2 Samuel Cross References - DSV_Strongs

  1 H1961 H8799 Voorts geschiedde H310 het na H7586 Sauls H4194 dood H1732 , als David H4480 van H5221 H8687 den slag H6002 der Amalekieten H7725 H8804 was wedergekomen H1732 , en David H8147 twee H3117 dagen H6860 te Ziklag H3427 H8799 gebleven was;
  2 H1961 H8799 Zo geschiedde H7992 het op den derden H3117 dag H2009 , dat, ziet H4480 , uit H4264 het heirleger H4480 H5973 van H7586 Saul H376 , een man H935 H8802 kwam H899 , wiens klederen H7167 H8803 gescheurd waren H127 , en aarde H5921 was op H7218 zijn hoofd H1961 H8799 ; en het geschiedde H413 , als hij tot H1732 David H935 H8800 kwam H5307 H8799 , zo viel hij H776 ter aarde H7812 H8691 en boog zich neder.
  3 H1732 En David H559 H8799 zeide H4480 H2088 tot hem: Van H335 waar H935 H8799 komt gij H559 H8799 ? En hij zeide H413 tot H4422 H8738 hem: Ik ben ontkomen H4480 uit H4264 het heirleger H3478 van Israel.
  4 H559 H8799 Voorts zeide H1732 David H413 tot H4100 hem: Wat H1961 H8804 is H1697 de zaak H5046 H8685 ? Verhaal H4994 het mij toch H559 H8799 . En hij zeide H834 , dat H5971 het volk H4480 uit H4421 den strijd H5127 H8804 gevloden was H1571 , en dat er ook H7235 H8687 velen H4480 van H5971 het volk H5307 H8804 gevallen H4191 H8799 en gestorven waren H1571 , dat ook H7586 Saul H1121 en zijn zoon H3083 Jonathan H4191 H8804 dood waren.
  5 H1732 En David H559 H8799 zeide H413 tot H5288 den jongen H5046 H8688 , die hem de boodschap bracht H349 : Hoe H3045 H8804 weet gij H3588 , dat H7586 Saul H4191 H8804 dood is H1121 , en zijn zoon H3083 Jonathan?
  6 H559 H8799 Toen zeide H5288 de jongen H5046 H8688 , die hem de boodschap bracht H7136 H8738 : Ik kwam H7122 H8736 bij geval H2022 op het gebergte H1533 van Gilboa H2009 ; en ziet H7586 , Saul H8172 H8737 leunde H5921 op H2595 zijn spies H2009 ; en ziet H7393 , de wagens H1167 H6571 en ritmeesters H1692 H8689 hielden dicht op hem.
  7 H6437 H8799 Zo zag hij H310 achter H7200 H8799 zich om, en zag H7121 H8799 mij, en hij riep H413 mij H559 H8799 , en ik zeide H2009 : Zie, [hier] ben ik.
  8 H559 H8799 En hij zeide H4310 tot mij: Wie H859 zijt gij H559 H8799 ? En ik zeide H413 tot H595 hem: Ik H6003 ben een Amalekiet.
  9 H559 H8799 Toen zeide hij H413 tot H5975 H8798 mij: Sta H4994 toch H5921 bij H4191 H8786 mij, en dood H3588 mij; want H7661 deze malienkolder H270 H8804 heeft mij opgehouden H3588 ; want H5315 mijn leven H5750 is nog H3605 gans in mij.
  10 H5975 H8799 Zo stond ik H5921 bij H4191 H8787 hem, en doodde H3588 hem; want H3045 H8804 ik wist H3588 , dat H310 hij na H5307 H8800 zijn val H3808 niet H2421 H8799 leven zou H3947 H8799 ; en ik nam H5145 de kroon H834 , die H5921 op H7218 zijn hoofd H685 was, en het armgesmijde H834 , dat H5921 aan H2220 zijn arm H2008 was, en heb ze hier H413 tot H113 mijn heer H935 H8686 gebracht.
  11 H2388 H8686 Toen vatte H1732 David H899 zijn klederen H7167 H8799 en scheurde H1571 ze; desgelijks ook H3605 al H582 de mannen H834 , die H854 met hem waren.
  12 H5594 H8799 En zij weeklaagden H1058 H8799 , en weenden H6684 H8799 , en vastten H5704 tot op H6153 den avond H5921 , over H7586 Saul H5921 en over H3083 Jonathan H1121 , zijn zoon H5921 , en over H5971 het volk H3068 des HEEREN H5921 , en over H1004 het huis H3478 Israels H3588 , omdat H2719 zij door het zwaard H5307 H8804 gevallen waren.
  13 H559 H8799 Voorts zeide H1732 David H413 tot H5288 den jongen H5046 H8688 , die hem de boodschap gebracht had H4480 H2088 : Van H335 waar H859 zijt gij H559 H8799 ? En hij zeide H595 : Ik H1121 ben de zoon H1616 van een vreemden H376 man H6003 , van een Amalekiet.
  14 H1732 En David H559 H8799 zeide H413 tot H349 hem: Hoe H3808 , hebt gij niet H3372 H8804 gevreesd H3027 uw hand H7971 H8800 uit te strekken H4899 , om den gezalfde H3068 des HEEREN H7843 H8763 te verderven?
  15 H1732 En David H7121 H8799 riep H259 een H4480 van H5288 de jongens H559 H8799 , en zeide H5066 H8798 : Treed toe H6293 H8798 , val op hem aan H5221 H8686 . En hij sloeg H4191 H8799 hem, dat hij stierf.
  16 H1732 En David H559 H8799 zeide H413 tot H1818 hem: Uw bloed H5921 zij op H7218 uw hoofd H3588 ; want H6310 uw mond H6030 H8804 heeft tegen u getuigd H559 H8800 , zeggende H595 : ik H4899 heb den gezalfde H3068 des HEEREN H4191 H8790 gedood.
  17 H1732 David H6969 H8787 nu klaagde H2063 deze H7015 klage H5921 over H7586 Saul H5921 en over H3083 Jonathan H1121 , zijn zoon;
  18 H559 H8799 Als hij gezegd had H1121 , dat men den kinderen H3063 van Juda H7198 den boog H3925 H8763 zou leren H2009 ; ziet H3789 H8803 , het is geschreven H5921 in H5612 het boek H3477 des Oprechten.
  19 H6643 O Sieraad H3478 van Israel H5921 , op H1116 uw hoogten H2491 is hij verslagen H349 ; hoe H1368 zijn de helden H5307 H8804 gevallen!
  20 H5046 H8686 Verkondigt H408 het niet H1661 te Gath H1319 H8762 , boodschapt H408 het niet H2351 op de straten H831 van Askelon H6435 H0 ; opdat H1323 de dochters H6430 der Filistijnen H6435 zich niet H8055 H8799 verblijden H6435 H0 , opdat H1323 de dochters H6189 der onbesnedenen H6435 niet H5937 H8799 opspringen van vreugde.
  21 H2022 Gij, bergen H1533 van Gilboa H408 , noch H2919 dauw H408 noch H4306 regen H5921 moet zijn op H7704 u, noch velden H8641 der hefofferen H3588 ; want H8033 aldaar H1368 is der helden H4043 schild H1602 H8738 smadelijk weggeworpen H4043 , het schild H7586 van Saul H1097 , alsof hij niet H4899 gezalfd H8081 ware geweest met olie.
  22 H4480 Van H1818 het bloed H2491 der verslagenen H4480 , van H2459 het vette H1368 der helden H3083 , werd Jonathans H7198 boog H3808 niet H268 achterwaarts H7734 H8738 gedreven H7586 ; en Sauls H2719 zwaard H7725 H0 keerde H3808 niet H7387 ledig H7725 H8799 weder.
  23 H7586 Saul H3083 en Jonathan H157 H8737 , die beminden H5273 , en die liefelijken H2416 in hun leven H4194 , zijn ook in hun dood H3808 niet H6504 H8738 gescheiden H7043 H8804 ; zij waren lichter H4480 dan H5404 arenden H1396 H8804 , zij waren sterker H4480 dan H738 leeuwen.
  24 H1323 Gij, dochteren H3478 Israels H1058 H8798 , weent H413 over H7586 Saul H3847 H8688 ; die u kleedde H5973 met H8144 scharlaken H5730 , met weelde H5716 ; die u sieraad H2091 van goud H5927 H8688 deed dragen H5921 over H3830 uw kleding.
  25 H349 Hoe H1368 zijn de helden H5307 H8804 gevallen H8432 in het midden H4421 van den strijd H3083 ! Jonathan H2491 is verslagen H5921 op H1116 uw hoogten!
  26 H6887 H8804 Ik ben benauwd H5921 om H251 uwentwil, mijn broeder H3083 Jonathan H3966 ! Gij waart mij zeer H5276 H8804 liefelijk H160 ; uw liefde H6381 H8738 was mij wonderlijker H4480 dan H160 liefde H802 der vrouwen.
  27 H349 Hoe H1368 zijn de helden H5307 H8804 gevallen H3627 H4421 , en de krijgswapenen H6 H8799 verloren!

1 Samuel 27:6

  6 H5414 H8799 Toen gaf H397 Achis H1931 te dien H3117 dage H6860 Ziklag H3651 ; daarom H6860 is Ziklag H4428 van de koningen H3063 van Juda H1961 H8804 geweest H5704 tot H2088 op dezen H3117 dag.

1 Samuel 30:17-26

  17 H1732 En David H5221 H8686 sloeg H4480 hen van H5399 de schemering H5704 tot H6153 aan den avond H4283 van hunlieder anderen dag H4422 H8738 ; en er ontkwam H3808 niet H376 een man H4480 van H3588 H518 hen, behalve H702 H3967 vierhonderd H5288 jonge H376 mannen H834 , die H5921 op H1581 kemelen H7392 H8804 reden H5127 H8799 en vloden.
  18 H5337 H8686 Alzo redde H1732 David H3605 al H834 wat H6002 de Amalekieten H3947 H8804 genomen hadden H5337 H8689 ; ook redde H1732 David H8147 zijn twee H802 vrouwen.
  19 H3808 En onder hen werd niet H5737 H8738 gemist H4480 van H6996 den kleinste H5704 tot aan H1419 den grootste H5704 , en tot aan H1121 de zonen H1323 en dochteren H4480 ; en van H7998 den buit H5704 , ook tot H3605 alles H834 , wat H3947 H8804 zij van hen genomen hadden H1732 ; David H7725 H0 bracht H3605 het altemaal H7725 H8689 weder.
  20 H1732 David H3947 H8799 nam H3605 ook al H6629 de schapen H1241 en de runderen H5090 H8804 ; zij dreven H6440 ze voor H1931 datzelve H4735 vee H559 H8799 heen, en zeiden H2008 : Dit H1732 is Davids H7998 buit.
  21 H1732 Als David H413 tot H3967 de tweehonderd H582 mannen H935 H8799 kwam H834 , die H6296 H8765 zo moede waren geweest H4480 H0 , dat H1732 zij David H4480 niet H3212 H8800 H310 hadden kunnen navolgen H5158 , en die zij aan de beek H1308 Besor H3427 H8686 hadden laten blijven H3318 H8799 , die gingen H1732 David H7125 H8800 tegemoet H5971 , en het volk H834 , dat H854 bij H7125 H8800 hem was, tegemoet H1732 ; en David H5066 H8799 trad H5971 tot het volk H7592 H8799 , en hij vraagde H7965 hen naar den welstand.
  22 H6030 H8799 Toen antwoordde H3605 een ieder H7451 boos H1100 en Belials H376 man H4480 onder H582 de mannen H834 , die H5973 met H1732 David H1980 H8804 getogen waren H559 H8799 , en zij zeiden H3282 H834 : Omdat H5973 zij met H3808 ons niet H1980 H8804 getogen zijn H4480 , zullen wij hun van H7998 den buit H834 , dien H5337 H8689 wij gered hebben H3808 , niet H5414 H8799 geven H3588 H518 , maar H376 aan een iegelijk H802 zijn vrouw H1121 en zijn kinderen H5090 H8799 ; laat hen die heenleiden H3212 H8799 , en weggaan.
  23 H1732 Maar David H559 H8799 zeide H3651 : Alzo H3808 zult gij niet H6213 H8799 doen H251 , mijn broeders H834 , met hetgeen H3068 ons de HEERE H5414 H8804 gegeven heeft H853 , en Hij heeft ons H8104 H8799 bewaard H1416 , en heeft de bende H5921 , die tegen H935 H8802 ons kwam H3027 , in onze hand H5414 H8799 gegeven.
  24 H4310 Wie H2088 zou toch ulieden in deze H1697 zaak H8085 H8799 horen H3588 ? Want H2506 gelijk het deel H4421 dergenen is, die in den strijd H3381 H8802 H8675 H3381 H8717 mede afgetogen zijn H2506 , alzo zal ook het deel H5921 dergenen zijn, die bij H3627 het gereedschap H3427 H8802 gebleven zijn H3162 ; zij zullen gelijkelijk H2505 H8799 delen.
  25 H4480 En dit is van H1931 dien H3117 dag H4605 af en voortaan H1961 H8799 [alzo] geweest H2706 ; want hij heeft het tot een inzetting H4941 en tot een recht H7760 H8799 gesteld H3478 in Israel H5704 , tot H2088 op dezen H3117 dag.
  26 H1732 Als nu David H413 te H6860 Ziklag H935 H8799 kwam H7971 H8762 , zo zond hij H2205 tot de oudsten H3063 van Juda H7453 , zijn vrienden H4480 , van H7998 den buit H559 H8800 , zeggende H2009 : Ziet H1293 , daar is een zegen H4480 voor ulieden, van H7998 den buit H341 H8802 der vijanden H3068 des HEEREN.

1 Samuel 31:6

  6 H4191 H8799 Alzo stierf H7586 Saul H7969 , en zijn drie H1121 zonen H5375 H8802 H3627 , en zijn wapendrager H1571 , ook H3605 al H582 zijn mannen H1931 , te dienzelven H3117 dage H3162 te gelijk.

Genesis 22:4

  4 H7992 Aan den derden H3117 dag H5375 H0 , toen hief H85 Abraham H5869 zijn ogen H5375 H8799 op H7200 H8799 , en zag H853 die H4725 plaats H7350 van verre.

