Genesis 43 Cross References - DSV_Strongs

  1 H7458 De honger H3515 nu werd zwaar H776 in dat land;
  2 H1961 H8799 Zo geschiedde het H834 , als H7668 zij den leeftocht H834 , dien H4480 zij uit H4714 Egypte H935 H8689 gebracht hadden H3615 H8765 H398 H8800 , opgegeten hadden H1 , dat hun vader H413 tot H559 H8799 hen zeide H7725 H8798 : Keert wederom H7666 H8798 , koopt H4592 ons een weinig H400 spijze.
  3 H559 H8799 Toen sprak H3063 Juda H413 tot H559 H8800 hem, zeggende H376 : Die man H5749 H8687 heeft ons op het hoogste H5749 H8689 betuigd H559 H8800 , zeggende H6440 : Gij zult mijn aangezicht H3808 niet H7200 H8799 zien H1115 , tenzij H251 dat uw broeder H5973 met u is.
  4 H3426 Indien H3426 gij H251 onzen broeder H854 met ons H7971 H8764 zendt H3381 H8799 , wij zullen aftrekken H400 , en u spijze H7666 H8799 kopen;
  5 H518 Maar indien H369 gij [hem] niet H7971 H8764 zendt H3808 , wij zullen niet H3381 H8799 aftrekken H3588 ; want H376 die man H413 heeft tot H559 H8804 ons gezegd H6440 : Gij zult mijn aangezicht H3808 niet H7200 H8799 zien H1115 , tenzij H251 dat uw broeder H854 met u is.
  6 H3478 En Israel H559 H8799 zeide H4100 : Waarom H7489 H8689 hebt gij zo kwalijk aan mij gedaan H376 , dat gij dien man H5046 H8687 te kennen gaaft H5750 , of gij nog H251 een broeder hadt?
  7 H559 H8799 En zij zeiden H376 : Die man H7592 H8804 vraagde H7592 H8800 zeer nauw H4138 naar ons, en naar onze maagschap H559 H8800 , zeggende H2416 : Leeft H1 uw vader H5750 nog H3426 ; hebt gij H251 nog een broeder H5046 H8686 ? Zo gaven wij het hem te kennen H5921 H6310 , volgens H428 diezelfde H1697 woorden H3045 H8800 ; hebben wij juist H3045 H8799 geweten H3588 , dat H559 H8799 hij zeggen zou H3381 H0 : Brengt H251 uw broeder H3381 H8685 af?
  8 H559 H8799 Toen zeide H3063 Juda H413 tot H3478 Israel H1 , zijn vader H7971 H8798 : Zend H5288 den jongeling H854 met H6965 H8799 mij, zo zullen wij ons opmaken H3212 H8799 en reizen H2421 H8799 , opdat wij leven H3808 en niet H4191 H8799 sterven H1571 , noch H587 wij H1571 , noch H589 gij H1571 , noch H2945 onze kinderkens.
  9 H595 Ik H6148 H8799 zal borg H4480 voor hem zijn; van H3027 mijn hand H1245 H8762 zult gij hem eisen H518 ; indien H413 ik hem tot H3808 u niet H935 H8689 breng H6440 en hem voor uw aangezicht H3322 H8689 stel H3605 , zo zal ik alle H3117 dagen H2398 H8804 tegen u gezondigd hebben!
  10 H3588 Want H3884 hadden wij niet H4102 H8701 gezuimd H3588 , voorwaar H6258 , wij waren alreeds H2088 H6471 tweemaal H7725 H8804 wedergekomen.
  11 H559 H8799 Toen zeide H3478 Israel H1 , hun vader H413 , tot H518 hen: H2063 Is het H3651 H645 nu alzo H6213 H8798 , zo doet H3947 H8798 dit; neemt H2173 van het loffelijkste H776 dezes lands H3627 in uwe vaten H3381 H8685 , en brengt H376 dien man H4503 een geschenk H4592 henen af: een weinig H6875 balsem H4592 , en een weinig H1706 honig H5219 , specerijen H3910 en mirre H992 , terpentijnnoten H8247 en amandelen.
  12 H3947 H8798 En neemt H4932 dubbel H3701 geld H3027 in uw hand H7725 H0 ; en brengt H3701 het geld H6310 , hetwelk in den mond H572 uwer zakken H7725 H8716 wedergekeerd is H7725 H8686 , weder H3027 in uw hand H194 ; misschien H1931 is het H4870 een feil.
  13 H3947 H8798 Neemt H251 ook uw broeder H6965 H8798 mede, en maakt u op H7725 H8798 , keert weder H376 tot dien man.
  14 H410 En God H7706 , de Almachtige H5414 H8799 , geve H7356 u barmhartigheid H6440 voor het aangezicht H376 van dien man H312 , dat hij uw anderen H251 broeder H1144 en Benjamin H7971 H8765 met u late gaan H834 ! En mij aangaande H834 , als H859 ik H7921 H8804 van kinderen beroofd ben H7921 H8804 , zo ben ik beroofd!
  15 H582 En die mannen H3947 H8799 namen H2063 dat H4503 geschenk H3947 H8804 , en namen H4932 dubbel H3701 geld H3027 in hun hand H1144 , en Benjamin H6965 H8799 ; en zij maakten zich op H3381 H8799 , en togen af H4714 naar Egypte H5975 H8799 , en zij stonden H3130 voor Jozefs H6440 aangezicht.
  16 H3130 Als Jozef H1144 Benjamin H854 met hen H7200 H8799 zag H559 H8799 , zo zeide hij H834 tot dengene, die H5921 over H1004 zijn huis H935 H8685 was: Breng H582 deze mannen H1004 naar het huis H2873 H8800 toe, en slacht H2874 slachtvee H3559 H8685 , en maak [het] gereed H3588 ; want H582 deze mannen H6672 zullen te middag H854 met H398 H8799 mij eten.
  17 H376 De man H6213 H8799 nu deed H834 , gelijk H3130 Jozef H559 H8804 gezegd had H376 ; en de man H935 H8686 bracht H582 deze mannen H1004 in het huis H3130 van Jozef.
  18 H3372 H8799 Toen vreesden H582 deze mannen H3588 , omdat H1004 zij in het huis H3130 van Jozef H935 H8717 gebracht werden H559 H8799 , en zeiden H5921 : Ter H1697 oorzake H3701 van het geld H8462 , dat in het begin H572 in onze zakken H7725 H8802 wedergekeerd is H587 , worden wij H935 H8716 ingebracht H1556 H8705 H5921 , opdat hij ons overrompele H5307 H8692 H5921 en ons overvalle H853 , en ons H5650 tot slaven H3947 H8800 neme H2543 , met onze ezelen.
  19 H5066 H8799 Daarom naderden zij H413 tot H376 dien man H834 , die H5921 over H1004 het huis H3130 van Jozef H1696 H8762 was, en zij spraken H413 tot H6607 hem aan de deur H1004 van het huis.
  20 H559 H8799 En zij zeiden H994 : Och H113 , mijn heer H8462 ! wij waren in het begin H3381 H8800 gewisselijk H3381 H8804 afgekomen H400 , om spijze H7666 H8800 te kopen.
  21 H1961 H8799 Het is nu geschied H3588 , als H413 wij in H4411 de herberg H935 H8804 gekomen waren H572 , en wij onze zakken H6605 H8799 opendeden H2009 , zie H376 , zo was ieders mans H3701 geld H6310 in den mond H572 van zijn zak H3701 , ons geld H4948 in zijn gewicht H853 ; en wij hebben hetzelve H7725 H8686 wedergebracht H3027 in onze hand.
  22 H312 Wij hebben ook ander H3701 geld H3027 in onze hand H3381 H8689 afgebracht H400 , om spijze H7666 H8800 te kopen H3045 H8804 ; wij weten H3808 niet H4310 , wie H3701 ons geld H572 in onze zakken H7760 H8804 gelegd heeft.
  23 H559 H8799 En hij zeide H7965 : Vrede H3372 H8799 zij ulieden, vreest H408 niet H430 ! Uw God H430 en de God H1 uws vaders H4301 heeft u een schat H572 in uw zakken H5414 H8804 gegeven H3701 ; uw geld H413 is tot H935 H8804 mij gekomen H3318 H0 . En hij bracht H8095 Simeon H413 tot H3318 H8686 hen uit.
  24 H935 H8686 Daarna bracht H376 de man H582 deze mannen H1004 in het huis H3130 van Jozef H5414 H8799 , en hij gaf H4325 water H7364 H8799 ; en zij wiesen H7272 hun voeten H5414 H8799 ; hij gaf H2543 ook aan hun ezelen H4554 voeder.
  25 H3559 H8686 En zij bereidden H4503 het geschenk H5704 , totdat H3130 Jozef H935 H8800 kwam H6672 op den middag H3588 ; want H8085 H8804 zij hadden gehoord H3588 , dat H8033 zij aldaar H3899 brood H398 H8799 eten zouden.
  26 H3130 Als nu Jozef H1004 te huis H935 H8799 gekomen was H935 H8686 , zo brachten zij H4503 hem het geschenk H834 , hetwelk H3027 in hun hand H1004 was, in het huis H7812 H8691 , en zij bogen zich H776 voor hem ter aarde.
  27 H7592 H8799 En hij vraagde H7965 hun naar [hun] welstand H559 H8799 , en zeide H7965 : Is het wel H1 met uw vader H2205 , den oude H834 , waarvan H559 H8804 gij zeidet H2416 ? Leeft hij H5750 nog?
  28 H559 H8799 En zij zeiden H7965 : Het is wel H5650 met uw knecht H1 , onzen vader H2416 , hij leeft H5750 nog H6915 H8799 ; en zij neigden het hoofd H7812 H8691 en bogen zich neder.
  29 H5375 H0 En hij hief H5869 zijn ogen H5375 H8799 op H7200 H8799 , en zag H1144 Benjamin H251 , zijn broeder H1121 , den zoon H517 zijner moeder H559 H8799 , en zeide H2088 : Is dit H6996 uw kleinste H251 broeder H834 , waarvan H413 gij tot H559 H8804 mij zeidet H559 H8799 ? Daarna zeide hij H1121 : Mijn zoon H430 ? God H2603 H8799 zij u genadig!
  30 H3130 En Jozef H4116 H8762 haastte zich H3588 ; want H7356 zijn ingewand H3648 H8738 ontstak H413 jegens H251 zijn broeder H1245 H8762 , en hij zocht H1058 H8800 te wenen H935 H8799 ; en hij ging H2315 in een kamer H1058 H8799 , en weende H8033 aldaar.
  31 H7364 H8799 Daarna wies hij H6440 zijn aangezicht H3318 H8799 en kwam uit H662 H8691 ; en hij bedwong H559 H8799 zichzelven, en zeide H7760 H0 : Zet H3899 brood H7760 H8798 op.
  32 H7760 H0 En zij richtten H7760 H8799 voor hem aan H909 in het bijzonder H909 , en voor hen in het bijzonder H4713 ; en voor de Egyptenaren H854 , die met H398 H8802 hem aten H909 , in het bijzonder H3588 ; want H4713 de Egyptenaars H3201 H8799 mogen H3808 geen H3899 brood H398 H8800 eten H5680 met de Hebreen H3588 , dewijl H1931 zulks H4714 den Egyptenaren H8441 een gruwel is.
  33 H3427 H8799 En zij zaten H6440 voor zijn aangezicht H1060 , de eerstgeborene H1062 naar zijn eerstgeboorte H6810 , en de jongere H6812 naar zijn jonkheid H8539 H8799 ; dies verwonderden zich H582 de mannen H376 H413 onder H7453 elkander.
  34 H5375 H8799 En hij langde H413 hun H4864 van de gerechten H4480 H6440 , die voor H1144 hem waren; maar Benjamins H4864 gerecht H2568 H3027 was vijfmaal H7235 H8799 groter H4480 , dan H4864 de gerechten H3605 van hen allen H8354 H8799 . En zij dronken H7937 H8799 , en zij werden dronken H5973 met hem.

Genesis 12:10

  10 H1961 H8799 En er was H7458 honger H776 in dat land H3381 H0 ; zo toog H87 Abram H3381 H8799 af H4714 naar Egypte H8033 , om daar H1481 H8800 als een vreemdeling te verkeren H3588 , dewijl H7458 de honger H3515 zwaar H776 [was] in dat land.

Genesis 18:13

  13 H3068 En de HEERE H559 H8799 zeide H413 tot H85 Abraham H4100 H2088 : Waarom H8283 heeft Sara H6711 H8804 gelachen H559 H8800 , zeggende H637 : Zou ik ook H552 waarlijk H3205 H8799 baren H589 , nu ik H2204 H8804 oud geworden ben?

Genesis 41:54-57

  54 H7651 En de zeven H8141 jaren H7458 des hongers H2490 H8686 begonnen H935 H8800 aan te komen H834 , gelijk als H3130 Jozef H559 H8804 gezegd had H1961 H8799 . En er was H7458 honger H3605 in al H776 de landen H3605 ; maar in gans H776 H4714 Egypteland H1961 H8804 was H3899 brood.
  55 H3605 Als nu gans H776 H4714 Egypteland H7456 H8799 hongerde H6817 H8799 , riep H5971 het volk H413 tot H6547 Farao H3899 om brood H6547 ; en Farao H559 H8799 zeide H3605 tot alle H4714 Egyptenaren H3212 H8798 : Gaat H413 tot H3130 Jozef H6213 H8799 , doet H834 wat H559 H8799 hij u zegt.
  56 H7458 Als dan honger H5921 H6440 over H3605 het ganse H776 land H1961 H8804 was H6605 H8799 , zo opende H3130 Jozef H3605 alles H834 , waarin H7666 H8799 [iets] was, en verkocht H4714 aan de Egyptenaren H7458 ; want de honger H2388 H8799 werd sterk H776 H4714 in Egypteland.
  57 H3605 En alle H776 landen H935 H8804 kwamen H4714 in Egypte H413 tot H3130 Jozef H7666 H8800 , om te kopen H3588 ; want H7458 de honger H2388 H8804 was sterk H3605 in alle H776 landen.

Genesis 42:5

  5 H935 H8799 Alzo kwamen H3478 Israels H1121 zonen H7666 H8800 om te kopen H8432 onder H935 H8802 degenen, die daar kwamen H3588 ; want H7458 de honger H1961 H8804 was H776 in het land H3667 Kanaan.

Ecclesiastes 9:1-2

  1 H3820 Zekerlijk, dit alles heb ik in mijn hart H5414 H8804 gelegd H952 H8800 , opdat ik dit alles klaarlijk mocht verstaan H6662 , dat de rechtvaardigen H2450 , en de wijzen H5652 , en hun werken H3027 in de hand H430 Gods H1571 zijn; ook H160 liefde H1571 , ook H8135 haat H3045 H8802 , weet H120 de mens H6440 niet [uit] al hetgeen voor zijn aangezicht is.
  2 H259 Alle ding [wedervaart] [hun], gelijk aan alle [anderen]; enerlei H4745 wedervaart H6662 den rechtvaardige H7563 en den goddeloze H2896 , den goede H2889 en den reine H2931 , als den onreine H2076 H8802 ; zo dien, die offert H834 , als dien, die H2076 H8802 niet offert H2896 ; gelijk den goede H2398 H8802 , alzo [ook] den zondaar H7650 H8737 , dien, die zweert H7621 , gelijk dien, die den eed H3373 vreest.

Lamentations 5:10

  10 H5785 Onze huid H3648 H8738 is zwart geworden H8574 gelijk een oven H6440 , vanwege H2152 den geweldigen storm H7458 des hongers.

Acts 7:11-13

  11 G1161 En G2064 G5627 er kwam G3042 een hongersnood G1909 over G3650 het gehele G1093 land G125 van Egypte G2532 en G5477 Kanaan G2532 , en G3173 grote G2347 benauwdheid G2532 ; en G2257 onze G3962 vaders G2147 G5707 vonden G3756 geen G5527 spijs.
  12 G1161 Maar G2384 als Jakob G191 G5660 hoorde G1722 , dat in G125 Egypte G4621 koren G5607 G5752 was G1821 G5656 , zond hij G2257 onze G3962 vaders G4412 de eerste maal uit.
  13 G2532 En G1722 in G1208 de tweede G2501 [reize] werd Jozef G846 zijn G80 broederen G319 G5681 bekend G2532 ; en G1085 het geslacht G2501 van Jozef G1096 G5633 werd G5328 aan Farao G5318 openbaar.

Genesis 42:1-2

  1 H3290 Toen Jakob H7200 H8799 zag H3588 , dat H7668 er koren H4714 in Egypte H3426 was H559 H8799 , zo zeide H3290 Jakob H1121 tot zijn zonen H4100 : Waarom H7200 H8691 ziet gij op elkander?
  2 H559 H8799 Voorts zeide hij H2009 : Ziet H8085 H8804 , ik heb gehoord H3588 , dat H7668 er koren H4714 in Egypte H3426 is H8033 ; trekt daarhenen H3381 H8798 af H7666 H8798 , en koopt H4480 ons [koren] van H8033 daar H2421 H8799 , opdat wij leven H3808 en niet H4191 H8799 sterven.

