2 Chronicles 36 Cross References - DSV_Strongs

  1 H3947 H8799 Toen nam H5971 het volk H776 des lands H3059 Joahaz H1121 , den zoon H2977 van Josia H4427 H8686 , en zij maakten hem koning H1 , in zijns vaders H8478 plaats H3389 , te Jeruzalem.
  2 H7969 Drie H6242 en twintig H8141 jaren H3099 was Joahaz H1121 oud H4427 H8800 , als hij koning werd H4427 H8804 , en hij regeerde H7969 drie H2320 maanden H3389 te Jeruzalem.
  3 H4428 Want de koning H4714 van Egypte H5493 H8686 zette hem af H3389 te Jeruzalem H6064 H0 ; en hij leide H776 het land H6064 H8799 een boete op H3967 van honderd H3603 talenten H3701 zilvers H3603 en een talent H2091 gouds.
  4 H4428 En de koning H4714 van Egypte H4427 H0 maakte H251 zijn broeder H471 Eljakim H4427 H8686 koning H5921 over H3063 Juda H3389 en Jeruzalem H5437 H8686 , en veranderde H8034 zijn naam H3079 in Jojakim H251 ; maar zijn broeder H3099 Joahaz H3947 H8804 nam H5224 Necho H935 H8686 , en bracht H4714 hem in Egypte.
  5 H2568 Vijf H6242 en twintig H8141 jaren H3079 was Jojakim H1121 oud H4427 H8800 , als hij koning werd H4427 H8804 , en regeerde H259 H6240 elf H8141 jaren H3389 te Jeruzalem H6213 H8799 ; en hij deed H7451 dat kwaad H5869 was in de ogen H3068 des HEEREN H430 , zijns Gods.
  6 H5019 Nebukadnezar H4428 , de koning H894 van Babel H5921 , toog tegen H5927 H8804 hem op H631 H8799 , en bond H5178 hem met twee koperen ketenen H3212 H8687 , om hem te voeren H894 naar Babel.
  7 H5019 Nebukadnezar H935 H8689 bracht H4480 ook van H3627 de vaten H1004 van het huis H3068 des HEEREN H894 naar Babel H5414 H8799 , en stelde H1964 ze in zijn tempel H894 te Babel.
  8 H3499 Het overige H1697 nu van de geschiedenissen H3079 van Jojakim H8441 , en zijn gruwelen H834 , die H6213 H8804 hij deed H5921 , en wat aan H4672 H8737 hem gevonden werd H2009 , ziet H3789 H8803 , dat is geschreven H5921 in H5612 het boek H4428 der koningen H3478 van Israel H3063 en Juda H3078 ; en Jojachin H1121 , zijn zoon H4427 H8799 , werd koning H8478 in zijn plaats.
  9 H8083 Acht H8141 jaren H3078 was Jojachin H1121 oud H4427 H8800 , als hij koning werd H4427 H8804 , en regeerde H7969 drie H2320 maanden H6235 en tien H3117 dagen H3389 te Jeruzalem H6213 H8799 , en deed H7451 dat kwaad H5869 was in de ogen H3068 des HEEREN.
  10 H8666 En met de wederkomst H8141 des jaars H7971 H8804 zond H4428 de koning H5019 Nebukadnezar H935 H0 henen, en liet H894 hem naar Babel H935 H8686 halen H5973 , met H2532 de kostelijke H3627 vaten H1004 van het huis H3068 des HEEREN H4427 H0 ; en hij maakte H251 zijn broeder H6667 Zedekia H4427 H8686 koning H3063 over Juda H3389 en Jeruzalem.
  11 H259 Een H6242 en twintig H8141 jaren H6667 was Zedekia H1121 oud H4427 H8800 , als hij koning werd H4427 H8804 , en regeerde H259 H6240 elf H8141 jaren H3389 te Jeruzalem.
  12 H6213 H8799 En hij deed H7451 dat kwaad H5869 was in de ogen H3068 des HEEREN H430 , zijns Gods H3665 H8738 ; hij verootmoedigde zich H3808 niet H4480 voor H6440 het aangezicht H5030 van den profeet H3414 Jeremia H4480 , [sprekende] uit H6310 den mond H3068 des HEEREN.
  13 H1571 Daartoe werd hij ook H4775 H8804 afvallig H4428 tegen den koning H5019 Nebukadnezar H834 , die H7650 H8689 hem beedigd had H430 bij God H7185 H8686 ; en verhardde H6203 zijn nek H553 H8762 , en verstokte H3824 zijn hart H4480 , dat hij zich niet H7725 H8800 bekeerde H413 tot H3068 den HEERE H430 , den God H3478 Israels.
  14 H1571 Ook H7235 H0 maakten H3605 alle H8269 oversten H3548 der priesteren H5971 , en het volk H4603 H8800 , der overtredingen H4604 zeer H7235 H8689 veel H3605 , naar alle H8441 gruwelen H1471 der heidenen H2930 H8762 ; en zij verontreinigden H1004 het huis H3068 des HEEREN H834 , dat H6942 H8689 Hij geheiligd had H3389 te Jeruzalem.
  15 H3068 En de HEERE H430 , de God H1 hunner vaderen H7971 H8799 , zond H5921 tot H3027 hen, door de hand H4397 Zijner boden H7925 H8687 , vroeg op zijnde H7971 H8800 , om [die] te zenden H3588 ; want H2550 H8804 H5921 Hij verschoonde H5971 Zijn volk H5921 en H4583 Zijn woning.
  16 H1961 H8799 H3931 H8688 Maar zij spotten H4397 met de boden H430 Gods H959 H8802 , en verachtten H1697 Zijn woorden H8591 H8700 ; zij verleidden zichzelven H5030 tegen Zijn profeten H5704 ; totdat H2534 de grimmigheid H3068 des HEEREN H5971 tegen Zijn volk H5927 H8800 opging H5704 , dat H369 H0 er geen H4832 helen H369 aan was.
  17 H5921 Want Hij deed tegen H5927 H8686 hen opkomen H4428 den koning H3778 der Chaldeen H970 , die hun jongelingen H2719 met het zwaard H1004 in het huis H4720 huns heiligdoms H2026 H8799 doodde H2550 H8804 H5921 , en hij verschoonde H970 de jongelingen H3808 niet H1330 , noch de maagden H2205 , de ouden H3486 noch de stokouden H5414 H8804 ; Hij gaf H3605 hen allen H3027 in zijn hand.
  18 H3605 En alle H3627 vaten H1004 van het huis H430 Gods H1419 , de grote H6996 en de kleine H214 , en de schatten H1004 van het huis H3068 des HEEREN H214 , en de schatten H4428 des konings H8269 en zijner vorsten H3605 , dit alles H935 H8689 voerde hij H894 naar Babel.
  19 H8313 H8799 En zij verbrandden H1004 het huis H430 Gods H5422 H0 , en zij braken H2346 den muur H3389 van Jeruzalem H5422 H8762 af H3605 , en al H759 de paleizen H8313 H8804 daarvan verbrandden zij H784 met vuur H7843 H8687 , verdervende H3605 ook alle H4261 kostelijke H3627 vaten derzelve.
  20 H7611 En wie overgebleven was H4480 van H2719 het zwaard H1540 H8686 , voerde hij weg H413 naar H894 Babel H1961 H8799 , en zij werden H1121 hem en zijn zonen H5650 tot knechten H5704 , tot H4427 H8800 het regeren H4438 des koninkrijks H6539 van Perzie;
  21 H1697 Opdat het woord H3068 des HEEREN H4390 H8763 vervuld wierd H6310 , door den mond H3414 van Jeremia H5704 , totdat H776 het land H7676 aan zijn sabbatten H7521 H8804 een welgevallen had H7673 H8804 ; het rustte H3605 al H3117 de dagen H8074 H8715 der verwoesting H7657 , totdat de zeventig H8141 jaren H4390 H8763 vervuld waren.
  22 H259 Maar in het eerste H8141 jaar H3566 van Kores H4428 , koning H6539 van Perzie H3615 H8800 , opdat volbracht wierd H1697 het woord H3068 des HEEREN H6310 , door den mond H3414 van Jeremia H5782 H8689 , verwekte H3068 de HEERE H7307 den geest H3566 van Kores H4428 , koning H6539 van Perzie H6963 , dat hij een stem H5674 H8686 liet doorgaan H3605 door zijn ganse H4438 koninkrijk H1571 , zelfs ook H4385 in geschrift H559 H8800 , zeggende:
  23 H3541 Zo H559 H8804 zegt H3566 Kores H4428 , koning H6539 van Perzie H3068 : De HEERE H430 , de God des H8064 hemels H3605 , heeft mij alle H4467 koninkrijken H776 der aarde H5414 H8804 gegeven H1931 ; en Hij H5921 heeft mij H6485 H8804 bevolen H1004 Hem een huis H1129 H8800 te bouwen H3389 te Jeruzalem H834 , hetwelk H3063 in Juda H4310 is; wie H4480 is onder ulieden van H3605 al H5971 Zijn volk H3068 ? De HEERE H430 , zijn God H5973 , zij met H5927 H8799 hem, en hij trekke op.

2 Kings 23:30-37

  30 H5650 En zijn knechten H7392 H0 voerden H4191 H8801 hem dood H7392 H8686 op een wagen H4480 van H4023 Megiddo H935 H8686 , en brachten H3389 hem te Jeruzalem H6912 H8799 , en begroeven H6900 hem in zijn graf H5971 ; en het volk H776 des lands H3947 H8799 nam H3059 Joahaz H1121 , den zoon H2977 van Josia H4886 H8799 , en zalfden H853 hem H4427 H0 , en maakten H853 hem H4427 H8686 koning H1 in zijns vaders H8478 plaats.
  31 H7969 Drie H6242 en twintig H8141 jaren H3059 was Joahaz H1121 oud H4427 H8800 , toen hij koning werd H4427 H8804 , en hij regeerde H7969 drie H2320 maanden H3389 te Jeruzalem H8034 ; en de naam H517 zijner moeder H2537 was Hamutal H1323 , de dochter H3414 van Jeremia H4480 , van H3841 Libna.
  32 H6213 H8799 En hij deed H7451 dat kwaad H5869 was in de ogen H3068 des HEEREN H3605 , naar alles H834 , wat H1 zijn vaderen H6213 H8804 gedaan hadden.
  33 H6549 Doch Farao Necho H631 H8799 liet hem binden H7247 te Ribla H776 in het land H2574 van Hamath H3389 , opdat hij te Jeruzalem H4427 H8800 niet regeren zou H5414 H0 ; en hij leide H776 het land H6066 een boete H5414 H8799 H5921 op H3967 van honderd H3603 talenten H3701 zilvers H3603 en een talent H2091 gouds.
  34 H4427 H0 Ook maakte H6549 Farao Necho H471 Eljakim H1121 , den zoon H2977 van Josia H4427 H8686 , koning H8478 , in de plaats H1 van zijn vader H2977 Josia H5437 H8686 , en veranderde H8034 zijn naam H3079 in Jojakim H3059 ; maar Joahaz H3947 H8804 nam hij mede H935 H8799 , en hij kwam H4714 in Egypte H4191 H8799 , en stierf H8033 aldaar.
  35 H3079 En Jojakim H5414 H8804 gaf H3701 dat zilver H2091 en dat goud H6547 aan Farao H389 ; doch H6186 H8689 hij schatte H776 het land H3701 , om dat geld H5921 naar H6310 het bevel H6547 van Farao H5414 H8800 te geven H376 ; een ieder H6187 naar zijn schatting H5065 H8804 eiste hij H3701 het zilver H2091 en goud H5971 af van het volk H776 des lands H6549 , om aan Farao Necho H5414 H8800 te geven.
  36 H2568 Vijf H6242 en twintig H8141 jaren H3079 was Jojakim H1121 oud H4427 H8800 , toen hij koning werd H4427 H8804 , en regeerde H259 H6240 elf H8141 jaren H3389 te Jeruzalem H8034 ; en de naam H517 zijner moeder H2080 was Zebudda H1323 , een dochter H6305 van Pedaja H4480 , van H7316 Ruma.
  37 H6213 H8799 En hij deed H7451 dat kwaad H5869 was in de ogen H3068 des HEEREN H3605 , naar alles H834 , wat H1 zijn vaders H6213 H8804 gedaan hadden.

1 Chronicles 3:15

  15 H1121 De zonen H2977 van Josia H1060 nu waren [dezen]: de eerstgeborene H3110 Johanan H8145 , de tweede H3079 Jojakim H7992 , de derde H6667 Zedekia H7243 , de vierde H7967 Sallum.

2 Chronicles 26:1

  1 H3947 H8799 Toen nam H3605 het ganse H5971 volk H3063 van Juda H5818 Uzzia H1931 (die H8337 H6240 nu zestien H8141 jaren H1121 oud H4427 H0 was), en maakte H853 hem H4427 H8686 koning H8478 in de plaats H1 van zijn vader H558 Amazia.

2 Chronicles 33:25

  25 H5971 Maar het volk H776 des lands H5221 H8686 sloeg H3605 hen allen H7194 H0 , die de verbintenis H5921 tegen H4428 den koning H526 Amon H7194 H8802 gemaakt hadden H5971 ; en het volk H776 des lands H4427 H0 maakte H1121 zijn zoon H2977 Josia H4427 H8686 koning H8478 in zijn plaats.

Jeremiah 22:11

  11 H559 H8804 Want zo zegt H3068 de HEERE H413 van H7967 Sallum H1121 , den zoon H2977 van Josia H4428 , koning H3063 van Juda H1 , die in de plaats van zijn vader H2977 Josia H4427 H8802 regeerde H4725 , die uit deze plaats H3318 H8804 is uitgegaan H7725 H8799 : Hij zal daar nimmermeer wederkomen.

2 Kings 23:33

  33 H6549 Doch Farao Necho H631 H8799 liet hem binden H7247 te Ribla H776 in het land H2574 van Hamath H3389 , opdat hij te Jeruzalem H4427 H8800 niet regeren zou H5414 H0 ; en hij leide H776 het land H6066 een boete H5414 H8799 H5921 op H3967 van honderd H3603 talenten H3701 zilvers H3603 en een talent H2091 gouds.
  34 H4427 H0 Ook maakte H6549 Farao Necho H471 Eljakim H1121 , den zoon H2977 van Josia H4427 H8686 , koning H8478 , in de plaats H1 van zijn vader H2977 Josia H5437 H8686 , en veranderde H8034 zijn naam H3079 in Jojakim H3059 ; maar Joahaz H3947 H8804 nam hij mede H935 H8799 , en hij kwam H4714 in Egypte H4191 H8799 , en stierf H8033 aldaar.
  35 H3079 En Jojakim H5414 H8804 gaf H3701 dat zilver H2091 en dat goud H6547 aan Farao H389 ; doch H6186 H8689 hij schatte H776 het land H3701 , om dat geld H5921 naar H6310 het bevel H6547 van Farao H5414 H8800 te geven H376 ; een ieder H6187 naar zijn schatting H5065 H8804 eiste hij H3701 het zilver H2091 en goud H5971 af van het volk H776 des lands H6549 , om aan Farao Necho H5414 H8800 te geven.

Jeremiah 22:10-12

  10 H1058 H8799 Weent H4191 H8801 niet over den dode H5110 H8799 , en beklaagt H1058 H8798 hem niet; weent H1058 H8800 vrij H1980 H8802 over dien, die weggegaan is H7725 H8799 , want hij zal nimmermeer wederkomen H776 , dat hij het land H4138 zijner geboorte H7200 H8804 zie.
  11 H559 H8804 Want zo zegt H3068 de HEERE H413 van H7967 Sallum H1121 , den zoon H2977 van Josia H4428 , koning H3063 van Juda H1 , die in de plaats van zijn vader H2977 Josia H4427 H8802 regeerde H4725 , die uit deze plaats H3318 H8804 is uitgegaan H7725 H8799 : Hij zal daar nimmermeer wederkomen.
  12 H4725 Maar in de plaats H1540 H8689 , waarhenen zij hem gevankelijk hebben weggevoerd H4191 H8799 , zal hij sterven H776 , en dit land H7200 H8799 zal hij niet meer zien.

Ezekiel 19:3-4

  3 H5927 H0 Zij toog H259 nu een H1482 van haar welpen H5927 H8686 op H3715 ; het werd een jonge leeuw H3925 H8799 , die leerde H2964 roof H2963 H8800 te roven H398 H8804 , hij at H120 mensen op.
  4 H8085 H8799 Dit hoorden H1471 de volken H8610 H8738 van hem, hij werd gegrepen H7845 in hun groeve H935 H8686 ; en zij brachten H2397 hem met haken H776 H4714 naar Egypteland.

Jeremiah 22:13-19

  13 H1945 Wee H1004 dien, die zijn huis H1129 H8802 bouwt H3808 H6664 met ongerechtigheid H5944 , en zijn opperzalen H4941 met onrecht H7453 ; die zijns naasten H5647 H0 dienst H2600 om niet H5647 H8799 gebruikt H5414 H8799 , en geeft H6467 hen zijn arbeidsloon niet!
  14 H559 H8802 Die daar zegt H4060 : Ik zal mij een zeer hoog H1004 huis H1129 H8799 bouwen H7304 H8794 , en doorluchtige H5944 opperzalen H7167 H0 ; en hij houwt zich H2474 vensteren H7167 H8804 uit H5603 H8803 , en het is bedekt H730 met ceder H4886 H8800 , en aangestreken H8350 met menie.
  15 H4427 H8799 Zoudt gij regeren H8474 H8808 , omdat gij u mengt H730 met den ceder H1 ? Heeft niet uw vader H398 H8804 gegeten H8354 H8804 en gedronken H4941 , en recht H6666 en gerechtigheid H6213 H8804 gedaan H2896 , [en] het ging hem toen wel?
  16 H1779 Hij heeft de rechtzaak H6041 des ellendigen H34 en nooddruftigen H1777 H8804 gericht H2896 , toen ging het [hem] wel H1847 ; is dat niet Mij te kennen H5002 H8803 ? spreekt H3068 de HEERE.
  17 H5869 Maar uw ogen H3820 en uw hart H1215 zijn niet dan op uw gierigheid H5355 , en op onschuldig H1818 bloed H8210 H8800 , om dat te vergieten H6233 , en op verdrukking H4835 en overlast H6213 H8800 , om [die] te doen.
  18 H559 H8804 Daarom zegt H3068 de HEERE H3079 alzo van Jojakim H1121 , zoon H2977 van Josia H4428 , koning H3063 van Juda H5594 H8799 : Zij zullen hem niet beklagen H1945 : Och H251 mijn broeder H1945 ! of, och H269 zuster H5594 H8799 ! Zij zullen hem niet beklagen H1945 : Och H113 , heer H1945 ! of, och H1935 zijn majesteit!
  19 H6900 H2543 Met een ezelsbegrafenis H6912 H8735 zal hij begraven worden H5498 H8800 ; men zal [hem] slepen H7993 H8687 en daarhenen werpen H1973 , verre weg H8179 van de poorten H3389 van Jeruzalem.

Jeremiah 26:1

  1 H7225 In het begin H4468 des koninkrijks H3079 van Jojakim H1121 , den zoon H2977 van Josia H4428 , koning H3063 van Juda H1697 , geschiedde dit woord H3068 van den HEERE H559 H8800 , zeggende:

Jeremiah 26:21-23

  21 H4428 En als de koning H3079 Jojakim H1368 , mitsgaders al zijn geweldigen H8269 , en al de vorsten H1697 zijn woorden H8085 H8799 hoorden H1245 H8762 , zocht H4428 de koning H4191 H8687 hem te doden H223 ; als Uria H8085 H8799 [dat] hoorde H3372 H8799 , zo vreesde hij H1272 H8799 , en vluchtte H935 H8799 , en kwam H4714 in Egypte;
  22 H4428 Maar de koning H3079 Jojakim H7971 H8799 zond H582 mannen H4714 [naar] Egypte H494 , Elnathan H1121 , den zoon H5907 van Achbor H582 , en [andere] mannen H4714 met hem, in Egypte;
  23 H3318 H8686 Die voerden H223 Uria H4714 uit Egypte H935 H8686 , en brachten H4428 hem tot den koning H3079 Jojakim H5221 H8686 , en hij sloeg H2719 hem met het zwaard H7993 H8686 , en hij wierp H5038 zijn dood lichaam H6913 in de graven H1121 van de kinderen H5971 des volks.

Jeremiah 35:1

  1 H1697 Het woord H3414 , dat tot Jeremia H3068 geschied is van den HEERE H3117 , in de dagen H3079 van Jojakim H1121 , den zoon H2977 van Josia H4428 , den koning H3063 van Juda H559 H8800 , zeggende:

Jeremiah 36:1

  1 H7243 Het gebeurde ook in het vierde H8141 jaar H3079 van Jojakim H1121 , den zoon H2977 van Josia H4428 , den koning H3063 van Juda H1697 , [dat] dit woord H3414 tot Jeremia H3068 geschiedde van den HEERE H559 H8800 , zeggende:

Jeremiah 36:27-32

  27 H3068 Toen geschiedde des HEEREN H1697 woord H3414 tot Jeremia H310 , nadat H4428 de koning H4039 de rol H1697 en de woorden H1263 , die Baruch H3789 H8804 geschreven had H6310 uit den mond H3414 van Jeremia H8313 H8800 , verbrand had H559 H8800 , zeggende:
  28 H3947 H8798 Neem H7725 H8798 u weder H312 een andere H4039 rol H3789 H8798 , en schrijf H7223 daarop al de eerste H1697 woorden H7223 , die geweest zijn op de eerste H4039 rol H3079 , die Jojakim H4428 , de koning H3063 van Juda H8313 H8804 , verbrand heeft.
  29 H3079 En tot Jojakim H4428 , den koning H3063 van Juda H559 H8799 , zult gij zeggen H559 H8804 : Zo zegt H3068 de HEERE H4039 : Gij hebt deze rol H8313 H8804 verbrand H559 H8800 , zeggende H3789 H8804 : Waarom hebt gij daarop geschreven H559 H8800 , zeggende H4428 : De koning H894 van Babel H935 H8800 zal zekerlijk H935 H8799 komen H776 , en dit land H7843 H8689 verderven H120 , en maken, dat mens H929 en beest H7673 H8689 daarin ophouden?
  30 H559 H8804 Daarom zegt H3068 de HEERE H3079 alzo van Jojakim H4428 , den koning H3063 van Juda H1732 : Hij zal geen hebben, die op Davids H3678 troon H3427 H8802 zitte H5038 ; en zijn dood lichaam H7993 H8716 zal weggeworpen zijn H3117 , des daags H2721 in de hitte H3915 , en des nachts H7140 in de vorst.
  31 H2233 En Ik zal over hem, en over zijn zaad H5650 , en over zijn knechten H5771 hunlieder ongerechtigheid H6485 H8804 bezoeken H3427 H8802 ; en Ik zal over hen, en over de inwoners H3389 van Jeruzalem H376 , en over de mannen H3063 van Juda H7451 , al het kwaad H935 H8689 brengen H1696 H8765 , dat Ik tot hen gesproken heb H8085 H8804 ; maar zij hebben niet gehoord.
  32 H3414 Jeremia H3947 H8804 dan nam H312 een andere H4039 rol H5414 H8799 , en gaf H5608 H8802 ze aan den schrijver H1263 Baruch H1121 , den zoon H5374 van Nerija H3789 H8799 ; die schreef H6310 daarop, uit den mond H3414 van Jeremia H1697 , al de woorden H5612 des boeks H3079 , dat Jojakim H4428 , de koning H3063 van Juda H784 , met vuur H8313 H8804 verbrand had H7227 ; en tot dezelve werden nog veel H1992 dergelijke H1697 woorden H3254 H8738 toegedaan.

2 Kings 24:1-2

  1 H3117 In zijn dagen H5927 H0 toog H5019 Nebukadnezar H4428 , de koning H894 van Babel H5927 H8804 , op H3079 , en Jojakim H1961 H8799 werd H5650 zijn knecht H7969 drie H8141 jaren H7725 H8799 ; daarna keerde hij zich om H4775 H8799 , en rebelleerde tegen hem.
  2 H3068 En de HEERE H7971 H8762 zond H1416 tegen hem de benden H3778 der Chaldeen H1416 , en de benden H758 der Syriers H1416 , en de benden H4124 der Moabieten H1416 , en de benden H1121 der kinderen H5983 Ammons H7971 H8762 , en zond H3063 hen tegen Juda H6 H8687 , om dat te verderven H1697 , naar het woord H3068 des HEEREN H834 , dat H1696 H8765 Hij gesproken had H3027 door den dienst H5650 Zijner knechten H5030 , de profeten.

2 Kings 24:5-6

  5 H3499 Het overige H1697 nu der geschiedenissen H3079 van Jojakim H3605 , en al H834 wat H6213 H8804 hij gedaan heeft H1992 , is dat H3808 niet H3789 H8803 geschreven H5921 in H5612 het boek H1697 H3117 der kronieken H4428 der koningen H3063 van Juda?
  6 H3079 En Jojakim H7901 H8799 ontsliep H5973 met H1 zijn vaderen H1121 ; en zijn zoon H3078 Jojachin H4427 H8799 werd koning H8478 in zijn plaats.

2 Kings 24:13-20

  13 H3318 H0 En hij bracht H4480 van H8033 daar H3318 H8686 uit H3605 al H214 de schatten H1004 van het huis H3068 des HEEREN H214 , en de schatten H1004 van het huis H4428 des konings H7112 H0 ; en hij hieuw H3605 alle H2091 gouden H3627 vaten H7112 H8762 af H834 , die H8010 Salomo H4428 , de koning H3478 van Israel H1964 , in den tempel H3068 des HEEREN H6213 H8804 gemaakt had H834 , gelijk als H3068 de HEERE H1696 H8765 gesproken had.
  14 H1540 H0 En hij voerde H3605 gans H3389 Jeruzalem H1540 H8689 weg H3605 , mitsgaders al H8269 de vorsten H3605 , en alle H2428 strijdbare H1368 helden H6235 , tien H505 duizend H1540 H8802 gevangen H3605 , en alle H2796 timmerlieden H4525 en smeden H3808 ; niemand H7604 H8738 werd overgelaten H2108 , dan H1803 het arme H5971 volk H776 des lands.
  15 H1540 H0 Zo voerde hij H3078 Jojachin H1540 H8686 weg H894 naar Babel H4428 , mitsgaders des konings H517 moeder H4428 , en des konings H802 vrouwen H5631 , en zijn hovelingen H352 H8675 H193 ; daartoe de machtigen H776 des lands H3212 H8689 bracht hij H1473 gevankelijk H4480 van H3389 Jeruzalem H894 naar Babel;
  16 H3605 En alle H2428 kloeke H582 mannen H7651 tot zeven H505 duizend H2796 , en timmerlieden H4525 en smeden H505 tot een duizend H3605 , [en] alle H1368 helden H4421 , die ten oorlog H6213 H8802 geoefend waren H935 H8686 ; dezen bracht H4428 de koning H894 van Babel H1473 gevankelijk H894 naar Babel.
  17 H4428 En de koning H894 van Babel H4427 H0 maakte H4983 Mattanja H1730 , deszelfs oom H4427 H8686 , koning H8478 in plaats H5437 H8686 van hem, en veranderde H8034 zijn naam H6667 in Zedekia.
  18 H6667 Zedekia H259 was een H6242 en twintig H8141 jaren H1121 oud H4427 H8800 , als hij koning werd H4427 H8804 , en hij regeerde H259 H6240 elf H8141 jaren H3389 te Jeruzalem H8034 ; en de naam H517 zijner moeder H2537 was Hamutal H1323 , een dochter H3414 van Jeremia H4480 , van H3841 Libna.
  19 H6213 H8799 En hij deed H7451 dat kwaad H5869 was in de ogen H3068 des HEEREN H3605 , naar alles H834 , wat H3079 Jojakim H6213 H8804 gedaan had.
  20 H3588 Want H1961 H8804 het geschiedde H5921 , om H639 den toorn H3068 des HEEREN H3389 tegen Jeruzalem H3063 en tegen Juda H5704 , totdat H853 Hij hen H4480 H5921 van H6440 Zijn aangezicht H7993 H8689 weggeworpen had H6667 . En Zedekia H4775 H8799 rebelleerde H4428 tegen den koning H894 van Babel.

2 Chronicles 33:11

  11 H935 H8686 Daarom bracht H3068 de HEERE H5921 over H8269 H6635 hen de krijgsoversten H834 , die H4428 de koning H804 van Assyrie H4519 had, dewelke Manasse H3920 H8799 gevangen namen H2336 onder de doornen H631 H8799 ; en zij bonden H5178 hem met twee koperen ketenen H3212 H8686 , en voerden H894 hem naar Babel.

Jeremiah 25:9

  9 H7971 H8802 Ziet, Ik zal zenden H3947 H8804 , en nemen H4940 alle geslachten H6828 van het noorden H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H5019 ; en tot Nebukadnezar H4428 , den koning H894 van Babel H5650 , Mijn knecht H935 H8689 ; en zal ze brengen H776 over dit land H3427 H8802 , en over de inwoners H1471 van hetzelve, en over al deze volken H5439 rondom H2763 H8689 ; en Ik zal ze verbannen H7760 H8804 , en zal ze stellen H8047 tot een ontzetting H8322 , en tot een aanfluiting H5769 , en tot eeuwige H2723 woestheden.

Ezekiel 19:5-9

  5 H7200 H8799 Zij nu ziende H3176 H8738 , dat zij in hope was geweest H8615 , [doch] haar verwachting H6 H8804 verloren was H3947 H8799 , zo nam zij H259 een H1482 [ander] van haar welpen H3715 , hetwelk zij [tot] een jongen leeuw H7760 H8804 stelde.
  6 H1980 H8691 Deze wandelde H8432 steeds onder H738 de leeuwen H3715 , werd een jonge leeuw H3925 H8799 , en leerde H2964 roof H2963 H8800 te roven H398 H8804 , hij at H120 mensen op.
  7 H3045 H8799 Hij bekende H490 zijn weduwen H2717 H8689 , en hij verwoestte H5892 hun steden H776 ; zodat het land H4393 en zijn volheid H3456 H8799 ontzet werd H6963 van de stem H7581 zijner brulling.
  8 H5414 H8799 Toen begaven zich H1471 de volken H5439 tegen hem rondom H4082 uit de landschappen H6566 H8799 , en zij spreidden H7568 hun net H7845 over hem uit; in hun groeve H8610 H8738 werd hij gegrepen.
  9 H5414 H8799 En zij stelden H5474 hem in gesloten bewaring H2397 met haken H935 H8686 , opdat zij hem brachten H4428 tot den koning H894 van Babel H935 H8686 ; zij brachten H4685 hem in vestingen H6963 , opdat zijn stem H8085 H8735 niet meer gehoord wierde H2022 op de bergen H3478 Israels.

Daniel 1:1-2

  1 H7969 In het derde H8141 jaar H4438 des koninkrijks H3079 van Jojakim H4428 , den koning H3063 van Juda H935 H8804 , kwam H5019 Nebukadnezar H4428 , de koning H894 van Babel H3389 , te Jeruzalem H6696 H8799 , en belegerde haar.
  2 H136 En de HEERE H5414 H8799 gaf H3079 Jojakim H4428 , den koning H3063 van Juda H3027 , in zijn hand H7117 , en een deel H3627 der vaten H1004 van het huis H430 Gods H935 H8686 ; en hij bracht H776 ze in het land H8152 van Sinear H1004 , [in] het huis H430 zijns gods H3627 ; en de vaten H935 H8689 bracht hij H214 H1004 in het schathuis H430 zijns gods.