Genesis 37:7-10

  7 H2009 En ziet H587 , wij H485 waren schoven H481 H8764 bindende H8432 in het midden H7704 des velds H2009 ; en ziet H485 , mijn schoof H6965 H8804 stond op H1571 , en bleef ook H5324 H8738 staande H2009 ; en ziet H485 , uw schoven H5437 H8799 kwamen rondom H7812 H8691 , en bogen zich neder H485 voor mijn schoof.
  8 H559 H8799 Toen zeiden H251 zijn broeders H4427 H8800 tot hem: Zult gij dan ganselijk H5921 over H4427 H8799 ons regeren H518 : H4910 H8800 zult gij dan ganselijk H4910 H8799 over ons heersen H8130 H8800 ? Zo haatten zij H853 hem H5750 nog H3254 H8686 te meer H5921 , om H2472 zijn dromen H5921 en om H1697 zijn woorden.
  9 H2492 H8799 En hij droomde H5750 nog H312 een anderen H2472 droom H5608 H8762 , en verhaalde H853 dien H251 aan zijn broederen H559 H8799 ; en hij zeide H2009 : Ziet H5750 , ik heb nog H2472 een droom H2492 H8804 gedroomd H2009 , en ziet H8121 , de zon H3394 , en de maan H6240 H259 , en elf H3556 sterren H7812 H8693 bogen zich voor mij neder.
  10 H413 En als hij het aan H1 zijn vader H413 en aan H251 zijn broederen H5608 H8762 verhaalde H1605 H8799 , bestrafte H1 hem zijn vader H559 H8799 , en zeide H4100 tot hem: Wat H2088 is dit H2472 voor een droom H834 , dien H2492 H8804 gij gedroomd hebt H935 H8800 ; zullen wij dan ganselijk H935 H8799 komen H589 , ik H517 , en uw moeder H251 , en uw broeders H776 , om ons voor u ter aarde H7812 H8692 te buigen?

Genesis 37:29

  29 H7205 Als nu Ruben H413 tot H953 den kuil H7725 H8799 wederkeerde H2009 , ziet H369 H0 , zo was H3130 Jozef H369 niet H953 in den kuil H7167 H8799 ; toen scheurde hij H899 zijn klederen.

Genesis 37:34

  34 H7167 H8799 Toen scheurde H3290 Jakob H8071 zijn klederen H7760 H8799 , en legde H8242 een zak H4975 om zijn lenden H56 H8691 ; en hij bedreef rouw H5921 over H1121 zijn zoon H7227 vele H3117 dagen.

Genesis 43:28

  28 H559 H8799 En zij zeiden H7965 : Het is wel H5650 met uw knecht H1 , onzen vader H2416 , hij leeft H5750 nog H6915 H8799 ; en zij neigden het hoofd H7812 H8691 en bogen zich neder.

Joshua 7:6

  6 H7167 H8799 Toen verscheurde H3091 Jozua H8071 zijn klederen H5307 H8799 , en viel H5921 op H6440 zijn aangezicht H776 ter aarde H6440 , voor H727 de ark H3068 des HEEREN H5704 , tot H6153 den avond H1931 toe, hij H2205 en de oudsten H3478 van Israel H5927 H8686 ; en zij wierpen H6083 stof H5921 op H7218 hun hoofd.

1 Samuel 4:12

  12 H7323 H8799 Toen liep H376 H1144 er een Benjaminiet H4480 uit H4634 de slagorden H935 H8799 , en kwam H7887 te Silo H1931 denzelfden H3117 dag H4055 ; en zijn klederen H7167 H8803 waren gescheurd H127 , en er was aarde H5921 op H7218 zijn hoofd.

1 Samuel 4:16

  16 H376 En die man H559 H8799 zeide H413 tot H5941 Eli H595 : Ik H4480 ben het, die uit H4634 de slagorden H935 H8802 kom H589 , en ik H3117 ben heden H4480 uit H4634 de slagorden H5127 H8804 gevloden H559 H8799 . Hij dan zeide H4100 H1697 : Wat H1961 H8804 is er geschied H1121 , mijn zoon?

1 Samuel 20:41

  41 H5288 Als de jongen H935 H8802 heenging H6965 H0 , zo stond H1732 David H6965 H8804 op H4480 H681 van H5045 de zuidzijde H5307 H8799 , en hij viel H639 op zijn aangezicht H776 ter aarde H7812 H8691 , en hij boog zich H7969 H6471 driemaal H5401 H8799 ; en zij kusten H376 H7453 elkander H1058 H8799 , en weenden H376 H7453 met elkander H5704 , totdat H1732 het David H1431 H8689 gans veel maakte.

1 Samuel 25:23

  23 H26 Toen nu Abigail H1732 David H7200 H8799 zag H4116 H8762 , zo haastte zij zich H3381 H0 , en kwam H4480 H5921 van H2543 den ezel H3381 H8799 af H5307 H8799 , en zij viel H639 voor het aangezicht H1732 van David H5921 op H6440 haar aangezicht H7812 H8691 , en zij boog zich H776 ter aarde.

2 Samuel 4:10

  10 H3588 Dewijl H5046 H8688 ik hem, die mij boodschapte H559 H8800 , zeggende H2009 : Zie H7586 , Saul H4191 H8804 is dood H1931 ; daar hij H5869 in zijn ogen H1961 H8804 was H1319 H8764 als een, die goede boodschap bracht H270 H8799 , nochtans gegrepen H6860 en te Ziklag H2026 H8799 gedood heb H834 , hoewel H1309 hij [meende], dat ik hem bodenloon H5414 H8800 zou geven;

2 Samuel 14:4

  4 H8621 En de Thekoietische H802 vrouw H559 H8799 zeide H413 tot H4428 den koning H5921 , als zij op H639 haar aangezicht H776 ter aarde H5307 H8799 was gevallen H7812 H8691 , en zich nedergebogen had H559 H8799 , zo zeide zij H3467 H8685 : Behoud H4428 , o koning!

2 Samuel 15:32

  32 H1961 H8799 En het geschiedde H1732 , als David H5704 tot H7218 op de hoogte H935 H8804 kwam H834 , dat H8033 hij aldaar H430 God H7812 H8691 aanbad H2009 ; ziet H7125 H8800 , toen ontmoette H2365 hem Husai H757 , de Archiet H3801 , hebbende zijn rok H7167 H8803 gescheurd H127 , en aarde H5921 op H7218 zijn hoofd.

Esther 4:16

  16 H3212 H8798 Ga H3664 H8798 , vergader H3605 al H3064 de Joden H7800 , die te Susan H4672 H8737 gevonden worden H6684 H8798 , en vast H5921 voor H398 H8799 H408 mij, en eet H8354 H8799 of drinkt H408 niet H7969 , in drie H3117 dagen H3915 , nacht H3117 noch dag H589 ; ik H5291 en mijn jonge dochters H1571 zullen ook H3651 alzo H6684 H8799 vasten H3651 , en alzo H413 zal ik tot H4428 den koning H935 H8799 ingaan H834 , hetwelk H3808 niet H1881 naar de wet H834 is. Wanneer H6 H8804 ik dan omkome H6 H8804 , zo kom ik om.

Esther 5:1

  1 H1961 H8799 Het geschiedde H7992 nu aan den derden H3117 dag H635 , dat Esther H4438 een koninklijk H3847 H8799 kleed aantrok H5975 H8799 , en stond H6442 in het binnenste H2691 voorhof H4428 van des konings H1004 huis H5227 , tegenover H1004 het huis H4428 des konings H4428 ; de koning H3427 H8802 nu zat H5921 op H4438 zijn koninklijken H3678 troon H4438 , in het koninklijke H1004 huis H5227 , tegenover H6607 de deur H1004 van het huis.

Psalms 66:3

  3 H559 H8798 Zegt H430 tot God H3372 H8737 : Hoe vreselijk H4639 zijt Gij [in] Uw werken H7230 ! Om de grootheid H5797 Uwer sterkte H341 H8802 zullen zich Uw vijanden H3584 H8762 geveinsdelijk aan U onderwerpen.

Hosea 6:2

  2 H3117 Hij zal ons na twee dagen H2421 levend maken H7992 ; op den derden H3117 dag H6965 zal Hij ons doen verrijzen H6440 , en wij zullen voor Zijn aangezicht H2421 leven.

Joel 2:13

  13 H7167 H8798 En scheurt H3824 uw hart H408 en niet H899 uw klederen H7725 H8798 , en bekeert u H413 tot H3068 den HEERE H430 , uw God H3588 ; want H1931 Hij H2587 is genadig H7349 en barmhartig H750 H639 , lankmoedig H7227 en groot H2617 van goedertierenheid H5162 H8737 , en berouw hebbende H5921 over H7451 het kwade.

Matthew 12:40

  40 G1063 Want G5618 gelijk G2495 Jonas G5140 drie G2250 dagen G2532 en G5140 drie G3571 nachten G2258 G5713 was G1722 in G2836 den buik G2785 van den walvis G3779 , alzo G5207 zal de Zoon G444 des mensen G5140 drie G2250 dagen G2532 en G5140 drie G3571 nachten G2071 G5704 wezen G1722 in G2588 het hart G1093 der aarde.

Matthew 16:21

  21 G575 Van G5119 toen aan G756 G5662 begon G2424 Jezus G846 Zijn G3101 discipelen G1166 G5721 te vertonen G3754 , dat G846 Hij G1163 G5748 moest G565 G5629 heengaan G1519 naar G2414 Jeruzalem G2532 , en G4183 veel G3958 G5629 lijden G575 van G4245 de ouderlingen G2532 , en G749 overpriesteren G2532 , en G1122 Schriftgeleerden G2532 , en G615 G5683 gedood worden G2532 , en G5154 ten derden G2250 dage G1453 G5683 opgewekt worden.

Revelation 3:9

  9 G2400 G5628 Zie G1325 G5719 , Ik geef G1537 [u] [enigen] uit G4864 de synagoge G4567 des satans G3588 , dergenen, die G3004 G5723 zeggen G1438 , dat zij G2453 Joden G1511 G5750 zijn G2532 , en G1526 G5748 zijn het G3756 niet G235 , maar G5574 G5727 liegen G2400 G5628 ; zie G4160 G5692 , Ik zal maken G2443 , dat G846 zij G2240 G5661 zullen komen G2532 , en G4352 G5661 aanbidden G1799 voor G4675 uw G4228 voeten G2532 , en G1097 G5632 bekennen G3754 , dat G1473 Ik G4571 u G25 G5656 liefheb.

2 Kings 5:25

  25 H1931 Daarna kwam hij H935 H8802 in H5975 H8799 , en stond H413 voor H113 zijn heer H477 . En Elisa H559 H8799 zeide H413 tot H4480 hem: Van H370 waar H1522 , Gehazi H559 H8799 ? En hij zeide H5650 : Uw knecht H3808 is noch H575 herwaarts H575 noch derwaarts H1980 H8804 gegaan.

Job 1:15-19

  15 H7614 Doch de Sabeers H5307 H8799 deden een inval H3947 H8799 , en namen H5221 H8689 ze, en sloegen H5288 de jongeren H6310 met de scherpte H2719 des zwaards H589 ; en ik H7535 ben maar H909 alleen H4422 H8735 ontkomen H5046 H8687 , om het u aan te zeggen.
  16 H2088 Als deze H5750 nog H1696 H8764 sprak H935 H8802 , zo kwam H2088 een ander H559 H8799 , en zeide H784 : Het vuur H430 Gods H5307 H8804 viel H4480 uit H8064 den hemel H1197 H8799 , en ontstak H6629 onder de schapen H5288 en onder de jongeren H398 H8799 , en verteerde H589 ze; en ik H7535 ben maar H909 alleen H4422 H8735 ontkomen H5046 H8687 , om het u aan te zeggen.
  17 H2088 Als deze H5750 nog H1696 H8764 sprak H935 H8802 , zo kwam H2088 een ander H559 H8799 , en zeide H3778 : De Chaldeen H7760 H8804 stelden H7969 drie H7218 hopen H6584 H8799 , en vielen H5921 op H1581 de kemelen H3947 H8799 aan, en namen H5221 H8689 ze, en sloegen H5288 de jongeren H6310 met de scherpte H2719 des zwaards H589 ; en ik H7535 ben maar H909 alleen H4422 H8735 ontkomen H5046 H8687 , om het u aan te zeggen.
  18 H2088 Als deze H5704 nog H1696 H8764 sprak H935 H8802 , zo kwam H2088 een ander H559 H8799 , en zeide H1121 : Uw zonen H1323 en uw dochteren H398 H8802 aten H8354 H8802 , en dronken H3196 wijn H1004 , in het huis H251 van hun broeder H1060 , den eerstgeborene;
  19 H2009 En zie H1419 , een grote H7307 wind H935 H8804 kwam H4480 van H5676 over H4057 de woestijn H5060 H8799 , en stiet H702 aan de vier H6438 hoeken H1004 van het huis H5307 H8799 , en het viel H5921 op H5288 de jongelingen H4191 H8799 , dat ze stierven H589 ; en ik H7535 ben maar H909 alleen H4422 H8735 ontkomen H5046 H8687 , om het u aan te zeggen.

1 Samuel 31:1-6

  1 H6430 De Filistijnen H3898 H8737 dan streden H3478 tegen Israel H582 ; en de mannen H3478 Israels H5127 H8799 vloden H4480 voor H6440 het aangezicht H6430 der Filistijnen H5307 H8799 , en vielen H2491 verslagen H2022 op het gebergte H1533 Gilboa.
  2 H6430 En de Filistijnen H1692 H8686 hielden dicht H7586 op Saul H1121 en zijn zonen H6430 ; en de Filistijnen H5221 H8686 sloegen H3083 Jonathan H41 , en Abinadab H4444 , en Malchisua H1121 , de zonen H7586 van Saul.
  3 H4421 En de strijd H3513 H8799 werd zwaar H413 tegen H7586 Saul H582 ; en de mannen H7198 , die met den boog H3384 H8688 schieten H4672 H8799 , troffen hem aan H2342 H8799 , en hij vreesde H3966 zeer H4480 voor H3384 H8688 de schutters.
  4 H559 H8799 Toen zeide H7586 Saul H5375 H8802 H3627 tot zijn wapendrager H8025 H8798 : Trek H2719 uw zwaard H1856 H8798 uit, en doorsteek H6435 H0 mij daarmede, dat misschien H428 deze H6189 onbesnedenen H6435 niet H935 H8799 komen H1856 H8804 , en mij doorsteken H5953 H8694 , en met mij den spot drijven H5375 H8802 H3627 . Maar zijn wapendrager H14 H8804 wilde H3808 niet H3588 , want H3372 H8804 hij vreesde H3966 zeer H3947 H8799 . Toen nam H7586 Saul H2719 het zwaard H5307 H8799 , en viel H5921 daarin.
  5 H5375 H8802 H3627 Toen zijn wapendrager H7200 H8799 zag H3588 , dat H7586 Saul H4191 H8804 dood was H5307 H8799 , zo viel H1931 hij H1571 ook H5921 in H2719 zijn zwaard H4191 H8799 en stierf H5973 met hem.
  6 H4191 H8799 Alzo stierf H7586 Saul H7969 , en zijn drie H1121 zonen H5375 H8802 H3627 , en zijn wapendrager H1571 , ook H3605 al H582 zijn mannen H1931 , te dienzelven H3117 dage H3162 te gelijk.