Genesis 43:4

  4 H3426 Indien H3426 gij H251 onzen broeder H854 met ons H7971 H8764 zendt H3381 H8799 , wij zullen aftrekken H400 , en u spijze H7666 H8799 kopen;

Genesis 43:20

  20 H559 H8799 En zij zeiden H994 : Och H113 , mijn heer H8462 ! wij waren in het begin H3381 H8800 gewisselijk H3381 H8804 afgekomen H400 , om spijze H7666 H8800 te kopen.

Proverbs 15:16

  16 H2896 Beter H4592 is weinig H3374 met de vreze H3068 des HEEREN H7227 , dan een grote H214 schat H4103 , en onrust daarbij.

Proverbs 16:18

  18 H1347 Hovaardigheid H6440 is voor H7667 de verbreking H1363 , en hoogheid H7307 des geestes H6440 voor H3783 den val.

Proverbs 31:16

  16 H2161 H8804 [Zain]. Zij denkt om H7704 een akker H3947 H8799 , en krijgt H6529 hem; van de vrucht H3709 harer handen H5193 H8804 plant zij H3754 een wijngaard.

1 Timothy 5:8

  8 G1161 Doch G1536 zo iemand G2398 de zijnen G2532 , en G3122 voornamelijk G3609 [zijn] huisgenoten G3756 , niet G4306 G5719 verzorgt G4102 , die heeft het geloof G720 G5763 verloochend G2532 , en G2076 G5748 is G5501 erger dan G571 een ongelovige.

1 Timothy 6:6-8

  6 G1161 Doch G2150 de godzaligheid G2076 G5748 is G3173 een groot G4200 gewin G3326 met G841 vergenoeging.
  7 G1063 Want G3762 wij hebben niets G1519 in G2889 de wereld G1533 G5656 gebracht G1212 , het is openbaar G3754 , dat G3761 G wij ook niet G1410 G5736 kunnen G3761 G5100 iets G1627 G5629 daaruit dragen.
  8 G1161 Maar G1305 als wij voedsel G2532 en G4629 deksel G2192 G5723 hebben G5125 , wij zullen daarmede G714 G5701 vergenoegd zijn.

Genesis 42:15-20

  15 H2063 Hierin H974 H8735 zult gij beproefd worden H6547 : [zo] [waarlijk] [als] Farao H2416 leeft H518 ! indien H4480 gij van H2063 hier H3318 H8799 zult uitgaan H3588 , tenzij dan H518 , wanneer H6996 uw kleinste H251 broeder H2008 herwaarts H935 H8800 zal gekomen zijn!
  16 H7971 H8798 Zendt H259 een H4480 uit H251 u, die uw broeder H3947 H8799 hale H859 ; maar weest gijlieden H631 H8734 gevangen H1697 , en uw woorden H974 H8735 zullen beproefd worden H571 , of de waarheid H854 bij u H518 zij; en indien H3808 niet H6547 , [zo] [waarlijk] [als] Farao H2416 leeft H3588 , zo H859 zijt gij H7270 H8764 verspieders!
  17 H622 H8799 En hij zette H853 hen H7969 samen drie H3117 dagen H413 in H4929 bewaring.
  18 H7992 En ten derden H3117 dage H559 H8799 zeide H3130 Jozef H413 tot H6213 H8798 hen: Doet H2063 dit H2421 H8798 , zo zult gij leven H589 ; ik H3373 vrees H430 God.
  19 H518 Zo H859 gij H3651 vroom H259 zijt, zo zij een H251 uwer broederen H631 H8735 gebonden H1004 in het huis H4929 uwer bewaring H3212 H0 ; en gaat H859 gij H3212 H8798 heen H935 H8685 , brengt H7668 het koren H7459 voor den honger H1004 uwer huizen.
  20 H935 H8686 En brengt H6996 uw kleinsten H251 broeder H413 tot H1697 mij, zo zullen uw woorden H539 H8735 waargemaakt worden H3808 ; en gij zult niet H4191 H8799 sterven H6213 H8799 . En zij deden H3651 alzo.

Genesis 42:33-34

  33 H376 En die man H113 , de heer H776 van dat land H559 H8799 , zeide H413 tot H2063 ons: Hieraan H3045 H8799 zal ik bekennen H3588 , dat H589 gijlieden H3651 vroom H3240 H8685 zijt; laat H259 een H251 uwer broederen H854 bij H3947 H8798 mij, en neemt H7459 voor den honger H1004 uwer huizen H3212 H8798 , en trekt heen.
  34 H935 H8685 En brengt H6996 uw kleinsten H251 broeder H413 tot H3045 H8799 mij; zo zal ik weten H3588 , dat H859 gij H3808 geen H7270 H8764 verspieders zijt H3588 , maar H859 dat gij H3651 vroom H251 zijt; uw broeder H5414 H8799 zal ik u wedergeven H776 , en gij zult in dit land H5503 H8799 handelen.

Genesis 43:5

  5 H518 Maar indien H369 gij [hem] niet H7971 H8764 zendt H3808 , wij zullen niet H3381 H8799 aftrekken H3588 ; want H376 die man H413 heeft tot H559 H8804 ons gezegd H6440 : Gij zult mijn aangezicht H3808 niet H7200 H8799 zien H1115 , tenzij H251 dat uw broeder H854 met u is.

Genesis 44:23

  23 H559 H8799 Toen zeidet gij H413 tot H5650 uw knechten H3808 : Indien H6996 uw kleinste H251 broeder H854 met H3808 u niet H3381 H8799 afkomt H6440 , zo zult gij mijn aangezicht H3808 niet H3254 H8686 meer H7200 H8800 zien.

2 Samuel 3:13

  13 H559 H8799 En hij zeide H2896 : Wel H589 , ik H1285 zal een verbond H854 met H3772 H8799 u maken H389 ; doch H259 een H1697 ding H7592 H8802 begeer H595 ik H4480 H854 van H559 H8800 u, zeggende H6440 : Gij zult mijn aangezicht H3808 niet H7200 H8799 zien H3588 H5973 , tenzij dat H4324 gij Michal H7586 , Sauls H1323 dochter H6440 , te voren H935 H8687 inbrengt H935 H8800 , als gij komt H6440 om mijn aangezicht H7200 H8800 te zien.

2 Samuel 14:24

  24 H4428 En de koning H559 H8799 zeide H413 : Dat hij in H1004 zijn huis H5437 H8735 kere H6440 , en mijn aangezicht H3808 niet H7200 H8799 zie H5437 H8735 . Alzo keerde H53 Absalom H413 in H1004 zijn huis H7200 H8804 , en zag H4428 des konings H6440 aangezicht H3808 niet.

2 Samuel 14:28

  28 H3427 H8799 Alzo bleef H53 Absalom H3117 twee H8141 volle jaren H3389 te Jeruzalem H4428 , dat hij des konings H6440 aangezicht H3808 niet H7200 H8804 zag.

2 Samuel 14:32

  32 H53 En Absalom H559 H8799 zeide H413 tot H3097 Joab H2009 : Zie H413 , ik heb tot H7971 H8804 u gezonden H559 H8800 , zeggende H935 H8798 : Kom H2008 herwaarts H853 , dat ik u H413 tot H4428 den koning H7971 H8799 zende H559 H8800 , om te zeggen H4100 : Waarom H4480 ben ik van H1650 Gesur H935 H8804 gekomen H2896 ? Het ware mij goed H589 , dat ik H5750 nog H8033 daar H6258 ware; nu dan H6440 , laat mij het aangezicht H4428 des konings H7200 H8799 zien H518 ; H3426 is er H5771 dan nog een misdaad H4191 H8689 in mij, zo dode hij mij.

Acts 7:34

  34 G1492 G5631 Ik heb merkelijk G1492 G5627 gezien G2561 de mishandeling G3450 Mijns G2992 volks G3588 , dat G1722 in G125 Egypte G2532 is, en G846 Ik heb hun G4726 zuchten G191 G5656 gehoord G2532 en G2597 G5627 ben nedergekomen G846 , om hen G1807 G5641 daaruit te verlossen G2532 ; en G3568 nu G1204 G5773 , kom herwaarts G4571 , Ik zal u G1519 naar G125 Egypte G649 G5692 zenden.

Acts 20:25

  25 G2532 En G3568 nu G2400 G5628 ziet G1473 , ik G1492 G5758 weet G3754 , dat G5210 gij G3956 allen G1722 G3739 , waar G1330 G5627 ik doorgegaan ben G2784 G5723 , predikende G932 het Koninkrijk G2316 Gods G3450 , mijn G4383 aangezicht G3765 niet meer G3700 G5695 zien zult.

Acts 20:38

  38 G3600 G5746 Zeer bedroefd zijnde G3122 , allermeest G1909 over G3056 het woord G3739 , dat G2046 G5715 hij gezegd had G3754 , dat G846 zij zijn G4383 aangezicht G3765 niet meer G2334 G5721 zien G3195 G5719 zouden G1161 ; en G4311 G5707 zij geleidden G846 hem G1519 naar G4143 het schip.

Genesis 42:38

  38 H559 H8799 Maar hij zeide H1121 : Mijn zoon H5973 zal met H3808 ulieden niet H3381 H8799 aftrekken H3588 ; want H251 zijn broeder H4191 H8804 is dood H1931 , en hij H909 is alleen H7604 H8738 overgebleven H611 ; zo hem een verderf H7122 H8804 ontmoette H1870 op den weg H834 , dien H3212 H8799 gij zult gaan H7872 , zo zoudt gij mijn grauwe haren H3015 met droefenis H7585 ten grave H3381 H8689 doen nederdalen.

Genesis 44:26

  26 H559 H8799 Zo hebben wij gezegd H3808 : Wij zullen niet H3201 H8799 mogen H3381 H8800 aftrekken H518 ; indien H6996 onze kleinste H251 broeder H854 bij H3426 ons is H3381 H8804 , zo zullen wij aftrekken H3588 ; want H6440 wij zullen het aangezicht H376 van dien man H3808 niet H3201 H8799 mogen H7200 H8800 zien H6996 , zo deze onze kleinste H251 broeder H369 H0 niet H854 bij H369 ons is.

Exodus 20:12

  12 H3513 H8761 Eert H1 uw vader H517 en uw moeder H3117 , opdat uw dagen H748 H8686 verlengd worden H127 in het land H3068 , dat u de HEERE H430 uw God H5414 H8802 geeft.

Genesis 42:13

  13 H559 H8799 En zij zeiden H587 : Wij H5650 , uw knechten H8147 H6240 , waren twaalf H251 gebroeders H259 , eens H376 mans H1121 zonen H776 , in het land H3667 Kanaan H2009 ; en zie H6996 , de kleinste H3117 is heden H1 bij onzen vader H259 ; doch de een H369 is niet [meer].

Genesis 43:3

  3 H559 H8799 Toen sprak H3063 Juda H413 tot H559 H8800 hem, zeggende H376 : Die man H5749 H8687 heeft ons op het hoogste H5749 H8689 betuigd H559 H8800 , zeggende H6440 : Gij zult mijn aangezicht H3808 niet H7200 H8799 zien H1115 , tenzij H251 dat uw broeder H5973 met u is.

Genesis 43:27

  27 H7592 H8799 En hij vraagde H7965 hun naar [hun] welstand H559 H8799 , en zeide H7965 : Is het wel H1 met uw vader H2205 , den oude H834 , waarvan H559 H8804 gij zeidet H2416 ? Leeft hij H5750 nog?

Genesis 42:2

  2 H559 H8799 Voorts zeide hij H2009 : Ziet H8085 H8804 , ik heb gehoord H3588 , dat H7668 er koren H4714 in Egypte H3426 is H8033 ; trekt daarhenen H3381 H8798 af H7666 H8798 , en koopt H4480 ons [koren] van H8033 daar H2421 H8799 , opdat wij leven H3808 en niet H4191 H8799 sterven.

Genesis 45:19

  19 H859 Gij H6680 H8795 zijt toch gelast H6213 H8798 : doet H2063 dit H3947 H8798 , neemt H4480 u uit H776 H4714 Egypteland H5699 wagenen H2945 voor uw kinderkens H802 , en voor uw vrouwen H5375 H8804 , en voert H1 uw vader H935 H8804 , en komt.

Genesis 50:8

  8 H3605 Daartoe het ganse H1004 huis H3130 van Jozef H251 , en zijn broeders H1004 , en het huis H1 zijns vaders H7535 ; alleen H2945 hun kleine kinderen H6629 , en hun schapen H1241 , en hun runderen H5800 H8804 lieten zij H776 in het land H1657 Gosen.

Genesis 50:21

  21 H6258 Nu dan H3372 H8799 , vreest H408 niet H595 ! Ik H853 zal u H2945 en uw kleine kinderen H3557 H8770 onderhouden H5162 H8762 . Zo troostte hij H853 hen H1696 H8762 , en sprak H5921 naar H3820 hun hart.

Numbers 14:31

  31 H2945 En uw kinderkens H559 H8804 , waarvan gij zeidet H957 : Zij zullen ten roof H935 H8689 worden! die zal Ik daarin brengen H3045 H8804 , en die zullen bekennen H776 dat land H3988 H8804 , hetwelk gij smadelijk verworpen hebt.

Deuteronomy 33:6

  6 H7205 Dat Ruben H2421 H8799 leve H4191 H8799 , en niet sterve H4962 , en dat zijn lieden H4557 [van] getal zijn!

2 Kings 7:4

  4 H518 Indien H559 H8804 wij zeggen H5892 : Laat ons in de stad H935 H8799 komen H7458 , zo is de honger H5892 in de stad H8033 , en wij zullen daar H4191 H8804 sterven H518 , en indien H6311 wij hier H3427 H8804 blijven H4191 H8804 , wij zullen ook sterven H6258 ; nu dan H3212 H8798 , komt H413 , en laat ons in H4264 het leger H758 der Syriers H5307 H8799 vallen H518 ; indien H2421 H8762 zij ons laten leven H2421 H8799 , wij zullen leven H518 ; en indien H4191 H8686 zij ons doden H4191 H8804 , wij zullen maar sterven.

2 Kings 7:13

  13 H6030 H8799 Toen antwoordde H259 een H4480 van H5650 zijn knechten H559 H8799 , en zeide H4994 : Dat men toch H3947 H8799 neme H2568 vijf H4480 van H7604 H8737 de overige H5483 paarden H834 , die H7604 H8738 hierbinnen overgebleven zijn H2009 (zie H3605 , zij zijn als de gehele H1995 menigte H3478 der Israelieten H834 , die H7604 H8738 hierbinnen overgebleven zijn H2009 ; zie H3605 , zij zijn als H1995 de gehele menigte H3478 der Israelieten H834 , die H8552 H8804 vergaan zijn H7971 H8799 ), laat ons die zenden H7200 H8799 , en zien.

Ezra 8:21

  21 H7121 H0 Toen riep ik H8033 aldaar H6685 een vasten H7121 H8799 uit H5921 aan H5104 de rivier H163 Ahava H6031 H8692 , opdat wij ons verootmoedigden H6440 voor het aangezicht H430 onzes Gods H4480 , om van H1245 H8763 Hem te verzoeken H3477 een rechten H1870 weg H2945 , voor ons, en voor onze kinderkens H3605 , en voor al H7399 onze have.

Psalms 118:17

  17 H4191 H8799 Ik zal niet sterven H2421 H8799 , maar leven H4639 ; en ik zal de werken H3050 des HEEREN H5608 H8762 vertellen.

Genesis 9:5

  5 H389 En voorwaar H1818 , Ik zal uw bloed H5315 , [het] [bloed] uwer zielen H1875 H8799 eisen H4480 ; van H3027 de hand H3605 van alle H2416 gedierte H1875 H8799 zal Ik het eisen H4480 ; ook van H3027 de hand H120 des mensen H4480 , van H3027 de hand H376 eens iegelijken H251 zijns broeders H5315 zal Ik de ziel H120 des mensen H1875 H8799 eisen.

Genesis 31:39

  39 H2966 Het verscheurde H595 heb ik H413 tot H3808 u niet H935 H8689 gebracht H2398 H8762 ; ik heb het geboet H4480 ; gij hebt het van H3027 mijn hand H1245 H8762 geeist H3117 , het ware des daags H1589 H8803 gestolen H3915 , of des nachts H1589 H8803 gestolen.

Genesis 42:37

  37 H559 H8799 Toen sprak H7205 Ruben H413 tot H1 zijn vader H559 H8800 , zeggende H4191 H8686 : Dood H8147 twee H1121 mijner zonen H518 , zo H413 ik hem tot H3808 u niet H935 H8686 wederbreng H5414 H8798 ; geef H853 hem H5921 in H3027 mijn hand H413 , en ik zal hem weder tot H7725 H8686 u brengen!

