H1931 , het H2091 is [met] goud H3701 en zilver H8610 H8803 overtrokken H369 H0 , en er is H3605 gans H369 geen H7307 geest H7130 in het midden van hetzelve.
  20 H3068 Maar de HEERE H6944 is in Zijn heiligen H1964 tempel H2013 H8761 . Zwijg H4480 voor H6440 Zijn aangezicht H3605 , gij ganse H776 aarde!

Acts 17:29

  29 G3767 Wij dan G5225 G5723 , zijnde G2316 Gods G1085 geslacht G3784 G5719 , moeten G3756 niet G3543 G5721 menen G2304 , dat de Godheid G5557 goud G2228 , of G696 zilver G2228 , of G3037 steen G3664 gelijk G1511 G5750 zij G5078 G444 , welke door mensenkunst G2532 en G1761 bedenking G5480 gesneden zijn.

Judges 10:12-14

  12 H6722 En de Sidoniers H6002 , en Amalekieten H4584 , en Maonieten H853 , [die] u H3905 H8804 onderdrukten H413 , toen gij tot H6817 H8799 Mij riept H4480 , alsdan uit H3027 hun hand H3467 H8686 verlost?
  13 H859 Nochtans hebt gij H853 Mij H5800 H8804 verlaten H312 , en andere H430 goden H5647 H8799 gediend H3651 ; daarom H3808 zal Ik u niet H3254 H8686 meer H3467 H8687 verlossen.
  14 H3212 H8798 Gaat henen H2199 H8798 , roept H413 tot H430 de goden H834 , die H977 H8804 gij verkoren hebt H1992 ; laten die H3467 H8686 u verlossen H6256 , ter tijd H6869 uwer benauwdheid.

1 Kings 18:26

  26 H3947 H8799 En zij namen H6499 den var H834 , dien H5414 H8804 hij hun gegeven had H6213 H8799 , en bereidden H7121 H8799 [hem], en riepen H8034 den naam H1168 van Baal H4480 aan, van H1242 den morgen H5704 tot op H6672 den middag H559 H8800 , zeggende H1168 : O Baal H6030 H8798 , antwoord H369 ons! Maar er was geen H6963 stem H369 en geen H6030 H8802 antwoorder H6452 H8762 . En zij sprongen H5921 tegen H4196 het altaar H834 , dat H6213 H8804 men gemaakt had.

1 Kings 18:40

  40 H452 En Elia H559 H8799 zeide H8610 H8798 tot hen: Grijpt H5030 de profeten H1168 van Baal H408 H376 , dat niemand H4480 van H4422 H8735 hen ontkome H8610 H8799 . En zij grepen H452 ze; en Elia H3381 H8686 voerde hen af H413 naar H5158 de beek H7028 Kison H7819 H8799 , en slachtte H8033 hen aldaar.

Isaiah 37:38

  38 H1004 Het geschiedde nu, als hij in het huis H5268 van Nisroch H430 , zijn god H7812 H8693 , zich nederboog H152 , dat Adramelech H8272 en Sarezer H1121 , zijn zonen H2719 , hem met het zwaard H5221 H8689 versloegen H4422 H8738 ; doch zij ontkwamen H776 in het land H780 van Ararat H634 ; en Esar-haddon H1121 , zijn zoon H4427 H8799 , werd koning in zijn plaats.

Isaiah 46:1

  1 H1078 Bel H3766 H8804 is gekromd H5015 , Nebo H7164 H8802 wordt nedergebogen H6091 , hun afgoden H2416 zijn geworden voor de dieren H929 en voor de beesten H6006 H8803 ; uw opgeladen H5385 pakken H4853 zijn een last H5889 voor de vermoeide [beesten].

Jeremiah 2:28

  28 H430 Waar zijn dan uw goden H6213 H8804 , die gij u gemaakt hebt H6965 H8799 ? Laat ze opstaan H6256 , of zij u ten tijde H7451 uws kwaads H3467 H8686 zullen verlossen H4557 ; want [naar] het getal H5892 uwer steden H430 zijn uw goden H3063 , o Juda!

Daniel 3:1

  1 H4430 De koning H5020 Nebukadnezar H5648 H8754 maakte H6755 een beeld H1722 van goud H7314 , welks hoogte H8361 was zestig H521 ellen H6613 , zijn breedte H8353 zes H521 ellen H6966 H8684 ; hij richtte het op H1236 in het dal H1757 Dura H4083 , in het landschap H895 van Babel.

Jonah 1:5

  5 H3372 H8799 Toen vreesden H4419 de zeelieden H2199 H8799 , en riepen H376 een iegelijk H413 tot H430 zijn god H2904 H8686 , en wierpen H3627 de vaten H834 , die H591 in het schip H413 waren, in H3220 de zee H4480 H5921 , om [het] van H7043 H8687 dezelve te verlichten H3124 ; maar Jona H3381 H8804 was nedergegaan H413 aan H3411 de zijden H5600 van het schip H7901 H8799 , en lag neder H7290 H8735 , en was met een diepen slaap bevangen.

Jonah 1:14-16

  14 H7121 H8799 Toen riepen zij H413 tot H3068 den HEERE H559 H8799 , en zeiden H577 : Och H3068 HEERE H4994 ! laat ons toch H408 niet H6 H8799 vergaan H2088 om dezes H376 mans H5315 ziel H5414 H8799 , en leg H408 geen H5355 H8675 H5355 onschuldig H1818 bloed H5921 op H3588 ons; want H859 Gij H3068 , HEERE H6213 H8804 ! hebt gedaan H834 , gelijk als H2654 H8804 het U heeft behaagd.
  15 H5375 H8799 En zij namen H3124 Jona H2904 H8686 op, en wierpen H413 hem in H3220 de zee H5975 H8799 . Toen stond H3220 de zee H2197 [stil] van haar verbolgenheid.
  16 H3372 H8799 Dies vreesden H582 de mannen H3068 den HEERE H1419 [met] grote H3374 vreze H2076 H8799 ; en zij slachtten H3068 den HEERE H2077 slachtoffer H5087 H8799 , en beloofden H5088 geloften.

Deuteronomy 32:29

  29 H3863 O, dat H2449 H8804 zij wijs waren H7919 H8686 ; zij zouden dit vernemen H319 , zij zouden op hun einde H995 H8799 merken.

Psalms 115:8

  8 H6213 H8802 Dat die hen maken H982 H8802 hun gelijk worden, [en] al wie op hen vertrouwt.

Psalms 135:18

  18 H6213 H8802 Dat die ze maken H982 H8802 , hun gelijk worden, [en] al wie op hen vertrouwt.

Isaiah 44:18-21

  18 H3045 H8804 Zij weten H995 H8799 niet, en verstaan H5869 niet, want het heeft hun ogen H2902 H8804 bestreken H7200 H8800 , dat zij niet zien H3826 , [en] hun harten H7919 H8687 , dat zij niet verstaan.
  19 H7725 H8686 En niemand [van] [hen] brengt H3820 het in zijn hart H1847 , en er is noch kennis H8394 noch verstand H559 H8800 , dat hij zeggen zou H2677 : De helft H8313 H8804 daarvan heb ik verbrand H1119 in H784 het vuur H1513 , ja, ook op de kolen H3899 daarvan heb ik brood H644 H8804 gebakken H1320 , ik heb vlees H6740 H8799 [daarbij] gebraden H398 H8799 , en heb het gegeten H3499 ; en zou ik het overblijfsel H8441 daarvan tot een gruwel H6213 H8799 maken H5456 H8799 , zou ik nederknielen H6086 voor hetgeen van een boom H944 gekomen is?
  20 H7462 H8802 Hij voedt zich H665 met as H2048 H8795 , het bedrogen H3820 hart H5186 H8689 heeft hem [ter] [zijde] afgeleid H5315 ; zodat hij zijn ziel H5337 H8686 niet redden kan H559 H8799 , noch zeggen H8267 : Is er niet een leugen H3225 in mijn rechterhand?
  21 H2142 H8798 Gedenk H3290 aan deze dingen, o Jakob H3478 , en Israel H5650 ! Want gij zijt Mijn knecht H3335 H8804 , Ik heb u geformeerd H5650 ; gij zijt Mijn knecht H3478 , Israel H5382 H8735 , gij zult van Mij niet vergeten worden.

Isaiah 47:7

  7 H559 H8799 En gij zeidet H1404 : Ik zal koningin H5769 zijn in eeuwigheid H3820 ; tot nog toe hebt gij deze dingen niet in uw hart H7760 H8804 genomen H319 , gij hebt aan het einde H2142 H8804 daarvan niet gedacht.

Jeremiah 10:8

  8 H259 In een H1197 H8799 ding zijn zij toch onvernuftig H3688 H8799 en zot H6086 : een hout H4148 is een onderwijs H1892 der ijdelheden.

Ezekiel 18:28

  28 H7200 H8799 Dewijl hij toeziet H7725 H8799 , en zich bekeert H6588 van al zijn overtredingen H6213 H8804 , die hij gedaan heeft H2421 H8800 , hij zal gewisselijk H2421 H8799 leven H4191 H8799 , hij zal niet sterven.

Haggai 1:5

  5 H6258 Nu dan H3541 , alzo H559 H8804 zegt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H7760 H8798 : Stelt H3824 uw hart H5921 op H1870 uw wegen.

Haggai 1:7

  7 H3541 Alzo H559 H8804 zegt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H7760 H8798 : Stelt H3824 uw hart H5921 op H1870 uw wegen.

Luke 15:17

  17 G1161 En G1519 tot G1438 zichzelven G2064 G5631 gekomen zijnde G2036 G5627 , zeide hij G4214 : Hoe vele G3407 huurlingen G3450 mijns G3962 vaders G4052 G5719 hebben overvloed G740 van brood G1161 , en G1473 ik G622 G5731 verga G3042 van honger!

1 Corinthians 14:20

  20 G80 Broeders G1096 G5737 , wordt G3361 geen G3813 kinderen G5424 in het verstand G235 , maar G3515 G5720 zijt kinderen G2549 in de boosheid G1161 , en G1096 G5737 wordt G5424 in het verstand G5046 volwassen.

Ephesians 5:14

  14 G1352 Daarom G3004 G5719 zegt Hij G1453 G5669 : Ontwaakt G2518 G5723 , gij, die slaapt G2532 , en G450 G5628 staat op G1537 uit G3498 de doden G2532 ; en G5547 Christus G2017 G zal over G4671 u G2017 G5692 lichten.

Deuteronomy 32:7

  7 H2142 H8798 Gedenk H3117 aan de dagen H5769 van ouds H995 H8798 ; merk op H8141 de jaren H1755 van elk H1755 geslacht H7592 H8798 ; vraag H1 uw vader H5046 H8686 , die zal het u bekend maken H2205 , uw ouden H559 H8799 , en zij zullen het u zeggen.

Deuteronomy 33:26

  26 H410 Niemand is er gelijk God H3484 , o Jeschurun H8064 ! Die op den hemel H7392 H8802 vaart H5828 tot uw hulp H1346 , en met Zijn hoogheid H7834 op de bovenste wolken.