Habakkuk 1:5-10

  5 H7200 H8798 Ziet H1471 onder de heidenen H5027 H8685 , en aanschouwt H8539 H8690 , en verwondert u H8539 H8798 , verwondert u H3588 , want H6466 H8802 Ik werk H6467 een werk H3117 in ulieder dagen H3808 , [hetwelk] gij niet H539 H8686 geloven zult H3588 , als H5608 H8792 het verteld zal worden.
  6 H3588 Want H2009 ziet H6965 H8688 , Ik verwek H3778 de Chaldeen H4751 , een bitter H4116 H8737 en snel H1471 volk H1980 H8802 , trekkende H4800 door de breedten H776 der aarde H3423 H8800 , om erfelijk te bezitten H4908 woningen H3808 , die de zijne niet zijn.
  7 H366 Schrikkelijk H3372 H8737 en vreselijk H1931 is hetzelve H4941 ; zijn recht H7613 en zijn hoogheid H3318 H0 gaat H4480 van hemzelven H3318 H8799 uit.
  8 H5483 Want zijn paarden H7043 H8804 zijn lichter H5246 dan de luipaarden H2300 H8804 , en zij zijn scherper H6153 H2061 dan de avondwolven H6571 , en zijn ruiters H6335 H8804 verspreiden zich H6571 ; ja, zijn ruiters H4480 zullen van H7350 verre H935 H8799 komen H5774 H8799 , zij zullen vliegen H5404 als een arend H2363 H8804 , zich spoedende H398 H8800 om te eten.
  9 H3605 Het zal geheellijk H2555 tot geweld H935 H8799 komen H4041 , wat zij inslorpen zullen H6440 met hun aangezichten H6921 , [zullen] [zij] [brengen] naar het oosten H7628 ; en het zal de gevangenen H622 H8799 verzamelen H2344 als zand.
  10 H1931 En hij H4428 zal de koningen H7046 H8691 beschimpen H7336 H8802 , en de prinsen H4890 zullen hem een belaching H1931 zijn; hij H3605 zal alle H4013 vesting H7832 H8799 belachen H6083 ; want hij zal stof H6651 H8799 vergaderen H3920 H8799 , en hij zal ze innemen.

2 Kings 24:13

  13 H3318 H0 En hij bracht H4480 van H8033 daar H3318 H8686 uit H3605 al H214 de schatten H1004 van het huis H3068 des HEEREN H214 , en de schatten H1004 van het huis H4428 des konings H7112 H0 ; en hij hieuw H3605 alle H2091 gouden H3627 vaten H7112 H8762 af H834 , die H8010 Salomo H4428 , de koning H3478 van Israel H1964 , in den tempel H3068 des HEEREN H6213 H8804 gemaakt had H834 , gelijk als H3068 de HEERE H1696 H8765 gesproken had.

Ezra 1:7-11

  7 H3318 H0 Ook bracht H4428 de koning H3566 Kores H3318 H8689 uit H3627 , de vaten H1004 van het huis H3068 des HEEREN H834 , die H5019 Nebukadnezar H4480 uit H3389 Jeruzalem H3318 H8689 had uitgevoerd H5414 H8799 , en had gesteld H1004 in het huis H430 zijns gods.
  8 H3566 En Kores H4428 , de koning H6539 van Perzie H3318 H8686 , bracht ze uit H5921 door H3027 de hand H4990 van Mithredath H1489 , den schatmeester H8339 , die ze aan Sesbazar H5387 , den vorst H3063 van Juda H5608 H8799 , toetelde.
  9 H428 En dit H4557 is hun getal H7970 : dertig H2091 gouden H105 bekkens H505 , duizend H3701 zilveren H105 bekkens H8672 , negen H6242 en twintig H4252 messen;
  10 H7970 Dertig H2091 gouden H3713 bekers H702 H3967 , vierhonderd H6235 en tien H4932 andere H3701 zilveren H3713 bekers H312 ; andere H3627 vaten H505 , duizend.
  11 H3605 Alle H3627 vaten H2091 van goud H3701 en van zilver H2568 waren vijf H505 duizend H702 H3967 en vierhonderd H3605 ; deze alle H5927 H0 voerde H8339 Sesbazar H5927 H8689 op H5973 , met H1473 degenen, die van de gevangenis H5927 H8736 opgevoerd werden H4480 , van H894 Babel H3389 naar Jeruzalem.

Jeremiah 27:16-18

  16 H1696 H8765 Ook sprak ik H3548 tot de priesteren H5971 , en tot dit ganse volk H559 H8800 , zeggende H559 H8804 : Zo zegt H3068 de HEERE H8085 H8799 : Hoort H1697 niet naar de woorden H5030 uwer profeten H5012 H8737 , die u profeteren H559 H8800 , zeggende H3627 : Ziet, de vaten H3068 van des HEEREN H1004 huis H4120 zullen nu haast H894 uit Babel H7725 H8716 wedergebracht worden H5012 H8737 ; want zij profeteren H8267 u valsheid.
  17 H8085 H8799 Hoort H5647 H8798 niet naar hen, [maar] dient H4428 den koning H894 van Babel H2421 H8798 , zo zult gijlieden leven H5892 ; waarom zou deze stad H2723 [tot] een woestheid worden?
  18 H5030 Maar zo zij profeten H3068 zijn, en zo des HEEREN H1697 woord H3426 bij hen is H3068 , laat hen nu bij den HEERE H6635 der heirscharen H6293 H8799 voorbidden H3627 , opdat de vaten H1004 , die in het huis H3068 des HEEREN H1004 , en in het huis H4428 des konings H3063 van Juda H3389 , en te Jeruzalem H3498 H8737 zijn overgebleven H894 , niet naar Babel H935 H8804 komen.

Jeremiah 28:3

  3 H3117 In nog twee volle H8141 jaren H4725 zal Ik tot deze plaats H7725 H8688 wederbrengen H3627 al de vaten H1004 van het huis H3068 des HEEREN H5019 , die Nebukadnezar H4428 , de koning H894 van Babel H4725 , uit deze plaats H3947 H8804 heeft weggenomen H894 , en dezelve [naar] Babel H935 H8686 gebracht.

Daniel 1:2

  2 H136 En de HEERE H5414 H8799 gaf H3079 Jojakim H4428 , den koning H3063 van Juda H3027 , in zijn hand H7117 , en een deel H3627 der vaten H1004 van het huis H430 Gods H935 H8686 ; en hij bracht H776 ze in het land H8152 van Sinear H1004 , [in] het huis H430 zijns gods H3627 ; en de vaten H935 H8689 bracht hij H214 H1004 in het schathuis H430 zijns gods.

Daniel 5:2-4

  2 H1113 Als Belsazar H2562 den wijn H2942 geproefd had H560 H8754 , zeide hij H1722 , dat men de gouden H3702 en zilveren H3984 vaten H858 H8682 voorbrengen zou H2 , die zijn vader H5020 Nebukadnezar H4481 uit H1965 den tempel H3390 , die te Jeruzalem H5312 H8684 geweest was, weggevoerd had H4430 ; opdat de koning H7261 en zijn geweldigen H7695 , zijn vrouwen H3904 en zijn bijwijven H8355 H8748 uit dezelve dronken.
  3 H116 Toen H858 H8684 bracht men H1722 voor de gouden H3984 vaten H4481 , die men uit H1965 den tempel H1005 van het huis H426 Gods H3390 , die te Jeruzalem H5312 H8684 geweest was, weggevoerd had H4430 ; en de koning H7261 en zijn geweldigen H7695 , zijn vrouwen H3904 , en zijn bijwijven H8355 H8754 dronken daaruit.
  4 H8355 H8754 Zij dronken H2562 den wijn H7624 H8745 , en prezen H1722 de gouden H3702 , en de zilveren H5174 , de koperen H6523 , de ijzeren H636 , de houten H69 en de stenen H426 goden.

1 Chronicles 3:16-17

  16 H1121 De kinderen H3079 van Jojakim H3204 nu waren: Jechonia H1121 zijn zoon H6667 , Zedekia H1121 zijn zoon.
  17 H1121 En de kinderen H3204 van Jechonia H617 waren Assir H1121 ; zijn zoon H7597 was Sealthiel;

Jeremiah 22:24

  24 H2416 [Zo] [waarachtig] [als] Ik leef H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H3659 , ofschoon Chonia H1121 , de zoon H3079 van Jojakim H4428 , den koning H3063 van Juda H2368 , een zegelring H3225 H3027 ware aan Mijn rechterhand H5423 H8799 , zo zal Ik u toch van daar wegrukken.

Jeremiah 22:28

  28 H376 Is dan deze man H3659 Chonia H959 H8737 een veracht H5310 H8803 , verstrooid H6089 , afgodisch beeld H3627 ? Of is hij een vat H2656 , waaraan men geen lust H2233 heeft? Waarom zijn hij en zijn zaad H7993 H8717 uitgeworpen H2904 H8717 , ja, weggeworpen H776 in een land H3045 H8804 , dat zij niet kennen?

Matthew 1:11-12

  11 G1161 En G2502 Josias G1080 G5656 gewon G2423 Jechonias G2532 , en G846 zijn G80 broeders G1909 , omtrent G897 de Babylonische G3350 overvoering.
  12 G1161 En G3326 na G897 de Babylonische G3350 overvoering G1080 G5656 gewon G2423 Jechonias G4528 Salathiel G1161 , en G4528 Salathiel G1080 G5656 gewon G2216 Zorobabel;

2 Kings 24:8-17

  8 H3078 Jojachin H8083 H6240 was achttien H8141 jaren H1121 oud H4427 H8800 , toen hij koning werd H4427 H8804 , en regeerde H7969 drie H2320 maanden H3389 te Jeruzalem H8034 ; en de naam H517 zijner moeder H5179 was Nehusta H1323 , een dochter H494 van Elnathan H4480 , van H3389 Jeruzalem.
  9 H6213 H8799 En hij deed H7451 dat kwaad H5869 was in de ogen H3068 des HEEREN H3605 , naar alles H834 , wat H1 zijn vader H6213 H8804 gedaan had.
  10 H1931 Te dier H6256 tijd H5927 H8804 togen H5650 de knechten H5019 van Nebukadnezar H4428 , den koning H894 van Babel H3389 , naar Jeruzalem H5892 ; en de stad H935 H8799 H4692 werd belegerd.
  11 H935 H8799 Zelfs kwam H5019 Nebukadnezar H4428 , de koning H894 van Babel H5921 , tegen H5892 de stad H5650 , als zijn knechten H6696 H8802 H5921 die belegerden.
  12 H3318 H0 Toen ging H3078 Jojachin H4428 , de koning H3063 van Juda H3318 H8799 , uit H5921 tot H4428 den koning H894 van Babel H1931 , hij H517 , en zijn moeder H5650 , en zijn knechten H8269 , en zijn vorsten H5631 , en zijn hovelingen H4428 ; en de koning H894 van Babel H3947 H8799 nam H853 hem H8083 [gevangen] in het achtste H8141 jaar H4427 H8800 zijner regering.
  13 H3318 H0 En hij bracht H4480 van H8033 daar H3318 H8686 uit H3605 al H214 de schatten H1004 van het huis H3068 des HEEREN H214 , en de schatten H1004 van het huis H4428 des konings H7112 H0 ; en hij hieuw H3605 alle H2091 gouden H3627 vaten H7112 H8762 af H834 , die H8010 Salomo H4428 , de koning H3478 van Israel H1964 , in den tempel H3068 des HEEREN H6213 H8804 gemaakt had H834 , gelijk als H3068 de HEERE H1696 H8765 gesproken had.
  14 H1540 H0 En hij voerde H3605 gans H3389 Jeruzalem H1540 H8689 weg H3605 , mitsgaders al H8269 de vorsten H3605 , en alle H2428 strijdbare H1368 helden H6235 , tien H505 duizend H1540 H8802 gevangen H3605 , en alle H2796 timmerlieden H4525 en smeden H3808 ; niemand H7604 H8738 werd overgelaten H2108 , dan H1803 het arme H5971 volk H776 des lands.
  15 H1540 H0 Zo voerde hij H3078 Jojachin H1540 H8686 weg H894 naar Babel H4428 , mitsgaders des konings H517 moeder H4428 , en des konings H802 vrouwen H5631 , en zijn hovelingen H352 H8675 H193 ; daartoe de machtigen H776 des lands H3212 H8689 bracht hij H1473 gevankelijk H4480 van H3389 Jeruzalem H894 naar Babel;
  16 H3605 En alle H2428 kloeke H582 mannen H7651 tot zeven H505 duizend H2796 , en timmerlieden H4525 en smeden H505 tot een duizend H3605 , [en] alle H1368 helden H4421 , die ten oorlog H6213 H8802 geoefend waren H935 H8686 ; dezen bracht H4428 de koning H894 van Babel H1473 gevankelijk H894 naar Babel.
  17 H4428 En de koning H894 van Babel H4427 H0 maakte H4983 Mattanja H1730 , deszelfs oom H4427 H8686 , koning H8478 in plaats H5437 H8686 van hem, en veranderde H8034 zijn naam H6667 in Zedekia.

2 Samuel 11:1

  1 H1961 H8799 En het geschiedde H8666 met de wederkomst H8141 van het jaar H6256 , ter tijde H4428 H8675 H4397 als de koningen H3318 H8800 uittrekken H1732 , dat David H3097 Joab H5650 , en zijn knechten H5973 met H3605 hem, en gans H3478 Israel H7971 H8799 henenzond H1121 , dat zij de kinderen H5983 Ammons H7843 H8686 verderven H5921 , en H7237 Rabba H6696 H8799 belegeren zouden H1732 . Doch David H3427 H8802 bleef H3389 te Jeruzalem.

2 Kings 25:27-30

  27 H1961 H8799 Het geschiedde H7651 daarna in het zeven H7970 en dertigste H8141 jaar H1546 der wegvoering H3078 van Jojachin H4428 , den koning H3063 van Juda H8147 H6240 , in de twaalfde H2320 maand H7651 , op den zeven H6242 en twintigsten H2320 der maand H192 , dat Evilmerodach H4428 , de koning H894 van Babel H8141 , in het jaar H4427 H8800 , als hij koning werd H7218 , het hoofd H3078 van Jojachin H4428 , den koning H3063 van Juda H4480 , uit H1004 H3608 het gevangenhuis H5375 H8804 , verhief.
  28 H1696 H8762 En hij sprak H2896 vriendelijk H854 met H5414 H8799 hem, en stelde H3678 zijn stoel H4480 H5921 boven H3678 den stoel H4428 der koningen H834 , die H854 bij H894 hem te Babel waren.
  29 H8132 H8765 En hij veranderde H899 de klederen H3608 zijner gevangenis H398 H8804 , en hij at H8548 geduriglijk H3899 brood H6440 voor zijn aangezicht H3605 , al H3117 de dagen H2416 zijns levens.
  30 H737 En aangaande zijn tering H8548 , een gedurige H737 tering H4480 werd hem van H4428 den koning H5414 H8738 gegeven H3117 , elk dagelijks H1697 bestemde deel H3117 op zijn dag H3605 , al H3117 de dagen H2416 zijns levens.

1 Chronicles 3:15-16

  15 H1121 De zonen H2977 van Josia H1060 nu waren [dezen]: de eerstgeborene H3110 Johanan H8145 , de tweede H3079 Jojakim H7992 , de derde H6667 Zedekia H7243 , de vierde H7967 Sallum.
  16 H1121 De kinderen H3079 van Jojakim H3204 nu waren: Jechonia H1121 zijn zoon H6667 , Zedekia H1121 zijn zoon.

2 Chronicles 36:7

  7 H5019 Nebukadnezar H935 H8689 bracht H4480 ook van H3627 de vaten H1004 van het huis H3068 des HEEREN H894 naar Babel H5414 H8799 , en stelde H1964 ze in zijn tempel H894 te Babel.

2 Chronicles 36:18

  18 H3605 En alle H3627 vaten H1004 van het huis H430 Gods H1419 , de grote H6996 en de kleine H214 , en de schatten H1004 van het huis H3068 des HEEREN H214 , en de schatten H4428 des konings H8269 en zijner vorsten H3605 , dit alles H935 H8689 voerde hij H894 naar Babel.

Jeremiah 22:25

  25 H5414 H8804 En Ik zal u geven H3027 in de hand H5315 dergenen, die uw ziel H1245 H8764 zoeken H3027 , en in de hand H6440 dergenen, voor welker aangezicht H3016 H8801 gij schrikt H3027 , namelijk in de hand H5019 van Nebukadnezar H4428 , den koning H894 van Babel H3027 , en in de hand H3778 der Chaldeen.

Jeremiah 24:1

  1 H3068 De HEERE H7200 H8689 deed mij zien H8147 , en ziet, er waren twee H1736 H8384 vijgenkorven H3259 H8716 , gezet H6440 voor H1964 den tempel H3068 des HEEREN H310 ; nadat H5019 Nebukadnezar H4428 , koning H894 van Babel H1540 H8687 , gevankelijk had weggevoerd H3204 Jechonia H1121 , den zoon H3079 van Jojakim H4428 , den koning H3063 van Juda H8269 , mitsgaders de vorsten H3063 van Juda H2796 , en de timmerlieden H4525 , en de smeden H3389 van Jeruzalem H894 , en hen te Babel H935 H8686 gebracht had.

Jeremiah 27:18-22

  18 H5030 Maar zo zij profeten H3068 zijn, en zo des HEEREN H1697 woord H3426 bij hen is H3068 , laat hen nu bij den HEERE H6635 der heirscharen H6293 H8799 voorbidden H3627 , opdat de vaten H1004 , die in het huis H3068 des HEEREN H1004 , en in het huis H4428 des konings H3063 van Juda H3389 , en te Jeruzalem H3498 H8737 zijn overgebleven H894 , niet naar Babel H935 H8804 komen.
  19 H559 H8804 Want zo zegt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H5982 , van de pilaren H3220 , en van de zee H4350 , en van de stellingen H3499 , en van het overige H3627 der vaten H5892 , die in deze stad H3498 H8737 zijn overgebleven.
  20 H5019 Die Nebukadnezar H4428 , de koning H894 van Babel H3947 H8804 , niet heeft weggenomen H3204 , als hij Jechonia H1121 , den zoon H3079 van Jojakim H4428 , koning H3063 van Juda H3389 , van Jeruzalem H894 , naar Babel H1540 H8687 gevankelijk wegvoerde H2715 , mitsgaders al de edelen H3063 van Juda H3389 en Jeruzalem;
  21 H559 H8804 Ja, zo zegt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H430 , de God H3478 Israels H3627 , van de vaten H1004 , die [in] het huis H3068 des HEEREN H1004 , en in het huis H4428 des konings H3063 van Juda H3389 , en te Jeruzalem H3498 H8737 zijn overgebleven:
  22 H894 Naar Babel H935 H8714 zullen zij gebracht worden H3117 , en aldaar zullen zij zijn, tot den dag H6485 H8800 toe, dat Ik ze bezoeken zal H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H5927 H8689 ; dan zal Ik ze opvoeren H7725 H8689 , en zal ze wederbrengen H4725 tot deze plaats.

Jeremiah 29:1-2

  1 H1697 Voorts zijn dit de woorden H5612 des briefs H5030 , dien de profeet H3414 Jeremia H7971 H8804 zond H3389 van Jeruzalem H3499 tot de overige H2205 oudsten H1473 , die gevankelijk waren weggevoerd H3548 , mitsgaders tot de priesteren H5030 , en tot de profeten H5971 , en tot het ganse volk H5019 , dat Nebukadnezar H3389 van Jeruzalem H1540 H8689 gevankelijk had weggevoerd H894 naar Babel.
  2 H310 (Nadat H4428 de koning H3204 Jechonia H1377 , en de koningin H5631 , en de kamerlingen H8269 , de vorsten H3063 van Juda H3389 en Jeruzalem H2796 , mitsgaders de timmerlieden H4525 en smeden H3389 van Jeruzalem H3318 H8800 waren uitgegaan);

Jeremiah 37:1

  1 H6667 En Zedekia H1121 , zoon H2977 van Josia H4427 H8799 , regeerde H4428 , koning H3659 zijnde, in plaats van Chonja H3079 , Jojakims H1121 zoon H5019 , welken [Zedekia] Nebukadrezar H4428 , de koning H894 van Babel H4427 H8689 , koning gemaakt had H776 in het land H3063 van Juda.

Ezekiel 1:2

  2 H2568 Op den vijfden H2320 derzelve maand H2549 (dit was het vijfde H8141 jaar H1546 van de wegvoering H4428 van den koning H3112 Jojachin),

Ezekiel 17:12

  12 H559 H8798 Zeg H4805 nu tot dat wederspannig H1004 huis H3045 H8804 : Weet gij H559 H8798 niet, wat deze dingen zijn? Zeg H4428 : Ziet, de koning H894 van Babel H3389 is [tot] Jeruzalem H935 H8802 gekomen H4428 , en heeft haar koning H3947 H8799 genomen H8269 , en haar vorsten H935 H8686 , en heeft ze tot zich gevoerd H894 naar Babel.

Daniel 5:2

  2 H1113 Als Belsazar H2562 den wijn H2942 geproefd had H560 H8754 , zeide hij H1722 , dat men de gouden H3702 en zilveren H3984 vaten H858 H8682 voorbrengen zou H2 , die zijn vader H5020 Nebukadnezar H4481 uit H1965 den tempel H3390 , die te Jeruzalem H5312 H8684 geweest was, weggevoerd had H4430 ; opdat de koning H7261 en zijn geweldigen H7695 , zijn vrouwen H3904 en zijn bijwijven H8355 H8748 uit dezelve dronken.

Daniel 5:23

  23 H7313 H8712 Maar gij hebt u verheven H5922 tegen H4756 den Heere H8065 des hemels H3984 , en men heeft de vaten H1005 van Zijn huis H6925 voor H858 H8684 u gebracht H607 , en gij H7261 , en uw geweldigen H7695 , uw vrouwen H3904 , en uw bijwijven H2562 hebben wijn H8355 H8750 uit dezelve gedronken H426 , en de goden H3702 van zilver H1722 en goud H5174 , koper H6523 , ijzer H636 , hout H69 en steen H3809 , die niet H2370 H8751 zien H3809 , noch H8086 H8750 horen H3809 , noch H3046 H8751 weten H7624 H8745 , hebt gij geprezen H426 ; maar dien God H3028 , in Wiens hand H5396 uw adem H3606 is, en bij Wien al H735 uw paden H3809 zijn, hebt gij niet H1922 H8745 verheerlijkt.

Jeremiah 27:1

  1 H7225 In het begin H4467 des koninkrijks H3079 van Jojakim H1121 , zoon H2977 van Josia H4428 , koning H3063 van Juda H1697 , geschiedde dit woord H3414 tot Jeremia H3068 , van den HEERE H559 H8800 , zeggende:

Jeremiah 28:1

  1 H8141 Voorts geschiedde het in hetzelfde jaar H7225 , in het begin H4467 des koninkrijks H6667 van Zedekia H4428 , koning H3063 van Juda H7243 , in het vierde H8141 jaar H2549 , in de vijfde H2320 maand H2608 , [dat] Hananja H1121 , zoon H5809 van Azur H5030 , de profeet H1391 , die van Gibeon H559 H8804 was, tot mij sprak H1004 , in het huis H3068 des HEEREN H5869 , voor de ogen H3548 der priesteren H5971 en des gansen volks H559 H8800 , zeggende:

Jeremiah 52:1-3

  1 H6667 Zedekia H259 was een H6242 en twintig H8141 jaren H1121 oud H4427 H8800 , als hij koning werd H4427 H8804 , en hij regeerde H259 H6240 elf H8141 jaren H3389 te Jeruzalem H8034 ; en de naam H517 zijner moeder H2537 was Hamutal H1323 , een dochter H3414 van Jeremia H3841 , van Libna.
  2 H6213 H8799 En hij deed H7451 , dat kwaad H5869 was in de ogen H3068 des HEEREN H3079 , naar alles, wat Jojakim H6213 H8804 gedaan had.
  3 H5921 Want het geschiedde, om H639 den toorn H3068 des HEEREN H3389 tegen Jeruzalem H3063 en Juda H6440 , totdat Hij hen van Zijn aangezicht H7993 H8687 weggeworpen had H6667 ; en Zedekia H4775 H8799 rebelleerde H4428 tegen den koning H894 van Babel.

Exodus 10:3

  3 H935 H8799 Zo gingen H4872 Mozes H175 en Aaron H6547 tot Farao H559 H8799 , en zeiden H559 H8804 tot hem: Zo zegt H3068 de HEERE H430 , de God H5680 der Hebreen H4970 : Hoe lang H3985 H8765 weigert gij H6440 u voor Mijn aangezicht H6031 H8736 te verootmoedigen H5971 ? Laat Mijn volk H7971 H8761 trekken H5647 H8799 , dat zij Mij dienen.

2 Chronicles 32:26

  26 H3169 Doch Jehizkia H3665 H8735 verootmoedigde zich H1363 om de verheffing H3820 zijns harten H1931 , hij H3427 H8802 en de inwoners H3389 van Jeruzalem H7110 , zodat de grote toornigheid H3068 des HEEREN H5921 over H3808 hen niet H935 H8804 kwam H3117 in de dagen H3169 van Jehizkia.

2 Chronicles 33:12

  12 H6887 H8687 En als hij hem benauwde H2470 H8765 , bad hij H6440 het aangezicht H3068 des HEEREN H430 , zijns Gods H3665 H8735 , ernstelijk aan, en vernederde zich H3966 zeer H4480 voor H6440 het aangezicht H430 van den God H1 zijner vaderen,

2 Chronicles 33:19

  19 H8605 En zijn gebed H6279 H8736 , en hoe [God] Zich van hem heeft laten verbidden H3605 , ook al H2403 zijn zonde H4604 , en zijn overtreding H4725 , en de plaatsen H834 , waarop H1116 hij hoogten H1129 H8804 gebouwd H842 , en bossen H6456 en gesneden beelden H5975 H8689 gesteld heeft H6440 , eer H3665 H8736 hij vernederd werd H2009 , ziet H3789 H8803 , dat is beschreven H5921 in H1697 de woorden H2374 H8676 H2335 der zieners.

2 Chronicles 33:23

  23 H3665 H8738 Maar hij vernederde zich H3808 niet H4480 voor H6440 het aangezicht H3068 des HEEREN H4519 , gelijk Manasse H1 , zijn vader H3665 H8736 , zich vernederd had H3588 ; maar H1931 deze H526 Amon H7235 H8689 vermenigvuldigde H819 de schuld.

2 Chronicles 35:22

  22 H2977 Doch Josia H5437 H8689 keerde H6440 zijn aangezicht H3808 niet H4480 van H3588 hem; maar H2664 H8694 hij verstelde zich H3898 H8736 , om tegen hem te strijden H8085 H8804 , en hoorde H3808 niet H413 naar H1697 de woorden H5224 van Necho H4480 uit H6310 den mond H430 van God H935 H8799 ; maar hij kwam H3898 H8736 om te strijden H1237 in het dal H4023 Megiddo.

Jeremiah 21:1-10

  1 H1697 Het woord H3068 , dat van den HEERE H3414 geschied is tot Jeremia H4428 , als koning H6667 Zedekia H7971 H8800 tot hem zond H6583 Pashur H1121 , den zoon H4441 van Malchia H6846 , en Zefanja H1121 , den zoon H4641 van Maaseja H3548 , den priester H559 H8800 , zeggende:
  2 H1875 H8798 Vraag H3068 toch den HEERE H1157 voor ons H5019 , want Nebukadnezar H4428 , de koning H894 van Babel H3898 H8737 , strijdt H3068 tegen ons; misschien zal de HEERE H6213 H8799 met ons doen H6381 H8737 naar al Zijn wonderen H5927 H8799 , dat hij van ons optrekke.
  3 H559 H8799 Toen zeide H3414 Jeremia H6667 tot hen: Zo zult gijlieden tot Zedekia H559 H8799 zeggen:
  4 H559 H8804 Zo zegt H3068 de HEERE H430 , de God H3478 Israels H3627 H4421 : Ziet, Ik zal de krijgswapenen H5437 H8688 omwenden H3027 , die in ulieder hand H3898 H8737 zijn, met dewelke gij strijdt H4428 tegen den koning H894 van Babel H3778 en tegen de Chaldeen H6696 H8802 , die u belegeren H2351 , van buiten H2346 aan den muur H622 H8804 ; en Ik zal ze verzamelen H8432 in het midden H5892 van deze stad.
  5 H3898 H8738 En Ik Zelf zal tegen ulieden strijden H5186 H8803 , met een uitgestrekte H3027 hand H2389 en met een sterken H2220 arm H639 , ja, met toorn H2534 , en met grimmigheid H1419 , en met grote H7110 verbolgenheid.
  6 H3427 H8802 En Ik zal de inwoners H5892 dezer stad H5221 H8689 slaan H120 , zowel de mensen H929 als de beesten H1419 ; door een grote H1698 pestilentie H4191 H8799 zullen zij sterven.
  7 H310 En daarna, H5002 H8803 spreekt H3068 de HEERE H6667 , zal Ik Zedekia H4428 , den koning H3063 van Juda H5650 , en zijn knechten H5971 , en het volk H5892 , en die in deze stad H7604 H8737 overgebleven zijn H1698 van de pestilentie H2719 , van het zwaard H7458 en van den honger H5414 H8799 , geven H3027 in de hand H5019 van Nebukadnezar H4428 , den koning H894 van Babel H3027 , en in de hand H341 H8802 hunner vijanden H3027 , en in de hand H5315 dergenen, die hun ziel H1245 H8764 zoeken H5221 H8689 ; en hij zal ze slaan H6310 met de scherpte H2719 des zwaards H2347 H8799 ; hij zal ze niet sparen H2550 H8799 , noch verschonen H7355 H8762 , noch zich ontfermen.
  8 H5971 En tot dit volk H559 H8799 zult gij zeggen H559 H8804 : Zo zegt H3068 de HEERE H5414 H8802 : Ziet, Ik stel H6440 voor ulieder aangezicht H1870 den weg H2416 des levens H1870 en den weg H4194 des doods.
  9 H5892 Die in deze stad H3427 H8802 blijft H4191 H8799 , zal sterven H2719 door het zwaard H7458 , of door den honger H1698 , of door de pestilentie H3318 H8802 ; maar die er uitgaat H5307 H8804 en valt H3778 tot de Chaldeen H6696 H8802 , die ulieden belegeren H2421 H8804 H8675 H2421 H8799 , die zal leven H5315 , en zijn ziel H7998 zal hem tot een buit zijn.
  10 H6440 Want Ik heb Mijn aangezicht H5892 tegen deze stad H7760 H8804 gesteld H7451 ten kwade H2896 en niet ten goede H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H5414 H8735 ; zij zal gegeven worden H3027 in de hand H4428 des konings H894 van Babel H784 , en hij zal ze met vuur H8313 H8804 verbranden.

Jeremiah 27:12-28:17

  12 H1696 H8765 Daarna sprak ik H6667 tot Zedekia H4428 , den koning H3063 van Juda H1697 , naar al deze woorden H559 H8800 , zeggende H935 H8685 : Brengt H6677 uw halzen H5923 onder het juk H4428 des konings H894 van Babel H5647 H8798 , en dient H5971 hem en zijn volk H2421 H8798 , zo zult gij leven.
  13 H4191 H8799 Waarom zoudt gij sterven H5971 , gij en uw volk H2719 door het zwaard H7458 , door den honger H1698 en door de pestilentie H3068 , gelijk als de HEERE H1696 H8765 gesproken heeft H1471 van het volk H4428 , dat den koning H894 van Babel H5647 H8799 niet zal dienen.
  14 H8085 H8799 Hoort H1697 dan niet naar de woorden H5030 der profeten H559 H8802 , die tot u spreken H559 H8800 , zeggende H4428 : Gij zult den koning H894 van Babel H5647 H8799 niet dienen H5012 H8737 ; want zij profeteren H8267 u valsheid.
  15 H7971 H8804 Want Ik heb ze niet gezonden H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H5012 H8737 , en zij profeteren H8267 valselijk H8034 in Mijn Naam H5080 H8687 ; opdat Ik u uitstote H6 H8804 , en gij omkomt H5030 , gij en de profeten H5012 H8737 , die u profeteren.
  16 H1696 H8765 Ook sprak ik H3548 tot de priesteren H5971 , en tot dit ganse volk H559 H8800 , zeggende H559 H8804 : Zo zegt H3068 de HEERE H8085 H8799 : Hoort H1697 niet naar de woorden H5030 uwer profeten H5012 H8737 , die u profeteren H559 H8800 , zeggende H3627 : Ziet, de vaten H3068 van des HEEREN H1004 huis H4120 zullen nu haast H894 uit Babel H7725 H8716 wedergebracht worden H5012 H8737 ; want zij profeteren H8267 u valsheid.
  17 H8085 H8799 Hoort H5647 H8798 niet naar hen, [maar] dient H4428 den koning H894 van Babel H2421 H8798 , zo zult gijlieden leven H5892 ; waarom zou deze stad H2723 [tot] een woestheid worden?

