Job 39 Cross References - DSV_Strongs

  1 H3045 H8804 [039:4] Weet gij H6256 den tijd H3205 H8800 van het baren H3277 H5553 der steengeiten H8104 H8799 ? Hebt gij waargenomen H2342 H8790 den arbeid H355 der hinden?
  2 H3391 [039:5] Zult gij de maanden H5608 H8799 tellen H4390 H8762 , [die] zij vervullen H3045 H8804 , en weet gij H6256 den tijd H3205 H8800 van haar baren?
  3 H3766 H8799 [039:6] Als zij zich krommen H3206 , haar jongen H6398 H8762 met versplijting voortbrengen H2256 , haar smarten H7971 H8762 uitwerpen?
  4 H1121 [039:7] Haar jongen H2492 H8799 worden kloek H7235 H8799 , worden groot H1250 door het koren H3318 H8804 ; zij gaan uit H7725 H0 , en keren H3808 niet H7725 H8804 weder H3926 tot dezelve.
  5 H4310 [039:8] Wie H6501 heeft den woudezel H2670 vrij H7971 H8765 henengezonden H4310 , en wie H4147 heeft de banden H6171 des wilden ezels H6605 H8765 gelost?
  6 H834 [039:9] Dien H6160 Ik de wildernis H1004 tot zijn huis H7760 H8804 besteld heb H4420 , en het ziltige H4908 tot zijn woningen.
  7 H7832 H8799 [039:10] Hij belacht H1995 het gewoel H7151 der stad H8663 ; het menigerlei getier H5065 H8802 des drijvers H8085 H8799 hoort hij H3808 niet.
  8 H3491 [039:11] Dat hij uitspeurt H2022 op de bergen H4829 , is zijn weide H1875 H8799 ; en hij zoekt H3605 allerlei H3387 groensel H310 na.
  9 H7214 [039:12] Zal de eenhoorn H14 H8799 u willen H5647 H8800 dienen H518 ? H3885 H8799 Zal hij vernachten H5921 aan H18 uw kribbe?
  10 H7214 [039:13] Zult gij den eenhoorn H5688 met zijn touw H8525 aan de voren H7194 H8799 binden H518 ? H6010 Zal hij de laagten H310 achter H7702 H8762 u eggen?
  11 H982 H8799 [039:14] Zult gij op hem vertrouwen H3588 , omdat H3581 zijn kracht H7227 groot H3018 is, en zult gij uw arbeid H413 op H5800 H8799 hem laten?
  12 H539 H8686 [039:15] Zult gij hem geloven H3588 , dat H2233 hij uw zaad H7725 H8686 H8675 H7725 H8799 zal wederbrengen H622 H8799 , en vergaderen H1637 [tot] uw dorsvloer?
  13 H7443 [039:16] Zijn [van] [u] de verheugelijke H3671 vleugelen H5965 H8738 der pauwen H518 ? Of H84 de vederen H2624 des ooievaars H5133 , en des struisvogels?
  14 H3588 [039:17] Dat H1000 zij haar eieren H776 in de aarde H5800 H8799 laat H5921 , en in H6083 het stof H2552 H8762 die verwarmt.
  15 H7911 H8799 [039:18] En vergeet H3588 , dat H7272 de voet H2115 H8799 die drukken kan H2416 , en de dieren H7704 des velds H1758 H8799 die vertrappen kunnen?
  16 H7188 H8689 [039:19] Zij verhardt zich H1121 tegen haar jongen H3808 , alsof zij de hare niet H3018 waren; haar arbeid H7385 is te vergeefs H1097 , [omdat] zij zonder H6343 vreze is.
  17 H3588 [039:20] Want H433 God H2451 heeft haar van wijsheid H5382 H8689 ontbloot H998 , en heeft haar des verstands H3808 niet H2505 H8804 medegedeeld.
  18 H6256 [039:21] Als het tijd H4754 H8686 is, verheft zij zich H4791 in de hoogte H7832 H8799 ; zij belacht H5483 het paard H7392 H8802 en zijn rijder.
  19 H5483 [039:22] Zult gij het paard H1369 sterkte H5414 H8799 geven H6677 ? Kunt gij zijn hals H7483 met donder H3847 H8686 bekleden?
  20 H7493 H8686 [039:23] Zult gij het beroeren H697 als een sprinkhaan H1935 ? De pracht H5170 van zijn gesnuif H367 is een verschrikking.
  21 H2658 H8799 [039:24] Het graaft H6010 in den grond H7797 H8799 , en het is vrolijk H3581 in zijn kracht H3318 H8799 ; en trekt uit H5402 , den geharnaste H7125 H8800 tegemoet.
  22 H7832 H8799 [039:25] Het belacht H6343 de vreze H3808 , en wordt niet H2865 H8735 ontsteld H3808 , en keert niet H7725 H8799 wederom H4480 H6440 vanwege H2719 het zwaard.
  23 H5921 [039:26] Tegen H7439 H8799 hem ratelt H827 de pijlkoker H3851 , het vlammig ijzer H2595 des spies H3591 en der lans.
  24 H7494 [039:27] Met schudding H7267 en beroering H1572 H0 slokt H776 het de aarde H1572 H8762 op H539 H8686 , en gelooft H3808 niet H3588 , dat H6963 het is het geluid H7782 der bazuin.
  25 H1767 [039:28] In het volle geklank H7782 der bazuin H559 H8799 , zegt het H1889 : Heah H7306 H8686 ! en ruikt H4421 den krijg H4480 van H7350 verre H7482 , den donder H8269 der vorsten H8643 en het gejuich.
  26 H82 H8686 [039:29] Vliegt H5322 de sperwer H4480 door H998 uw verstand H6566 H0 , [en] breidt hij H3671 zijn vleugelen H6566 H8799 uit H8486 naar het zuiden?
  27 H518 [039:30] H5921 Is het naar H6310 uw bevel H5404 , dat de arend H1361 H8686 zich omhoog verheft H3588 , en dat H7064 hij zijn nest H7311 H8686 in de hoogte maakt?
  28 H7931 H8799 [039:31] Hij woont H3885 H8698 en vernacht H5553 in de steenrots H5921 , op H8127 de scherpte H5553 der steenrots H4686 en der vaste plaats.
  29 H4480 [039:32] Van H8033 daar H2658 H8804 speurt hij H400 de spijze H5869 op; zijn ogen H5027 H8686 zien H4480 van H7350 verre af.
  30 H5966 H8762 [039:33] Ook zuipen H667 zijn jongen H1818 bloed H834 ; en waar H2491 verslagenen H8033 zijn, daar H1931 is hij.