Nehemiah 9:7-37

  7 H859 Gij H1931 zijt die H3068 HEERE H430 , de God H834 , Die H87 Abram H977 H8804 hebt verkoren H4480 , en hem uit H218 Ur H3778 der Chaldeen H3318 H8689 uitgevoerd H8034 ; en Gij hebt zijn naam H7760 H8804 gesteld H85 Abraham.
  8 H3824 En Gij hebt zijn hart H539 H8737 getrouw H4672 H8804 gevonden H6440 voor Uw aangezicht H1285 , en hebt een verbond H5973 met H3772 H8800 hem gemaakt H5414 H8800 , dat Gij zoudt geven H776 het land H3669 der Kanaanieten H2850 , der Hethieten H567 , der Amorieten H6522 , en der Ferezieten H2983 , en der Jebusieten H1622 , en der Girgasieten H2233 , dat Gij het zijn zade H5414 H8800 zoudt geven H1697 ; en Gij hebt Uw woorden H6965 H8686 bevestigd H3588 , omdat H1931 Gij H6662 rechtvaardig zijt.
  9 H7200 H8799 En Gij hebt aangezien H1 onzer vaderen H6040 ellende H4714 in Egypte H2201 , en Gij hebt hun geroep H8085 H8804 gehoord H5921 aan H5488 H3220 de Schelfzee;
  10 H226 En Gij hebt tekenen H4159 en wonderen H5414 H8799 gedaan H6547 aan Farao H3605 , en aan al H5650 zijn knechten H3605 , en aan al H5971 het volk H776 zijns lands H3588 ; want H3045 H8804 Gij wist H3588 , dat H2102 H0 zij trotselijk H5921 tegen H2102 H8689 hen handelden H8034 ; en Gij hebt U een Naam H6213 H8799 gemaakt H2088 , als het is te dezen H3117 dage.
  11 H3220 En Gij hebt de zee H6440 voor hun aangezicht H1234 H8804 gekliefd H8432 , dat zij in het midden H3220 der zee H3004 op het droge H5674 H8799 zijn doorgegaan H7291 H8802 ; en hun vervolgers H4688 hebt Gij in de diepten H7993 H8689 geworpen H68 , als een steen H5794 in sterke H4325 wateren.
  12 H3119 En Gij hebt ze des daags H5148 H8689 geleid H6051 H5982 met een wolkkolom H3915 , en des nachts H5982 H784 met een vuurkolom H215 H8687 , om hen te lichten H1870 op den weg H834 , waarin H3212 H8799 zij zouden wandelen.
  13 H3381 H8804 En Gij zijt neergedaald H5921 op H2022 den berg H5514 Sinai H5973 , en hebt met H1696 H8763 hen gesproken H4480 uit H8064 den hemel H5414 H8799 ; en Gij hebt hun gegeven H3477 rechtmatige H4941 rechten H571 , en getrouwe H8451 wetten H2896 , goede H2706 inzettingen H4687 en geboden.
  14 H6944 En Gij hebt Uw heiligen H7676 sabbat H3045 H8689 bekend gemaakt H4687 ; en Gij hebt hun geboden H2706 , en inzettingen H8451 en een wet H6680 H8765 bevolen H3027 , door de hand H5650 van Uw knecht H4872 Mozes.
  15 H3899 En Gij hebt hun brood H4480 uit H8064 den hemel H5414 H8804 gegeven H7458 voor hun honger H4325 , en hun water H4480 uit H5553 de steenrots H3318 H8689 voortgebracht H6772 voor hun dorst H559 H8799 ; en Gij hebt tot hen gezegd H935 H8800 , dat zij zouden ingaan H3423 H8800 om te erven H776 het land H834 , waarover H3027 Gij Uw hand H5375 H8804 ophieft H5414 H8800 , dat Gij het hun zoudt geven.
  16 H1922 Maar zij H1 en onze vaders H2102 H8689 hebben trotselijk gehandeld H6203 , en zij hebben hun nek H7185 H8686 verhard H3808 , en niet H8085 H8804 gehoord H413 naar H4687 Uw geboden;
  17 H3985 H8762 En zij hebben geweigerd H8085 H8800 te horen H3808 , en niet H2142 H8804 gedacht H6381 H8737 aan Uw wonderen H834 , die H5973 Gij bij H6213 H8804 hen gedaan hadt H6203 , en hebben hun nek H7185 H8686 verhard H4805 , en in hun wederspannigheid H7218 een hoofd H5414 H8799 gesteld H7725 H8800 , om weder te keren H5659 tot hun dienstbaarheid H859 . Doch Gij H433 , een God H5547 van vergevingen H2587 , genadig H7349 en barmhartig H750 H639 , lankmoedig H7227 , en groot H2617 van weldadigheid H3808 , hebt hen evenwel niet H5800 H8804 verlaten.
  18 H637 Zelfs H3588 , als H4541 zij zich een gegoten H5695 kalf H6213 H8804 gemaakt hadden H559 H8799 , en gezegd H2088 : Dit H430 is uw God H834 , Die H4480 u uit H4714 Egypte H5927 H8689 heeft opgevoerd H1419 ; en grote H5007 lasteren H6213 H8799 gedaan hadden;
  19 H859 Hebt Gij H7227 hen nochtans door Uw grote H7356 barmhartigheid H3808 niet H5800 H8804 verlaten H4057 in de woestijn H5982 H6051 ; de wolkkolom H5493 H8804 week H3808 niet H4480 H5921 van H3119 hen des daags H1870 , om hen op den weg H5148 H8687 te leiden H5982 H784 , noch de vuurkolom H3915 des nachts H215 H8687 , om hen te lichten H1870 , en dat, op den weg H834 , waarin H3212 H8799 zij zouden wandelen.
  20 H2896 En Gij hebt Uw goeden H7307 Geest H5414 H8804 gegeven H7919 H8687 om hen te onderwijzen H4478 ; en Uw Manna H3808 hebt Gij niet H4513 H8804 geweerd H4480 van H6310 hun mond H4325 , en water H5414 H8804 hebt Gij hun gegeven H6772 voor hun dorst.
  21 H705 Alzo hebt Gij hen veertig H8141 jaren H3557 H8773 onderhouden H4057 in de woestijn H3808 ; zij hebben geen H2637 H8804 gebrek gehad H8008 ; hun klederen H3808 zijn niet H1086 H8804 veroud H7272 , en hun voeten H3808 niet H1216 H8804 gezwollen.
  22 H4467 Voorts hebt Gij hun koninkrijken H5971 en volken H5414 H8799 gegeven H2505 H8799 , en hebt hen verdeeld H6285 in hoeken H3423 H8799 . Alzo hebben zij erfelijk bezeten H776 het land H5511 van Sihon H776 , te weten, het land H4428 des konings H2809 van Hesbon H776 , en het land H5747 van Og H4428 , koning H1316 van Basan.
  23 H1121 Gij hebt ook hun kinderen H7235 H8689 vermenigvuldigd H3556 , als de sterren H8064 des hemels H935 H8686 ; en Gij hebt hen gebracht H413 in H776 het land H834 , waarvan H1 Gij tot hun vaderen H559 H8804 hadt gezegd H935 H8800 , dat zij zouden ingaan H3423 H8800 om het erfelijk te bezitten.
  24 H1121 Alzo zijn de kinderen H935 H8799 daarin gekomen H776 , en hebben dat land H3423 H8799 erfelijk ingenomen H3427 H8802 ; en Gij hebt de inwoners H776 des lands H3669 , de Kanaanieten H6440 , voor hun aangezicht H3665 H8686 ten ondergebracht H3027 , en hebt hen in hun hand H5414 H8799 gegeven H4428 , mitsgaders hun koningen H5971 en de volken H776 des lands H6213 H8800 , om daarmede te doen H7522 naar hun welgevallen.
  25 H1219 H8803 En zij hebben vaste H5892 steden H8082 en een vet H127 land H3920 H8799 ingenomen H3423 H8799 , en erfelijk bezeten H1004 , huizen H4392 , vol H3605 van alle H2898 goed H2672 H8803 , uitgehouwen H953 bornputten H3754 , wijngaarden H2132 , olijfgaarden H6086 en bomen H3978 van spijze H7230 , in menigte H398 H8799 ; en zij hebben gegeten H7646 H8799 , en zijn zat H8080 H8686 en vet geworden H5727 H8691 , en hebben in wellust geleefd H1419 , door Uw grote H2898 goedigheid.
  26 H4784 H8686 Maar zij zijn wederspannig geworden H4775 H8799 , en hebben tegen U gerebelleerd H8451 , en Uw wet H310 achter H1458 hun rug H7993 H8686 geworpen H5030 , en Uw profeten H2026 H8804 gedood H834 die H5749 H8689 tegen hen betuigden H7725 H8687 , om hen te doen wederkeren H413 tot H1419 U; alzo hebben zij grote H5007 lasteren H6213 H8799 gedaan.
  27 H5414 H8799 Daarom hebt Gij hen gegeven H3027 in de hand H6862 hunner benauwers H6887 H8686 , die hen benauwd hebben H6256 ; maar als zij in den tijd H6869 hunner benauwdheid H413 tot H6817 H8799 U riepen H859 , hebt Gij H4480 van H8064 den hemel H8085 H8799 gehoord H7227 , en hun naar Uw grote H7356 barmhartigheden H3467 H8688 verlossers H5414 H8799 gegeven H4480 , die hen uit H3027 de hand H6862 hunner benauwers H3467 H8686 verlosten.
  28 H5117 H8800 Maar als zij rust hadden H7725 H8799 , keerden zij weder H7451 om kwaad H6213 H8800 te doen H6440 voor Uw aangezicht H5800 H8799 ; zo verliet Gij H3027 hen in de hand H341 H8802 hunner vijanden H7287 H8799 , dat zij over hen heersten H7725 H8799 ; als zij zich dan bekeerden H2199 H8799 , en U aanriepen H859 , zo hebt Gij H4480 hen van H8064 den hemel H8085 H8799 gehoord H7356 , en hebt hen naar Uw barmhartigheden H7227 tot vele H6256 tijden H5337 H8686 uitgerukt.
  29 H5749 H8686 En Gij hebt tegen hen betuigd H7725 H8687 , om hen te doen wederkeren H413 tot H8451 Uw wet H1922 ; maar zij H2102 H8689 hebben trotselijk gehandeld H3808 , en niet H8085 H8804 gehoord H4687 naar Uw geboden H4941 , en tegen Uw rechten H2398 H8804 , tegen dezelve hebben zij gezondigd H834 , door dewelke H120 een mens H6213 H8799 , die ze doet H2421 H8804 , leven zal H3802 ; en zij hebben hun schouder H5414 H8799 H5637 H8802 teruggetogen H6203 , en hun nek H7185 H8689 verhard H3808 , en niet H8085 H8804 gehoord.
  30 H4900 H8799 Doch Gij vertoogt H7227 het vele H8141 jaren H5921 over H5749 H8686 hen, en betuigdet H7307 tegen hen door Uw Geest H3027 , door den dienst H5030 Uwer profeten H238 H8689 , maar zij neigden het oor H3808 niet H5414 H8799 ; daarom hebt Gij hen gegeven H3027 in de hand H5971 van de volken H776 der landen.
  31 H7227 Doch door Uw grote H7356 barmhartigheden H3808 hebt Gij hen niet H6213 H8804 H3617 vernield H3808 , noch H5800 H8804 hen verlaten H3588 ; want H859 Gij H2587 zijt een genadig H7349 en barmhartig H410 God.
  32 H6258 Nu dan H430 , o onze God H1419 , Gij grote H1368 , Gij machtige H3372 H8737 , en Gij vreselijke H410 God H1285 , Die het verbond H2617 en de weldadigheid H8104 H8802 houdt H6440 ; laat voor Uw aangezicht H408 niet H4591 H8799 gering zijn H3605 al H8513 de moeite H834 , die H4672 H8804 ons getroffen heeft H4428 , onze koningen H8269 , onze vorsten H3548 , en onze priesteren H5030 ; en onze profeten H1 , en onze vaderen H3605 , en Uw ganse H5971 volk H4480 , van H3117 de dagen H4428 der koningen H804 van Assur H5704 af tot op H2088 dezen H3117 dag.
  33 H859 Doch Gij H6662 zijt rechtvaardig H5921 , in H3605 alles H935 H8802 H5921 , wat ons overkomen is H3588 ; want H571 Gij hebt trouwelijk H6213 H8804 gehandeld H587 , maar wij H7561 H8689 hebben goddelooslijk gehandeld.
  34 H4428 En onze koningen H8269 , onze vorsten H3548 , onze priesters H1 en onze vaders H8451 hebben Uw wet H3808 niet H6213 H8804 gedaan H3808 ; en zij hebben niet H7181 H8689 geluisterd H413 naar H4687 Uw geboden H5715 , en naar Uw getuigenissen H834 , die H5749 H8689 Gij tegen hen betuigdet.
  35 H1922 Want zij H3808 hebben U niet H5647 H8804 gediend H4438 in hun koninkrijk H7227 , en in Uw menigvuldig H2898 goed H834 , dat H5414 H8804 Gij hun gaaft H7342 , en in dat wijde H8082 en dat vette H776 land H834 , dat H6440 Gij voor hun aangezicht H5414 H8804 gegeven hadt H3808 ; en zij hebben zich niet H7725 H8804 bekeerd H4480 van H7451 hun boze H4611 werken.
  36 H2009 Zie H587 , wij H3117 zijn heden H5650 knechten H776 ; ja, het land H834 , dat H1 Gij onzen vaderen H5414 H8804 gegeven hebt H6529 , om de vrucht H2898 daarvan, en het goede H398 H8800 daarvan te eten H2009 , zie H5921 , daarin H587 zijn wij H5650 knechten.
  37 H7235 H8688 En het vermenigvuldigt H8393 zijn inkomste H4428 voor den koningen H834 , die H5921 Gij over H5414 H8804 ons gesteld hebt H2403 , om onzer zonden H4910 H8802 wil; en zij heersen H5921 over H1472 onze lichamen H929 en over onze beesten H7522 , naar hun welgevallen H587 ; alzo zijn wij H1419 in grote H6869 benauwdheid.