Jeremiah 28:12-17

  12 H3068 Doch des HEEREN H1697 woord H3414 geschiedde tot Jeremia H310 (nadat H5030 de profeet H2608 Hananja H4133 het juk H6677 van den hals H5030 van den profeet H3414 Jeremia H7665 H8800 verbroken had H559 H8800 ), zeggende:
  13 H1980 H8800 Ga henen H559 H8804 en spreek H2608 tot Hananja H559 H8800 , zeggende H559 H8804 : Zo zegt H3068 de HEERE H6086 : Houten H4133 jukken H7665 H8804 hebt gij verbroken H1270 , nu zult gij in plaats van die, ijzeren H4133 jukken H6213 H8804 maken.
  14 H559 H8804 Want zo zegt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H430 , de God H3478 Israels H1270 : Ik heb een ijzeren H5923 juk H5414 H8804 gedaan H6677 aan den hals H1471 van al deze volken H5019 , om Nebukadnezar H4428 , den koning H894 van Babel H5647 H8800 , te dienen H5647 H8804 , en zij zullen hem dienen H2416 ; ja, Ik heb hem ook het gedierte H7704 des velds H5414 H8804 gegeven.
  15 H5030 En de profeet H3414 Jeremia H559 H8799 zeide H5030 tot den profeet H2608 Hananja H8085 H8798 : Hoor H2608 nu, Hananja H3068 ! de HEERE H7971 H8804 heeft u niet gezonden H5971 , maar gij hebt gemaakt, dat dit volk H8267 op leugen H982 H8689 vertrouwt.
  16 H559 H8804 Daarom, zo zegt H3068 de HEERE H7971 H8764 : Zie, Ik zal u wegwerpen H6440 van H127 den aardbodem H8141 ; dit jaar H4191 H8801 zult gij sterven H5627 , omdat gij een afval H1696 H8765 gesproken hebt H3068 tegen den HEERE.
  17 H4191 H8799 Alzo stierf H5030 de profeet H2608 Hananja H8141 in datzelfde jaar H7637 , in de zevende H2320 maand.

Jeremiah 34:2-22

  2 H559 H8804 Zo zegt H3068 de HEERE H430 , de God H3478 Israels H1980 H8800 : Ga henen H559 H8804 en spreek H6667 tot Zedekia H4428 , den koning H3063 van Juda H559 H8804 , en zeg H559 H8804 tot hem: Zo zegt H3068 de HEERE H5414 H8802 : Zie, Ik geef H5892 deze stad H3027 in de hand H4428 des konings H894 van Babel H784 , en hij zal ze met vuur H8313 H8804 verbranden.
  3 H3027 En gij zult van zijn hand H4422 H8735 niet ontkomen H8610 H8800 , maar zekerlijk H8610 H8735 gegrepen H3027 , en in zijn hand H5414 H8735 gegeven worden H5869 ; en uw ogen H5869 zullen de ogen H4428 des konings H894 van Babel H7200 H8799 zien H6310 , en zijn mond H6310 zal tot uw mond H1696 H8762 spreken H894 , en gij zult te Babel H935 H8799 komen.
  4 H8085 H8798 Maar hoor H3068 des HEEREN H1697 woord H6667 , o Zedekia H4428 , koning H3063 van Juda H559 H8804 ! zo zegt H3068 de HEERE H2719 van u: Gij zult door het zwaard H4191 H8799 niet sterven.
  5 H4191 H8799 Gij zult sterven H7965 in vrede H4955 , en naar de brandingen H1 van uw vaderen H7223 , de vorige H4428 koningen H6440 , die voor H8313 H8799 u geweest zijn, alzo zullen zij over u branden H5594 H8799 , en u beklagen H1945 , [zeggende]: Och H113 heer H1697 ! want Ik heb het woord H1696 H8765 gesproken H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE.
  6 H5030 En de profeet H3414 Jeremia H1696 H8762 sprak H1697 al deze woorden H6667 tot Zedekia H4428 , den koning H3063 van Juda H3389 , te Jeruzalem.
  7 H2428 Als het heir H4428 des konings H894 van Babel H3898 H8737 streed H3389 tegen Jeruzalem H3498 H8737 , en tegen al de overgeblevene H5892 steden H3063 van Juda H3923 , tegen Lachis H5825 en tegen Azeka H4013 ; want deze, [zijnde] vaste H5892 steden H7604 H8738 , waren overgebleven H5892 onder de steden H3063 van Juda.
  8 H1697 Het woord H3414 , dat tot Jeremia H3068 geschied is van den HEERE H310 , nadat H4428 de koning H6667 Zedekia H1285 een verbond H3772 H8800 gemaakt had H5971 met het ganse volk H3389 , dat te Jeruzalem H1865 was, om vrijheid H7121 H8800 voor hen uit te roepen.
  9 H376 Dat een iegelijk H5650 zijn knecht H376 , en een iegelijk H8198 zijn maagd H5680 , zijnde een Hebreer H5680 of een Hebreinne H7971 H8763 H2670 , zou laten vrijgaan H3064 ; zodat niemand zich van hen, van een Jood H251 , zijn broeder H5647 H8800 , zou doen dienen.
  10 H8085 H8799 Nu hoorden H8269 al de vorsten H5971 en al het volk H1285 , die het verbond H935 H8804 hadden ingegaan H376 , dat zij, een iegelijk H5650 zijn knecht H376 , en een iegelijk H8198 zijn maagd H7971 H8763 H2670 zouden laten vrijgaan H5647 H8800 , zodat zij zich niet meer van hen zouden doen dienen H8085 H8799 ; zij hoorden H7971 H8762 dan, en lieten hen gaan;
  11 H7725 H0 Maar zij keerden H310 daarna H7725 H8799 wederom H5650 , en deden de knechten H8198 en maagden H7725 H8686 wederkomen H7971 H8765 H2670 , die zij hadden laten vrijgaan H3533 H8799 H8675 H3533 H8686 , en zij brachten hen ten onder H5650 tot knechten H8198 en tot maagden.
  12 H3068 Daarom geschiedde des HEEREN H1697 woord H3414 tot Jeremia H3068 , van den HEERE H559 H8800 , zeggende:
  13 H559 H8804 Zo zegt H3068 de HEERE H430 , de God H3478 Israels H1285 : Ik heb een verbond H3772 H8804 gemaakt H1 met uw vaderen H3117 , ten dage H776 H4714 , als Ik hen uit Egypteland H1004 H5650 , uit het diensthuis H3318 H8687 uitvoerde H559 H8800 , zeggende:
  14 H7093 Ten einde H7651 van zeven H8141 jaren H7971 H8762 zult gij laten gaan H376 , een iegelijk H251 zijn broeder H5680 , een Hebreer H4376 H8735 , die u zal verkocht zijn H8337 , en u zes H8141 jaren H5647 H8804 gediend heeft H7971 H8765 H2670 ; gij zult hem dan van u laten vrijgaan H1 ; maar uw vaders H8085 H8804 hoorden H5186 H8689 niet naar Mij, en neigden H241 hun oor niet.
  15 H3117 Gijlieden nu waart heden H7725 H8799 wedergekeerd H6213 H8799 , en hadt gedaan H3477 , dat recht H5869 is in Mijn ogen H1865 , vrijheid H7121 H8800 uitroepende H376 , een iegelijk H7453 voor zijn naaste H1285 ; en gij hadt een verbond H3772 H8799 gemaakt H6440 voor Mijn aangezicht H1004 , in het huis H8034 , dat naar Mijn Naam H7121 H8738 genoemd is.
  16 H7725 H8799 Maar gij zijt weder omgekeerd H8034 , en hebt Mijn Naam H2490 H8762 ontheiligd H7725 H8686 , en doen wederkomen H376 , een iegelijk H5650 zijn knecht H376 , en een iegelijk H8198 zijn maagd H7971 H8765 H2670 , die gij hadt laten vrijgaan H5315 naar hun lust H3533 H8799 ; en gij hebt hen ten ondergebracht H5650 , om ulieden te wezen tot knechten H8198 en tot maagden.
  17 H559 H8804 Daarom zegt H3068 de HEERE H8085 H8804 alzo: Gijlieden hebt naar Mij niet gehoord H1865 , om vrijheid H7121 H8800 uit te roepen H376 , een iegelijk H251 voor zijn broeder H376 , en een iegelijk H7453 voor zijn naaste H7121 H8802 ; ziet, zo roep Ik uit H5002 H8803 tegen ulieden, spreekt H3068 de HEERE H1865 , een vrijheid H2719 ten zwaarde H1698 , ter pestilentie H7458 , en ten honger H5414 H8804 , en zal u overgeven H2189 H8675 H2113 ter beroering H4467 allen koninkrijken H776 der aarde.
  18 H582 En Ik zal de mannen H5414 H8804 overgeven H1285 , die Mijn verbond H5674 H8802 hebben overtreden H6965 H8689 , die niet bevestigd hebben H1697 de woorden H1285 des verbonds H6440 , dat zij voor Mijn aangezicht H3772 H8804 gemaakt hadden H5695 , [met] het kalf H8147 , dat zij in tweeen H3772 H8804 hadden gehouwen H1335 , en waren tussen zijn stukken H5674 H8799 doorgegaan:
  19 H8269 De vorsten H3063 van Juda H8269 , en de vorsten H3389 van Jeruzalem H5631 , de kamerlingen H3548 , en de priesteren H5971 , en al het volk H776 des lands H1335 , die door de stukken H5695 des kalfs H5674 H8802 zijn doorgegaan.
  20 H5414 H8804 Ja, Ik zal hen overgeven H3027 in de hand H341 H8802 hunner vijanden H3027 , en in de hand H5315 dergenen, die hun ziel H1245 H8764 zoeken H5038 ; en hun dode lichamen H5775 zullen het gevogelte H8064 des hemels H929 en het gedierte H776 der aarde H3978 tot spijze zijn.
  21 H6667 Zelfs Zedekia H4428 , den koning H3063 van Juda H8269 , en zijn vorsten H5414 H8799 , zal Ik overgeven H3027 in de hand H341 H8802 hunner vijanden H3027 , en in de hand H5315 dergenen, die hun ziel H1245 H8764 zoeken H3027 , te weten, in de hand H2428 van het heir H4428 des konings H894 van Babel H5927 H8802 , die van ulieden [nu] zijn opgetogen.
  22 H6680 H8764 Ziet, Ik zal bevel geven H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H7725 H0 , en zal hen weder H5892 tot deze stad H7725 H8689 brengen H3898 H8738 , en zij zullen tegen haar strijden H3920 H8804 , en zullen ze innemen H784 , en zullen ze met vuur H8313 H8804 verbranden H5892 ; en Ik zal de steden H3063 van Juda H5414 H8799 stellen H8077 [tot] een verwoesting H3427 H8802 , dat er niemand in wone.

Jeremiah 37:2-21

  2 H8085 H8804 Maar hij hoorde H5650 niet, hij, noch zijn knechten H5971 , noch het volk H776 des lands H1697 , naar de woorden H3068 des HEEREN H1696 H8765 , die Hij sprak H3027 door den dienst H5030 van den profeet H3414 Jeremia.
  3 H7971 H8799 Nochtans zond H4428 de koning H6667 Zedekia H3081 Juchal H1121 , den zoon H8018 van Selemja H6846 , en Sefanja H1121 , den zoon H4641 van Maaseja H3548 , den priester H5030 , tot den profeet H3414 Jeremia H559 H8800 , om te zeggen H6419 H8690 : Bid H3068 toch voor ons tot den HEERE H430 , onzen God!
  4 H3414 (Want Jeremia H935 H8804 was [nog] ingaande H3318 H8802 en uitgaande H8432 in het midden H5971 des volks H1004 H3628 , en zij hadden hem [nog] in het gevangenhuis H5414 H8804 niet gesteld.
  5 H6547 En Farao's H2428 heir H4714 was uit Egypte H3318 H8804 uitgetogen H3778 ; en de Chaldeen H3389 , die Jeruzalem H6696 H8802 belegerden H8088 , als zij het gerucht H8085 H8799 van hen gehoord hadden H3389 , zo waren zij van Jeruzalem H5927 H8735 opgetogen).
  6 H3068 Toen geschiedde des HEEREN H1697 woord H5030 tot den profeet H3414 Jeremia H559 H8800 , zeggende:
  7 H559 H8804 Zo zegt H3068 de HEERE H430 , de God H3478 Israels H559 H8799 : Zo zult gijlieden zeggen H4428 tot den koning H3063 van Juda H7971 H8802 , die u tot Mij gezonden heeft H1875 H8800 , om Mij te vragen H6547 : Ziet, Farao's H2428 heir H5833 , dat u ter hulpe H3318 H8802 uitgetogen is H7725 H8804 , zal wederkeren H776 in zijn land H4714 , [in] Egypte;
  8 H3778 En de Chaldeen H7725 H8804 zullen wederkeren H5892 , en tegen deze stad H3898 H8738 strijden H3920 H8804 ; en zij zullen ze innemen H784 , en zullen ze met vuur H8313 H8804 verbranden.
  9 H559 H8804 Zo zegt H3068 de HEERE H5377 H8686 : Bedriegt H5315 uw zielen H559 H8800 niet, zeggende H3778 : De Chaldeen H1980 H8800 zullen zekerlijk H3212 H8799 van ons wegtrekken H3212 H8799 ; want zij zullen niet wegtrekken.
  10 H5221 H8689 Want al sloegt gijlieden H2428 het ganse heir H3778 der Chaldeen H3898 H8737 , die tegen u strijden H7604 H8738 , en er bleven H1856 H8794 van hen [enige] verwonde H582 mannen H376 over, zo zouden zich die, een iegelijk H168 in zijn tent H6965 H8799 , opmaken H5892 , en deze stad H784 met vuur H8313 H8804 verbranden.
  11 H2428 Voorts geschiedde het, als het heir H3778 der Chaldeen H3389 van Jeruzalem H5927 H8736 was opgetogen H6440 , vanwege H6547 Farao's H2428 heir;
  12 H3414 Dat Jeremia H3389 uit Jeruzalem H3318 H8799 uitging H3212 H8800 , om te gaan H776 [in] het land H1144 van Benjamin H2505 H8687 , om van daar te scheiden H8432 door het midden H5971 des volks.
  13 H8179 Als hij in de poort H1144 van Benjamin H1167 H6488 was, zo was daar de wachtmeester H8034 , wiens naam H3376 was Jerija H1121 , de zoon H8018 van Selemja H1121 , den zoon H2608 van Hananja H8610 H8799 ; die greep H5030 den profeet H3414 Jeremia H559 H8800 , zeggende H3778 : Gij wilt tot de Chaldeen H5307 H8802 vallen!
  14 H3414 En Jeremia H559 H8799 zeide H8267 : Het is vals H3778 , ik wil niet tot de Chaldeen H5307 H8802 vallen H8085 H8804 . Doch hij hoorde H3376 niet naar hem; maar Jerija H8610 H8799 greep H3414 Jeremia H935 H8686 aan, en bracht H8269 hem tot de vorsten.
  15 H8269 En de vorsten H7107 H8799 werden zeer toornig H3414 op Jeremia H5221 H8689 en sloegen H5414 H8804 hem; en zij stelden H612 hem in het gevangenhuis H1004 , ten huize H3083 van Jonathan H5608 H8802 , den schrijver H3608 ; want zij hadden dat tot een gevangenhuis H6213 H8804 gemaakt.
  16 H3414 Als Jeremia H1004 in de plaats H953 des kuils H2588 , en in de kotjes H935 H8804 gekomen was H3414 , en Jeremia H7227 aldaar veel H3117 dagen H3427 H8799 gezeten had;
  17 H7971 H8799 Zo zond H4428 de koning H6667 Zedekia H3947 H8799 henen, en liet hem halen H4428 ; en de koning H7592 H8799 vraagde H1004 hem in zijn huis H5643 , in het verborgene H559 H8799 , en zeide H1697 : Is er ook een woord H3068 van den HEERE H3414 ? En Jeremia H559 H8799 zeide H3426 : Er is H559 H8799 ; en hij zeide H3027 : Gij zult in de hand H4428 des konings H894 van Babel H5414 H8735 gegeven worden.
  18 H559 H8799 Voorts zeide H3414 Jeremia H4428 tot den koning H6667 Zedekia H5650 : Wat heb ik tegen u, of tegen uw knechten H5971 , of tegen dit volk H2398 H8804 gezondigd H1004 H3608 , dat gijlieden mij in het gevangenhuis H5414 H8804 gesteld hebt?
  19 H346 Waar zijn nu H5030 ulieder profeten H5012 H8738 , die u geprofeteerd hebben H559 H8800 , zeggende H4428 : De koning H894 van Babel H776 zal niet tegen ulieden, noch tegen dit land H935 H8799 komen.
  20 H8085 H8798 Nu dan, hoor H113 toch, o mijn heer H4428 koning H8467 ! laat toch mijn smeking H6440 voor uw aangezicht H5307 H8799 nedervallen H7725 H8686 , en breng mij niet weder H1004 [in] het huis H3083 van Jonathan H5608 H8802 , den schrijver H4191 H8799 , opdat ik aldaar niet sterve.
  21 H6680 H0 Toen gaf H4428 de koning H6667 Zedekia H6680 H8762 bevel H6485 H8686 ; en zij bestelden H3414 Jeremia H2691 in het voorhof H4307 der bewaring H5414 H8800 , en men gaf H3117 hem des daags H3603 een bol H3899 broods H644 H8802 H2351 uit de Bakkerstraat H3899 , totdat al het brood H5892 van de stad H8552 H8800 op was H3427 H8799 . Alzo bleef H3414 Jeremia H2691 in het voorhof H4307 der bewaring.

Jeremiah 38:14-28

  14 H7971 H8799 Toen zond H4428 de koning H6667 Zedekia H5030 henen, en liet den profeet H3414 Jeremia H3947 H8799 tot zich halen H7992 , in den derden H3996 ingang H3068 , die aan des HEEREN H1004 huis H4428 was; en de koning H559 H8799 zeide H3414 tot Jeremia H1697 : Ik zal u een ding H7592 H8802 vragen H3582 H8762 , verheel geen ding voor mij.
  15 H3414 En Jeremia H559 H8799 zeide H6667 tot Zedekia H5046 H8686 : Als ik [het] u verklaren zal H4191 H8687 , zult gij mij niet zekerlijk H4191 H8686 doden H3289 H8799 ? En als ik u raad zal geven H8085 H8799 , gij zult [toch] naar mij niet horen.
  16 H7650 H8735 Toen zwoer H4428 de koning H6667 Zedekia H3414 aan Jeremia H5643 in het verborgene H559 H8800 , zeggende H3068 : [Zo] [waarachtig] [als] de HEERE H2416 leeft H5315 , Die ons deze ziel H6213 H8804 gemaakt heeft H4191 H8686 : Indien ik u zal doden H5414 H8799 , of indien ik u zal overgeven H3027 in de hand H582 dezer mannen H5315 , die uw ziel H1245 H8764 zoeken!
  17 H3414 Jeremia H559 H8799 dan zeide H6667 tot Zedekia H559 H8804 : Zo zegt H3068 de HEERE H430 , de God H6635 der heirscharen H430 , de God H3478 Israels H3318 H8800 : Indien gij gewilliglijk H8269 tot de vorsten H4428 des koning H894 van Babel H3318 H8799 zult uitgaan H5315 , zo zal uw ziel H2421 H8804 leven H5892 , en deze stad H8313 H8735 zal niet verbrand worden H784 met vuur H2421 H8804 ; en gij zult leven H1004 , gij en uw huis.
  18 H8269 Maar indien gij tot de vorsten H4428 des konings H894 van Babel H3318 H8799 niet zult uitgaan H5892 , zo zal deze stad H5414 H8738 gegeven worden H3027 in de hand H3778 der Chaldeen H784 , en zij zullen ze met vuur H8313 H8804 verbranden H3027 ; ook zult gij van hunlieder hand H4422 H8735 niet ontkomen.
  19 H4428 En de koning H6667 Zedekia H559 H8799 zeide H3414 tot Jeremia H1672 H8802 : Ik ben bevreesd H3064 voor de Joden H3778 , die tot de Chaldeen H5307 H8804 gevallen zijn H3027 , dat zij mij misschien in derzelver hand H5414 H8799 overgeven H5953 H8694 , en zij den spot met mij drijven.
  20 H3414 En Jeremia H559 H8799 zeide H5414 H8799 : Zij zullen [u] niet overgeven H8085 H8798 ; wees toch gehoorzaam H6963 aan de stem H3068 des HEEREN H1696 H8802 , naar dewelke ik tot u spreek H3190 H8799 ; zo zal het u welgaan H5315 , en uw ziel H2421 H8799 zal leven.
  21 H3986 Maar indien gij weigert H3318 H8800 uit te gaan H1697 , [zo] is dit het woord H3068 , dat de HEERE H7200 H8689 mij heeft doen zien;
  22 H802 Ziedaar, al de vrouwen H1004 , die in het huis H4428 des konings H3063 van Juda H7604 H8738 zijn overgebleven H3318 H8716 , zullen uitgevoerd worden H8269 tot de vorsten H4428 des konings H894 van Babel H559 H8802 ; en dezelve zullen zeggen H582 H7965 : Uw vredegenoten H5496 H8689 hebben u aangehitst H3201 H8804 , en hebben u overmocht H7272 ; uw voeten H1206 zijn in den modder H2883 H8717 gezonken H268 ; zij zijn achterwaarts H5472 H8738 gekeerd!
  23 H802 Zij zullen dan al uw vrouwen H1121 en al uw zonen H3778 tot de Chaldeen H3318 H8688 uitvoeren H3027 ; ook zult gij zelf van hun hand H4422 H8735 niet ontkomen H3027 ; maar gij zult door de hand H4428 des konings H894 van Babel H8610 H8735 gegrepen worden H5892 , en gij zult deze stad H784 met vuur H8313 H8799 verbranden.
  24 H559 H8799 Toen zeide H6667 Zedekia H3414 tot Jeremia H376 : Dat niemand H3045 H8799 wete H1697 van deze woorden H4191 H8799 , zo zult gij niet sterven.
  25 H8269 En als de vorsten H8085 H8799 zullen horen H1696 H8765 , dat ik met u gesproken heb H935 H8804 , en tot u komen H559 H8804 , en tot u zeggen H5046 H8685 : Verklaar H4428 ons nu, wat hebt gij tot den koning H1696 H8765 gesproken H3582 H8762 ? verheel H4191 H8686 het niet voor ons, zo zullen wij u niet doden H4428 ; en wat heeft de koning H1696 H8765 tot u gesproken?
  26 H559 H8804 Zo zult gij tot hen zeggen H5307 H8688 : Ik wierp H8467 mijn smeking H4428 voor des konings H6440 aangezicht H7725 H8687 neder, dat hij mij niet zou weder laten brengen H3083 in Jonathans H1004 huis H4191 H8800 , om aldaar te sterven.
  27 H8269 Als dan al de vorsten H3414 tot Jeremia H935 H8799 kwamen H7592 H8799 , en hem vraagden H5046 H8686 , verklaarde hij H1697 hun, naar al deze woorden H4428 , die de koning H6680 H8765 geboden had H2790 H8686 ; en zij lieten van hem af H1697 , omdat de zaak H8085 H8738 niet was gehoord.
  28 H3414 En Jeremia H3427 H8799 bleef H2691 in het voorhof H4307 der bewaring H3117 tot op den dag H3389 , dat Jeruzalem H3920 H8738 werd ingenomen H3389 ; en hij was er [nog], als Jeruzalem H3920 H8738 was ingenomen.

Daniel 5:22-23

  22 H607 En gij H1113 , Belsazar H1247 , zijn zoon H3825 ! hebt uw hart H3809 niet H8214 H8684 vernederd H6903 , alhoewel H1836 gij dit H3606 alles H3046 H8754 wel geweten hebt.
  23 H7313 H8712 Maar gij hebt u verheven H5922 tegen H4756 den Heere H8065 des hemels H3984 , en men heeft de vaten H1005 van Zijn huis H6925 voor H858 H8684 u gebracht H607 , en gij H7261 , en uw geweldigen H7695 , uw vrouwen H3904 , en uw bijwijven H2562 hebben wijn H8355 H8750 uit dezelve gedronken H426 , en de goden H3702 van zilver H1722 en goud H5174 , koper H6523 , ijzer H636 , hout H69 en steen H3809 , die niet H2370 H8751 zien H3809 , noch H8086 H8750 horen H3809 , noch H3046 H8751 weten H7624 H8745 , hebt gij geprezen H426 ; maar dien God H3028 , in Wiens hand H5396 uw adem H3606 is, en bij Wien al H735 uw paden H3809 zijn, hebt gij niet H1922 H8745 verheerlijkt.

James 4:10

  10 G5013 G5682 Vernedert u G1799 voor G2962 den Heere G2532 , en G5209 Hij zal u G5312 G5692 verhogen.

1 Peter 5:6

  6 G5013 G5682 Vernedert u G3767 dan G5259 onder G2900 de krachtige G5495 hand G2316 Gods G2443 , opdat G5209 Hij u G5312 G5661 verhoge G1722 te G2540 Zijner tijd.

Exodus 8:15

  15 H6547 Toen nu Farao H7200 H8799 zag H7309 , dat er verademing H3513 H8687 was, verzwaarde hij H3820 zijn hart H8085 H8804 , dat hij naar hen niet hoorde H3068 , gelijk als de HEERE H1696 H8765 gesproken had.

Exodus 8:32

  32 H6547 Doch Farao H3513 H8686 verzwaarde H3820 zijn hart H6471 ook op ditmaal H5971 , en hij liet het volk H7971 H8765 niet trekken.

Exodus 9:17

  17 H5549 H8706 Verheft gij uzelven H5971 nog tegen Mijn volk H7971 H8763 , dat gij het niet wilt laten trekken?

Joshua 9:15

  15 H3091 En Jozua H6213 H8799 maakte H7965 vrede H3772 H8799 met hen, en hij maakte H1285 een verbond H1961 H8800 H2421 H8763 met hen, dat hij hen bij het leven behouden zoude H5387 ; en de oversten H5712 der vergadering H7650 H8735 zwoeren hun.

Joshua 9:19-20

  19 H559 H8799 Toen zeiden H3605 al H5387 de oversten H413 tot H3605 de ganse H5712 vergadering H587 : Wij H7650 H8738 hebben hun gezworen H3068 bij den HEERE H430 , den God H3478 Israels H6258 ; daarom H3201 H8799 kunnen H3808 wij hen niet H5060 H8800 aantasten.
  20 H2063 Dit H6213 H8799 zullen wij hun doen H853 , dat wij hen H2421 H8687 bij het leven behouden H3808 , opdat geen H7110 grote toorn H5921 over H1961 H8799 ons zij H5921 , om H7621 des eeds H834 wil, dien H7650 H8738 wij hun gezworen hebben.

2 Samuel 21:2

  2 H7121 H8799 Toen riep H4428 de koning H1393 de Gibeonieten H559 H8799 , en zeide H413 tot H1393 hen: (De Gibeonieten H1992 nu waren H3808 niet H4480 van H1121 de kinderen H3478 Israels H3588 H518 , maar H4480 van H3499 het overblijfsel H567 der Amorieten H1121 ; en de kinderen H3478 Israels H7650 H8738 hadden hun gezworen H7586 , maar Saul H1245 H8762 zocht H5221 H8687 hen te slaan H7065 H8763 in zijn ijver H1121 voor de kinderen H3478 van Israel H3063 en Juda.)

2 Kings 17:4

  4 H4428 Maar de koning H804 van Assyrie H4672 H8799 bevond H7195 een verbintenis H1954 in Hosea H834 , dat H413 hij tot H5471 So H4428 , den koning H4714 van Egypte H4397 , boden H7971 H8804 gezonden had H4503 , en het geschenk H4428 aan den koning H804 van Assyrie H3808 niet H8141 als te voren van jaar H8141 tot jaar H5927 H8689 opbracht H6113 H8799 ; zo besloot H4428 hem de koning H804 van Assyrie H631 H8799 , en bond H1004 H3608 hem in het gevangenhuis.

2 Kings 24:20

  20 H3588 Want H1961 H8804 het geschiedde H5921 , om H639 den toorn H3068 des HEEREN H3389 tegen Jeruzalem H3063 en tegen Juda H5704 , totdat H853 Hij hen H4480 H5921 van H6440 Zijn aangezicht H7993 H8689 weggeworpen had H6667 . En Zedekia H4775 H8799 rebelleerde H4428 tegen den koning H894 van Babel.

2 Chronicles 30:8

  8 H7185 H8686 Verhardt H6258 nu H6203 ulieder nek H408 niet H1 , gelijk uw vaderen H5414 H8798 ; geeft H3068 den HEERE H3027 de hand H935 H8798 , en komt H4720 tot Zijn heiligdom H834 , hetwelk H6942 H8689 Hij geheiligd heeft H5769 tot in eeuwigheid H5647 H8798 , en dient H3068 den HEERE H430 , uw God H2740 ; zo zal de hitte H639 Zijns toorns H4480 van H7725 H8799 u afkeren.

Nehemiah 9:16-17

  16 H1922 Maar zij H1 en onze vaders H2102 H8689 hebben trotselijk gehandeld H6203 , en zij hebben hun nek H7185 H8686 verhard H3808 , en niet H8085 H8804 gehoord H413 naar H4687 Uw geboden;
  17 H3985 H8762 En zij hebben geweigerd H8085 H8800 te horen H3808 , en niet H2142 H8804 gedacht H6381 H8737 aan Uw wonderen H834 , die H5973 Gij bij H6213 H8804 hen gedaan hadt H6203 , en hebben hun nek H7185 H8686 verhard H4805 , en in hun wederspannigheid H7218 een hoofd H5414 H8799 gesteld H7725 H8800 , om weder te keren H5659 tot hun dienstbaarheid H859 . Doch Gij H433 , een God H5547 van vergevingen H2587 , genadig H7349 en barmhartig H750 H639 , lankmoedig H7227 , en groot H2617 van weldadigheid H3808 , hebt hen evenwel niet H5800 H8804 verlaten.

Nehemiah 9:29

  29 H5749 H8686 En Gij hebt tegen hen betuigd H7725 H8687 , om hen te doen wederkeren H413 tot H8451 Uw wet H1922 ; maar zij H2102 H8689 hebben trotselijk gehandeld H3808 , en niet H8085 H8804 gehoord H4687 naar Uw geboden H4941 , en tegen Uw rechten H2398 H8804 , tegen dezelve hebben zij gezondigd H834 , door dewelke H120 een mens H6213 H8799 , die ze doet H2421 H8804 , leven zal H3802 ; en zij hebben hun schouder H5414 H8799 H5637 H8802 teruggetogen H6203 , en hun nek H7185 H8689 verhard H3808 , en niet H8085 H8804 gehoord.