Deuteronomy 14:5

  5 H354 Een hert H6643 , en een ree H3180 , en een buffel H689 , en een steenbok H1788 , en een das H8377 , en een wilde os H2169 , en een gems.

1 Samuel 24:2

  2 H3947 H8799 [024:3] Toen nam H7586 Saul H7969 drie H505 duizend H977 H8803 uitgelezen H376 mannen H4480 uit H3605 gans H3478 Israel H3212 H8799 , en hij toog heen H1732 , om David H582 en zijn mannen H1245 H8763 te zoeken H5921 boven H6440 op H6697 de rotsstenen H3277 der steenbokken.

Psalms 29:9

  9 H6963 De stem H3068 des HEEREN H355 doet de hinden H2342 H8787 jongen werpen H2834 H8799 , en ontbloot H3295 de wouden H1964 ; maar in Zijn tempel H559 H8802 zegt H3519 [Hem] een iegelijk eer.

Psalms 104:18

  18 H1364 De hoge H2022 bergen H3277 zijn voor de steenbokken H5553 ; de steenrotsen H4268 zijn een vertrek H8227 voor de konijnen.

Jeremiah 14:5

  5 H365 Want ook de hinden H7704 in het veld H3205 H8804 werpen jongen H5800 H8800 , en verlaten H1877 [die], omdat er geen jong gras is.

Jeremiah 2:24

  24 H6501 Zij is een woudezelin H3928 , gewend H4057 in de woestijn H185 , naar den lust H5315 harer ziel H7602 H8804 schept zij H7307 den wind H8385 , wie zou haar ontmoeting H7725 H8686 afkeren H1245 H8764 ? Allen, die haar zoeken H3286 H8799 , zullen niet moede worden H2320 , in haar maand H4672 H8799 zullen zij haar vinden.

Genesis 16:12

  12 H1931 En hij H6501 zal een woudezel H120 [van] [een] mens H1961 H8799 zijn H3027 ; zijn hand H3605 zal tegen allen H3027 zijn, en de hand H3605 van allen H7931 H8799 tegen hem; en hij zal wonen H5921 voor H6440 het aangezicht H3605 van al H251 zijn broederen.

Genesis 49:14

  14 H3485 Issaschar H1634 is een sterk H2543 gebeende ezel H7257 H8802 , nederliggende H996 tussen H4942 twee pakken.

Job 6:5

  5 H5101 H8799 Rochelt H6501 ook de woudezel H5921 bij H1877 het jonge gras H518 ? H1600 H8799 Loeit H7794 de os H5921 bij H1098 zijn voeder?

Job 11:12

  12 H5014 H8803 Dan zal een verstandeloos H376 man H3823 H8735 kloekzinnig worden H120 ; hoewel de mens H5895 [als] het veulen H6501 eens woudezels H3205 H8735 geboren is.

Job 24:5

  5 H2005 Ziet H6501 , zij zijn woudezels H4057 in de woestijn H3318 H8804 ; zij gaan uit H6467 tot hun werk H7836 H8764 , makende zich vroeg op H2964 ten roof H6160 ; het vlakke veld H3899 is hem tot spijs H5288 , [en] den jongeren.

Psalms 104:11

  11 H8248 H8686 Zij drenken H2416 al het gedierte H7704 des velds H6501 ; de woudezels H7665 H8799 breken H6772 er hun dorst [mede].

Isaiah 32:14

  14 H759 Want het paleis H5203 H8795 zal verlaten zijn H1995 , het gewoel H5892 der stad H5800 H8795 zal ophouden H6076 ; Ofel H975 en de wachttorens H4631 zullen tot spelonken H5704 zijn, tot H5769 in der eeuwigheid H4885 , een vreugde H6501 der woudezelen H4829 , een weide H5739 der kudden.

Jeremiah 14:6

  6 H6501 En de woudezels H5975 H8804 staan H8205 op de hoge plaatsen H7602 H8804 , zij scheppen H7307 den wind H8577 gelijk de draken H5869 ; hun ogen H3615 H8804 versmachten H6212 , omdat er geen kruid is.

Daniel 5:21

  21 H4481 En hij werd van H1123 de kinderen H606 der mensen H2957 H8752 verstoten H3825 , en zijn hart H2423 werd den beesten H5974 gelijk H7739 H8745 gemaakt H4070 , en zijn woning H6167 was bij de woudezelen H2939 H0 ; men gaf H6211 hem gras H2939 H8748 te smaken H8450 gelijk den ossen H1655 ; en zijn lichaam H2920 werd van den dauw H8065 des hemels H6647 H8721 nat gemaakt H5705 , totdat H3046 H8754 hij bekende H426 , dat God H5943 , de Allerhoogste H7990 , Heerser is H4437 over de koninkrijken H606 der mensen H5922 , en over H6966 H8681 dezelve stelt H4479 , wien H6634 H8748 Hij wil.

Hosea 8:9

  9 H5927 Want zij zijn opgetogen H804 [naar] Assur H6501 , een woudezel H909 , die alleen H669 voor zichzelven is; die van Efraim H158 hebben boelen H8566 om hoerenloon gehuurd.

Deuteronomy 29:23

  23 H776 Dat zijn ganse aarde H1614 zij zwavel H4417 en zout H8316 der verbranding H2232 H8735 ; die niet bezaaid zal zijn H6779 H8686 , en geen spruit zal voortgebracht hebben H6212 , noch enig kruid H5927 H8799 daarin zal opgekomen zijn H4114 ; gelijk de omkering H5467 van Sodom H6017 en Gomorra H126 , Adama H6636 en Zeboim H3068 , die de HEERE H2015 H8804 heeft omgekeerd H639 in Zijn toorn H2534 en in Zijn grimmigheid;

Psalms 107:34

  34 H6529 Het vruchtbaar H776 land H4420 tot zouten H7451 [grond], om de boosheid H3427 H8802 dergenen, die daarin wonen.

Jeremiah 17:6

  6 H6199 Want hij zal zijn als de heide H6160 in de wildernis H7200 H8799 , die het niet gevoelt H2896 , wanneer het goede H935 H8799 komt H7931 H8804 ; maar blijft H2788 [in] dorre plaatsen H4057 in de woestijn H4420 , [in] zout H3427 H8799 en onbewoond H776 land.