Psalms 78:1-72

  1 H4905 H8688 Een onderwijzing H623 van Asaf H5971 . O mijn volk H238 H0 ! neem H8451 mijn leer H238 H8685 ter oren H5186 H8685 ; neigt H241 ulieder oor H561 tot de redenen H6310 mijns monds.
  2 H6310 Ik zal mijn mond H6605 H8799 opendoen H4912 met spreuken H2420 ; ik zal verborgenheden H5042 H8686 overvloediglijk uitstorten H6924 , van ouds her;
  3 H8085 H8804 Die wij gehoord hebben H3045 H8799 en weten H1 ze, en onze vaders H5608 H8765 ons verteld hebben.
  4 H3582 H8762 Wij zullen het niet verbergen H1121 voor hun kinderen H314 , voor het navolgende H1755 geslacht H5608 H8764 , vertellende H8416 de loffelijkheden H3068 des HEEREN H5807 , en Zijn sterkheid H6381 H8737 , en Zijn wonderen H6213 H8804 , die Hij gedaan heeft.
  5 H5715 Want Hij heeft een getuigenis H6965 H8686 opgericht H3290 in Jakob H8451 , en een wet H7760 H8804 gesteld H3478 in Israel H1 ; die Hij onzen vaderen H6680 H8765 geboden heeft H1121 , dat zij ze hun kinderen H3045 H8687 zouden bekend maken;
  6 H314 Opdat het navolgende H1755 geslacht H3045 H8799 [die] weten zou H1121 , de kinderen H3205 H8735 , [die] geboren zouden worden H6965 H8799 ; [en] zouden opstaan H5608 H8762 , en vertellen H1121 ze hun kinderen;
  7 H3689 En dat zij hun hoop H430 op God H7760 H8799 zouden stellen H410 , en Gods H4611 daden H7911 H8799 niet vergeten H4687 , maar Zijn geboden H5341 H8799 bewaren;
  8 H1 En dat zij niet zouden worden gelijk hun vaders H5637 H8802 , een wederhorig H4784 H8802 en wederspannig H1755 geslacht H1755 ; een geslacht H3820 , [dat] zijn hart H3559 H8689 niet richtte H7307 , en welks geest H539 H8738 niet getrouw was H410 met God.
  9 H1121 (De kinderen H669 van Efraim H5401 H8802 , gewapende H7411 H8802 H7198 boogschutters H2015 H8804 , keerden om H3117 ten dage H7128 des strijds.)
  10 H8104 H8804 Zij hielden H430 Gods H1285 verbond H3985 H8765 niet, en weigerden H3212 H8800 te wandelen H8451 in Zijn wet.
  11 H7911 H8799 En zij vergaten H5949 Zijn daden H6381 H8737 , en Zijn wonderen H7200 H8689 , die Hij hun had doen zien.
  12 H5048 Voor H1 hun vaderen H6382 had Hij wonder H6213 H8804 gedaan H776 H4714 , in Egypteland H7704 , [in] het veld H6814 van Zoan.
  13 H1234 H8804 Hij kliefde H3220 de zee H5674 H8686 , en deed er hen doorgaan H4325 ; en de wateren H5324 H8686 deed Hij staan H5067 als een hoop.
  14 H5148 H8686 En Hij leidde H3119 hen des daags H6051 met een wolk H3915 , en den gansen nacht H216 met een licht H784 des vuurs.
  15 H1234 H8762 Hij kliefde H6697 de rotsstenen H4057 in de woestijn H8248 H8686 , en drenkte H7227 hen overvloedig H8415 , als [uit] afgronden.
  16 H3318 H0 Want Hij bracht H5140 H8802 stromen H3318 H8686 voort H5553 uit de steenrots H4325 , en deed de wateren H3381 H8686 afdalen H5104 als rivieren.
  17 H3254 H8686 Nog voeren zij wijders voort H2398 H8800 tegen Hem te zondigen H4784 H8687 , verbitterende H5945 den Allerhoogste H6723 in de dorre wildernis.
  18 H5254 H8762 En zij verzochten H410 God H3824 in hun hart H7592 H8800 , begerende H400 spijs H5315 naar hun lust.
  19 H1696 H8762 En zij spraken H430 tegen God H559 H8804 , zij zeiden H410 : Zou God H7979 een tafel H3201 H8799 kunnen H6186 H8800 toerichten H4057 in de woestijn?
  20 H6697 Ziet, Hij heeft den rotssteen H5221 H8689 geslagen H4325 , dat er wateren H2100 H8799 uitvloeiden H5158 , en beken H7857 H8799 overvloediglijk uitbraken H3899 , zou Hij ook brood H3201 H8799 kunnen H5414 H8800 geven H5971 ? Zou Hij Zijn volke H7607 vlees H3559 H8686 toebereiden?
  21 H8085 H8804 Daarom hoorde H3068 de HEERE H5674 H8691 , en werd verbolgen H784 ; en een vuur H5400 H8738 werd ontstoken H3290 tegen Jakob H639 , en toorn H5927 H8804 ging ook op H3478 tegen Israel;
  22 H430 Omdat zij in God H539 H8689 niet geloofden H3444 , en op Zijn heil H982 H8804 niet vertrouwden.
  23 H7834 Daar Hij den wolken H4605 van boven H6680 H8762 gebood H1817 , en de deuren H8064 des hemels H6605 H8804 opende;
  24 H4305 H8686 En regende H4478 op hen het Man H398 H8800 om te eten H5414 H8804 , en gaf H8064 hun hemels H1715 koren.
  25 H376 Een iegelijk H398 H8804 at H3899 het brood H47 der Machtigen H7971 H8804 ; Hij zond H6720 hun teerkost H7648 tot verzadiging.
  26 H5265 H0 Hij dreef H6921 den oostenwind H5265 H8686 voort H8064 in den hemel H5090 H0 , en voerde H8486 den zuidenwind H5090 H8762 aan H5797 door Zijn sterkte;
  27 H4305 H8686 En regende H7607 op hen vlees H6083 als stof H3671 , en gevleugeld H5775 gevogelte H2344 als zand H3220 der zeeen;
  28 H5307 H8686 En deed het vallen H7130 in het midden H4264 zijns legers H5439 , rondom H4908 zijn woningen.
  29 H398 H8799 Toen aten zij H3966 , en werden zeer H7646 H8799 zat H8378 ; zodat Hij hun hun lust H935 H8686 toebracht.
  30 H2114 H8804 Zij waren nog niet vervreemd H8378 van hun lust H400 ; hun spijs H6310 was nog in hun mond,
  31 H430 Als Gods H639 toorn H5927 H8804 tegen hen opging H4924 , dat Hij van hun vetsten H2026 H8799 doodde H970 , en de uitgelezenen H3478 van Israel H3766 H8689 nedervelde.
  32 H2398 H8804 Boven dit alles zondigden zij H539 H8689 nog, en geloofden H6381 H8737 niet, door Zijn wonderen.
  33 H3117 Dies deed Hij hun dagen H3615 H8762 vergaan H1892 in ijdelheid H8141 , en hun jaren H928 in verschrikking.
  34 H2026 H8804 Als Hij hen doodde H1875 H8804 , zo vraagden zij H7725 H8804 naar Hem, en keerden weder H7836 H0 , en zochten H410 God H7836 H8765 vroeg;
  35 H2142 H8799 En gedachten H430 , dat God H6697 hun Rotssteen H410 was, en God H5945 , de Allerhoogste H1350 H8802 , hun Verlosser.
  36 H6601 H8762 En zij vleiden H6310 Hem met hun mond H3576 H8762 , en logen H3956 Hem met hun tong.
  37 H3820 Want hun hart H3559 H8737 was niet recht H539 H8738 met Hem, en zij waren niet getrouw H1285 in Zijn verbond.
  38 H7349 Doch Hij, barmhartig H3722 H8762 zijnde, verzoende H5771 de ongerechtigheid H7843 H8686 , en verdierf H7725 H0 hen niet; maar wendde H7235 H8689 dikwijls H639 Zijn toorn H7725 H8687 af H5782 H8686 , en wekte H2534 Zijn ganse grimmigheid niet op.
  39 H2142 H8799 En Hij dacht H1320 , dat zij vlees H7307 waren, een wind H1980 H8802 , die henengaat H7725 H8799 en niet wederkeert.
  40 H4100 Hoe dikwijls H4784 H8686 verbitterden zij H4057 Hem in de woestijn H6087 H8686 , deden Hem smart H3452 aan in de wildernis!
  41 H7725 H8799 Want zij kwamen alweder H5254 H8762 , en verzochten H410 God H8428 H0 , en stelden H6918 den Heilige H3478 Israels H8428 H8689 een perk.
  42 H2142 H8804 Zij dachten H3027 niet aan Zijn hand H3117 , aan den dag H6862 , toen Hij hen van den wederpartijder H6299 H8804 verloste;
  43 H226 Hoe Hij Zijn tekenen H7760 H8804 stelde H4714 in Egypte H4159 , en Zijn wonderheden H7704 in het veld H6814 van Zoan;
  44 H2975 En hun vloeden H1818 in bloed H2015 H8799 veranderde H5140 H8802 , en hun stromen H8354 H8799 , opdat zij niet zouden drinken.
  45 H7971 H8762 Hij zond H6157 een vermenging van ongedierte H398 H8799 onder hen, dat hen verteerde H6854 , en vorsen H7843 H8686 , die hen verdierven.
  46 H5414 H8799 En Hij gaf H2981 hun gewas H2625 den kruidworm H3018 , en hun arbeid H697 den sprinkhaan.
  47 H2026 H8799 Hij doodde H1612 hun wijnstok H1259 door den hagel H8256 , en hun wilde vijgebomen H2602 door vurigen hagelsteen.
  48 H5462 H0 Ook gaf Hij H1165 hun vee H1259 den hagel H5462 H8686 over H4735 , en hun beesten H7565 aan de vurige kolen.
  49 H7971 H8762 Hij zond H2740 onder hen de hittigheid H639 Zijns toorns H5678 , verbolgenheid H2195 , en verstoordheid H6869 , en benauwdheid H4917 , [met] uitzending H4397 der boden H7451 van veel kwaads.
  50 H6424 H8762 Hij woog H5410 een pad H639 voor Zijn toorn H2820 H8804 ; Hij onttrok H5315 hun ziel H4194 niet van den dood H2416 ; en hun gedierte H5462 H0 gaf H1698 Hij aan de pestilentie H5462 H8689 over.
  51 H5221 H8686 En Hij sloeg H1060 al het eerstgeborene H4714 in Egypte H7225 , het beginsel H202 der krachten H168 in de tenten H2526 van Cham.
  52 H5265 H8686 En Hij voerde H5971 Zijn volk H6629 als schapen H5090 H8762 , en leidde H5739 hen, als een kudde H4057 , in de woestijn.
  53 H5148 H8686 Ja, Hij leidde H983 hen zeker H6342 H8804 , zodat zij niet vreesden H3220 ; want de zee H341 H8802 had hun vijanden H3680 H8765 overdekt.
  54 H935 H8686 En Hij bracht H1366 hen tot de landpale H6944 Zijner heiligheid H2022 , tot dezen berg H3225 , [dien] Zijn rechterhand H7069 H8804 verkregen heeft.
  55 H1644 H8762 En Hij verdreef H6440 voor hun aangezicht H1471 de heidenen H5307 H8686 , en deed hen vallen H2256 in het snoer H5159 [hunner] erfenis H7626 , en deed de stammen H3478 Israels H168 in hun tenten H7931 H8686 wonen.
  56 H5254 H8762 Maar zij verzochten H4784 H8686 en verbitterden H430 God H5945 , den Allerhoogste H8104 H8804 , en onderhielden H5713 Zijn getuigenissen niet.
  57 H5472 H8735 En zij weken terug H898 H8799 , en handelden trouwelooslijk H1 , gelijk hun vaders H2015 H8738 ; zij zijn omgekeerd H7423 , als een bedriegelijke H7198 boog.
  58 H3707 H8686 En zij verwekten Hem tot toorn H1116 door hun hoogten H7065 H8686 , en verwekten Hem tot ijver H6456 door hun gesneden beelden.
  59 H430 God H8085 H8804 hoorde H5674 H8691 het en werd verbolgen H3988 H8799 , en versmaadde H3478 Israel H3966 zeer.
  60 H5203 H8799 Dies verliet Hij H4908 den tabernakel H7887 te Silo H168 , de tent H7931 H8765 , [die] Hij tot een woning gesteld had H120 onder de mensen.
  61 H5414 H8799 En Hij gaf H5797 Zijn sterkte H7628 in de gevangenis H8597 , en Zijn heerlijkheid H3027 in de hand H6862 des wederpartijders.
  62 H5462 H0 En Hij leverde H5971 Zijn volk H5462 H8686 over H2719 ten zwaarde H5674 H8694 , en werd verbolgen H5159 tegen Zijn erfenis.
  63 H784 Het vuur H398 H8804 verteerde H970 hun jongelingen H1330 , en hun jonge dochters H1984 H8795 werden niet geprezen.
  64 H3548 Hun priesters H5307 H8804 vielen H2719 door het zwaard H490 , en hun weduwen H1058 H8799 weenden niet.
  65 H3364 H8799 Toen ontwaakte H136 de Heere H3463 , als een slapende H1368 , als een held H7442 H8711 , die juicht H3196 van den wijn.
  66 H5221 H8686 En Hij sloeg H6862 Zijn wederpartijders H268 aan het achterste H5414 H0 ; Hij deed H5769 hun eeuwige H2781 smaadheid H5414 H8804 aan.
  67 H3988 H8799 Doch Hij verwierp H168 de tent H3130 van Jozef H7626 , en den stam H669 van Efraim H977 H8804 verkoos Hij niet.
  68 H977 H8799 Maar Hij verkoos H7626 den stam H3063 van Juda H2022 , den berg H6726 Sion H157 H8804 , dien Hij liefhad.
  69 H1129 H8799 En Hij bouwde H4720 Zijn heiligdom H7311 H8802 als hoogten H776 , als de aarde H3245 H8804 , die Hij gegrond heeft H5769 in eeuwigheid.
  70 H977 H8799 En Hij verkoos H5650 Zijn knecht H1732 David H3947 H8799 , en nam H4356 H6629 hem van de schaapskooien;
  71 H310 Van achter H5763 H8802 de zogende H935 H8689 [schapen] deed Hij hem komen H7462 H8800 , om te weiden H3290 Jakob H5971 , Zijn volk H3478 , en Israel H5159 , Zijn erfenis.
  72 H7462 H8686 Ook heeft hij hen geweid H8537 naar de oprechtheid H3824 zijns harten H5148 H8686 , en heeft hen geleid H8394 met een zeer verstandig beleid H3709 zijner handen.

Psalms 105:1-45

  1 H3034 H8685 Looft H3068 den HEERE H7121 H0 , roept H8034 Zijn Naam H7121 H8798 aan H3045 H0 , maakt H5949 Zijn daden H3045 H8685 bekend H5971 onder de volken.
  2 H7891 H8798 Zingt H2167 H8761 Hem, psalmzingt H7878 H8798 Hem, spreekt aandachtelijk H6381 H8737 van al Zijn wonderen.
  3 H1984 H8690 Roemt H8034 u in den H6944 Naam Zijner heiligheid H3820 ; het hart H3068 dergenen, die den HEERE H1245 H8764 zoeken H8055 H8799 , verblijde zich.
  4 H1875 H8798 Vraagt naar H3068 den HEERE H5797 en Zijn sterkte H1245 H8761 ; zoekt H6440 Zijn aangezicht H8548 geduriglijk.
  5 H2142 H8798 Gedenkt H6381 H8737 Zijner wonderen H6213 H8804 , die Hij gedaan heeft H4159 , Zijner wondertekenen H4941 , en der oordelen H6310 Zijns monds.
  6 H2233 Gij zaad H85 van Abraham H5650 , Zijn knecht H1121 , gij kinderen H3290 van Jakob H972 , Zijn uitverkorene!
  7 H3068 Hij is de HEERE H430 , onze God H4941 ; Zijn oordelen H776 zijn over de gehele aarde.
  8 H2142 H8804 Hij gedenkt H1285 Zijns verbonds H5769 tot in der eeuwigheid H1697 , des woords H6680 H8765 , [dat] Hij ingesteld heeft H505 , tot in duizend H1755 geslachten;
  9 H85 [Des] [verbonds], dat Hij met Abraham H3772 H8804 heeft gemaakt H7621 , en Zijns eeds H3446 aan Izak;
  10 H5975 H8686 Welken Hij ook gesteld heeft H3290 aan Jakob H2706 tot een inzetting H3478 , aan Israel H5769 [tot] een eeuwig H1285 verbond,
  11 H559 H8800 Zeggende H5414 H8799 : Ik zal u geven H776 het land H3667 Kanaan H2256 , het snoer H5159 van ulieder erfdeel.
  12 H4962 Als zij weinig mensen H4557 in getal H4592 waren, ja, weinig H1481 H8802 en vreemdelingen daarin;
  13 H1980 H8691 En wandelden H1471 van volk H1471 tot volk H4467 , van het ene koninkrijk H312 tot het andere H5971 volk;
  14 H3240 H0 Hij liet H120 geen mens H3240 H8689 toe H6231 H8800 hen te onderdrukken H3198 H8686 ; ook bestrafte Hij H4428 koningen om hunnentwil, [zeggende]:
  15 H5060 H0 Tast H4899 Mijn gezalfden H5060 H8799 niet aan H5030 , en doet Mijn profeten H7489 H8686 geen kwaad.
  16 H7121 H8799 Hij riep H7458 ook een honger H776 in het land H7665 H8804 ; Hij brak H4294 allen staf H3899 des broods.
  17 H7971 H8804 Hij zond H376 een man H6440 voor hun aangezicht H3130 henen; Jozef H4376 H8738 werd verkocht H5650 tot een slaaf.
  18 H6031 H8765 Men drukte H7272 zijn voeten H3525 in den stok H5315 ; zijn persoon H935 H8804 kwam H1270 [in] de ijzers.
  19 H6256 Tot den tijd H1697 toe, dat Zijn woord H935 H8800 kwam H565 , heeft hem de rede H3068 des HEEREN H6884 H8804 doorlouterd.
  20 H4428 De koning H7971 H8804 zond H5425 H8686 , en deed hem ontslaan H4910 H8802 ; de heerser H5971 der volken H6605 H8762 liet hem los.
  21 H7760 H8804 Hij zette H113 hem tot een heer H1004 over zijn huis H4910 H8802 , en tot een heerser H7075 over al zijn goed;
  22 H8269 Om zijn vorsten H631 H8800 te binden H5315 naar zijn lust H2205 , en zijn oudsten H2449 H8762 te onderwijzen.
  23 H935 H8799 Daarna kwam H3478 Israel H4714 in Egypte H3290 , en Jakob H1481 H8804 verkeerde als vreemdeling H776 in het land H2526 van Cham.
  24 H5971 En Hij deed Zijn volk H3966 zeer H6509 H8686 wassen H6105 H8686 , en maakte het machtiger H6862 dan Zijn tegenpartijders.
  25 H2015 H8804 Hij keerde H3820 hun hart H5971 om, dat zij Zijn volk H8130 H8800 haatten H5650 , dat zij met Zijn knechten H5230 H8692 listiglijk handelden.
  26 H7971 H8804 Hij zond H4872 Mozes H5650 , Zijn knecht H175 , [en] Aaron H977 H8804 , dien Hij verkoren had.
  27 H7760 H8804 Zij deden H1697 onder hen de bevelen H226 Zijner tekenen H4159 , en de wonderwerken H776 in het land H2526 van Cham.
  28 H7971 H8804 Hij zond H2822 duisternis H2821 H8686 , en maakte het duister H1697 ; en zij waren Zijn woord H4784 H8804 niet wederspannig.
  29 H2015 H8804 Hij keerde H4325 hun wateren H1818 in bloed H4191 H8686 , en Hij doodde H1710 hun vissen.
  30 H776 Hun land H8317 H0 bracht H6854 vorsen H8317 H8804 voort in overvloed H2315 , [tot] in de binnenste kameren H4428 hunner koningen.
  31 H559 H8804 Hij sprak H935 H8799 , en er kwam H6157 een vermenging van ongedierte H3654 , luizen H1366 , in hun ganse landpale.
  32 H5414 H8804 Hij maakte H1653 hun regen H1259 tot hagel H3852 , vlammig H784 vuur H776 in hun land.
  33 H5221 H8686 En Hij sloeg H1612 hun wijnstok H8384 en hun vijgeboom H7665 H8762 , en Hij brak H6086 het geboomte H1366 hunner landpalen.
  34 H559 H8804 Hij sprak H935 H8799 , en er kwamen H697 sprinkhanen H3218 en kevers H4557 , en dat zonder getal;
  35 H6212 Die al het kruid H776 in hun land H398 H8799 opaten H398 H0 , ja, aten H6529 de vrucht H127 hunner landouwe H398 H8799 op.
  36 H5221 H8686 Hij versloeg H1060 ook alle eerstgeborenen H776 in hun land H7225 , de eerstelingen H202 al hunner krachten.
  37 H3318 H8686 En Hij voerde hen uit H3701 met zilver H2091 en goud H7626 ; en onder hun stammen H3782 H8802 was niemand, die struikelde.
  38 H4714 Egypte H8055 H8804 was blijde H3318 H8800 , als zij uittrokken H6343 , want hun verschrikking H5307 H8804 was op hen gevallen.
  39 H6566 H0 Hij breidde H6051 een wolk H6566 H8804 uit H4539 tot een deksel H784 , en vuur H3915 om den nacht H215 H8687 te verlichten.
  40 H7592 H8804 Zij baden H7958 , en Hij deed kwakkelen H935 H8686 komen H7646 H8686 , en Hij verzadigde H8064 hen met hemels H3899 brood.
  41 H6605 H8804 Hij opende H6697 een steenrots H2100 H8799 , en er vloeiden H4325 wateren H1980 H8804 uit, [die] gingen H6723 door de dorre plaatsen H5104 [als] een rivier.
  42 H2142 H8804 Want Hij dacht aan H6944 Zijn heilig H1697 woord H85 , aan Abraham H5650 , Zijn knecht.
  43 H3318 H0 Alzo voerde Hij H5971 Zijn volk H3318 H8686 uit H8342 met vrolijkheid H972 , Zijn uitverkorenen H7440 met gejuich.
  44 H5414 H8799 En Hij gaf H776 hun de landen H1471 der heidenen H3423 H8799 , zodat zij in erfenis bezaten H5999 den arbeid H3816 der volken;
  45 H2706 Opdat zij Zijn inzettingen H8104 H8799 onderhielden H8451 , en Zijn wetten H5341 H8799 bewaarden H1984 H8761 H3050 . Hallelujah!

