2
H1961 H8799
Zo geschiedde het
H834
, als
H7668
zij den leeftocht
H834
, dien
H4480
zij uit
H4714
Egypte
H935 H8689
gebracht hadden
H3615 H8765 H398 H8800
, opgegeten hadden
H1
, dat hun vader
H413
tot
H559 H8799
hen zeide
H7725 H8798
: Keert wederom
H7666 H8798
, koopt
H4592
ons een weinig
H400
spijze.
3
H559 H8799
Toen sprak
H3063
Juda
H413
tot
H559 H8800
hem, zeggende
H376
: Die man
H5749 H8687
heeft ons op het hoogste
H5749 H8689
betuigd
H559 H8800
, zeggende
H6440
: Gij zult mijn aangezicht
H3808
niet
H7200 H8799
zien
H1115
, tenzij
H251
dat uw broeder
H5973
met u is.
4
H3426
Indien
H3426
gij
H251
onzen broeder
H854
met ons
H7971 H8764
zendt
H3381 H8799
, wij zullen aftrekken
H400
, en u spijze
H7666 H8799
kopen;
5
H518
Maar indien
H369
gij [hem] niet
H7971 H8764
zendt
H3808
, wij zullen niet
H3381 H8799
aftrekken
H3588
; want
H376
die man
H413
heeft tot
H559 H8804
ons gezegd
H6440
: Gij zult mijn aangezicht
H3808
niet
H7200 H8799
zien
H1115
, tenzij
H251
dat uw broeder
H854
met u is.
6
H3478
En Israel
H559 H8799
zeide
H4100
: Waarom
H7489 H8689
hebt gij zo kwalijk aan mij gedaan
H376
, dat gij dien man
H5046 H8687
te kennen gaaft
H5750
, of gij nog
H251
een broeder hadt?
7
H559 H8799
En zij zeiden
H376
: Die man
H7592 H8804
vraagde
H7592 H8800
zeer nauw
H4138
naar ons, en naar onze maagschap
H559 H8800
, zeggende
H2416
: Leeft
H1
uw vader
H5750
nog
H3426
; hebt gij
H251
nog een broeder
H5046 H8686
? Zo gaven wij het hem te kennen
H5921 H6310
, volgens
H428
diezelfde
H1697
woorden
H3045 H8800
; hebben wij juist
H3045 H8799
geweten
H3588
, dat
H559 H8799
hij zeggen zou
H3381 H0
: Brengt
H251
uw broeder
H3381 H8685
af?
8
H559 H8799
Toen zeide
H3063
Juda
H413
tot
H3478
Israel
H1
, zijn vader
H7971 H8798
: Zend
H5288
den jongeling
H854
met
H6965 H8799
mij, zo zullen wij ons opmaken
H3212 H8799
en reizen
H2421 H8799
, opdat wij leven
H3808
en niet
H4191 H8799
sterven
H1571
, noch
H587
wij
H1571
, noch
H589
gij
H1571
, noch
H2945
onze kinderkens.
9
H595
Ik
H6148 H8799
zal borg
H4480
voor hem zijn; van
H3027
mijn hand
H1245 H8762
zult gij hem eisen
H518
; indien
H413
ik hem tot
H3808
u niet
H935 H8689
breng
H6440
en hem voor uw aangezicht
H3322 H8689
stel
H3605
, zo zal ik alle
H3117
dagen
H2398 H8804
tegen u gezondigd hebben!
10
H3588
Want
H3884
hadden wij niet
H4102 H8701
gezuimd
H3588
, voorwaar
H6258
, wij waren alreeds
H2088 H6471
tweemaal
H7725 H8804
wedergekomen.
11
H559 H8799
Toen zeide
H3478
Israel
H1
, hun vader
H413
, tot
H518
hen:
H2063
Is het
H3651 H645
nu alzo
H6213 H8798
, zo doet
H3947 H8798
dit; neemt
H2173
van het loffelijkste
H776
dezes lands
H3627
in uwe vaten
H3381 H8685
, en brengt
H376
dien man
H4503
een geschenk
H4592
henen af: een weinig
H6875
balsem
H4592
, en een weinig
H1706
honig
H5219
, specerijen
H3910
en mirre
H992
, terpentijnnoten
H8247
en amandelen.