Ezekiel 47:11

  11 H1207 Doch haar modderige plaatsen H1360 en haar moerassen H7495 H8735 zullen niet gezond worden H4417 , zij zijn tot zout H5414 H8738 overgegeven.

Exodus 5:13-16

  13 H5065 H8802 En de aandrijvers H213 H8801 drongen aan H559 H8800 , zeggende H3615 H8761 : Voleindigt H4639 uw werken H1697 , [elk] dagwerk H3117 op zijn dag H8401 , gelijk toen er stro H1961 H8800 was.
  14 H7860 H8802 En de ambtlieden H1121 der kinderen H3478 Israels H6547 , die Farao's H5065 H8802 aandrijvers H7760 H8804 over hen gesteld hadden H5221 H8714 , werden geslagen H559 H8800 , [en] men zeide H2706 : Waarom hebt gijlieden uw gezette werk H3615 H8765 niet voleindigd H3835 H8800 , in het maken der tichelstenen H8032 H8543 , gelijk te voren H8543 , alzo ook gisteren H3117 en heden?
  15 H935 H8799 Derhalve gingen H7860 H8802 de ambtlieden H1121 der kinderen H3478 Israels H6817 H8799 , en schreeuwden H6547 tot Farao H559 H8800 , zeggende H6213 H8799 : Waarom doet gij H5650 uw knechten alzo?
  16 H5650 Aan uw knechten H8401 wordt geen stro H5414 H8737 gegeven H559 H8802 , en zij zeggen H6213 H8798 tot ons: Maakt H3843 de tichelstenen H5650 ; en ziet, uw knechten H5221 H8716 worden geslagen H2398 H8804 , doch de schuld H5971 is uws volks!

Exodus 5:18

  18 H3212 H8798 Zo gaat nu heen H5647 H8798 , arbeidt H8401 ; doch stro H5414 H8735 zal u niet gegeven worden H8506 ; evenwel zult gij het getal H3843 der tichelstenen H5414 H8799 leveren.

Job 3:18

  18 H7599 H0 [Daar] zijn H615 de gebondenen H3162 te zamen H7599 H8768 in rust H8085 H8804 ; zij horen H6963 de stem H5065 H8802 des drijvers H3808 niet.

Job 39:18

  18 H6256 [039:21] Als het tijd H4754 H8686 is, verheft zij zich H4791 in de hoogte H7832 H8799 ; zij belacht H5483 het paard H7392 H8802 en zijn rijder.

Isaiah 31:4

  4 H3068 Want alzo heeft de HEERE H559 H8804 tot mij gezegd H738 : Gelijk als een leeuw H3715 , en een jonge leeuw H2964 over zijn roof H1897 H8799 brult H4393 , wanneer ook een volle menigte H7462 H8802 der herderen H7121 H8735 samengeroepen wordt H2865 H8735 tegen hem, verschrikt hij H6963 voor hun stem H6031 H8799 niet, en vernedert zich H1995 niet vanwege hun veelheid H3068 ; alzo zal de HEERE H6635 der heirscharen H3381 H8799 nederdalen H6633 H8800 , om te strijden H2022 voor den berg H6726 Sions H1389 en voor haar heuvel.

Isaiah 58:3

  3 H6684 H8804 [Zeggende]: Waarom vasten wij H7200 H8804 , en Gij ziet het niet aan H6031 H8765 , [waarom] kwellen wij H5315 onze ziel H3045 H8799 , en Gij weet H3117 het niet? Ziet, ten dage H6685 , wanneer gijlieden vast H4672 H8799 , zo vindt gij H2656 [uw] lust H5065 H8799 , en gij eist gestrengelijk H6092 al uw arbeid.

Genesis 1:29-30

  29 H430 En God H559 H8799 zeide H2009 : Ziet H3605 , Ik heb ulieden al H2233 H2232 H8802 het zaadzaaiende H6212 kruid H5414 H8804 gegeven H834 , dat H5921 H6440 op H3605 de ganse H776 aarde H853 [is], en H3605 alle H6086 geboomte H834 , in hetwelk H2233 H2232 H8802 zaadzaaiende H6086 H6529 boomvrucht H1961 H8799 is; het zij H402 u tot spijze!
  30 H3605 Maar aan al H2416 het gedierte H776 der aarde H3605 , en aan al H5775 het gevogelte H8064 des hemels H3605 , en aan al H7430 H8802 het kruipende gedierte H5921 op H776 de aarde H834 , waarin H2416 een levende H5315 ziel H3605 [is], [heb] [Ik] al H3418 het groene H6212 kruid H402 tot spijze H1961 H8799 [gegeven]. En het was H3651 alzo.

Job 40:15

  15 H2009 [040:10] Zie H4994 nu H930 Behemoth H834 , welken H6213 H8804 Ik gemaakt heb H5973 nevens H398 H8799 u; hij eet H2682 hooi H1241 , gelijk een rund.

Job 40:20-22

  20 H3588 [040:15] Omdat H2022 de bergen H944 hem voeder H5375 H8799 voortbrengen H7832 H8762 , daarom spelen H3605 al H2416 de dieren H7704 des velds H8033 aldaar.
  21 H8478 [040:16] Onder H6628 schaduwachtige bomen H7901 H8799 ligt hij neder H5643 , in een schuilplaats H7070 des riets H1207 en des slijks.
  22 H6628 [040:17] De schaduwachtige bomen H5526 H8799 bedekken H6752 hem, elkeen met zijn schaduw H6155 H5158 ; de beekwilgen H5437 H8799 omringen hem.

Psalms 104:27-28

  27 H7663 H8762 Zij allen wachten H400 op U, dat Gij [hun] hun spijze H5414 H8800 geeft H6256 te zijner tijd.
  28 H5414 H8799 Geeft Gij H3950 H8799 ze hun, zij vergaderen H3027 ze; doet Gij Uw hand H6605 H8799 open H2896 , zij worden met goed H7646 H8799 verzadigd.