1 Chronicles 10:1-6

  1 H6430 En de Filistijnen H3898 H8738 streden H3478 tegen Israel H376 , en de mannen H3478 van Israel H5127 H8799 vloden H4480 voor H6440 het aangezicht H6430 der Filistijnen H5307 H8799 , en zij vielen H2491 verslagen H2022 op het gebergte H1533 Gilboa.
  2 H6430 En de Filistijnen H1692 H8686 hielden dicht H310 achter H7586 Saul H310 aan en achter H1121 zijn zonen H6430 ; en de Filistijnen H5221 H8686 sloegen H3129 Jonathan H41 , en Abinadab H4444 , en Malchi-sua H1121 , de zonen H7586 van Saul.
  3 H4421 En de strijd H3513 H8799 werd zwaar H5921 tegen H7586 Saul H3384 H8688 , en de schutters H7198 met de bogen H4672 H8799 troffen hem aan H2342 H8799 ; en hij vreesde H4480 zeer voor H3384 H8802 de schutters.
  4 H559 H8799 Toen zeide H7586 Saul H413 tot H5375 H8802 H3627 zijn wapendrager H8025 H8798 : Trek H2719 uw zwaard H1856 H8798 uit en doorsteek H6435 H0 mij daarmede, dat misschien H428 deze H6189 onbesnedenen H6435 niet H935 H8799 komen H5953 H8694 , en met mij den spot drijven H5375 H8802 H3627 . Maar zijn wapendrager H14 H8804 wilde H3808 niet H3588 , want H3372 H8804 hij vreesde H3966 zeer H3947 H8799 . Toen nam H7586 Saul H2719 het zwaard H5307 H8799 , en viel H5921 daarin.
  5 H5375 H8802 H3627 Toen zijn wapendrager H7200 H8799 zag H3588 , dat H7586 Saul H4191 H8804 dood was H5307 H8799 , zo viel H1931 hij H1571 ook H5921 in H2719 het zwaard H4191 H8799 en stierf.
  6 H4191 H8799 Alzo stierf H7586 Saul H7969 en zijn drie H1121 zonen H3605 ; ook zijn ganse H1004 huis H3162 is tegelijk H4191 H8804 gestorven.

Proverbs 14:15

  15 H6612 De slechte H539 H8686 gelooft H1697 alle woord H6175 ; maar de kloekzinnige H995 H8799 merkt op H838 zijn gang.

Proverbs 25:2

  2 H430 Het is Gods H3519 eer H1697 een zaak H5641 H8687 te verbergen H3519 ; maar de eer H4428 der koningen H1697 een zaak H2713 H8800 te doorgronden.

Ruth 2:3

  3 H3212 H8799 Zo ging zij heen H935 H8799 , en kwam H3950 H8762 en las op H7704 in het veld H310 , achter H7114 H8802 de maaiers H7136 H0 ; en haar viel H4745 bij geval H7136 H8799 voor H2513 , een deel H7704 van het veld H1162 van Boaz H834 , die H4480 van H4940 het geslacht H458 van Elimelech was.

1 Samuel 6:9

  9 H7200 H8804 Ziet dan toe H518 , indien H1931 zij H1870 den weg H1366 van haar landpale H5927 H8799 opgaat H1053 naar Beth-semes H2063 , zo heeft Hij ons dit H1419 groot H7451 kwaad H6213 H8804 gedaan H518 ; maar zo H3808 niet H3045 H8804 , zo zullen wij weten H3588 , dat H3027 Zijn hand H3808 ons niet H5060 H8804 geraakt heeft H1931 ; het H4745 is ons een toeval H1961 H8804 geweest.

1 Samuel 28:4

  4 H6430 En de Filistijnen H935 H8799 kwamen H6908 H8735 en vergaderden zich H2583 H8799 , en zij legerden zich H7766 te Sunem H7586 ; en Saul H6908 H8799 vergaderde H3605 gans H3478 Israel H2583 H8799 , en zij legerden zich H1533 op Gilboa.

1 Samuel 31:1-7

  1 H6430 De Filistijnen H3898 H8737 dan streden H3478 tegen Israel H582 ; en de mannen H3478 Israels H5127 H8799 vloden H4480 voor H6440 het aangezicht H6430 der Filistijnen H5307 H8799 , en vielen H2491 verslagen H2022 op het gebergte H1533 Gilboa.
  2 H6430 En de Filistijnen H1692 H8686 hielden dicht H7586 op Saul H1121 en zijn zonen H6430 ; en de Filistijnen H5221 H8686 sloegen H3083 Jonathan H41 , en Abinadab H4444 , en Malchisua H1121 , de zonen H7586 van Saul.
  3 H4421 En de strijd H3513 H8799 werd zwaar H413 tegen H7586 Saul H582 ; en de mannen H7198 , die met den boog H3384 H8688 schieten H4672 H8799 , troffen hem aan H2342 H8799 , en hij vreesde H3966 zeer H4480 voor H3384 H8688 de schutters.
  4 H559 H8799 Toen zeide H7586 Saul H5375 H8802 H3627 tot zijn wapendrager H8025 H8798 : Trek H2719 uw zwaard H1856 H8798 uit, en doorsteek H6435 H0 mij daarmede, dat misschien H428 deze H6189 onbesnedenen H6435 niet H935 H8799 komen H1856 H8804 , en mij doorsteken H5953 H8694 , en met mij den spot drijven H5375 H8802 H3627 . Maar zijn wapendrager H14 H8804 wilde H3808 niet H3588 , want H3372 H8804 hij vreesde H3966 zeer H3947 H8799 . Toen nam H7586 Saul H2719 het zwaard H5307 H8799 , en viel H5921 daarin.
  5 H5375 H8802 H3627 Toen zijn wapendrager H7200 H8799 zag H3588 , dat H7586 Saul H4191 H8804 dood was H5307 H8799 , zo viel H1931 hij H1571 ook H5921 in H2719 zijn zwaard H4191 H8799 en stierf H5973 met hem.
  6 H4191 H8799 Alzo stierf H7586 Saul H7969 , en zijn drie H1121 zonen H5375 H8802 H3627 , en zijn wapendrager H1571 , ook H3605 al H582 zijn mannen H1931 , te dienzelven H3117 dage H3162 te gelijk.
  7 H582 Als de mannen H3478 van Israel H834 , die H5676 aan deze zijde H6010 van het dal H834 waren, en die H5676 aan deze zijde H3383 der Jordaan H7200 H8799 waren, zagen H3588 , dat H582 de mannen H3478 van Israel H5127 H8804 gevloden waren H3588 , en dat H7586 Saul H1121 en zijn zonen H4191 H8804 dood waren H5800 H8799 , zo verlieten zij H5892 de steden H5127 H8799 , en zij vloden H935 H8799 . Toen kwamen H6430 de Filistijnen H3427 H8799 en woonden daarin.

2 Samuel 1:21

  21 H2022 Gij, bergen H1533 van Gilboa H408 , noch H2919 dauw H408 noch H4306 regen H5921 moet zijn op H7704 u, noch velden H8641 der hefofferen H3588 ; want H8033 aldaar H1368 is der helden H4043 schild H1602 H8738 smadelijk weggeworpen H4043 , het schild H7586 van Saul H1097 , alsof hij niet H4899 gezalfd H8081 ware geweest met olie.

Luke 10:31

  31 G1161 En G2596 bij G4795 geval G2597 G kwam G5100 een zeker G2409 priester G1722 G1565 denzelven G3598 weg G2597 G5707 af G2532 , en G846 hem G1492 G5631 ziende G492 G5627 , ging hij tegenover [hem] voorbij.

Judges 9:54

  54 H7121 H8799 Toen riep hij H4120 haastelijk H413 , H5288 den jongen H3627 , die zijn wapenen H5375 H8802 droeg H559 H8799 , en zeide H8025 H8798 tot hem: Trek H2719 uw zwaard H4191 H8786 uit, en dood H6435 mij, opdat zij niet H559 H8799 van mij zeggen H802 : Een vrouw H2026 H8804 heeft hem gedood H5288 . En zijn jongen H1856 H8799 doorstak H4191 H8799 hem, dat hij stierf.

1 Samuel 22:12

  12 H7586 En Saul H559 H8799 zeide H8085 H8798 : Hoor H4994 nu H1121 , gij, zoon H285 van Ahitub H559 H8799 ! En hij zeide H2009 : Zie H113 , [hier] ben ik, mijn heer!

2 Samuel 9:6

  6 H4648 Als nu Mefiboseth H1121 , de zoon H3083 van Jonathan H1121 , den zoon H7586 van Saul H413 , tot H1732 David H935 H8799 inkwam H5307 H8799 , zo viel hij H5921 op H6440 zijn aangezicht H7812 H8691 , en boog zich neder H1732 . En David H559 H8799 zeide H4648 : Mefiboseth H559 H8799 ! En hij zeide H2009 : Zie H5650 , [hier] is uw knecht.

Isaiah 6:8

  8 H8085 H8799 Daarna hoorde ik H6963 de stem H136 des Heeren H559 H8802 , dewelke zeide H7971 H8799 : Wien zal Ik zenden H3212 H8799 , en wie zal voor Ons henengaan H559 H8799 ? Toen zeide ik H7971 H8798 : Zie, [hier] ben ik, zend mij henen.

Isaiah 65:1

  1 H1875 H8738 Ik ben gevonden H3808 van hen, die [naar] [Mij] niet H7592 H8804 vraagden H4672 H8738 ; Ik ben gevonden H3808 van degenen, die Mij niet H1245 H8765 zochten H1471 ; tot het volk H8034 , dat naar Mijn Naam H7121 H8795 niet genoemd was H559 H8804 , heb Ik gezegd: Ziet, [hier] ben Ik, ziet, [hier] ben Ik.

Genesis 14:7

  7 H7725 H8799 Daarna keerden zij wederom H935 H8799 , en kwamen H413 tot H5880 En-mispat H1931 , dat H6946 [is] Kades H5221 H8686 , en sloegen H3605 al H7704 het land H6003 der Amalekieten H1571 , en ook H567 den Amoriet H2688 , die te Hazezon-thamar H3427 H8802 woonde.

Exodus 17:8-16

  8 H935 H8799 Toen kwam H6002 Amalek H3898 H8735 en streed H3478 tegen Israel H7508 in Rafidim.
  9 H4872 Mozes H559 H8799 dan zeide H3091 tot Jozua H977 H8798 : Kies H582 ons mannen H3318 H8798 , en trek uit H3898 H8734 , strijd H6002 tegen Amalek H4279 ; morgen H7218 zal ik op de hoogte H1389 des heuvels H5324 H8737 staan H4294 , en de staf H430 Gods H3027 zal in mijn hand zijn.
  10 H3091 Jozua H6213 H8799 nu deed H4872 , als Mozes H559 H8804 hem gezegd had H3898 H8736 , strijdende H6002 tegen Amalek H4872 ; doch Mozes H175 , Aaron H2354 en Hur H5927 H8804 klommen H7218 op de hoogte H1389 des heuvels.
  11 H4872 En het geschiedde, terwijl Mozes H3027 zijn hand H7311 H8686 ophief H3478 , zo was Israel H1396 H8804 de sterkste H3027 ; maar terwijl hij zijn hand H5117 H8686 nederliet H6002 , zo was Amalek H1396 H8804 de sterkste.
  12 H3027 Doch de handen H4872 van Mozes H3515 werden zwaar H3947 H8799 ; daarom namen zij H68 een steen H7760 H8799 , en legden H3427 H8799 dien onder hem, dat hij daarop zat H175 ; en Aaron H2354 en Hur H8551 H8804 onderstutten H3027 zijn handen H259 , de een op deze H259 , de ander op de andere H3027 [zijde]; alzo waren zijn handen H530 gewis H8121 , totdat de zon H935 H8800 onderging.
  13 H3091 Alzo dat Jozua H6002 Amalek H5971 en zijn volk H2522 H8799 krenkte H6310 , door de scherpte H2719 des zwaards.
  14 H559 H8799 Toen zeide H3068 de HEERE H4872 tot Mozes H3789 H8798 : Schrijf H2146 dit ter gedachtenis H5612 in een boek H7760 H8798 , en leg H241 het in de oren H3091 van Jozua H2143 , dat Ik de gedachtenis H6002 van Amalek H4229 H8800 geheel H4229 H8799 uitdelgen zal H8064 van onder den hemel.
  15 H4872 En Mozes H1129 H8799 bouwde H4196 een altaar H7121 H8799 ; en hij noemde H8034 deszelfs naam H3068 : De HEERE H5251 H3071 is mijn Banier!
  16 H559 H8799 En hij zeide H3027 : Dewijl de hand H3676 op den troon H3050 des HEEREN H4421 is, zo zal de oorlog H3068 des HEEREN H6002 tegen Amalek H1755 zijn, van geslacht H1755 tot geslacht!

Numbers 24:20

  20 H6002 Toen hij de Amalekieten H7200 H8799 zag H5375 H0 , zo hief hij H4912 zijn spreuk H5375 H8799 op H559 H8799 , en zeide H6002 : Amalek H7225 is de eersteling H1471 der heidenen H319 ; maar zijn uiterste H8 H5703 is ten verderve!

Deuteronomy 25:17-19

  17 H2142 H8800 Gedenkt H6002 , wat u Amalek H6213 H8804 gedaan heeft H1870 op den weg H4714 , als gij uit Egypte H3318 H8800 uittoogt;
  18 H1870 Hoe hij u op den weg H7136 H8804 ontmoette H2179 H8762 , en sloeg onder u in den staart H2826 H8737 al de zwakken H310 achter H5889 u, als gij moede H3023 en mat H3373 waart; en hij vreesde H430 God niet.
  19 H3068 Het zal dan geschieden, als u de HEERE H430 , uw God H5117 H8687 , rust zal gegeven hebben H341 H8802 , van al uw vijanden H5439 rondom H776 , in het land H3068 , dat u de HEERE H430 , uw God H5159 , ten erve H5414 H8802 geven zal H3423 H8800 , om hetzelve erfelijk te bezitten H2143 , dat gij de gedachtenis H6002 van Amalek H8064 van onder den hemel H4229 H8799 zult uitdelgen H7911 H8799 ; vergeet het niet!