12
H3947 H8798
En neemt
H4932
dubbel
H3701
geld
H3027
in uw hand
H7725 H0
; en brengt
H3701
het geld
H6310
, hetwelk in den mond
H572
uwer zakken
H7725 H8716
wedergekeerd is
H7725 H8686
, weder
H3027
in uw hand
H194
; misschien
H1931
is het
H4870
een feil.
13
H3947 H8798
Neemt
H251
ook uw broeder
H6965 H8798
mede, en maakt u op
H7725 H8798
, keert weder
H376
tot dien man.
14
H410
En God
H7706
, de Almachtige
H5414 H8799
, geve
H7356
u barmhartigheid
H6440
voor het aangezicht
H376
van dien man
H312
, dat hij uw anderen
H251
broeder
H1144
en Benjamin
H7971 H8765
met u late gaan
H834
! En mij aangaande
H834
, als
H859
ik
H7921 H8804
van kinderen beroofd ben
H7921 H8804
, zo ben ik beroofd!
15
H582
En die mannen
H3947 H8799
namen
H2063
dat
H4503
geschenk
H3947 H8804
, en namen
H4932
dubbel
H3701
geld
H3027
in hun hand
H1144
, en Benjamin
H6965 H8799
; en zij maakten zich op
H3381 H8799
, en togen af
H4714
naar Egypte
H5975 H8799
, en zij stonden
H3130
voor Jozefs
H6440
aangezicht.
16
H3130
Als Jozef
H1144
Benjamin
H854
met hen
H7200 H8799
zag
H559 H8799
, zo zeide hij
H834
tot dengene, die
H5921
over
H1004
zijn huis
H935 H8685
was: Breng
H582
deze mannen
H1004
naar het huis
H2873 H8800
toe, en slacht
H2874
slachtvee
H3559 H8685
, en maak [het] gereed
H3588
; want
H582
deze mannen
H6672
zullen te middag
H854
met
H398 H8799
mij eten.
17
H376
De man
H6213 H8799
nu deed
H834
, gelijk
H3130
Jozef
H559 H8804
gezegd had
H376
; en de man
H935 H8686
bracht
H582
deze mannen
H1004
in het huis
H3130
van Jozef.
18
H3372 H8799
Toen vreesden
H582
deze mannen
H3588
, omdat
H1004
zij in het huis
H3130
van Jozef
H935 H8717
gebracht werden
H559 H8799
, en zeiden
H5921
: Ter
H1697
oorzake
H3701
van het geld
H8462
, dat in het begin
H572
in onze zakken
H7725 H8802
wedergekeerd is
H587
, worden wij
H935 H8716
ingebracht
H1556 H8705 H5921
, opdat hij ons overrompele
H5307 H8692 H5921
en ons overvalle
H853
, en ons
H5650
tot slaven
H3947 H8800
neme
H2543
, met onze ezelen.
19
H5066 H8799
Daarom naderden zij
H413
tot
H376
dien man
H834
, die
H5921
over
H1004
het huis
H3130
van Jozef
H1696 H8762
was, en zij spraken
H413
tot
H6607
hem aan de deur
H1004
van het huis.
20
H559 H8799
En zij zeiden
H994
: Och
H113
, mijn heer
H8462
! wij waren in het begin
H3381 H8800
gewisselijk
H3381 H8804
afgekomen
H400
, om spijze
H7666 H8800
te kopen.
21
H1961 H8799
Het is nu geschied
H3588
, als
H413
wij in
H4411
de herberg
H935 H8804
gekomen waren
H572
, en wij onze zakken
H6605 H8799
opendeden
H2009
, zie
H376
, zo was ieders mans
H3701
geld
H6310
in den mond
H572
van zijn zak
H3701
, ons geld
H4948
in zijn gewicht
H853
; en wij hebben hetzelve
H7725 H8686
wedergebracht
H3027
in onze hand.
22
H312
Wij hebben ook ander
H3701
geld
H3027
in onze hand
H3381 H8689
afgebracht
H400
, om spijze
H7666 H8800
te kopen
H3045 H8804
; wij weten
H3808
niet
H4310
, wie
H3701
ons geld
H572
in onze zakken
H7760 H8804
gelegd heeft.