Psalms 111:4

  4 H6381 H8737 [Zain]. Hij heeft Zijn wonderen H2143 een gedachtenis H6213 H8804 gemaakt H3068 ; [Cheth]. de HEERE H2587 is genadig H7349 en barmhartig.

Isaiah 42:9

  9 H7223 Ziet, de voorgaande dingen H935 H8804 zijn gekomen H2319 , en nieuwe dingen H5046 H8688 verkondig Ik H6779 H8799 ; eer dat zij uitspruiten H8085 H8686 , doe Ik ulieden die horen.

Isaiah 45:5-6

  5 H3068 Ik ben de HEERE H2108 , en niemand meer, buiten H430 Mij is er geen God H247 H8762 ; Ik zal u gorden H3045 H8804 , hoewel gij Mij niet kent.
  6 H3045 H8799 Opdat men wete H4217 , van den opgang H8121 der zon H4628 en van den ondergang H1107 , dat er buiten H657 Mij niets H3068 is, Ik ben de HEERE, en niemand meer.

Isaiah 45:14

  14 H559 H8804 Alzo zegt H3068 de HEERE H3018 : De arbeid H4714 der Egyptenaren H5505 en de koophandel H3568 der Moren H5436 en der Sabeers H582 , der mannen H4060 van grote lengte H5674 H8799 , zullen tot u overkomen H3212 H8799 H310 , en zij zullen de uwe zijn, zij zullen u navolgen H2131 , in boeien H5674 H8799 zullen zij overkomen H7812 H8691 ; en zij zullen zich voor u buigen H6419 H8691 , zij zullen u smeken H410 , [zeggende]: Gewisselijk, God H657 is in u, en er is anders geen H430 God meer.

Isaiah 45:18

  18 H559 H8804 Want alzo zegt H3068 de HEERE H8064 , Die de hemelen H1254 H8802 geschapen heeft H430 , Die God H776 , Die de aarde H3335 H8802 geformeerd H6213 H8802 , en Die ze gemaakt heeft H3559 H8790 ; Hij heeft ze bevestigd H1254 H8804 , Hij heeft ze niet geschapen H8414 , dat zij ledig H3335 H8804 zijn zou, [maar] heeft ze geformeerd H3427 H8800 , opdat men daarin wonen zou H3068 : Ik ben de HEERE, en niemand meer.

Isaiah 45:21-22

  21 H5046 H8685 Verkondigt H5066 H8685 en treedt hier toe H3289 H8735 , ja, beraadslaagt H3162 samen H8085 H8689 : wie heeft dat laten horen H6924 van ouds H5046 H8689 her? [Wie] heeft dat van toen af verkondigd H3068 ? Ben Ik het niet, de HEERE H430 ? en er is geen God H1107 meer behalve H6662 Mij, een rechtvaardig H410 God H3467 H8688 , en een Heiland H369 , niemand H2108 is er dan Ik.
  22 H6437 H8798 Wendt U naar Mij toe H3467 H8734 , wordt behouden H657 , alle gij einden H776 der aarde H410 ! want Ik ben God, en niemand meer.

Isaiah 46:5

  5 H1819 H8762 Wien zoudt gijlieden Mij nabeelden H7737 H8686 , en evengelijk maken H4911 H8686 , en Mij vergelijken H1819 H8799 , dat wij elkander gelijken zouden?

Isaiah 65:17

  17 H1254 H8802 Want ziet, Ik schep H2319 nieuwe H8064 hemelen H2319 en een nieuwe H776 aarde H7223 ; en de vorige H2142 H8735 dingen zullen niet [meer] gedacht worden H3820 , en zullen in het hart H5927 H8799 niet opkomen.

Jeremiah 23:7-8

  7 H3117 Daarom, ziet, de dagen H935 H8802 komen H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H559 H8799 , dat zij niet meer zullen zeggen H3068 : [Zo] [waarachtig] [als] de HEERE H2416 leeft H1121 , Die de kinderen H3478 Israels H776 H4714 uit Egypteland H5927 H8689 heeft opgevoerd.
  8 H3068 Maar: [Zo] [waarachtig] [als] de HEERE H2416 leeft H2233 , Die het zaad H1004 van het huis H3478 Israels H5927 H8689 heeft opgevoerd H935 H8689 , en Die het aangebracht heeft H776 uit het land H6828 van het noorden H776 , en uit al de landen H5080 H8689 , waarheen Ik ze gedreven had H3427 H8804 ! want zij zullen wonen H127 in hun land.

Daniel 9:6-15

  6 H8085 H8804 En wij hebben niet gehoord H5650 naar Uw dienstknechten H5030 , de profeten H8034 , die in Uw Naam H1696 H8765 spraken H4428 tot onze koningen H8269 , onze vorsten H1 en onze vaders H5971 , en tot al het volk H776 des lands.
  7 H136 Bij U, o Heere H6666 ! is de gerechtigheid H1322 , maar bij ons de beschaamdheid H6440 der aangezichten H3117 , gelijk het is te dezen dage H376 ; bij de mannen H3063 van Juda H3427 H8802 , en de inwoners H3389 van Jeruzalem H3478 , en geheel Israel H7138 , die nabij H7350 en die verre H776 zijn, in al de landen H5080 H8689 , waar Gij ze henengedreven hebt H4604 , om hun overtreding H4603 H8804 , waarmede zij tegen U overtreden hebben.
  8 H136 O Heere H1322 ! bij ons is de beschaamdheid H6440 der aangezichten H4428 , bij onze koningen H8269 , bij onze vorsten H1 , en bij onze vaders H2398 H8804 , omdat wij tegen U gezondigd hebben.
  9 H136 Bij den Heere H430 , onzen God H7356 , zijn de barmhartigheden H5547 en vergevingen H4775 H8804 , alhoewel wij tegen Hem gerebelleerd hebben.
  10 H6963 En wij hebben der stem H3068 des HEEREN H430 , onzes Gods H8085 H8804 , niet gehoorzaamd H8451 , dat wij in Zijn wetten H3212 H8800 wandelen H5414 H8804 zouden, die Hij gegeven heeft H6440 voor onze aangezichten H3027 , door de hand H5650 van Zijn knechten H5030 , de profeten.
  11 H3478 Maar geheel Israel H8451 heeft Uw wet H5674 H8804 overtreden H5493 H8800 , met af te wijken H6963 , dat zij Uwer stem H8085 H8800 niet gehoorzaamden H5413 H8799 ; daarom is over ons uitgestort H423 die vloek H7621 , en die eed H3789 H8803 , die geschreven is H8451 in de wet H4872 van Mozes H5650 , den knecht H430 Gods H2398 H8804 , dewijl wij tegen Hem gezondigd hebben.
  12 H1697 En Hij heeft Zijn woorden H6965 H8686 bevestigd H1696 H8765 , die Hij gesproken heeft H8199 H8802 tegen ons, en tegen onze richters H8199 H8804 , die ons richtten H935 H8687 , brengende H1419 over ons een groot H7451 kwaad H6213 H8738 , hetwelk niet geschied is H8064 onder den gansen hemel H3389 , gelijk aan Jeruzalem H6213 H8738 geschied is.
  13 H8451 Gelijk als in de wet H4872 van Mozes H3789 H8803 geschreven is H7451 , [alzo] is al dat kwaad H935 H8804 over ons gekomen H2470 H8765 ; en wij smeekten H6440 het aangezicht H3068 des HEEREN H430 , onzes Gods H7725 H8800 , niet, afkerende H5771 van onze ongerechtigheden H7919 H8687 , en verstandelijk acht gevende H571 op Uw waarheid.
  14 H3068 Daarom heeft de HEERE H7451 over het kwade H8245 H8799 gewaakt H935 H8686 , en Hij heeft het over ons gebracht H3068 ; want de HEERE H430 , onze God H6662 , is rechtvaardig H4639 in al Zijn werken H6213 H8804 , die Hij gedaan heeft H6963 , dewijl wij Zijner stem H8085 H8804 niet gehoorzaamden.
  15 H136 En nu, o Heere H430 , onze God H5971 ! Die Uw volk H776 H4714 uit Egypteland H3318 H8689 gevoerd hebt H2389 , met een sterke H3027 hand H8034 , en hebt U een Naam H6213 H8799 gemaakt H3117 , gelijk hij is te dezen dage H2398 H8804 ; wij hebben gezondigd H7561 H8804 , wij zijn goddeloos geweest.

Genesis 3:15

  15 H342 En Ik zal vijandschap H7896 H8799 zetten H996 tussen H996 u en tussen H802 deze vrouw H996 , en tussen H2233 uw zaad H996 en tussen H2233 haar zaad H1931 ; datzelve H7218 zal u den kop H7779 H8799 vermorzelen H859 , en gij H6119 zult het de verzenen H7779 H8799 vermorzelen.

Genesis 12:2-3

  2 H1419 En Ik zal u tot een groot H1471 volk H6213 H8799 maken H1288 H8762 , en u zegenen H8034 , en uw naam H1431 H8762 groot maken H1961 H8799 ; en wees H1293 een zegen!
  3 H1288 H8762 En Ik zal zegenen H1288 H8764 , die u zegenen H779 H8799 , en vervloeken H7043 H8764 , die u vloekt H3605 ; en in u zullen alle H4940 geslachten H127 des aardrijks H1288 H8738 gezegend worden.

Genesis 49:10

  10 H7626 De schepter H4480 zal van H3063 Juda H3808 niet H5493 H8799 wijken H2710 H8781 , noch de wetgever H4480 van H996 tussen H7272 zijn voeten H5704 H3588 , totdat H7886 Silo H935 H8799 komt H5971 , en Denzelven zullen de volken H3349 gehoorzaam zijn.

Genesis 49:22-26

  22 H3130 Jozef H6509 H8802 is een vruchtbare H1121 tak H6509 H8802 , een vruchtbare H1121 tak H5921 aan H5869 een fontein H1323 ; elk der takken H6805 H8804 loopt H5921 over H7791 den muur.
  23 H1167 H2671 De schutters H4843 H8762 hebben hem wel bitterheid aangedaan H7232 H8804 , en beschoten H7852 H8799 , en hem gehaat;
  24 H7198 Maar zijn boog H386 is in stijvigheid H3427 H8799 gebleven H2220 , en de armen H3027 zijner handen H6339 H8799 zijn gesterkt geworden H4480 , door H3027 de handen H46 van den Machtige H3290 Jakobs H4480 H8033 ; daarvan H7462 H8802 is hij een herder H68 , een steen H3478 Israels;
  25 H4480 Van H1 uws vaders H410 God H5826 H8799 , Die u zal helpen H854 , en van H7706 den Almachtige H1288 H8762 , Die u zal zegenen H1293 , met zegeningen H8064 des hemels H4480 van H5920 boven H1293 , met zegeningen H8415 des afgronds H8478 , die daaronder H7257 H8802 ligt H1293 , met zegeningen H7699 der borsten H7356 en der baarmoeder!
  26 H1293 De zegeningen H1 uws vaders H1396 H8804 H5921 gaan te boven H1293 de zegeningen H2029 H8802 mijner voorvaderen H5704 , tot aan H8379 het einde H5769 van de eeuwige H1389 heuvelen H1961 H8799 ; die zullen zijn H7218 op het hoofd H3130 van Jozef H6936 , en op den hoofdschedel H5139 des afgezonderden H251 zijner broederen!

Numbers 24:17-24

  17 H7200 H8799 Ik zal hem zien H7789 H8799 , maar nu niet; ik zal hem aanschouwen H7138 , maar niet nabij H3556 . Er zal een ster H1869 H8804 voortkomen H3290 uit Jakob H7626 , en er zal een scepter H3478 uit Israel H6965 H8804 opkomen H6285 ; die zal de palen H4124 der Moabieten H4272 H8804 verslaan H1121 , en zal al de kinderen H8352 H8676 H8351 van Seth H6979 H8773 verstoren.
  18 H123 En Edom H3424 zal een erfelijke bezitting H8165 zijn; en Seir H341 H8802 zal zijn vijanden H3424 een erfelijke bezitting H3478 zijn; doch Israel H2428 zal kracht H6213 H8802 doen.
  19 H3290 En er zal [een] uit Jakob H7287 H8799 heersen H8300 , en hij zal de overigen H5892 uit de steden H6 H8689 ombrengen.
  20 H6002 Toen hij de Amalekieten H7200 H8799 zag H5375 H0 , zo hief hij H4912 zijn spreuk H5375 H8799 op H559 H8799 , en zeide H6002 : Amalek H7225 is de eersteling H1471 der heidenen H319 ; maar zijn uiterste H8 H5703 is ten verderve!
  21 H7017 Toen hij de Kenieten H7200 H8799 zag H5375 H0 , zo hief hij H4912 zijn spreuk H5375 H8799 op H559 H8799 , en zeide H4186 : Uw woning H386 is vast H7064 , en gij hebt uw nest H5553 in een steenrots H7760 H8798 gelegd.
  22 H518 Evenwel H7014 zal Kain H1197 H8763 verteerd worden H804 , totdat u Assur H7617 H8799 gevankelijk wegvoeren zal!
  23 H5375 H0 Voorts hief hij H4912 zijn spreuk H5375 H8799 op H559 H8799 , en zeide H188 : Och H2421 H8799 , wie zal leven H410 , als God H7760 H8800 dit doen zal!
  24 H6716 En de schepen H3027 van den oever H3794 der Chitteers H804 , die zullen Assur H6031 H8765 plagen H5677 , zij zullen ook Heber H6031 H8765 plagen H5703 ; en hij zal ook H8 ten verderve zijn.