Psalms 145:15-16

  15 H5869 [Ain]. Aller ogen H7663 H8762 wachten H5414 H8802 op U; en Gij geeft H400 hun hun spijs H6256 te zijner tijd.
  16 H3027 [Pe]. Gij doet Uw hand H6605 H8802 open H7646 H8688 , en verzadigt H2416 al wat er leeft H7522 , [naar] [Uw] welbehagen.

Numbers 23:22

  22 H410 God H4714 heeft hen uit Egypte H3318 H8688 uitgevoerd H8443 ; zijn krachten H7214 zijn als van een eenhoorn.

Deuteronomy 33:17

  17 H1926 Hij heeft de heerlijkheid H1060 des eerstgeborenen H7794 zijns osses H7161 , en zijn hoornen H7161 zijn hoornen H7214 des eenhoorns H5971 ; met dezelve zal hij de volken H3162 te zamen H5055 H8762 stoten H657 tot aan de einden H776 des lands H7233 . Dezen nu zijn de tien duizenden H669 van Efraim H505 , en dezen zijn de duizenden H4519 van Manasse!

Psalms 22:21

  21 H3467 H8685 [022:22] Verlos H738 mij uit des leeuwen H6310 muil H6030 H8804 ; en verhoor H7161 mij van de hoornen H7214 der eenhoornen.

Psalms 92:10

  10 H7161 [092:11] Maar Gij zult mijn hoorn H7311 H8686 verhogen H7214 , gelijk eens eenhoorns H7488 ; ik ben met verse H8081 olie H1101 H8804 overgoten.

Isaiah 1:3

  3 H7794 Een os H3045 H8804 kent H7069 H8802 zijn bezitter H2543 , en een ezel H18 de krib H1167 zijns heren H3478 ; [maar] Israel H3045 H8804 heeft geen kennis H5971 , Mijn volk H995 H8712 verstaat niet.

Job 1:14

  14 H4397 Dat een bode H413 tot H347 Job H935 H8804 kwam H559 H8799 , en zeide H1241 : De runderen H1961 H8804 waren H2790 H8802 ploegende H860 , en de ezelinnen H7462 H8802 weidende H5921 aan H3027 hun zijden.

Job 39:5

  5 H4310 [039:8] Wie H6501 heeft den woudezel H2670 vrij H7971 H8765 henengezonden H4310 , en wie H4147 heeft de banden H6171 des wilden ezels H6605 H8765 gelost?

Job 39:7

  7 H7832 H8799 [039:10] Hij belacht H1995 het gewoel H7151 der stad H8663 ; het menigerlei getier H5065 H8802 des drijvers H8085 H8799 hoort hij H3808 niet.

Job 41:5

  5 H7832 H8762 [040:24] Zult gij met hem spelen H6833 gelijk [met] een vogeltje H7194 H8799 , of zult gij hem binden H5291 voor uw jonge dochters?

Psalms 129:3

  3 H2790 H8802 Ploegers H1354 hebben op mijn rug H2790 H8804 geploegd H4618 H8675 H4618 ; zij hebben hun voren H748 H8689 lang getogen.

Hosea 10:10-11

  10 H185 Het is in Mijn lust H3256 , dat Ik ze zal binden H5971 ; en volken H622 zullen tegen henlieden verzameld H631 worden, als Ik ze binden H8147 zal in hun twee H5869 voren.
  11 H669 Dewijl Efraim H5697 een vaars H3925 is, gewend H157 gaarne H1758 te dorsen H2898 , zo ben Ik over de schoonheid H6677 van haar hals H5674 overgegaan H669 ; Ik zal Efraim H7392 berijden H3063 , Juda H2790 zal ploegen H3290 , Jakob H7702 zal voor zich eggen.

Micah 1:13

  13 H7573 H8798 Span H7409 de snelle dieren H4818 aan den wagen H3427 H8802 , gij inwoners H3923 van Lachis H1931 ! (deze H1323 is der dochter H6726 Sions H7225 het beginsel H2403 der zonde H3588 ) want H3478 in u zijn Israels H6588 overtredingen H4672 H8738 gevonden.

Genesis 1:26

  26 H430 En God H559 H8799 zeide H6213 H0 : Laat Ons H120 mensen H6213 H8799 maken H6754 , naar Ons beeld H1823 , naar Onze gelijkenis H7287 H8799 ; en dat zij heerschappij hebben H1710 over de vissen H3220 der zee H5775 , en over het gevogelte H8064 des hemels H929 , en over het vee H3605 , en over de gehele H776 aarde H3605 , en over al H7431 het kruipend gedierte H5921 , dat op H776 de aarde H7430 H8802 kruipt.

Genesis 1:28

  28 H430 En God H1288 H8762 zegende H853 hen H430 , en God H559 H8799 zeide H6509 H8798 tot hen: Weest vruchtbaar H7235 H8798 , en vermenigvuldigt H4390 H8798 , en vervult H776 de aarde H3533 H8798 , en onderwerpt haar H7287 H8798 , en hebt heerschappij H1710 over de vissen H3220 der zee H5775 , en over het gevogelte H8064 des hemels H3605 , en over al H2416 het gedierte H5921 , dat op H776 de aarde H7430 H8802 kruipt!

Genesis 9:2

  2 H4172 En uw vrees H2844 , en uw verschrikking H1961 H8799 zij H5921 over H3605 al H2416 het gedierte H776 der aarde H5921 , en over H3605 al H5775 het gevogelte H8064 des hemels H3605 ; in al H834 wat H127 zich op den aardbodem H7430 H8799 roert H3605 , en in alle H1709 vissen H3220 der zee H3027 ; zij zijn in uw hand H5414 H8738 overgegeven.

Genesis 42:26

  26 H5375 H8799 En zij laadden H7668 hun koren H5921 op H2543 hun ezels H3212 H8799 , en togen H4480 van H8033 daar.

Psalms 20:7

  7 H7393 [020:8] Dezen [vermelden] van wagens H5483 , en die van paarden H2142 H8686 ; maar wij zullen vermelden H8034 van den Naam H3068 des HEEREN H430 , onzes Gods.

Psalms 33:16-17

  16 H4428 Een koning H3467 H8737 wordt niet behouden H7230 door een groot H2428 heir H1368 ; een held H5337 H8735 wordt niet gered H7230 door grote H3581 kracht;
  17 H5483 Het paard H8267 feilt H8668 ter overwinning H4422 H8762 , en bevrijdt H7230 niet door zijn grote H2428 sterkte.