1 Samuel 15:3

  3 H3212 H8789 Ga H6258 nu H5221 H8689 heen, en sla H6002 Amalek H2763 H8689 , en verban H3605 alles H834 , wat H2550 H8799 hij heeft, en verschoon H5921 hem H3808 niet H4191 H8689 ; maar dood H4480 van H376 den man H5704 af tot H802 de vrouw H4480 toe, van H5768 de kinderen H5704 tot H3243 H8802 de zuigelingen H4480 , van H7794 de ossen H5704 tot H7716 de schapen H4480 , van H1581 de kemelen H5704 tot H2543 de ezelen toe.

1 Samuel 27:8

  8 H1732 David H5927 H8799 nu toog op H582 met zijn mannen H6584 H8799 H413 , en zij overvielen H1651 de Gesurieten H1511 , en de Girzieten H6003 , en de Amalekieten H3588 (want H2007 deze H834 H4480 H5769 zijn vanouds H3427 H8802 geweest de inwoners H776 des lands H935 H8800 ), dat gij gaat H7793 naar Sur H5704 , en tot H776 H4714 aan Egypteland.

1 Samuel 30:1

  1 H1961 H8799 Het geschiedde H1732 nu, als David H582 en zijn mannen H7992 den derden H3117 dag H6860 te Ziklag H935 H8800 kwamen H6003 , dat de Amalekieten H413 in H5045 het zuiden H413 en te H6860 Ziklag H6584 H8804 ingevallen waren H6860 , en Ziklag H5221 H8686 geslagen H853 , en dezelve H784 met vuur H8313 H8799 verbrand hadden;

1 Samuel 30:13

  13 H559 H8799 Daarna zeide H1732 David H4310 tot hem: Wiens H859 zijt gij H4480 H2088 ? En van H533 waar H859 zijt gij H559 H8799 ? Toen zeide H4713 de Egyptische H5288 jongen H595 : Ik H5650 ben de knecht H6003 van een Amalekietischen H376 man H113 , en mijn heer H5800 H8799 heeft mij verlaten H3588 , omdat H7969 ik [voor] drie H3117 dagen H2470 H8804 krank geworden ben.

1 Samuel 30:17

  17 H1732 En David H5221 H8686 sloeg H4480 hen van H5399 de schemering H5704 tot H6153 aan den avond H4283 van hunlieder anderen dag H4422 H8738 ; en er ontkwam H3808 niet H376 een man H4480 van H3588 H518 hen, behalve H702 H3967 vierhonderd H5288 jonge H376 mannen H834 , die H5921 op H1581 kemelen H7392 H8804 reden H5127 H8799 en vloden.

Judges 1:7

  7 H559 H8799 Toen zeide H137 Adoni-bezek H7657 : Zeventig H4428 koningen H7112 H8794 , met afgehouwen H931 duimen H3027 van hun handen H7272 en van hun voeten H1961 H8804 , waren H8478 onder H7979 mijn tafel H3950 H8764 , [de] [kruimen] oplezende H834 ; gelijk als H6213 H8804 ik gedaan heb H3651 , alzo H430 heeft mij God H7999 H8765 vergolden H935 H8686 ! En zij brachten H3389 hem te Jeruzalem H4191 H8799 , en hij stierf H8033 aldaar.

1 Samuel 22:18

  18 H559 H8799 Toen zeide H4428 de koning H1673 tot Doeg H859 : Wend gij H5437 H8798 u H6293 H8798 , en val aan H3548 op de priesters H5437 H8735 . Toen wendde zich H1673 Doeg H130 , de Edomiet H1931 , en hij H6293 H8799 viel aan H3548 op de priesters H4191 H8686 , en doodde H1931 te dien H3117 dage H2568 vijf H8084 en tachtig H376 mannen H906 , die den linnen H646 lijfrok H5375 H8802 droegen.

1 Samuel 31:4-5

  4 H559 H8799 Toen zeide H7586 Saul H5375 H8802 H3627 tot zijn wapendrager H8025 H8798 : Trek H2719 uw zwaard H1856 H8798 uit, en doorsteek H6435 H0 mij daarmede, dat misschien H428 deze H6189 onbesnedenen H6435 niet H935 H8799 komen H1856 H8804 , en mij doorsteken H5953 H8694 , en met mij den spot drijven H5375 H8802 H3627 . Maar zijn wapendrager H14 H8804 wilde H3808 niet H3588 , want H3372 H8804 hij vreesde H3966 zeer H3947 H8799 . Toen nam H7586 Saul H2719 het zwaard H5307 H8799 , en viel H5921 daarin.
  5 H5375 H8802 H3627 Toen zijn wapendrager H7200 H8799 zag H3588 , dat H7586 Saul H4191 H8804 dood was H5307 H8799 , zo viel H1931 hij H1571 ook H5921 in H2719 zijn zwaard H4191 H8799 en stierf H5973 met hem.

2 Samuel 12:30

  30 H3947 H8799 En hij nam H5850 de kroon H4428 haars konings H4480 H5921 van H7218 zijn hoofd H4948 af, welker gewicht H3603 was een talent H2091 gouds H3368 H68 , met edelgesteente H1961 H8799 , en zij werd H5921 op H1732 Davids H7218 hoofd H3318 H8689 [gezet]; ook voerde hij uit H3966 een zeer H7235 H8687 groten H7998 roof H5892 der stad.

2 Kings 11:12

  12 H3318 H0 Daarna bracht hij H4428 des konings H1121 zoon H3318 H8686 voor H5414 H8799 , en zette H5145 hem de kroon H5921 op H5715 , en [gaf] [hem] de getuigenis H4427 H0 ; en zij maakten H853 hem H4427 H8686 koning H4886 H8799 , en zalfden H5221 H8686 hem; daartoe klapten zij H3709 met de handen H559 H8799 , en zeiden H4428 : De koning H2421 H8799 leve!

Lamentations 5:16

  16 H5850 De kroon H7218 onzes hoofds H5307 H8804 is afgevallen H188 ; o wee H2398 H8804 nu onzer, dat wij [zo] gezondigd hebben!

Matthew 7:2

  2 G1063 Want G1722 met G3739 welk G2917 oordeel G2919 G5719 gij oordeelt G2919 G5701 , zult gij geoordeeld worden G2532 ; en G1722 met G3739 welke G3358 mate G3354 G5719 gij meet G5213 , zal u G488 G5701 wedergemeten worden.

2 Samuel 3:31

  31 H1732 David H559 H8799 dan zeide H413 tot H3097 Joab H413 en tot H3605 al H5971 het volk H834 , dat H854 bij H7167 H8798 hem was: Scheurt H899 uw klederen H2296 H0 , en gordt H8242 zakken H2296 H8798 aan H5594 H8798 , en weeklaagt H6440 voor H74 Abner H4428 henen; en de koning H1732 David H1980 H8802 ging H310 achter H4296 de baar.

2 Samuel 13:31

  31 H6965 H0 Toen stond H4428 de koning H6965 H8799 op H7167 H8799 , en scheurde H899 zijn klederen H7901 H8799 , en leide zich neder H776 ter aarde H5324 H8737 ; desgelijks stonden H3605 al H5650 zijn knechten H7167 H8803 met gescheurde H899 klederen.

Acts 14:14

  14 G1161 Maar G652 de apostelen G921 , Barnabas G2532 en G3972 Paulus G191 G5660 , [dat] horende G1284 G5660 , scheurden G846 hun G2440 klederen G1530 G5656 , en sprongen G1519 onder G3793 de schare G2896 G5723 , roepende,

Romans 12:15

  15 G5463 G5721 Verblijdt u G3326 met G5463 G5723 de blijden G2532 ; en G2799 G5721 weent G3326 met G2799 G5723 de wenenden.

2 Samuel 3:35

  35 H935 H8799 Daarna kwam H3605 al H5971 het volk H1732 , om David H3899 brood H1262 H8687 te doen eten H5750 , als het nog H3117 dag H1732 was; maar David H7650 H8735 zwoer H559 H8800 , zeggende H430 : God H6213 H8799 doe H3541 mij zo H3541 , en doe er zo H3254 H8686 toe H3588 H518 , indien H6440 ik voor H935 H8800 het ondergaan H8121 der zon H3899 brood H176 of H3605 H3972 iets H2938 H8799 smake!

Psalms 35:13-14

  13 H2470 H8800 Mij aangaande daarentegen, als zij krank waren H8242 , was een zak H3830 mijn kleed H6031 H8765 ; ik kwelde H5315 mijn ziel H6685 met vasten H8605 , en mijn gebed H7725 H8799 keerde weder H2436 in mijn boezem.
  14 H1980 H8694 Ik ging H7453 steeds, alsof het een vriend H251 , alsof het mij een broeder H7817 H8804 geweest ware; ik ging gebukt H6937 H8802 in het zwart H517 , als een, die over [zijn] moeder H57 treurt.

Proverbs 24:17

  17 H8055 H8799 Verblijd u H341 H8802 niet, als uw vijand H5307 H8800 valt H3782 H8736 ; en als hij nederstruikelt H3820 , laat uw hart H1523 H8799 zich niet verheugen;

Jeremiah 9:1

  1 H5414 H8799 Och, dat H7218 mijn hoofd H4325 water H5869 ware, en mijn oog H4726 een springader H1832 van tranen H3119 ! zo zou ik dag H3915 en nacht H1058 H8799 bewenen H2491 de verslagenen H1323 van de dochter H5971 mijns volks.

Amos 6:6

  6 H3196 Die wijn H4219 uit schalen H8354 H8802 drinken H4886 H8799 , en zich zalven H7225 met de voortreffelijkste H8081 olie H2470 H8738 , maar bekommeren zich H3808 niet H5921 over H7667 de verbreking H3130 van Jozef.

Matthew 5:44

  44 G1161 Maar G1473 Ik G3004 G5719 zeg G5213 u G25 G : Hebt G5216 uw G2190 vijanden G25 G5720 lief G2127 G5720 ; zegent G5209 ze, die u G2672 G5740 vervloeken G4160 G5720 ; doet G2573 wel G5209 dengenen, die u G3404 G5723 haten G2532 ; en G4336 G5737 bidt G5228 voor G3588 degenen G5209 , die u G1908 G5723 geweld doen G2532 , en G5209 die u G1377 G5723 vervolgen;

2 Corinthians 11:29

  29 G5101 Wie G770 G5719 is er zwak G2532 , G3756 dat ik niet G770 G5719 zwak ben G5101 ? Wie G4624 G5743 wordt er geergerd G2532 , G1473 dat ik G3756 niet G4448 G5743 brande?

1 Peter 3:8

  8 G1161 En G5056 eindelijk G3956 , zijt allen G3675 eensgezind G4835 , medelijdend G5361 , de broeders liefhebbende G2155 , met innerlijke barmhartigheid bewogen G5391 , vriendelijk;

2 Samuel 1:8

  8 H559 H8799 En hij zeide H4310 tot mij: Wie H859 zijt gij H559 H8799 ? En ik zeide H413 tot H595 hem: Ik H6003 ben een Amalekiet.

Numbers 12:8

  8 H6310 [Van] mond H6310 tot mond H1696 H8762 spreek Ik H4758 met hem, en [door] aanzien H2420 , en niet door duistere woorden H8544 ; en de gelijkenis H3068 des HEEREN H5027 H8686 aanschouwt hij H3372 H8804 ; waarom dan hebt gijlieden niet gevreesd H5650 tegen Mijn knecht H4872 , tegen Mozes H1696 H8763 , te spreken?

1 Samuel 24:6

  6 H559 H8799 [024:7] En hij zeide H582 tot zijn mannen H4480 : Dat late H3068 de HEERE H2486 ver van H518 mij zijn, dat H2088 ik H1697 die zaak H6213 H8799 doen zou H113 aan mijn heer H4899 , den gezalfde H3068 des HEEREN H3027 , dat ik mijn hand H7971 H8800 tegen hem uitsteken zou H3588 ; want H1931 hij H4899 is de gezalfde H3068 des HEEREN!

1 Samuel 26:9

  9 H1732 David H559 H8799 daarentegen zeide H413 tot H52 Abisai H7843 H8686 : Verderf H408 hem niet H3588 ; want H4310 wie H3027 heeft zijn hand H4899 aan den gezalfde H3068 des HEEREN H7971 H8804 gelegd H5352 H8738 , en is onschuldig gebleven?

1 Samuel 31:4

  4 H559 H8799 Toen zeide H7586 Saul H5375 H8802 H3627 tot zijn wapendrager H8025 H8798 : Trek H2719 uw zwaard H1856 H8798 uit, en doorsteek H6435 H0 mij daarmede, dat misschien H428 deze H6189 onbesnedenen H6435 niet H935 H8799 komen H1856 H8804 , en mij doorsteken H5953 H8694 , en met mij den spot drijven H5375 H8802 H3627 . Maar zijn wapendrager H14 H8804 wilde H3808 niet H3588 , want H3372 H8804 hij vreesde H3966 zeer H3947 H8799 . Toen nam H7586 Saul H2719 het zwaard H5307 H8799 , en viel H5921 daarin.

Psalms 105:15

  15 H5060 H0 Tast H4899 Mijn gezalfden H5060 H8799 niet aan H5030 , en doet Mijn profeten H7489 H8686 geen kwaad.

2 Peter 2:10

  10 G1161 Maar G3122 allermeest G3694 degenen, die naar G4561 het vlees G1722 in G3394 onreine G1939 begeerlijkheid G4198 G5740 wandelen G2532 , en G2963 de heerschappij G2706 G5723 verachten G5113 ; die stout G829 zijn, zichzelven behagen G1391 , en die de heerlijkheden G3756 niet G5141 G5719 schromen G987 G5723 te lasteren;

Judges 8:20

  20 H559 H8799 En hij zeide H3500 tot Jether H1060 , zijn eerstgeborene H6965 H8798 : Sta op H2026 H8798 , dood H853 hen H5288 ; maar de jongeling H8025 H8804 trok H2719 zijn zwaard H3808 niet H3588 uit, want H3372 H8804 hij vreesde H3588 , dewijl H5750 hij nog H5288 een jongeling was.