Deuteronomy 4:24-31

  24 H3068 Want de HEERE H430 , uw God H398 H8802 , is een verterend H784 vuur H7067 , een ijverig H410 God.
  25 H1121 Wanneer gij nu kinderen H1121 H1121 en kindskinderen H3205 H8686 gewonnen zult hebben H776 , en in het land H3462 H8738 oud geworden zult zijn H7843 H8689 , en u zult verderven H6459 , dat gij gesneden beelden H6213 H8804 maakt H8544 , de gelijkenis H6213 H8804 van enig ding, en doet H7451 , wat kwaad H5869 is in de ogen H3068 des HEEREN H430 , uws Gods H3707 H8687 , om Hem tot toorn te verwekken;
  26 H5749 H0 Zo roep ik H3117 heden H8064 den hemel H776 en de aarde H5749 H8689 tot getuige H6 H8800 tegen ulieden, dat gij voorzeker H4118 haast H6 H8799 zult omkomen H776 van dat land H3383 , waar gij over de Jordaan H5674 H8802 naar toe trekt H3423 H8800 , om dat te erven H3117 ; gij zult uw dagen H748 H8686 daarin niet verlengen H8045 H8736 , maar ganselijk H8045 H8735 verdelgd worden.
  27 H3068 En de HEERE H6327 H8689 zal u verstrooien H5971 onder de volken H4962 ; en gij zult een klein volksken H4557 in getal H7604 H8738 overblijven H1471 onder de heidenen H3068 , waar de HEERE H5090 H8762 u henen leiden zal.
  28 H430 En aldaar zult gij goden H5647 H8804 dienen H120 , die des mensen H4639 H3027 handenwerk H6086 zijn, hout H68 en steen H7200 H8799 , die niet zien H8085 H8799 , noch horen H398 H8799 , noch eten H7306 H8686 , noch rieken.
  29 H3068 Dan zult gij van daar den HEERE H430 , uw God H1245 H8765 , zoeken H4672 H8804 , en vinden H1875 H8799 ; als gij Hem zoeken zult H3824 met uw ganse hart H5315 en met uw ganse ziel.
  30 H6862 Wanneer gij in angst H1697 zult zijn, en u al deze dingen H4672 H8804 zullen treffen H319 ; in het laatste H3117 der dagen H7725 H8804 , dan zult gij wederkeren H3068 tot den HEERE H430 , uw God H6963 , en Zijn stem H8085 H8804 gehoorzaam zijn.
  31 H3068 Want de HEERE H430 , uw God H7349 , is een barmhartig H410 God H7503 H8686 ; Hij zal u niet verlaten H7843 H8686 , noch u verderven H1285 ; en Hij zal het verbond H1 uwer vaderen H7650 H8738 , dat Hij hun gezworen heeft H7911 H8799 , niet vergeten.

Deuteronomy 28:15-68

  15 H6963 Daarentegen zal het geschieden, indien gij de stem H3068 des HEEREN H430 , uws Gods H8085 H8799 , niet zult gehoorzaam zijn H8104 H8800 , om waar te nemen H6213 H8800 , dat gij doet H4687 al Zijn geboden H2708 en Zijn inzettingen H3117 , die ik u heden H6680 H8764 gebiede H7045 ; zo zullen al deze vloeken H935 H8804 over u komen H5381 H8689 , en u treffen.
  16 H779 H8803 Vervloekt H5892 zult gij zijn in de stad H779 H8803 , en vervloekt H7704 zult gij zijn in het veld.
  17 H779 H8803 Vervloekt H2935 zal zijn uw korf H4863 , en uw baktrog.
  18 H779 H8803 Vervloekt H6529 zal zijn de vrucht H990 uws buiks H6529 , en de vrucht H127 uws lands H7698 , de voortzetting H504 uwer koeien H6251 , en de kudden H6629 van uw klein vee.
  19 H779 H8803 Vervloekt H935 H8800 zult gij zijn in uw ingaan H779 H8803 , en vervloekt H3318 H8800 zult gij zijn in uw uitgaan.
  20 H3068 De HEERE H7971 H8762 zal onder u zenden H3994 den vloek H4103 , de verstoring H4045 en het verderf H3027 , in alles, waaraan gij uw hand H4916 slaat H6213 H8799 , dat gij doen zult H8045 H8736 ; totdat gij verdelgd wordt H4118 , en totdat gij haastelijk H6 H8800 omkomt H6440 , vanwege H7455 de boosheid H4611 uwer werken H5800 H8804 , waarmede gij Mij verlaten hebt.
  21 H3068 De HEERE H1698 zal u de pestilentie H1692 H8686 doen aankleven H3615 H8763 , totdat Hij u verdoe H127 van het land H935 H8802 , waar gij naar toe gaat H3423 H8800 , om dat te erven.
  22 H3068 De HEERE H5221 H8686 zal u slaan H7829 met tering H6920 , en met koorts H1816 , en met vurigheid H2746 , en met hitte H2719 , en met droogte H7711 , en met brandkoren H3420 , en met honigdauw H7291 H8804 , die u vervolgen zullen H6 H8800 , totdat gij omkomt.
  23 H8064 En uw hemel H7218 , die boven uw hoofd H5178 is, zal koper H776 zijn, en de aarde H1270 , die onder u is, zal ijzer zijn.
  24 H3068 De HEERE H80 , uw God, zal pulver H6083 en stof H4306 tot regen H776 uws lands H5414 H8799 geven H8064 ; van den hemel H3381 H8799 zal het op u nederdalen H8045 H8736 , totdat gij verdelgd wordt.
  25 H3068 De HEERE H5062 H8737 zal u geslagen H5414 H8799 geven H6440 voor het aangezicht H341 H8802 uwer vijanden H259 ; door een H1870 weg H3318 H8799 zult gij tot hem uittrekken H7651 , en door zeven H1870 wegen H6440 zult gij voor zijn aangezicht H5127 H8799 vlieden H4467 ; en gij zult van alle koninkrijken H776 der aarde H2189 beroerd worden.
  26 H5038 En uw dood lichaam H5775 zal aan alle gevogelte H8064 des hemels H929 , en aan de beesten H776 der aarde H3978 tot spijze H2729 H8688 zijn; en niemand zal ze afschrikken.
  27 H3068 De HEERE H5221 H8686 zal u slaan H7822 met zweren H4714 van Egypte H2914 H8675 H6076 , en met spenen H1618 , en met droge schurft H2775 , en met krauwsel H3201 H8799 , waarvan gij niet zult kunnen H7495 H8736 genezen worden.
  28 H3068 De HEERE H5221 H8686 zal u slaan H7697 met onzinnigheid H5788 , en met blindheid H8541 , en met verbaasdheid H3824 des harten;
  29 H6672 Dat gij op den middag H4959 H8764 zult omtasten H5787 , gelijk als een blinde H4959 H8762 omtast H653 in het donkere H1870 , en uw wegen H6743 H8686 niet zult voorspoedig maken H6231 H8803 ; maar gij zult alleenlijk verdrukt H1497 H8803 en beroofd zijn H3117 alle dagen H3467 H8688 , en er zal geen verlosser zijn.
  30 H802 Gij zult een vrouw H781 H8762 ondertrouwen H312 H376 , maar een ander H7901 H8799 H8675 H7693 H8799 zal haar beslapen H1004 ; een huis H1129 H8799 zult gij bouwen H3427 H8799 , maar daarin niet wonen H3754 ; een wijngaard H5193 H8799 zult gij planten H2490 H8762 , maar dien niet gemeen maken.
  31 H7794 Uw os H5869 zal voor uw ogen H2873 H8803 geslacht worden H398 H8799 , maar gij zult daarvan niet eten H2543 ; uw ezel H6440 zal van voor uw aangezicht H1497 H8803 geroofd worden H7725 H8799 , en tot u niet wederkeren H6629 ; uw klein vee H341 H8802 zal aan uw vijanden H5414 H8803 gegeven worden H3467 H8688 , en voor u zal geen verlosser zijn.
  32 H1121 Uw zonen H1323 en uw dochteren H312 zullen aan een ander H5971 volk H5414 H8803 gegeven worden H5869 , dat het uw ogen H7200 H8802 aanzien H3616 , en naar hen bezwijken H3117 den gansen dag H410 ; maar het zal in het vermogen H3027 uwer hand niet zijn.
  33 H6529 De vrucht H127 van uw land H3018 en al uw arbeid H5971 zal een volk H398 H8799 eten H3045 H8804 , dat gij niet gekend hebt H3117 ; en gij zult alle dagen H6231 H8803 alleenlijk verdrukt H7533 H8803 en gepletterd zijn.
  34 H7696 H8794 En gij zult onzinnig zijn H4758 , vanwege het gezicht H5869 uwer ogen H7200 H8799 , dat gij zien zult.
  35 H3068 De HEERE H5221 H8686 zal u slaan H7451 met boze H7822 zweren H1290 , aan de knieen H7785 en aan de benen H3201 H8799 , waarvan gij niet zult kunnen H7495 H8736 genezen worden H3709 H7272 , van uw voetzool H6936 af tot aan uw schedel.
  36 H3068 De HEERE H4428 zal u, mitsgaders uw koning H6965 H8686 , dien gij over u zult gesteld hebben H3212 H8686 , doen gaan H1471 tot een volk H3045 H8804 , dat gij niet gekend hebt H1 , noch uw vaderen H5647 H8804 ; en aldaar zult gij dienen H312 andere H430 goden H6086 , hout H68 en steen.
  37 H8047 En gij zult zijn tot een schrik H4912 , tot een spreekwoord H8148 en tot een spotrede H5971 , onder al de volken H3068 , waarheen u de HEERE H5090 H8762 leiden zal.
  38 H7227 Gij zult veel H2233 zaads H7704 op den akker H3318 H8686 uitbrengen H4592 , maar gij zult weinig H622 H8799 inzamelen H697 ; want de sprinkhaan H2628 H8799 zal het verteren.
  39 H3754 Wijngaarden H5193 H8799 zult gij planten H5647 H8804 , en bouwen H3196 , maar gij zult geen wijn H8354 H8799 drinken H103 H8799 , noch iets vergaderen H8438 ; want de worm H398 H8799 zal het afeten.
  40 H2132 Olijfbomen H1366 zult gij hebben in al uw landpalen H8081 , maar gij zult u met olie H5480 H8799 niet zalven H2132 ; want uw olijfboom H5394 H8799 zal [zijn] [vrucht] afwerpen.
  41 H1121 Zonen H1323 en dochteren H3205 H8686 zult gij gewinnen H7628 , maar zij zullen voor u niet zijn; want zij zullen in gevangenis H3212 H8799 gaan.
  42 H6086 Al uw geboomte H6529 , en de vrucht H127 uws lands H6767 zal het boos gewormte H3423 H8762 erfelijk bezitten.
  43 H1616 De vreemdeling H7130 , die in het midden H4605 van u is, zal hoog H4605 , hoog H5927 H8799 boven u opklimmen H4295 ; en gij zult laag H4295 , laag H3381 H8799 nederdalen.
  44 H3867 H8686 Hij zal u lenen H3867 H8686 , maar gij zult hem niet lenen H7218 ; hij zal tot een hoofd H2180 zijn, en gij zult tot een staart zijn.
  45 H7045 En al deze vloeken H935 H8804 zullen over u komen H7291 H8804 , en u vervolgen H5381 H8689 , en u treffen H8045 H8736 , totdat gij verdelgd wordt H6963 ; omdat gij der stem H3068 des HEEREN H430 , uws Gods H8085 H8804 , niet gehoorzaam zult geweest zijn H8104 H8800 , om te houden H4687 Zijn geboden H2708 en Zijn inzettingen H6680 H8765 , die Hij u geboden heeft.
  46 H226 En zij zullen onder u tot een teken H4159 , en tot een wonder H2233 zijn, ja, onder uw zaad H5704 tot H5769 in eeuwigheid.
  47 H3068 Omdat gij den HEERE H430 , uw God H5647 H8804 , niet gediend zult hebben H8057 met vrolijkheid H2898 en goedheid H3824 des harten H7230 , vanwege de veelheid van alles;
  48 H341 H8802 Zo zult gij uw vijanden H3068 , die de HEERE H7971 H8762 onder u zenden zal H5647 H8804 , dienen H7458 , in honger H6772 en in dorst H5903 , en in naaktheid H2640 , en in gebrek H1270 van alles; en Hij zal een ijzeren H5923 juk H6677 op uw hals H5414 H8804 leggen H8045 H8687 , totdat Hij u verdelge.
  49 H3068 De HEERE H1471 zal tegen u een volk H5375 H8799 verheffen H7350 van verre H7097 , van het einde H776 der aarde H5404 , gelijk als een arend H1675 H8799 vliegt H1471 ; een volk H3956 , welks spraak H8085 H8799 gij niet zult verstaan;
  50 H1471 Een volk H5794 , stijf H6440 van aangezicht H6440 , dat het aangezicht H2205 des ouden H5375 H8799 niet zal aannemen H5288 , noch den jonge H2603 H8799 genadig zijn.
  51 H6529 En het zal de vrucht H929 uwer beesten H6529 , en de vrucht H127 uws lands H398 H8804 opeten H8045 H8736 , totdat gij verdelgd zult zijn H1715 ; hetwelk u geen koren H8492 , most H3323 noch olie H7698 , voortzetting H504 uwer koeien H6251 noch kudden H6629 van uw klein vee H7604 H8686 zal overig laten H6 H8687 , totdat Hij u verdoe.
  52 H6887 H8689 En het zal u beangstigen H8179 in al uw poorten H1364 , totdat uw hoge H1219 H8803 en vaste H2346 muren H3381 H8800 nedervallen H2004 , op welke H982 H8802 gij vertrouwdet H776 in uw ganse land H6887 H8689 ; ja, het zal u beangstigen H8179 in al uw poorten H776 , in uw ganse land H3068 , dat u de HEERE H430 , uw God H5414 H8804 , gegeven heeft.
  53 H398 H8804 En gij zult eten H6529 de vrucht H990 uws buiks H1320 , het vlees H1121 uwer zonen H1323 en uwer dochteren H3068 , die u de HEERE H430 , uw God H5414 H8804 , gegeven zal hebben H4692 ; in de belegering H4689 en in de benauwing H341 H8802 , waarmede uw vijanden H6693 H8686 u zullen benauwen.
  54 H376 Aangaande den man H7390 , die teder H3966 onder u, en die zeer H6028 wellustig H5869 geweest is, zijn oog H3415 H8799 zal kwaad H251 zijn tegen zijn broeder H802 , en tegen de huisvrouw H2436 zijns schoots H3499 , en tegen zijn overige H1121 zonen H3498 H8686 , die hij overgehouden zal hebben;
  55 H259 Dat hij niet aan een H5414 H8800 van die zal geven H1320 van het vlees H1121 zijner zonen H398 H8799 , die hij eten zal H7604 H8689 , omdat hij voor zich niets heeft overgehouden H4692 ; in de belegering H4689 en in de benauwing H341 H8802 , waarmede uw vijand H8179 u in al uw poorten H6693 H8686 zal benauwen.
  56 H7390 Aangaande de tedere H6028 en wellustige H5254 H8765 [vrouw] onder u, die niet verzocht heeft H3709 H7272 haar voetzool H776 op de aarde H3322 H8687 te zetten H6026 H8692 , omdat zij zich wellustig H7391 en teder hield H5869 ; haar oog H3415 H8799 zal kwaad zijn H376 tegen den man H2436 haars schoots H1121 , en tegen haar zoon H1323 , en tegen haar dochter;
  57 H7988 En dat om haar nageboorte H7272 , die van tussen haar voeten H3318 H8802 uitgegaan zal zijn H1121 , en om haar zonen H3205 H8799 , die zij gebaard zal hebben H398 H8799 ; want zij zal hen eten H5643 in het verborgene H2640 , vermits gebrek H4692 van alles; in de belegering H4689 en in de benauwing H341 H8802 , waarmede uw vijand H6693 H8686 u zal benauwen H8179 in uw poorten.
  58 H8104 H8799 Indien gij niet zult waarnemen H6213 H8800 te doen H1697 al de woorden H8451 dezer wet H5612 , die in dit boek H3789 H8803 geschreven zijn H3372 H8800 , om te vrezen H3513 H8737 dezen heerlijken H3372 H8737 en vreselijken H8034 Naam H3068 , den HEERE H430 , uw God;
  59 H3068 Zo zal de HEERE H4347 uw plagen H6381 H8689 wonderlijk maken H4347 , mitsgaders de plagen H2233 van uw zaad H1419 ; het zullen grote H539 H8737 en gewisse H4347 plagen H7451 , en boze H539 H8737 en gewisse H2483 krankten zijn.
  60 H7725 H8689 En Hij zal op u doen keren H4064 alle kwalen H4714 van Egypte H6440 , voor H3025 H8804 dewelke gij gevreesd hebt H1692 H8804 , en zij zullen u aanhangen.
  61 H2483 Ook alle krankte H4347 , en alle plage H5612 , die in het boek H8451 dezer wet H3789 H8803 niet geschreven is H3068 , zal de HEERE H5927 H8686 over u doen komen H8045 H8736 , totdat gij verdelgd wordt.
  62 H4592 En gij zult met weinige H4962 mensen H7604 H8738 overgelaten worden H834 , in plaats dat H3556 gij geweest zijt als de sterren H8064 des hemels H7230 in menigte H6963 ; omdat gij der stem H3068 des HEEREN H430 , uws Gods H8085 H8804 , niet gehoorzaam geweest zijt.
  63 H3068 En het zal geschieden, gelijk als de HEERE H7797 H8804 Zich over ulieden verblijdde H3190 H8687 , u goed doende H7235 H8687 en u vermenigvuldigende H3068 , alzo zal Zich de HEERE H7797 H8799 over u verblijden H6 H8687 , u verdoende H8045 H8687 en u verdelgende H5255 H8738 ; en gij zult uitgerukt worden H127 uit het land H935 H8802 , waar gij naar toe gaat H3423 H8800 , om dat te erven.
  64 H3068 En de HEERE H6327 H8689 zal u verstrooien H5971 onder alle volken H7097 , van het ene einde H776 der aarde H7097 tot aan het andere einde H312 der aarde; en aldaar zult gij andere H430 goden H5647 H8804 dienen H3045 H8804 , die gij niet gekend hebt H1 , noch uw vaders H6086 , hout H68 en steen.
  65 H1992 Daartoe zult gij onder dezelve H1471 volken H7280 H8686 niet stil zijn H3709 H7272 , en uw voetzool H4494 zal geen rust H3068 hebben; want de HEERE H7268 zal u aldaar een bevend H3820 hart H5414 H8804 geven H3631 , en bezwijking H5869 der ogen H1671 , en mattigheid H5315 der ziel.
  66 H2416 En uw leven H5048 zal tegenover H8511 H8803 u hangen H3915 ; en gij zult nacht H3119 en dag H6342 H8804 schrikken H2416 , en gij zult van uw leven H539 H8686 niet zeker zijn.
  67 H1242 Des morgens H559 H8799 zult gij zeggen H4320 : Och H5414 H0 , dat H6153 het avond H5414 H8799 ware H6153 ; en des avonds H559 H8799 zult gij zeggen H4310 : Och H5414 H0 , dat H1242 het morgen H5414 H8799 ware H6343 ; vermits den schrik H3824 uws harten H6342 H8799 , waarmede gij zult verschrikt zijn H4758 , en vermits het gezicht H5869 uwer ogen H7200 H8799 , dat gij zien zult.
  68 H3068 En de HEERE H4714 zal u naar Egypte H7725 H8689 doen wederkeren H591 in schepen H1870 , door een weg H559 H8804 , waarvan ik u gezegd heb H3254 H8686 : Gij zult dien niet meer H7200 H8800 zien H341 H8802 ; en aldaar zult gij u aan uw vijanden H4376 H8694 willen verkopen H5650 tot dienstknechten H8198 en tot dienstmaagden H7069 H8802 ; maar er zal geen koper zijn.