Psalms 144:14

  14 H441 Dat onze ossen H5445 H8794 wel geladen zijn H6556 ; dat geen inbreuk H3318 H8802 , noch uitval H6682 , noch gekrijs H7339 zij op onze straten.

Psalms 147:10

  10 H2654 H8799 Hij heeft geen lust H1369 aan de sterkte H5483 des paards H7521 H8799 ; Hij heeft geen welgevallen H7785 aan de benen H376 des mans.

Proverbs 14:4

  4 H504 Als er geen ossen H18 zijn, zo is de krib H1249 rein H3581 ; maar door de kracht H7794 van den os H8393 is der inkomsten H7230 veel.

Isaiah 30:6

  6 H4853 De last H929 der beesten H5045 , van het zuiden H776 , naar het land H6869 des angstes H6695 , en der benauwdheid H3833 , van waar de sterke leeuw H3918 en de oude leeuw H660 is, de basilisk H5774 H8789 en de vurige vliegende H8314 draak H2428 ; hun goederen H5375 H8799 zullen zij voeren H3802 op den rug H5895 der veulens H214 , en hun schatten H1707 op de bulten H1581 der kemelen H5971 , tot het volk H3276 H8686 , [dat] [hun] geen nut zal doen.

Isaiah 30:16

  16 H559 H8799 En gij zegt H5483 : Neen, maar op paarden H5127 H8799 zullen wij vlieden H5127 H8799 ; daarom zult gij vlieden H7031 ! En: Op snelle H7392 H8799 [paarden] zullen wij rijden H7291 H8802 ; daarom zullen uw vervolgers H7043 H8735 [ook] snel zijn!

Isaiah 31:1-3

  1 H1945 Wee H4714 dengenen, die in Egypte H5833 om hulp H3381 H8802 aftrekken H8172 H8735 , en steunen H5483 op paarden H982 H8799 , en vertrouwen H7393 op wagenen H7227 , omdat er vele H6571 zijn, en op ruiters H3966 , omdat die zeer H6105 H8804 machtig zijn H8159 H8804 ; en zien H6918 niet op den Heilige H3478 Israels H1875 H8804 , en zoeken H3068 den HEERE niet.
  2 H2450 Nochtans is Hij ook wijs H7451 , en Hij doet het kwaad H935 H8686 komen H5493 H0 , en trekt H1697 Zijn woorden H5493 H8689 niet terug H6965 H8804 ; maar Hij zal Zich opmaken H1004 tegen het huis H7489 H8688 der boosdoeners H5833 , en tegen de hulp H205 dergenen, die ongerechtigheid H6466 H8802 werken.
  3 H4714 Want de Egyptenaren H120 zijn mensen H410 , en geen God H5483 , en hun paarden H1320 zijn vlees H7307 , en geen geest H3068 ; en de HEERE H3027 zal Zijn hand H5186 H8686 uitstrekken H5826 H8802 , dat de helper H3782 H8804 struikelen zal H5826 H8803 , en die geholpen wordt H5307 H8804 , zal nedervallen H3162 , en zij zullen al te zamen H3615 H8799 te niet komen.

Isaiah 46:1

  1 H1078 Bel H3766 H8804 is gekromd H5015 , Nebo H7164 H8802 wordt nedergebogen H6091 , hun afgoden H2416 zijn geworden voor de dieren H929 en voor de beesten H6006 H8803 ; uw opgeladen H5385 pakken H4853 zijn een last H5889 voor de vermoeide [beesten].

Nehemiah 13:15

  15 H1931 In dezelfde H3117 dagen H7200 H8804 zag ik H3063 in Juda H1660 , die persen H1869 H8802 traden H7676 op den sabbat H6194 , en die garven H935 H8688 inbrachten H5921 , die zij op H2543 ezels H6006 H8802 laadden H637 ; als ook H3196 wijn H6025 , druiven H8384 en vijgen H3605 , en allen H4853 last H3389 , dien zij te Jeruzalem H935 H8688 inbrachten H7676 H3117 op den sabbatdag H5749 H8686 ; en ik betuigde H3117 [tegen] [hen] ten dage H6718 , als zij eetwaren H4376 H8800 verkochten.

Proverbs 3:16

  16 H753 Langheid H3117 der dagen H3225 is in haar rechterhand H8040 , in haar linkerhand H6239 rijkdom H3519 en eer.

Amos 2:13

  13 H2009 Ziet H595 , Ik H5781 H8688 zal uw plaatsen drukken H834 , gelijk als H5699 een wagen H5781 H8686 drukt H4392 , die vol H5995 garven is.

Haggai 2:19

  19 H5750 [02:20] Is er nog H2233 zaad H4035 in de schuur H5704 ? Zelfs tot H1612 den wijnstok H8384 , en den vijgeboom H7416 , en den granaatappelboom H2132 H6086 , en den olijfboom H3808 , [die] niet H5375 H8804 gedragen heeft H4480 , [die] zal Ik van H2088 dezen H3117 dag H1288 H8762 af zegenen.

Matthew 3:2

  2 G2532 En G3004 G5723 zeggende G3340 G5720 : Bekeert u G1063 ; want G932 het Koninkrijk G3772 der hemelen G1448 G5758 is nabij gekomen.

Matthew 13:30

  30 G863 G5628 Laat G297 ze beiden G4885 G5745 te zamen opwassen G3360 tot G2326 den oogst G2532 , en G1722 in G2540 den tijd G2326 des oogstes G2327 zal ik tot de maaiers G2046 G5692 zeggen G4816 G5657 : Vergadert G4412 eerst G2215 dat onkruid G2532 , en G1210 G5657 bindt G846 het G1519 in G1197 busselen G4314 , om G846 hetzelve G2618 G5658 te verbranden G1161 ; maar G4863 G5628 brengt G4621 de tarwe G4863 G samen G1519 in G3450 mijn G596 schuur.

Leviticus 11:19

  19 H2624 En de ooievaar H601 , de reiger H4327 naar zijn aard H1744 , en de hop H5847 , en de vledermuis.

1 Kings 10:22

  22 H3588 Want H4428 de koning H3220 had in zee H590 schepen H8659 van Tharsis H5973 , met H590 de schepen H2438 van Hiram H590 ; deze schepen H8659 van Tharsis H935 H8799 kwamen in H259 , eenmaal H7969 in drie H8141 jaren H5375 H8802 , brengende H2091 goud H3701 , en zilver H8143 , elpenbeen H6971 , en apen H8500 , en pauwen.