1 Samuel 22:17-18

  17 H4428 En de koning H559 H8799 zeide H7323 H8801 tot de trawanten H5921 , die bij H5324 H8737 hem stonden H5437 H8798 : Wendt u H4191 H8685 , en doodt H3548 de priesters H3068 des HEEREN H3588 , omdat H3027 hun hand H1571 ook H5973 met H1732 David H3588 is, en omdat H3045 H8804 zij geweten hebben H3588 , dat H1931 hij H1272 H8802 vluchtte H241 , en hebben het voor mijn oren H3808 niet H1540 H8804 geopenbaard H5650 . Doch de knechten H4428 des konings H14 H8804 wilden H3027 hun hand H3808 niet H7971 H8800 uitsteken H3548 , om op de priesters H3068 des HEEREN H6293 H8800 aan te vallen.
  18 H559 H8799 Toen zeide H4428 de koning H1673 tot Doeg H859 : Wend gij H5437 H8798 u H6293 H8798 , en val aan H3548 op de priesters H5437 H8735 . Toen wendde zich H1673 Doeg H130 , de Edomiet H1931 , en hij H6293 H8799 viel aan H3548 op de priesters H4191 H8686 , en doodde H1931 te dien H3117 dage H2568 vijf H8084 en tachtig H376 mannen H906 , die den linnen H646 lijfrok H5375 H8802 droegen.

2 Samuel 4:10-12

  10 H3588 Dewijl H5046 H8688 ik hem, die mij boodschapte H559 H8800 , zeggende H2009 : Zie H7586 , Saul H4191 H8804 is dood H1931 ; daar hij H5869 in zijn ogen H1961 H8804 was H1319 H8764 als een, die goede boodschap bracht H270 H8799 , nochtans gegrepen H6860 en te Ziklag H2026 H8799 gedood heb H834 , hoewel H1309 hij [meende], dat ik hem bodenloon H5414 H8800 zou geven;
  11 H637 Hoeveel te meer H3588 , wanneer H7563 goddeloze H582 mannen H6662 een rechtvaardigen H376 man H1004 in zijn huis H5921 op H4904 zijn slaapstede H2026 H8804 hebben gedood H6258 ? Nu dan H1818 , zou ik zijn bloed H4480 van H3027 uw handen H3808 niet H1245 H8762 eisen H4480 , en u van H776 de aarde H1197 H8765 wegdoen?
  12 H1732 En David H6680 H8762 gebood H5288 zijn jongens H2026 H8799 , en zij doodden H7112 H0 hen, en hieuwen H3027 hun handen H7272 en hun voeten H7112 H8762 af H8518 H8799 , en hingen H5921 ze op bij H1295 den vijver H2275 te Hebron H7218 , maar het hoofd H378 van Isboseth H3947 H8804 namen zij H6912 H8799 , en begroeven H74 het in Abners H6913 graf H2275 te Hebron.

1 Kings 2:25

  25 H4428 En de koning H8010 Salomo H7971 H8799 zond H3027 door de hand H1141 van Benaja H1121 , den zoon H3077 van Jojada H6293 H8799 ; die viel op hem aan H4191 H8799 , dat hij stierf.

1 Kings 2:34

  34 H1141 En Benaja H1121 , de zoon H3077 van Jojada H5927 H8799 , ging op H6293 H8799 , en viel op hem aan H4191 H8686 , en doodde H6912 H8735 hem; en hij werd begraven H1004 in zijn huis H4057 , in de woestijn.

1 Kings 2:46

  46 H4428 En de koning H6680 H8762 gebood H1141 Benaja H1121 , den zoon H3077 van Jojada H3318 H8799 ; die ging uit H6293 H8799 , en viel op hem aan H4191 H8799 , dat hij stierf H4467 . Alzo is het koninkrijk H3559 H8738 bevestigd H3027 in de hand H8010 van Salomo.

Job 5:12

  12 H6565 H8688 Hij maakt te niet H4284 de gedachten H6175 der arglistigen H3027 ; dat hun handen H3808 niet H8454 een ding H6213 H8799 uitrichten.

Proverbs 11:18

  18 H7563 De goddeloze H6213 H8802 doet H8267 een vals H6468 werk H6666 ; maar [voor] dengene, die gerechtigheid H2232 H8802 zaait H571 , is trouwe H7938 loon.

Genesis 9:5-6

  5 H389 En voorwaar H1818 , Ik zal uw bloed H5315 , [het] [bloed] uwer zielen H1875 H8799 eisen H4480 ; van H3027 de hand H3605 van alle H2416 gedierte H1875 H8799 zal Ik het eisen H4480 ; ook van H3027 de hand H120 des mensen H4480 , van H3027 de hand H376 eens iegelijken H251 zijns broeders H5315 zal Ik de ziel H120 des mensen H1875 H8799 eisen.
  6 H120 Wie des mensen H1818 bloed H8210 H8802 vergiet H1818 , zijn bloed H120 zal door den mens H8210 H8735 vergoten worden H3588 ; want H430 God H120 heeft den mens H6754 naar Zijn beeld H6213 H8804 gemaakt.

Leviticus 20:9

  9 H376 H376 Als er iemand H1 is, die zijn vader H517 of zijn moeder H7043 H8762 zal gevloekt hebben H4191 H8800 , die zal zekerlijk H4191 H8714 gedood worden H1 ; hij heeft zijn vader H517 of zijn moeder H7043 H8765 gevloekt H1818 ; zijn bloed is op hem!

Leviticus 20:11-13

  11 H376 En een man H1 , die bij zijns vaders H802 huisvrouw H7901 H8799 zal gelegen hebben H1 , heeft zijns vaders H6172 schaamte H1540 H8765 ontdekt H8147 ; zij beiden H4191 H8800 zullen zekerlijk H4191 H8714 gedood worden H1818 ; hun bloed is op hen!
  12 H376 Insgelijks, als de man H3618 bij de vrouw zijns zoons H7901 H8799 zal gelegen hebben H8147 , zij zullen beiden H4191 H8800 zekerlijk H4191 H8714 gedood worden H8397 ; zij hebben een gruwelijke vermenging H6213 H8804 gedaan H1818 ; hun bloed is op hen!
  13 H376 Wanneer ook een man H2145 bij een manspersoon H7901 H8799 zal gelegen hebben H802 , met vrouwelijke H4904 bijligging H8147 , zij hebben beiden H8441 een gruwel H6213 H8804 gedaan H4191 H8800 ; zij zullen zekerlijk H4191 H8714 gedood worden H1818 ; hun bloed is op hen!

Leviticus 20:16

  16 H802 Alzo wanneer een vrouw H929 tot enig beest H7126 H8799 genaderd zal zijn H7250 H8800 , om daarmede te doen te hebben H802 , zo zult gij die vrouw H929 en dat beest H2026 H8804 doden H4191 H8800 ; zij zullen zekerlijk H4191 H8714 gedood worden H1818 ; hun bloed is op hen!

Leviticus 20:27

  27 H3588 Als H376 nu een man H802 en vrouw H178 in zich een waarzeggenden geest H3049 zal hebben, of een duivelskunstenaar H4191 H8800 zal zijn, zij zullen zekerlijk H4191 H8714 gedood worden H68 ; men zal hen met stenen H7275 H8799 stenigen H1818 ; hun bloed is op hen.

Deuteronomy 19:10

  10 H1818 Opdat het bloed H5355 des onschuldigen H8210 H8735 niet vergoten worde H7130 in het midden H776 van uw land H3068 , dat u de HEERE H430 , uw God H5159 , ten erve H5414 H8802 geeft H1818 , en bloedschulden op u zouden zijn.

Joshua 2:19

  19 H1961 H8804 Zo zal het geschieden H3605 , al H834 wie H4480 uit H1817 de deuren H1004 van uw huis H2351 naar buiten H3318 H8799 gaan zal H1818 , zijn bloed H7218 zij op zijn hoofd H587 , en wij H5355 zullen onschuldig H3605 zijn; maar al H834 wie H854 bij H1004 u in het huis H1961 H8799 zijn zal H1818 , diens bloed H7218 zij op ons hoofd H518 , indien H3027 een hand H1961 H8799 tegen hem zijn zal!

Judges 9:24

  24 H2555 Opdat het geweld H7657 , [gedaan] aan de zeventig H1121 zonen H3378 van Jerubbaal H935 H8800 , kwame H1818 , en opdat hun bloed H7760 H8800 gelegd wierd H5921 op H40 Abimelech H251 , hun broeder H834 , die H853 hen H2026 H8804 gedood had H5921 , en op H1167 de burgers H7927 van Sichem H834 , die H3027 zijn handen H2388 H8765 gesterkt hadden H251 om zijn broeders H2026 H8800 te doden.

2 Samuel 1:10

  10 H5975 H8799 Zo stond ik H5921 bij H4191 H8787 hem, en doodde H3588 hem; want H3045 H8804 ik wist H3588 , dat H310 hij na H5307 H8800 zijn val H3808 niet H2421 H8799 leven zou H3947 H8799 ; en ik nam H5145 de kroon H834 , die H5921 op H7218 zijn hoofd H685 was, en het armgesmijde H834 , dat H5921 aan H2220 zijn arm H2008 was, en heb ze hier H413 tot H113 mijn heer H935 H8686 gebracht.

2 Samuel 3:28-29

  28 H1732 Als David H310 H4480 H3651 dat daarna H8085 H8799 hoorde H559 H8799 , zo zeide hij H595 : Ik H5355 ben onschuldig H4467 , en mijn koninkrijk H4480 H5973 , bij H3068 den HEERE H5704 , tot in H5769 eeuwigheid H4480 , van H1818 het bloed H74 van Abner H1121 , den zoon H5369 van Ner.
  29 H2342 H8799 Het blijve H521 op H7218 het hoofd H3097 van Joab H413 , en op H3605 het ganse H1004 huis H1 zijns vaders H4480 ; en er worde van H1004 het huis H3097 van Joab H408 niet H3772 H8735 afgesneden H2100 H8802 , die een vloed hebbe H6879 H8794 , en melaats zij H6418 , en zich aan den stok H2388 H8688 houde H2719 , en door het zwaard H5307 H8802 valle H2638 H3899 , en broodsgebrek hebbe!

1 Kings 2:32-33

  32 H3068 Zo zal de HEERE H1818 zijn bloed H5921 op H7218 zijn hoofd H7725 H8689 doen wederkeren H834 , omdat H8147 hij op twee H582 mannen H6662 , rechtvaardiger H2896 en beter H4480 dan H6293 H8804 hij, aangevallen is H2719 , en die met het zwaard H2026 H8799 gedood heeft H1 , daar het mijn vader H1732 David H3808 niet H3045 H8804 wist H74 , Abner H1121 , den zoon H5369 van Ner H8269 H6635 , den krijgsoverste H3478 van Israel H6021 , en Amasa H1121 , den zoon H3500 van Jether H8269 H6635 , den krijgsoverste H3063 van Juda.
  33 H1818 Alzo zal hun bloed H7725 H8804 wederkeren H7218 op het hoofd H3097 van Joab H7218 , en op het hoofd H2233 van zijn zaad H5769 in eeuwigheid H1732 ; maar David H2233 , en zijn zaad H1004 , en zijn huis H3678 , en zijn troon H7965 zal vrede H1961 H8799 hebben H4480 H5973 van H3068 den HEERE H5704 tot in H5769 eeuwigheid.

1 Kings 2:37

  37 H1961 H8804 Want het zal geschieden H3117 ten dage H3318 H8800 van uw uitgaan H5674 H0 , als gij over H5158 de beek H6939 Kidron H5674 H8804 zult gaan H3045 H8799 , weet H3045 H8800 voorzeker H3588 , dat H4191 H8800 gij den dood H4191 H8799 sterven zult H1818 ; uw bloed H7218 zal op uw hoofd H1961 H8799 zijn.

Job 15:6

  6 H6310 Uw mond H7561 H8686 verdoemt H3808 u, en niet H859 ik H8193 ; en uw lippen H6030 H8799 getuigen tegen u.

Proverbs 6:2

  2 H3369 H8738 Gij zijt verstrikt H561 met de redenen H6310 uws monds H3920 H8738 ; gij zijt gevangen H561 met de redenen H6310 uws monds.

Ezekiel 18:13

  13 H5414 H8804 Geeft H5392 op woeker H3947 H8804 , en neemt H8636 overwinst H2425 H8804 ; zou die leven H2421 H8799 ? Hij zal niet leven H8441 , al die gruwelen H6213 H8804 heeft hij gedaan H4191 H8800 ; hij zal voorzeker H4191 H8714 gedood worden H1818 ; zijn bloed zal op hem zijn!

Ezekiel 33:5

  5 H8085 H8804 Hij hoorde H6963 het geluid H7782 der bazuin H2094 H8737 , maar liet zich niet waarschuwen H1818 , zijn bloed H2094 H8737 is op hem; maar hij, die zich laat waarschuwen H4422 H8765 , behoudt H5315 zijn ziel.

Matthew 27:25

  25 G2532 En G3956 al G2992 het volk G611 G5679 , antwoordende G2036 G5627 , zeide G129 : Zijn bloed G1909 [kome] over G2248 ons G2532 , en G1909 over G2257 onze G5043 kinderen.

Luke 19:22

  22 G1161 Maar G3004 G5719 hij zeide G846 tot hem G1537 : Uit G4675 uw G4750 mond G4571 zal ik u G2919 G5692 oordelen G4190 , gij boze G1401 dienstknecht G1492 G5715 ! Gij wist G3754 , dat G1473 ik G840 een straf G444 mens G1510 G5748 ben G142 G5723 , nemende weg G3739 , wat G3756 ik niet G5087 G5656 gelegd heb G2532 , en G2325 G5723 maaiende G3739 , wat G3756 ik niet G4687 G5656 gezaaid heb.

Acts 20:26

  26 G1352 Daarom G3143 G5736 betuig ik G5213 ulieden G1722 op G4594 dezen huidigen G2250 dag G3754 , dat G1473 ik G2513 rein G1510 ben G575 van G129 het bloed G3956 van [u] allen.

Romans 3:19

  19 G1492 G5758 Wij weten G1161 nu G3754 , dat G3745 al wat G3551 de wet G3004 G5719 zegt G2980 G5719 , zij dat spreekt G1722 tot degenen, die onder G3551 de wet G2443 zijn; opdat G3956 alle G4750 mond G5420 G5652 gestopt worde G2532 en G3956 de gehele G2889 wereld G2316 [voor] God G5267 verdoemelijk G1096 G5638 zij.

