DSV_Strongs(i)
19
H6258
En nu
H113
, mijn heer
H4428
de koning
H8085 H8799
hore
H4994
toch
H1697
naar de woorden
H5650
zijns knechts
H518
. Indien
H3068
de HEERE
H5496 H8689
u tegen mij aanport
H4503
, laat Hem het spijsoffer
H7306 H8686
rieken
H518
; maar indien
H1121 H120
het mensenkinderen
H1992
zijn, zo zijn zij
H779 H8803
vervloekt
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H3588
, dewijl
H3117
zij mij heden
H1644 H8765
verstoten
H4480
, dat ik niet
H5596 H8692
mag vastgehecht blijven
H5159
in het erfdeel
H3068
des HEEREN
H559 H8800
, zeggende
H3212 H8798
: Ga heen
H5647 H8798
, dien
H312
andere
H430
goden.