23
H559 H8799
En hij zeide
H7965
: Vrede
H3372 H8799
zij ulieden, vreest
H408
niet
H430
! Uw God
H430
en de God
H1
uws vaders
H4301
heeft u een schat
H572
in uw zakken
H5414 H8804
gegeven
H3701
; uw geld
H413
is tot
H935 H8804
mij gekomen
H3318 H0
. En hij bracht
H8095
Simeon
H413
tot
H3318 H8686
hen uit.
24
H935 H8686
Daarna bracht
H376
de man
H582
deze mannen
H1004
in het huis
H3130
van Jozef
H5414 H8799
, en hij gaf
H4325
water
H7364 H8799
; en zij wiesen
H7272
hun voeten
H5414 H8799
; hij gaf
H2543
ook aan hun ezelen
H4554
voeder.
25
H3559 H8686
En zij bereidden
H4503
het geschenk
H5704
, totdat
H3130
Jozef
H935 H8800
kwam
H6672
op den middag
H3588
; want
H8085 H8804
zij hadden gehoord
H3588
, dat
H8033
zij aldaar
H3899
brood
H398 H8799
eten zouden.
26
H3130
Als nu Jozef
H1004
te huis
H935 H8799
gekomen was
H935 H8686
, zo brachten zij
H4503
hem het geschenk
H834
, hetwelk
H3027
in hun hand
H1004
was, in het huis
H7812 H8691
, en zij bogen zich
H776
voor hem ter aarde.
27
H7592 H8799
En hij vraagde
H7965
hun naar [hun] welstand
H559 H8799
, en zeide
H7965
: Is het wel
H1
met uw vader
H2205
, den oude
H834
, waarvan
H559 H8804
gij zeidet
H2416
? Leeft hij
H5750
nog?
28
H559 H8799
En zij zeiden
H7965
: Het is wel
H5650
met uw knecht
H1
, onzen vader
H2416
, hij leeft
H5750
nog
H6915 H8799
; en zij neigden het hoofd
H7812 H8691
en bogen zich neder.
29
H5375 H0
En hij hief
H5869
zijn ogen
H5375 H8799
op
H7200 H8799
, en zag
H1144
Benjamin
H251
, zijn broeder
H1121
, den zoon
H517
zijner moeder
H559 H8799
, en zeide
H2088
: Is dit
H6996
uw kleinste
H251
broeder
H834
, waarvan
H413
gij tot
H559 H8804
mij zeidet
H559 H8799
? Daarna zeide hij
H1121
: Mijn zoon
H430
? God
H2603 H8799
zij u genadig!
30
H3130
En Jozef
H4116 H8762
haastte zich
H3588
; want
H7356
zijn ingewand
H3648 H8738
ontstak
H413
jegens
H251
zijn broeder
H1245 H8762
, en hij zocht
H1058 H8800
te wenen
H935 H8799
; en hij ging
H2315
in een kamer
H1058 H8799
, en weende
H8033
aldaar.
31
H7364 H8799
Daarna wies hij
H6440
zijn aangezicht
H3318 H8799
en kwam uit
H662 H8691
; en hij bedwong
H559 H8799
zichzelven, en zeide
H7760 H0
: Zet
H3899
brood
H7760 H8798
op.
32
H7760 H0
En zij richtten
H7760 H8799
voor hem aan
H909
in het bijzonder
H909
, en voor hen in het bijzonder
H4713
; en voor de Egyptenaren
H854
, die met
H398 H8802
hem aten
H909
, in het bijzonder
H3588
; want
H4713
de Egyptenaars
H3201 H8799
mogen
H3808
geen
H3899
brood
H398 H8800
eten
H5680
met de Hebreen
H3588
, dewijl
H1931
zulks
H4714
den Egyptenaren
H8441
een gruwel is.
33
H3427 H8799
En zij zaten
H6440
voor zijn aangezicht
H1060
, de eerstgeborene
H1062
naar zijn eerstgeboorte
H6810
, en de jongere
H6812
naar zijn jonkheid
H8539 H8799
; dies verwonderden zich
H582
de mannen
H376 H413
onder
H7453
elkander.
34
H5375 H8799
En hij langde
H413
hun
H4864
van de gerechten
H4480 H6440
, die voor
H1144
hem waren; maar Benjamins
H4864
gerecht
H2568 H3027
was vijfmaal
H7235 H8799
groter
H4480
, dan
H4864
de gerechten
H3605
van hen allen
H8354 H8799
. En zij dronken
H7937 H8799
, en zij werden dronken
H5973
met hem.