2 Chronicles 9:21

  21 H3588 Want H4428 des konings H591 schepen H1980 H8802 voeren H8659 naar Tharsis H5973 , met H5650 de knechten H2361 van Huram H259 ; eens H7969 in drie H8141 jaren H935 H8799 kwamen H591 de schepen H8659 van Tharsis H5375 H8802 in, brengende H2091 goud H3701 , en zilver H8143 , elpenbeen H6971 , en apen H8500 , en pauwen.

Job 30:29

  29 H8577 Ik ben den draken H251 een broeder H1961 H8804 geworden H7453 , en een metgezel H1323 der jonge H3284 struisen.

Psalms 104:17

  17 H6833 Alwaar de vogeltjes H7077 H8762 nestelen H2624 ; des ooievaars H1004 huis H1265 zijn de dennebomen.

Jeremiah 8:7

  7 H2624 Zelfs een ooievaar H8064 aan den hemel H3045 H8804 weet H4150 zijn gezette tijden H8449 , en een tortelduif H5483 , en kraan H5693 , en zwaluw H8104 H0 , nemen H6256 den tijd H935 H8800 hunner aankomst H8104 H8804 waar H5971 ; maar Mijn volk H3045 H8804 weet H4941 het recht H3068 des HEEREN niet.

Zechariah 5:9

  9 H5375 H0 En ik hief H5869 mijn ogen H5375 H8799 op H7200 H8799 , en ik zag H2009 ; en ziet H8147 , twee H802 vrouwen H3318 H8802 kwamen voort H7307 , en wind H3671 was in haar vleugelen H2007 , en zij H3671 hadden vleugelen H3671 , als de vleugelen H2624 eens ooievaars H5375 H8799 ; en zij voerden H374 de efa H996 tussen H776 de aarde H996 en tussen H8064 den hemel.

Deuteronomy 28:56-57

  56 H7390 Aangaande de tedere H6028 en wellustige H5254 H8765 [vrouw] onder u, die niet verzocht heeft H3709 H7272 haar voetzool H776 op de aarde H3322 H8687 te zetten H6026 H8692 , omdat zij zich wellustig H7391 en teder hield H5869 ; haar oog H3415 H8799 zal kwaad zijn H376 tegen den man H2436 haars schoots H1121 , en tegen haar zoon H1323 , en tegen haar dochter;
  57 H7988 En dat om haar nageboorte H7272 , die van tussen haar voeten H3318 H8802 uitgegaan zal zijn H1121 , en om haar zonen H3205 H8799 , die zij gebaard zal hebben H398 H8799 ; want zij zal hen eten H5643 in het verborgene H2640 , vermits gebrek H4692 van alles; in de belegering H4689 en in de benauwing H341 H8802 , waarmede uw vijand H6693 H8686 u zal benauwen H8179 in uw poorten.

1 Kings 3:26-27

  26 H802 Maar de vrouw H834 , welker H1121 zoon H2416 de levende H559 H8799 was, sprak H413 tot H4428 den koning H3588 (want H7356 haar ingewand H3648 H8738 ontstak H5921 over H1121 haar zoon H559 H8799 ), en zeide H994 : Och H113 , mijn heer H5414 H8798 ! Geef H2416 haar dat levende H3205 H8803 kind H4191 H8686 , en dood H4191 H8687 H408 het geenszins H2063 ; deze H559 H8802 daarentegen zeide H1961 H8799 : Het zij H1571 noch H1571 H3808 het uwe noch H1504 H8798 het mijne, doorsnijdt het.
  27 H6030 H8799 Toen antwoordde H4428 de koning H559 H8799 , en zeide H5414 H8798 : Geeft H2416 aan die het levende H3205 H8803 kind H4191 H8686 , en doodt H4191 H8687 H3808 het geenszins H1931 ; die H517 is zijn moeder.

2 Kings 6:28-29

  28 H559 H8799 Verder zeide H4428 de koning H4100 tot haar: Wat H559 H8799 is u? En zij zeide H2063 : Deze H802 vrouw H413 heeft tot H559 H8804 mij gezegd H5414 H8798 : Geef H1121 uw zoon H3117 , dat wij hem heden H398 H8799 eten H4279 , en morgen H1121 zullen wij mijn zoon H398 H8799 eten.
  29 H1121 Zo hebben wij mijn zoon H1310 H8762 gezoden H398 H8799 , en hebben hem gegeten H312 ; maar als ik des anderen H3117 daags H413 tot H559 H8799 haar zeide H5414 H8798 : Geef H1121 uw zoon H398 H8799 , dat wij hem eten H1121 , zo heeft zij haar zoon H2244 H8686 verstoken.

Ecclesiastes 10:15

  15 H5999 De arbeid H3684 der zotten H3021 H8762 maakt een iegelijk van hen moede H3045 H8804 ; dewijl zij niet weten H5892 naar de stad H3212 H8800 te gaan.

Lamentations 2:20

  20 H7200 H8798 [Resch]. Zie H3068 , HEERE H5027 H8685 , aanschouw H3541 toch, aan wien Gij alzo H5953 H8782 gedaan hebt H802 ; zullen dan de vrouwen H6529 haar vrucht H398 H8799 eten H5768 , de kinderkens H2949 , die men op de handen draagt H5030 ? Zullen dan de profeet H3548 en de priester H4720 in het heiligdom H136 des HEEREN H2026 H8735 gedood worden?

Lamentations 4:3

  3 H2502 H0 [Gimel]. Zelfs laten H8577 de zeekalveren H7699 de borsten H2502 H8804 neder H3243 H8689 , zij zogen H1482 hun welpen H1323 ; [maar] de dochter H5971 mijns volks H393 is als een wrede H3283 geworden, gelijk de struisen H4057 in de woestijn.

Habakkuk 2:13

  13 H2009 Ziet H3808 , is het niet H4480 van H3068 den HEERE H6635 der heirscharen H5971 , dat de volken H3021 H8799 arbeiden H1767 ten H784 vure H3816 , en de lieden H3286 H8799 zich vermoeien H1767 H7385 tevergeefs?

