John 13:4-17

DSV_Strongs(i)
  4 G1453 G5743 Stond op G1537 van G1173 het avondmaal G2532 , en G5087 G legde G846 [Zijn G2440 ] klederen G5087 G5719 af G2532 , en G2983 G5631 nemende G3012 een linnen doek G1241 G5656 , omgordde G1438 Zichzelven.
  5 G1534 Daarna G906 G5719 goot Hij G5204 water G1519 in G3537 het bekken G2532 , en G756 G5662 begon G4228 de voeten G3101 der discipelen G3538 G5721 te wassen G2532 , en G1591 G5721 af te drogen G3012 met den linnen doek G3739 , waarmede G1241 G2258 Hij omgord G2258 G5713 was.
  6 G3767 Hij dan G2064 G5736 kwam G4314 tot G4613 Simon G4074 Petrus G2532 ; en G1565 die G3004 G5719 zeide G846 tot Hem G2962 : Heere G4771 , zult Gij G3450 mij G4228 de voeten G3538 G5719 wassen?
  7 G2424 Jezus G611 G5662 antwoordde G2532 en G2036 G5627 zeide G846 tot hem G3739 : Wat G1473 Ik G4160 G5719 doe G1492 G5758 , weet G4771 gij G737 nu G3756 niet G1161 , maar G3326 gij zult het na G5023 dezen G1097 G5695 verstaan.
  8 G4074 Petrus G3004 G5719 zeide G846 tot Hem G3538 G : Gij zult G3450 mijn G4228 voeten G3364 niet G3538 G5661 wassen G1519 in G165 der eeuwigheid G2424 ! Jezus G611 G5662 antwoordde G846 hem G1437 : Indien G4571 Ik u G3361 niet G3538 G5661 wasse G2192 G5719 , gij hebt G3756 geen G3313 deel G3326 met G1700 Mij.
  9 G4613 Simon G4074 Petrus G3004 G5719 zeide G846 tot Hem G2962 : Heere G3361 , niet G3440 alleen G3450 mijn G4228 voeten G235 , maar G2532 ook G5495 de handen G2532 en G2776 het hoofd.
  10 G2424 Jezus G3004 G5719 zeide G846 tot hem G3068 G5772 : Die gewassen is G2192 G5719 , heeft G3756 niet G5532 van node G2228 , dan G4228 de voeten G3538 G5670 te wassen G235 , maar G2076 G5748 is G3650 geheel G2513 rein G2532 . En G5210 gijlieden G2075 G5748 zijt G2513 rein G235 , doch G3780 niet G3956 allen.
  11 G1063 Want G1492 G5715 Hij wist G3588 , wie G846 Hem G3860 G5723 verraden zou G5124 G1223 ; daarom G2036 G5627 zeide Hij G2075 G5748 : Gij zijt G3780 niet G3956 allen G2513 rein.
  12 G3753 Als G3767 Hij dan G846 hun G4228 voeten G3538 G5656 gewassen G2532 , en G846 Zijn G2440 klederen G2983 G5627 genomen had G377 G , zat Hij G3825 wederom G377 G5631 aan G2036 G5627 , en zeide G846 tot hen G1097 G5719 : Verstaat gij G5101 , wat G5213 Ik ulieden G4160 G5758 gedaan heb?
  13 G5210 Gij G5455 G5719 heet G3165 Mij G1320 Meester G2532 en G2962 Heere G2532 ; en G3004 G5719 gij zegt G2573 wel G1063 , want G1510 G5748 Ik ben het.
  14 G1487 Indien G3767 dan G1473 Ik G2962 , de Heere G2532 en G1320 de Meester G5216 , uw G4228 voeten G3538 G5656 gewassen heb G3784 G , zo zijt G5210 gij G2532 ook G3784 G5719 schuldig G240 , elkanders G4228 voeten G3538 G5721 te wassen.
  15 G1063 Want G5213 Ik heb u G5262 een voorbeeld G1325 G5656 gegeven G2443 , opdat G2531 , gelijkerwijs G1473 Ik G5213 u G4160 G5656 gedaan heb G5210 , gijlieden G2532 ook G4160 G5725 doet.
  16 G281 Voorwaar G281 , voorwaar G3004 G5719 zeg Ik G5213 u G1401 : Een dienstknecht G2076 G5748 is G3756 niet G3187 meerder dan G846 zijn G2962 heer G3761 , noch G652 een gezant G3187 meerder, dan G846 die hem G3992 G5660 gezonden heeft.
  17 G1487 Indien G5023 gij deze dingen G1492 G5758 weet G3107 , zalig G2075 G5748 zijt gij G1437 , zo G846 gij dezelve G4160 G5725 doet.