Genesis 44:32-33

  32 H3588 Want H5650 uw knecht H5288 is voor deze jongeling H6148 H8804 borg H4480 H5973 bij H1 mijn vader H559 H8800 , zeggende H518 : Zo H413 ik hem tot H3808 u niet H935 H8686 wederbreng H1 , zo zal ik tegen mijn vader H3605 alle H3117 dagen H2398 H8804 gezondigd hebben!
  33 H6258 Nu dan H4994 , laat toch H5650 uw knecht H8478 voor H5288 dezen jongeling H5650 slaaf H113 van mijn heer H3427 H8799 blijven H5288 , en laat den jongeling H5973 met H251 zijn broederen H5927 H8799 optrekken!

1 Kings 1:21

  21 H1961 H8804 Anders zal het geschieden H113 , als mijn heer H4428 de koning H5973 met H1 zijn vaderen H7901 H8800 zal ontslapen zijn H589 , dat ik H1121 en mijn zoon H8010 Salomo H2400 [als] zondaars H1961 H8704 zullen zijn.

Job 17:3

  3 H7760 H0 Zet H4994 toch H7760 H8798 bij H6148 H8798 , stel mij een borg H5973 bij H3410 U; wie H1931 zal hij H3027 zijn? Dat in mijn hand H8628 H8735 geklapt worde.

Psalms 119:122

  122 H6148 H8798 Wees borg H5650 voor Uw knecht H2896 ten goede H2086 ; laat de hovaardigen H6231 H8799 mij niet onderdrukken.

Ezekiel 3:18

  18 H7563 Als Ik tot den goddeloze H559 H8800 zeg H4191 H8800 : Gij zult den dood H4191 H8799 sterven H2094 H8689 , en gij waarschuwt H1696 H8765 hem niet, en spreekt H7563 niet, om den goddeloze H7563 van zijn goddelozen H1870 weg H2094 H8687 te waarschuwen H2421 H8763 , opdat gij hem in het leven behoudt H7563 ; die goddeloze H5771 zal in zijn ongerechtigheid H4191 H8799 sterven H1818 , maar zijn bloed H3027 zal Ik van uw hand H1245 H8762 eisen.

Ezekiel 3:20

  20 H6662 Als ook een rechtvaardige H6664 zich van zijn gerechtigheid H7725 H8800 afkeert H5766 , en onrecht H6213 H8804 doet H4383 , en Ik een aanstoot H6440 voor zijn aangezicht H5414 H8804 leg H4191 H8799 , hij zal sterven H2094 H8689 ; omdat gij hem niet gewaarschuwd hebt H2403 , zal hij in zijn zonde H4191 H8799 sterven H6666 , en zijn gerechtigheden H6213 H8804 , die hij gedaan heeft H2142 H8735 , zullen niet gedacht worden H1818 ; maar zijn bloed H3027 zal Ik van uw hand H1245 H8762 eisen.

Ezekiel 33:6

  6 H6822 H8802 Wanneer daarentegen de wachter H2719 het zwaard H7200 H8799 ziet H935 H8802 komen H8628 H8804 , en blaast H7782 niet met de bazuin H5971 , zodat het volk H2094 H8737 niet is gewaarschuwd H2719 ; en het zwaard H935 H8799 komt H3947 H0 , en neemt H5315 een ziel H3947 H8799 uit hen weg H5771 ; die is [wel] in zijn ongerechtigheid H3947 H8738 weggenomen H1818 , maar zijn bloed H3027 zal Ik van des hand H6822 H8802 des wachters H1875 H8799 eisen.

Ezekiel 33:8

  8 H7563 Als Ik tot den goddeloze H559 H8800 zeg H7563 : O goddeloze H4191 H8800 , gij zult den dood H4191 H8799 sterven H1696 H8765 ! en gij spreekt H7563 niet, om den goddeloze H1870 van zijn weg H2094 H8687 af te manen H7563 ; die goddeloze H5771 zal in zijn ongerechtigheid H4191 H8799 sterven H1818 , maar zijn bloed H3027 zal Ik van uw hand H1245 H8762 eisen.

Luke 11:50

  50 G2443 Opdat G575 van G5026 dit G1074 geslacht G1567 G5686 afgeeist worde G129 het bloed G3956 van al G4396 de profeten G3588 , dat G1632 G5746 vergoten is G575 van G2602 de grondlegging G2889 der wereld af.

Philemon 1:18-19

  18 G1161 En G1487 indien G4571 hij u G5100 iets G91 G5656 verongelijkt heeft G2228 , of G3784 G5719 schuldig is G1677 G , reken G5124 dat G1698 mij G1677 G5720 toe.
  19 G1473 Ik G3972 , Paulus G1125 G5656 , heb het geschreven G1699 met deze mijn G5495 hand G1473 , ik G661 G5692 zal het betalen G3363 ; opdat G4671 ik u G3361 niet G3004 G5725 zegge G3754 , dat G2532 gij ook G4572 uzelven G3427 mij G4359 G5719 daartoe schuldig zijt.

Hebrews 7:22

  22 G2596 Van G5118 een zoveel G2909 beter G1242 verbond G2424 is Jezus G1450 Borg G1096 G5754 geworden.

Genesis 19:16

  16 H4102 H8698 Maar hij vertoefde H2388 H8686 ; zo grepen H582 dan die mannen H3027 zijn hand H3027 , en de hand H802 zijner vrouw H3027 , en de hand H8147 zijner twee H1323 dochteren H2551 , om de verschoning H3068 des HEEREN H5921 over H3318 H0 hem; en zij brachten H3318 H8686 hem uit H3240 H8686 , en stelden H2351 hem buiten H5892 de stad.

Genesis 32:13-21

  13 H3885 H8799 En hij vernachtte H8033 aldaar H1931 dienzelfden H3915 nacht H3947 H8799 ; en hij nam H4480 van H3027 hetgeen, dat hem in zijn hand H935 H8802 kwam H4503 , een geschenk H6215 voor Ezau H251 zijn broeder;
  14 H3967 Tweehonderd H5795 geiten H6242 en twintig H8495 bokken H3967 , tweehonderd H7353 ooien H6242 en twintig H352 rammen;
  15 H7970 Dertig H3243 H8688 zogende H1581 kemelinnen H1121 met haar veulens H705 , veertig H6510 koeien H6235 en tien H6499 varren H6242 , twintig H860 ezelinnen H6235 en tien H5895 jonge ezels.
  16 H5414 H8799 En hij gaf H3027 die in de hand H5650 zijner knechten H5739 , elke H5739 kudde H909 bijzonder H559 H8799 ; en hij zeide H413 tot H5650 zijn knechten H5674 H8798 : Gaat gijlieden door H6440 , voor mijn aangezicht H7760 H8799 , en stelt H7305 ruimte H996 tussen H5739 kudde H996 en tussen H5739 kudde.
  17 H6680 H8762 En hij gebood H7223 de eerste H559 H8800 , zeggende H3588 : Wanneer H6215 Ezau H251 , mijn broeder H6298 H8799 , u ontmoeten zal H7592 H8804 , en u vragen H559 H8800 , zeggende H4310 : Wiens H589 zijt gij H575 ? en waarheen H3212 H8799 gaat gij H4310 ? en wiens H428 zijn deze H6440 voor uw aangezicht?
  18 H559 H8804 Zo zult gij zeggen H1931 : Dat H4503 is een geschenk H5650 van uw knecht H3290 Jakob H7971 H8803 , gezonden H113 tot mijn heer H6215 , tot Ezau H2009 , en zie H1931 , hij H1571 zelf is ook H310 achter ons!
  19 H6680 H8762 En hij gebood H1571 ook H8145 den tweede H1571 , ook H7992 den derde H1571 , ook H3605 allen H5739 , die de kudden H1980 H8802 H310 nagingen H559 H8800 , zeggende H2088 : Naar ditzelfde H1697 woord H1696 H8762 zult gij spreken H413 tot H6215 Ezau H853 , als gij hem H4672 H8800 vinden zult.
  20 H1571 En gij zult ook H559 H8804 zeggen H2009 : Zie H5650 , uw knecht H3290 Jakob H310 is achter H3588 ons! Want H559 H8804 hij zeide H6440 : Ik zal zijn aangezicht H3722 H8762 verzoenen H4503 met dit geschenk H6440 , dat voor mijn aangezicht H1980 H8802 gaat H310 H3651 , en daarna H6440 zal ik zijn aangezicht H7200 H8799 zien H194 ; misschien H6440 zal hij mijn aangezicht H5375 H8799 aannemen.
  21 H5674 H8799 Alzo ging H4503 dat geschenk H5921 heen voor H6440 zijn aangezicht H1931 ; doch hij H3885 H8804 zelf vernachtte H1931 dienzelfden H3915 nacht H4264 in het leger.

Genesis 33:10

  10 H559 H8799 Toen zeide H3290 Jakob H408 H4994 : Och neen H518 ! indien H4994 ik nu H2580 genade H5869 in uw ogen H4672 H8804 gevonden heb H3947 H8804 , zo neem H4503 mijn geschenk H4480 van H3027 mijn hand H3588 ; daarom H5921 H3651 , omdat H6440 ik uw aangezicht H7200 H8804 gezien heb H430 , als had ik Gods H6440 aangezicht H7200 H8800 gezien H7521 H8799 , en gij welgevallen aan mij genomen hebt.

Genesis 37:25

  25 H3427 H8799 Daarna zaten zij neder H3899 om brood H398 H8800 te eten H5375 H0 , en hieven H5869 hun ogen H5375 H8799 op H7200 H8799 , en zagen H2009 , en ziet H736 , een reisgezelschap H3459 van Ismaelieten H935 H8802 kwam H4480 uit H1568 Gilead H1581 ; en hun kemelen H5375 H8802 droegen H5219 specerijen H6875 en balsem H3910 , en mirre H1980 H8802 , reizende H3381 H8687 , om dat af te brengen H4714 naar Egypte.

Genesis 43:14

  14 H410 En God H7706 , de Almachtige H5414 H8799 , geve H7356 u barmhartigheid H6440 voor het aangezicht H376 van dien man H312 , dat hij uw anderen H251 broeder H1144 en Benjamin H7971 H8765 met u late gaan H834 ! En mij aangaande H834 , als H859 ik H7921 H8804 van kinderen beroofd ben H7921 H8804 , zo ben ik beroofd!

Leviticus 20:24

  24 H559 H8799 En Ik heb u gezegd H127 : Gij zult hun land H3423 H8799 erfelijk bezitten H5414 H8799 , en Ik zal u dat geven H3423 H8800 , opdat gij hetzelve erfelijk bezit H776 , een land H2100 H8802 vloeiende H2461 van melk H1706 en honig H3068 ; Ik ben de HEERE H430 , uw God H5971 , Die u van de volken H914 H8689 afgezonderd heb!

Deuteronomy 33:14

  14 H4022 En van de uitnemendste H8393 inkomsten H8121 der zon H4022 , en van de uitnemendste H1645 voortzetting H3391 der maan;

1 Samuel 9:7

  7 H559 H8799 Toen zeide H7586 Saul H5288 tot zijn jongen H2009 : Maar zie H3212 H8799 , zo wij gaan H4100 , wat H376 zullen wij toch dien man H935 H8686 brengen H3588 ? Want H3899 het brood H235 H8804 is weg H4480 uit H3627 onze vaten H369 , en wij hebben geen H8670 gaven H376 , om den man H430 Gods H935 H8687 te brengen H4100 ; wat H854 hebben wij?

1 Samuel 25:27

  27 H6258 En nu H2063 , dit H1293 is de zegen H834 , dien H8198 uw dienstmaagd H113 mijn heer H935 H8689 toegebracht heeft H5414 H8738 , dat hij gegeven worde H5288 den jongelingen H113 , die mijns heren H7272 voetstappen H1980 H8693 nawandelen.

1 Kings 4:21

  21 H8010 En Salomo H1961 H8804 was H4910 H8802 heersende H3605 over al H4467 de koninkrijken H4480 , van H5104 de rivier H776 [tot] het land H6430 der Filistijnen H5704 , en tot H1366 aan de landpale H4714 van Egypte H5066 H8688 ; die brachten H4503 geschenken H5647 H8802 , en dienden H8010 Salomo H3605 al H3117 de dagen H2416 zijns levens.

1 Kings 10:15

  15 H909 Behalve H4480 dat van H582 H8446 H8802 de kramers H4536 was, en van den handel H7402 H8802 der kruideniers H3605 , en van alle H4428 koningen H6153 van Arabie H6346 , en van de geweldigen H776 van dat land.

1 Kings 10:25

  25 H1992 En zij H935 H8688 brachten H376 een ieder H4503 zijn geschenk H3701 , zilveren H3627 vaten H2091 , en gouden H3627 vaten H8008 , en klederen H5402 , en harnas H1314 , en specerijen H5483 , paarden H6505 en muilezelen H1697 , elk ding H8141 van jaar H8141 tot jaar.

1 Kings 15:19

  19 H1285 Er is een verbond H996 tussen H996 mij en tussen H996 u, tussen H1 mijn vader H996 en tussen H1 uw vader H2009 ; zie H7971 H8804 , ik zend H7810 u een geschenk H3701 , zilver H2091 en goud H3212 H8798 ; ga heen H6565 H0 , maak H1285 uw verbond H6565 H8685 te niet H1201 met Baesa H4428 , den koning H3478 van Israel H5927 H8799 , dat hij aftrekke H4480 van H5921 tegen mij.

2 Kings 8:8

  8 H559 H8799 Toen zeide H4428 de koning H413 tot H2371 Hazael H3947 H8798 : Neem H4503 een geschenk H3027 in uw hand H3212 H8798 , en ga H376 den man H430 Gods H7125 H8800 tegemoet H1875 H8804 ; en vraag H4480 door H854 hem H3068 den HEERE H559 H8800 , zeggende H4480 : Zal ik van H2088 deze H2483 krankheid H2421 H8799 genezen?

2 Kings 16:8

  8 H271 En Achaz H3947 H8799 nam H3701 het zilver H2091 en het goud H1004 , dat in het huis H3068 des HEEREN H214 , en in de schatten H1004 van het huis H4428 des konings H4672 H8737 gevonden werd H7971 H8799 , en hij zond H4428 den koning H804 van Assyrie H7810 een geschenk.

2 Kings 20:12

  12 H1931 Te dier H6256 tijd H7971 H8804 zond H1255 Berodach Baladan H1121 de zoon H1081 van Baladan H4428 , de koning H894 van Babel H5612 , brieven H4503 en een geschenk H413 aan H2396 Hizkia H3588 ; want H8085 H8804 hij had gehoord H3588 , dat H2396 Hizkia H2470 H8804 krank geweest was.

Esther 4:16

  16 H3212 H8798 Ga H3664 H8798 , vergader H3605 al H3064 de Joden H7800 , die te Susan H4672 H8737 gevonden worden H6684 H8798 , en vast H5921 voor H398 H8799 H408 mij, en eet H8354 H8799 of drinkt H408 niet H7969 , in drie H3117 dagen H3915 , nacht H3117 noch dag H589 ; ik H5291 en mijn jonge dochters H1571 zullen ook H3651 alzo H6684 H8799 vasten H3651 , en alzo H413 zal ik tot H4428 den koning H935 H8799 ingaan H834 , hetwelk H3808 niet H1881 naar de wet H834 is. Wanneer H6 H8804 ik dan omkome H6 H8804 , zo kom ik om.

Psalms 68:29

  29 H1964 [068:30] Om Uws tempels H3389 wil te Jeruzalem H4428 , zullen U de koningen H7862 geschenk H2986 H8686 toebrengen.

Psalms 72:10

  10 H4428 De koningen H8659 van Tharsis H339 en de eilanden H4503 zullen geschenken H7725 H8686 aanbrengen H4428 ; de koningen H7614 van Scheba H5434 en Seba H814 zullen vereringen H7126 H8686 toevoeren.

Psalms 76:11

  11 H5087 H8798 [076:12] Doet geloften H7999 H8761 en betaalt H3068 ze den HEERE H430 , uw God H5439 , gij allen, die rondom H4172 Hem zijt! Laat hen Dien, Die te vrezen is H7862 , geschenken H2986 H8686 brengen;

Proverbs 17:18

  18 H2638 H3820 Een verstandeloos H120 mens H8628 H8802 klapt H3709 in de hand H6161 , zich borg H6148 H8802 stellende H6440 bij H7453 zijn naaste.

Proverbs 18:16

  16 H4976 De gift H120 des mensen H7337 H8686 maakt hem ruimte H5148 H8686 , en zij geleidt H6440 hem voor het aangezicht H1419 der groten.