Genesis 50:11

  11 H3427 H8802 Als de inwoners H776 des lands H3669 , de Kanaanieten H60 , dien rouw H7200 H8799 zagen H1637 op het plein H329 van het doornbos H559 H8799 , zo zeiden zij H2088 : Dit H3515 is een zware H60 rouw H4714 der Egyptenaren H5921 H3651 ; daarom H7121 H8804 noemde men H8034 haar naam H67 Abel-mizraim H834 , die H5676 aan het veer H3383 van de Jordaan is.

2 Samuel 1:19

  19 H6643 O Sieraad H3478 van Israel H5921 , op H1116 uw hoogten H2491 is hij verslagen H349 ; hoe H1368 zijn de helden H5307 H8804 gevallen!

2 Chronicles 35:25

  25 H3414 En Jeremia H6969 H8787 maakte een klaaglied H5921 over H2977 Josia H3605 ; desgelijks alle H7891 H8802 zangers H7891 H8802 en zangeressen H559 H8799 spraken H7015 in hun klaagliederen H5921 van H2977 Josia H5704 , tot op H3117 dezen dag H5414 H8799 ; want zij gaven H2706 ze tot een inzetting H5921 in H3478 Israel H2009 ; en ziet H3789 H8803 , zij zijn geschreven H5921 in H7015 de klaagliederen.

Jeremiah 9:17-21

  17 H559 H8804 Zo zegt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H995 H8708 : Merkt daarop H7121 H8798 , en roept H6969 H8789 klaagvrouwen H935 H8799 , dat zij komen H7971 H8798 ; en zendt henen H2450 naar de wijze H935 H8799 [vrouwen], dat zij komen.
  18 H4116 H8762 En haasten H5092 , en een weeklage H5375 H8799 over ons opheffen H5869 , dat onze ogen H1832 van tranen H3381 H8799 nederdalen H6079 , en onze oogleden H4325 van water H5140 H8799 vlieten.
  19 H6963 Want er is een stem H5092 van weeklage H8085 H8738 gehoord H6726 uit Sion H7703 H8795 : Hoe zijn wij verstoord H3966 ! wij zijn zeer H954 H8804 beschaamd H776 , omdat wij het land H5800 H8804 hebben verlaten H4908 , omdat zij onze woningen H7993 H8689 hebben omgeworpen.
  20 H8085 H8798 Hoort H3068 dan des HEEREN H1697 woord H802 , gij vrouwen H241 ! en uw oor H3947 H8799 ontvange H1697 het woord H6310 Zijns monds H3925 H8761 , en leert H1323 uw dochters H5092 weeklagen H802 , en elke H7468 een haar metgezellin H7015 klaagliederen.
  21 H4194 Want de dood H5927 H8804 is geklommen H2474 in onze vensteren H759 , hij is in onze paleizen H935 H8804 gekomen H5768 , om de kinderkens H3772 H8687 uit te roeien H2351 van de wijken H970 , de jongelingen H7339 van de straten.

Genesis 49:8

  8 H3063 Juda H859 ! gij H251 zijt het, u zullen uw broeders H3034 H8686 loven H3027 ; uw hand H6203 zal zijn op den nek H341 H8802 uwer vijanden H1 ; voor u zullen zich uws vaders H1121 zonen H7812 H8691 nederbuigen.

Deuteronomy 4:10

  10 H3117 Ten dage H6440 , als gij voor het aangezicht H3068 des HEEREN H430 , uws Gods H2722 , aan Horeb H5975 H8804 stondt H3068 , als de HEERE H559 H8800 tot mij zeide H6950 H8685 : Vergader H5971 Mij dit volk H1697 , en Ik zal hun Mijn woorden H8085 H8686 doen horen H3925 H8799 , die zij zullen leren H3372 H8800 , om Mij te vrezen H3117 al de dagen H127 , die zij op den aardbodem H2416 zullen leven H1121 , en zij zullen ze hun kinderen H3925 H8762 leren;

Joshua 10:13

  13 H8121 En de zon H1826 H8799 stond stil H3394 , en de maan H5975 H8804 bleef staan H5704 , totdat H1471 zich het volk H341 H8802 aan zijn vijanden H5358 H8799 gewroken had H1931 . Is dit H3808 niet H3789 H8803 geschreven H5921 in H5612 het boek H3477 des oprechten H8121 ? De zon H5975 H8799 nu stond stil H2677 in het midden H8064 des hemels H213 H8804 , en haastte H3808 niet H935 H8800 onder te gaan H8549 omtrent een volkomen H3117 dag.

Deuteronomy 4:7-8

  7 H1419 Want wat groot H1471 volk H430 is er, hetwelk de goden H7138 [zo] nabij H3068 zijn als de HEERE H430 , onze God H7121 H8800 , zo dikwijls als wij Hem aanroepen?
  8 H1419 En wat groot H1471 volk H6662 is er, dat [zo] rechtvaardige H2706 inzettingen H4941 en rechten H8451 heeft, als deze ganse wet H3117 is, die ik heden H6440 voor uw aangezicht H5414 H8802 geef?

1 Samuel 31:8

  8 H1961 H8799 Het geschiedde H4480 nu des H4283 anderen daags H6430 , als de Filistijnen H935 H8799 kwamen H2491 , om de verslagenen H6584 H8763 te plunderen H4672 H8799 , zo vonden zij H7586 Saul H7969 en zijn drie H1121 zonen H5307 H8802 , liggende H2022 op het gebergte H1533 Gilboa.

2 Samuel 1:23

  23 H7586 Saul H3083 en Jonathan H157 H8737 , die beminden H5273 , en die liefelijken H2416 in hun leven H4194 , zijn ook in hun dood H3808 niet H6504 H8738 gescheiden H7043 H8804 ; zij waren lichter H4480 dan H5404 arenden H1396 H8804 , zij waren sterker H4480 dan H738 leeuwen.

2 Samuel 1:25

  25 H349 Hoe H1368 zijn de helden H5307 H8804 gevallen H8432 in het midden H4421 van den strijd H3083 ! Jonathan H2491 is verslagen H5921 op H1116 uw hoogten!

2 Samuel 1:27

  27 H349 Hoe H1368 zijn de helden H5307 H8804 gevallen H3627 H4421 , en de krijgswapenen H6 H8799 verloren!

Isaiah 4:2

  2 H3117 Te dien dage H3068 zal des HEEREN H6780 SPRUIT H6643 zijn tot sieraad H3519 en heerlijkheid H6529 , en de vrucht H776 der aarde H1347 tot voortreffelijkheid H8597 en tot versiering H6413 dengenen, die het ontkomen zullen H3478 in Israel.

Isaiah 53:2

  2 H3126 Want Hij is als een rijsje H6440 voor Zijn aangezicht H5927 H8799 opgeschoten H8328 , en als een wortel H6723 uit een dorre H776 aarde H8389 ; Hij had geen gedaante H1926 noch heerlijkheid H7200 H8799 ; als wij Hem aanzagen H4758 , zo was er geen gestalte H2530 H8799 , dat wij Hem zouden begeerd hebben.

Lamentations 2:1

  1 H136 [Aleph]. Hoe heeft de Heere H1323 de dochter H6726 Sions H639 in Zijn toorn H5743 H8686 bewolkt H8597 ? Hij heeft de heerlijkheid H3478 van Israel H8064 van den hemel H776 [op] de aarde H7993 H8689 nedergeworpen H1916 ; en Hij heeft aan de voetbank H7272 Zijner voeten H2142 H8804 niet gedacht H3117 in den dag H639 Zijns toorns.

Zechariah 11:7

  7 H6629 H2028 Dies heb ik deze slachtschapen H7462 H8799 geweid H3651 , dewijl H6041 zij ellendige H6629 schapen H3947 H8799 zijn; en ik heb mij genomen H8147 twee H4731 stokken H259 , den een H7121 H8804 heb ik genoemd H5278 LIEFELIJKHEID H259 , en den anderen H7121 H8804 heb ik genoemd H2254 H8802 SAMENBINDERS H6629 ; en ik heb die schapen H7462 H8799 geweid.

Zechariah 11:10

  10 H3947 H8799 En ik nam H4731 mijn stok H5278 LIEFELIJKHEID H1438 H8799 , en ik verbrak H853 denzelven H6565 H8687 , te niet doende H1285 mijn verbond H834 , hetwelk H3605 ik met al H5971 deze volken H3772 H8804 gemaakt had.

Exodus 15:20-21

  20 H4813 En Mirjam H5031 , de profetes H175 , Aarons H269 zuster H3947 H8799 , nam H8596 een trommel H3027 in haar hand H802 ; en al de vrouwen H3318 H8799 gingen uit H310 , haar na H8596 , met trommelen H4246 en met reien.
  21 H6030 H8799 Toen antwoordde H4813 Mirjam H7891 H8798 hunlieden: Zingt H3068 den HEERE H1342 H8800 ; want Hij is hogelijk H1342 H8804 verheven H5483 ! Hij heeft het paard H7392 H8802 met zijn ruiter H3220 in de zee H7411 H8804 gestort!

Deuteronomy 32:26-27

  26 H559 H8804 Ik zeide H6284 H8686 : In alle hoeken zoude Ik hen verstrooien H2143 ; Ik zoude hun gedachtenis H582 van onder de mensen H7673 H8686 doen ophouden;
  27 H3884 Ten ware H3708 , dat Ik de toornigheid H341 H8802 des vijands H1481 H8799 schroomde H6862 , dat niet hun tegenpartijen H5234 H8762 zich vreemd mochten houden H559 H8799 ; dat zij niet mochten zeggen H3027 : Onze hand H7311 H8804 is hoog geweest H3068 ; de HEERE H6466 H8804 heeft dit alles niet gewrocht.

Judges 11:34

  34 H3316 Toen nu Jeftha H4709 te Mizpa H413 bij H1004 zijn huis H935 H8799 kwam H2009 , ziet H3318 H0 , zo ging H1323 zijn dochter H3318 H8802 uit H7125 H8800 hem tegemoet H8596 , met trommelen H4246 en met reien H1931 . Zij H7535 nu was alleen H3173 , een enig H4480 [kind]; hij had uit H369 zich [anders] geen H1121 zoon H176 of H1323 dochter.

Judges 14:19

  19 H6743 H0 Toen werd H7307 de Geest H3068 des HEEREN H6743 H8799 vaardig H5921 over H3381 H8799 hem, en hij ging af H831 naar de Askelonieten H5221 H8686 , en sloeg H4480 van H7970 hen dertig H376 man H3947 H8799 ; en hij nam H2488 hun gewaad H5414 H8799 , en gaf H2487 de wisselklederen H2420 aan degenen, die dat raadsel H5046 H8688 verklaard hadden H639 . Doch zijn toorn H2734 H8799 ontstak H5927 H8799 , en hij ging op H1 in zijns vaders H1004 huis.

Judges 16:23-24

  23 H622 H8738 Toen verzamelden zich H5633 de vorsten H6430 der Filistijnen H430 , om hun god H1712 Dagon H1419 een groot H2077 offer H2076 H8800 te offeren H8057 , en tot vrolijkheid H559 H8799 ; en zij zeiden H430 : Onze god H341 H8802 heeft onze vijand H8123 Simson H3027 in onze hand H5414 H8804 gegeven.
  24 H853 Desgelijks als hem H5971 het volk H7200 H8799 zag H1984 H8762 , loofden zij H430 hun god H3588 , want H559 H8804 zij zeiden H430 : Onze god H3027 heeft in onze hand H5414 H8804 gegeven H341 H8802 onzen vijand H776 , en die ons land H2717 H8688 verwoestte H834 , en die H2491 onzer verslagenen H7235 H8689 velen maakte!

1 Samuel 17:26

  26 H559 H8799 Toen zeide H1732 David H413 tot H582 de mannen H5973 , die bij H5975 H8802 hem stonden H559 H8800 , zeggende H4100 : Wat H376 zal men dien man H6213 H8735 doen H834 , die H1975 dezen H6430 Filistijn H5221 H8686 slaat H2781 , en den smaad H4480 H5921 van H3478 Israel H5493 H8689 wendt H3588 ? Want H4310 wie H2088 is deze H6189 onbesneden H6430 Filistijn H3588 , dat H4634 hij de slagorden H2416 van den levenden H430 God H2778 H8765 zou honen?

1 Samuel 17:36

  36 H5650 Uw knecht H1571 heeft zo H738 den leeuw H1571 als H1677 den beer H5221 H8689 geslagen H2088 ; alzo zal deze H6189 onbesneden H6430 Filistijn H1961 H8804 zijn H259 , gelijk een H4480 van H3588 die, omdat H4634 hij de slagorden H2416 van den levenden H430 God H2778 H8765 gehoond heeft.

1 Samuel 18:6

  6 H1961 H8799 Het geschiedde H935 H8800 nu, toen zij kwamen H1732 , en David H7725 H8800 wederkeerde H4480 van H5221 H8687 het slaan H6430 der Filistijnen H802 , dat de vrouwen H3318 H8799 uitgingen H4480 uit H3605 al H5892 de steden H3478 van Israel H7891 H8800 , met gezang H4246 en reien H4428 , den koning H7586 Saul H7125 H8800 tegemoet H8596 , met trommelen H8057 , met vreugde H7991 en met muziekinstrumenten.

1 Samuel 31:8-9

  8 H1961 H8799 Het geschiedde H4480 nu des H4283 anderen daags H6430 , als de Filistijnen H935 H8799 kwamen H2491 , om de verslagenen H6584 H8763 te plunderen H4672 H8799 , zo vonden zij H7586 Saul H7969 en zijn drie H1121 zonen H5307 H8802 , liggende H2022 op het gebergte H1533 Gilboa.
  9 H3772 H0 En zij hieuwen H7218 zijn hoofd H3772 H8799 af H6584 H0 , en zij togen H3627 zijn wapenen H6584 H8686 uit H7971 H8762 , en zij zonden H6430 ze in der Filistijnen H776 land H5439 rondom H1319 H8763 , om te boodschappen H1004 in het huis H6091 hunner afgoden H5971 , en onder het volk.

Ezekiel 16:27

  27 H5186 H0 Ziet, daarom strekte Ik H3027 Mijn hand H5186 H8804 over u uit H1639 H8799 , en verminderde H2706 uw bescheiden deel H5414 H8799 ; en Ik gaf H5315 u over in den lust H8130 H8802 dergenen, die u haten H1323 , der dochteren H6430 der Filistijnen H2154 , die vanwege uw schandelijken H1870 weg H3637 H8737 beschaamd waren.

