2 Samuel

DSV_Strongs(i)
  1 H1961 H8799 Voorts geschiedde H310 het na H7586 Sauls H4194 dood H1732 , als David H4480 van H5221 H8687 den slag H6002 der Amalekieten H7725 H8804 was wedergekomen H1732 , en David H8147 twee H3117 dagen H6860 te Ziklag H3427 H8799 gebleven was;
  2 H1961 H8799 Zo geschiedde H7992 het op den derden H3117 dag H2009 , dat, ziet H4480 , uit H4264 het heirleger H4480 H5973 van H7586 Saul H376 , een man H935 H8802 kwam H899 , wiens klederen H7167 H8803 gescheurd waren H127 , en aarde H5921 was op H7218 zijn hoofd H1961 H8799 ; en het geschiedde H413 , als hij tot H1732 David H935 H8800 kwam H5307 H8799 , zo viel hij H776 ter aarde H7812 H8691 en boog zich neder.
  3 H1732 En David H559 H8799 zeide H4480 H2088 tot hem: Van H335 waar H935 H8799 komt gij H559 H8799 ? En hij zeide H413 tot H4422 H8738 hem: Ik ben ontkomen H4480 uit H4264 het heirleger H3478 van Israel.
  4 H559 H8799 Voorts zeide H1732 David H413 tot H4100 hem: Wat H1961 H8804 is H1697 de zaak H5046 H8685 ? Verhaal H4994 het mij toch H559 H8799 . En hij zeide H834 , dat H5971 het volk H4480 uit H4421 den strijd H5127 H8804 gevloden was H1571 , en dat er ook H7235 H8687 velen H4480 van H5971 het volk H5307 H8804 gevallen H4191 H8799 en gestorven waren H1571 , dat ook H7586 Saul H1121 en zijn zoon H3083 Jonathan H4191 H8804 dood waren.
  5 H1732 En David H559 H8799 zeide H413 tot H5288 den jongen H5046 H8688 , die hem de boodschap bracht H349 : Hoe H3045 H8804 weet gij H3588 , dat H7586 Saul H4191 H8804 dood is H1121 , en zijn zoon H3083 Jonathan?
  6 H559 H8799 Toen zeide H5288 de jongen H5046 H8688 , die hem de boodschap bracht H7136 H8738 : Ik kwam H7122 H8736 bij geval H2022 op het gebergte H1533 van Gilboa H2009 ; en ziet H7586 , Saul H8172 H8737 leunde H5921 op H2595 zijn spies H2009 ; en ziet H7393 , de wagens H1167 H6571 en ritmeesters H1692 H8689 hielden dicht op hem.
  7 H6437 H8799 Zo zag hij H310 achter H7200 H8799 zich om, en zag H7121 H8799 mij, en hij riep H413 mij H559 H8799 , en ik zeide H2009 : Zie, [hier] ben ik.
  8 H559 H8799 En hij zeide H4310 tot mij: Wie H859 zijt gij H559 H8799 ? En ik zeide H413 tot H595 hem: Ik H6003 ben een Amalekiet.
  9 H559 H8799 Toen zeide hij H413 tot H5975 H8798 mij: Sta H4994 toch H5921 bij H4191 H8786 mij, en dood H3588 mij; want H7661 deze malienkolder H270 H8804 heeft mij opgehouden H3588 ; want H5315 mijn leven H5750 is nog H3605 gans in mij.
  10 H5975 H8799 Zo stond ik H5921 bij H4191 H8787 hem, en doodde H3588 hem; want H3045 H8804 ik wist H3588 , dat H310 hij na H5307 H8800 zijn val H3808 niet H2421 H8799 leven zou H3947 H8799 ; en ik nam H5145 de kroon H834 , die H5921 op H7218 zijn hoofd H685 was, en het armgesmijde H834 , dat H5921 aan H2220 zijn arm H2008 was, en heb ze hier H413 tot H113 mijn heer H935 H8686 gebracht.
  11 H2388 H8686 Toen vatte H1732 David H899 zijn klederen H7167 H8799 en scheurde H1571 ze; desgelijks ook H3605 al H582 de mannen H834 , die H854 met hem waren.
  12 H5594 H8799 En zij weeklaagden H1058 H8799 , en weenden H6684 H8799 , en vastten H5704 tot op H6153 den avond H5921 , over H7586 Saul H5921 en over H3083 Jonathan H1121 , zijn zoon H5921 , en over H5971 het volk H3068 des HEEREN H5921 , en over H1004 het huis H3478 Israels H3588 , omdat H2719 zij door het zwaard H5307 H8804 gevallen waren.