Isaiah 48:4

  4 H1847 Omdat Ik wist H7186 , dat gij hard H6203 zijt, en uw nek H1270 een ijzeren H1517 zenuw H4696 is, en uw voorhoofd H5154 koper;

Ezekiel 17:11-20

  11 H3068 Daarna geschiedde des HEEREN H1697 woord H559 H8800 tot mij, zeggende:
  12 H559 H8798 Zeg H4805 nu tot dat wederspannig H1004 huis H3045 H8804 : Weet gij H559 H8798 niet, wat deze dingen zijn? Zeg H4428 : Ziet, de koning H894 van Babel H3389 is [tot] Jeruzalem H935 H8802 gekomen H4428 , en heeft haar koning H3947 H8799 genomen H8269 , en haar vorsten H935 H8686 , en heeft ze tot zich gevoerd H894 naar Babel.
  13 H4410 Daartoe heeft hij van het koninklijk H2233 zaad H3947 H8799 genomen H1285 , en daarmede een verbond H3772 H8799 gemaakt H423 , en heeft hem tot een eed H935 H8686 gebracht H352 , en de machtigen H776 des lands H3947 H8804 heeft hij weggenomen;
  14 H4467 Opdat het koninkrijk H8217 nederig H5375 H8692 zou zijn, zich niet verheffende H1285 , [en] dat het, zijn verbond H8104 H8800 houdende H5975 H8800 , bestaan mocht.
  15 H4775 H8799 Maar hij rebelleerde H7971 H8800 tegen hem, zendende H4397 zijn boden H4714 in Egypte H5483 , opdat men hem paarden H7227 en veel H5971 volks H5414 H8800 bestellen zou H6743 H8799 ; zal hij gedijen H4422 H8735 ? Zal hij ontkomen H6213 H8802 , die zulke dingen doet H1285 ? Ja, zal hij het verbond H6565 H8689 breken H4422 H8738 en ontkomen?
  16 H2416 [Zo] [waarachtig] [als] Ik leef H5002 H8803 , spreekt H136 de Heere H3069 HEERE H4725 , zo hij niet in de plaats H4428 des konings H4427 H8688 , die hem koning gemaakt heeft H423 , wiens eed H959 H8804 hij veracht H1285 , en wiens verbond H6565 H8689 hij gebroken heeft H8432 , bij hem in het midden H894 van Babel H4191 H8799 zal sterven!
  17 H6547 Ook zal Farao H1419 , door een groot H2428 heir H7227 en door menigte H6951 van [krijgs] vergadering H4421 , met hem in oorlog H6213 H8799 niets uitrichten H5550 als men een wal H8210 H8800 zal opwerpen H1785 , en als men sterkten H1129 H8800 bouwen zal H7227 , om vele H5315 zielen H3772 H8687 uit te roeien.
  18 H423 Want hij heeft den eed H959 H8804 veracht H6565 H8687 , brekende H1285 het verbond H3027 , daar hij, ziet, zijn hand H5414 H8804 gegeven had H6213 H8804 ; dewijl hij al deze dingen gedaan heeft H4422 H8735 , zal hij niet ontkomen.
  19 H559 H8804 Daarom, alzo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H2416 : [Zo] [waarachtig] [als] Ik leef H423 , zo Ik Mijn eed H959 H8804 , dien hij veracht heeft H1285 , en Mijn verbond H6331 H8689 , dat hij gebroken heeft H7218 , datzelve niet op zijn hoofd H5414 H8804 geve!
  20 H7568 En Ik zal Mijn net H6566 H8804 over hem uitspreiden H8610 H8738 , dat hij gegrepen zal worden H4686 in Mijn jachtgaren H935 H8689 ; en Ik zal hem doen brengen H894 naar Babel H8199 H8738 , en zal daar met hem rechten H4603 H8804 [over] zijn overtreding H4604 , waardoor hij tegen Mij overtreden heeft.

Romans 2:4-5

  4 G2228 Of G2706 G5719 veracht gij G4149 den rijkdom G846 Zijner G5544 goedertierenheid G2532 , en G463 verdraagzaamheid G2532 , en G3115 lankmoedigheid G50 G5723 , niet wetende G3754 , dat G5543 de goedertierenheid G2316 Gods G4571 u G1519 tot G3341 bekering G71 G5719 leidt?
  5 G1161 Maar G2596 naar G4675 uw G4643 hardigheid G2532 , en G279 onbekeerlijk G2588 hart G2343 G , vergadert gij G4572 uzelven G3709 toorn G2343 G5719 als een schat G1722 , in G2250 den dag G3709 des toorns G2532 , en G602 der openbaring G1341 van het rechtvaardig oordeel G2316 Gods.

Hebrews 3:8

  8 G4645 G5725 Zo verhardt G5216 uw G2588 harten G3361 niet G5613 , gelijk G1722 [het] [geschied] [is] in G3894 de verbittering G2596 , ten G2250 dage G3986 der verzoeking G1722 , in G2048 de woestijn;

Hebrews 3:13

  13 G235 Maar G3870 G5720 vermaant G1438 elkander G2596 te G1538 allen G2250 dage G891 , zolang als G4594 het heden G2564 G5743 genaamd wordt G3363 , opdat niet G5100 iemand G1537 uit G5216 u G4645 G5686 verhard worde G539 door de verleiding G266 der zonde.

2 Kings 16:10-16

  10 H3212 H8799 Toen toog H4428 de koning H271 Achaz H8407 Tiglath-pilezer H4428 , den koning H804 van Assyrie H7125 H8800 , tegemoet H1834 , naar Damaskus H7200 H8799 ; en gezien hebbende H4196 een altaar H834 , dat H1834 te Damaskus H7971 H8799 was, zo zond H4428 de koning H271 Achaz H413 aan H3548 den priester H223 Uria H1823 de gelijkenis H4196 van het altaar H8403 , en zijn afbeelding H3605 , naar zijn ganse H4639 maaksel.
  11 H223 En Uria H3548 , de priester H1129 H8799 , bouwde H4196 een altaar H3605 , naar alles H834 , wat H4428 de koning H271 Achaz H4480 van H1834 Damaskus H7971 H8804 ontboden had H3651 ; alzo H6213 H8804 deed H3548 de priester H223 Uria H5704 , tegen dat H4428 de koning H271 Achaz H4480 van H1834 Damaskus H935 H8800 kwam.
  12 H4428 Als nu de koning H4480 van H1834 Damaskus H935 H8799 gekomen was H7200 H8799 , zag H4428 de koning H4196 het altaar H4428 en de koning H7126 H8799 naderde H5921 tot H4196 het altaar H5927 H8686 , en offerde H5921 daarop.
  13 H6999 H0 En hij stak H5930 zijn brandoffer H6999 H8686 aan H4503 , en zijn spijsoffer H5258 H8686 , en goot H5262 zijn drankoffer H2236 H8799 en sprengde H1818 het bloed H8002 zijner dankofferen H5921 op H4196 dat altaar.
  14 H5178 Maar het koperen H4196 altaar H834 , dat H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN H7126 H8686 was, dat bracht hij H4480 van H6440 het voorste deel H1004 van het huis H4480 , van H996 tussen H4196 [zijn] altaar H4480 , en van H996 tussen H1004 het huis H3068 des HEEREN H5414 H8799 , en hij zette H853 het H5921 aan H3409 de zijde H4196 [zijns] altaars H6828 noordwaarts.
  15 H4428 En de koning H271 Achaz H6680 H8762 gebood H223 Uria H3548 , den priester H559 H8800 , zeggende H6999 H0 : Steek H5921 op H1419 het grote H4196 altaar H6999 H8685 aan H1242 H5930 het morgenbrandoffer H6153 H4503 , en het avondspijsoffer H4428 , en des konings H5930 brandoffer H4503 , en zijn spijsoffer H5930 , en het brandoffer H3605 van al H5971 het volk H776 des lands H4503 , en hun spijsoffer H5262 , en hun drankofferen H2236 H8799 ; en spreng H5921 daarop H3605 al H1818 het bloed H5930 des brandoffers H3605 , en al H1818 het bloed H2077 des slachtoffers H5178 ; maar het koperen H4196 altaar H1961 H8799 zal mij zijn H1239 H8763 , om te onderzoeken.
  16 H223 En Uria H3548 , de priester H6213 H8799 , deed H3605 naar alles H834 , wat H4428 de koning H271 Achaz H6680 H8765 geboden had.

2 Chronicles 28:3

  3 H1931 Dezelve H6999 H8689 rookte H1516 ook in het dal H1121 des zoons H2011 van Hinnom H1197 H8686 ; en hij brandde H1121 zijn zonen H784 in het vuur H8441 , naar de gruwelen H1471 der heidenen H834 , die H3068 de HEERE H4480 voor H6440 het aangezicht H1121 der kinderen H3478 Israels H3423 H8689 uit de bezitting verdreven had.

2 Chronicles 33:4-7

  4 H1129 H8804 En bouwde H4196 altaren H1004 in het huis H3068 des HEEREN H834 , van hetwelk H3068 de HEERE H559 H8804 gezegd had H3389 : Te Jeruzalem H8034 zal Mijn Naam H1961 H8799 zijn H5769 tot in eeuwigheid.
  5 H1129 H8799 Daartoe bouwde hij H4196 altaren H3605 voor al H6635 het heir H8064 des hemels H8147 , in beide H2691 de voorhoven H1004 van het huis H3068 des HEEREN.
  6 H1931 En hij H5674 H0 deed H1121 zijn zonen H784 door het vuur H5674 H8689 gaan H1516 , in het dal H1121 des zoons H2011 van Hinnom H6049 H8782 , en pleegde guichelarij H5172 H8765 , en gaf op vogelgeschrei acht H3784 H8765 , en toverde H6213 H8804 , en hij stelde H178 waarzeggers H3049 en duivelskunstenaren H6213 H8800 ; en hij deed H7235 H8689 [zeer] veel H7451 kwaads H5869 in de ogen H3068 des HEEREN H3707 H8687 , om Hem tot toorn te verwekken.
  7 H7760 H8799 Hij stelde H6459 ook de gelijkenis H5566 van een gesneden beeld H834 , die H6213 H8804 hij gemaakt had H1004 , in het huis H430 Gods H834 , van hetwelk H430 God H559 H8804 gezegd had H413 tot H1732 David H413 en tot H1121 zijn zoon H8010 Salomo H2088 : In dit H1004 huis H3389 , en te Jeruzalem H834 , dat H4480 Ik uit H3605 alle H7626 stammen H3478 van Israel H977 H8804 verkoren heb H8034 , zal Ik Mijn Naam H7760 H8799 zetten H5865 tot in eeuwigheid.

2 Chronicles 33:9

  9 H8582 H0 Zo deed H4519 Manasse H3063 Juda H3427 H8802 en de inwoners H3389 te Jeruzalem H8582 H8686 dwalen H7451 , dat zij erger H6213 H8800 deden H4480 dan H1471 de heidenen H834 , die H3068 de HEERE H4480 voor H6440 het aangezicht H1121 der kinderen H3478 Israels H8045 H8689 verdelgd had.

Ezra 9:7

  7 H4480 Van H3117 de dagen H1 onzer vaderen H587 af zijn wij H1419 in grote H819 schuld H5704 tot op H2088 dezen H3117 dag H5771 ; en wij zijn om onze ongerechtigheden H5414 H8738 overgegeven H587 , wij H4428 , onze koningen H3548 [en] onze priesters H3027 , in de hand H4428 van de koningen H776 der landen H2719 , in zwaard H7628 , in gevangenis H961 , en in roof H1322 , en in schaamte H6440 des aangezichts H2088 , gelijk het is te dezen H3117 dage.

Jeremiah 5:5

  5 H3212 H8799 Ik zal gaan H1419 tot de groten H1696 H8762 , en met hen spreken H3045 H8804 , want die weten H1870 den weg H3068 des HEEREN H4941 , het recht H430 huns Gods H3162 ; maar zij hadden te zamen H5923 het juk H7665 H8804 verbroken H4147 , [en] de banden H5423 H8765 verscheurd.

Jeremiah 37:13-15

  13 H8179 Als hij in de poort H1144 van Benjamin H1167 H6488 was, zo was daar de wachtmeester H8034 , wiens naam H3376 was Jerija H1121 , de zoon H8018 van Selemja H1121 , den zoon H2608 van Hananja H8610 H8799 ; die greep H5030 den profeet H3414 Jeremia H559 H8800 , zeggende H3778 : Gij wilt tot de Chaldeen H5307 H8802 vallen!
  14 H3414 En Jeremia H559 H8799 zeide H8267 : Het is vals H3778 , ik wil niet tot de Chaldeen H5307 H8802 vallen H8085 H8804 . Doch hij hoorde H3376 niet naar hem; maar Jerija H8610 H8799 greep H3414 Jeremia H935 H8686 aan, en bracht H8269 hem tot de vorsten.
  15 H8269 En de vorsten H7107 H8799 werden zeer toornig H3414 op Jeremia H5221 H8689 en sloegen H5414 H8804 hem; en zij stelden H612 hem in het gevangenhuis H1004 , ten huize H3083 van Jonathan H5608 H8802 , den schrijver H3608 ; want zij hadden dat tot een gevangenhuis H6213 H8804 gemaakt.

Jeremiah 38:4

  4 H559 H8799 Zo zeiden H8269 de vorsten H4428 tot den koning H376 : Laat toch dezen man H4191 H8714 gedood worden H3651 ; want aldus H7503 H0 maakt hij H3027 de handen H582 H4421 der krijgslieden H5892 , die in deze stad H7604 H8737 zijn overgebleven H3027 , en de handen H5971 des gansen volks H7503 H8764 slap H1697 , alzulke woorden H1696 H8763 tot hen sprekende H376 ; want deze man H1875 H8802 zoekt H7965 den vrede H5971 dezes volks H7451 niet, maar het kwaad.

Ezekiel 8:5-16

  5 H559 H8799 En Hij zeide H1121 H120 tot mij: Mensenkind H5375 H0 , hef H5869 nu uw ogen H5375 H8798 op H1870 naar den weg H6828 van het noorden H5375 H8799 ; en ik hief H5869 mijn ogen H1870 op naar den weg H6828 van het noorden H6828 , en ziet, tegen het noorden H8179 aan de poort H4196 van het altaar H5566 was dit beeld H7068 der ijvering H872 , in den ingang.
  6 H559 H8799 En Hij zeide H1121 H120 tot mij: Mensenkind H7200 H8802 , ziet gij H6213 H8802 wel, wat zij doen H1419 , de grote H8441 gruwelen H1004 , die het huis H3478 Israels H6213 H8802 hier doet H4720 , opdat Ik van Mijn heiligdom H7368 H8800 verre wegga H7725 H8799 ? Doch gij zult nog wederom H1419 grote H8441 gruwelen H7200 H8799 zien.
  7 H935 H8686 Zo bracht Hij H6607 mij tot de deur H2691 van het voorhof H7200 H8799 . Toen zag ik H259 , en ziet, er was een H2356 hol H7023 in den wand.
  8 H559 H8799 En Hij zeide H1121 H120 tot mij: Mensenkind H2864 H8798 , graaf H7023 nu in dien wand H2864 H8799 . En ik groef H7023 in dien wand H259 , en ziet, daar was een H6607 deur.
  9 H559 H8799 Toen zeide Hij H935 H8798 tot mij: Ga in H7200 H8798 , en zie H7451 de boze H8441 gruwelen H6213 H8802 , die zij hier doen.
  10 H935 H8799 Zo ging ik in H7200 H8799 , en ik zag H8403 , en ziet, er was alle beeltenis H7431 van kruipende dieren H8263 en verfoeilijke H929 beesten H1544 , en van alle drekgoden H1004 van het huis H3478 Israels H5439 , geheel rondom H7023 aan den wand H2707 H8794 gemaald.
  11 H7657 En zeventig H376 mannen H2205 uit de oudsten H1004 van het huis H3478 Israels H2970 , met Jaazanja H1121 , den zoon H8227 van Safan H5975 H8802 , staande H8432 in het midden H5975 H8802 van hen, stonden H6440 voor hun aangezichten H376 ; en een ieder H4730 [had] zijn rookvat H3027 in zijn hand H6282 , en een overvloedige H6051 wolk H7004 des reukwerks H5927 H8802 ging op.
  12 H559 H8799 Toen zeide Hij H7200 H8804 tot mij: Hebt gij gezien H1121 H120 , mensenkind H2205 , wat de oudsten H1004 van het huis H3478 Israels H6213 H8802 doen H2822 in de duisternis H376 , een ieder H4906 in zijn gebeelde H2315 binnenkameren H559 H8802 ? want zij zeggen H3068 : De HEERE H7200 H8802 ziet H3068 ons niet, de HEERE H776 heeft het land H5800 H8804 verlaten.
  13 H559 H8799 En Hij zeide H7725 H8799 tot mij: Gij zult nog wederom H1419 grote H8441 gruwelen H7200 H8799 zien H6213 H8802 , die zij doen.
  14 H935 H8686 En Hij bracht H6607 mij tot de deur H8179 der poort H1004 van het huis H3068 des HEEREN H6828 , die naar het noorden H3427 H8802 is, en ziet, daar zaten H802 vrouwen H1058 H8764 , bewenende H8542 den Thammuz.
  15 H559 H8799 En Hij zeide H1121 H120 tot mij: Hebt gij, mensenkind H7200 H8804 , [dat] gezien H7725 H8799 ? Gij zult nog wederom H1419 grotere H8441 gruwelen H7200 H8799 zien dan deze.
  16 H935 H8686 En Hij bracht H6442 mij tot het binnenste H2691 voorhof H1004 van het huis H3068 des HEEREN H6607 ; en ziet, [aan] de deur H1964 van den tempel H3068 des HEEREN H197 , tussen het voorhuis H4196 en tussen het altaar H2568 , waren omtrent vijf H6242 en twintig H376 mannen H268 ; hun achterste H1964 [leden] waren naar den tempel H3068 des HEEREN H6440 , en hun aangezichten H6924 naar het oosten H7812 H8693 , en deze bogen zich neder H6924 naar het oosten H8121 voor de zon.

Ezekiel 22:6

  6 H5387 Ziet, de vorsten H3478 Israels H376 zijn in u geweest, een ieder H2220 naar zijn kracht H1818 , om bloed H8210 H8800 te vergieten.

Ezekiel 22:26-28

  26 H3548 Haar priesters H8451 doen Mijn wet H2554 H8804 geweld aan H2490 H8762 , en zij ontheiligen H6944 Mijn heilige dingen H6944 ; tussen het heilige H2455 en het onheilige H914 H8689 maken zij geen onderscheid H2931 , en [het] [verschil] tussen het onreine H2889 en reine H3045 H8689 geven zij niet te kennen H5956 H8689 ; daartoe verbergen zij H5869 hun ogen H7676 van Mijn sabbatten H8432 ; ja, Ik word in het midden H2490 H8735 van hen ontheiligd.
  27 H8269 Haar vorsten H7130 zijn in het midden H2061 van haar als wolven H2964 , die een roof H2963 H8802 roven H1818 , om bloed H8210 H8800 te vergieten H5315 , [en] om zielen H6 H8763 te verderven H1215 ; opdat zij gierigheid H1214 H8800 zouden plegen.
  28 H5030 Haar profeten H2902 H8804 nu pleisteren H8602 hen met loze H2374 kalk; ziende H7723 ijdelheid H3577 en hun leugen H7080 H8802 voorzeggende H559 H8802 , zeggende H559 H8804 : Alzo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H3068 ! en de HEERE H1696 H8765 heeft niet gesproken.

Daniel 9:6

  6 H8085 H8804 En wij hebben niet gehoord H5650 naar Uw dienstknechten H5030 , de profeten H8034 , die in Uw Naam H1696 H8765 spraken H4428 tot onze koningen H8269 , onze vorsten H1 en onze vaders H5971 , en tot al het volk H776 des lands.

Daniel 9:8

  8 H136 O Heere H1322 ! bij ons is de beschaamdheid H6440 der aangezichten H4428 , bij onze koningen H8269 , bij onze vorsten H1 , en bij onze vaders H2398 H8804 , omdat wij tegen U gezondigd hebben.

Micah 3:1-4

  1 H559 H8799 Voorts zeide ik H8085 H8798 : Hoort H4994 nu H7218 , gij hoofden H3290 Jakobs H7101 , en gij oversten H1004 van het huis H3478 Israels H3808 ! Betaamt het ulieden niet H4941 het recht H3045 H8800 te weten?
  2 H8130 H8802 Zij haten H2896 het goede H157 H0 , en hebben H7451 het kwade H157 H8802 lief H1497 H8802 ; zij roven H5785 hun huid H4480 H5921 van H7607 hen af, en hun vlees H4480 H5921 van H6106 hun beenderen.
  3 H834 Ja, zij zijn het, die H7607 het vlees H5971 mijns volks H398 H8804 eten H4480 H5921 , en H5785 hun huid H6584 H8689 afstropen H6106 , en hun beenderen H6476 H8765 verbreken H6566 H8804 ; en vaneen leggen H834 , gelijk als H5518 in een pot H1320 , en als vlees H8432 in het midden H7037 eens ketels.
  4 H227 Alsdan H2199 H8799 zullen zij roepen H413 tot H3068 den HEERE H3808 , doch Hij zal hen niet H6030 H8799 verhoren H6440 ; maar zal Zijn aangezicht H1931 te dier H6256 tijd H4480 voor H5641 H8686 hen verbergen H834 , gelijk als H4611 zij hun handelingen H7489 H8689 kwaad gemaakt hebben.

Micah 3:9-11

  9 H8085 H8798 Hoort H4994 nu H2063 dit H7218 , gij hoofden H1004 van het huis H3290 Jakobs H7101 , en gij oversten H1004 van het huis H3478 Israels H4941 ! die van het gericht H8581 H8764 een gruwel hebt H3605 , en al H3477 wat recht H6140 H8762 is verkeert;
  10 H1129 H8802 Bouwende H6726 Sion H1818 met bloed H3389 , en Jeruzalem H5766 met onrecht.
  11 H7218 Haar hoofden H8199 H8799 rechten H7810 om geschenken H3548 , en haar priesters H3384 H8686 leren H4242 om loon H5030 , en haar profeten H7080 H8799 waarzeggen H3701 om geld H8172 H8735 ; nog steunen zij H5921 op H3068 den HEERE H559 H8800 , zeggende H3068 : Is de HEERE H3808 niet H7130 in het midden H5921 van ons? H3808 Ons zal geen H7451 kwaad H935 H8799 overkomen.

Micah 7:2

  2 H2623 De goedertierene H6 H8804 is vergaan H4480 uit H776 het land H369 , en er is niemand H3477 oprecht H120 onder de mensen H693 H8799 ; zij loeren H3605 altemaal H1818 op bloed H6679 H8799 , zij jagen H376 , een iegelijk H251 zijn broeder H2764 , [met] een jachtgaren.

Zephaniah 3:3-4

  3 H8269 Haar vorsten H7580 H8802 zijn brullende H738 leeuwen H7130 in het midden H8199 H8802 van haar; haar rechters H6153 H2061 zijn avondwolven H3808 , die de beenderen niet H1633 H8804 breken H1242 tot aan den morgen.
  4 H5030 Haar profeten H6348 H8802 zijn lichtvaardig H900 , gans trouweloze H582 mannen H3548 ; haar priesters H2490 H8765 verontreinigen H6944 het heilige H8451 , zij doen der wet H2554 H8804 geweld aan.

Judges 10:16

  16 H5493 H0 En zij deden H5236 de vreemde H430 goden H4480 uit H7130 hun midden H5493 H8686 weg H5647 H8799 , en dienden H3068 den HEERE H5315 . Toen werd Zijn ziel H7114 H8799 verdrietig H5999 over den arbeid H3478 van Israel.

2 Kings 13:23

  23 H3068 Doch de HEERE H854 was hun H2603 H8799 genadig H7355 H8762 , en ontfermde Zich H6437 H8799 hunner, en wendde Zich H413 tot H4616 hen, om H1285 Zijns verbonds H85 wil met Abraham H3327 , Izak H3290 en Jakob H14 H8804 ; en Hij wilde H3808 hen niet H7843 H8687 verderven H3808 , en heeft hen niet H7993 H8689 verworpen H4480 H5921 van H6440 Zijn aangezicht H5704 , tot H6258 nu toe.

2 Kings 17:13

  13 H3068 Als nu de HEERE H3478 tegen Israel H3063 en tegen Juda H3027 , door den dienst H3605 van alle H5030 profeten H3605 , van alle H2374 zieners H5749 H8686 , betuigd had H559 H8800 , zeggende H7725 H8798 : Bekeert u H4480 van H7451 uw boze H1870 wegen H8104 H8798 en houdt H4687 Mijn geboden H2708 , [en] Mijn inzettingen H3605 , naar al H8451 de wet H834 , die H1 Ik uw vaderen H6680 H8765 geboden heb H834 , en die H413 Ik tot H3027 u door de hand H5650 van Mijn knechten H5030 , de profeten H7971 H8804 , gezonden heb;

2 Chronicles 24:18-21

  18 H5800 H8799 Zo verlieten zij H1004 het huis H3068 des HEEREN H430 , des Gods H1 hunner vaderen H5647 H8799 , en dienden H842 de bossen H6091 en de afgoden H1961 H8799 ; toen was H7110 een grote toornigheid H5921 over H3063 Juda H3389 en Jeruzalem H2063 , om deze H819 hun schuld.
  19 H7971 H8799 Doch Hij zond H5030 profeten H413 onder hen, om hen tot H3068 den HEERE H7725 H8687 te doen wederkeren H5749 H8686 ; die betuigden H238 H8689 tegen hen, maar zij neigden de oren H3808 niet.
  20 H7307 En de Geest H430 Gods H3847 H0 toog H2148 Zacharia H3847 H8804 aan H1121 , den zoon H3077 van Jojada H3548 , den priester H4480 H5921 , die boven H5971 het volk H5975 H8799 stond H559 H8799 , en hij zeide H3541 tot hen: Zo H559 H8804 zegt H430 God H4100 : Waarom H5674 H8802 overtreedt H859 gij H4687 de geboden H3068 des HEEREN H3808 ? Daarom zult gij niet H6743 H8686 voorspoedig zijn H3588 ; dewijl H3068 gij den HEERE H5800 H8804 verlaten hebt H853 , zo zal Hij u H5800 H8799 verlaten.
  21 H7194 H8799 En zij maakten een verbintenis H5921 tegen H7275 H8799 hem, en stenigden H68 hem met stenen H4687 door het gebod H4428 des konings H2691 , in het voorhof H1004 van het huis H3068 des HEEREN.

2 Chronicles 33:10

  10 H3068 De HEERE H1696 H8762 sprak H413 wel tot H4519 Manasse H413 en tot H5971 zijn volk H7181 H0 ; maar zij merkten H3808 daar niet H7181 H8689 op.

Jeremiah 7:13

  13 H4639 En nu, omdat gijlieden al deze werken H6213 H8800 doet H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H1696 H8762 , en Ik tot u gesproken heb H7925 H8687 , vroeg op zijnde H1696 H8763 en sprekende H8085 H8804 , maar gij niet gehoord hebt H7121 H8799 , en Ik u geroepen H6030 H8804 , maar gij niet geantwoord hebt;

Jeremiah 7:25

  25 H3117 Van dien dag H1 af, dat uw vaders H776 H4714 uit Egypteland H3318 H8804 zijn uitgegaan H3117 , tot op dezen dag H7971 H8799 , zo heb Ik tot u gezonden H5650 al Mijn knechten H5030 , de profeten H3117 , dagelijks H7925 H8687 vroeg op zijnde H7971 H8800 en zendende.

Jeremiah 25:3-4

  3 H7969 H6240 Van het dertiende H8141 jaar H2977 van Josia H1121 , den zoon H526 van Amon H4428 , den koning H3063 van Juda H3117 , tot op dezen dag H7969 toe (dit is het drie H6242 en twintigste H8141 jaar H1697 ) is het woord H3068 des HEEREN H1696 H8762 tot mij geschied; en ik heb tot ulieden gesproken H7925 H8687 , vroeg op zijnde H1696 H8763 en sprekende H8085 H8804 , maar gij hebt niet gehoord.
  4 H3068 Ook heeft de HEERE H7971 H8804 tot u gezonden H5650 al Zijn knechten H5030 , de profeten H7925 H8687 , vroeg op zijnde H7971 H8800 en zendende H8085 H8804 (maar gij hebt niet gehoord H241 , noch uw oor H5186 H8689 geneigd H8085 H8800 om te horen);

Jeremiah 26:5

  5 H8085 H8800 Horende H1697 naar de woorden H5650 Mijner knechten H5030 , de profeten H7971 H8802 , die Ik tot u zende H7925 H8687 , zelfs vroeg op zijnde H7971 H8800 en zendende H8085 H8804 ; doch gij niet gehoord hebt;

Jeremiah 35:15

  15 H7971 H8799 En Ik heb tot u gezonden H5650 al Mijn knechten H5030 , de profeten H7925 H8687 , vroeg op zijnde H7971 H8800 en zendende H559 H8800 , om te zeggen H7725 H8798 : Bekeert u H376 toch, een iegelijk H7451 van zijn bozen H1870 weg H3190 H0 , en maakt H4611 uw handelingen H3190 H8685 goed H3212 H8799 , en wandelt H312 andere H430 goden H310 niet na H5647 H8800 , om hen te dienen H127 , zo zult gij in het land H3427 H8798 blijven H1 , dat Ik u en uw vaderen H5414 H8804 gegeven heb H241 ; maar gij hebt uw oor H5186 H8689 niet geneigd H8085 H8804 , en naar Mij niet gehoord.

Jeremiah 44:4-5

  4 H7971 H8799 En Ik heb tot u gezonden H5650 al Mijn knechten H5030 , de profeten H7925 H8687 , vroeg op zijnde H7971 H8800 en zendende H559 H8800 , om te zeggen H6213 H8799 : Doet H8441 toch deze gruwelijke H1697 zaak H8130 H8804 niet, die Ik haat.
  5 H8085 H8804 Maar zij hebben niet gehoord H241 , noch hun oor H5186 H8689 geneigd H7451 , om zich van hun boosheid H7725 H8800 te bekeren H312 , dat zij anderen H430 goden H6999 H8763 niet roken.

Hosea 11:8

  8 H5414 Hoe zou Ik u overgeven H669 , o Efraim H4042 ? u overleveren H3478 , o Israel H5414 ? Hoe zou Ik u maken H126 als Adama H7760 , u stellen H6636 als Zeboim H3820 ? Mijn hart H2015 is in Mij omgekeerd H5150 , al Mijn berouw H3162 is te zamen H3648 ontstoken.

Luke 19:41-44

  41 G2532 En G5613 als G1448 G5656 Hij nabij kwam G4172 , en de stad G1492 G5631 zag G2799 G5656 , weende Hij G1909 over G846 haar,
  42 G3004 G5723 Zeggende G3754 : G1487 Och, of G4771 gij G2532 ook G1097 G5627 bekendet G2532 , ook G1065 G2534 nog G1722 in G5026 dezen G4675 uw G2250 dag G3588 , hetgeen G4314 tot G4675 uw G1515 vrede G1161 [dient]! Maar G3568 nu G2928 G5648 is het verborgen G575 voor G4675 uw G3788 ogen.
  43 G3754 Want G2250 er zullen dagen G1909 over G4571 u G2240 G5692 komen G2532 , dat G4675 uw G2190 vijanden G5482 een begraving G4016 G rondom G4671 u G4016 G5692 zullen opwerpen G2532 , en G4571 zullen u G4033 G5692 omsingelen G2532 , en G4571 u G3840 van alle zijden G4912 G5692 benauwen;
  44 G2532 En G4571 zullen u G1474 G5692 tot den grond nederwerpen G2532 , en G4675 uw G5043 kinderen G1722 in G4671 u G2532 ; en G1722 zij zullen in G4671 u G3037 den [enen] steen G1909 op G3037 den [anderen] steen G3756 niet G863 G5692 laten G473 ; daarom G3739 dat G2540 gij den tijd G4675 uwer G1984 bezoeking G3756 niet G1097 G5627 bekend hebt.

2 Chronicles 30:10

  10 H1961 H0 H5674 H0 Zo gingen H7323 H8801 de lopers H1961 H8799 H5674 H8802 door H4480 , van H5892 stad H5892 tot stad H776 , door het land H669 van Efraim H4519 en Manasse H5704 , tot H2074 Zebulon H1961 H8799 H7832 H8688 toe; doch zij belachten H5921 hen H3932 H8688 , en bespotten hen.

Ezra 5:12

  12 H3861 Maar H4481 nadat H2 onze vaders H426 den God H8065 des hemels H7265 H8684 hadden vertoornd H1994 , heeft Hij hen H3052 H8754 gegeven H3028 in de hand H5020 van Nebukadnezar H4430 , den koning H895 van Babel H3679 , den Chaldeer H1836 ; dewelke dat H1005 huis H5642 H8754 heeft vernield H5972 , en het volk H895 naar Babel H1541 H8684 weggevoerd.

Psalms 35:16

  16 H2611 Onder de huichelende H3934 spotachtige H4580 tafelbroeders H2786 H8800 knersten zij H8127 over mij met hun tanden.

Psalms 74:1

  1 H4905 H8688 Een onderwijzing H623 , voor Asaf H430 . O God H2186 H8804 ! waarom verstoot Gij H5331 in eeuwigheid H639 ? [Waarom] zou Uw toorn H6225 H8799 roken H6629 tegen de schapen H4830 Uwer weide?

Psalms 79:1-5

  1 H4210 Een psalm H623 van Asaf H430 . O God H1471 ! Heidenen H935 H8804 zijn gekomen H5159 in Uw erfenis H1964 ; zij hebben den tempel H6944 Uwer heiligheid H2930 H8765 verontreinigd H3389 ; zij hebben Jeruzalem H5856 tot steenhopen H7760 H8804 gesteld.
  2 H5038 Zij hebben de dode lichamen H5650 Uwer knechten H5775 aan het gevogelte H8064 des hemels H3978 tot spijs H5414 H8804 gegeven H1320 ; het vlees H2623 Uwer gunstgenoten H2416 aan het gedierte H776 des lands.
  3 H1818 Zij hebben hun bloed H5439 rondom H3389 Jeruzalem H4325 als water H8210 H8804 vergoten H6912 H8802 ; en er was niemand, die hen begroef.
  4 H7934 Wij zijn onzen naburen H2781 een smaadheid geworden H3933 ; een spot H7047 en schimp H5439 dien, die rondom ons zijn.
  5 H3068 Hoe lang, HEERE H5331 ? Zult Gij eeuwiglijk H599 H8799 toornen H7068 ? Zal Uw ijver H784 als vuur H1197 H8799 branden?