Romans 1:31

  31 G801 Onverstandigen G802 , verbondbrekers G794 , zonder natuurlijke liefde G786 , onverzoenlijken G415 , onbarmhartigen;

Deuteronomy 2:30

  30 H5511 Maar Sihon H4428 , de koning H2809 van Hesbon H14 H8804 , wilde H5674 H8687 ons door hetzelve niet laten doortrekken H3068 ; want de HEERE H430 , uw God H7185 H8689 , verhardde H7307 zijn geest H553 H8765 , en verstokte H3824 zijn hart H3027 , opdat Hij hem in uw hand H5414 H8800 gave H3117 , gelijk het is te dezen dage.

2 Chronicles 32:31

  31 H3651 Maar het is alzo H3887 H8688 , als de gezanten H8269 der vorsten H894 van Babel H5921 , die tot H7971 H8764 hem gezonden hadden H1875 H8800 , om te vragen H4159 naar dat wonderteken H834 , dat H776 in het land H1961 H8804 geschied was H5800 H8804 , [bij] [hem] [waren], verliet H430 hem God H5254 H8763 , om hem te verzoeken H3045 H8800 , om te weten H3605 al H3824 [wat] in zijn hart was.

Job 17:4

  4 H3588 Want H3820 hun hart H4480 hebt Gij van H7922 kloek verstand H6845 H8804 verborgen H5921 H3651 ; daarom H3808 zult Gij hen H7311 H8787 niet verhogen.

Job 35:11

  11 H502 H8764 Die ons geleerder maakt H4480 dan H929 de beesten H776 der aarde H2449 H8762 , en ons wijzer maakt H4480 dan H5775 het gevogelte H8064 des hemels?

Isaiah 19:11-14

  11 H8269 Gewisselijk, de vorsten H6814 van Zoan H191 zijn dwazen H6098 , de raad H2450 der wijzen H3289 H8802 , der raadgevers H6547 van Farao H1197 H8737 , is onvernuftig geworden H559 H8799 ; hoe kunt gijlieden [dan] zeggen H6547 tot Farao H1121 ; Ik ben een zoon H2450 der wijzen H1121 , een zoon H6924 der oude H4428 koningen?
  12 H335 H645 Waar H2450 zijn nu uw wijzen H5046 H8686 ? Dat zij u nu te kennen geven H3045 H8799 of vernemen H3068 , wat de HEERE H6635 der heirscharen H3289 H8804 beraadslaagd heeft H4714 tegen Egypte.
  13 H8269 De vorsten H6814 van Zoan H2973 H8738 zijn zot geworden H8269 , de vorsten H5297 van Nof H5377 H8738 zijn bedrogen H4714 ; zij zullen ook Egypte H8582 H8689 doen dwalen H6438 , [tot] den uitersten hoek H7626 zijner stammen.
  14 H3068 De HEERE H5773 heeft een zeer verkeerden H7307 geest H4537 H8804 ingeschonken H7130 in het midden H4714 van hen, en zij hebben Egypte H8582 H8689 doen dwalen H4639 in al zijn doen H7910 , gelijk een dronkaard H8582 H8736 zich om en om wentelt H6892 in zijn uitspuwsel.

Isaiah 57:17

  17 H7107 H8804 Ik was verbolgen H5771 over de ongerechtigheid H1215 hunner gierigheid H5221 H8686 , en sloeg H5641 H8687 hen; Ik verborg Mij H7107 H8799 , en was verbolgen H3212 H8799 ; evenwel gingen zij H7726 afkerig H1870 henen in den weg H3820 huns harten.

James 1:17

  17 G3956 Alle G18 goede G1394 gave G2532 , en G3956 alle G5046 volmaakte G1434 gifte G2076 G5748 is G509 van boven G575 , van G3962 den Vader G5457 der lichten G2597 G5723 afkomende G3844 , bij G3739 Welken G3756 geen G3883 verandering G1762 G5748 is G2228 , of G644 schaduw G5157 van omkering.

2 Kings 19:21

  21 H2088 Dit H1697 is het woord H834 , dat H3068 de HEERE H5921 over H1696 H8765 hem gesproken heeft H1330 : De jonkvrouw H1323 , de dochter H6726 van Sion H959 H8804 , veracht H3932 H8804 u, zij bespot H1323 u, de dochter H3389 van Jeruzalem H5128 H8689 schudt H7218 het hoofd H310 achter u.

Job 5:22

  22 H7701 Tegen de verwoesting H3720 en tegen den honger H7832 H8799 zult gij lachen H4480 , en voor H2416 het gedierte H776 der aarde H408 zult gij niet H3372 H8799 vrezen.

Job 39:22

  22 H7832 H8799 [039:25] Het belacht H6343 de vreze H3808 , en wordt niet H2865 H8735 ontsteld H3808 , en keert niet H7725 H8799 wederom H4480 H6440 vanwege H2719 het zwaard.

Job 41:29

  29 H8455 [041:20] De werpstenen H2803 H8738 worden [van] [hem] geacht H7179 als stoppelen H7832 H8799 , en hij belacht H7494 de drilling H3591 der lans.

Exodus 15:1

  1 H7891 H8799 Toen zong H4872 Mozes H1121 en de kinderen H3478 Israels H3068 den HEERE H7892 dit lied H559 H8799 , en spraken H559 H8800 , zeggende H3068 : Ik zal den HEERE H7891 H8799 zingen H1342 H8800 ; want Hij is hogelijk H1342 H8804 verheven H5483 ! Het paard H7392 H8802 en zijn ruiter H3220 heeft Hij in de zee H7411 H8804 geworpen.

Job 39:25

  25 H1767 [039:28] In het volle geklank H7782 der bazuin H559 H8799 , zegt het H1889 : Heah H7306 H8686 ! en ruikt H4421 den krijg H4480 van H7350 verre H7482 , den donder H8269 der vorsten H8643 en het gejuich.

Psalms 93:1

  1 H3068 De HEERE H4427 H8804 regeert H1348 , Hij is met hoogheid H3847 H8804 bekleed H3068 ; de HEERE H3847 H8804 is bekleed H5797 met sterkte H247 H8694 , Hij heeft Zich omgord H8398 . Ook is de wereld H3559 H8735 bevestigd H4131 H8735 , zij zal niet wankelen.