Proverbs 19:6

  6 H7227 Velen H2470 H8762 smeken H6440 het aangezicht H5081 des prinsen H7453 ; en een ieder is een vriend H376 desgenen H4976 , die giften geeft.

Proverbs 21:14

  14 H4976 Een gift H5643 in het verborgene H3711 H0 houdt H639 den toorn H3711 H8799 onder H7810 , en een geschenk H2436 in den schoot H5794 de sterke H2534 grimmigheid.

Song of Songs 4:10

  10 H3302 H8804 Hoe schoon H1730 is uw uitnemende liefde H269 , Mijn zuster H3618 , o bruid H2895 H8804 ! hoeveel beter H1730 is uw uitnemende liefde H3196 dan wijn H7381 , en de reuk H8081 uwer olien H1314 dan alle specerijen!

Song of Songs 4:14-5:1

  14 H5373 Nardus H3750 en saffraan H7070 , kalmus H7076 en kaneel H6086 , met allerlei bomen H3828 van wierook H4753 , mirre H174 en aloe H7218 , mitsgaders alle voornaamste H1314 specerijen.

Song of Songs 8:14

  14 H1272 H8798 Kom haastelijk H1730 , mijn Liefste H1819 H8798 ! en wees Gij gelijk H6643 een ree H6082 , of gelijk een welp H354 der herten H2022 op de bergen H1314 der specerijen.

Jeremiah 8:22

  22 H6875 Is er geen balsem H1568 in Gilead H7495 H8802 ? Is er geen heelmeester H3588 aldaar? Want waarom H724 is de gezondheid H1323 der dochter H5971 mijns volks H5927 H8804 niet gerezen?

Ezekiel 27:15

  15 H1121 De kinderen H1719 van Dedan H7402 H8802 waren uw kooplieden H7227 ; vele H339 eilanden H5506 waren de koophandel H3027 uwer hand H7161 ; hoornen H8127 van elpenbeen H1894 en ebbenhout H7725 H8689 gaven zij u weder H814 [tot] een verering.

Ezekiel 27:17

  17 H3063 Juda H776 en het land H3478 Israels H7402 H8802 waren uw kooplieden H2406 ; met tarwe H4511 van Minnit H6436 en Pannag H1706 , en honig H8081 , en olie H6875 , en balsem H5414 H8804 , dreven zij H4627 onderlingen handel met u.

Acts 21:14

  14 G1161 En G3361 als hij zich niet G3982 G5746 liet afraden G2270 G5656 , hielden wij ons tevreden G2036 G5631 , zeggende G2307 : De wil G2962 des Heeren G1096 G5634 geschiede.

Genesis 42:25

  25 H3130 En Jozef H6680 H8762 gebood H3627 , dat men hun zakken H1250 met koren H4390 H8762 vullen zou H3701 , en dat men hun geld H7725 H8687 wederkeerde H376 , een iegelijk H413 in H8242 zijn zak H6720 , en dat men hun teerkost H5414 H8800 gave H1870 tot den weg H6213 H8799 ; en men deed H3651 hun alzo.

Genesis 42:35

  35 H1961 H8799 En het geschiedde H8242 , als zij hun zakken H7324 H8688 ledigden H2009 , ziet H376 , zo had een iegelijk H6872 den bundel H3701 zijns gelds H8242 in zijn zak H7200 H8799 ; en zij zagen H6872 de bundelen H3701 huns gelds H1992 , zij H1 en hun vader H3372 H8799 , en zij waren bevreesd.

Romans 12:17

  17 G591 G5723 Vergeldt G3367 niemand G2556 kwaad G473 voor G2556 kwaad G4306 G5734 . Bezorgt G2570 hetgeen eerlijk G1799 is voor G3956 alle G444 mensen.

Romans 13:8

  8 G3367 Zijt niemand G3367 iets G3784 G5720 schuldig G1508 , dan G240 elkander G25 G5721 lief te hebben G1063 ; want G2087 die den ander G25 G5723 liefheeft G3551 , die heeft de wet G4137 G5758 vervuld.

2 Corinthians 8:21

  21 G4306 G5734 Als die bezorgen G2570 , hetgeen eerlijk G3756 is, niet G3440 alleen G1799 voor G2962 den Heere G235 , maar G2532 ook G1799 voor G444 de mensen.

Philippians 4:8

  8 G3063 Voorts G80 , broeders G3745 , al wat G227 waarachtig G2076 G5748 is G3745 , al wat G4586 eerlijk G3745 is, al wat G1342 rechtvaardig G3745 is, al wat G53 rein G3745 is, al wat G4375 liefelijk G3745 is, al wat G2163 wel luidt G1536 , zo er enige G703 deugd G2532 is, en G1536 zo er enige G1868 lof G3049 G5737 is, bedenkt G5023 datzelve;

1 Thessalonians 4:6

  6 G3361 Dat niemand G846 zijn G80 broeder G5233 G5721 vertrede G2532 , noch G4122 G5721 bedriege G1722 in G4229 [zijn] handeling G1360 ; want G2962 de Heere G1558 is een wreker G4012 over G5130 dit G3956 alles G2531 , gelijk G5213 wij u G2532 ook G4277 G5656 te voren gezegd G2532 en G1263 G5662 betuigd hebben.

1 Thessalonians 5:21

  21 G1381 G5720 Beproeft G3956 alle dingen G2722 G5720 ; behoudt G3588 het G2570 goede.

Hebrews 13:8

  8 G2424 Jezus G5547 Christus G5504 is gisteren G2532 en G4594 heden G846 dezelfde G2532 en G1519 in G165 der eeuwigheid.

Genesis 17:1

  1 H87 Als nu Abram H8672 H8141 negen H8673 en negentig H8141 jaren H1121 oud H1961 H8799 was H7200 H8735 , zo verscheen H3068 de HEERE H413 aan H87 Abram H559 H8799 , en zeide H413 tot H589 hem: Ik H410 ben God H7706 , de Almachtige H1980 H8690 ! Wandel H6440 voor Mijn aangezicht H1961 H8798 , en zijt H8549 oprecht!

Genesis 22:14

  14 H85 En Abraham H7121 H8799 noemde H8034 den naam H1931 van die H4725 plaats H3070 : De HEERE zal het voorzien H834 ! Waarom H3117 heden ten dage H559 H8735 gezegd wordt H2022 : Op den berg H3068 des HEEREN H7200 H8735 zal het voorzien worden!

Genesis 28:3

  3 H410 En God H7706 almachtig H1288 H8762 zegene H853 u H6509 H8686 , en make u vruchtbaar H7235 H8686 , en vermenigvuldige H6951 u, dat gij tot een hoop H5971 volken H1961 H8799 wordt.

Genesis 32:11-28

  11 H5337 H8685 Ruk mij H4994 toch H4480 uit H251 mijns broeders H3027 hand H4480 , uit H6215 Ezau's H3027 hand H3588 ; want H595 ik H3373 vreze H853 hem H6435 , dat hij niet misschien H935 H8799 kome H5221 H8689 , en mij sla H517 , de moeder H5921 met H1121 de zonen!
  12 H589 Gij H559 H8804 hebt immers gezegd H3190 H8687 : Ik zal gewisselijk H5973 bij H3190 H8686 u weldoen H2233 , en Ik zal uw zaad H7760 H8804 stellen H2344 als het zand H3220 der zee H834 , dat H4480 vanwege H7230 de menigte H3808 niet H5608 H8735 geteld kan worden!
  13 H3885 H8799 En hij vernachtte H8033 aldaar H1931 dienzelfden H3915 nacht H3947 H8799 ; en hij nam H4480 van H3027 hetgeen, dat hem in zijn hand H935 H8802 kwam H4503 , een geschenk H6215 voor Ezau H251 zijn broeder;
  14 H3967 Tweehonderd H5795 geiten H6242 en twintig H8495 bokken H3967 , tweehonderd H7353 ooien H6242 en twintig H352 rammen;
  15 H7970 Dertig H3243 H8688 zogende H1581 kemelinnen H1121 met haar veulens H705 , veertig H6510 koeien H6235 en tien H6499 varren H6242 , twintig H860 ezelinnen H6235 en tien H5895 jonge ezels.
  16 H5414 H8799 En hij gaf H3027 die in de hand H5650 zijner knechten H5739 , elke H5739 kudde H909 bijzonder H559 H8799 ; en hij zeide H413 tot H5650 zijn knechten H5674 H8798 : Gaat gijlieden door H6440 , voor mijn aangezicht H7760 H8799 , en stelt H7305 ruimte H996 tussen H5739 kudde H996 en tussen H5739 kudde.
  17 H6680 H8762 En hij gebood H7223 de eerste H559 H8800 , zeggende H3588 : Wanneer H6215 Ezau H251 , mijn broeder H6298 H8799 , u ontmoeten zal H7592 H8804 , en u vragen H559 H8800 , zeggende H4310 : Wiens H589 zijt gij H575 ? en waarheen H3212 H8799 gaat gij H4310 ? en wiens H428 zijn deze H6440 voor uw aangezicht?
  18 H559 H8804 Zo zult gij zeggen H1931 : Dat H4503 is een geschenk H5650 van uw knecht H3290 Jakob H7971 H8803 , gezonden H113 tot mijn heer H6215 , tot Ezau H2009 , en zie H1931 , hij H1571 zelf is ook H310 achter ons!
  19 H6680 H8762 En hij gebood H1571 ook H8145 den tweede H1571 , ook H7992 den derde H1571 , ook H3605 allen H5739 , die de kudden H1980 H8802 H310 nagingen H559 H8800 , zeggende H2088 : Naar ditzelfde H1697 woord H1696 H8762 zult gij spreken H413 tot H6215 Ezau H853 , als gij hem H4672 H8800 vinden zult.
  20 H1571 En gij zult ook H559 H8804 zeggen H2009 : Zie H5650 , uw knecht H3290 Jakob H310 is achter H3588 ons! Want H559 H8804 hij zeide H6440 : Ik zal zijn aangezicht H3722 H8762 verzoenen H4503 met dit geschenk H6440 , dat voor mijn aangezicht H1980 H8802 gaat H310 H3651 , en daarna H6440 zal ik zijn aangezicht H7200 H8799 zien H194 ; misschien H6440 zal hij mijn aangezicht H5375 H8799 aannemen.
  21 H5674 H8799 Alzo ging H4503 dat geschenk H5921 heen voor H6440 zijn aangezicht H1931 ; doch hij H3885 H8804 zelf vernachtte H1931 dienzelfden H3915 nacht H4264 in het leger.
  22 H6965 H8799 En hij stond op H1931 in dienzelfden H3915 nacht H3947 H8799 , en hij nam H8147 zijn twee H802 vrouwen H8147 , en zijn twee H8198 dienstmaagden H6240 H259 , en zijn elf H3206 kinderen H5674 H8799 , en hij toog over H4569 het veer H2999 van de Jabbok.
  23 H3947 H8799 En hij nam H5674 H0 ze, en deed H5158 hen over die beek H5674 H8686 trekken H5674 H8686 ; en hij deed overtrekken H834 hetgeen hij had.
  24 H3290 Doch Jakob H3498 H0 bleef H909 alleen H3498 H8735 over H376 ; en een man H79 H8735 worstelde H5973 met H5704 hem, totdat H7837 de dageraad H5927 H8800 opging.
  25 H7200 H8799 En toen Hij zag H3588 , dat H3808 Hij hem niet H3201 H8804 overmocht H5060 H8799 , roerde H3409 Hij het gewricht zijner heup H3709 aan, zodat het gewricht H3290 van Jakobs H3409 heup H3363 H8799 verwrongen werd H5973 , als Hij met H79 H8736 hem worstelde.
  26 H559 H8799 En Hij zeide H7971 H8761 : Laat Mij gaan H3588 , want H7837 de dageraad H5927 H8804 is opgegaan H559 H8799 . Maar hij zeide H3808 : Ik zal U niet H7971 H8762 laten gaan H3588 H518 , tenzij H1288 H8765 dat Gij mij zegent.
  27 H559 H8799 En Hij zeide H413 tot H4100 hem: Hoe H8034 is uw naam H559 H8799 ? En hij zeide H3290 : Jakob.
  28 H559 H8799 Toen zeide Hij H8034 : Uw naam H5750 zal voortaan H3808 niet H3290 Jakob H559 H8735 heten H3588 H518 , maar H3478 Israel H3588 ; want H8280 H8804 gij hebt u vorstelijk gedragen H5973 met H430 God H5973 en met H582 de mensen H3201 H8799 , en hebt overmocht.

Genesis 35:11

  11 H559 H8799 Voorts zeide H430 God H589 tot hem: Ik H410 ben God H7706 de Almachtige H6509 H8798 ! wees vruchtbaar H7235 H8798 , en vermenigvuldig H1471 ! Een volk H6951 , ja, een hoop H1471 der volken H4480 zal uit H1961 H8799 u worden H4428 , en koningen H4480 zullen uit H2504 uw lenden H3318 H8799 voortkomen.

Genesis 39:21

  21 H3068 Doch de HEERE H1961 H8799 was H3130 met Jozef H5186 H8799 , en wende H2617 [Zijn] goedertierenheid H413 tot H5414 H8799 hem; en gaf H2580 hem genade H5869 in de ogen H8269 van den overste H1004 H5470 van het gevangenhuis.

Genesis 42:24

  24 H5437 H8735 Toen wendde hij zich om H4480 H5921 , van H1058 H8799 hen af, en weende H7725 H8799 ; daarna keerde hij weder H413 tot H1696 H8762 hen, en sprak H413 tot H3947 H8799 hen, en nam H8095 Simeon H4480 H854 van H631 H8799 hen, en bond H853 hem H5869 voor hun ogen.

Genesis 42:36

  36 H559 H8799 Toen zeide H3290 Jakob H1 , hun vader H413 , tot H7921 H8765 hen: Gij berooft H853 mij H3130 van kinderen! Jozef H369 is er niet H8095 , en Simeon H369 is er niet H1144 ; nu zult gij Benjamin H3947 H8799 wegnemen H3605 ! al H1961 H8804 deze dingen zijn H5921 tegen mij!

Ezra 7:27

  27 H1288 H8803 Geloofd H3068 zij de HEERE H430 , de God H1 onzer vaderen H834 , Die H2063 alzulks H3820 in het hart H4428 des konings H5414 H8804 gegeven heeft H6286 H8763 , om te versieren H1004 het huis H3068 des HEEREN H834 , dat H3389 te Jeruzalem is.

Nehemiah 1:11

  11 H577 Och H136 , HEERE H1961 H0 , laat H4994 toch H241 Uw oor H7183 opmerkende H1961 H8799 zijn H413 op H8605 het gebed H5650 Uws knechts H413 , en op H8605 het gebed H5650 Uwer knechten H2655 , die lust hebben H8034 Uw Naam H3372 H8800 te vrezen H5650 ; en doe het toch Uw knecht H3117 heden H6743 H8685 wel gelukken H5414 H8798 , en geef H7356 hem barmhartigheid H6440 voor het aangezicht H2088 dezes H376 mans H589 . Ik H1961 H8804 nu was H4428 des konings H8248 H8688 schenker.

Psalms 37:5-7

  5 H1556 H8798 [Gimel]. Wentel H1870 uw weg H3068 op den HEERE H982 H8798 , en vertrouw H6213 H8799 op Hem; Hij zal het maken;
  6 H6664 En zal uw gerechtigheid H3318 H8689 doen voortkomen H216 als het licht H4941 , en uw recht H6672 als den middag.
  7 H1826 H8798 [Daleth]. Zwijg H3068 den HEERE H2342 H8708 , en verbeid H2734 H8691 Hem; ontsteek u H1870 niet over dengene, wiens weg H6743 H8688 voorspoedig is H376 ; over een man H4209 , die listige aanslagen H6213 H8802 uitvoert.

Psalms 85:7

  7 H7200 H8685 [085:8] Toon H2617 ons Uw goedertierenheid H3068 , o HEERE H5414 H8799 , en geef H3468 ons Uw heil.

Psalms 100:5

  5 H3068 Want de HEERE H2896 is goed H2617 ; Zijn goedertierenheid H5769 is in der eeuwigheid H530 , en Zijn getrouwheid H1755 van geslacht H1755 tot geslacht.

Psalms 119:41

  41 H2617 Vau. En dat mij Uw goedertierenheden H935 H8799 overkomen H3068 , o HEERE H8668 ! Uw heil H565 , naar Uw toezegging;

Proverbs 1:1

  1 H4912 De spreuken H8010 van Salomo H1121 , den zoon H1732 van David H4428 , den koning H3478 van Israel,

Proverbs 16:7

  7 H376 Als iemands H1870 wegen H3068 den HEERE H7521 H8800 behagen H341 H8802 , zo zal Hij ook zijn vijanden H7999 H8686 met hem bevredigen.

