1 Samuel 26:19

DSV_Strongs(i)
  19 H6258 En nu H113 , mijn heer H4428 de koning H8085 H8799 hore H4994 toch H1697 naar de woorden H5650 zijns knechts H518 . Indien H3068 de HEERE H5496 H8689 u tegen mij aanport H4503 , laat Hem het spijsoffer H7306 H8686 rieken H518 ; maar indien H1121 H120 het mensenkinderen H1992 zijn, zo zijn zij H779 H8803 vervloekt H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN H3588 , dewijl H3117 zij mij heden H1644 H8765 verstoten H4480 , dat ik niet H5596 H8692 mag vastgehecht blijven H5159 in het erfdeel H3068 des HEEREN H559 H8800 , zeggende H3212 H8798 : Ga heen H5647 H8798 , dien H312 andere H430 goden.