Proverbs 1:24-31

  24 H7121 H8804 Dewijl Ik geroepen heb H3985 H8762 , en gijlieden geweigerd hebt H3027 ; Mijn hand H5186 H8804 uitgestrekt heb H7181 H8688 , en er niemand was, die opmerkte;
  25 H6098 En gij al Mijn raad H6544 H8799 verworpen H8433 , en Mijn bestraffing H14 H8804 niet gewild hebt;
  26 H343 Zo zal Ik ook in ulieder verderf H7832 H8799 lachen H3932 H8799 ; Ik zal spotten H6343 , wanneer uw vreze H935 H8800 komt.
  27 H6343 Wanneer uw vreze H935 H8800 komt H7722 H8675 H7584 gelijk een verwoesting H343 , en uw verderf H857 H8799 aankomt H5492 als een wervelwind H6869 ; wanneer u benauwdheid H6695 en angst H935 H8800 overkomt;
  28 H7121 H8799 Dan zullen zij tot Mij roepen H6030 H8799 , maar Ik zal niet antwoorden H7836 H8762 ; zij zullen Mij vroeg zoeken H4672 H8799 , maar zullen Mij niet vinden;
  29 H1847 Daarom, dat zij de wetenschap H8130 H8804 gehaat hebben H3374 , en de vreze H3068 des HEEREN H977 H8804 niet hebben verkoren.
  30 H6098 Zij hebben in Mijn raad H14 H8804 niet bewilligd H8433 ; al Mijn bestraffingen H5006 H8804 hebben zij versmaad;
  31 H398 H8799 Zo zullen zij eten H6529 van de vrucht H1870 van hun weg H7646 H8799 , en zich verzadigen H4156 met hun raadslagen.

Proverbs 6:15

  15 H343 Daarom zal zijn verderf H6597 haastelijk H935 H8799 komen H6621 ; hij zal schielijk H7665 H8735 verbroken worden H4832 , dat er geen genezen aan zij.

Proverbs 29:1

  1 H376 Een man H8433 , die, dikwijls bestraft H6203 zijnde, den nek H7185 H8688 verhardt H6621 , zal schielijk H7665 H8735 verbroken worden H4832 , zodat er geen genezen aan is.

Isaiah 28:22

  22 H3887 H8698 Nu dan, drijft den spot H4147 niet, opdat uw banden H2388 H8799 niet vaster gemaakt worden H136 ; want ik heb van den Heere H3069 HEERE H6635 der heirscharen H8085 H8804 gehoord H3617 een verdelging H2782 H8737 , ja, een, die vast besloten is H776 over het ganse land.

Jeremiah 5:12-13

  12 H3584 H8765 Zij verloochenen H3068 den HEERE H559 H8799 , en zeggen H7451 : Hij is het niet, en ons zal geen kwaad H935 H8799 overkomen H2719 , wij zullen noch zwaard H7458 noch honger H7200 H8799 zien.
  13 H5030 Ja, die profeten H7307 zullen tot wind worden H1696 H8763 , want het woord H6213 H8735 is niet bij hen; hun zelven zal zo geschieden.

Jeremiah 20:7

  7 H3068 HEERE H6601 H8765 ! Gij hebt mij overreed H6601 H8735 , en ik ben overreed geworden H2388 H8804 ; Gij zijt mij te sterk geweest H3201 H8799 , en hebt overmocht H3117 ; ik ben den gansen dag H7814 tot een belachen H3932 H8802 , een ieder van hen bespot mij.

Jeremiah 32:3

  3 H6667 Want Zedekia H4428 , de koning H3063 van Juda H3607 H8804 , had hem besloten H559 H8800 , zeggende H5012 H8737 : Waarom profeteert gij H559 H8800 , zeggende H559 H8804 : Zo zegt H3068 de HEERE H5414 H8802 : Ziet, Ik geef H5892 deze stad H3027 in de hand H4428 des konings H894 van Babel H3920 H8804 , en hij zal ze innemen;

Jeremiah 38:6

  6 H3947 H8799 Toen namen zij H3414 Jeremia H7993 H8686 en wierpen H953 hem in den kuil H4441 van Malchia H1121 , den zoon H4428 van Hammelech H2691 , die in het voorhof H4307 der bewaring H7971 H0 was, en zij lieten H3414 Jeremia H7971 H8762 af H2256 met zelen H953 ; in den kuil H4325 nu was geen water H2916 , maar slijk H3414 ; en Jeremia H2883 H8799 zonk H2916 in het slijk.

Matthew 5:12

  12 G5463 G5720 Verblijdt G2532 en G21 G5737 verheugt G3754 [u]; want G5216 uw G3408 loon G4183 [is] groot G1722 in G3772 de hemelen G1063 ; want G3779 alzo G1377 G5656 hebben zij vervolgd G4396 de profeten G3588 , die G4253 voor G5216 u [geweest] [zijn].

Matthew 21:33-41

  33 G191 G5657 Hoort G243 een andere G3850 gelijkenis G2258 G5713 . Er was G5100 een G444 heer G3617 des huizes G3748 , die G290 een wijngaard G5452 G5656 plantte G2532 , en G4060 G5656 zette G5418 een tuin G846 daarom G2532 , en G3736 G5656 groef G3025 een wijnpersbak G1722 G846 daarin G2532 , en G3618 G5656 bouwde G4444 een toren G2532 , en G1554 G5639 verhuurde G846 dien G1092 den landlieden G2532 , en G589 G5656 reisde buiten ['s] [lands].
  34 G3753 Toen G1161 nu G2540 de tijd G2590 der vruchten G1448 G5656 genaakte G649 G5656 , zond hij G846 zijn G1401 dienstknechten G4314 tot G1092 de landlieden G846 , om zijn G2590 vruchten G2983 G5629 te ontvangen.
  35 G2532 En G1092 de landlieden G2983 G5631 , nemende G846 zijn G1401 dienstknechten G3739 G3303 , hebben den een G1194 G5656 geslagen G1161 , en G3739 den anderen G615 G5656 gedood G1161 , en G3739 den derden G3036 G5681 gestenigd.
  36 G3825 Wederom G649 G5656 zond hij G243 andere G1401 dienstknechten G4119 , meer G4413 [in] [getal] dan de eersten G2532 , en G4160 G5656 zij deden G846 hun G5615 desgelijks.
  37 G1161 En G5305 ten laatste G649 G5656 zond hij G4314 tot G846 hen G846 zijn G5207 zoon G3004 G5723 , zeggende G3450 : Zij zullen mijn G5207 zoon G1788 G5691 ontzien.
  38 G1161 Maar G1092 de landlieden G5207 , den zoon G1492 G5631 ziende G2036 G5627 , zeiden G1722 onder G1438 elkander G3778 : Deze G2076 G5748 is G2818 de erfgenaam G1205 G5773 , komt G615 G , laat ons G846 hem G615 G5725 doden G2532 , en G846 zijn G2817 erfenis G2722 G5632 [aan] [ons] behouden.
  39 G2532 En G846 hem G2983 G5631 nemende G1544 G5627 , wierpen zij [hem] uit G1854 , buiten G290 den wijngaard G2532 , en G615 G5656 doodden [hem].
  40 G3752 Wanneer G3767 dan G2962 de heer G290 des wijngaards G2064 G5632 komen zal G5101 , wat G1565 zal hij dien G1092 landlieden G4160 G5692 doen?
  41 G3004 G5719 Zij zeiden G846 tot hem G846 : Hij zal den G2556 kwaden G2560 een kwaden G622 G5692 dood aandoen G2532 , en G290 zal den wijngaard G243 aan andere G1092 landlieden G1554 G5695 verhuren G3748 , die G846 hem G2590 de vruchten G1722 op G846 haar G2540 tijden G591 G5692 zullen geven.

Luke 16:14

  14 G1161 En G3956 al G5023 deze dingen G191 G5707 hoorden G2532 ook G5330 de Farizeen G5366 , die geldgierig G5225 G5723 waren G2532 , en G1592 G5707 zij beschimpten G846 Hem.

Luke 18:32

  32 G1063 Want G1484 Hij zal den heidenen G3860 G5701 overgeleverd worden G2532 , en G1702 G5701 Hij zal bespot worden G2532 , en G5195 G5701 smadelijk behandeld worden G2532 , en G1716 G5701 bespogen worden.

Luke 22:63-64

  63 G2532 En G435 de mannen G2424 , die Jezus G4912 G5723 hielden G1702 G5707 , bespotten G846 Hem G1194 G5723 , en sloegen [Hem].
  64 G2532 En G846 als zij Hem G4028 G5660 overdekt hadden G5180 G5707 , sloegen zij G846 Hem G4383 op het aangezicht G2532 , en G1905 G5707 vraagden G846 Hem G3004 G5723 , zeggende G4395 G5657 : Profeteer G5101 , wie G2076 G5748 het is G4571 , die U G3817 G5660 geslagen heeft?

Luke 23:11

  11 G1161 En G2264 Herodes G4862 met G846 zijn G4753 krijgslieden G846 Hem G1848 G5660 veracht G2532 en G1702 G5660 bespot hebbende G4016 G , deed G846 Hem G2986 een blinkend G2066 kleed G4016 G5631 aan G375 G , en zond G846 Hem G375 G5656 weder G4091 tot Pilatus.

Luke 23:36

  36 G1161 En G2532 ook G4757 de krijgsknechten G4334 G5740 , tot [Hem] komende G1702 G5707 , bespotten G846 Hem G2532 , en G4374 G5723 brachten G846 Hem G3690 edik;

Acts 2:13

  13 G1161 En G2087 anderen G5512 G5723 , spottende G3004 G5707 , zeiden G3754 : G1526 G5748 Zij zijn G3325 G5772 vol G1098 zoeten wijns.

Acts 7:52

  52 G5101 Wien G4396 van de profeten G5216 hebben uw G3962 vaders G3756 niet G1377 G5656 vervolgd G2532 ? En G615 G5656 zij hebben gedood G3588 degenen, die G4293 G5660 te voren verkondigd hebben G4012 de G1660 komst G1342 des Rechtvaardigen G3739 , van Welken G5210 gijlieden G3568 nu G4273 verraders G2532 en G5406 moordenaars G1096 G5769 geworden zijt.

Acts 13:41

  41 G1492 G5628 Ziet G2707 , gij verachters G2532 , en G2296 G5657 verwondert u G2532 , en G853 G5682 verdwijnt G3754 ; want G1473 Ik G2038 G5736 werk G2041 een werk G1722 in G5216 uw G2250 dagen G2041 , een werk G3739 , hetwelk G3364 gij niet G4100 G5661 zult geloven G1437 , zo G5213 het u G5100 iemand G1555 G5741 verhaalt.

Acts 17:32

  32 G1161 Als zij nu G386 van de opstanding G3498 der doden G191 G5660 hoorden G5512 G5707 , spotten G3303 sommigen G1161 [daarmede]; en G2036 G5627 sommigen zeiden G4675 : Wij zullen u G3825 wederom G4012 G5127 hiervan G191 G5695 horen.

1 Thessalonians 4:8

  8 G5105 Zo dan G114 G5723 die [dit] verwerpt G114 G5719 , die verwerpt G3756 geen G444 mens G235 , maar G2316 God G2532 , Die ook G846 Zijn G40 Heiligen G4151 Geest G1519 in G2248 ons G1325 G5631 heeft gegeven.

Hebrews 11:36

  36 G1161 En G2087 anderen G1701 hebben bespottingen G2532 en G3148 geselen G3984 G2983 G5627 geproefd G1161 , en G2089 ook G1199 banden G2532 en G5438 gevangenis;

Leviticus 26:14-46

  14 H8085 H8799 Maar indien gij Mij niet zult horen H4687 , en al deze geboden H6213 H8799 niet zult doen;
  15 H2708 En zo gij Mijn inzettingen H3988 H8799 zult smadelijk verwerpen H5315 , en zo uw ziel H4941 van Mijn rechten H1602 H8799 zal walgen H6213 H8800 , dat gij niet doet H4687 al Mijn geboden H1285 , om Mijn verbond H6565 H8687 te vernietigen;
  16 H6213 H8799 Dit zal Ik u ook doen H6485 H8689 , dat Ik over u stellen zal H928 verschrikking H7829 , tering H6920 en koorts H5869 , die de ogen H3615 H8764 verteren H5315 en de ziel H1727 H8688 pijnigen H2233 ; gij zult ook uw zaad H7385 te vergeefs H2232 H8804 zaaien H341 H8802 , en uw vijanden H398 H8804 zullen dat opeten.
  17 H6440 Daartoe zal Ik Mijn aangezicht H5414 H8804 tegen ulieden zetten H5062 H8738 , dat gij geslagen zult worden H6440 voor het aangezicht H341 H8802 uwer vijanden H8130 H8802 ; en uw haters H7287 H8804 zullen over u heerschappij hebben H5127 H8804 , en gij zult vlieden H7291 H8802 , als u iemand vervolgt.
  18 H5704 En zo gij Mij tot deze dingen toe nog H8085 H8799 niet horen zult H3254 H8804 , Ik zal nog daar toedoen H7651 , om u zevenvoudig H2403 over uw zonden H3256 H8763 te tuchtigen.
  19 H1347 Want Ik zal de hovaardigheid H5797 uwer kracht H7665 H8804 verbreken H8064 , en zal uw hemel H1270 als ijzer H5414 H8804 maken H776 , en uw aarde H5154 als koper.
  20 H3581 En uw macht H7385 zal ijdellijk H8552 H8804 verdaan worden H776 ; en uw land H2981 zal zijn inkomsten H5414 H8799 niet geven H6086 , en het geboomte H776 des lands H6529 zal zijn vrucht H5414 H8799 niet geven.
  21 H7147 En zo gij met Mij [in] tegenheid H3212 H8799 wandelen zult H14 H8799 , en Mij niet zult willen H8085 H8800 horen H2403 , zo zal Ik over u, naar uw zonden H7651 , zevenvoudig H4347 slagen H3254 H8804 toedoen.
  22 H7971 H8689 Want Ik zal onder u zenden H2416 het gedierte H7704 des velds H7921 H8765 , hetwelk u beroven H929 , en uw vee H3772 H8689 uitroeien H4591 H8689 , en u verminderen zal H1870 ; en uw wegen H8074 H8738 zullen woest worden.
  23 H3256 H8735 Indien gij nog door deze dingen Mij niet getuchtigd zult zijn H7147 , maar met Mij [in] tegenheid H1980 H8804 wandelen;
  24 H7147 Zo zal Ik ook met u in tegenheid H1980 H8804 wandelen H1571 , en Ik zal u ook H7651 zevenvoudig H2403 over uw zonden H5221 H8689 slaan.
  25 H2719 Want Ik zal een zwaard H935 H8689 over u brengen H5359 , dat de wraak H1285 des verbonds H5358 H8802 wreken zal H413 , zodat gij in H5892 uw steden H622 H8738 vergaderd zult worden H1698 ; dan zal Ik de pest H8432 in het midden H7971 H8765 van u zenden H3027 , en gij zult in de hand H341 H8802 des vijands H5414 H8738 overgegeven worden.
  26 H4294 Als Ik u den staf H3899 des broods H7665 H8800 zal gebroken hebben H6235 , dan zullen tien H802 vrouwen H3899 uw brood H259 in een H8574 oven H644 H8804 bakken H3899 , en zullen uw brood H4948 bij het gewicht H7725 H8689 wedergeven H398 H8804 ; en gij zult eten H7646 H8799 , maar niet verzadigd worden.
  27 H2063 Als gij ook hierom H8085 H8799 Mij niet horen zult H1980 H8804 , maar met Mij wandelen zult H7147 in tegenheid;
  28 H2534 Zo zal Ik ook met u in heetgrimmige H7147 tegenheid H1980 H8804 wandelen H637 , en Ik zal u ook H7651 zevenvoudig H2403 over uw zonden H3256 H8765 tuchtigen.
  29 H1320 Want gij zult het vlees H1121 uwer zonen H398 H8804 eten H1320 , en het vlees H1323 uwer dochteren H398 H8799 zult gij eten.
  30 H1116 En Ik zal uw hoogten H8045 H8689 verderven H2553 , en uw zonnebeelden H3772 H8689 uitroeien H6297 , en zal uw dode lichamen H6297 op de dode lichamen H1544 uwer drekgoden H5414 H8804 werpen H5315 ; en Mijn ziel H1602 H8804 zal aan u walgen.
  31 H5892 En Ik zal uw steden H2723 een woestijn H5414 H8804 maken H4720 , en uw heiligdommen H8074 H8689 verwoesten H5207 ; en Ik zal uw liefelijken H7381 reuk H7306 H8686 niet rieken.
  32 H776 Ja, Ik zal dat land H8074 H8689 verwoesten H341 H8802 ; dat uw vijanden H3427 H8802 , die daarin zullen wonen H8074 H8804 , zich daarover ontzetten zullen.
  33 H1471 Daartoe zal Ik u onder de heidenen H2219 H8762 verstrooien H2719 ; en een zwaard H310 achter H7324 H8689 u uittrekken H776 ; en uw land H8077 zal woest H5892 , en uw steden H2723 zullen een woestijn zijn.
  34 H776 Dan zal het land H7676 aan zijn sabbatten H7521 H8799 een welgevallen hebben H3117 , al de dagen H8074 H8715 der verwoesting H776 , en gij zult in het land H341 H8802 uwer vijanden H776 zijn; dan zal het land H7673 H8799 rusten H7676 , en aan zijn sabbatten H7521 H8689 een welgevallen hebben.
  35 H3117 Al de dagen H8074 H8715 der verwoesting H7673 H8799 zal het rusten H7673 H8804 , overmits het niet rustte H7676 in uw sabbatten H3427 H8800 , als gij daarin woondet.
  36 H7604 H8737 En aangaande de overgeblevenen H3824 onder u, Ik zal in hun hart H4816 een wekigheid H776 in de landen H341 H8802 hunner vijanden H935 H8689 laten komen H6963 ; zodat het geruis H5086 H8737 van een gedreven H5929 blad H7291 H8804 hen jagen zal H5127 H8804 , en zij zullen vlieden H4499 , gelijk men vliedt H2719 voor een zwaard H5307 H8804 , en zullen vallen H7291 H8802 , waar niemand is, die jaagt.
  37 H376 En zij zullen de een H251 op den ander H6440 als voor H2719 het zwaard H3782 H8804 vallen H7291 H8802 , waar niemand is, die jaagt H6440 ; en gij zult voor het aangezicht H341 H8802 uwer vijanden H8617 niet kunnen bestaan.
  38 H6 H8804 Maar gij zult omkomen H1471 onder de heidenen H776 , en het land H341 H8802 uwer vijanden H398 H8804 zal u verteren.
  39 H7604 H8737 En de overgeblevenen H5771 onder u zullen om hun ongerechtigheid H776 in de landen H341 H8802 uwer vijanden H4743 H8735 uitteren H5771 ; ja, ook om de ongerechtigheden H1 hunner vaderen H4743 H8735 zullen zij met hen uitteren.
  40 H5771 Dan zullen zij hun ongerechtigheid H3034 H8694 belijden H5771 , en de ongerechtigheid H1 hunner vaderen H4604 met hun overtredingen H4603 H8804 , waarmede zij tegen Mij overtreden hebben H7147 , en ook dat zij met Mij in tegenheid H1980 H8804 gewandeld hebben.
  41 H7147 Dat Ik ook met hen in tegenheid H3212 H8799 gewandeld H776 , en hen in het land H341 H8802 hunner vijanden H935 H8689 gebracht zal hebben H176 . Zo dan H6189 hun onbesneden H3824 hart H3665 H8735 gebogen wordt H5771 , en zij dan aan de straf hunner ongerechtigheid H7521 H8799 een welgevallen hebben;
  42 H2142 H8804 Dan zal Ik gedenken H1285 aan Mijn verbond H3290 [met] Jakob H1285 , en ook aan Mijn verbond H3327 [met] Izak H1285 , en ook aan Mijn verbond H85 [met] Abraham H2142 H8799 zal Ik gedenken H776 , en aan het land H2142 H8799 zal Ik gedenken;
  43 H776 Als het land H5800 H8735 om hunnentwil zal verlaten zijn geweest H7676 , en aan zijn sabbatten H7521 H8799 een welgevallen gehad hebben H8074 H8715 , wanneer het om hunnentwil verwoest was H5771 , en zij aan de straf hunner ongerechtigheid H7521 H8799 een welgevallen zullen gehad hebben H3282 ; daarom H3282 , en omdat H4941 zij Mijn rechten H3988 H8804 hadden verworpen H5315 , en hun ziel H2708 van Mijn inzettingen H1602 H8804 gewalgd had.
  44 H637 En hierenboven H2063 is dit H1571 ook H776 ; als zij in het land H341 H8802 hunner vijanden H3988 H8804 zullen zijn, zal Ik hen niet verwerpen H1602 H8804 , noch van hen walgen H3615 H8763 , om een einde van hen te maken H6565 H8687 , vernietigende H1285 Mijn verbond H3068 met hen; want Ik ben de HEERE H430 , hun God!
  45 H2142 H8804 Maar Ik zal hun [ten] [beste] gedenken H1285 aan het verbond H7223 der voorouderen H776 H4714 , die Ik uit Egypteland H5869 voor de ogen H1471 der heidenen H3318 H8689 uitgevoerd heb H430 , opdat Ik hun tot een God H3068 ware; Ik ben de HEERE!
  46 H2706 Dit zijn die inzettingen H4941 , en die rechten H8451 , en die wetten H3068 , welke de HEERE H5414 H8804 gegeven heeft H1121 , tussen Zich en tussen de kinderen H3478 Israels H2022 , op den berg H5514 Sinai H3027 , door de hand H4872 van Mozes.

Deuteronomy 28:15-68

  15 H6963 Daarentegen zal het geschieden, indien gij de stem H3068 des HEEREN H430 , uws Gods H8085 H8799 , niet zult gehoorzaam zijn H8104 H8800 , om waar te nemen H6213 H8800 , dat gij doet H4687 al Zijn geboden H2708 en Zijn inzettingen H3117 , die ik u heden H6680 H8764 gebiede H7045 ; zo zullen al deze vloeken H935 H8804 over u komen H5381 H8689 , en u treffen.
  16 H779 H8803 Vervloekt H5892 zult gij zijn in de stad H779 H8803 , en vervloekt H7704 zult gij zijn in het veld.
  17 H779 H8803 Vervloekt H2935 zal zijn uw korf H4863 , en uw baktrog.
  18 H779 H8803 Vervloekt H6529 zal zijn de vrucht H990 uws buiks H6529 , en de vrucht H127 uws lands H7698 , de voortzetting H504 uwer koeien H6251 , en de kudden H6629 van uw klein vee.
  19 H779 H8803 Vervloekt H935 H8800 zult gij zijn in uw ingaan H779 H8803 , en vervloekt H3318 H8800 zult gij zijn in uw uitgaan.
  20 H3068 De HEERE H7971 H8762 zal onder u zenden H3994 den vloek H4103 , de verstoring H4045 en het verderf H3027 , in alles, waaraan gij uw hand H4916 slaat H6213 H8799 , dat gij doen zult H8045 H8736 ; totdat gij verdelgd wordt H4118 , en totdat gij haastelijk H6 H8800 omkomt H6440 , vanwege H7455 de boosheid H4611 uwer werken H5800 H8804 , waarmede gij Mij verlaten hebt.
  21 H3068 De HEERE H1698 zal u de pestilentie H1692 H8686 doen aankleven H3615 H8763 , totdat Hij u verdoe H127 van het land H935 H8802 , waar gij naar toe gaat H3423 H8800 , om dat te erven.
  22 H3068 De HEERE H5221 H8686 zal u slaan H7829 met tering H6920 , en met koorts H1816 , en met vurigheid H2746 , en met hitte H2719 , en met droogte H7711 , en met brandkoren H3420 , en met honigdauw H7291 H8804 , die u vervolgen zullen H6 H8800 , totdat gij omkomt.
  23 H8064 En uw hemel H7218 , die boven uw hoofd H5178 is, zal koper H776 zijn, en de aarde H1270 , die onder u is, zal ijzer zijn.
  24 H3068 De HEERE H80 , uw God, zal pulver H6083 en stof H4306 tot regen H776 uws lands H5414 H8799 geven H8064 ; van den hemel H3381 H8799 zal het op u nederdalen H8045 H8736 , totdat gij verdelgd wordt.
  25 H3068 De HEERE H5062 H8737 zal u geslagen H5414 H8799 geven H6440 voor het aangezicht H341 H8802 uwer vijanden H259 ; door een H1870 weg H3318 H8799 zult gij tot hem uittrekken H7651 , en door zeven H1870 wegen H6440 zult gij voor zijn aangezicht H5127 H8799 vlieden H4467 ; en gij zult van alle koninkrijken H776 der aarde H2189 beroerd worden.
  26 H5038 En uw dood lichaam H5775 zal aan alle gevogelte H8064 des hemels H929 , en aan de beesten H776 der aarde H3978 tot spijze H2729 H8688 zijn; en niemand zal ze afschrikken.
  27 H3068 De HEERE H5221 H8686 zal u slaan H7822 met zweren H4714 van Egypte H2914 H8675 H6076 , en met spenen H1618 , en met droge schurft H2775 , en met krauwsel H3201 H8799 , waarvan gij niet zult kunnen H7495 H8736 genezen worden.
  28 H3068 De HEERE H5221 H8686 zal u slaan H7697 met onzinnigheid H5788 , en met blindheid H8541 , en met verbaasdheid H3824 des harten;
  29 H6672 Dat gij op den middag H4959 H8764 zult omtasten H5787 , gelijk als een blinde H4959 H8762 omtast H653 in het donkere H1870 , en uw wegen H6743 H8686 niet zult voorspoedig maken H6231 H8803 ; maar gij zult alleenlijk verdrukt H1497 H8803 en beroofd zijn H3117 alle dagen H3467 H8688 , en er zal geen verlosser zijn.
  30 H802 Gij zult een vrouw H781 H8762 ondertrouwen H312 H376 , maar een ander H7901 H8799 H8675 H7693 H8799 zal haar beslapen H1004 ; een huis H1129 H8799 zult gij bouwen H3427 H8799 , maar daarin niet wonen H3754 ; een wijngaard H5193 H8799 zult gij planten H2490 H8762 , maar dien niet gemeen maken.
  31 H7794 Uw os H5869 zal voor uw ogen H2873 H8803 geslacht worden H398 H8799 , maar gij zult daarvan niet eten H2543 ; uw ezel H6440 zal van voor uw aangezicht H1497 H8803 geroofd worden H7725 H8799 , en tot u niet wederkeren H6629 ; uw klein vee H341 H8802 zal aan uw vijanden H5414 H8803 gegeven worden H3467 H8688 , en voor u zal geen verlosser zijn.
  32 H1121 Uw zonen H1323 en uw dochteren H312 zullen aan een ander H5971 volk H5414 H8803 gegeven worden H5869 , dat het uw ogen H7200 H8802 aanzien H3616 , en naar hen bezwijken H3117 den gansen dag H410 ; maar het zal in het vermogen H3027 uwer hand niet zijn.
  33 H6529 De vrucht H127 van uw land H3018 en al uw arbeid H5971 zal een volk H398 H8799 eten H3045 H8804 , dat gij niet gekend hebt H3117 ; en gij zult alle dagen H6231 H8803 alleenlijk verdrukt H7533 H8803 en gepletterd zijn.
  34 H7696 H8794 En gij zult onzinnig zijn H4758 , vanwege het gezicht H5869 uwer ogen H7200 H8799 , dat gij zien zult.
  35 H3068 De HEERE H5221 H8686 zal u slaan H7451 met boze H7822 zweren H1290 , aan de knieen H7785 en aan de benen H3201 H8799 , waarvan gij niet zult kunnen H7495 H8736 genezen worden H3709 H7272 , van uw voetzool H6936 af tot aan uw schedel.
  36 H3068 De HEERE H4428 zal u, mitsgaders uw koning H6965 H8686 , dien gij over u zult gesteld hebben H3212 H8686 , doen gaan H1471 tot een volk H3045 H8804 , dat gij niet gekend hebt H1 , noch uw vaderen H5647 H8804 ; en aldaar zult gij dienen H312 andere H430 goden H6086 , hout H68 en steen.
  37 H8047 En gij zult zijn tot een schrik H4912 , tot een spreekwoord H8148 en tot een spotrede H5971 , onder al de volken H3068 , waarheen u de HEERE H5090 H8762 leiden zal.
  38 H7227 Gij zult veel H2233 zaads H7704 op den akker H3318 H8686 uitbrengen H4592 , maar gij zult weinig H622 H8799 inzamelen H697 ; want de sprinkhaan H2628 H8799 zal het verteren.
  39 H3754 Wijngaarden H5193 H8799 zult gij planten H5647 H8804 , en bouwen H3196 , maar gij zult geen wijn H8354 H8799 drinken H103 H8799 , noch iets vergaderen H8438 ; want de worm H398 H8799 zal het afeten.
  40 H2132 Olijfbomen H1366 zult gij hebben in al uw landpalen H8081 , maar gij zult u met olie H5480 H8799 niet zalven H2132 ; want uw olijfboom H5394 H8799 zal [zijn] [vrucht] afwerpen.
  41 H1121 Zonen H1323 en dochteren H3205 H8686 zult gij gewinnen H7628 , maar zij zullen voor u niet zijn; want zij zullen in gevangenis H3212 H8799 gaan.
  42 H6086 Al uw geboomte H6529 , en de vrucht H127 uws lands H6767 zal het boos gewormte H3423 H8762 erfelijk bezitten.
  43 H1616 De vreemdeling H7130 , die in het midden H4605 van u is, zal hoog H4605 , hoog H5927 H8799 boven u opklimmen H4295 ; en gij zult laag H4295 , laag H3381 H8799 nederdalen.
  44 H3867 H8686 Hij zal u lenen H3867 H8686 , maar gij zult hem niet lenen H7218 ; hij zal tot een hoofd H2180 zijn, en gij zult tot een staart zijn.
  45 H7045 En al deze vloeken H935 H8804 zullen over u komen H7291 H8804 , en u vervolgen H5381 H8689 , en u treffen H8045 H8736 , totdat gij verdelgd wordt H6963 ; omdat gij der stem H3068 des HEEREN H430 , uws Gods H8085 H8804 , niet gehoorzaam zult geweest zijn H8104 H8800 , om te houden H4687 Zijn geboden H2708 en Zijn inzettingen H6680 H8765 , die Hij u geboden heeft.
  46 H226 En zij zullen onder u tot een teken H4159 , en tot een wonder H2233 zijn, ja, onder uw zaad H5704 tot H5769 in eeuwigheid.
  47 H3068 Omdat gij den HEERE H430 , uw God H5647 H8804 , niet gediend zult hebben H8057 met vrolijkheid H2898 en goedheid H3824 des harten H7230 , vanwege de veelheid van alles;
  48 H341 H8802 Zo zult gij uw vijanden H3068 , die de HEERE H7971 H8762 onder u zenden zal H5647 H8804 , dienen H7458 , in honger H6772 en in dorst H5903 , en in naaktheid H2640 , en in gebrek H1270 van alles; en Hij zal een ijzeren H5923 juk H6677 op uw hals H5414 H8804 leggen H8045 H8687 , totdat Hij u verdelge.
  49 H3068 De HEERE H1471 zal tegen u een volk H5375 H8799 verheffen H7350 van verre H7097 , van het einde H776 der aarde H5404 , gelijk als een arend H1675 H8799 vliegt H1471 ; een volk H3956 , welks spraak H8085 H8799 gij niet zult verstaan;
  50 H1471 Een volk H5794 , stijf H6440 van aangezicht H6440 , dat het aangezicht H2205 des ouden H5375 H8799 niet zal aannemen H5288 , noch den jonge H2603 H8799 genadig zijn.
  51 H6529 En het zal de vrucht H929 uwer beesten H6529 , en de vrucht H127 uws lands H398 H8804 opeten H8045 H8736 , totdat gij verdelgd zult zijn H1715 ; hetwelk u geen koren H8492 , most H3323 noch olie H7698 , voortzetting H504 uwer koeien H6251 noch kudden H6629 van uw klein vee H7604 H8686 zal overig laten H6 H8687 , totdat Hij u verdoe.
  52 H6887 H8689 En het zal u beangstigen H8179 in al uw poorten H1364 , totdat uw hoge H1219 H8803 en vaste H2346 muren H3381 H8800 nedervallen H2004 , op welke H982 H8802 gij vertrouwdet H776 in uw ganse land H6887 H8689 ; ja, het zal u beangstigen H8179 in al uw poorten H776 , in uw ganse land H3068 , dat u de HEERE H430 , uw God H5414 H8804 , gegeven heeft.
  53 H398 H8804 En gij zult eten H6529 de vrucht H990 uws buiks H1320 , het vlees H1121 uwer zonen H1323 en uwer dochteren H3068 , die u de HEERE H430 , uw God H5414 H8804 , gegeven zal hebben H4692 ; in de belegering H4689 en in de benauwing H341 H8802 , waarmede uw vijanden H6693 H8686 u zullen benauwen.
  54 H376 Aangaande den man H7390 , die teder H3966 onder u, en die zeer H6028 wellustig H5869 geweest is, zijn oog H3415 H8799 zal kwaad H251 zijn tegen zijn broeder H802 , en tegen de huisvrouw H2436 zijns schoots H3499 , en tegen zijn overige H1121 zonen H3498 H8686 , die hij overgehouden zal hebben;
  55 H259 Dat hij niet aan een H5414 H8800 van die zal geven H1320 van het vlees H1121 zijner zonen H398 H8799 , die hij eten zal H7604 H8689 , omdat hij voor zich niets heeft overgehouden H4692 ; in de belegering H4689 en in de benauwing H341 H8802 , waarmede uw vijand H8179 u in al uw poorten H6693 H8686 zal benauwen.
  56 H7390 Aangaande de tedere H6028 en wellustige H5254 H8765 [vrouw] onder u, die niet verzocht heeft H3709 H7272 haar voetzool H776 op de aarde H3322 H8687 te zetten H6026 H8692 , omdat zij zich wellustig H7391 en teder hield H5869 ; haar oog H3415 H8799 zal kwaad zijn H376 tegen den man H2436 haars schoots H1121 , en tegen haar zoon H1323 , en tegen haar dochter;
  57 H7988 En dat om haar nageboorte H7272 , die van tussen haar voeten H3318 H8802 uitgegaan zal zijn H1121 , en om haar zonen H3205 H8799 , die zij gebaard zal hebben H398 H8799 ; want zij zal hen eten H5643 in het verborgene H2640 , vermits gebrek H4692 van alles; in de belegering H4689 en in de benauwing H341 H8802 , waarmede uw vijand H6693 H8686 u zal benauwen H8179 in uw poorten.
  58 H8104 H8799 Indien gij niet zult waarnemen H6213 H8800 te doen H1697 al de woorden H8451 dezer wet H5612 , die in dit boek H3789 H8803 geschreven zijn H3372 H8800 , om te vrezen H3513 H8737 dezen heerlijken H3372 H8737 en vreselijken H8034 Naam H3068 , den HEERE H430 , uw God;
  59 H3068 Zo zal de HEERE H4347 uw plagen H6381 H8689 wonderlijk maken H4347 , mitsgaders de plagen H2233 van uw zaad H1419 ; het zullen grote H539 H8737 en gewisse H4347 plagen H7451 , en boze H539 H8737 en gewisse H2483 krankten zijn.
  60 H7725 H8689 En Hij zal op u doen keren H4064 alle kwalen H4714 van Egypte H6440 , voor H3025 H8804 dewelke gij gevreesd hebt H1692 H8804 , en zij zullen u aanhangen.
  61 H2483 Ook alle krankte H4347 , en alle plage H5612 , die in het boek H8451 dezer wet H3789 H8803 niet geschreven is H3068 , zal de HEERE H5927 H8686 over u doen komen H8045 H8736 , totdat gij verdelgd wordt.
  62 H4592 En gij zult met weinige H4962 mensen H7604 H8738 overgelaten worden H834 , in plaats dat H3556 gij geweest zijt als de sterren H8064 des hemels H7230 in menigte H6963 ; omdat gij der stem H3068 des HEEREN H430 , uws Gods H8085 H8804 , niet gehoorzaam geweest zijt.
  63 H3068 En het zal geschieden, gelijk als de HEERE H7797 H8804 Zich over ulieden verblijdde H3190 H8687 , u goed doende H7235 H8687 en u vermenigvuldigende H3068 , alzo zal Zich de HEERE H7797 H8799 over u verblijden H6 H8687 , u verdoende H8045 H8687 en u verdelgende H5255 H8738 ; en gij zult uitgerukt worden H127 uit het land H935 H8802 , waar gij naar toe gaat H3423 H8800 , om dat te erven.
  64 H3068 En de HEERE H6327 H8689 zal u verstrooien H5971 onder alle volken H7097 , van het ene einde H776 der aarde H7097 tot aan het andere einde H312 der aarde; en aldaar zult gij andere H430 goden H5647 H8804 dienen H3045 H8804 , die gij niet gekend hebt H1 , noch uw vaders H6086 , hout H68 en steen.
  65 H1992 Daartoe zult gij onder dezelve H1471 volken H7280 H8686 niet stil zijn H3709 H7272 , en uw voetzool H4494 zal geen rust H3068 hebben; want de HEERE H7268 zal u aldaar een bevend H3820 hart H5414 H8804 geven H3631 , en bezwijking H5869 der ogen H1671 , en mattigheid H5315 der ziel.
  66 H2416 En uw leven H5048 zal tegenover H8511 H8803 u hangen H3915 ; en gij zult nacht H3119 en dag H6342 H8804 schrikken H2416 , en gij zult van uw leven H539 H8686 niet zeker zijn.
  67 H1242 Des morgens H559 H8799 zult gij zeggen H4320 : Och H5414 H0 , dat H6153 het avond H5414 H8799 ware H6153 ; en des avonds H559 H8799 zult gij zeggen H4310 : Och H5414 H0 , dat H1242 het morgen H5414 H8799 ware H6343 ; vermits den schrik H3824 uws harten H6342 H8799 , waarmede gij zult verschrikt zijn H4758 , en vermits het gezicht H5869 uwer ogen H7200 H8799 , dat gij zien zult.
  68 H3068 En de HEERE H4714 zal u naar Egypte H7725 H8689 doen wederkeren H591 in schepen H1870 , door een weg H559 H8804 , waarvan ik u gezegd heb H3254 H8686 : Gij zult dien niet meer H7200 H8800 zien H341 H8802 ; en aldaar zult gij u aan uw vijanden H4376 H8694 willen verkopen H5650 tot dienstknechten H8198 en tot dienstmaagden H7069 H8802 ; maar er zal geen koper zijn.