Proverbs 21:1

  1 H4428 Des konings H3820 hart H3027 is in de hand H3068 des HEEREN H6388 H4325 [als] waterbeken H5186 H8686 . Hij neigt H2654 H8799 het tot al wat Hij wil.

Isaiah 49:13

  13 H7442 H8798 Juicht H8064 , gij hemelen H1523 H8798 ! en verheug u H776 , gij aarde H2022 ! en gij bergen H6476 H8798 ! maakt gedreun H7440 met gejuich H3068 ; want de HEERE H5971 heeft Zijn volk H5162 H8765 vertroost H6041 , en Hij zal Zich over Zijn ellendigen H7355 H8762 ontfermen.

Luke 1:50

  50 G2532 En G846 Zijn G1656 barmhartigheid G1519 is van G1074 geslacht G1074 tot geslacht G846 over degenen, die Hem G5399 G5740 vrezen.

Acts 7:10

  10 G2532 En G1807 G5639 verloste G846 hem G1537 uit G3956 al G846 zijn G2347 verdrukkingen G2532 , en G1325 G5656 gaf G846 hem G5485 genade G2532 en G4678 wijsheid G1726 voor G5328 Farao G935 , den koning G125 van Egypteland G2532 ; en G2525 G5656 hij stelde G846 hem G2233 G5740 tot een overste G1909 over G125 Egypte G2532 , en G846 zijn G3650 gehele G3624 huis.

1 Timothy 1:2

  2 G5095 Aan Timotheus G1103 , [mijn] oprechten G5043 zoon G1722 in G4102 het geloof G5485 ; genade G1656 , barmhartigheid G1515 , vrede G575 zij u van G2316 God G2257 , onzen G3962 Vader G2532 , en G5547 Christus G2424 Jezus G2257 , onzen G2962 Heere.

1 Timothy 1:16

  16 G235 Maar G5124 G1223 daarom G1653 G5681 is mij barmhartigheid geschied G2443 , opdat G2424 Jezus G5547 Christus G1722 in G1698 mij G4413 , die de voornaamste G3956 ben, al G3115 [Zijn] lankmoedigheid G1731 G5672 zou betonen G4314 , tot G5296 een voorbeeld G1909 dergenen, die in G846 Hem G4100 G5721 geloven G3195 G5723 zullen G1519 ten G166 eeuwigen G2222 leven.

Titus 1:4

  4 G5485 Genade G1656 , barmhartigheid G1515 , vrede G575 zij [u] van G2316 God G3962 den Vader G2532 , en G2962 den Heere G2424 Jezus G5547 Christus G2257 , onzen G4990 Zaligmaker.

2 John 1:3

  3 G5485 Genade G1656 , barmhartigheid G1515 , vrede G2071 G5704 zij G3326 met G5216 ulieden G3844 van G2316 God G3962 den Vader G2532 , en G3844 van G2962 den Heere G2424 Jezus G5547 Christus G5207 , den Zoon G3962 des Vaders G1722 , in G225 waarheid G2532 en G26 liefde.

Genesis 15:2

  2 H559 H8799 Toen zeide H87 Abram H136 : Heere H3069 , HEERE H4100 ! wat H5414 H8799 zult Gij mij geven H595 , daar ik H6185 zonder kinderen H1980 H8802 heenga H1121 H4943 en de bezorger H1004 van mijn huis H1931 [is] deze H1834 Damaskener H461 Eliezer?

Genesis 21:8

  8 H3206 En het kind H1431 H8799 werd groot H1580 H8735 , en werd gespeend H6213 H8799 ; toen maakte H85 Abraham H1419 een groten H4960 maaltijd H3117 op den dag H3327 , als Izak H1580 H8736 gespeend werd.

Genesis 24:2-10

  2 H559 H8799 Zo sprak H85 Abraham H413 tot H5650 zijn knecht H2205 , den oudste H1004 van zijn huis H4910 H8802 , regerende H3605 over alles H834 , wat H7760 H8798 hij had: Leg H4994 toch H3027 uw hand H8478 onder H3409 mijn heup,
  3 H7650 H8686 Opdat ik u doe zweren H3068 bij den HEERE H430 , den God H8064 des hemels H430 , en den God H776 der aarde H834 , dat H1121 gij voor mijn zoon H3808 geen H802 vrouw H3947 H8799 nemen zult H4480 van H1323 de dochteren H3669 der Kanaanieten H7130 , in het midden H834 van welke H595 ik H3427 H8802 woon;
  4 H3588 Maar H413 dat gij naar H776 mijn land H413 , en naar H4138 mijn maagschap H3212 H8799 trekken H1121 , en voor mijn zoon H3327 Izak H802 een vrouw H3947 H8804 nemen zult.
  5 H5650 En die knecht H559 H8799 zeide H413 tot H194 hem: Misschien H802 zal die vrouw H310 mij H3808 niet H14 H8799 willen H3212 H8800 volgen H413 in H2063 dit H776 land H1121 ; zal ik dan uw zoon H7725 H8687 moeten H7725 H8686 wederbrengen H413 in H776 het land H834 H4480 H8033 , waar H3318 H8804 gij uitgetogen zijt?
  6 H85 En Abraham H559 H8799 zeide H413 tot H8104 H8734 hem: Wacht u H6435 H0 , dat H1121 gij mijn zoon H6435 niet H7725 H0 weder H8033 daarheen H7725 H8686 brengt!
  7 H3068 De HEERE H430 , de God H8064 des hemels H834 , Die H4480 mij uit H1 mijns vaders H1004 huis H4480 en uit H776 het land H4138 mijner maagschap H3947 H8804 genomen heeft H834 , en Die H1696 H8765 tot mij gesproken heeft H834 , en Die H7650 H8738 mij gezworen heeft H559 H8800 , zeggende H2233 : Aan uw zaad H2063 zal Ik dit H776 land H5414 H8799 geven H1931 ! Die Zelf H4397 zal Zijn Engel H6440 voor uw aangezicht H7971 H8799 zenden H1121 , dat gij voor mijn zoon H4480 van H8033 daar H802 een vrouw H3947 H8804 neemt.
  8 H518 Maar indien H802 de vrouw H310 u H3808 niet H3212 H8800 volgen H14 H8799 wil H5352 H8738 , zo zult gij rein zijn H2063 van dezen H7621 mijn eed H7535 ; alleenlijk H7725 H0 breng H1121 mijn zoon H8033 daar H3808 niet H7725 H8686 weder heen.
  9 H7760 H8799 Toen legde H5650 de knecht H3027 zijn hand H8478 onder H3409 de heup H85 van Abraham H113 , zijn heer H7650 H8735 , en hij zwoer H5921 hem over H2088 deze H1697 zaak.
  10 H5650 En die knecht H3947 H8799 nam H6235 tien H1581 kemelen H113 van zijns heren H1581 kemelen H3212 H8799 , en toog heen H3605 ; en al H2898 het goed H113 zijns heren H3027 was in zijn hand H6965 H8799 ; en hij maakte zich op H3212 H8799 , en toog heen H413 naar H763 Mesopotamie H413 , naar H5892 de stad H5152 van Nahor.

Genesis 26:30

  30 H6213 H8799 Toen maakte hij H4960 hun een maaltijd H398 H8799 , en zij aten H8354 H8799 en dronken.

Genesis 31:54

  54 H2076 H8799 Toen slachtte H3290 Jakob H2077 een slachting H2022 op dat gebergte H7121 H8799 , en hij nodigde H251 zijn broederen H3899 , om brood H398 H8800 te eten H398 H8799 ; en zij aten H3899 brood H3885 H8799 , en vernachtten H2022 op dat gebergte.

Genesis 39:4-5

  4 H4672 H8799 Zo vond H3130 Jozef H2580 genade H5869 in zijn ogen H8334 H8762 , en diende H853 hem H6485 H8686 ; en hij stelde H5921 hem over H1004 zijn huis H3605 ; en al H3426 wat hij had H5414 H8804 , gaf hij H3027 in zijn hand.
  5 H1961 H8799 En het geschiedde H4480 van H227 toen H853 af, dat hij hem H6485 H0 over H1004 zijn huis H5921 , en over H3695 al H834 wat H3426 het zijne was H6485 H8689 , gesteld had H3068 , dat de HEERE H4713 des Egyptenaars H1004 huis H1288 H8762 zegende H1558 H0 , om H3130 Jozefs H1558 wil H1293 ; ja, de zegen H3068 des HEEREN H1961 H8799 was H3605 in alles H834 , wat H3426 hij had H1004 , in het huis H7704 en in het veld.

Genesis 43:19

  19 H5066 H8799 Daarom naderden zij H413 tot H376 dien man H834 , die H5921 over H1004 het huis H3130 van Jozef H1696 H8762 was, en zij spraken H413 tot H6607 hem aan de deur H1004 van het huis.

Genesis 44:1

  1 H6680 H8762 En hij gebood H834 dengene, die H5921 over H1004 zijn huis H559 H8800 was, zeggende H4390 H8761 : Vul H572 de zakken H582 dezer mannen H400 met spijze H834 , naar dat H3201 H8799 zij zullen kunnen H5375 H8800 dragen H7760 H8798 , en leg H376 ieders mans H3701 geld H6310 in den mond H572 van zijn zak;

Genesis 44:4

  4 H1992 Zij H5892 zijn ter stad H3318 H8804 uitgegaan H3808 ; zij waren niet H7368 H8689 verre gekomen H3130 , als Jozef H834 tot dengene, die H5921 over H1004 zijn huis H559 H8804 was, zeide H6965 H8798 : Maak u op H7291 H8798 , en jaag H582 die mannen H310 achterna H5381 H8689 ; en als gij hen zult achterhaald hebben H413 , zo zult gij tot H559 H8804 hen zeggen H4100 : Waarom H7451 hebt gij kwaad H8478 voor H2896 goed H7999 H8765 vergolden?

1 Samuel 25:11

  11 H3899 Zou ik dan mijn brood H4325 , en mijn water H2878 , en mijn geslacht H3947 H8804 [vlees] nemen H834 , dat H1494 H8802 ik voor mijn scheerders H2873 H8804 geslacht heb H582 , en zou ik het den mannen H5414 H8804 geven H834 , die H3808 ik niet H3045 H8804 weet H4480 H2088 , van H335 waar H1992 zij zijn?

Proverbs 9:2

  2 H2874 Zij heeft Haar slachtvee H2873 H8804 geslacht H3196 . Zij heeft Haar wijn H4537 H8804 gemengd H7979 ; ook heeft Zij Haar tafel H6186 H8804 toegericht.

Genesis 42:21

  21 H559 H8799 Toen zeiden zij H376 de een H413 tot H251 den ander H61 : Voorwaar H587 , wij H818 zijn schuldig H5921 aan H251 onzen broeder H834 , wiens H6869 benauwdheid H5315 der ziele H7200 H8804 wij zagen H413 , toen hij ons H2603 H8692 om genade bad H8085 H8804 ; maar wij hoorden H3808 niet H5921 H3651 ! daarom H935 H8804 komt H2063 deze H6869 benauwdheid H413 over ons.

Genesis 42:28

  28 H559 H8799 En hij zeide H413 tot H251 zijn broederen H3701 : Mijn geld H7725 H8717 is wedergekeerd H1571 ; daartoe ook H2009 , ziet H572 , het is in mijn zak H3318 H8799 ! Toen ontging H3820 hun het hart H2729 H8799 , en zij verschrikten H376 , de een H413 tot H251 den ander H559 H8800 zeggende H4100 : Wat H2063 is dit H430 , [dat] ons God H6213 H8804 gedaan heeft?

Deuteronomy 22:14

  14 H5949 En haar oorzaak H1697 van naspraak H7760 H8804 zal opleggen H7451 , en een kwaden H8034 naam H3318 H8689 over haar uitbrengen H559 H8804 , en zeggen H802 : Deze vrouw H3947 H8804 heb ik genomen H7126 H8799 , en ben tot haar genaderd H1331 , maar heb den maagdom H4672 H8804 aan haar niet gevonden;

Deuteronomy 22:17

  17 H5949 En ziet, hij heeft oorzaak H1697 van opspraak H7760 H8804 gegeven H559 H8800 , zeggende H1331 : Ik heb den maagdom H1323 aan uw dochter H4672 H8804 niet gevonden H1331 ; dit nu is de maagdom H1323 mijner dochter H8071 . En zij zullen het kleed H6440 voor het aangezicht H2205 van de oudsten H5892 der stad H6566 H8804 uitbreiden.

Judges 13:22

  22 H4495 En Manoach H559 H8799 zeide H413 tot H802 zijn huisvrouw H4191 H8800 : Wij zullen zekerlijk H4191 H8799 sterven H3588 , omdat H430 wij God H7200 H8804 gezien hebben.

Judges 14:4

  4 H1 Zijn vader H517 nu en zijn moeder H3045 H8804 wisten H3808 niet H3588 , dat H1931 dit H3068 van den HEERE H3588 was, dat H1931 hij H8385 gelegenheid H1245 H8764 zocht H4480 van H6430 de Filistijnen H3588 ; want H6430 de Filistijnen H4910 H8802 heersten H1931 te dier H6256 tijd H3478 over Israel.

Job 15:21

  21 H6963 Het geluid H6343 der verschrikkingen H241 is in zijn oren H7965 ; in den vrede H935 H8799 zelven komt H7703 H8802 de verwoester hem over.

Job 30:14

  14 H857 H8799 Zij komen aan H7342 , als door een wijde H6556 breuk H8478 ; onder H7722 de verwoesting H1556 H8701 rollen zij zich aan.

Psalms 53:5

  5 H6343 [053:6] Aldaar zijn zij met vervaardheid H6342 H8804 vervaard geworden H6343 , [waar] geen vervaardheid H430 was; want God H6106 heeft de beenderen H2583 H8802 desgenen, die u belegerde H6340 H8765 , verstrooid H954 H8689 ; gij hebt hen beschaamd gemaakt H430 , want God H3988 H8804 heeft hen verworpen.

Psalms 73:16

  16 H2803 H8762 Nochtans heb ik gedacht H3045 H8800 om dit te mogen verstaan H5999 ; [maar] het was moeite H5869 in mijn ogen;

Isaiah 7:2

  2 H1004 Als men den huize H1732 Davids H5046 H8714 boodschapte H559 H8800 , zeggende H758 : De Syriers H5117 H8804 rusten H669 op Efraim H5128 H8799 , zo bewoog zich H3824 zijn hart H3824 en het hart H5971 zijns volks H6086 , gelijk de bomen H3293 des wouds H5128 H8800 bewogen worden H6440 van H7307 den wind.

Matthew 14:26-27

  26 G2532 En G3101 de discipelen G1492 G5631 , ziende G846 Hem G1909 op G2281 de zee G4043 G5723 wandelen G5015 G5681 , werden ontroerd G3004 G5723 , zeggende G3754 : G2076 G5748 Het is G5326 een spooksel G2532 ! En G2896 G5656 zij schreeuwden G575 van G5401 vreze.
  27 G1161 Maar G2112 terstond G2980 G5656 sprak G846 hen G2424 Jezus G3004 G5723 aan, zeggende G2293 G5720 : Zijt goedsmoeds G1473 , Ik G1510 G5748 ben G5399 G5737 het, vreest G3361 niet.

Mark 6:16

  16 G1161 Maar G2264 als het Herodes G191 G5660 hoorde G2036 G5627 , zeide hij G3754 : G3778 Deze G2076 G5748 is G2491 Johannes G3739 , dien G1473 ik G607 G5656 onthoofd heb G846 ; die G1453 G is G1537 van G3498 de doden G1453 G5681 opgewekt.

Romans 7:8

  8 G1161 Maar G266 de zonde G874 , oorzaak G2983 G5631 genomen hebbende G1223 door G1785 het gebod G1722 , heeft in G1698 mij G3956 alle G1939 begeerlijkheid G2716 G5662 gewrocht G1063 ; want G5565 zonder G3551 de wet G266 is de zonde G3498 dood.

Genesis 42:3

  3 H3381 H0 Toen togen H3130 Jozefs H6235 tien H251 broederen H3381 H8799 af H1250 , om koren H4480 uit H4714 Egypte H7666 H8800 te kopen.

Genesis 42:10

  10 H559 H8799 En zij zeiden H413 tot H3808 hem: Neen H113 , mijn heer H5650 ! maar uw knechten H935 H8804 zijn gekomen H400 , om spijze H7666 H8800 te kopen.

Genesis 42:27

  27 H259 Toen een H8242 zijn zak H6605 H8799 opendeed H2543 , om zijn ezel H4554 voeder H5414 H8800 te geven H4411 in de herberg H7200 H8799 , zo zag hij H3701 zijn geld H2009 ; want ziet H1931 , het H6310 was in den mond H572 van zijn zak.