Ezekiel 16:57

  57 H7451 Aleer uw boosheid H1540 H8735 ontdekt was H6256 . Als de tijd H2781 was der versmading H1323 van de dochteren H758 van Syrie H5439 , en van al degenen, die rondom H1323 datzelve waren, de dochteren H6430 der Filistijnen H7590 H8801 , die u verachten H5439 van rondom,

Micah 1:10

  10 H5046 H8686 Verkondigt H408 [het] niet H1661 te Gath H1058 H8799 , weent H1058 H8800 zo jammerlijk H408 niet H6428 H8690 H8675 H6428 H8694 ; wentelt u H6083 in het stof H1004 in het huis H1036 van Afra.

Judges 5:23

  23 H779 H8798 Vloekt H4789 Meroz H559 H8804 , zegt H4397 de Engel H3068 des HEEREN H779 H8798 , vloekt H3427 H8802 haar inwoners H779 H8800 geduriglijk H3588 ; omdat H3808 zij niet H935 H8804 gekomen zijn H5833 tot de hulp H3068 des HEEREN H5833 , tot de hulp H3068 des HEEREN H1368 , met de helden.

1 Samuel 10:1

  1 H3947 H8799 Toen nam H8050 Samuel H6378 H8081 een oliekruik H3332 H8799 , en goot H5921 ze uit op H7218 zijn hoofd H5401 H8799 , en kuste H559 H8799 hem, en zeide H3808 : Is het niet H3588 [alzo], dat H3068 de HEERE H5057 u tot een voorganger H5921 over H5159 Zijn erfdeel H4886 H8804 gezalfd heeft?

1 Samuel 31:1

  1 H6430 De Filistijnen H3898 H8737 dan streden H3478 tegen Israel H582 ; en de mannen H3478 Israels H5127 H8799 vloden H4480 voor H6440 het aangezicht H6430 der Filistijnen H5307 H8799 , en vielen H2491 verslagen H2022 op het gebergte H1533 Gilboa.

1 Chronicles 10:1

  1 H6430 En de Filistijnen H3898 H8738 streden H3478 tegen Israel H376 , en de mannen H3478 van Israel H5127 H8799 vloden H4480 voor H6440 het aangezicht H6430 der Filistijnen H5307 H8799 , en zij vielen H2491 verslagen H2022 op het gebergte H1533 Gilboa.

1 Chronicles 10:8

  8 H1961 H8799 Het geschiedde H4480 nu des H4283 anderen daags H6430 , als de Filistijnen H935 H8799 kwamen H2491 om de verslagenen H6584 H8763 te plunderen H4672 H8799 , zo vonden zij H7586 Saul H1121 en zijn zonen H5307 H8802 , liggende H2022 op het gebergte H1533 Gilboa.

Job 3:3-10

  3 H3117 De dag H6 H8799 verga H3205 H8735 , waarin ik geboren ben H3915 , en de nacht H559 H8804 , [waarin] men zeide H1397 : Een knechtje H2029 H8795 is ontvangen;
  4 H1931 Diezelve H3117 dag H1961 H8799 zij H2822 duisternis H433 ; dat God H408 naar hem niet H1875 H8799 vrage H4480 van H4605 boven H408 ; en dat geen H5105 glans H3313 H8686 over hem schijne;
  5 H2822 Dat de duisternis H6757 en des doods schaduw H1350 H8799 hem verontreinigen H6053 ; dat wolken H5921 over H7931 H8799 hem wonen H1204 H8762 ; dat hem verschrikken H3650 de zwarte dampen H3117 des dags!
  6 H1931 Diezelve H3915 nacht H652 , donkerheid H3947 H8799 neme H408 hem in; dat hij zich niet H2302 H8799 verheuge H3117 onder de dagen H8141 des jaars H4557 ; dat hij in het getal H3391 der maanden H408 niet H935 H8799 kome!
  7 H2009 Ziet H1931 , diezelve H3915 nacht H191 H8799 zij H1565 eenzaam H408 ; dat geen H7445 vrolijk gezang H935 H8799 daarin kome;
  8 H5344 H8799 Dat hem vervloeken H779 H8802 de vervloekers H3117 des dags H6264 , die bereid H3882 zijn hun rouw H5782 H8788 te verwekken;
  9 H3556 Dat de sterren H5399 van zijn schemertijd H2821 H8799 verduisterd worden H6960 H8762 ; hij wachte H216 naar het licht H369 , en het worde niet H7200 H8799 ; en hij zie H408 niet H6079 de oogleden H7837 des dageraads!
  10 H3588 Omdat H3808 hij niet H5462 H8804 toegesloten heeft H1817 de deuren H990 mijns buiks H5641 H8686 , noch verborgen H5999 de moeite H4480 van H5869 mijn ogen.

Isaiah 5:6

  6 H1326 En Ik zal hem [tot] woestheid H7896 H8799 maken H2168 H8735 ; hij zal niet besnoeid H5737 H8735 , noch omgehakt worden H8068 , maar distelen H7898 en doornen H5927 H8804 zullen [daarin] opgaan H5645 ; en Ik zal den wolken H6680 H8762 gebieden H4306 , dat zij geen regen H4305 H8687 daarop regenen.

Isaiah 21:5

  5 H6186 H8800 Bereid H7979 de tafel H6822 H8800 , zie toe H6844 , gij wachter H398 H8800 ! eet H8354 H8800 , drink H6965 H8798 ; maakt u op H8269 , gij vorsten H4886 H8798 , bestrijkt H4043 het schild!

Jeremiah 20:14-16

  14 H779 H8803 Vervloekt H3117 zij de dag H3205 H8795 , op welken ik geboren ben H3117 ; de dag H517 , op welken mijn moeder H3205 H8804 mij gebaard heeft H1288 H8803 , zij niet gezegend!
  15 H779 H8803 Vervloekt H376 zij de man H1 , die mijn vader H1319 H8765 geboodschapt heeft H559 H8800 , zeggende H1121 : U is een jonge H2145 zoon H3205 H8795 geboren H8055 H8765 , verblijdende H8055 H8763 hem grotelijks!
  16 H376 Ja, dezelve man H5892 zij, als de steden H3068 , die de HEERE H2015 H8804 heeft omgekeerd H5162 H8738 , en het heeft Hem niet berouwd H8085 H8804 ; en hij hore H1242 in den morgenstond H2201 een geroep H6256 H6672 , en op den middagtijd H8643 een geschrei.

Ezekiel 31:15

  15 H559 H8804 Zo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H3117 : Ten dage H7585 , als hij ter helle H3381 H8800 nederdaalde H56 H8689 , maakte Ik een treuren H3680 H8765 ; Ik bedekte H8415 om zijnentwil den afgrond H4513 H8799 , en weerde H5104 de stromen H7227 van dien, en de grote H4325 wateren H3607 H8735 werden geschut H6937 H0 ; en Ik maakte H3844 den Libanon H6937 H8686 om zijnentwil zwart H6086 , en al het geboomte H7704 des velds H5969 was om zijnentwil bewonden.

Joel 1:9

  9 H4503 Spijsoffer H5262 en drankoffer H1004 is van het huis H3068 des HEEREN H3772 H8717 afgesneden H3548 ; de priesters H3068 , des HEEREN H8334 H8764 dienaars H56 H8804 , treuren.

Joel 2:14

  14 H4310 Wie H3045 H8802 weet H7725 H8799 , Hij mocht Zich wenden H5162 H8738 en berouw hebben H1293 ; en Hij mocht een zegen H310 achter H7604 H8689 Zich overlaten H4503 [tot] spijsoffer H5262 en drankoffer H3068 voor den HEERE H430 , uw God.

Deuteronomy 32:42

  42 H2671 Ik zal Mijn pijlen H7937 H8686 dronken maken H1818 van bloed H2719 , en Mijn zwaard H1320 zal vlees H398 H8799 eten H1818 ; van het bloed H2491 des verslagenen H7633 en des gevangenen H7218 , van het hoofd H6546 af zullen er wraken H341 H8802 des vijands zijn.

1 Samuel 14:6-14

  6 H3083 Jonathan H559 H8799 nu zeide H413 tot H5288 den jongen H3627 , die zijn wapenen H5375 H8802 droeg H3212 H8798 : Kom H413 , en laat ons tot H4673 de bezetting H428 dezer H6189 onbesnedenen H5674 H8799 overgaan H194 ; misschien H3068 zal de HEERE H6213 H8799 voor ons werken H3588 ; want H3068 bij den HEERE H369 is geen H4622 verhindering H3467 H8687 , om te verlossen H7227 door velen H176 of H4592 door weinigen.
  7 H559 H8799 Toen zeide H5375 H8802 H3627 zijn wapendrager H6213 H8798 tot hem: Doe H3605 al H834 , wat H3824 in uw hart H5186 H8798 is; wend u H2009 , zie H5973 ik ben met H3824 u, naar uw hart.
  8 H3083 Jonathan H559 H8799 nu zeide H2009 : Zie H587 , wij H5674 H8802 zullen overgaan H413 tot H582 die mannen H413 , en wij zullen ons aan H1540 H8738 hen ontdekken.
  9 H518 Indien H3541 zij aldus H413 tot H559 H8799 ons zeggen H1826 H8798 : Staat stil H5704 , totdat H413 wij aan H5060 H8687 ulieden komen H5975 H8804 ; zo zullen wij blijven staan H8478 aan onze plaats H413 , en tot H3808 hen niet H5927 H8799 opklimmen.
  10 H518 Maar H559 H8799 zeggen zij H3541 aldus H5927 H0 : Klimt H5972 tot H5927 H8798 ons op H5927 H8804 ; zo zullen wij opklimmen H3588 , want H3068 de HEERE H3027 heeft hen in onze hand H5414 H8804 gegeven H2088 ; en dit H226 zal ons een teken zijn.
  11 H8147 Toen zij beiden H413 zich aan H6430 der Filistijnen H4673 bezetting H1540 H8735 ontdekten H559 H8799 , zo zeiden H6430 de Filistijnen H2009 : Ziet H5680 , de Hebreen H4480 zijn uit H2356 de holen H3318 H8802 uitgegaan H834 H8033 , waarin H2244 H8694 zij zich verstoken hadden.
  12 H6030 H8799 Verder antwoordden H582 de mannen H4675 der bezetting H3129 aan Jonathan H5375 H8802 H3627 en zijn wapendrager H559 H8799 , en zeiden H5927 H8798 : Klimt op H413 tot H1697 ons, en wij zullen het H854 u H3045 H8686 wijs maken H3129 . En Jonathan H559 H8799 zeide H413 tot H5375 H8802 H3627 zijn wapendrager H5927 H8798 : Klim op H310 achter H3588 mij, want H3068 de HEERE H5414 H8804 heeft hen gegeven H3027 in de hand H3478 van Israel.
  13 H5927 H8799 Toen klom H3129 Jonathan H5921 op H3027 zijn handen H5921 en op H7272 zijn voeten H5375 H8802 H3627 , en zijn wapendrager H310 hem na H5307 H8799 ; en zij vielen H3129 voor Jonathans H6440 aangezicht H5375 H8802 H3627 , en zijn wapendrager H4191 H8789 doodde H310 ze achter hem.
  14 H7223 Deze eerste H4347 slag H834 nu, waarmede H3129 Jonathan H5375 H8802 H3627 en zijn wapendrager H6242 omtrent twintig H376 mannen H5221 H8689 versloegen H1961 H8799 , geschiedde H2677 omtrent in de helft H4618 eens bunders H6776 , zijnde een juk H7704 ossen lands.

1 Samuel 18:4

  4 H3083 En Jonathan H6584 H0 deed H4598 zijn mantel H6584 H8691 af H834 , dien H5921 hij aan had H5414 H8799 , en gaf H1732 hem aan David H4055 , ook zijn klederen H5704 , ja, tot H2719 zijn zwaard H5704 toe, en tot H7198 zijn boog H5704 toe, en tot H2289 zijn gordel toe.

Isaiah 34:6-7

  6 H2719 Het zwaard H3068 des HEEREN H4390 H8804 is vol H1818 van bloed H1878 H8719 , het is vet geworden H2459 van smeer H1818 , van het bloed H3733 der lammeren H6260 en der bokken H2459 , van het smeer H3629 der nieren H352 van de rammen H3068 ; want de HEERE H2077 heeft een slachtoffer H1224 te Bozra H1419 , en een grote H2874 slachting H776 in het land H123 der Edomieten.
  7 H7214 En de eenhoornen H3381 H8804 zullen met hen afgaan H6499 , en de varren H47 met de stieren H776 ; en hun land H7301 H8765 zal doordronken zijn H1818 van het bloed H6083 , en hun stof H2459 zal van het smeer H1878 H8792 vet gemaakt worden.

Deuteronomy 28:49

  49 H3068 De HEERE H1471 zal tegen u een volk H5375 H8799 verheffen H7350 van verre H7097 , van het einde H776 der aarde H5404 , gelijk als een arend H1675 H8799 vliegt H1471 ; een volk H3956 , welks spraak H8085 H8799 gij niet zult verstaan;

Judges 14:18

  18 H559 H8799 Toen zeiden H582 de mannen H5892 der stad H7637 tot hem, op den zevenden H3117 dag H2962 , eer H2775 de zon H935 H8799 onderging H4100 : Wat H4966 is zoeter H4480 dan H1706 honig H4100 ? en wat H5794 is sterker H4480 dan H738 een leeuw H559 H8799 ? En hij zeide H3884 tot hen: Zo H5697 gij met mijn kalf H2790 H8804 niet hadt geploegd H2420 , gij zoudt mijn raadsel H3808 niet H4672 H8804 hebben uitgevonden.

1 Samuel 18:1

  1 H1961 H8804 Het geschiedde H3615 H8763 nu, als hij geeindigd had H413 tot H7586 Saul H1696 H8763 te spreken H5315 , dat de ziel H3083 van Jonathan H7194 H8738 verbonden werd H5315 aan de ziel H1732 van David H3083 ; en Jonathan H157 H8799 beminde H5315 hem als zijn ziel.

1 Samuel 20:2

  2 H559 H8799 Hij daarentegen zeide H2486 tot hem: Dat zij verre H3808 , gij zult niet H4191 H8799 sterven H2009 . Zie H1 , mijn vader H6213 H8799 H8675 H6213 H8804 doet H1419 geen grote H1697 zaak H176 , en H6996 geen kleine H241 zaak, die hij voor mijn oor H3808 niet H1540 H8799 openbaart H4069 ; waarom H1 zou dan mijn vader H2099 deze H1697 zaak H4480 van H5641 H8686 mij verbergen H2063 ? Dat H369 is niet.