Deuteronomy 29:18-28

  18 H3426 Dat onder ulieden niet zij H376 een man H802 , of vrouw H4940 , of huisgezin H7626 , of stam H3824 , die zijn hart H3117 heden H6437 H8802 wende H3068 van den HEERE H430 , onzen God H3212 H8800 , om te gaan H5647 H8800 dienen H430 de goden H1471 dezer volken H3426 ; dat onder ulieden niet zij H8328 een wortel H7219 , die gal H3939 en alsem H6509 H8802 drage;
  19 H1697 En het geschiede, als hij de woorden H423 dezes vloeks H8085 H8800 hoort H1288 H8694 , dat hij zichzelven zegene H3824 in zijn hart H559 H8800 , zeggende H7965 : Ik zal vrede H3588 hebben, wanneer H3820 ik schoon naar mijns harten H8307 goeddunken H3212 H8799 zal wandelen H7302 , om den dronkene H5595 H8800 te doen H6771 tot den dorstige.
  20 H3068 De HEERE H14 H8799 zal hem niet willen H5545 H8800 vergeven H3068 ; maar alsdan zal des HEEREN H639 toorn H7068 en ijver H6225 H8799 roken H376 over denzelven man H423 , en al de vloek H5612 , die in dit boek H3789 H8803 geschreven is H7257 H8804 , zal op hem liggen H3068 ; en de HEERE H8034 zal zijn naam H8064 van onder den hemel H4229 H8804 uitdelgen.
  21 H3068 En de HEERE H7451 zal hem ten kwade H914 H8689 afscheiden H7626 van al de stammen H3478 Israels H423 , naar alle vloeken H1285 des verbonds H5612 , dat in het boek H8451 dezer wet H3789 H8803 geschreven is.
  22 H559 H8804 Dan zal zeggen H314 het navolgend H1755 geslacht H1121 , uw kinderen H310 , die na H6965 H8799 ulieden opstaan zullen H5237 , en de vreemde H7350 , die uit verren H776 lande H935 H8799 komen zal H7200 H8804 , als zij zullen zien H4347 de plagen H776 dezes lands H8463 en deszelfs krankheden H3068 , waarmede de HEERE H2470 H8765 het gekrenkt heeft;
  23 H776 Dat zijn ganse aarde H1614 zij zwavel H4417 en zout H8316 der verbranding H2232 H8735 ; die niet bezaaid zal zijn H6779 H8686 , en geen spruit zal voortgebracht hebben H6212 , noch enig kruid H5927 H8799 daarin zal opgekomen zijn H4114 ; gelijk de omkering H5467 van Sodom H6017 en Gomorra H126 , Adama H6636 en Zeboim H3068 , die de HEERE H2015 H8804 heeft omgekeerd H639 in Zijn toorn H2534 en in Zijn grimmigheid;
  24 H1471 En alle volken H559 H8804 zullen zeggen H3068 : Waarom heeft de HEERE H776 aan dit land H6213 H8804 alzo gedaan H2750 ? Wat is de ontsteking H1419 van dezen groten H639 toorn?
  25 H559 H8804 Dan zal men zeggen H1285 : Omdat zij het verbond H3068 des HEEREN H430 , des Gods H1 hunner vaderen H5800 H8804 , hebben verlaten H3772 H8804 , dat Hij met hen gemaakt had H776 H4714 , als Hij hen uit Egypteland H3318 H8687 uitvoerde;
  26 H3212 H8799 En zij heengegaan zijn H312 , en andere H430 goden H5647 H8799 gediend H7812 H8691 en zich voor die gebogen hebben H430 ; goden H3045 H8804 , die hen niet gekend hadden H2505 H8804 , en geen van welke hun iets medegedeeld had;
  27 H639 Daarom is de toorn H3068 des HEEREN H2734 H8799 ontstoken H776 tegen dit land H935 H8687 , om daarover te brengen H7045 al dezen vloek H5612 , die in dit boek H3789 H8803 geschreven is.
  28 H3068 En de HEERE H127 heeft hen uit hun land H5428 H8799 uitgetrokken H639 , in toorn H2534 , en in grimmigheid H1419 , en in grote H7110 verbolgenheid H7993 H8686 ; en Hij heeft hen verworpen H312 in een ander H776 land H3117 , gelijk het is te dezen dage.

Deuteronomy 30:18

  18 H5046 H8689 Zo verkondig ik H3117 ulieden heden H6 H8800 , dat gij voorzeker H6 H8799 zult omkomen H3117 ; gij zult de dagen H748 H8686 niet verlengen H127 op het land H3383 , naar hetwelk gij over de Jordaan H5674 H8802 zijt heengaande H935 H8800 , om daarin te komen H3423 H8800 , dat gij het erfelijk bezit.

Deuteronomy 31:16-18

  16 H3068 En de HEERE H559 H8799 zeide H4872 tot Mozes H7901 H8802 : Zie, gij zult slapen H1 met uw vaderen H5971 ; en dit volk H6965 H8804 zal opstaan H310 H2181 H8804 , en nahoereren H430 de goden H5236 der vreemden H776 van dat land H935 H8802 , waar het naar toe gaat H7130 , in het midden H5800 H8804 van hetzelve; en het zal Mij verlaten H6565 H8689 en vernietigen H1285 Mijn verbond H3772 H8804 , dat Ik met hetzelve gemaakt heb.
  17 H639 Zo zal Mijn toorn H3117 te dien dage H2734 H8804 tegen hetzelve ontsteken H5800 H8804 , en Ik zal hen verlaten H6440 , en Mijn aangezicht H5641 H8689 van hen verbergen H398 H8800 , dat zij ter spijze zijn H7227 , en vele H7451 kwaden H6869 en benauwdheden H4672 H8804 zullen het treffen H3117 ; dat het te dien dage H559 H8804 zal zeggen H7451 : Hebben mij deze kwaden H4672 H8804 niet getroffen H430 , omdat mijn God H7130 in het midden van mij niet is?
  18 H6440 Ik dan zal Mijn aangezicht H3117 te dien dage H5641 H8687 ganselijk H5641 H8686 verbergen H7451 , om al het kwaad H6213 H8804 , dat het gedaan heeft H3588 ; want H6437 H8804 het heeft zich gewend H312 tot andere H430 goden.

Deuteronomy 32:15-28

  15 H3484 Als nu Jeschurun H8080 H8799 vet werd H1163 H8799 , zo sloeg hij achteruit H8080 H8804 (gij zijt vet H5666 H8804 , gij zijt dik H3780 H8804 , [ja], [met] [vet] overdekt geworden H433 !); en hij liet God H5203 H8799 varen H6213 H8804 , Die hem gemaakt heeft H5034 H8762 , en versmaadde H6697 den Rotssteen H3444 zijns heils.
  16 H7065 H8686 Zij hebben Hem tot ijver verwekt H2114 H8801 door vreemde H8441 [goden]; door gruwelen H3707 H8686 hebben zij Hem tot toorn verwekt.
  17 H7700 Zij hebben aan de duivelen H2076 H8799 geofferd H433 , niet aan God H430 ; aan de goden H3045 H8804 , die zij niet kenden H2319 ; nieuwe H7138 , die van nabij H935 H8804 gekomen waren H1 , voor dewelke uw vaders H8175 H8804 niet geschrikt hebben.
  18 H6697 Den Rotssteen H3205 H8804 , Die u gegenereerd heeft H7876 H8799 , hebt gij vergeten H7911 H8799 ; en gij hebt in vergetenis gesteld H410 den God H2342 H8789 , Die u gebaard heeft.
  19 H3068 Als het de HEERE H7200 H8799 zag H5006 H8799 , zo versmaadde Hij H3708 hen, uit toornigheid H1121 tegen zijn zonen H1323 en zijn dochteren.
  20 H559 H8799 En Hij zeide H6440 : Ik zal Mijn aangezicht H5641 H8686 van hen verbergen H7200 H8799 ; Ik zal zien H319 , welk hunlieder einde H8419 zal wezen; want zij zijn een gans verkeerd H1755 geslacht H1121 , kinderen H529 , in welke geen trouw is.
  21 H7065 H8765 Zij hebben Mij tot ijver verwekt H3808 door hetgeen geen H410 God H3707 H8765 is; zij hebben Mij tot toorn verwekt H1892 door hun ijdelheden H7065 H8686 ; Ik dan zal hen tot ijver verwekken H5971 door diegenen, die geen volk H5036 zijn; door een dwaas H1471 volk H3707 H8686 zal Ik hen tot toorn verwekken.
  22 H784 Want een vuur H6919 H8804 is aangestoken H639 in Mijn toorn H3344 H8799 , en zal bernen H8482 tot in de onderste H7585 hel H776 , en zal het land H2981 met zijn inkomst H398 H8799 verteren H4144 , en de gronden H2022 der bergen H3857 H8762 in vlam zetten.
  23 H7451 Ik zal kwaden H5595 H8686 over hen hopen H2671 ; Mijn pijlen H3615 H8762 zal Ik op hen verschieten.
  24 H4198 Uitgeteerd H7458 zullen zij zijn van honger H3898 H8803 , opgegeten H7565 van den karbonkel H4815 en bitter H6986 verderf H8127 ; en Ik zal de tanden H929 der beesten H7971 H8762 onder hen schikken H2534 , met vurig venijn H2119 H8801 van slangen H6083 des stofs.
  25 H2351 Van buiten H2719 zal het zwaard H7921 H8762 beroven H2315 , en uit de binnenkameren H367 de verschrikking H970 ; ook den jongeling H1330 , ook de jonge dochter H3243 H8802 , het zuigende kind H7872 met den grijzen H376 man.
  26 H559 H8804 Ik zeide H6284 H8686 : In alle hoeken zoude Ik hen verstrooien H2143 ; Ik zoude hun gedachtenis H582 van onder de mensen H7673 H8686 doen ophouden;
  27 H3884 Ten ware H3708 , dat Ik de toornigheid H341 H8802 des vijands H1481 H8799 schroomde H6862 , dat niet hun tegenpartijen H5234 H8762 zich vreemd mochten houden H559 H8799 ; dat zij niet mochten zeggen H3027 : Onze hand H7311 H8804 is hoog geweest H3068 ; de HEERE H6466 H8804 heeft dit alles niet gewrocht.
  28 H1471 Want zij zijn een volk H6098 , dat door raadslagen H6 H8802 verloren gaat H8394 , en er is geen verstand in hen.

2 Kings 24:2-3

  2 H3068 En de HEERE H7971 H8762 zond H1416 tegen hem de benden H3778 der Chaldeen H1416 , en de benden H758 der Syriers H1416 , en de benden H4124 der Moabieten H1416 , en de benden H1121 der kinderen H5983 Ammons H7971 H8762 , en zond H3063 hen tegen Juda H6 H8687 , om dat te verderven H1697 , naar het woord H3068 des HEEREN H834 , dat H1696 H8765 Hij gesproken had H3027 door den dienst H5650 Zijner knechten H5030 , de profeten.
  3 H389 Zekerlijk H1961 H8804 geschiedde H5921 [dit] naar H6310 het bevel H3068 des HEEREN H3063 tegen Juda H4480 H5921 , dat Hij hen van H6440 Zijn aangezicht H5493 H8687 wegdeed H2403 , om de zonden H4519 van Manasse H3605 , naar alles H834 , wat H6213 H8804 hij gedaan had;

2 Kings 25:1-30

  1 H1961 H8799 En het geschiedde H8671 in het negende H8141 jaar H4427 H8800 zijner regering H6224 , in de tiende H2320 maand H6218 , op den tienden H2320 der maand H5019 , [dat] Nebukadnezar H4428 , de koning H894 van Babel H935 H8804 , kwam H5921 tegen H3389 Jeruzalem H1931 , hij H3605 en zijn ganse H2428 heir H2583 H8799 , en legerde zich H5921 tegen H1129 H8799 haar; en zij bouwden H5921 tegen H1785 haar sterkten H5439 rondom.
  2 H935 H8799 Zo kwam H5892 de stad H4692 in belegering H5704 , tot in H6249 H6240 het elfde H8141 jaar H4428 van den koning H6667 Zedekia.
  3 H8672 Op den negenden H2320 der [vierde] maand H7458 , als de honger H5892 in de stad H2388 H8799 sterk werd H5971 , en het volk H776 des lands H3808 geen H3899 brood H1961 H8804 had,
  4 H5892 Toen werd de stad H1234 H8735 doorgebroken H3605 , en al H582 H4421 de krijgslieden H3915 [vloden] des nachts H1870 door den weg H8179 der poort H996 , tussen H2346 de twee muren H834 , die H5921 aan H4428 des konings H1588 hof H3778 waren (de Chaldeen H5921 nu waren tegen H5892 de stad H5439 rondom H3212 H8799 ), en [de] [koning] trok H1870 [door] den weg H6160 des vlakken velds.
  5 H2428 Doch het heir H3778 der Chaldeen H7291 H8799 jaagde H4428 den koning H310 na H5381 H8686 , en zij achterhaalden H853 hem H6160 in de vlakke velden H3405 van Jericho H3605 , en al H2428 zijn heir H4480 werd van H5921 bij H6327 H8738 hem verstrooid.
  6 H8610 H8799 Zij dan grepen H4428 den koning H853 , en voerden hem H5927 H8686 opwaarts H413 tot H4428 den koning H894 van Babel H7247 , naar Ribla H1696 H8762 ; en zij spraken H4941 een oordeel H853 tegen hem.
  7 H7819 H8804 En zij slachtten H1121 de zonen H6667 van Zedekia H5869 voor zijn ogen H5786 H8765 , en men verblindde H6667 Zedekia's H5869 ogen H631 H8799 , en zij bonden H5178 hem met twee koperen H5178 ketenen H935 H8686 , en voerden H894 hem naar Babel.
  8 H2549 Daarna in de vijfde H2320 maand H7651 , op den zevenden H2320 der maand H1931 (dit H8672 H6240 H8141 was het negentiende H8141 jaar H4428 van H5019 Nebukadnezar H4428 , den koning H894 van Babel H935 H8804 ) kwam H5018 Nebuzaradan H7227 , de overste H2876 der trawanten H5650 , de knecht H4428 des konings H894 van Babel H3389 , te Jeruzalem.
  9 H8313 H8799 En hij verbrandde H1004 het huis H3068 des HEEREN H1004 , en het huis H4428 des konings H3605 , mitsgaders alle H1004 huizen H3389 van Jeruzalem H3605 ; en alle H1004 huizen H1419 der groten H8313 H8804 verbrandde hij H784 met vuur.
  10 H3605 En het ganse H2428 heir H3778 der Chaldeen H834 , dat H7227 met den overste H2876 der trawanten H5422 H0 was, brak H2346 de muren H3389 van Jeruzalem H5439 rondom H5422 H8804 af.
  11 H3499 Het overige H5971 nu des volks H5892 , die in de stad H7604 H8737 overgelaten waren H5307 H8802 , en de afvalligen H834 , die H5921 tot H4428 den koning H894 van Babel H5307 H8804 gevallen waren H3499 , en het overige H1995 der menigte H1540 H0 , voerde H5018 Nebuzaradan H7227 , de overste H2876 der trawanten H1540 H8689 , gevankelijk weg.
  12 H4480 Maar van H1803 de armsten H776 des lands H7604 H0 liet H7227 de overste H2876 der trawanten H7604 H8689 [enigen] overig H3755 tot wijngaardeniers H3009 H8802 H8675 H1461 H8801 en tot akkerlieden.
  13 H7665 H8765 Verder braken H3778 de Chaldeen H5178 de koperen H5982 pilaren H834 , die H1004 in het huis H3068 des HEEREN H4350 waren, en de stellingen H5178 , en de koperen H3220 zee H834 , die H1004 in het huis H3068 des HEEREN H5375 H8799 was; en zij voerden H5178 het koper H894 daarvan naar Babel.
  14 H3947 H8804 Zij namen H5518 ook de potten H3257 , en de schoffelen H4212 , en de gaffelen H3709 , en de rookschalen H3605 , en al H5178 de koperen H3627 vaten H834 , daar H8334 H8762 men den dienst mede deed.
  15 H7227 En de overste H2876 der trawanten H3947 H8804 nam weg H4289 de wierookvaten H4219 en de sprengbekkens H834 , wat H2091 geheel H2091 goud H834 en wat H3701 geheel H3701 zilver was.
  16 H8147 De twee H5982 pilaren H259 , de ene H3220 zee H4350 , en de stellingen H834 , die H8010 Salomo H1004 voor het huis H3068 des HEEREN H6213 H8804 gemaakt had H5178 ; het koper H3605 van al H428 deze H3627 vaten H1961 H8804 was H3808 zonder H4948 gewicht.
  17 H6967 De hoogte H259 van een H5982 pilaar H8083 H6240 was achttien H520 ellen H3805 , en het kapiteel H5921 daarop H5178 was koper H6967 ; en de hoogte H3805 des kapiteels H7969 was drie H520 ellen H7639 ; en het net H7416 , en de granaatappelen H5921 op H3805 het kapiteel H5439 rondom H3605 , waren alle H5178 van koper H428 ; en dezen H8145 gelijk had de andere H5982 pilaar H5921 , met H7639 het net.
  18 H3947 H8799 Ook nam H7227 de overste H2876 der trawanten H8304 Seraja H7218 H3548 , den hoofdpriester H6846 , en Zefanja H4932 , den tweeden H3548 priester H7969 , en de drie H8104 H8802 H5592 dorpelbewaarders.
  19 H4480 En uit H5892 de stad H3947 H8804 nam hij H259 een H5631 hoveling H834 H1931 , die H5921 over H582 H4421 de krijgslieden H6496 gesteld was H2568 , en vijf H582 mannen H4480 uit H4428 degenen, die des konings H6440 aangezicht H7200 H8802 zagen H834 , die H5892 in de stad H4672 H8738 gevonden werden H8269 , mitsgaders den oversten H5608 H8802 schrijver H6635 des heirs H5971 , die het volk H776 des lands H6633 H8688 ten oorlog opschreef H8346 , en zestig H376 mannen H4480 van H5971 het volk H776 des lands H5892 , die in de stad H4672 H8737 gevonden werden.
  20 H5018 Als Nebuzaradan H7227 , de overste H2876 der trawanten H853 , dezen H3947 H8799 genomen had H3212 H8686 , zo bracht hij H853 hen H5921 tot H4428 den koning H894 van Babel H7247 , naar Ribla.
  21 H4428 En de koning H894 van Babel H5221 H8686 sloeg H853 hen H4191 H8686 , en doodde H7247 hen te Ribla H776 , in het land H2574 van Hamath H3063 . Alzo werd Juda H4480 H5921 uit H127 zijn land H1540 H8799 gevankelijk weggevoerd.
  22 H5971 Maar aangaande het volk H776 , dat in het H3063 land van Juda H7604 H8737 overgebleven was H834 , dat H5019 Nebukadnezar H4428 , de koning H894 van Babel H7604 H8689 , had laten overblijven H5921 , daarover H6485 H8686 stelde hij H1436 Gedalia H1121 , den zoon H296 van Ahikam H1121 , den zoon H8227 van Safan.
  23 H3605 Toen nu al H8269 de oversten H2428 der heiren H1992 , zij H582 en hun mannen H8085 H8799 , hoorden H3588 , dat H4428 de koning H894 van Babel H1436 Gedalia H6485 H8689 tot overste gesteld had H935 H8799 , kwamen zij H413 tot H1436 Gedalia H4709 naar Mizpa H3458 ; namelijk, Ismael H1121 , de zoon H5418 van Nethanja H3110 , en Johanan H1121 , de zoon H7143 van Kareah H8304 , en Seraja H1121 , de zoon H8576 van Tanhumeth H5200 , de Netofathiet H2970 , en Jaazanja H1121 , de zoon H4602 van den Maachathiet H1992 , zij H582 en hun mannen.
  24 H1436 En Gedalia H7650 H8735 zwoer H582 hun en hun mannen H559 H8799 , en zeide H3372 H8799 tot hen: Vreest H408 niet H4480 van H5650 te zijn knechten H3778 der Chaldeen H3427 H8798 , blijft H776 in het land H5647 H8798 , en dient H4428 den koning H894 van Babel H3190 H8799 , zo zal het u wel gaan.
  25 H1961 H8799 Maar het geschiedde H7637 in de zevende H2320 maand H3458 , dat Ismael H1121 , de zoon H5418 van Nethanja H1121 , den zoon H476 van Elisama H4410 , van koninklijk H2233 zaad H935 H8804 , kwam H6235 , en tien H582 mannen H854 met H5221 H8686 hem; en zij sloegen H1436 Gedalia H4191 H8799 , dat hij stierf H3064 ; mitsgaders de Joden H3778 en de Chaldeen H834 , die H4709 met hem te Mizpa H1961 H8804 waren.
  26 H6965 H0 Toen maakte zich H3605 al H5971 het volk H6965 H8799 op H4480 , van H6996 de minste H5704 tot H1419 den meeste H8269 , en de oversten H2428 der heiren H935 H8799 , en kwamen H4714 in Egypte H3588 ; want H3372 H8804 zij vreesden H4480 H6440 voor H3778 de Chaldeen.

2 Chronicles 24:21

  21 H7194 H8799 En zij maakten een verbintenis H5921 tegen H7275 H8799 hem, en stenigden H68 hem met stenen H4687 door het gebod H4428 des konings H2691 , in het voorhof H1004 van het huis H3068 des HEEREN.

Psalms 74:20

  20 H5027 H8685 Aanschouw H1285 het verbond H4285 ; want de duistere H776 plaatsen des lands H4390 H8804 zijn vol H4999 woningen H2555 van geweld.

Psalms 79:2-3

  2 H5038 Zij hebben de dode lichamen H5650 Uwer knechten H5775 aan het gevogelte H8064 des hemels H3978 tot spijs H5414 H8804 gegeven H1320 ; het vlees H2623 Uwer gunstgenoten H2416 aan het gedierte H776 des lands.
  3 H1818 Zij hebben hun bloed H5439 rondom H3389 Jeruzalem H4325 als water H8210 H8804 vergoten H6912 H8802 ; en er was niemand, die hen begroef.

Jeremiah 15:8-9

  8 H490 Hun weduwen H6105 H8804 zijn Mij meerder geworden H2344 dan zand H3220 der zeeen H517 ; Ik heb hun over de moeder H935 H8689 doen komen H970 een jongeling H7703 H8802 , een verwoester H6672 op den middag H6597 ; Ik heb [hem] haastelijk H5307 H8689 hen doen overvallen H5892 , de stad H928 met verschrikkingen.
  9 H7651 Zij, die zeven H3205 H8802 baarde H535 H8797 , is zwak geworden H5315 ; zij heeft haar ziel H5301 H8804 uitgeblazen H8121 , haar zon H935 H8804 is ondergegaan H5750 , als het nog H3119 H8676 H3117 dag H954 H8804 was; zij is beschaamd H2659 H8804 en schaamrood geworden H7611 ; en hunlieder overblijfsel H2719 zal Ik aan het zwaard H5414 H8799 overgeven H6440 , voor het aangezicht H341 H8802 hunner vijanden H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE.

Jeremiah 18:21

  21 H5414 H8798 Daarom, geef H1121 hun zonen H7458 den honger H5064 H8685 over, en doe ze wegvloeien H3027 door het geweld H2719 des zwaards H802 , en laat hun vrouwen H7909 H0 van kinderen beroofd H490 en weduwen H7909 worden H582 , en laat hun mannen H4194 door den dood H2026 H8803 omgebracht H970 , [en] hun jongelingen H2719 met het zwaard H5221 H8716 geslagen worden H4421 in den strijd.

Jeremiah 32:42

  42 H559 H8804 Want zo zegt H3068 de HEERE H5971 : Gelijk als Ik over dit volk H935 H8689 gebracht heb H1419 al dit grote H7451 kwaad H935 H8688 , alzo zal Ik over hen brengen H2896 al het goede H1696 H8802 , dat Ik over hen spreke.