Genesis 43:7

  7 H559 H8799 En zij zeiden H376 : Die man H7592 H8804 vraagde H7592 H8800 zeer nauw H4138 naar ons, en naar onze maagschap H559 H8800 , zeggende H2416 : Leeft H1 uw vader H5750 nog H3426 ; hebt gij H251 nog een broeder H5046 H8686 ? Zo gaven wij het hem te kennen H5921 H6310 , volgens H428 diezelfde H1697 woorden H3045 H8800 ; hebben wij juist H3045 H8799 geweten H3588 , dat H559 H8799 hij zeggen zou H3381 H0 : Brengt H251 uw broeder H3381 H8685 af?

Genesis 42:27-35

  27 H259 Toen een H8242 zijn zak H6605 H8799 opendeed H2543 , om zijn ezel H4554 voeder H5414 H8800 te geven H4411 in de herberg H7200 H8799 , zo zag hij H3701 zijn geld H2009 ; want ziet H1931 , het H6310 was in den mond H572 van zijn zak.
  28 H559 H8799 En hij zeide H413 tot H251 zijn broederen H3701 : Mijn geld H7725 H8717 is wedergekeerd H1571 ; daartoe ook H2009 , ziet H572 , het is in mijn zak H3318 H8799 ! Toen ontging H3820 hun het hart H2729 H8799 , en zij verschrikten H376 , de een H413 tot H251 den ander H559 H8800 zeggende H4100 : Wat H2063 is dit H430 , [dat] ons God H6213 H8804 gedaan heeft?
  29 H935 H8799 En zij kwamen H776 in het land H3667 Kanaan H413 , tot H3290 Jakob H1 , hun vader H5046 H8686 ; en zij gaven hem te kennen H3605 al H853 hun H7136 H8802 wedervaren H559 H8800 , zeggende:
  30 H376 Die man H113 , de heer H776 van dat land H7186 , heeft hard H854 met H1696 H8765 ons gesproken H853 ; en hij heeft ons H5414 H8799 gehouden H7270 H8764 voor verspieders H776 des lands.
  31 H559 H8799 Maar wij zeiden H413 tot H587 hem: Wij H3651 zijn vroom H1961 H8804 ; wij zijn H3808 geen H7270 H8764 verspieders.
  32 H587 Wij H6240 H8147 waren twaalf H251 gebroeders H1121 , zonen H1 van onzen vader H259 ; de een H369 is niet H6996 [meer], en de kleinste H3117 is heden H1 bij onzen vader H776 in het land H3667 Kanaan.
  33 H376 En die man H113 , de heer H776 van dat land H559 H8799 , zeide H413 tot H2063 ons: Hieraan H3045 H8799 zal ik bekennen H3588 , dat H589 gijlieden H3651 vroom H3240 H8685 zijt; laat H259 een H251 uwer broederen H854 bij H3947 H8798 mij, en neemt H7459 voor den honger H1004 uwer huizen H3212 H8798 , en trekt heen.
  34 H935 H8685 En brengt H6996 uw kleinsten H251 broeder H413 tot H3045 H8799 mij; zo zal ik weten H3588 , dat H859 gij H3808 geen H7270 H8764 verspieders zijt H3588 , maar H859 dat gij H3651 vroom H251 zijt; uw broeder H5414 H8799 zal ik u wedergeven H776 , en gij zult in dit land H5503 H8799 handelen.
  35 H1961 H8799 En het geschiedde H8242 , als zij hun zakken H7324 H8688 ledigden H2009 , ziet H376 , zo had een iegelijk H6872 den bundel H3701 zijns gelds H8242 in zijn zak H7200 H8799 ; en zij zagen H6872 de bundelen H3701 huns gelds H1992 , zij H1 en hun vader H3372 H8799 , en zij waren bevreesd.

Genesis 43:12

  12 H3947 H8798 En neemt H4932 dubbel H3701 geld H3027 in uw hand H7725 H0 ; en brengt H3701 het geld H6310 , hetwelk in den mond H572 uwer zakken H7725 H8716 wedergekeerd is H7725 H8686 , weder H3027 in uw hand H194 ; misschien H1931 is het H4870 een feil.

Genesis 43:15

  15 H582 En die mannen H3947 H8799 namen H2063 dat H4503 geschenk H3947 H8804 , en namen H4932 dubbel H3701 geld H3027 in hun hand H1144 , en Benjamin H6965 H8799 ; en zij maakten zich op H3381 H8799 , en togen af H4714 naar Egypte H5975 H8799 , en zij stonden H3130 voor Jozefs H6440 aangezicht.

Hebrews 13:5

  5 G5158 [Uw] wandel G866 zij zonder geldgierigheid G714 G5746 ; en zijt vergenoegd G3918 G5752 met het tegenwoordige G1063 ; want G846 Hij G2046 G5758 heeft gezegd G4571 : Ik zal u G3364 niet G447 G5632 begeven G4571 , en Ik zal u G3761 G3364 niet G1459 G5632 verlaten.

Hebrews 13:18

  18 G4336 G5737 Bidt G4012 voor G2257 ons G1063 ; want G3982 G5754 wij vertrouwen G3754 , dat G2570 wij een goed G4893 geweten G2192 G5719 hebben G1722 , als die in G3956 alles G2309 G5723 willen G2573 eerlijk G390 G5745 wandelen.

1 Peter 2:12

  12 G2192 G5723 En houdt G5216 uw G391 wandel G2570 eerlijk G1722 onder G1484 de heidenen G2443 ; opdat G1722 in G3739 hetgeen G2635 G zij kwalijk G5216 van u G2635 G5719 spreken G5613 , als G2555 van kwaaddoeners G1537 , zij uit G2570 de goede G2041 werken G2029 G5660 , die zij in [u] zien G2316 , God G1392 G5661 verheerlijken mogen G1722 in G2250 den dag G1984 der bezoeking.

1 Peter 3:16

  16 G2192 G5723 En hebt G18 een goed G4893 geweten G2443 , opdat G1722 in G3739 hetgeen G2635 G zij kwalijk G5216 van u G2635 G5725 spreken G5613 , als G2555 van kwaaddoeners G2617 G5686 , zij beschaamd mogen worden G5216 , die uw G18 goeden G391 wandel G1722 in G5547 Christus G1908 G5723 lasteren.

Judges 6:23

  23 H3068 Doch de HEERE H559 H8799 zeide H7965 tot hem: Vrede H3372 H8799 zij u, vrees H408 niet H3808 , gij zult niet H4191 H8799 sterven.

Judges 19:20

  20 H559 H8799 Toen zeide H2205 de oude H376 man H7965 : Vrede H7535 zij u! H3605 al H4270 wat u ontbreekt H5921 , is toch bij H7535 mij; alleenlijk H3885 H8799 vernacht H408 niet H7339 op de straat.

1 Samuel 25:6

  6 H3541 En zult alzo H559 H8804 zeggen H2416 tot dien welvarende H7965 : Vrede H859 zij u H1004 , en uw huize H7965 zij vrede H3605 , en alles H834 , wat H7965 gij hebt, zij vrede!

1 Chronicles 12:18

  18 H7307 En de Geest H3847 H0 toog H6022 Amasai H3847 H8804 aan H7218 , den overste H7970 H8677 H7991 der hoofdlieden H1732 , [en] [hij] [zeide]: Wij zijn uw, o David H5973 , en met H1121 u zijn wij, gij, zoon H3448 van Isai H7965 . Vrede H7965 , vrede H7965 zij u, en vrede H5826 H8802 uw helperen H3588 ; want H430 uw God H5826 H8804 helpt H6901 H0 u. Toen nam H1732 David H6901 H8762 hen aan H5414 H8799 , en stelde H7218 hen tot hoofden H1416 der benden.

Ezra 4:17

  17 H4430 De koning H7972 H8754 zond H6600 antwoord H5922 aan H7348 Rehum H1169 H2942 , den kanselier H8124 , en Simsai H5613 , den schrijver H7606 , en de overigen H3675 van hun gezelschappen H8115 , die te Samaria H3488 H8750 woonden H7606 ; mitsgaders aan de overigen H5675 van deze zijde H5103 der rivier H8001 [aldus]: Vrede H3706 , en op zulken tijd.

Luke 10:5

  5 G1161 En G1519 in G3739 G302 wat G3614 huis G1525 G5741 gij zult ingaan G3004 G5720 , zegt G4412 eerst G1515 : Vrede G5129 [zij] dezen G3624 huize!

Luke 24:36

  36 G1161 En G846 als zij G5023 van deze dingen G2980 G5723 spraken G2476 G5627 , stond G2424 Jezus G846 Zelf G1722 in G3319 het midden G846 van hen G2532 , en G3004 G5719 zeide G846 tot hen G1515 : Vrede G5213 zij ulieden!

John 14:27

  27 G1515 Vrede G863 G5719 laat Ik G5213 u G1699 , Mijn G1515 vrede G1325 G5719 geef Ik G5213 u G3756 ; niet G2531 gelijkerwijs G2889 de wereld G1325 G5719 [hem] geeft G1325 G5719 , geef G1473 Ik G5213 [hem] u G5216 . Uw G2588 hart G5015 G worde G3361 niet G5015 G5744 ontroerd G3366 G en G1168 G zij G3366 niet G1168 G5720 versaagd.

John 20:19

  19 G3767 Als het dan G3798 avond G5607 G5752 was G1565 , op denzelven G3391 eersten G2250 dag G4521 der week G2532 , en G2374 als de deuren G2808 G5772 gesloten waren G3699 , waar G3101 de discipelen G4863 G5772 vergaderd G2258 G5713 waren G1223 om G5401 de vreze G2453 der Joden G2064 G5627 , kwam G2424 Jezus G2532 en G2476 G5627 stond G1519 in G3319 het midden G2532 , en G3004 G5719 zeide G846 tot hen G1515 : Vrede G5213 zij ulieden!

John 20:21

  21 G2424 Jezus G3767 dan G2036 G5627 zeide G3825 wederom G846 tot hen G1515 : Vrede G5213 zij ulieden G2531 , gelijkerwijs G3165 Mij G3962 de Vader G649 G5758 gezonden heeft G3992 G5719 , zende G2504 Ik ook G5209 ulieden.

John 20:26

  26 G2532 En G3326 na G3638 acht G2250 dagen G2258 G5713 waren G846 Zijn G3101 discipelen G3825 wederom G2080 binnen G2532 , en G2381 Thomas G3326 met G846 hen G2424 ; [en] Jezus G2064 G5736 kwam G2374 , als de deuren G2808 G5772 gesloten waren G2532 , en G2476 G5627 stond G1519 in G3319 het midden G2532 , en G2036 G5627 zeide G1515 : Vrede G5213 zij ulieden!

Genesis 18:4

  4 H4994 Dat toch H4592 een weinig H4325 waters H3947 H8714 gebracht worde H7364 H8798 , en wast H7272 Uw voeten H8172 H8734 , en leunt H8478 onder H6086 dezen boom.

Genesis 19:2

  2 H559 H8799 En hij zeide H2009 : Ziet H4994 nu H113 , mijne heren H5493 H0 ! keert H4994 toch H5493 H8798 in H413 ten H1004 huize H5650 van uw knecht H3885 H8798 , en vernacht H7364 H8798 , en wast H7272 uw voeten H7925 H8689 ; en gij zult vroeg opstaan H1980 H8804 , en gaan H1870 uws weegs H559 H8799 . En zij zeiden H3808 : Neen H3588 , maar H7339 wij zullen op de straat H3885 H8799 vernachten.

Genesis 24:32

  32 H935 H8799 Toen kwam H376 die man H1004 naar het huis H6605 H8762 toe, en men ontgordde H1581 de kemelen H5414 H8799 , en men gaf H1581 den kemelen H8401 stro H4554 en voeder H4325 ; en water H7272 om zijn voeten H7364 H8800 te wassen H7272 , en de voeten H582 der mannen H834 , die H854 bij hem [waren].

Luke 7:44

  44 G2532 En G4762 G5651 Hij, Zich omkerende G4314 naar G1135 de vrouw G5346 G5713 , zeide G4613 tot Simon G991 G5719 : Ziet gij G5026 deze G1135 vrouw G1519 ? Ik ben in G4675 uw G3614 huis G1525 G5627 gekomen G5204 ; water G3756 hebt gij niet G1909 tot G3450 Mijn G4228 voeten G1325 G5656 gegeven G1161 ; maar G3778 deze G3450 heeft Mijn G4228 voeten G1144 met tranen G1026 G5656 nat gemaakt G2532 , en G2359 met het haar G846 van haar G2776 hoofd G1591 G5656 afgedroogd.

John 13:4-17

  4 G1453 G5743 Stond op G1537 van G1173 het avondmaal G2532 , en G5087 G legde G846 [Zijn G2440 ] klederen G5087 G5719 af G2532 , en G2983 G5631 nemende G3012 een linnen doek G1241 G5656 , omgordde G1438 Zichzelven.
  5 G1534 Daarna G906 G5719 goot Hij G5204 water G1519 in G3537 het bekken G2532 , en G756 G5662 begon G4228 de voeten G3101 der discipelen G3538 G5721 te wassen G2532 , en G1591 G5721 af te drogen G3012 met den linnen doek G3739 , waarmede G1241 G2258 Hij omgord G2258 G5713 was.
  6 G3767 Hij dan G2064 G5736 kwam G4314 tot G4613 Simon G4074 Petrus G2532 ; en G1565 die G3004 G5719 zeide G846 tot Hem G2962 : Heere G4771 , zult Gij G3450 mij G4228 de voeten G3538 G5719 wassen?
  7 G2424 Jezus G611 G5662 antwoordde G2532 en G2036 G5627 zeide G846 tot hem G3739 : Wat G1473 Ik G4160 G5719 doe G1492 G5758 , weet G4771 gij G737 nu G3756 niet G1161 , maar G3326 gij zult het na G5023 dezen G1097 G5695 verstaan.
  8 G4074 Petrus G3004 G5719 zeide G846 tot Hem G3538 G : Gij zult G3450 mijn G4228 voeten G3364 niet G3538 G5661 wassen G1519 in G165 der eeuwigheid G2424 ! Jezus G611 G5662 antwoordde G846 hem G1437 : Indien G4571 Ik u G3361 niet G3538 G5661 wasse G2192 G5719 , gij hebt G3756 geen G3313 deel G3326 met G1700 Mij.
  9 G4613 Simon G4074 Petrus G3004 G5719 zeide G846 tot Hem G2962 : Heere G3361 , niet G3440 alleen G3450 mijn G4228 voeten G235 , maar G2532 ook G5495 de handen G2532 en G2776 het hoofd.
  10 G2424 Jezus G3004 G5719 zeide G846 tot hem G3068 G5772 : Die gewassen is G2192 G5719 , heeft G3756 niet G5532 van node G2228 , dan G4228 de voeten G3538 G5670 te wassen G235 , maar G2076 G5748 is G3650 geheel G2513 rein G2532 . En G5210 gijlieden G2075 G5748 zijt G2513 rein G235 , doch G3780 niet G3956 allen.
  11 G1063 Want G1492 G5715 Hij wist G3588 , wie G846 Hem G3860 G5723 verraden zou G5124 G1223 ; daarom G2036 G5627 zeide Hij G2075 G5748 : Gij zijt G3780 niet G3956 allen G2513 rein.
  12 G3753 Als G3767 Hij dan G846 hun G4228 voeten G3538 G5656 gewassen G2532 , en G846 Zijn G2440 klederen G2983 G5627 genomen had G377 G , zat Hij G3825 wederom G377 G5631 aan G2036 G5627 , en zeide G846 tot hen G1097 G5719 : Verstaat gij G5101 , wat G5213 Ik ulieden G4160 G5758 gedaan heb?
  13 G5210 Gij G5455 G5719 heet G3165 Mij G1320 Meester G2532 en G2962 Heere G2532 ; en G3004 G5719 gij zegt G2573 wel G1063 , want G1510 G5748 Ik ben het.
  14 G1487 Indien G3767 dan G1473 Ik G2962 , de Heere G2532 en G1320 de Meester G5216 , uw G4228 voeten G3538 G5656 gewassen heb G3784 G , zo zijt G5210 gij G2532 ook G3784 G5719 schuldig G240 , elkanders G4228 voeten G3538 G5721 te wassen.
  15 G1063 Want G5213 Ik heb u G5262 een voorbeeld G1325 G5656 gegeven G2443 , opdat G2531 , gelijkerwijs G1473 Ik G5213 u G4160 G5656 gedaan heb G5210 , gijlieden G2532 ook G4160 G5725 doet.
  16 G281 Voorwaar G281 , voorwaar G3004 G5719 zeg Ik G5213 u G1401 : Een dienstknecht G2076 G5748 is G3756 niet G3187 meerder dan G846 zijn G2962 heer G3761 , noch G652 een gezant G3187 meerder, dan G846 die hem G3992 G5660 gezonden heeft.
  17 G1487 Indien G5023 gij deze dingen G1492 G5758 weet G3107 , zalig G2075 G5748 zijt gij G1437 , zo G846 gij dezelve G4160 G5725 doet.