Psalms 33:11

  11 H6098 [Maar] de raad H3068 des HEEREN H5975 H8799 bestaat H5769 in eeuwigheid H4284 , de gedachten H3820 Zijns harten H1755 van geslacht H1755 tot geslacht.

Psalms 135:6

  6 H3068 Al wat den HEERE H2654 H8804 behaagt H6213 H8804 , doet Hij H8064 , in de hemelen H776 , en op de aarde H3220 , in de zeeen H8415 en alle afgronden.

Proverbs 19:21

  21 H3820 In het hart H376 des mans H7227 zijn veel H4284 gedachten H6098 ; maar de raad H3068 des HEEREN H6965 H8799 , die zal bestaan.

Proverbs 21:30

  30 H2451 Er is geen wijsheid H8394 , en er is geen verstand H6098 , en er is geen raad H3068 tegen den HEERE.

Isaiah 41:22-23

  22 H5066 H8686 Laat hen voortbrengen H5046 H8686 en ons verkondigen H7136 H8799 de dingen, die gebeuren zullen H5046 H8685 ; verkondigt H7223 de vorige dingen H3820 , welke die geweest zijn, opdat wij het ter harte H7760 H8799 nemen H319 , en het einde H3045 H8799 daarvan weten H935 H8802 ; of doet ons de toekomende dingen H8085 H8685 horen.
  23 H5046 H8685 Verkondigt H268 dingen, die hierna H857 H8802 komen zullen H3045 H8799 , opdat wij weten H430 , dat gij goden H3190 H8686 zijt; ja, doet goed H7489 H8686 , en doet kwaad H8159 H8691 , dat wij verbaasd staan H3162 , en te zamen H7200 H8799 toezien.

Isaiah 44:7

  7 H7121 H8799 En wie zal, gelijk als Ik, roepen H5046 H8686 en het verkondigen H6186 H8799 , en het ordentelijk voor Mij stellen H5769 , sedert dat Ik een eeuwig H5971 volk H7760 H8800 gesteld heb H857 H8802 ? en laat ze de toekomstige dingen H935 H8799 , en die komen zullen H5046 H8686 , hun verkondigen.

Isaiah 45:21

  21 H5046 H8685 Verkondigt H5066 H8685 en treedt hier toe H3289 H8735 , ja, beraadslaagt H3162 samen H8085 H8689 : wie heeft dat laten horen H6924 van ouds H5046 H8689 her? [Wie] heeft dat van toen af verkondigd H3068 ? Ben Ik het niet, de HEERE H430 ? en er is geen God H1107 meer behalve H6662 Mij, een rechtvaardig H410 God H3467 H8688 , en een Heiland H369 , niemand H2108 is er dan Ik.

Isaiah 46:11

  11 H5861 Die een roofvogel H7121 H8802 roept H4217 van het oosten H376 , een man H6098 Mijns raads H4801 uit verren H776 lande H1696 H8765 ; ja, Ik heb [het] gesproken H935 H8686 , Ik zal het ook doen H3335 H8804 komen; Ik heb [het] geformeerd H6213 H8799 , Ik zal het ook doen.

Daniel 4:35

  35 H3606 En al H1753 H8748 de inwoners H772 der aarde H3809 zijn als niets H2804 H8752 geacht H5648 H8751 , en Hij doet H6634 H8749 naar Zijn wil H2429 met het heir H8065 des hemels H1753 H8748 en de inwoners H772 der aarde H383 , en er is H3809 niemand H3028 , die Zijn hand H4223 H8741 afslaan H560 H8748 , of tot Hem zeggen H4101 kan: Wat H5648 H8754 doet Gij?

Acts 3:23

  23 G1161 En G2071 G5704 het zal geschieden G3956 , dat alle G5590 ziel G3748 , die G1565 dezen G4396 Profeet G3361 niet G302 zal G191 G5661 gehoord hebben G1842 G5701 , uitgeroeid zal worden G1537 uit G2992 den volke.

Acts 4:27-28

  27 G1063 Want G1909 in G225 der waarheid G4863 G5681 zijn vergaderd G1909 tegen G4675 Uw G40 heilig G3816 Kind G2424 Jezus G3739 , Welken G5548 G5656 Gij gezalfd hebt G5037 , beiden G2264 Herodes G2532 en G4194 Pontius G4091 Pilatus G4862 , met G1484 de heidenen G2532 en G2992 de volken G2474 Israels;
  28 G4160 G5658 Om te doen G3745 al wat G4675 Uw G5495 hand G2532 en G4675 Uw G1012 raad G4309 G5656 te voren bepaald had G1096 G5635 , dat geschieden zou.

Acts 5:39

  39 G1161 Maar G1487 indien G1537 het uit G2316 God G2076 G5748 is G1410 G5736 , zo kunt gij G846 dat G3756 niet G2647 G5658 breken G3379 ; opdat gij niet misschien G2147 G5686 bevonden wordt G2532 ook G2314 tegen God te strijden.

Acts 15:18

  18 G2316 Gode G2076 G5748 zijn G3956 al G846 Zijn G2041 werken G575 van G165 eeuwigheid G1110 bekend.

Romans 11:33-34

  33 G5599 O G899 diepte G4149 des rijkdoms G2532 , beide G4678 der wijsheid G2532 en G1108 der kennis G2316 Gods G5613 , hoe G419 ondoorzoekelijk G846 zijn Zijn G2917 oordelen G2532 , en G421 onnaspeurlijk G846 Zijn G3598 wegen!
  34 G1063 Want G5101 wie G3563 heeft den zin G2962 des Heeren G1097 G5627 gekend G2228 ? Of G5101 wie G4825 is Zijn raadsman G1096 G5633 geweest?

Ephesians 1:9-11

  9 G2254 Ons G1107 G5660 bekend gemaakt hebbende G3466 de verborgenheid G846 van Zijn G2307 wil G2596 , naar G846 Zijn G2107 welbehagen G3739 , hetwelk G4388 G5639 Hij voorgenomen had G1722 in G846 Zichzelven.
  10 G1519 Om in G3622 de bedeling G4138 van de volheid G2540 der tijden G346 G , wederom G3956 alles G346 G5664 tot een te vergaderen G1722 in G5547 Christus G5037 , beide G3588 dat G1722 in G3772 den hemel G2532 is, en G3588 dat G1909 op G1093 de aarde is;
  11 G1722 In G846 Hem G1722 , in G3739 Welken G2532 wij ook G2820 G5681 een erfdeel geworden zijn G4309 G5685 , wij, die te voren verordineerd waren G2596 naar G4286 het voornemen G3956 Desgenen, Die alle dingen G1754 G5723 werkt G2596 naar G1012 den raad G846 van Zijn G2307 wil;

Hebrews 6:17

  17 G1722 G3739 Waarin G2316 God G1014 G5740 , willende G2818 den erfgenamen G1860 der beloftenis G4054 overvloediger G1925 G5658 bewijzen G276 de onveranderlijkheid G846 van Zijn G1012 raad G3727 , met een eed G3315 G5656 daartussen is gekomen;

Numbers 23:19

  19 H410 God H376 is geen man H3576 H8762 , dat Hij liegen zou H120 , noch eens mensen H1121 kind H5162 H8691 , dat het Hem berouwen zou H559 H8804 ; zou Hij het zeggen H6213 H8799 , en niet doen H1696 H8765 , of spreken H6965 H8686 , en niet bestendig maken?

Ezra 1:2

  2 H3541 Zo H559 H8804 zegt H3566 Kores H4428 , koning H6539 van Perzie H3068 : De HEERE H430 , de God H8064 des hemels H3605 , heeft mij alle H4467 koninkrijken H776 der aarde H5414 H8804 gegeven H1931 ; en Hij H6485 H8804 H5921 heeft mij bevolen H1004 Hem een huis H1129 H8800 te bouwen H3389 te Jeruzalem H834 , hetwelk H3063 in Juda is.

Job 23:13

  13 H1931 Maar is Hij H259 tegen iemand H4310 , wie H7725 H8686 zal dan Hem afkeren H5315 ? Wat Zijn ziel H183 H8765 begeert H6213 H8799 , dat zal Hij doen.

Psalms 76:10

  10 H2534 [076:11] Want de grimmigheid H120 des mensen H3034 H8686 zal U loffelijk maken H7611 ; het overblijfsel H2534 der grimmigheden H2296 H8799 zult Gij opbinden.

Psalms 119:24

  24 H5713 Ook zijn Uw getuigenissen H8191 mijn vermakingen H582 H6098 , [en] mijn raadslieden.

Isaiah 13:2-4

  2 H5375 H8798 Heft op H5251 een banier H8192 H8737 , op een hogen H2022 berg H7311 H8685 ; verheft H6963 een stem H5130 H8685 tot hen; beweegt H3027 de hand H935 H8799 omhoog, dat zij intrekken H6607 door de deuren H5081 der prinsen.
  3 H6942 H8794 Ik heb aan Mijn geheiligden H6680 H8765 bevel gegeven H639 ; ook heb Ik tot Mijn toorn H7121 H8804 geroepen H1368 Mijn helden H5947 , de vrolijken H1346 Mijner hoogheid.
  4 H1995 Er is een ruisende H6963 stem H2022 op de bergen H1823 , gelijk H7227 eens groten H5971 volks H6963 ; een stem H7588 van gedruis H4467 der koninkrijken H622 H8737 , der verzamelde H1471 heidenen H3068 ; de HEERE H6635 der heirscharen H6485 H8764 monstert H6635 H4421 het krijgsheir.

Isaiah 14:24-27

  24 H3068 De HEERE H6635 der heirscharen H7650 H8738 heeft gezworen H559 H8800 , zeggende H1819 H8765 : Indien niet, gelijk Ik gedacht heb H3289 H8804 , het alzo geschiede, en gelijk Ik beraadslaagd heb H6965 H8799 , het bestaan zal!
  25 H804 Dat Ik Assur H776 in Mijn land H7665 H8800 zal verbreken H2022 , en hem op Mijn bergen H947 H8799 vertreden H5923 ; opdat zijn juk H5493 H8804 van hen afwijke H5448 , en zijn last H7926 van hun schouder H5493 H8799 wijke.
  26 H6098 Dit is de raadslag H3289 H8803 , die beraadslaagd is H776 over dat ganse land H3027 ; en dit is de hand H5186 H8803 , die uitgestrekt is H1471 over alle volken.
  27 H3068 Want de HEERE H6635 der heirscharen H3289 H8804 heeft het in Zijn raad besloten H6565 H8686 , wie zal het dan verbreken H3027 ? en Zijn hand H5186 H8803 is uitgestrekt H7725 H8686 , wie zal ze dan keren?

Isaiah 21:7-9

  7 H7200 H8804 En hij zag H7393 een wagen H6776 , een paar H6571 ruiters H7393 , een wagen H2543 [met] ezels H7393 , een wagen H1581 [met] kemels H7181 H0 ; en hij merkte H7182 zeer nauw H7181 H8689 op H7227 , met grote H7182 opmerking.
  8 H7121 H8799 En hij riep H738 : Een leeuw H136 , Heere H5975 H8802 ! ik sta H4707 op den wachttoren H8548 geduriglijk H3119 bij dag H4931 , en op mijn hoede H5324 H8737 zet ik mij H3915 ganse nachten.
  9 H935 H8802 En zie nu, daar komt H7393 een wagen H376 mannen H6776 , [en] een paar H6571 ruiters H6030 H8799 ! Toen antwoordde hij H559 H8799 , en zeide H894 : Babel H5307 H8804 is gevallen H5307 H8804 , zij is gevallen H6456 ! en al de gesneden beelden H430 harer goden H7665 H8765 heeft Hij verbroken H776 tegen de aarde.