Jeremiah 39:1-18

  1 H8671 In het negende H8141 jaar H6667 van Zedekia H4428 , koning H3063 van Juda H6224 , in de tiende H2320 maand H935 H8804 , kwam H5019 Nebukadrezar H4428 , de koning H894 van Babel H2428 , en al zijn heir H3389 , tegen Jeruzalem H6696 H8799 , en zij belegerden haar.
  2 H6249 H6240 In het elfde H8141 jaar H6667 van Zedekia H7243 , in de vierde H2320 maand H8672 , op den negenden H2320 der maand H5892 , werd de stad H1234 H8717 doorgebroken.
  3 H8269 En alle vorsten H4428 des konings H894 van Babel H935 H8799 togen henen in H3427 H8799 , en hielden H8432 bij de middelste H8179 poort H5371 ; [namelijk] Nergal-sarezer H5562 Samgar-nebu H8310 , Sarsechim H7249 Rab-saris H5371 , Nergal-sarezer H7248 Rab-mag H7611 , en al de overige H8269 vorsten H4428 des konings H894 van Babel.
  4 H6667 En het geschiedde, als Zedekia H4428 , de koning H3063 van Juda H582 H4421 , en al de krijgslieden H7200 H8804 hen zagen H1272 H8799 , zo vloden zij H3318 H8799 , en togen H3915 bij nacht H5892 uit de stad H1870 , [door] den weg H4428 van des konings H1588 hof H8179 , door de poort H2346 tussen de twee muren H3318 H8799 ; en hij toog uit H1870 [door] den weg H6160 des vlakken velds.
  5 H2428 Doch het heir H3778 der Chaldeen H7291 H8799 jaagde H310 hen achterna H5381 H8686 ; en zij achterhaalden H6667 Zedekia H6160 in de vlakke velden H3405 van Jericho H3947 H8799 , en vingen H5927 H8686 hem, en brachten hem opwaarts H5019 tot Nebukadrezar H4428 , den koning H894 van Babel H7247 , naar Ribla H776 , in het land H2574 van Hamath H1696 H8762 ; die sprak H4941 oordelen tegen hem uit.
  6 H4428 En de koning H894 van Babel H7819 H8799 slachtte H1121 de zonen H6667 van Zedekia H7247 te Ribla H5869 voor zijn ogen H7819 H8804 ; ook slachtte H4428 de koning H894 van Babel H2715 alle edelen H3063 van Juda.
  7 H5786 H8765 En hij verblindde H5869 de ogen H6667 van Zedekia H631 H8799 , en bond H5178 hem met twee koperen ketenen H894 , om hem naar Babel H935 H8687 te voeren.
  8 H3778 En de Chaldeen H8313 H8804 verbrandden H1004 het huis H4428 des konings H1004 en de huizen H5971 des volks H784 met vuur H5422 H0 ; en zij braken H2346 de muren H3389 van Jeruzalem H5422 H8804 af.
  9 H3499 Het overige H5971 nu des volks H5892 , die in de stad H7604 H8737 waren overgebleven H5307 H8802 , en de afvalligen H5307 H8804 , die tot hem gevallen waren H3499 , met het overige H5971 des volks H7604 H8737 , die overgebleven waren H1540 H0 , voerde H5018 Nebuzaradan H7227 , de overste H2876 der trawanten H1540 H8689 , gevankelijk H894 [naar] Babel.
  10 H5971 Maar van het volk H1800 , die arm H3972 waren, die niet met al H7604 H0 hadden, liet H5018 Nebuzaradan H7227 , de overste H2876 der trawanten H7604 H8689 , [enigen] overig H776 in het land H3063 van Juda H5414 H8799 ; en hij gaf H3117 hun te dien dage H3754 wijngaarden H3010 en akkers.
  11 H3414 Maar van Jeremia H5019 had Nebukadrezar H4428 , de koning H894 van Babel H6680 H8762 , bevel gegeven H3027 in de hand H5018 van Nebuzaradan H7227 , den overste H2876 der trawanten H559 H8800 , zeggende:
  12 H3947 H8798 Neem H7760 H8789 hem, en stel H5869 uw ogen H6213 H8799 op hem, en doe H3972 H7451 hem niets kwaads H1696 H8762 ; maar gelijk als hij tot u spreken zal H6213 H8798 , doe alzo met hem.
  13 H7971 H8799 Zo zond H5018 Nebuzaradan H7227 , de overste H2876 der trawanten H5021 , mitsgaders Nebuschazban H7249 Rab-saris H5371 en Nergal-sarezer H7248 Rab-mag H7227 , en al de oversten H4428 des konings H894 van Babel;
  14 H7971 H8799 Zij zonden dan henen H3947 H8799 en namen H3414 Jeremia H2691 uit het voorhof H4307 der bewaring H5414 H8799 , en gaven hem over H1436 aan Gedalia H1121 , den zoon H296 van Ahikam H1121 , den zoon H8227 van Safan H3318 H8687 , dat hij hem henen uitbracht H1004 naar huis H3427 H8799 ; alzo bleef hij H8432 in het midden H5971 des volks.
  15 H1697 Het woord H3068 des HEEREN H3414 was ook tot Jeremia H2691 geschied, als hij in het voorhof H4307 der bewaring H6113 H8803 besloten was H559 H8800 , zeggende:
  16 H1980 H8800 Ga henen H559 H8804 , en spreek H5663 tot Ebed-melech H3569 , den Moorman H559 H8800 , zeggende H559 H8804 : Zo zegt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H430 , de God H3478 Israels H1697 : Zie, Ik zal Mijn woorden H935 H8688 brengen H5892 over deze stad H7451 , ten kwade H2896 en niet ten goede H3117 ; en zij zullen te dien dage H6440 voor uw aangezicht zijn.
  17 H3117 Maar Ik zal u te dien dage H5337 H8689 redden H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H5414 H8735 ; en gij zult niet overgegeven worden H3027 in de hand H582 der mannen H6440 , voor welker aangezicht H3016 H8801 gij vreest.
  18 H4422 H8763 Want Ik zal u zekerlijk H4422 H8762 bevrijden H2719 , en gij zult door het zwaard H5307 H8799 niet vallen H5315 ; maar gij zult uw ziel H7998 tot een buit H982 H8804 hebben, omdat gij op Mij vertrouwd hebt H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE.

Jeremiah 40:3

  3 H3068 En de HEERE H935 H8686 heeft het doen komen H6213 H8799 , en gedaan H1696 H8765 , gelijk als Hij gesproken had H2398 H8804 ; want gijlieden hebt gezondigd H3068 tegen den HEERE H6963 , en Zijner stem H8085 H8804 niet gehoorzaamd H1697 ; daarom is ulieden deze zaak geschied.

Jeremiah 52:1-34

  1 H6667 Zedekia H259 was een H6242 en twintig H8141 jaren H1121 oud H4427 H8800 , als hij koning werd H4427 H8804 , en hij regeerde H259 H6240 elf H8141 jaren H3389 te Jeruzalem H8034 ; en de naam H517 zijner moeder H2537 was Hamutal H1323 , een dochter H3414 van Jeremia H3841 , van Libna.
  2 H6213 H8799 En hij deed H7451 , dat kwaad H5869 was in de ogen H3068 des HEEREN H3079 , naar alles, wat Jojakim H6213 H8804 gedaan had.
  3 H5921 Want het geschiedde, om H639 den toorn H3068 des HEEREN H3389 tegen Jeruzalem H3063 en Juda H6440 , totdat Hij hen van Zijn aangezicht H7993 H8687 weggeworpen had H6667 ; en Zedekia H4775 H8799 rebelleerde H4428 tegen den koning H894 van Babel.
  4 H8671 En het geschiedde in het negende H8141 jaar H4427 H8800 zijner regering H6224 , in de tiende H2320 maand H6218 , op den tienden H2320 der maand H5019 , [dat] Nebukadrezar H4428 , de koning H894 van Babel H935 H8804 , kwam H3389 tegen Jeruzalem H2428 , hij en zijn ganse heir H2583 H8799 , en zij legerden zich H1129 H8799 tegen haar, en zij bouwden H1785 tegen haar sterkten H5439 rondom.
  5 H935 H8799 Alzo kwam H5892 de stad H4692 in belegering H6249 H6240 , tot in het elfde H8141 jaar H4428 van den koning H6667 Zedekia.
  6 H7243 In de vierde H2320 maand H8672 , op den negenden H2320 der maand H7458 , als de honger H5892 in de stad H2388 H8799 sterk werd H5971 , en het volk H776 des lands H3899 geen brood had;
  7 H5892 Toen werd de stad H1234 H8735 doorgebroken H582 H4421 , en al de krijgslieden H1272 H8799 vloden H3318 H8799 , en trokken uit H3915 des nachts H5892 , uit de stad H1870 , door den weg H8179 der poort H2346 tussen de twee muren H4428 , die aan des konings H1588 hof H3778 waren (de Chaldeen H5892 nu waren tegen de stad H5439 rondom H3212 H8799 ), en zij togen H1870 [door] den weg H6160 des vlakken velds.
  8 H2428 Doch het heir H3778 der Chaldeen H7291 H8799 jaagde H4428 den koning H310 na H5381 H8686 , en zij achterhaalden H6667 Zedekia H6160 in de vlakke velden H3405 van Jericho H2428 ; en al zijn heir H6327 H8738 werd van bij hem verstrooid.
  9 H8610 H8799 Zij dan grepen H4428 den koning H5927 H8686 , en voerden hem opwaarts H4428 tot den koning H894 van Babel H7247 naar Ribla H776 , in het land H2574 van Hamath H1696 H8762 ; die sprak H4941 oordelen tegen hem.
  10 H4428 En de koning H894 van Babel H7819 H8799 slachtte H1121 de zonen H6667 van Zedekia H5869 voor zijn ogen H7819 H8804 ; en hij slachtte H8269 ook al de vorsten H3063 van Juda H7247 te Ribla.
  11 H5786 H8765 En hij verblindde H5869 de ogen H6667 van Zedekia H631 H8799 , en hij bond H5178 hem met twee koperen ketenen H935 H8686 ; alzo bracht H4428 hem de koning H894 van Babel H894 naar Babel H5414 H8799 , en stelde H1004 H6486 hem in het gevangenhuis H3117 , tot den dag H4194 zijns doods toe.
  12 H2549 Daarna, in de vijfde H2320 maand H6218 , op den tienden H2320 der maand H8672 H6240 H8141 (dit jaar was het negentiende H8141 jaar H4428 van den koning H5019 Nebukadrezar H4428 , den koning H894 van Babel H5018 ), als Nebuzaradan H7227 , de overste H2876 der trawanten H6440 , die voor het aangezicht H4428 des konings H894 van Babel H5975 H8804 stond H3389 , te Jeruzalem H935 H8804 gekomen was;
  13 H8313 H8799 Zo verbrandde hij H1004 het huis H3068 des HEEREN H1004 en het huis H4428 des konings H1004 ; mitsgaders alle huizen H3389 van Jeruzalem H1004 en alle huizen H1419 der groten H8313 H8804 verbrandde hij H784 met vuur.
  14 H2428 En het ganse heir H3778 der Chaldeen H7227 , dat met den overste H2876 der trawanten H5422 H0 was, brak H2346 alle muren H3389 van Jeruzalem H5439 rondom H5422 H8804 af.
  15 H1803 Van de armsten H5971 nu des volks H3499 en het overige H5971 des volks H5892 , die in de stad H7604 H8737 overgelaten waren H5307 H8802 , en de afvalligen H4428 , die tot den koning H894 van Babel H5307 H8804 gevallen waren H3499 , en het overige H527 der menigte H1540 H0 , voerde H5018 Nebuzaradan H7227 , de overste H2876 der trawanten H1540 H8689 , gevankelijk weg.
  16 H1803 Maar van de armsten H776 des lands H7604 H0 liet H5018 Nebuzaradan H7227 , de overste H2876 der trawanten H7604 H8689 , [enigen] over H3755 tot wijngaardeniers H3009 H8802 en tot akkerlieden.
  17 H7665 H8765 Verder braken H3778 de Chaldeen H5178 de koperen H5982 pilaren H1004 , die in het huis H3068 des HEEREN H4350 waren, en de stellingen H5178 , en de koperen H3220 zee H1004 , die in het huis H3068 des HEEREN H5375 H8799 was; en zij voerden H5178 al het koper H894 daarvan naar Babel.
  18 H3947 H8804 Ook namen zij H5518 de potten H3257 en de schoffelen H4212 , en de gaffelen H4219 , en de sprengbekkens H3709 , en de rookschalen H5178 , en al de koperen H3627 vaten H8334 H8762 , waar men den dienst mede deed.
  19 H7227 En de overste H2876 der trawanten H3947 H8804 nam weg H5592 de schalen H4289 , en de wierookvaten H4219 , en de sprengbekkens H5518 , en de potten H4501 , en de kandelaars H3709 , en de rookschalen H4518 , en de kroezen H2091 ; wat geheel H2091 goud H3701 , en wat geheel H3701 zilver was.
  20 H8147 De twee H5982 pilaren H259 , de ene H3220 zee H8147 H6240 , en de twaalf H5178 koperen H1241 runderen H4350 , die in de plaats der stellingen H4428 waren, die de koning H8010 Salomo H1004 voor het huis H3068 des HEEREN H6213 H8804 gemaakt had H5178 ; het koper H3627 daarvan, [te] [weten] van al deze vaten H4948 , was zonder gewicht.
  21 H5982 Aangaande de pilaren H8083 H6240 , achttien H520 ellen H6967 was de hoogte H259 eens H5982 pilaars H2339 , en een draad H8147 H6240 van twaalf H520 ellen H5437 H8799 omving H5672 hem; en zijn dikte H702 was vier H676 vingeren H5014 H8803 , [en] hij was hol.
  22 H3805 En het kapiteel H5178 daarop was koper H6967 , en de hoogte H259 des enen H3805 kapiteels H2568 was vijf H520 ellen H7639 , en een net H7416 , en granaatappelen H3805 op het kapiteel H5439 rondom H5178 , alles koper H8145 ; en dezen gelijk had de andere H5982 pilaar H7416 , met granaatappelen.
  23 H7416 En de granaatappelen H8337 waren zes H8673 en negentig H7307 , [gezet] naar den wind H7416 ; alle granaatappelen H3967 waren honderd H7639 , over het net H5439 rondom.
  24 H3947 H8799 Ook nam H7227 de overste H2876 der trawanten H8304 Seraja H7218 H3548 , den hoofdpriester H6846 , en Zefanja H4932 , den tweeden H3548 priester H7969 , en de drie H8104 H8802 H5592 dorpelbewaarders.
  25 H5892 En uit de stad H3947 H8804 nam hij H259 een H5631 hoveling H582 H4421 , die over de krijgslieden H6496 gesteld was H7651 , en zeven H582 mannen H4428 uit degenen, die des konings H6440 aangezicht H7200 H8802 zagen H5892 , die in de stad H4672 H8738 gevonden werden H8269 , mitsgaders den oversten H5608 H8802 schrijver H6635 des heirs H5971 , die het volk H776 des lands H6633 H8688 ten oorlog opschreef H8346 , en zestig H376 mannen H5971 van het volk H776 des lands H8432 , die in het midden H5892 der stad H4672 H8737 gevonden werden.
  26 H5018 Als Nebuzaradan H7227 , de overste H2876 der trawanten H3947 H8799 , dezen genomen had H3212 H8686 , zo bracht hij H4428 hen tot den koning H894 van Babel H7247 naar Ribla.
  27 H4428 En de koning H894 van Babel H5221 H8686 sloeg H4191 H8686 hen en doodde H7247 hen te Ribla H127 , in het land H2574 van Hamath H3063 . Alzo werd Juda H776 uit zijn land H1540 H8799 gevankelijk weggevoerd.
  28 H5971 Dit is het volk H5019 , dat Nebukadrezar H1540 H8689 gevankelijk heeft weggevoerd H7651 ; in het zevende H8141 jaar H7969 , drie H505 duizend H7969 drie H6242 en twintig H3064 Joden;
  29 H8083 H6240 In het achttiende H8141 jaar H5019 van Nebukadrezar H8083 H3967 , [voerde] [hij] [gevankelijk] [weg] achthonderd H8147 twee H7970 en dertig H5315 zielen H3389 uit Jeruzalem;
  30 H7969 In het drie H6242 en twintigste H8141 jaar H5019 van Nebukadrezar H1540 H0 voerde H5018 Nebuzaradan H7227 , de overste H2876 der trawanten H1540 H8689 , gevankelijk weg H3064 van de Joden H7651 H3967 zevenhonderd H2568 vijf H705 en veertig H5315 zielen H5315 . Alle zielen H702 zijn vier H505 duizend H8337 H3967 en zeshonderd.
  31 H7651 Het geschiedde daarna, in het zeven H7970 en dertigste H8141 jaar H1546 der gevankelijke wegvoering H3078 van Jojachin H4428 , den koning H3063 van Juda H8147 H6240 , in de twaalfde H2320 maand H2568 , op den vijf H6242 en twintigsten H2320 der maand H192 , dat Evilmerodach H4428 , de koning H894 van Babel H8141 , in het [eerste] jaar H4438 zijns koninkrijks H7218 , het hoofd H3078 van Jojachin H4428 , den koning H3063 van Juda H5375 H8804 , verhief H1004 H3628 , en hem uit het gevangenhuis H3318 H8686 uitbracht.
  32 H1696 H8762 En hij sprak H2896 vriendelijk H5414 H8799 met hem, en stelde H3678 zijn stoel H4605 boven H3678 den stoel H4428 der koningen H894 , die bij hem te Babel waren.
  33 H8138 H8765 En hij veranderde H899 de klederen H3608 zijner gevangenis H398 H8804 ; en hij at H8548 geduriglijk H3899 brood H6440 voor zijn aangezicht H3117 , al de dagen H2416 zijns levens.
  34 H737 En aangaande zijn tering H8548 , een gedurige H737 tering H4428 werd hem van den koning H894 van Babel H5414 H8738 gegeven H3117 , elk dagelijks H1697 bestemde deel H3117 op zijn dag H3117 , tot op den dag H4194 zijns doods H3117 , al de dagen H2416 zijns levens.

Lamentations 2:20-22

  20 H7200 H8798 [Resch]. Zie H3068 , HEERE H5027 H8685 , aanschouw H3541 toch, aan wien Gij alzo H5953 H8782 gedaan hebt H802 ; zullen dan de vrouwen H6529 haar vrucht H398 H8799 eten H5768 , de kinderkens H2949 , die men op de handen draagt H5030 ? Zullen dan de profeet H3548 en de priester H4720 in het heiligdom H136 des HEEREN H2026 H8735 gedood worden?
  21 H5288 [Schin]. De jongen H2205 en de ouden H7901 H8804 liggen H776 op de aarde H2351 [op] de straten H1330 ; mijn jonkvrouwen H970 en mijn jongelingen H2719 zijn door het zwaard H5307 H8804 gevallen H3117 ; Gij hebt ze in den dag H639 Uws toorns H2026 H8804 gedood H2873 H8804 , Gij hebt ze geslacht H2550 H8804 [en] niet verschoond.
  22 H4032 [Thau]. Gij hebt mijn verschrikkingen H5439 van rondom H7121 H8799 geroepen H3117 , als [tot] een dag H4150 eens gezetten hoogtijds H3117 ; en er is niemand aan den dag H639 des toorns H3068 des HEEREN H6412 ontkomen H8300 of overgebleven H2946 H8765 ; die ik op de handen gedragen H7235 H8765 en opgetogen heb H341 H8802 , die heeft mijn vijand H3615 H8765 omgebracht.

Ezekiel 9:5-7

  5 H428 Maar tot die H559 H8804 [anderen] zeide Hij H241 voor mijn oren H5674 H8798 : Gaat door H5892 , door de stad H310 achter H5221 H8685 hem, en slaat H5869 , ulieder oog H2347 H8799 verschone H2550 H8799 niet, en spaart niet!
  6 H2026 H8799 Doodt H2205 ouden H970 , jongelingen H1330 en maagden H2945 , en kinderkens H802 en vrouwen H4889 , tot verdervens H5066 H8799 toe; maar genaakt H376 aan niemand H8420 , op denwelken het teken H2490 H8686 is, en begint H4720 van Mijn heiligdom H2490 H8686 . En zij begonnen H2205 van de oude H582 mannen H6440 , die voor H1004 het huis waren.
  7 H559 H8799 En Hij zeide H2930 H8761 tot hen: Verontreinigt H1004 het huis H4390 H8761 , en vervult H2691 de voorhoven H2491 met verslagenen H3318 H8798 ; gaat henen uit H3318 H8804 . En zij gingen henen uit H5221 H8689 , en zij sloegen H5892 in de stad.

Daniel 9:14

  14 H3068 Daarom heeft de HEERE H7451 over het kwade H8245 H8799 gewaakt H935 H8686 , en Hij heeft het over ons gebracht H3068 ; want de HEERE H430 , onze God H6662 , is rechtvaardig H4639 in al Zijn werken H6213 H8804 , die Hij gedaan heeft H6963 , dewijl wij Zijner stem H8085 H8804 niet gehoorzaamden.

Luke 13:1-2

  1 G1161 En G3918 G er waren G1722 te G846 dierzelfder G2540 tijd G5100 enigen G3918 G5713 tegenwoordig G846 , die Hem G518 G5723 boodschapten G4012 van G1057 de Galileers G3739 , welker G129 bloed G4091 Pilatus G3326 met G846 hun G2378 offeranden G3396 G5656 gemengd had.
  2 G2532 En G2424 Jezus G611 G5679 antwoordde G2036 G5627 , en zeide G846 tot hen G1380 G5719 : Meent gij G3754 , dat G3778 deze G1057 Galileers G268 zondaars G1096 G5633 zijn geweest G3844 boven G3956 al G1057 de Galileers G3754 , omdat G5108 zij zulks G3958 G5754 geleden hebben?

2 Kings 20:13-17

  13 H2396 En Hizkia H8085 H8799 hoorde H413 naar H7200 H8686 hen, en hij toonde H3605 hun zijn ganse H1004 H5238 schathuis H3701 , het zilver H2091 , en het goud H1314 , en de specerijen H2896 , en de beste H8081 olie H1004 H3627 , en zijn wapenhuis H3605 , en al H834 wat H4672 H8738 gevonden werd H214 in zijn schatten H1961 H8804 ; er was H3808 geen H1697 ding H1004 in zijn huis H3605 , noch in zijn ganse H4475 heerschappij H834 , dat H2396 hij H3808 hun niet H7200 H8689 toonde.
  14 H935 H8799 Toen kwam H5030 de profeet H3470 Jesaja H413 tot H4428 den koning H2396 Hizkia H559 H8799 , en zeide H413 tot H4100 hem: Wat H428 hebben die H582 mannen H559 H8804 gezegd H4480 , en van H370 waar H413 zijn zij tot H935 H8799 u gekomen H2396 ? En Hizkia H559 H8799 zeide H4480 : Zij zijn uit H7350 verren H776 lande H935 H8804 gekomen H4480 , uit H894 Babel.
  15 H559 H8799 En hij zeide H4100 : Wat H7200 H8804 hebben zij gezien H1004 in uw huis H2396 ? En Hizkia H559 H8799 zeide H3605 : Zij hebben alles H7200 H8804 gezien H834 , wat H1004 in mijn huis H3808 is; geen H1697 ding H1961 H8804 is H214 er in mijn schatten H834 , dat H3808 ik hun niet H7200 H8689 getoond heb.
  16 H559 H8799 Toen zeide H3470 Jesaja H413 tot H2396 Hizkia H8085 H8798 : Hoor H3068 des HEEREN H1697 woord.
  17 H2009 Zie H3117 , de dagen H935 H8802 komen H3605 , dat al H834 wat H1004 in uw huis H834 is, en wat H1 uw vaderen H5704 tot H2088 dezen H3117 dage H686 H8804 toe opgelegd hebben H894 , naar Babel H5375 H8738 weggevoerd zal worden H3808 H1697 ; er zal niets H3498 H8735 overgelaten worden H559 H8804 , zegt H3068 de HEERE.

2 Kings 25:13-17

  13 H7665 H8765 Verder braken H3778 de Chaldeen H5178 de koperen H5982 pilaren H834 , die H1004 in het huis H3068 des HEEREN H4350 waren, en de stellingen H5178 , en de koperen H3220 zee H834 , die H1004 in het huis H3068 des HEEREN H5375 H8799 was; en zij voerden H5178 het koper H894 daarvan naar Babel.
  14 H3947 H8804 Zij namen H5518 ook de potten H3257 , en de schoffelen H4212 , en de gaffelen H3709 , en de rookschalen H3605 , en al H5178 de koperen H3627 vaten H834 , daar H8334 H8762 men den dienst mede deed.
  15 H7227 En de overste H2876 der trawanten H3947 H8804 nam weg H4289 de wierookvaten H4219 en de sprengbekkens H834 , wat H2091 geheel H2091 goud H834 en wat H3701 geheel H3701 zilver was.
  16 H8147 De twee H5982 pilaren H259 , de ene H3220 zee H4350 , en de stellingen H834 , die H8010 Salomo H1004 voor het huis H3068 des HEEREN H6213 H8804 gemaakt had H5178 ; het koper H3605 van al H428 deze H3627 vaten H1961 H8804 was H3808 zonder H4948 gewicht.
  17 H6967 De hoogte H259 van een H5982 pilaar H8083 H6240 was achttien H520 ellen H3805 , en het kapiteel H5921 daarop H5178 was koper H6967 ; en de hoogte H3805 des kapiteels H7969 was drie H520 ellen H7639 ; en het net H7416 , en de granaatappelen H5921 op H3805 het kapiteel H5439 rondom H3605 , waren alle H5178 van koper H428 ; en dezen H8145 gelijk had de andere H5982 pilaar H5921 , met H7639 het net.

2 Chronicles 36:10

  10 H8666 En met de wederkomst H8141 des jaars H7971 H8804 zond H4428 de koning H5019 Nebukadnezar H935 H0 henen, en liet H894 hem naar Babel H935 H8686 halen H5973 , met H2532 de kostelijke H3627 vaten H1004 van het huis H3068 des HEEREN H4427 H0 ; en hij maakte H251 zijn broeder H6667 Zedekia H4427 H8686 koning H3063 over Juda H3389 en Jeruzalem.

Isaiah 39:6

  6 H3117 Zie, de dagen H935 H8802 komen H1004 , dat al wat in uw huis H1 is, en wat uw vaders H686 H8804 opgelegd hebben tot een schat H3117 tot op dezen dag H894 , naar Babel H5375 H8738 weggevoerd zal worden H1697 ; er zal niets H3498 H8735 overgelaten worden H559 H8804 , zegt H3068 de HEERE.

Jeremiah 52:17-23

  17 H7665 H8765 Verder braken H3778 de Chaldeen H5178 de koperen H5982 pilaren H1004 , die in het huis H3068 des HEEREN H4350 waren, en de stellingen H5178 , en de koperen H3220 zee H1004 , die in het huis H3068 des HEEREN H5375 H8799 was; en zij voerden H5178 al het koper H894 daarvan naar Babel.
  18 H3947 H8804 Ook namen zij H5518 de potten H3257 en de schoffelen H4212 , en de gaffelen H4219 , en de sprengbekkens H3709 , en de rookschalen H5178 , en al de koperen H3627 vaten H8334 H8762 , waar men den dienst mede deed.
  19 H7227 En de overste H2876 der trawanten H3947 H8804 nam weg H5592 de schalen H4289 , en de wierookvaten H4219 , en de sprengbekkens H5518 , en de potten H4501 , en de kandelaars H3709 , en de rookschalen H4518 , en de kroezen H2091 ; wat geheel H2091 goud H3701 , en wat geheel H3701 zilver was.
  20 H8147 De twee H5982 pilaren H259 , de ene H3220 zee H8147 H6240 , en de twaalf H5178 koperen H1241 runderen H4350 , die in de plaats der stellingen H4428 waren, die de koning H8010 Salomo H1004 voor het huis H3068 des HEEREN H6213 H8804 gemaakt had H5178 ; het koper H3627 daarvan, [te] [weten] van al deze vaten H4948 , was zonder gewicht.
  21 H5982 Aangaande de pilaren H8083 H6240 , achttien H520 ellen H6967 was de hoogte H259 eens H5982 pilaars H2339 , en een draad H8147 H6240 van twaalf H520 ellen H5437 H8799 omving H5672 hem; en zijn dikte H702 was vier H676 vingeren H5014 H8803 , [en] hij was hol.
  22 H3805 En het kapiteel H5178 daarop was koper H6967 , en de hoogte H259 des enen H3805 kapiteels H2568 was vijf H520 ellen H7639 , en een net H7416 , en granaatappelen H3805 op het kapiteel H5439 rondom H5178 , alles koper H8145 ; en dezen gelijk had de andere H5982 pilaar H7416 , met granaatappelen.
  23 H7416 En de granaatappelen H8337 waren zes H8673 en negentig H7307 , [gezet] naar den wind H7416 ; alle granaatappelen H3967 waren honderd H7639 , over het net H5439 rondom.

Daniel 5:3

  3 H116 Toen H858 H8684 bracht men H1722 voor de gouden H3984 vaten H4481 , die men uit H1965 den tempel H1005 van het huis H426 Gods H3390 , die te Jeruzalem H5312 H8684 geweest was, weggevoerd had H4430 ; en de koning H7261 en zijn geweldigen H7695 , zijn vrouwen H3904 , en zijn bijwijven H8355 H8754 dronken daaruit.

Zechariah 1:6

  6 H389 Nochtans H1697 Mijn woorden H2706 en Mijn inzettingen H834 , die H5650 Ik Mijn knechten H5030 , den profeten H6680 H8765 , geboden had H1 , hebben zij uw vaders H3808 niet H5381 H8689 getroffen H7725 H8799 ? zodat zij wederkerende H559 H8799 zeiden H834 : Gelijk als H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H2161 H8804 gedacht heeft H6213 H8800 ons te doen H1870 , naar onze wegen H4611 en naar onze handelingen H3651 , alzo H853 heeft Hij met H6213 H8804 ons gedaan.

1 Kings 9:8

  8 H2088 En aangaande dit H1004 huis H5945 , [dat] verheven H1961 H8799 zal geweest zijn H3605 , al H5921 wie voor H5674 H8802 hetzelve zal voorbijgaan H8074 H8799 , zal zich ontzetten H8319 H8804 en fluiten H559 H8804 ; men zal zeggen H5921 H4100 : Waarom H3068 heeft de HEERE H3602 alzo H6213 H8804 gedaan H2063 aan dit H776 land H2088 en aan dit H1004 huis?

2 Kings 25:9-11

  9 H8313 H8799 En hij verbrandde H1004 het huis H3068 des HEEREN H1004 , en het huis H4428 des konings H3605 , mitsgaders alle H1004 huizen H3389 van Jeruzalem H3605 ; en alle H1004 huizen H1419 der groten H8313 H8804 verbrandde hij H784 met vuur.
  10 H3605 En het ganse H2428 heir H3778 der Chaldeen H834 , dat H7227 met den overste H2876 der trawanten H5422 H0 was, brak H2346 de muren H3389 van Jeruzalem H5439 rondom H5422 H8804 af.
  11 H3499 Het overige H5971 nu des volks H5892 , die in de stad H7604 H8737 overgelaten waren H5307 H8802 , en de afvalligen H834 , die H5921 tot H4428 den koning H894 van Babel H5307 H8804 gevallen waren H3499 , en het overige H1995 der menigte H1540 H0 , voerde H5018 Nebuzaradan H7227 , de overste H2876 der trawanten H1540 H8689 , gevankelijk weg.

Psalms 74:4-8

  4 H6887 H8802 Uw wederpartijders H7130 hebben in het midden H4150 van Uw vergaderplaatsen H7580 H8804 gebruld H226 ; zij hebben hun tekenen H226 tot tekenen H7760 H8804 gesteld.
  5 H3045 H8735 Een ieder werd er bekend H7134 als een, die de bijlen H4605 omhoog H935 H8688 aanbrengt H5442 in de dichtigheid H6086 van een geboomte.
  6 H6603 Alzo hebben zij nu derzelver graveerselen H3162 samen H3781 met houwelen H3597 en beukhamers H1986 H8799 in stukken geslagen.
  7 H4720 Zij hebben Uw heiligdommen H784 in het vuur H7971 H8765 gezet H776 ; ter aarde H4908 toe hebben zij de woning H8034 Uws Naams H2490 H8765 ontheiligd.
  8 H3820 Zij hebben in hun hart H559 H8804 gezegd H3162 : Laat ze ons te zamen H3238 H8799 uitplunderen H410 ; zij hebben alle Gods H4150 vergaderplaatsen H776 in het land H8313 H8804 verbrand.

Psalms 79:1

  1 H4210 Een psalm H623 van Asaf H430 . O God H1471 ! Heidenen H935 H8804 zijn gekomen H5159 in Uw erfenis H1964 ; zij hebben den tempel H6944 Uwer heiligheid H2930 H8765 verontreinigd H3389 ; zij hebben Jeruzalem H5856 tot steenhopen H7760 H8804 gesteld.

Psalms 79:7

  7 H3290 Want men heeft Jakob H398 H8804 opgegeten H5116 , en zij hebben zijn liefelijke woning H8074 H8689 verwoest.

Isaiah 64:10-11

  10 H6944 Uw heilige H5892 steden H4057 zijn een woestijn H6726 geworden, Sion H4057 is een woestijn H3389 geworden, Jeruzalem H8077 een verwoesting.
  11 H6944 Ons heilig H8597 en ons heerlijk H1004 huis H1 , waarin onze vaders H1984 H8765 U loofden H784 , is met vuur H8316 verbrand H4261 ; en al onze gewenste dingen H2723 zijn tot woestheid geworden.

Jeremiah 7:4

  4 H982 H8799 Vertrouwt H8267 niet op valse H1697 woorden H559 H8800 , zeggende H3068 : Des HEEREN H1964 tempel H3068 , des HEEREN H1964 tempel H3068 , des HEEREN H1964 tempel, zijn deze!

Jeremiah 7:14

  14 H1004 Zo zal Ik aan dit huis H8034 , dat naar Mijn Naam H7121 H8738 genoemd is H982 H8802 , waarop gij vertrouwt H4725 , en aan deze plaats H1 , die Ik u en uw vaderen H5414 H8804 gegeven heb H6213 H8804 , doen H7887 , gelijk als Ik aan Silo H6213 H8804 gedaan heb.