Genesis 43:11

  11 H559 H8799 Toen zeide H3478 Israel H1 , hun vader H413 , tot H518 hen: H2063 Is het H3651 H645 nu alzo H6213 H8798 , zo doet H3947 H8798 dit; neemt H2173 van het loffelijkste H776 dezes lands H3627 in uwe vaten H3381 H8685 , en brengt H376 dien man H4503 een geschenk H4592 henen af: een weinig H6875 balsem H4592 , en een weinig H1706 honig H5219 , specerijen H3910 en mirre H992 , terpentijnnoten H8247 en amandelen.

Genesis 43:16

  16 H3130 Als Jozef H1144 Benjamin H854 met hen H7200 H8799 zag H559 H8799 , zo zeide hij H834 tot dengene, die H5921 over H1004 zijn huis H935 H8685 was: Breng H582 deze mannen H1004 naar het huis H2873 H8800 toe, en slacht H2874 slachtvee H3559 H8685 , en maak [het] gereed H3588 ; want H582 deze mannen H6672 zullen te middag H854 met H398 H8799 mij eten.

Genesis 27:29

  29 H5971 Volken H5647 H8799 zullen u dienen H3816 , en natien H7812 H8691 zullen zich voor u nederbuigen H1933 H8798 ; wees H1376 heer H251 over uw broederen H1121 , en de zonen H517 uwer moeder H7812 H8691 zullen zich voor u nederbuigen H779 H8803 ! Vervloekt moet hij zijn H779 H8802 , wie u vervloekt H1288 H8764 ; en wie u zegent H1288 H8803 , zij gezegend!

Genesis 37:7-10

  7 H2009 En ziet H587 , wij H485 waren schoven H481 H8764 bindende H8432 in het midden H7704 des velds H2009 ; en ziet H485 , mijn schoof H6965 H8804 stond op H1571 , en bleef ook H5324 H8738 staande H2009 ; en ziet H485 , uw schoven H5437 H8799 kwamen rondom H7812 H8691 , en bogen zich neder H485 voor mijn schoof.
  8 H559 H8799 Toen zeiden H251 zijn broeders H4427 H8800 tot hem: Zult gij dan ganselijk H5921 over H4427 H8799 ons regeren H518 : H4910 H8800 zult gij dan ganselijk H4910 H8799 over ons heersen H8130 H8800 ? Zo haatten zij H853 hem H5750 nog H3254 H8686 te meer H5921 , om H2472 zijn dromen H5921 en om H1697 zijn woorden.
  9 H2492 H8799 En hij droomde H5750 nog H312 een anderen H2472 droom H5608 H8762 , en verhaalde H853 dien H251 aan zijn broederen H559 H8799 ; en hij zeide H2009 : Ziet H5750 , ik heb nog H2472 een droom H2492 H8804 gedroomd H2009 , en ziet H8121 , de zon H3394 , en de maan H6240 H259 , en elf H3556 sterren H7812 H8693 bogen zich voor mij neder.
  10 H413 En als hij het aan H1 zijn vader H413 en aan H251 zijn broederen H5608 H8762 verhaalde H1605 H8799 , bestrafte H1 hem zijn vader H559 H8799 , en zeide H4100 tot hem: Wat H2088 is dit H2472 voor een droom H834 , dien H2492 H8804 gij gedroomd hebt H935 H8800 ; zullen wij dan ganselijk H935 H8799 komen H589 , ik H517 , en uw moeder H251 , en uw broeders H776 , om ons voor u ter aarde H7812 H8692 te buigen?

Genesis 37:19-20

  19 H559 H8799 En zij zeiden H376 de een H413 tot H251 den ander H2009 : Ziet H935 H8802 , daar komt H1976 die H1167 H2472 meesterdromer aan!
  20 H6258 Nu H3212 H8798 komt H2026 H8799 dan, en laat ons hem doodslaan H259 , en hem in een H953 dezer kuilen H7993 H8686 werpen H559 H8804 ; en wij zullen zeggen H7451 : een boos H2416 dier H398 H8804 heeft hem opgegeten H7200 H8799 ; zo zullen wij zien H4100 , wat H2472 van zijn dromen H1961 H8799 worden zal.

Genesis 42:6

  6 H3130 Jozef H1931 nu was H7989 regent H5921 over H776 dat land H1931 ; hij H7666 H8688 verkocht H3605 aan al H5971 het volk H776 des lands H3130 ; en Jozefs H251 broederen H935 H8799 kwamen H7812 H8691 , en bogen zich H639 voor hem, [met] de aangezichten H776 ter aarde.

Genesis 43:28

  28 H559 H8799 En zij zeiden H7965 : Het is wel H5650 met uw knecht H1 , onzen vader H2416 , hij leeft H5750 nog H6915 H8799 ; en zij neigden het hoofd H7812 H8691 en bogen zich neder.

Psalms 72:9

  9 H6728 De ingezetenen van dorre plaatsen H6440 zullen voor zijn aangezicht H3766 H8799 knielen H341 H8802 , en zijn vijanden H6083 zullen het stof H3897 H8762 lekken.

Romans 14:11

  11 G1063 Want G1125 G5769 er is geschreven G1473 : Ik G2198 G5719 leef G3004 G5719 , zegt G2962 de Heere G3754 ; G1698 voor Mij G3956 zal alle G1119 knie G2578 G5692 zich buigen G2532 , en G3956 alle G1100 tong G2316 zal God G1843 G5698 belijden.

Philippians 2:10-11

  10 G2443 Opdat G1722 in G3686 den Naam G2424 van Jezus G2578 G5661 zich zou buigen G3956 alle G1119 knie G2032 dergenen, die in den hemel G2532 , en G1919 die op de aarde G2532 , en G2709 die onder de aarde zijn.
  11 G2532 En G3956 alle G1100 tong G1843 G5672 zou belijden G3754 , dat G2424 Jezus G5547 Christus G2962 de Heere G1519 zij, tot G1391 heerlijkheid G2316 Gods G3962 des Vaders.

Genesis 37:14

  14 H559 H8799 En hij zeide H4994 tot hem: Ga toch H3212 H8798 heen H7200 H8798 , zie H7965 naar den welstand H251 van uw broederen H7965 , en naar den welstand H6629 van de kudde H7725 H0 , en breng H1697 mij een woord H7725 H8685 wederom H7971 H8799 . Zo zond hij hem H4480 uit H6010 het dal H2275 Hebron H935 H8799 , en hij kwam H7927 te Sichem.

Genesis 41:16

  16 H3130 En Jozef H6030 H8799 antwoordde H6547 Farao H559 H8800 , zeggende H1107 : Het is buiten mij H430 ! God H6547 zal Farao's H7965 welstand H6030 H8799 aanzeggen.

Genesis 42:11

  11 H5168 Wij H3605 allen H259 zijn eens H376 mans H1121 zonen H587 ; wij H3651 zijn vroom H5650 ; uw knechten H1961 H8804 zijn H3808 geen H7270 H8764 verspieders.

Exodus 18:7

  7 H3318 H8799 Toen ging H4872 Mozes H2859 H8802 uit, zijn schoonvader H7125 H8800 tegemoet H7812 H8691 , en hij boog zich H5401 H8799 , en kuste H7592 H8799 hem; en zij vraagden H376 de een H7453 den ander H7965 naar den welstand H935 H8799 , en zij gingen H168 naar de tent.

Judges 18:15

  15 H5493 H8799 Toen weken zij H8033 daarheen H935 H8799 , en kwamen H413 aan H1004 het huis H5288 van den jongeling H3881 , den Leviet H1004 , ten huize H4318 van Micha H7592 H8799 ; en zij vraagden H7965 hem naar vrede.

1 Samuel 17:22

  22 H1732 David H5203 H8799 nu liet H3627 de vaten H4480 H5921 van H5921 zich, onder H3027 de hand H8104 H8802 van den bewaarder H3627 der vaten H7323 H8799 , en hij liep H4634 ter slagorde H935 H8799 ; en hij kwam H7592 H8799 en vraagde H251 zijn broederen H7965 naar [hun] welstand.

1 Samuel 25:5

  5 H7971 H8799 Zo zond H1732 David H6235 tien H5288 jongelingen H1732 ; en David H559 H8799 zeide H5288 tot de jongelingen H5927 H8798 : Gaat op H3760 naar Karmel H413 , en als gij tot H5037 Nabal H935 H8804 komt H8034 , zo zult gij hem in mijn naam H7965 naar den welstand H7592 H8804 vragen;

1 Chronicles 18:10

  10 H7971 H8799 Zo zond hij H1121 zijn zoon H1913 Hadoram H413 tot H4428 den koning H1732 David H7965 , om hem naar [zijn] welstand H7592 H8800 te vragen H1288 H8763 , en om hem te zegenen H5921 , vanwege H834 dat H1928 hij met Hadar-ezer H3898 H8738 gestreden H5221 H8686 , en hem verslagen had H3588 (want H1928 Hadar-ezer H1961 H8804 H376 voerde H4421 oorlog H8583 tegen Thou H3605 ), en alle H2091 gouden H3701 , en zilveren H5178 , en koperen H3627 vaten;

Genesis 37:7

  7 H2009 En ziet H587 , wij H485 waren schoven H481 H8764 bindende H8432 in het midden H7704 des velds H2009 ; en ziet H485 , mijn schoof H6965 H8804 stond op H1571 , en bleef ook H5324 H8738 staande H2009 ; en ziet H485 , uw schoven H5437 H8799 kwamen rondom H7812 H8691 , en bogen zich neder H485 voor mijn schoof.

Genesis 43:26

  26 H3130 Als nu Jozef H1004 te huis H935 H8799 gekomen was H935 H8686 , zo brachten zij H4503 hem het geschenk H834 , hetwelk H3027 in hun hand H1004 was, in het huis H7812 H8691 , en zij bogen zich H776 voor hem ter aarde.

2 Samuel 1:2

  2 H1961 H8799 Zo geschiedde H7992 het op den derden H3117 dag H2009 , dat, ziet H4480 , uit H4264 het heirleger H4480 H5973 van H7586 Saul H376 , een man H935 H8802 kwam H899 , wiens klederen H7167 H8803 gescheurd waren H127 , en aarde H5921 was op H7218 zijn hoofd H1961 H8799 ; en het geschiedde H413 , als hij tot H1732 David H935 H8800 kwam H5307 H8799 , zo viel hij H776 ter aarde H7812 H8691 en boog zich neder.

2 Samuel 14:4

  4 H8621 En de Thekoietische H802 vrouw H559 H8799 zeide H413 tot H4428 den koning H5921 , als zij op H639 haar aangezicht H776 ter aarde H5307 H8799 was gevallen H7812 H8691 , en zich nedergebogen had H559 H8799 , zo zeide zij H3467 H8685 : Behoud H4428 , o koning!

1 Kings 1:16

  16 H1339 En Bathseba H6915 H8799 neigde het hoofd H7812 H8691 en boog zich neder H4428 voor den koning H4428 ; en de koning H559 H8799 zeide H4100 : Wat is u?

2 Chronicles 24:17

  17 H310 Maar na H4194 den dood H3077 van Jojada H935 H8804 kwamen H8269 de vorsten H3063 van Juda H7812 H8691 , en bogen zich neder H4428 voor den koning H227 ; toen H8085 H8804 hoorde H4428 de koning H413 naar hen.

Genesis 30:22-24

  22 H430 God H2142 H8799 dacht H7354 ook aan Rachel H430 ; en God H8085 H8799 H413 verhoorde H6605 H8799 haar, en opende H7358 haar baarmoeder.
  23 H2029 H8799 En zij werd bevrucht H3205 H8799 , en baarde H1121 een zoon H559 H8799 ; en zij zeide H430 : God H2781 heeft mijn smaadheid H622 H8804 weggenomen!
  24 H7121 H8799 En zij noemde H8034 zijn naam H3130 Jozef H559 H8800 , zeggende H3068 : De HEERE H3254 H0 voege H312 mij een anderen H1121 zoon H3254 H8686 daartoe.

Genesis 35:17-18

  17 H1961 H8799 En het geschiedde H7185 H8687 , als zij het hard had H3205 H8800 in haar baren H559 H8799 , zo zeide H3205 H8764 de vroedvrouw H3372 H8799 tot haar: Vrees H408 niet H3588 ; want H2088 dezen H1121 zoon H1571 zult gij ook hebben!
  18 H1961 H8799 En het geschiedde H5315 , als haar ziel H3318 H8800 uitging H3588 (want H4191 H8804 zij stierf H8034 ), dat zij zijn naam H7121 H8799 noemde H1126 Ben-oni H1 ; maar zijn vader H7121 H8804 noemde H1144 hem Benjamin.

Genesis 45:8

  8 H6258 Nu dan H859 , gij H853 hebt mij H2008 herwaarts H3808 niet H7971 H8804 gezonden H3588 , maar H430 God H6547 Zelf, Die mij tot Farao's H1 vader H7760 H8799 gesteld heeft H113 , en tot een heer H3605 over zijn ganse H1004 huis H4910 H8802 , en regeerder H3605 in het ganse H776 land H4714 van Egypte.

Numbers 6:25

  25 H3068 De HEERE H6440 doe Zijn aangezicht H215 H8686 over u lichten H2603 H8799 , en zij u genadig!

Joshua 7:19

  19 H559 H8799 Toen zeide H3091 Jozua H413 tot H5912 Achan H1121 : Mijn zoon H7760 H8798 ! Geef H4994 toch H3068 den HEERE H430 , den God H3478 van Israel H3519 , de eer H5414 H8798 , en doe H8426 voor Hem belijdenis H5046 H0 ; en geef H4994 mij toch H5046 H8685 te kennen H4100 , wat H6213 H8804 gij gedaan hebt H3582 H8762 , verberg H4480 het voor H408 mij niet.

2 Chronicles 29:11

  11 H1121 Mijn zonen H7952 H0 , weest H6258 nu H408 niet H7952 H8735 traag H3588 ; want H3068 de HEERE H977 H8804 heeft u verkoren H6440 , dat gij voor Zijn aangezicht H5975 H8800 staan zoudt H8334 H8763 , om Hem te dienen H8334 H8764 ; en opdat gij Hem dienaars H6999 H8688 en wierokers H1961 H8800 zoudt wezen.

Psalms 67:1

  1 H4210 Een psalm H7892 , een lied H5329 H8764 , voor den opperzangmeester H5058 , op de Neginoth H430 . [067:2] God H2603 H8799 zij ons genadig H1288 H8762 en zegene H6440 ons; Hij doe Zijn aanschijn H215 H8686 aan ons lichten H5542 . Sela.

Psalms 111:4

  4 H6381 H8737 [Zain]. Hij heeft Zijn wonderen H2143 een gedachtenis H6213 H8804 gemaakt H3068 ; [Cheth]. de HEERE H2587 is genadig H7349 en barmhartig.

Psalms 112:4

  4 H3477 [Zain]. Den oprechten H2224 H0 gaat H216 het licht H2224 H8804 op H2822 in de duisternis H2587 ; [Cheth]. Hij is genadig H7349 , en barmhartig H6662 , en rechtvaardig.

Psalms 133:1-2

  1 H7892 Een lied H4609 Hammaaloth H1732 , van David H2896 . Ziet, hoe goed H5273 en hoe liefelijk H251 is het, dat broeders H3427 H8800 H3162 H3162 ook samenwonen!
  2 H2896 Het is, gelijk de kostelijke H8081 olie H7218 op het hoofd H3381 H8802 , nederdalende H2206 op den baard H2206 , den baard H175 van Aaron H3381 H8802 , die nederdaalt H6310 tot op den zoom H4060 zijner klederen.

Isaiah 30:19

  19 H5971 Want het volk H6726 zal in Sion H3427 H8799 wonen H3389 , te Jeruzalem H1058 H8800 ; gij zult ganselijk H1058 H8799 niet wenen H2603 H8800 ; gewisselijk H2603 H8799 zal Hij u genadig zijn H6963 op de stem H2199 H8800 uws geroeps H8085 H8800 ; zo haast Hij die horen zal H6030 H8804 , zal Hij u antwoorden.

Isaiah 33:2

  2 H3068 HEERE H2603 H8798 , wees ons genadig H6960 H8765 , wij hebben op U gewacht H2220 ; wees hun arm H1242 allen morgen H3444 , daartoe onze behoudenis H6256 ten tijde H6869 der benauwdheid.

Malachi 1:9

  9 H6258 Nu dan H2470 H8761 , smeekt H4994 toch H6440 het aangezicht H410 van God H2603 H8799 , dat Hij ons genadig zij H2063 ; zulks H4480 is van H3027 uw hand H1961 H8804 geschied H4480 , zal Hij uw H6440 aangezicht H5375 H8799 opnemen H559 H8804 ? zegt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen?