Isaiah 38:15

  15 H1696 H8762 Wat zal ik spreken H559 H8804 ? Gelijk Hij het mij heeft toegezegd H6213 H8804 , alzo heeft Hij het gedaan H1718 H8691 ; ik zal [nu] al zoetjes voorttreden H8141 al mijn jaren H4751 , vanwege de bitterheid H5315 mijner ziel.

Isaiah 41:2

  2 H4217 Wie heeft van den opgang H6664 dien rechtvaardige H5782 H8689 verwekt H7121 H8799 ? heeft hem geroepen H7272 op zijn voet H1471 ? de heidenen H6440 voor zijn aangezicht H5414 H8799 gegeven H4428 , en gemaakt, dat hij [over] koningen H7287 H8686 heerste H2719 ? heeft ze zijn zwaard H5414 H8799 gegeven H6083 als stof H7198 , zijn boog H5086 H8737 als een voortgedreven H7179 stoppel?

Isaiah 41:25

  25 H5782 H8689 Ik verwek H6828 [een] van het noorden H857 H8799 , en hij zal opkomen H4217 van den opgang H8121 der zon H8034 ; hij zal Mijn Naam H7121 H8799 aanroepen H935 H8799 ; en hij zal komen H5461 [over] de overheden H2563 als [over] leem H3335 H8802 , en gelijk een pottenbakker H2916 het slijk H7429 H8799 treedt.

Isaiah 44:28-45:6

  28 H3566 Die van Cores H559 H8802 zegt H7462 H8802 : Hij is Mijn herder H2656 , en hij zal al Mijn welgevallen H7999 H8686 volbrengen H559 H8800 ; zeggende H3389 ook tot Jeruzalem H1129 H8735 : Word gebouwd H1964 ; en [tot] den tempel H3245 H8735 : Word gegrond.

Isaiah 45:13

  13 H5782 H8689 Ik heb hem verwekt H6664 in gerechtigheid H1870 , en al zijn wegen H3474 H8762 zal Ik recht maken H5892 ; hij zal Mijn stad H1129 H8799 bouwen H1546 , en hij zal Mijn gevangenen H7971 H8762 loslaten H4242 , niet voor prijs H7810 , noch voor geschenk H559 H8804 , zegt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen.

Isaiah 48:14-15

  14 H6908 H8734 Vergadert u H8085 H8798 , gij allen, en hoort H5046 H8689 ; wie onder hen heeft deze dingen verkondigd H3068 ? De HEERE H157 H8804 heeft hem lief H2656 , Hij zal Zijn welbehagen H894 tegen Babel H6213 H8799 doen H2220 , en Zijn arm zal H3778 [tegen] de Chaldeen zijn.
  15 H1696 H8765 Ik, Ik heb [het] gesproken H7121 H8804 , ook heb Ik hem geroepen H935 H8689 ; Ik zal hem doen komen H6743 H8689 , en hij zal voorspoedig zijn H1870 [op] zijn weg.

Jeremiah 50:29

  29 H8085 H8685 Laat [u] horen H894 tegen Babel H7228 , gij schutters H7198 ! gij allen, die den boog H1869 H8802 spant H2583 H8798 ! legert u H5439 tegen haar rondom H6413 , laat niemand van hen ontkomen H7999 H8761 ; vergeldt H6467 haar naar haar werk H6213 H8798 , doet H6213 H8804 haar naar alles, wat zij gedaan heeft H2102 H8804 ; want zij heeft trotselijk gehandeld H3068 tegen den HEERE H6918 , tegen den Heilige H3478 Israels.

Jeremiah 50:45

  45 H8085 H8798 Daarom hoort H6098 den raadslag H3068 des HEEREN H894 , dien Hij over Babel H3289 H8804 heeft beraadslaagd H4284 , en Zijn gedachten H2803 H8804 , die Hij gedacht heeft H776 over het land H3778 der Chaldeen H6810 : Zo de geringsten H6629 van de kudde H5498 H8799 hen niet zullen nedertrekken H5116 ! Zo hij de woning H8074 H8686 boven hen niet zal verwoesten!

Jeremiah 51:20-29

  20 H4661 Gij zijt Mij een voorhamer H3627 H4421 , [en] krijgswapenen H1471 ; en door u zal Ik volken H5310 H8765 in stukken slaan H4467 , en door u zal Ik koninkrijken H7843 H8689 verderven.
  21 H5310 H8765 En door u zal Ik in stukken slaan H5483 het paard H7392 H8802 en zijn ruiter H5310 H8765 ; en door u zal Ik in stukken slaan H7393 den wagen H7392 H8802 en zijn ruiter.
  22 H5310 H8765 En door u zal Ik in stukken slaan H376 den man H802 en de vrouw H5310 H8765 ; en door u zal Ik in stukken slaan H2205 den oude H5288 en den jonge H5310 H8765 ; en door u zal Ik in stukken slaan H970 den jongeling H1330 en de jonkvrouw.
  23 H5310 H8765 En door u zal Ik in stukken slaan H7462 H8802 den herder H5739 en zijn kudde H5310 H8765 ; en door u zal Ik in stukken slaan H406 den akkerman H6776 en zijn juk H5310 H8765 [ossen]; en door u zal Ik in stukken slaan H6346 landvoogden H5461 en overheden.
  24 H894 Maar Ik zal Babel H3427 H8802 en allen inwoneren H3778 van Chaldea H7999 H8765 vergelden H7451 al hun boosheid H6213 H8804 , die zij gedaan hebben H6726 aan Sion H5869 , voor ulieder ogen H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE.
  25 H4889 Ziet, Ik [wil] aan u, gij verdervende H2022 berg H5002 H8803 ! spreekt H3068 de HEERE H776 , gij, die de ganse aarde H7843 H8688 verderft H3027 , en Ik zal Mijn hand H5186 H8804 tegen u uitstrekken H5553 , en u van de steenrotsen H1556 H8773 afwentelen H5414 H8804 , en zal u stellen H2022 tot een berg H8316 des brands.
  26 H68 En zij zullen uit u geen steen H3947 H8799 nemen H6438 tot een hoek H68 , ook [geen] steen H4146 tot fondamenten H5769 ; want gij zult [tot] eeuwige H8077 woestheden H5002 H8803 zijn, spreekt H3068 de HEERE.
  27 H5375 H8798 Verheft H5251 de banier H776 in het land H8628 H8798 , blaast H7782 de bazuin H1471 onder de heidenen H6942 H8761 , heiligt H1471 de heidenen H8085 H8685 tegen haar, roept tegen haar bijeen H4467 de koninkrijken H780 van Ararat H4508 , Minni H813 en Askenaz H6485 H8798 ; bestelt H2951 een krijgsoverste H5927 H0 tegen haar, brengt H5483 paarden H5927 H8685 opwaarts H5569 , als ruige H3218 kevers!
  28 H6942 H8761 Heiligt H1471 tegen haar de heidenen H4428 , de koningen H4074 van Medie H6346 , haar landvoogden H5461 en al haar overheden H776 , ja, het ganse land H4475 harer heerschappij.
  29 H776 Dan zal het land H7493 H8799 beven H2342 H8799 en pijn lijden H3068 ; want elk een van des HEEREN H4284 gedachten H6965 H8804 staat vast H894 tegen Babel H894 , om Babels H776 land H7760 H8800 te stellen H8047 tot een verwoesting H3427 H8802 , dat er geen inwoner zij.

Ezekiel 39:4

  4 H2022 Op de bergen H3478 Israels H5307 H8799 zult gij vallen H102 , gij en al uw benden H5971 , en de volken H5861 , die met u zijn; Ik heb u aan de roofvogelen H6833 , aan het gevogelte H3671 van allen vleugel H2416 , en aan het gedierte H7704 des velds H402 ter spijze H5414 H8804 gegeven.

Acts 4:28

  28 G4160 G5658 Om te doen G3745 al wat G4675 Uw G5495 hand G2532 en G4675 Uw G1012 raad G4309 G5656 te voren bepaald had G1096 G5635 , dat geschieden zou.

Ephesians 1:11

  11 G1722 In G846 Hem G1722 , in G3739 Welken G2532 wij ook G2820 G5681 een erfdeel geworden zijn G4309 G5685 , wij, die te voren verordineerd waren G2596 naar G4286 het voornemen G3956 Desgenen, Die alle dingen G1754 G5723 werkt G2596 naar G1012 den raad G846 van Zijn G2307 wil;

Ephesians 3:11

  11 G2596 Naar G165 het eeuwig G4286 voornemen G3739 , dat G4160 G5656 Hij gemaakt heeft G1722 in G5547 Christus G2424 Jezus G2257 , onzen G2962 Heere;

Psalms 49:1

  1 H4210 Een psalm H5329 H8764 , voor den opperzangmeester H1121 , onder de kinderen H7141 van Korach H8085 H8798 . [049:2] Hoort H5971 dit, alle gij volken H238 H8685 ! neemt ter ore H3427 H8802 , alle inwoners H2465 der wereld,

Psalms 76:5

  5 H47 H3820 [076:6] De stouthartigen H7997 H8709 zijn beroofd geworden H8142 ; zij hebben hun slaap H5123 H8804 gesluimerd H2428 ; en geen van de dappere H582 mannen H3027 hebben hun handen H4672 H8804 gevonden.

Psalms 119:150

  150 H2154 Die kwade praktijken H7291 H8802 najagen H7126 H8804 , genaken H7368 H8804 [mij], zij wijken verre H8451 van Uw wet.

Psalms 119:155

  155 H3444 Het heil H7350 is verre H7563 van de goddelozen H1875 H8804 , want zij zoeken H2706 Uw inzettingen niet.

Proverbs 1:22-23

  22 H6612 Gij slechten H6612 ! hoe lang zult gij de slechtigheid H157 H8799 beminnen H3887 H8801 , en de spotters H3944 voor zich de spotternij H2530 H8804 begeren H3684 , en de zotten H1847 wetenschap H8130 H8799 haten?
  23 H7725 H8799 Keert u H8433 tot Mijn bestraffing H7307 ; ziet, Ik zal Mijn Geest H5042 H8686 ulieden overvloediglijk uitstorten H1697 ; Ik zal Mijn woorden H3045 H8686 u bekend maken.

Proverbs 8:1-5

  1 H7121 H8799 Roept H2451 de Wijsheid H5414 H8799 niet, en verheft H8394 [niet] de Verstandigheid H6963 Haar stem?
  2 H7218 Op de spits H4791 der hoge plaatsen H1870 , aan den weg H1004 , ter plaatse H5410 , waar paden H5324 H8738 zijn, staat Zij;
  3 H3027 Aan de zijde H8179 der poorten H6310 , voor aan H7176 de stad H3996 , [aan] den ingang H6607 der deuren H7442 H8799 roept Zij overluid:
  4 H376 Tot u, o mannen H7121 H8799 ! roep Ik H6963 , en Mijn stem H1121 H120 is tot de mensenkinderen.
  5 H6612 Gij slechten H995 H8685 ! verstaat H6195 kloekzinnigheid H3684 , en gij zotten H995 H8685 ! verstaat H3820 [met] [het] hart.

Isaiah 28:23

  23 H238 H8685 Neemt ter ore H8085 H8798 en hoort H6963 mijn stem H7181 H8685 , merkt op H8085 H8798 en hoort H565 mijn rede!

Isaiah 46:3

  3 H8085 H8798 Hoor H1004 naar Mij, o huis H3290 van Jakob H7611 , en het ganse overblijfsel H1004 van het huis H3478 Israels H6006 H8803 ! die [van] [Mij] gedragen zijt H990 van den buik H5375 H8803 aan, [en] opgenomen H7356 van de baarmoeder af.

Isaiah 48:4

  4 H1847 Omdat Ik wist H7186 , dat gij hard H6203 zijt, en uw nek H1270 een ijzeren H1517 zenuw H4696 is, en uw voorhoofd H5154 koper;

Jeremiah 2:5

  5 H559 H8804 Zo zegt H3068 de HEERE H5766 : Wat voor onrecht H1 hebben uw vaders H4672 H8804 aan Mij gevonden H7368 H8804 , dat zij verre van Mij geweken zijn H1892 , en hebben de ijdelheid H3212 H8799 H310 nagewandeld H1891 H8799 , en zij zijn ijdel geworden?

Zechariah 7:11-12

  11 H3985 H8762 Maar zij weigerden H7181 H8687 op te merken H5414 H0 H5637 H0 , en togen H3802 hun schouder H5414 H8799 H5637 H8802 terug H3513 H8689 , en zij verzwaarden H241 hun oren H8085 H8800 , opdat zij niet hoorden.
  12 H7760 H8804 En zij maakten H3820 hun hart H8068 [als] een diamant H8085 H8800 , opdat zij niet hoorden H8451 de wet H1697 en de woorden H834 , die H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H7971 H8804 zond H7307 in Zijn Geest H3027 , door den dienst H7223 der vorige H5030 profeten H1961 H8799 , waaruit ontstaan is H1419 een grote H7110 toorn H4480 van H3068 den HEERE H6635 der heirscharen.

Malachi 3:13-15

  13 H1697 Uw woorden H5921 zijn tegen H2388 H8804 Mij te sterk geworden H559 H8804 , zegt H3068 de HEERE H559 H8804 ; maar gij zegt H4100 : Wat H5921 hebben wij tegen H1696 H8738 U gesproken?
  14 H559 H8804 Gij zegt H7723 : Het is tevergeefs H430 God H5647 H8800 te dienen H4100 ; want wat H1215 nuttigheid H3588 is het, dat H4931 wij Zijn wacht H8104 H8804 waarnemen H3588 , en dat H6941 wij in het zwart H1980 H8804 gaan H4480 , voor H6440 het aangezicht H3068 des HEEREN H6635 der heirscharen?
  15 H6258 En nu H587 , wij H833 H0 achten H2086 de hoogmoedigen H833 H8764 gelukzalig H1571 ; ook H7564 die goddeloosheid H6213 H8802 doen H1129 H8738 , worden gebouwd H1571 ; ook H974 H8804 verzoeken zij H430 den HEERE H4422 H8735 , en ontkomen.

Acts 7:51

  51 G4644 Gij hardnekkigen G2532 en G564 onbesnedenen G2588 van hart G2532 en G3775 oren G5210 , gij G496 G5719 wederstaat G104 altijd G40 den Heiligen G4151 Geest G5613 ; gelijk G5216 uw G3962 vaders G2532 , [alzo] ook G5210 gij.

Ephesians 2:13

  13 G1161 Maar G3570 nu G1722 in G5547 Christus G2424 Jezus G5210 , zijt gij G3588 , die G4218 eertijds G3112 verre G5607 G5752 waart G1451 , nabij G1096 G5675 geworden G1722 door G129 het bloed G5547 van Christus.

Revelation 3:17-18

  17 G3754 Want G3004 G5719 gij zegt G3754 : G1510 G5748 Ik ben G4145 rijk G2532 , en G4147 G5758 verrijkt geworden G2532 , en G2192 G5719 heb G3762 geens dings G5532 gebrek G2532 ; en G1492 G5758 gij weet G3756 niet G3754 , dat G4771 gij G1488 G5748 zijt G5005 ellendig G2532 , en G1652 jammerlijk G2532 , en G4434 arm G2532 , en G5185 blind G2532 , en G1131 naakt.
  18 G4823 G5719 Ik raad G4671 u G3844 dat gij van G1700 Mij G59 G5658 koopt G5553 goud G4448 G5772 , beproefd G1537 komende uit G4442 het vuur G2443 , opdat G4147 G5661 gij rijk moogt worden G2532 ; en G3022 witte G2440 klederen G2443 , opdat G4016 G5643 gij moogt bekleed worden G2532 , en G152 de schande G4675 uwer G1132 naaktheid G3361 niet G5319 G5686 geopenbaard worde G2532 ; en G1472 G5657 zalf G4675 uw G3788 ogen G2854 met ogenzalf G2443 , opdat G991 G5725 gij zien moogt.