1 Samuel 31:1-5

  1 H6430 De Filistijnen H3898 H8737 dan streden H3478 tegen Israel H582 ; en de mannen H3478 Israels H5127 H8799 vloden H4480 voor H6440 het aangezicht H6430 der Filistijnen H5307 H8799 , en vielen H2491 verslagen H2022 op het gebergte H1533 Gilboa.
  2 H6430 En de Filistijnen H1692 H8686 hielden dicht H7586 op Saul H1121 en zijn zonen H6430 ; en de Filistijnen H5221 H8686 sloegen H3083 Jonathan H41 , en Abinadab H4444 , en Malchisua H1121 , de zonen H7586 van Saul.
  3 H4421 En de strijd H3513 H8799 werd zwaar H413 tegen H7586 Saul H582 ; en de mannen H7198 , die met den boog H3384 H8688 schieten H4672 H8799 , troffen hem aan H2342 H8799 , en hij vreesde H3966 zeer H4480 voor H3384 H8688 de schutters.

2 Samuel 2:18

  18 H1961 H8799 Nu waren H8033 aldaar H7969 drie H1121 zonen H6870 van Zeruja H3097 , Joab H52 , en Abisai H6214 en Asahel H6214 ; en Asahel H7031 was licht H7272 op zijn voeten H259 , als een H6643 der reeen H834 , die H7704 in het veld zijn.

2 Samuel 23:20

  20 H1141 Voorts Benaja H1121 , de zoon H3077 van Jojada H1121 , de zoon H2428 van een dapperen H376 H8677 H381 man H7227 , groot H6467 van daden H4480 , van H6909 Kabzeel H1931 ; die H5221 H8689 sloeg H8147 twee H739 sterke leeuwen H4124 van Moab H1931 ; ook ging hij H3381 H8804 af H5221 H8689 , en sloeg H738 een leeuw H8432 in het midden H953 van een kuil H3117 H7950 in den sneeuwtijd.

1 Chronicles 12:8

  8 H914 H8738 Ook scheidden zich H4480 van H1425 de Gadieten H413 af tot H1732 David H4679 , in die vesting H4057 naar de woestijn H2428 , kloeke H1368 helden H582 H6635 , krijgslieden H4421 ten oorlog H6186 H8802 , toegerust H6793 met rondas H7420 en schild H6440 ; en hun aangezichten H6440 waren aangezichten H738 der leeuwen H6643 ; en zij waren als de reeen H5921 op H2022 de bergen H4116 H8763 in snelheid.

Job 9:26

  26 H2498 H8804 Zij zijn voorbijgevaren H5973 met H16 H591 jachtschepen H5404 ; gelijk een arend H5921 naar H400 het aas H2907 H8799 toevliegt.

Proverbs 30:30

  30 H3918 De oude leeuw H1368 geweldig H929 onder de gedierten H6440 , die voor H7725 H8799 niemand zal wederkeren;

Jeremiah 4:13

  13 H5927 H8799 Ziet, hij komt op H6051 als wolken H4818 , en zijn wagenen H5492 zijn als een wervelwind H5483 , zijn paarden H7043 H8804 zijn sneller H5404 dan arenden H188 ; wee H7703 H8795 ons, want wij zijn verwoest!

Lamentations 4:19

  19 H7291 H8802 [Koph]. Onze vervolgers H7031 zijn sneller H5404 geweest dan de arenden H8064 des hemels H2022 ; zij hebben ons op de bergen H1814 H8804 hittiglijk vervolgd H4057 , in de woestijn H693 H8804 hebben zij ons lagen gelegd.

Judges 5:30

  30 H7998 Zouden zij dan den buit H3808 niet H4672 H8799 vinden H2505 H8762 [en] delen H7356 ? een liefje H7361 , [of] twee liefjes H7218 , voor iegelijken H1397 man H5516 ? Voor Sisera H7998 een buit H6648 van verscheidene verven H7998 , een buit H6648 van verscheidene verven H7553 , gestikt H6648 ; van verscheiden verf H7553 aan beide zijden gestikt H6677 H7998 , voor de buithalzen?

Psalms 68:12

  12 H4428 [068:13] De koningen H6635 der heirscharen H5074 H8799 vloden weg H5074 H8799 , zij vloden weg H1004 ; en zij, die te huis H5116 bleef H2505 H0 , deelde H7998 den roof H2505 H8762 uit.

Proverbs 31:21

  21 H3372 H8799 [Lamed]. Zij vreest H1004 voor haar huis H7950 niet vanwege de sneeuw H1004 ; want haar ganse huis H8144 is met dubbele klederen H3847 H8803 gekleed.

Isaiah 3:16-26

  16 H559 H8799 Verder zegt H3068 de HEERE H3282 : Daarom dat H1323 de dochteren H6726 van Sion H1361 H8804 zich verheffen H3212 H8799 , en gaan H5186 H8803 met uitgestrekten H1627 hals H8265 H8764 , en lonken H5869 met de ogen H1980 H8800 , al gaande H2952 H8800 en trippelende H3212 H8799 daarhenen treden H7272 , en alsof haar voeten H5913 H8762 gebonden waren.
  17 H136 Zo zal de HEERE H6936 den schedel H1323 der dochteren H6726 van Sion H5596 H8765 schurftig maken H3068 , en de HEERE H6596 zal haar schaamte H6168 H8762 ontbloten.
  18 H3117 Ten zelfden dage H136 zal de HEERE H5493 H8686 wegnemen H8597 het sieraad H5914 der kousebanden H7636 , en de netjes H7720 , en de maantjes,
  19 H5188 De reukdoosjes H8285 , en de kleine ketentjes H7479 , en de glinsterende kledingen,
  20 H6287 De hoofdkroning H6807 , en de armversierselen H7196 , en de bindselen H5315 H1004 , en de reukballetjes H3908 , en de oorringen,
  21 H2885 De ringen H639 H5141 en de voorhoofdsierselen,
  22 H4254 De wisselklederen H4595 , en de manteltjes H4304 , en de hoedjes H2754 , en de buidels,
  23 H1549 De spiegels H5466 , en de fijn-linnen H6797 deksels, en de hulledoeken H7289 , en de sluiers.
  24 H1314 En het zal geschieden, dat er voor specerij H4716 stank H5364 zal zijn, en lossigheid H2290 voor een gordel H7144 , en kaalheid H4639 H4748 in plaats van haarvlechten H4228 , en omgording H8242 eens zaks H6614 in plaats van een wijden rok H3587 , en verbranding H3308 in plaats van schoonheid.
  25 H4962 Uw mannen H2719 zullen door het zwaard H5307 H8799 vallen H1369 , en uw helden H4421 in den strijd.
  26 H6607 En haar poorten H578 H8804 zullen treuren H56 H8804 , en leed dragen H5352 H8738 , en zij zal, ledig gemaakt zijnde H776 , op de aarde H3427 H8799 zitten.

Jeremiah 2:32

  32 H7911 H8799 Vergeet H1330 ook een jonkvrouw H5716 haar versiersel H3618 , [of] een bruid H7196 haar bindselen H5971 ? Nochtans heeft Mijn volk H7911 H8804 Mij vergeten H3117 , dagen H4557 zonder getal.

1 Timothy 2:9-10

  9 G5615 Desgelijks G2532 ook G1135 , dat de vrouwen G1722 , in G2887 een eerbaar G2689 gewaad G3326 , met G127 schaamte G2532 en G4997 matigheid G1438 zichzelven G2885 G5721 versieren G3361 , niet G1722 in G4117 vlechtingen G2228 [des] [haars], of G5557 goud G2228 , of G3135 paarlen G2228 , of G4185 kostelijke G2441 kleding;
  10 G235 Maar G3739 (hetwelk G1135 de vrouwen G4241 G5719 betaamt G2317 , die de godvruchtigheid G1861 G5740 belijden G1223 ) door G18 goede G2041 werken.

1 Peter 3:3-5

  3 G3739 Welker G2889 versiersel G2077 G5749 zij G3756 , niet G1855 hetgeen uiterlijk G1708 is, [bestaande] in het vlechten G2359 des haars G2532 , en G4025 omhangen G5553 van goud G2228 , of G2440 van klederen G1745 aan te trekken;
  4 G235 Maar G2927 de verborgen G444 mens G2588 des harten G1722 , in G862 het onverderfelijk G4239 [versiersel] van een zachtmoedigen G2532 en G2272 stillen G4151 geest G3739 , die G4185 kostelijk G2076 G5748 is G1799 voor G2316 God.
  5 G1063 Want G3779 alzo G2885 G5707 versierden G1438 zichzelven G4218 eertijds G2532 ook G40 de heilige G1135 vrouwen G3588 , die G1909 op G2316 God G1679 G5723 hoopten G5293 G , en waren G2398 haar eigen G435 mannen G5293 G5746 onderdanig;

Judges 5:18

  18 H2074 Zebulon H5971 , het is een volk H5315 , [dat] zijn ziel H2778 H8765 versmaad heeft H4191 H8800 ter dood H5321 , insgelijks Nafthali H5921 , op H4791 de hoogten H7704 des velds.

1 Samuel 14:13-15

  13 H5927 H8799 Toen klom H3129 Jonathan H5921 op H3027 zijn handen H5921 en op H7272 zijn voeten H5375 H8802 H3627 , en zijn wapendrager H310 hem na H5307 H8799 ; en zij vielen H3129 voor Jonathans H6440 aangezicht H5375 H8802 H3627 , en zijn wapendrager H4191 H8789 doodde H310 ze achter hem.
  14 H7223 Deze eerste H4347 slag H834 nu, waarmede H3129 Jonathan H5375 H8802 H3627 en zijn wapendrager H6242 omtrent twintig H376 mannen H5221 H8689 versloegen H1961 H8799 , geschiedde H2677 omtrent in de helft H4618 eens bunders H6776 , zijnde een juk H7704 ossen lands.
  15 H1961 H8799 En er was H2731 een beving H4264 in het leger H7704 , op het veld H3605 en onder het ganse H5971 volk H4673 ; de bezetting H7843 H8688 en de verdervers H2729 H8804 beefden H1571 ook H1992 zelven H776 ; ja, het land H7264 H8799 werd beroerd H1961 H8799 , want het was H2731 een beving H430 Gods.

1 Samuel 18:1-4

  1 H1961 H8804 Het geschiedde H3615 H8763 nu, als hij geeindigd had H413 tot H7586 Saul H1696 H8763 te spreken H5315 , dat de ziel H3083 van Jonathan H7194 H8738 verbonden werd H5315 aan de ziel H1732 van David H3083 ; en Jonathan H157 H8799 beminde H5315 hem als zijn ziel.
  2 H7586 En Saul H3947 H8799 nam H1931 hem te dien H3117 dage H5414 H8804 , en liet H3808 hem niet H7725 H8800 werderkeren H1 tot zijns vaders H1004 huis.
  3 H3083 Jonathan H1732 nu en David H3772 H8799 maakten H1285 een verbond H853 , dewijl hij hem H160 liefhad H5315 als zijn ziel.
  4 H3083 En Jonathan H6584 H0 deed H4598 zijn mantel H6584 H8691 af H834 , dien H5921 hij aan had H5414 H8799 , en gaf H1732 hem aan David H4055 , ook zijn klederen H5704 , ja, tot H2719 zijn zwaard H5704 toe, en tot H7198 zijn boog H5704 toe, en tot H2289 zijn gordel toe.

1 Samuel 19:2

  2 H3083 En Jonathan H5046 H8686 verkondigde H1732 het David H559 H8800 , zeggende H1 : Mijn vader H7586 Saul H1245 H8764 zoekt H4191 H8687 u te doden H6258 ; nu dan H8104 H8734 , wacht u H4994 toch H1242 des morgens H3427 H8804 , en blijf H5643 in het verborgene H2244 H8738 , en versteek u.

1 Samuel 20:17

  17 H3083 En Jonathan H3254 H8686 voer voort H1732 , met David H7650 H8687 te doen zweren H853 , omdat hij hem H160 liefhad H3588 ; want H157 H8804 hij had hem lief H160 met de liefde H5315 zijner ziel.

1 Samuel 23:16

  16 H6965 H0 Toen maakte zich H3083 Jonathan H1121 , de zoon H7586 van Saul H6965 H8799 , op H3212 H8799 , en hij ging H413 tot H1732 David H2793 in het woud H2388 H8762 ; en hij versterkte H3027 zijn hand H430 in God.

2 Kings 2:12

  12 H477 En Elisa H7200 H8802 zag H1931 het, en hij H6817 H8764 riep H1 : Mijn vader H1 , mijn vader H7393 , wagen H3478 Israels H6571 en zijn ruiteren H7200 H8804 ! En hij zag H3808 hem niet H5750 meer H2388 H8686 ; en hij vatte H899 zijn klederen H7167 H8799 en scheurde H8147 ze in twee H7168 stukken.

2 Kings 13:14

  14 H477 Elisa H2470 H8804 nu was krank geweest H2483 van zijn krankheid H834 , van dewelke H4191 H8799 hij stierf H3101 ; en Joas H4428 , de koning H3478 van Israel H413 , was tot H3381 H8799 hem afgekomen H1058 H8799 , en had geweend H5921 over H6440 zijn aangezicht H559 H8799 , en gezegd H1 : Mijn vader H1 , mijn vader H7393 , wagen H3478 Israels H6571 en zijn ruiteren!

Psalms 46:9

  9 H4421 [046:10] Die de oorlogen H7673 H8688 doet ophouden H7097 tot aan het einde H776 der aarde H7198 , den boog H7665 H8762 verbreekt H2595 , en de spies H7112 H8765 aan twee slaat H5699 , de wagenen H784 met vuur H8313 H8799 verbrandt.

Ezekiel 39:9-10

  9 H3427 H8802 En de inwoners H5892 der steden H3478 Israels H3318 H8804 zullen uitgaan H784 , en [vuur H1197 H8765 ] stoken H5400 H8689 en branden H5402 van de wapenen H4043 , zo [van] schilden H6793 als rondassen H7198 , van bogen H2671 en van pijlen H3027 H4731 , zo van handstokken H7420 als van spiesen H784 ; en zij zullen daarvan vuur H1197 H8765 stoken H7651 zeven H8141 jaren;
  10 H6086 Zodat zij geen hout H7704 uit het veld H5375 H8799 zullen dragen H3293 , noch uit de wouden H2404 H8799 houwen H5402 , maar van de wapenen H784 vuur H1197 H8762 stoken H7997 H8804 ; en zij zullen beroven H7997 H8802 degenen, die hen beroofd hadden H962 H8804 , en plunderen H962 H8802 , die hen geplunderd hadden H5002 H8803 , spreekt H136 de Heere H3069 HEERE.

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.