Matthew 9:2

  2 G2532 En G2424 Jezus G846 , hun G4102 geloof G1492 G5631 ziende G2036 G5627 , zeide G3885 tot den geraakte G5043 : Zoon G2293 G5720 ! wees welgemoed G4675 ; uw G266 zonden G4671 zijn u G863 G5769 vergeven.

Matthew 9:22

  22 G1161 En G2424 Jezus G1994 G5651 , Zich omkerende G2532 , en G846 haar G1492 G5631 ziende G2036 G5627 , zeide G2293 G5720 : Wees welgemoed G2364 , dochter G4675 ! uw G4102 geloof G4571 heeft u G4982 G5758 behouden G2532 . En G1135 de vrouw G4982 G5681 werd gezond G575 van G1565 dezelve G5610 ure af.)

Mark 10:24

  24 G1161 En G3101 de discipelen G2284 G5712 werden verbaasd G1909 over G846 deze Zijn G3056 woorden G1161 . Maar G2424 Jezus G3825 wederom G611 G5679 antwoordende G3004 G5719 , zeide G846 tot hen G5043 : Kinderen G4459 ! Hoe G1422 zwaar G2076 G5748 is het G1909 , dat degenen, die op G5536 het goed G3982 G5756 hun betrouwen zetten G1519 , in G932 het Koninkrijk G2316 Gods G1525 G5629 ingaan!

Hebrews 13:1

  1 G5360 Dat de broederlijke liefde G3306 G5720 blijve.

Genesis 45:2

  2 H5414 H8799 En hij verhief H6963 zijn stem H1065 met wenen H4714 , zodat het de Egyptenaren H8085 H8799 hoorden H6547 , en dat het Farao's H1004 huis H8085 H8799 hoorde.

Genesis 45:14-15

  14 H5307 H8799 En hij viel H5921 aan H6677 den hals H1144 van Benjamin H251 , zijn broeder H1058 H8799 , en weende H1144 ; en Benjamin H1058 H8804 weende H5921 aan H6677 zijn hals.
  15 H5401 H8762 En hij kuste H3605 al H251 zijn broederen H1058 H8799 , en hij weende H5921 over H310 H3651 hen; en daarna H1696 H8765 spraken H251 zijn broeders H854 met hem.

Genesis 46:29

  29 H631 H0 Toen spande H3130 Jozef H4818 zijn wagen H631 H8799 aan H5927 H8799 , en toog op H1 , zijn vader H3478 Israel H7125 H8800 tegemoet H1657 naar Gosen H413 ; en als hij zich aan H7200 H8735 hem vertoonde H5307 H8799 , zo viel hij H5921 hem aan H6677 zijn hals H1058 H8799 , en weende H5750 lang H5921 aan H6677 zijn hals.

1 Kings 3:26

  26 H802 Maar de vrouw H834 , welker H1121 zoon H2416 de levende H559 H8799 was, sprak H413 tot H4428 den koning H3588 (want H7356 haar ingewand H3648 H8738 ontstak H5921 over H1121 haar zoon H559 H8799 ), en zeide H994 : Och H113 , mijn heer H5414 H8798 ! Geef H2416 haar dat levende H3205 H8803 kind H4191 H8686 , en dood H4191 H8687 H408 het geenszins H2063 ; deze H559 H8802 daarentegen zeide H1961 H8799 : Het zij H1571 noch H1571 H3808 het uwe noch H1504 H8798 het mijne, doorsnijdt het.

Jeremiah 31:20

  20 H669 Is [niet] Efraim H3357 Mij een dierbare H1121 zoon H8191 H3206 , is hij [Mij] [niet] een troetelkind H1767 ? Want sinds H1696 H8763 Ik tegen hem gesproken heb H2142 H8799 , denk Ik H2142 H8800 nog ernstelijk H1993 H8804 aan hem; daarom rommelt H4578 Mijn ingewand H7355 H8763 over hem; Ik zal Mij zijner zekerlijk H7355 H8762 ontfermen H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE.

Hosea 11:8

  8 H5414 Hoe zou Ik u overgeven H669 , o Efraim H4042 ? u overleveren H3478 , o Israel H5414 ? Hoe zou Ik u maken H126 als Adama H7760 , u stellen H6636 als Zeboim H3820 ? Mijn hart H2015 is in Mij omgekeerd H5150 , al Mijn berouw H3162 is te zamen H3648 ontstoken.

John 11:33-38

  33 G2424 Jezus G3767 dan G5613 , als G846 Hij haar G1492 G5627 zag G2799 G5723 wenen G2532 , en G2453 de Joden G846 , die met haar G4905 G5631 kwamen G2799 G5723 , [ook] wenen G1690 G5662 , werd zeer bewogen G4151 in den geest G2532 , en G5015 G5656 ontroerde G1438 Zichzelven;
  34 G2532 En G2036 G5627 zeide G4226 : Waar G846 hebt gij hem G5087 G5758 gelegd G3004 G5719 ? Zij zeiden G846 tot Hem G2962 : Heere G2064 G5736 , kom G2532 en G1492 G5657 zie het.
  35 G2424 Jezus G1145 G5656 weende.
  36 G2453 De Joden G3767 dan G3004 G5707 zeiden G2396 : Ziet G4459 , hoe G5368 G lief Hij G846 hem G5368 G5707 had!
  37 G1161 En G5100 sommigen G1537 uit G846 hen G2036 G5627 zeiden G1410 G5711 : Kon G3778 Hij G3588 , Die G3788 de ogen G5185 des blinden G455 G5660 geopend heeft G3756 , niet G4160 G5658 maken G2443 , dat G2532 ook G3778 deze G3361 niet G599 G5632 gestorven ware?
  38 G2424 Jezus G3767 dan G3825 wederom G1722 in G1438 Zichzelven G1690 G5740 zeer bewogen zijnde G2064 G5736 , kwam G1519 tot G3419 het graf G1161 ; en G2258 G5713 het was G4693 een spelonk G2532 , en G3037 een steen G1909 G846 was daarop G1945 G5711 gelegd.

Acts 20:19

  19 G1398 G5723 Dienende G2962 den Heere G3326 met G3956 alle G5012 ootmoedigheid G2532 , en G4183 vele G1144 tranen G2532 , en G3986 verzoekingen G3588 , die G3427 mij G4819 G5631 overkomen zijn G1722 door G1917 de lagen G2453 der Joden;

Acts 20:31

  31 G1352 Daarom G1127 G5720 waakt G3421 G5723 , en gedenkt G3754 , dat G5148 ik drie jaren G3571 [lang] nacht G2532 en G2250 dag G3756 , niet G3973 G5668 opgehouden heb G1520 een G1538 iegelijk G3326 met G1144 tranen G3560 G5723 te vermanen.

Acts 20:37

  37 G1161 En G1096 G5633 er werd G2425 een groot G2805 geween G3956 van [hen] allen G2532 ; en G1968 G5631 zij, vallende G1909 om G5137 den hals G3972 van Paulus G2705 G5707 , kusten G846 hem;

Philippians 1:8

  8 G1063 Want G2316 God G2076 G5748 is G3450 mijn G3144 Getuige G5613 , hoezeer G1971 G5719 ik begerig ben naar G5209 u G3956 allen G1722 , met G4698 innerlijke bewegingen G2424 van Jezus G5547 Christus.

Philippians 2:1

  1 G1487 Indien G3767 er dan G5100 enige G3874 vertroosting G1722 is in G5547 Christus G1487 , indien G5100 er enige G3890 troost G26 is der liefde G1487 , indien G5100 er enige G2842 gemeenschap G4151 is des Geestes G1487 , indien G5100 er enige G4698 innerlijke bewegingen G2532 en G3628 ontfermingen zijn;

Colossians 3:12

  12 G1746 G Zo doet G3767 dan G1746 G5669 aan G5613 , als G1588 uitverkorenen G2316 Gods G40 , heiligen G2532 en G25 G5772 beminden G4698 , de innerlijke bewegingen G3628 der barmhartigheid G5544 , goedertierenheid G5012 , ootmoedigheid G4236 , zachtmoedigheid G3115 , lankmoedigheid;

2 Timothy 1:4

  4 G1971 G5723 Zeer begerig zijnde G4571 om u G1492 G5629 te zien G3415 G5772 , als ik gedenk G4675 aan uw G1144 tranen G2443 , opdat G5479 ik met blijdschap G4137 G5686 moge vervuld worden;

1 John 3:17

  17 G302 Zo G3739 wie G1161 nu G979 het goed G2889 der wereld G2192 G5725 heeft G2532 , en G2334 G5725 ziet G846 zijn G80 broeder G5532 gebrek G2192 G5723 hebben G2532 , en G2808 G5661 sluit G846 zijn G4698 hart G575 toe voor G846 hem G4459 , hoe G3306 G5719 blijft G26 de liefde G2316 Gods G1722 in G846 hem?

Genesis 45:1

  1 H3201 H8804 Toen kon H3130 zich Jozef H3808 niet H662 H8692 bedwingen H3605 voor allen H5921 , die bij H5324 H8737 hem stonden H7121 H8799 , en hij riep H3605 : Doet alle H376 man H4480 H5921 van H3318 H8685 mij uitgaan H5975 H8804 ! En er stond H3808 H376 niemand H854 bij H3130 hem, als Jozef H413 zich aan H251 zijn broederen H3045 H8692 bekend maakte.

Isaiah 42:14

  14 H5769 Ik heb van ouds H2814 H8689 gezwegen H2790 H8686 , Ik heb Mij stil gehouden H662 H8691 [en] Mij ingehouden H6463 H8799 ; Ik zal uitschreeuwen H3205 H8802 , als een, die baart H5395 H8799 H8676 H8074 H8799 , Ik zal ze verwoesten H3162 , en te zamen H7602 H8799 opslokken.

Jeremiah 31:16

  16 H559 H8804 Zo zegt H3068 de HEERE H4513 H8798 : Bedwing H6963 uw stem H1065 van geween H5869 , en uw ogen H1832 van tranen H3426 ; want er is H7939 loon H6468 voor uw arbeid H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H341 H8802 ; want zij zullen uit des vijands H776 land H7725 H8804 wederkomen.

1 Peter 3:10

  10 G1063 Want G2222 wie het leven G2309 G5723 wil G25 G5721 liefhebben G2532 , en G18 goede G2250 dagen G1492 G5629 zien G3973 G5657 , die stille G846 zijn G1100 tong G575 van G2556 het kwaad G2532 , en G846 zijn G5491 lippen G3361 , dat zij geen G1388 bedrog G2980 G5658 spreken;

Genesis 46:34

  34 H559 H8804 Zo zult gij zeggen H5650 : Uw knechten H1961 H8804 zijn H582 mannen H4480 , die van H5271 onze jeugd H5704 af tot nu toe H4735 met vee H1571 omgegaan hebben, zo H587 wij H1571 als H1 onze vaders H5668 ; opdat H776 gij in het land H1657 Gosen H3427 H8799 moogt wonen H3588 ; want H3605 alle H7462 H8802 H6629 schaapherder H4714 is den Egyptenaren H8441 een gruwel.

Exodus 8:26

  26 H4872 Mozes H559 H8799 dan zeide H3559 H8737 : Het is niet recht H6213 H8800 , dat men alzo doe H2005 ; want H4714 wij zouden der Egyptenaren H8441 gruwel H3068 den HEERE H430 , onzen God H2076 H8799 , mogen offeren H4714 ; zie, indien wij der Egyptenaren H8441 gruwel H5869 voor hun ogen H2076 H8799 offerden H5619 H8799 , zouden zij ons niet stenigen?

Genesis 45:22

  22 H5414 H8804 Hij gaf H376 hun allen, ieder een H2487 H8071 , wisselklederen H1144 ; maar Benjamin H5414 H8804 gaf hij H7969 H3967 driehonderd H3701 zilverlingen H2568 , en vijf H2487 H8071 wisselklederen.

1 Samuel 1:5

  5 H2584 Maar aan Hanna H5414 H8799 gaf hij H259 een H639 aanzienlijk H4490 deel H3588 , want H157 H0 hij had H2584 Hanna H157 H8804 lief H3068 ; doch de HEERE H7358 had haar baarmoeder H5462 H8804 toegesloten.

1 Samuel 9:22-24

  22 H8050 Samuel H3947 H8799 dan nam H7586 Saul H5288 en zijn jongen H935 H8686 , en hij bracht H3957 ze in de kamer H5414 H8799 ; en hij gaf H4725 hun plaats H7218 aan het opperste H7121 H8803 der genodigden H1992 ; die H7970 nu waren omtrent dertig H376 man.
  23 H559 H8799 Toen zeide H8050 Samuel H2876 tot den kok H5414 H8798 : Lang H4490 dat stuk H834 , hetwelk H5414 H8804 Ik u gegeven heb H834 , waarvan H413 ik tot H559 H8804 u zeide H7760 H0 : Zet H853 het H5973 bij H7760 H8798 u weg.
  24 H2876 De kok H7311 H8686 nu bracht H7785 een schouder H7760 H8799 op, met wat daaraan was, en zette H6440 het voor H7586 Saul H559 H8799 ; en hij zeide H2009 : Zie H7604 H8737 , dit is het overgeblevene H7760 H8798 ; zet H6440 het voor H398 H8798 u, eet H3588 , want H4150 het is ter bestemder tijd H8104 H8803 voor u bewaard H559 H8800 , als ik zeide H5971 : Ik heb het volk H7121 H8804 genodigd H398 H8799 . Alzo at H7586 Saul H5973 met H8050 Samuel H1931 op dien H3117 dag.

2 Samuel 11:8

  8 H559 H8799 Daarna zeide H1732 David H223 tot Uria H3381 H8798 : Ga af H1004 naar uw huis H7364 H8798 , en was H7272 uw voeten H223 . En toen Uria H4480 uit H4428 des konings H1004 huis H3318 H8799 uitging H4864 , volgde hem een gerecht H4428 des konings H310 achterna.

Proverbs 31:6

  6 H5414 H8798 Geeft H7941 sterken drank H6 H8802 dengene, die verloren gaat H3196 , en wijn H4751 dengenen, die bitterlijk bedroefd H5315 van ziel zijn;

Ecclesiastes 9:7

  7 H3212 H8798 Ga [dan] heen H398 H8798 , eet H3899 uw brood H8057 met vreugde H8354 H8798 , en drink H3196 uw wijn H2896 van goeder H3820 harte H430 ; want God H3528 heeft alrede H7521 H8804 een behagen H4639 aan uw werken.

Ecclesiastes 10:19

  19 H6213 H8802 Men maakt H3899 maaltijden H7814 om te lachen H3196 , en de wijn H8055 H8762 verheugt H2416 de levenden H3701 , en het geld H6030 H8799 verantwoordt alles.

Song of Songs 5:1

  1 H1588 Ik ben in Mijn hof H935 H8804 gekomen H269 , o Mijn zuster H3618 , o bruid H4753 ! Ik heb Mijn mirre H717 H8804 geplukt H1313 met Mijn specerij H3293 ; Ik heb Mijn honigraten H1706 met Mijn honig H398 H8804 gegeten H3196 ; Ik heb Mijn wijn H2461 , mitsgaders Mijn melk H8354 H8804 gedronken H398 H8798 . Eet H7453 , vrienden H8354 H8798 ! drinkt H7937 H8798 , en wordt dronken H1730 , o liefsten!

Habakkuk 1:6

  6 H3588 Want H2009 ziet H6965 H8688 , Ik verwek H3778 de Chaldeen H4751 , een bitter H4116 H8737 en snel H1471 volk H1980 H8802 , trekkende H4800 door de breedten H776 der aarde H3423 H8800 , om erfelijk te bezitten H4908 woningen H3808 , die de zijne niet zijn.

Matthew 11:19

  19 G5207 De Zoon G444 des mensen G2064 G5627 is gekomen G2068 G5723 , etende G2532 en G4095 G5723 drinkende G2532 , en G3004 G5719 zij zeggen G2400 G5628 : Ziet daar G444 , een Mens G5314 , [Die] een vraat G2532 en G3630 wijnzuiper G5384 [is], een Vriend G5057 van tollenaren G2532 en G268 zondaren G2532 . Doch G4678 de Wijsheid G1344 G5681 is gerechtvaardigd geworden G575 van G846 Haar G5043 kinderen.

John 2:10

  10 G2532 En G3004 G5719 zeide G846 tot hem G3956 : Alle G444 man G5087 G zet G4412 eerst G2570 den goeden G3631 wijn G5087 G5719 op G2532 , en G3752 wanneer G3184 G5686 men wel gedronken heeft G5119 , alsdan G1640 den minderen G4771 ; [maar] gij G2570 hebt den goeden G3631 wijn G2193 tot G737 nu G5083 G5758 toe bewaard.

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.