Psalms 14:7

  7 H5414 H8799 Och, dat H3478 Israels H3444 verlossing H6726 uit Sion H3068 [kwame]! Als de HEERE H7622 de gevangenen H5971 Zijns volks H7725 H8800 zal doen wederkeren H3290 , [dan] zal zich Jakob H1523 H8799 verheugen H3478 , Israel H8055 H8799 zal verblijd zijn.

Psalms 46:1

  1 H7892 Een lied H5961 op Alamoth H5329 H8764 , voor den opperzangmeester H1121 , onder de kinderen H7141 van Korach H430 . [046:2] God H4268 is ons een Toevlucht H5797 en Sterkte H3966 ; Hij is krachtelijk H4672 H8738 bevonden H5833 een Hulp H6869 in benauwdheden.

Psalms 46:5

  5 H430 [046:6] God H7130 is in het midden H4131 H8735 van haar, zij zal niet wankelen H430 ; God H5826 H8799 zal haar helpen H6437 H8800 in het aanbreken H1242 van den morgenstond.

Isaiah 12:2

  2 H410 Ziet, God H3444 is mijn Heil H982 H8799 , ik zal vertrouwen H6342 H8799 en niet vrezen H3050 ; want de Heere H3068 HEERE H5797 is mijn Sterkte H2176 en mijn Psalm H3444 , en Hij is mij tot Heil geworden.

Isaiah 28:16

  16 H559 H8804 Daarom, alzo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H3245 H8765 : Ziet, Ik leg H68 een grondsteen H6726 in Sion H976 , een beproefden H68 steen H3368 , een kostelijken H6438 hoeksteen H4143 , die wel vast H3245 H8716 gegrondvest is H539 H8688 ; wie gelooft H2363 H8686 , die zal niet haasten.

Isaiah 43:7

  7 H3605 Een ieder H8034 , die naar Mijn Naam H7121 H8737 genoemd is H1254 H8804 , en dien Ik geschapen heb H3519 tot Mijn eer H3335 H8804 , dien Ik geformeerd heb H6213 H8804 , dien Ik ook gemaakt heb.

Isaiah 44:23

  23 H7442 H8798 Zingt met vreugde H8064 , gij hemelen H3068 ! want de HEERE H6213 H8804 heeft het gedaan H7321 H8685 ; juicht H8482 , gij benedenste delen H776 der aarde H2022 ! gij bergen H6476 H8798 ! maakt een groot gedreun H7440 met vreugdegezang H3293 , gij bossen H6086 , en alle geboomte H3068 daarin! Want de HEERE H3290 heeft Jakob H1350 H8804 verlost H6286 H8691 , en Zich heerlijk gemaakt H3478 in Israel.

Isaiah 51:5

  5 H6664 Mijn gerechtigheid H7138 is nabij H3468 , Mijn heil H3318 H8804 trekt uit H2220 , en Mijn armen H5971 zullen de volken H8199 H8799 richten H339 ; op Mij zullen de eilanden H6960 H8762 wachten H2220 , en op Mijn arm H3176 H8762 zullen zij hopen.

Isaiah 60:21

  21 H5971 En uw volk H6662 zullen allen te zamen rechtvaardigen H5769 zijn, zij zullen in eeuwigheid H776 de aarde H3423 H8799 erfelijk bezitten H5342 ; zij zullen zijn een spruit H4302 Mijner plantingen H4639 , een werk H3027 Mijner handen H6286 H8692 , opdat Ik verheerlijkt worde.

Isaiah 61:3

  3 H57 Om den treurigen H6726 Sions H7760 H8800 te beschikken H5414 H8800 dat hun gegeven worde H6287 sieraad H665 voor as H8081 H8342 , vreugdeolie H60 voor treurigheid H4594 , het gewaad H8416 des lofs H3544 voor een benauwden H7307 geest H7121 H8795 ; opdat zij genaamd worden H352 eikebomen H6664 der gerechtigheid H4302 , een planting H3068 des HEEREN H6286 H8692 , opdat Hij verheerlijkt worde.

Isaiah 61:11

  11 H776 Want gelijk de aarde H6780 haar spruit H3318 H8686 voortbrengt H1593 , en gelijk een hof H2221 , hetgeen in hem gezaaid is H6779 H8686 , doet uitspruiten H136 ; alzo zal de Heere H3069 HEERE H6666 gerechtigheid H8416 en lof H6779 H8686 doen uitspruiten H1471 voor al de volken.

Isaiah 62:11

  11 H3068 Ziet, de HEERE H8085 H8689 heeft doen horen H7097 , tot aan het einde H776 der aarde H559 H8798 : zegt H1323 der dochter H6726 van Sion H3468 : Zie, uw Heil H935 H8802 komt H7939 ; zie, Zijn loon H6468 is met Hem, en Zijn arbeidsloon H6440 is voor Zijn aangezicht.

Jeremiah 33:9

  9 H8342 En het zal Mij zijn tot een vrolijken H8034 naam H8416 , tot een roem H8597 , en tot een sieraad H1471 bij alle heidenen H776 der aarde H2896 ; die al het goede H8085 H8799 zullen horen H6213 H8802 , dat Ik hun doe H6342 H8804 ; en zij zullen vrezen H7264 H8804 en beroerd zijn H2896 over al het goede H7965 , en over al den vrede H6213 H8802 , dien Ik hun beschikke.

Joel 3:17

  17 H3045 H8804 En gijlieden zult weten H3588 , dat H589 Ik H3068 de HEERE H430 , uw God H7931 H8802 ben, wonende H6726 op Sion H2022 , den berg H6944 Mijner heiligheid H3389 ; en Jeruzalem H6944 zal een heiligheid H1961 H8804 zijn H2114 H8801 , en vreemden H3808 zullen niet H5750 meer H5674 H8799 door haar doorgaan.

Habakkuk 2:3

  3 H3588 Want H2377 het gezicht H5750 zal nog H4150 tot een bestemden tijd H7093 zijn, dan zal Hij het op het einde H6315 H8686 voortbrengen H3808 , en niet H3576 H8762 liegen H518 ; zo H4102 H8698 Hij vertoeft H2442 H8761 , verbeid H3588 Hem, want H935 H8800 Hij zal gewisselijk H935 H8799 komen H3808 , Hij zal niet H309 H8762 achterblijven.

Haggai 1:8

  8 H5927 H8798 Klimt H2022 op het gebergte H935 H8689 , en brengt H6086 hout H1129 H8798 aan, en bouwt H1004 dit huis H7521 H8799 , en Ik zal een welgevallen daaraan hebben H3513 H8735 , en verheerlijkt worden H559 H8804 , zegt H3068 de HEERE.

John 17:10

  10 G2532 En G3956 al G1699 het Mijne G2076 G5748 is G4674 Uw G2532 , en G4674 het Uwe G1699 is Mijn G2532 ; en G1722 Ik ben in G846 hen G1392 G5769 verheerlijkt.

Romans 1:17

  17 G1063 Want G1343 de rechtvaardigheid G2316 Gods G1722 wordt in G846 hetzelve G601 G5743 geopenbaard G1537 uit G4102 geloof G1519 tot G4102 geloof G2531 ; gelijk G1125 G5769 geschreven is G1161 : Maar G1342 de rechtvaardige G1537 zal uit G4102 het geloof G2198 G5695 leven.

Romans 3:21-26

  21 G1161 Maar G3568 nu G1343 is de rechtvaardigheid G2316 Gods G5319 G5769 geopenbaard geworden G5565 zonder G3551 de wet G3140 G5746 , hebbende getuigenis G5259 van G3551 de wet G2532 en G4396 de profeten:
  22 G1161 Namelijk G1343 de rechtvaardigheid G2316 Gods G1223 door G4102 het geloof G2424 van Jezus G5547 Christus G1519 , tot G3956 allen G2532 , en G1909 over G3956 allen G4100 G5723 , die geloven G1063 ; want G2076 G5748 er is G3756 geen G1293 onderscheid.
  23 G1063 Want G3956 zij hebben allen G264 G5627 gezondigd G2532 , en G5302 G5743 derven G1391 de heerlijkheid G2316 Gods;
  24 G1432 En worden om niet G1344 G5746 gerechtvaardigd G846 , uit Zijn G5485 genade G1223 , door G629 de verlossing G1722 , die in G5547 Christus G2424 Jezus is;
  25 G3739 Welken G2316 God G4388 G5639 voorgesteld heeft G2435 [tot] een verzoening G1223 , door G4102 het geloof G1722 in G846 Zijn G129 bloed G1519 , tot G1732 een betoning G846 van Zijn G1343 rechtvaardigheid G1223 , door G3929 de vergeving G265 der zonden G4266 G5761 , die te voren geschied zijn G1722 onder G463 de verdraagzaamheid G2316 Gods;
  26 G4314 Tot G1732 een betoning G846 van Zijn G1343 rechtvaardigheid G1722 in G3568 dezen G2540 tegenwoordigen tijd G1519 ; opdat G1342 Hij rechtvaardig G1511 G5750 zij G2532 , en G1344 G5723 rechtvaardigende G846 dengene G1537 , die uit G4102 het geloof G2424 van Jezus is.

Romans 10:3-15

  3 G1063 Want G1343 alzo zij de rechtvaardigheid G2316 Gods G50 G5723 niet kennen G2532 , en G2398 hun eigen G1343 gerechtigheid G2212 G5723 zoeken G2476 G5658 op te richten G1343 , zo zijn zij der rechtvaardigheid G2316 Gods G3756 niet G5293 G5648 onderworpen.
  4 G1063 Want G5056 het einde G3551 der wet G5547 is Christus G1519 , tot G1343 rechtvaardigheid G3956 een iegelijk G4100 G5723 , die gelooft.
  5 G1063 Want G3475 Mozes G1125 G5719 beschrijft G1343 de rechtvaardigheid G3588 , die G1537 uit G3551 de wet G3754 is, [zeggende]: G444 De mens G846 , die deze G4160 G5660 dingen doet G1722 , zal door G846 dezelve G2198 G5695 leven.
  6 G1161 Maar G1343 de rechtvaardigheid G1537 , die uit G4102 het geloof G3004 G5719 is, spreekt G3779 aldus G2036 G5632 : Zeg G3361 niet G1722 in G4675 uw G2588 hart G5101 : Wie G1519 zal in G3772 den hemel G305 G5695 opklimmen G5124 ? Hetzelve G5123 G5748 is G5547 Christus G2609 G5629 [van] [boven] afbrengen.
  7 G2228 Of G5101 , wie G1519 zal in G12 den afgrond G2597 G5695 nederdalen G5124 ? Hetzelve G5123 G5748 is G5547 Christus G1537 uit G3498 de doden G321 G5629 opbrengen.
  8 G235 Maar G5101 wat G3004 G5719 zegt zij G1451 ? Nabij G4675 u G2076 G5748 is G4487 het Woord G1722 , in G4675 uw G4750 mond G2532 en G1722 in G4675 uw G2588 hart G5124 . Dit G5123 G5748 is G4487 het Woord G4102 des geloofs G3739 , hetwelk G2784 G5719 wij prediken.
  9 G3754 [Namelijk], G1437 indien G1722 gij met G4675 uw G4750 mond G3670 G5661 zult belijden G2962 den Heere G2424 Jezus G2532 , en G1722 met G4675 uw G2588 hart G4100 G5661 geloven G3754 , dat G2316 God G846 Hem G1537 uit G3498 de doden G1453 G5656 opgewekt heeft G4982 G5701 , zo zult gij zalig worden.
  10 G1063 Want G2588 met het hart G4100 G5743 gelooft men G1519 ter G1343 rechtvaardigheid G1161 en G4750 met den mond G3670 G5743 belijdt men G1519 ter G4991 zaligheid.
  11 G1063 Want G1124 de Schrift G3004 G5719 zegt G3956 : Een iegelijk G1909 , die in G846 Hem G4100 G5723 gelooft G3756 , die zal niet G2617 G5701 beschaamd worden.
  12 G1063 Want G2076 G5748 er is G3756 geen G1293 onderscheid G5037 , noch G2453 van Jood G2532 noch G1672 van Griek G1063 ; want G846 eenzelfde G2962 is Heere G3956 van allen G4147 G5723 , rijk zijnde G1519 over G3956 allen G846 , die Hem G1941 G5734 aanroepen.
  13 G1063 Want G3956 een iegelijk G3739 , die G3686 den Naam G2962 des Heeren G302 G1941 G5672 zal aanroepen G4982 G5701 , zal zalig worden.
  14 G4459 Hoe G3767 zullen zij dan G1941 G5698 [Hem] aanroepen G1519 , in G3739 Welken G3756 zij niet G4100 G5656 geloofd hebben G1161 ? En G4459 hoe G4100 G5692 zullen zij [in] [Hem] geloven G3739 , van Welken G3756 zij niet G191 G5656 gehoord hebben G1161 ? En G4459 hoe G191 G5692 zullen zij horen G5565 , zonder G2784 G5723 die [hun] predikt?
  15 G1161 En G4459 hoe G2784 G5692 zullen zij prediken G3362 , indien zij niet G649 G5652 gezonden worden G2531 ? Gelijk G1125 G5769 geschreven is G5613 : Hoe G5611 liefelijk G4228 zijn de voeten G3739 dergenen, die G1515 vrede G2097 G5734 verkondigen G18 , dergenen, die het goede G2097 G5734 verkondigen!

Ephesians 1:6

  6 G1519 Tot G1868 prijs G1391 der heerlijkheid G846 Zijner G5485 genade G1722 , door G3739 welke G2248 Hij ons G5487 G5656 begenadigd heeft G1722 in G25 G5772 den Geliefde;

2 Thessalonians 1:10

  10 G3752 Wanneer G2064 G5632 Hij zal gekomen zijn G1740 G5683 , om verheerlijkt te worden G1722 in G846 Zijn G40 heiligen G2532 , en G2296 G5683 wonderbaar te worden G1722 in G3956 allen G4100 G5723 , die geloven G3754 (overmits G2257 onze G3142 getuigenis G1909 onder G5209 u G4100 G5681 is geloofd geworden G1722 ) in G1565 dien G2250 dag.

2 Thessalonians 1:12

  12 G3704 Opdat G3686 de Naam G2257 van onzen G2962 Heere G2424 Jezus G5547 Christus G1740 G5686 verheerlijkt worde G1722 in G5213 u G2532 , en G5210 gij G1722 in G846 Hem G2596 , naar G5485 de genade G2257 van onzen G2316 God G2532 en G2962 den Heere G2424 Jezus G5547 Christus.

Hebrews 10:37

  37 G1063 Want G2089 : Nog G3397 een zeer weinig G3745 G3745 [tijds] G2064 G5740 [en] Hij, Die te komen staat G2240 G5692 , zal komen G2532 , en G3756 niet G5549 G5692 vertoeven.

1 Peter 2:6

  6 G1352 Daarom G2532 is ook G4023 G5719 vervat G1722 in G1124 de Schrift G2400 G5628 : Ziet G5087 G5719 , Ik leg G1722 in G4622 Sion G204 een uitersten G3037 Hoeksteen G1588 , Die uitverkoren G1784 [en] dierbaar G2532 is; en G1909 : Die in G846 Hem G4100 G5723 gelooft G3364 , zal niet G2617 G5686 beschaamd worden.

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.