  13 H559 H8799 Voorts zeide H1732 David H413 tot H5288 den jongen H5046 H8688 , die hem de boodschap gebracht had H4480 H2088 : Van H335 waar H859 zijt gij H559 H8799 ? En hij zeide H595 : Ik H1121 ben de zoon H1616 van een vreemden H376 man H6003 , van een Amalekiet.
  14 H1732 En David H559 H8799 zeide H413 tot H349 hem: Hoe H3808 , hebt gij niet H3372 H8804 gevreesd H3027 uw hand H7971 H8800 uit te strekken H4899 , om den gezalfde H3068 des HEEREN H7843 H8763 te verderven?
  15 H1732 En David H7121 H8799 riep H259 een H4480 van H5288 de jongens H559 H8799 , en zeide H5066 H8798 : Treed toe H6293 H8798 , val op hem aan H5221 H8686 . En hij sloeg H4191 H8799 hem, dat hij stierf.
  16 H1732 En David H559 H8799 zeide H413 tot H1818 hem: Uw bloed H5921 zij op H7218 uw hoofd H3588 ; want H6310 uw mond H6030 H8804 heeft tegen u getuigd H559 H8800 , zeggende H595 : ik H4899 heb den gezalfde H3068 des HEEREN H4191 H8790 gedood.
  17 H1732 David H6969 H8787 nu klaagde H2063 deze H7015 klage H5921 over H7586 Saul H5921 en over H3083 Jonathan H1121 , zijn zoon;
  18 H559 H8799 Als hij gezegd had H1121 , dat men den kinderen H3063 van Juda H7198 den boog H3925 H8763 zou leren H2009 ; ziet H3789 H8803 , het is geschreven H5921 in H5612 het boek H3477 des Oprechten.
  19 H6643 O Sieraad H3478 van Israel H5921 , op H1116 uw hoogten H2491 is hij verslagen H349 ; hoe H1368 zijn de helden H5307 H8804 gevallen!
  20 H5046 H8686 Verkondigt H408 het niet H1661 te Gath H1319 H8762 , boodschapt H408 het niet H2351 op de straten H831 van Askelon H6435 H0 ; opdat H1323 de dochters H6430 der Filistijnen H6435 zich niet H8055 H8799 verblijden H6435 H0 , opdat H1323 de dochters H6189 der onbesnedenen H6435 niet H5937 H8799 opspringen van vreugde.
  21 H2022 Gij, bergen H1533 van Gilboa H408 , noch H2919 dauw H408 noch H4306 regen H5921 moet zijn op H7704 u, noch velden H8641 der hefofferen H3588 ; want H8033 aldaar H1368 is der helden H4043 schild H1602 H8738 smadelijk weggeworpen H4043 , het schild H7586 van Saul H1097 , alsof hij niet H4899 gezalfd H8081 ware geweest met olie.
  22 H4480 Van H1818 het bloed H2491 der verslagenen H4480 , van H2459 het vette H1368 der helden H3083 , werd Jonathans H7198 boog H3808 niet H268 achterwaarts H7734 H8738 gedreven H7586 ; en Sauls H2719 zwaard H7725 H0 keerde H3808 niet H7387 ledig H7725 H8799 weder.
  23 H7586 Saul H3083 en Jonathan H157 H8737 , die beminden H5273 , en die liefelijken H2416 in hun leven H4194 , zijn ook in hun dood H3808 niet H6504 H8738 gescheiden H7043 H8804 ; zij waren lichter H4480 dan H5404 arenden H1396 H8804 , zij waren sterker H4480 dan H738 leeuwen.
  24 H1323 Gij, dochteren H3478 Israels H1058 H8798 , weent H413 over H7586 Saul H3847 H8688 ; die u kleedde H5973 met H8144 scharlaken H5730 , met weelde H5716 ; die u sieraad H2091 van goud H5927 H8688 deed dragen H5921 over H3830 uw kleding.
  25 H349 Hoe H1368 zijn de helden H5307 H8804 gevallen H8432 in het midden H4421 van den strijd H3083 ! Jonathan H2491 is verslagen H5921 op H1116 uw hoogten!
  26 H6887 H8804 Ik ben benauwd H5921 om H251 uwentwil, mijn broeder H3083 Jonathan H3966 ! Gij waart mij zeer H5276 H8804 liefelijk H160 ; uw liefde H6381 H8738 was mij wonderlijker H4480 dan H160 liefde H802 der vrouwen.
  27 H349 Hoe H1368 zijn de helden H5307 H8804 gevallen H3627 H4421 , en de krijgswapenen H6 H8799 verloren!