Jeremiah 52:13-15

  13 H8313 H8799 Zo verbrandde hij H1004 het huis H3068 des HEEREN H1004 en het huis H4428 des konings H1004 ; mitsgaders alle huizen H3389 van Jeruzalem H1004 en alle huizen H1419 der groten H8313 H8804 verbrandde hij H784 met vuur.
  14 H2428 En het ganse heir H3778 der Chaldeen H7227 , dat met den overste H2876 der trawanten H5422 H0 was, brak H2346 alle muren H3389 van Jeruzalem H5439 rondom H5422 H8804 af.
  15 H1803 Van de armsten H5971 nu des volks H3499 en het overige H5971 des volks H5892 , die in de stad H7604 H8737 overgelaten waren H5307 H8802 , en de afvalligen H4428 , die tot den koning H894 van Babel H5307 H8804 gevallen waren H3499 , en het overige H527 der menigte H1540 H0 , voerde H5018 Nebuzaradan H7227 , de overste H2876 der trawanten H1540 H8689 , gevankelijk weg.

Lamentations 4:1

  1 H2091 [Aleph]. Hoe is het goud H6004 H8714 [zo] verdonkerd H2896 , het goede H3800 fijne goud H8132 H8799 [zo] veranderd H68 ! [Hoe] zijn de stenen H6944 des heiligdoms H7218 vooraan H2351 op alle straten H8210 H8691 verworpen!

Micah 3:12

  12 H3651 Daarom H1558 , om uwentwil H6726 , zal Sion H7704 [als] een akker H2790 H8735 geploegd worden H3389 , en Jeruzalem H5856 zal [tot] steenhopen H1961 H8799 worden H2022 , en de berg H1004 dezes huizes H1116 tot hoogten H3293 eens wouds.

Luke 21:6

  6 G5023 [Wat] deze dingen G3739 [aangaat], die G2334 G5719 gij aanschouwt G2250 , er zullen dagen G2064 G5695 komen G1722 , in G3739 welke G3756 niet G3037 [een] steen G1909 op G3037 [den] [anderen] steen G863 G5701 zal gelaten worden G3739 , die G3756 niet G2647 G5701 zal worden afgebroken.

Deuteronomy 28:47-48

  47 H3068 Omdat gij den HEERE H430 , uw God H5647 H8804 , niet gediend zult hebben H8057 met vrolijkheid H2898 en goedheid H3824 des harten H7230 , vanwege de veelheid van alles;
  48 H341 H8802 Zo zult gij uw vijanden H3068 , die de HEERE H7971 H8762 onder u zenden zal H5647 H8804 , dienen H7458 , in honger H6772 en in dorst H5903 , en in naaktheid H2640 , en in gebrek H1270 van alles; en Hij zal een ijzeren H5923 juk H6677 op uw hals H5414 H8804 leggen H8045 H8687 , totdat Hij u verdelge.

2 Kings 25:11

  11 H3499 Het overige H5971 nu des volks H5892 , die in de stad H7604 H8737 overgelaten waren H5307 H8802 , en de afvalligen H834 , die H5921 tot H4428 den koning H894 van Babel H5307 H8804 gevallen waren H3499 , en het overige H1995 der menigte H1540 H0 , voerde H5018 Nebuzaradan H7227 , de overste H2876 der trawanten H1540 H8689 , gevankelijk weg.

2 Chronicles 36:22

  22 H259 Maar in het eerste H8141 jaar H3566 van Kores H4428 , koning H6539 van Perzie H3615 H8800 , opdat volbracht wierd H1697 het woord H3068 des HEEREN H6310 , door den mond H3414 van Jeremia H5782 H8689 , verwekte H3068 de HEERE H7307 den geest H3566 van Kores H4428 , koning H6539 van Perzie H6963 , dat hij een stem H5674 H8686 liet doorgaan H3605 door zijn ganse H4438 koninkrijk H1571 , zelfs ook H4385 in geschrift H559 H8800 , zeggende:

Ezra 1:1-11

  1 H259 In het eerste H8141 jaar H3566 nu van Kores H4428 , koning H6539 van Perzie H3615 H8800 , opdat volbracht wierd H1697 het woord H3068 des HEEREN H4480 , uit H6310 den mond H3414 van Jeremia H5782 H8689 , verwekte H3068 de HEERE H7307 den geest H3566 van Kores H4428 , koning H6539 van Perzie H6963 , dat hij een stem H5674 H8686 liet doorgaan H3605 door zijn ganse H4438 koninkrijk H1571 , zelfs ook H4385 in geschrift H559 H8800 , zeggende:
  2 H3541 Zo H559 H8804 zegt H3566 Kores H4428 , koning H6539 van Perzie H3068 : De HEERE H430 , de God H8064 des hemels H3605 , heeft mij alle H4467 koninkrijken H776 der aarde H5414 H8804 gegeven H1931 ; en Hij H6485 H8804 H5921 heeft mij bevolen H1004 Hem een huis H1129 H8800 te bouwen H3389 te Jeruzalem H834 , hetwelk H3063 in Juda is.
  3 H4310 Wie H4480 is onder ulieden van H3605 al H5971 Zijn volk H430 ? Zijn God H1961 H8799 zij H5973 met H5927 H8799 hem, en hij trekke op H3389 naar Jeruzalem H834 , dat H3063 in Juda H1129 H8799 is, en hij bouwe H1004 het huis H3068 des HEEREN H430 , des Gods H3478 van Israel H1931 ; Hij H430 is de God H834 , Die H3389 te Jeruzalem [woont].
  4 H3605 En al H7604 H8737 wie achterblijven zou H4480 in H3605 enige H4725 plaatsen H834 H8033 , waar H1931 hij H1481 H8802 als vreemdeling verkeert H582 , dien zullen de lieden H4725 zijner plaats H5375 H8762 bevorderlijk zijn H3701 met zilver H2091 , en met goud H7399 , en met have H929 , en met beesten H5973 ; benevens H5071 een vrijwillige gave H1004 , voor het huis H430 Gods H834 , Die H3389 te Jeruzalem [woont].
  5 H6965 H8799 Toen maakten zich op H7218 de hoofden H1 der vaderen H3063 van Juda H1144 en Benjamin H3548 , en de priesteren H3881 en de Levieten H3605 , benevens een iegelijk H7307 , wiens geest H430 God H5782 H8689 verwekte H5927 H8800 , dat zij optrokken H1129 H8800 om te bouwen H1004 het huis H3068 des HEEREN H834 , die H3389 te Jeruzalem [woont].
  6 H3605 Allen H5439 nu, die rondom H2388 H8765 hen waren, sterkten H3027 hunlieder handen H3701 met zilveren H3627 vaten H2091 , met goud H7399 , met have H929 , en met beesten H4030 , en met kostelijkheden H905 H5921 ; behalve H3605 alles H5068 H8692 , wat vrijwillig gegeven werd.

Jeremiah 27:7

  7 H1471 En alle volken H1121 zullen hem, en zijn zoon H1121 , en zijns zoons H1121 zoon H5647 H8804 dienen H6256 , totdat ook de tijd H776 zijns eigenen lands H935 H8800 kome H7227 ; dan zullen zich machtige H1471 volken H1419 en grote H4428 koningen H5647 H8804 van hem doen dienen.

Leviticus 25:4-6

  4 H7637 Doch in het zevende H8141 jaar H776 zal voor het land H7676 een sabbat H7677 der rust H7676 zijn, een sabbat H3068 den HEERE H7704 ; uw akker H2232 H8799 zult gij niet bezaaien H3754 en uw wijngaard H2168 H8799 niet besnijden.
  5 H5599 H0 Wat van zelf H7105 van uw oogst H5599 zal gewassen zijn H7114 H8799 , zult gij niet inoogsten H6025 , en de druiven H5139 uwer afzondering H1219 H8799 zult gij niet afsnijden H8141 ; het zal een jaar H7677 der ruste H776 voor het land zijn.
  6 H7676 En de [inkomst] [van] den sabbat H776 des lands H402 zal voor u tot spijze H5650 zijn, voor u, en voor uw knecht H519 , en voor uw dienstmaagd H7916 , en voor uw dagloner H8453 , en voor uw bijwoner H1481 H8802 , die bij u als vreemdelingen verkeren;

Leviticus 26:34-35

  34 H776 Dan zal het land H7676 aan zijn sabbatten H7521 H8799 een welgevallen hebben H3117 , al de dagen H8074 H8715 der verwoesting H776 , en gij zult in het land H341 H8802 uwer vijanden H776 zijn; dan zal het land H7673 H8799 rusten H7676 , en aan zijn sabbatten H7521 H8689 een welgevallen hebben.
  35 H3117 Al de dagen H8074 H8715 der verwoesting H7673 H8799 zal het rusten H7673 H8804 , overmits het niet rustte H7676 in uw sabbatten H3427 H8800 , als gij daarin woondet.

Leviticus 26:43

  43 H776 Als het land H5800 H8735 om hunnentwil zal verlaten zijn geweest H7676 , en aan zijn sabbatten H7521 H8799 een welgevallen gehad hebben H8074 H8715 , wanneer het om hunnentwil verwoest was H5771 , en zij aan de straf hunner ongerechtigheid H7521 H8799 een welgevallen zullen gehad hebben H3282 ; daarom H3282 , en omdat H4941 zij Mijn rechten H3988 H8804 hadden verworpen H5315 , en hun ziel H2708 van Mijn inzettingen H1602 H8804 gewalgd had.

Jeremiah 25:11-12

  11 H776 En dit ganse land H2723 zal worden tot een woestheid H8047 , tot een ontzetting H1471 ; en deze volken H4428 zullen den koning H894 van Babel H5647 H8804 dienen H7657 zeventig H8141 jaren.
  12 H7657 Maar het zal geschieden, als de zeventig H8141 jaren H4390 H8800 vervuld zijn H4428 , [dan] zal Ik over den koning H894 van Babel H1471 , en over dat volk H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H5771 , hun ongerechtigheid H6485 H8799 bezoeken H776 , mitsgaders over het land H3778 der Chaldeen H7760 H8804 , en zal dat stellen H5769 tot eeuwige H8077 verwoestingen.

Jeremiah 26:6-7

  6 H1004 Zo zal Ik dit huis H5414 H8804 stellen H7887 als Silo H5892 , en deze stad H5414 H8799 zal Ik stellen H7045 tot een vloek H1471 allen volken H776 der aarde.
  7 H3548 En de priesters H5030 , en de profeten H5971 , en al het volk H8085 H8799 , hoorden H3414 Jeremia H1697 deze woorden H1696 H8764 spreken H1004 in het huis H3068 des HEEREN.

Jeremiah 27:12-13

  12 H1696 H8765 Daarna sprak ik H6667 tot Zedekia H4428 , den koning H3063 van Juda H1697 , naar al deze woorden H559 H8800 , zeggende H935 H8685 : Brengt H6677 uw halzen H5923 onder het juk H4428 des konings H894 van Babel H5647 H8798 , en dient H5971 hem en zijn volk H2421 H8798 , zo zult gij leven.
  13 H4191 H8799 Waarom zoudt gij sterven H5971 , gij en uw volk H2719 door het zwaard H7458 , door den honger H1698 en door de pestilentie H3068 , gelijk als de HEERE H1696 H8765 gesproken heeft H1471 van het volk H4428 , dat den koning H894 van Babel H5647 H8799 niet zal dienen.

Jeremiah 29:10

  10 H559 H8804 Want zo zegt H3068 de HEERE H6310 : Zekerlijk, als H7657 zeventig H8141 jaren H894 te Babel H4390 H8800 zullen vervuld zijn H6485 H8799 , zal Ik ulieden bezoeken H2896 , en Ik zal Mijn goed H1697 woord H6965 H8689 over u verwekken H7725 H8687 , u wederbrengende H4725 tot deze plaats.

Daniel 9:2

  2 H259 In het eerste H8141 jaar H4427 H8800 zijner regering H995 H8804 , merkte ik H1840 , Daniel H5612 , in de boeken H4557 , dat het getal H8141 der jaren H1697 , van dewelke het woord H3068 des HEEREN H5030 tot den profeet H3414 Jeremia H4390 H8763 geschied was, in het vervullen H2723 der verwoestingen H3389 van Jeruzalem H7657 , zeventig H8141 jaren was.

Zechariah 1:4-6

  4 H1961 H8799 Weest H408 niet H1 als uw vaderen H413 , tot H834 dewelke H7223 de vorige H5030 profeten H7121 H8804 riepen H559 H8800 , zeggende H3541 : Alzo H559 H8804 zegt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H7725 H8798 : Bekeert u H4994 toch H4480 van H7451 uw boze H1870 wegen H7451 , en uw boze H4611 handelingen H8085 H8804 ; maar zij hoorden H3808 niet H7181 H8689 , en zij luisterden H3808 niet H413 naar H5002 H8803 Mij, spreekt H3068 de HEERE.
  5 H1 Uw vaderen H346 , waar H1992 zijn die H5030 ? En de profeten H5769 , zullen zij in eeuwigheid H2421 H8799 leven?
  6 H389 Nochtans H1697 Mijn woorden H2706 en Mijn inzettingen H834 , die H5650 Ik Mijn knechten H5030 , den profeten H6680 H8765 , geboden had H1 , hebben zij uw vaders H3808 niet H5381 H8689 getroffen H7725 H8799 ? zodat zij wederkerende H559 H8799 zeiden H834 : Gelijk als H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H2161 H8804 gedacht heeft H6213 H8800 ons te doen H1870 , naar onze wegen H4611 en naar onze handelingen H3651 , alzo H853 heeft Hij met H6213 H8804 ons gedaan.

Zechariah 1:12

  12 H6030 H8799 Toen antwoordde H4397 de Engel H3068 des HEEREN H559 H8799 , en zeide H3068 : HEERE H6635 der heirscharen H5704 ! hoe H4970 lang H859 zult Gij H3808 U niet H7355 H8762 ontfermen H3389 over Jeruzalem H5892 , en over de steden H3063 van Juda H834 , op welke H2194 H8804 Gij gram geweest zijt H2088 , deze H7657 zeventig H8141 jaren?

1 Samuel 26:19

  19 H6258 En nu H113 , mijn heer H4428 de koning H8085 H8799 hore H4994 toch H1697 naar de woorden H5650 zijns knechts H518 . Indien H3068 de HEERE H5496 H8689 u tegen mij aanport H4503 , laat Hem het spijsoffer H7306 H8686 rieken H518 ; maar indien H1121 H120 het mensenkinderen H1992 zijn, zo zijn zij H779 H8803 vervloekt H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN H3588 , dewijl H3117 zij mij heden H1644 H8765 verstoten H4480 , dat ik niet H5596 H8692 mag vastgehecht blijven H5159 in het erfdeel H3068 des HEEREN H559 H8800 , zeggende H3212 H8798 : Ga heen H5647 H8798 , dien H312 andere H430 goden.

1 Kings 11:14

  14 H6965 H8686 Zo verwekte H3068 de HEERE H8010 Salomo H7854 een tegenpartijder H1908 , Hadad H130 , den Edomiet H1931 ; hij H4480 was van H4428 des konings H2233 zaad H123 in Edom.

1 Kings 11:23

  23 H6965 H8686 Ook verwekte H430 God H7854 hem een wederpartijder H7331 , Rezon H1121 , den zoon H450 van Eljada H834 , die H1272 H8804 gevloden was H4480 van H113 zijn heer H1909 Hadad-ezer H4428 , den koning H6678 van Zoba,

1 Chronicles 5:26

  26 H5782 H8686 Zo verwekte H430 de God H3478 Israels H7307 den geest H6322 van Pul H4428 , den koning H804 van Assyrie H7307 , en den geest H8407 van Tiglath-pilneser H4428 , den koning H804 van Assyrie H1540 H8686 , die voerde hen gevankelijk weg H7206 , [te] [weten] de Rubenieten H1425 , en de Gadieten H2677 , en den halven H7626 stam H4519 van Manasse H935 H8686 ; en hij bracht H2477 hen te Halah H2249 , en Habor H2024 , en Hara H5104 , en aan de rivier H1470 Gozan H5704 , tot op H2088 dezen H3117 dag.

2 Chronicles 21:16

  16 H5782 H8686 Zo verwekte H3068 de HEERE H5921 tegen H3088 Joram H7307 den geest H6430 der Filistijnen H6163 en der Arabieren H834 , die H5921 aan H3027 de zijde H3569 der Moren zijn.

2 Chronicles 24:9

  9 H5414 H8799 En men deed H6963 uitroeping H3063 in Juda H3389 en in Jeruzalem H3068 , dat men den HEERE H935 H8687 inbrengen zou H4864 de schatting H4872 van Mozes H5650 , den knecht H430 Gods H5921 , over H3478 Israel H4057 in de woestijn.

2 Chronicles 30:5

  5 H5975 H8686 Zo stelden zij H1697 zulks H6963 , dat men een stem H3605 door gans H3478 Israel H4480 , van H884 Ber-seba H5704 tot H1835 Dan H5674 H8687 , zou laten doorgaan H935 H8800 , opdat zij zouden komen H6453 om het pascha H3068 den HEERE H430 , den God H3478 Israels H6213 H8800 , te houden H3389 in Jeruzalem H3588 ; want H7230 zij hadden het in lang H3808 niet H6213 H8804 gehouden H3789 H8803 , gelijk het geschreven was.

2 Chronicles 36:21

  21 H1697 Opdat het woord H3068 des HEEREN H4390 H8763 vervuld wierd H6310 , door den mond H3414 van Jeremia H5704 , totdat H776 het land H7676 aan zijn sabbatten H7521 H8804 een welgevallen had H7673 H8804 ; het rustte H3605 al H3117 de dagen H8074 H8715 der verwoesting H7657 , totdat de zeventig H8141 jaren H4390 H8763 vervuld waren.

Ezra 1:1-3

  1 H259 In het eerste H8141 jaar H3566 nu van Kores H4428 , koning H6539 van Perzie H3615 H8800 , opdat volbracht wierd H1697 het woord H3068 des HEEREN H4480 , uit H6310 den mond H3414 van Jeremia H5782 H8689 , verwekte H3068 de HEERE H7307 den geest H3566 van Kores H4428 , koning H6539 van Perzie H6963 , dat hij een stem H5674 H8686 liet doorgaan H3605 door zijn ganse H4438 koninkrijk H1571 , zelfs ook H4385 in geschrift H559 H8800 , zeggende:
  2 H3541 Zo H559 H8804 zegt H3566 Kores H4428 , koning H6539 van Perzie H3068 : De HEERE H430 , de God H8064 des hemels H3605 , heeft mij alle H4467 koninkrijken H776 der aarde H5414 H8804 gegeven H1931 ; en Hij H6485 H8804 H5921 heeft mij bevolen H1004 Hem een huis H1129 H8800 te bouwen H3389 te Jeruzalem H834 , hetwelk H3063 in Juda is.
  3 H4310 Wie H4480 is onder ulieden van H3605 al H5971 Zijn volk H430 ? Zijn God H1961 H8799 zij H5973 met H5927 H8799 hem, en hij trekke op H3389 naar Jeruzalem H834 , dat H3063 in Juda H1129 H8799 is, en hij bouwe H1004 het huis H3068 des HEEREN H430 , des Gods H3478 van Israel H1931 ; Hij H430 is de God H834 , Die H3389 te Jeruzalem [woont].

Ezra 1:5

  5 H6965 H8799 Toen maakten zich op H7218 de hoofden H1 der vaderen H3063 van Juda H1144 en Benjamin H3548 , en de priesteren H3881 en de Levieten H3605 , benevens een iegelijk H7307 , wiens geest H430 God H5782 H8689 verwekte H5927 H8800 , dat zij optrokken H1129 H8800 om te bouwen H1004 het huis H3068 des HEEREN H834 , die H3389 te Jeruzalem [woont].

Isaiah 13:3-5

  3 H6942 H8794 Ik heb aan Mijn geheiligden H6680 H8765 bevel gegeven H639 ; ook heb Ik tot Mijn toorn H7121 H8804 geroepen H1368 Mijn helden H5947 , de vrolijken H1346 Mijner hoogheid.
  4 H1995 Er is een ruisende H6963 stem H2022 op de bergen H1823 , gelijk H7227 eens groten H5971 volks H6963 ; een stem H7588 van gedruis H4467 der koninkrijken H622 H8737 , der verzamelde H1471 heidenen H3068 ; de HEERE H6635 der heirscharen H6485 H8764 monstert H6635 H4421 het krijgsheir.
  5 H935 H8802 Zij komen H4801 uit verren H776 lande H7097 , van het einde H8064 des hemels H3068 ; de HEERE H3627 en de instrumenten H2195 Zijner gramschap H776 , om dat ganse land H2254 H8763 te verderven.

Isaiah 13:17-18

  17 H4074 Ziet, Ik zal de Meden H5782 H8688 tegen hen verwekken H3701 , die het zilver H2803 H8799 niet zullen achten H2091 , en aan het goud H2654 H8799 zullen zij geen lust hebben.
  18 H7198 Maar [hun] bogen H5288 zullen de jongelingen H7376 H8762 verpletteren H7355 H8762 , en zij zullen zich niet ontfermen H6529 over de vrucht H990 des buiks H5869 ; hun oog H1121 zal de kinderen H2347 H8799 niet verschonen.

Isaiah 44:28-45:5

  28 H3566 Die van Cores H559 H8802 zegt H7462 H8802 : Hij is Mijn herder H2656 , en hij zal al Mijn welgevallen H7999 H8686 volbrengen H559 H8800 ; zeggende H3389 ook tot Jeruzalem H1129 H8735 : Word gebouwd H1964 ; en [tot] den tempel H3245 H8735 : Word gegrond.

Jeremiah 25:12

  12 H7657 Maar het zal geschieden, als de zeventig H8141 jaren H4390 H8800 vervuld zijn H4428 , [dan] zal Ik over den koning H894 van Babel H1471 , en over dat volk H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H5771 , hun ongerechtigheid H6485 H8799 bezoeken H776 , mitsgaders over het land H3778 der Chaldeen H7760 H8804 , en zal dat stellen H5769 tot eeuwige H8077 verwoestingen.

Jeremiah 25:14

  14 H5647 H8804 Want van hen zullen zich doen dienen H7227 , die ook machtige H1471 volken H1419 en grote H4428 koningen H7999 H8765 zijn; alzo zal Ik hun vergelden H6467 naar hun doen H4639 , en naar het werk H3027 hunner handen.

Jeremiah 32:42-44

  42 H559 H8804 Want zo zegt H3068 de HEERE H5971 : Gelijk als Ik over dit volk H935 H8689 gebracht heb H1419 al dit grote H7451 kwaad H935 H8688 , alzo zal Ik over hen brengen H2896 al het goede H1696 H8802 , dat Ik over hen spreke.
  43 H7704 En er zullen velden H7069 H8738 gekocht worden H776 in dit land H559 H8802 , waarvan gij zegt H8077 : Het is woest H120 , dat er geen mens H929 noch beest H3778 in is; het is in der Chaldeen H3027 hand H5414 H8738 gegeven.
  44 H7704 Velden H3701 zal men voor geld H7069 H8799 kopen H5612 , en de brieven H3789 H8800 onderschrijven H2856 H8800 , en verzegelen H5707 , en getuigen H5749 H8687 doen betuigen H776 , in het land H1144 van Benjamin H5439 , en in de plaatsen rondom H3389 Jeruzalem H5892 , en in de steden H3063 van Juda H5892 , en in de steden H2022 van het gebergte H5892 , en in de steden H8219 der laagte H5892 , en in de steden H5045 van het zuiden H7622 ; want Ik zal hun gevangenis H7725 H8686 wenden H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE.

Jeremiah 33:10-14

  10 H559 H8804 Alzo zegt H3068 de HEERE H4725 : In deze plaats H559 H8802 (waarvan gij zegt H2720 : Zij is woest H120 , dat er geen mens H929 en geen beest H5892 in is), in de steden H3063 van Juda H2351 , en op de straten H3389 van Jeruzalem H8074 H8737 , die [zo] verwoest zijn H120 , dat er geen mens H3427 H8802 , en geen inwoner H929 , en geen beest H8085 H8735 in is, zal wederom gehoord worden,
  11 H6963 De stem H8342 der vrolijkheid H6963 en de stem H8057 der blijdschap H6963 , de stem H2860 des bruidegoms H6963 en de stem H3618 der bruid H6963 , de stem H559 H8802 dergenen, die zeggen H3034 H8685 : Looft H3068 den HEERE H6635 der heirscharen H3068 , want de HEERE H2896 is goed H2617 , want Zijn goedertierenheid H5769 is in eeuwigheid H8426 ! [de] [stem] dergenen, die lof H935 H8688 aanbrengen H1004 ten huize H3068 des HEEREN H7622 ; want Ik zal de gevangenis H776 des lands H7725 H8686 wenden H7223 , als in het eerste H559 H8804 , zegt H3068 de HEERE.
  12 H559 H8804 Zo zegt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H4725 : In deze plaats H2720 , die [zo] woest H120 is, dat er geen mens H929 , zelfs tot het vee H5892 toe, in is, mitsgaders in al derzelver steden H5116 , zullen wederom woningen H7462 H8802 zijn van herderen H6629 , die de kudden H7257 H8688 doen legeren.
  13 H5892 In de steden H2022 van het gebergte H5892 , in de steden H8219 der laagte H5892 , en in de steden H5045 van het zuiden H776 , en in het land H1144 van Benjamin H5439 , en in de plaatsen rondom H3389 Jeruzalem H5892 , en in de steden H3063 van Juda H6629 , zullen de kudden H3027 wederom onder de handen H4487 H8802 des tellers H5674 H8799 doorgaan H559 H8804 , zegt H3068 de HEERE.
  14 H3117 Ziet, de dagen H935 H8802 komen H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H2896 , dat Ik het goede H1697 woord H6965 H8689 verwekken zal H1004 , dat Ik tot het huis H3478 van Israel H1004 en over het huis H3063 van Juda H1696 H8765 gesproken heb.

Daniel 10:1

  1 H7969 In het derde H8141 jaar H3566 van Kores H4428 , den koning H6539 van Perzie H1840 , werd aan Daniel H8034 , wiens naam H7121 H8738 genoemd werd H1095 Beltsazar H1697 , een zaak H1540 H8738 geopenbaard H1697 , en die zaak H571 is de waarheid H1419 , doch [in] een gezetten groten H6635 tijd H995 H8804 ; en hij verstond H1697 die zaak H998 , en hij had verstand H4758 van het gezicht.

Haggai 1:14

  14 H3068 En de HEERE H5782 H8686 verwekte H834 den H7307 geest H2216 van Zerubbabel H1121 , den zoon H7597 van Sealthiel H6346 , den vorst H3063 van Juda H834 , en den H7307 geest H3091 van Josua H1121 , den zoon H3087 van Jozadak H1419 H3548 , den hogepriester H834 , en den H7307 geest H3605 van het ganse H7611 overblijfsel H5971 des volks H935 H8799 ; en zij kwamen H6213 H8799 en maakten H4399 het werk H1004 in het huis H3068 van den HEERE H6635 der heirscharen H430 , hun God.

Hebrews 10:23

  23 G186 Laat ons de onwankelbare G3671 belijdenis G1680 der hoop G2722 G5725 [vast] houden G1063 ; (want G1861 G5666 Die het beloofd heeft G4103 , is getrouw);

1 Chronicles 22:16

  16 H2091 Des gouds H3701 , des zilvers H5178 , en des kopers H1270 , en des ijzers H369 is geen H4557 getal H6965 H8798 ; maak u op H6213 H8798 , en doe H3068 het, en de HEERE H5973 zal met H1961 H8799 u zijn.

1 Chronicles 29:5

  5 H2091 Goud H2091 tot de gouden H3701 , en zilver H3701 tot de zilveren H3605 [vaten], en tot alle H4399 werk H3027 , door de hand H2796 der werkmeesteren H4310 [te] [maken]. En wie H5068 H8693 is er willig H3117 , heden H3027 zijn hand H3068 den HEERE H4390 H8763 te vullen?

Ezra 7:13

  13 H4481 Van mij H2942 wordt bevel H7761 H8752 gegeven H3606 , dat al H5069 H8723 wie vrijwillig is H4437 in mijn koninkrijk H4481 , van H5972 het volk H3479 van Israel H3549 , en van deszelfs priesteren H3879 en Levieten H1946 H8749 , om te gaan H3390 naar Jeruzalem H5974 , dat hij met u H1946 H8748 ga.

Psalms 75:5-7

  5 H7311 H8686 [075:6] Verhoogt H7161 uw hoorn H4791 niet omhoog H1696 H8762 ; spreekt H6277 [niet] met stijven H6677 hals.
  6 H7311 H8687 H8676 [075:7] Want het verhogen H4161 [komt] niet uit het oosten H4628 , noch uit het westen H4057 H2022 , noch uit de woestijn;
  7 H430 [075:8] Maar God H8199 H8802 is Rechter H8213 H8686 ; Hij vernedert H7311 H8686 dezen, en verhoogt genen.

Isaiah 44:26-28

  26 H1697 Die het woord H5650 Zijns knechts H6965 H8688 bevestigt H6098 , en den raad H4397 Zijner boden H7999 H8686 volbrengt H3389 ; Die tot Jeruzalem H559 H8802 zegt H3427 H8714 : Gij zult bewoond worden H5892 ; en tot de steden H3063 van Juda H1129 H8735 : Gij zult herbouwd worden H2723 , en Ik zal haar verwoeste plaatsen H6965 H8787 oprichten.
  27 H6683 Die tot de diepte H559 H8802 zegt H2717 H8798 : Verdroog H5104 , en uw rivieren H3001 H8686 zal Ik verdrogen.
  28 H3566 Die van Cores H559 H8802 zegt H7462 H8802 : Hij is Mijn herder H2656 , en hij zal al Mijn welgevallen H7999 H8686 volbrengen H559 H8800 ; zeggende H3389 ook tot Jeruzalem H1129 H8735 : Word gebouwd H1964 ; en [tot] den tempel H3245 H8735 : Word gegrond.

Daniel 2:21

  21 H8133 H8683 Want Hij verandert H5732 de tijden H2166 en stonden H5709 H0 ; Hij zet H4430 de koningen H5709 H8683 af H6966 H8683 , en Hij bevestigt H4430 de koningen H3052 H8751 ; Hij geeft H2445 den wijzen H2452 wijsheid H4486 , en wetenschap H999 dengenen, die verstand H3046 H8751 hebben;

Daniel 2:37

  37 H607 Gij H4430 , o koning H4430 ! zijt een koning H4430 der koningen H426 ; want de God H8065 des hemels H4437 heeft u een koninkrijk H2632 , macht H8632 , en sterkte H3367 , en eer H3052 H8754 gegeven;

Daniel 4:35

  35 H3606 En al H1753 H8748 de inwoners H772 der aarde H3809 zijn als niets H2804 H8752 geacht H5648 H8751 , en Hij doet H6634 H8749 naar Zijn wil H2429 met het heir H8065 des hemels H1753 H8748 en de inwoners H772 der aarde H383 , en er is H3809 niemand H3028 , die Zijn hand H4223 H8741 afslaan H560 H8748 , of tot Hem zeggen H4101 kan: Wat H5648 H8754 doet Gij?

Daniel 5:18

  18 H607 Wat u H4430 aangaat, o koning H5943 ! de allerhoogste H426 God H2 heeft uw vader H5020 Nebukadnezar H4437 het koninkrijk H7238 , en grootheid H3367 , en eer H1923 , en heerlijkheid H3052 H8754 gegeven;

Zechariah 2:6-7

  6 H1945 Hui H1945 , hui H5127 H8798 , vliedt H4480 toch uit H776 H6828 het Noorderland H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H3588 ; want H853 Ik heb ulieden H6566 H8765 uitgebreid H702 naar de vier H7307 winden H8064 des hemels H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE.
  7 H1945 Hui H6726 , Sion H4422 H8734 ! ontkomt gij H3427 H8802 , die woont H1323 [bij] de dochter H894 van Babel!

Romans 8:31

  31 G5101 Wat G3767 zullen wij dan G4314 tot G5023 deze dingen G2046 G5692 zeggen G1487 ? Zo G2316 God G5228 voor G2257 ons G5101 is, wie G2596 zal tegen G2257 ons zijn?

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.