Psalms 104:1

  1 H1288 H8761 Loof H3068 den HEERE H5315 , mijn ziel H3068 ! O HEERE H430 , mijn God H3966 ! Gij zijt zeer H1431 H8804 groot H3847 H8804 , Gij zijt bekleed H1935 met majesteit H1926 en heerlijkheid.

Mark 3:17

  17 G2532 En G2385 Jakobus G3588 , den [zoon G2199 ] van Zebedeus G2532 , en G2491 Johannes G80 , den broeder G2385 van Jakobus G2532 ; en G2007 G5656 gaf G846 hun G3686 [toe] namen G993 , Boanerges G3603 , hetwelk G2076 G5748 is G5207 , zonen G1027 des donders;

Job 41:20-21

  20 H4480 [041:11] Uit H5156 zijn neusgaten H3318 H0 komt H6227 rook H3318 H8799 voort H5301 H8803 , als [uit] een ziedenden H1731 pot H100 en ruimen ketel.
  21 H5315 [041:12] Zijn adem H1513 zou kolen H3857 H8762 doen vlammen H3851 , en een vlam H3318 H0 komt H4480 uit H6310 zijn mond H3318 H8799 voort.

Jeremiah 8:16

  16 H1835 Van Dan H5170 af wordt het gesnuif H5483 zijner paarden H8085 H8738 gehoord H776 ; het ganse land H7493 H8804 beeft H6963 van het geluid H4684 der briesingen H47 zijner sterken H935 H8799 ; en zij komen H776 daarhenen, dat zij het land H398 H8799 opeten H4393 en diens volheid H5892 , de stad H3427 H8802 en die daarin wonen.

Joel 2:5

  5 H7540 H8762 Zij zullen daarhenen springen H6963 als een gedruis H4818 van wagenen H5921 , op H7218 de hoogten H2022 der bergen H6963 ; als het gedruis H3851 H784 ener vuurvlam H7179 , die stoppelen H398 H8802 verteert H6099 ; als een machtig H5971 volk H4421 , dat in slagorde H6186 H8803 gesteld is.

Judges 5:22

  22 H227 Toen H6119 H5483 werden de paardenhoeven H1986 H8804 verpletterd H4480 , van H1726 het rennen H1726 , het rennen H47 zijner machtigen.

1 Samuel 17:4-10

  4 H3318 H0 Toen ging H376 H1143 er een kampvechter H3318 H8799 uit H4480 , uit H4264 het leger H6430 der Filistijnen H8034 ; zijn naam H1555 was Goliath H4480 , van H1661 Gath H1363 ; zijn hoogte H8337 was zes H520 ellen H2239 en een span.
  5 H5178 En hij had een koperen H3553 helm H5921 op H7218 zijn hoofd H1931 , en hij H3847 H0 had H7193 een schubachtig H8302 pantsier H3847 H8803 aan H4948 ; en het gewicht H8302 van het pantsier H2568 was vijf H505 duizend H8255 sikkelen H5178 kopers;
  6 H5178 En een koperen H4697 scheenharnas H5921 boven H7272 zijn voeten H5178 , en een koperen H3591 schild H996 tussen H3802 zijn schouders;
  7 H6086 H8675 H2671 En de schacht H2595 zijner spies H707 H8802 H4500 was als een weversboom H3852 , en het lemmer H2595 zijner spies H8337 H3967 was van zeshonderd H8255 sikkelen H1270 ijzers H5375 H8802 H6793 ; en de schilddrager H1980 H8802 ging H6440 voor zijn aangezicht.
  8 H5975 H8799 Deze nu stond H7121 H8799 , en riep H413 tot H4634 de slagorden H3478 van Israel H559 H8799 , en zeide H4100 tot hen: Waarom H3318 H8799 zoudt gijlieden uittrekken H4421 , om de slagorde H6186 H8800 te stellen H595 ? Ben ik H3808 niet H6430 een Filistijn H859 , en gijlieden H5650 knechten H7586 van Saul H1262 H8798 ? Kiest H376 een man H413 onder u, die tot H3381 H8799 mij afkome.
  9 H518 Indien H854 hij tegen H3898 H8736 mij strijden H5221 H8689 en mij verslaan H3201 H8799 kan H5650 , zo zullen wij ulieden tot knechten H1961 H8804 zijn H518 ; maar indien H589 ik H3201 H8799 hem overwin H5221 H8689 en hem sla H5650 , zo zult gij ons tot knechten H1961 H8804 zijn H853 , en ons H5647 H8804 dienen.
  10 H559 H8799 Verder zeide H6430 de Filistijn H589 : Ik H3117 H2088 heb heden H4634 de slagorden H3478 van Israel H2778 H8765 gehoond H5414 H8798 , [zeggende]: Geeft H376 mij een man H3162 , dat wij te zamen H3898 H8735 strijden!

1 Samuel 17:42

  42 H6430 Toen de Filistijn H5027 H8686 opzag H1732 , en David H7200 H8799 zag H959 H8799 , zo verachtte hij H3588 hem; want H1961 H8804 hij was H5288 een jongeling H132 , roodachtig H5973 , mitsgaders H3303 schoon H4758 van aanzien.

Psalms 19:5

  5 H2860 [019:6] En die is als een bruidegom H3318 H8802 , uitgaande H2646 uit zijn slaapkamer H7797 H8799 ; zij is vrolijk H1368 als een held H734 , om het pad H7323 H8800 te lopen.

Proverbs 21:31

  31 H5483 Het paard H3559 H8716 wordt bereid H3117 tegen den dag H4421 des strijds H8668 ; maar de overwinning H3068 is des HEEREN.

Jeremiah 8:6

  6 H7181 H8689 Ik heb geluisterd H8085 H8799 en toegehoord H1696 H8762 , zij spreken dat niet recht is H376 , er is niemand H5162 H8737 , die berouw heeft H5921 over H7451 zijn boosheid H559 H8800 , zeggende H6213 H8804 : Wat heb ik gedaan H7725 H8804 ? Een ieder keert zich om H4794 in zijn loop H7857 H8802 , gelijk een onbesuisd H5483 paard H4421 in den strijd.

Jeremiah 9:23

  23 H559 H8804 Zo zegt H3068 de HEERE H2450 : Een wijze H1984 H8691 beroeme zich H2451 niet in zijn wijsheid H1368 , en de sterke H1984 H8691 beroeme zich H1369 niet in zijn sterkheid H6223 ; een rijke H1984 H8691 beroeme zich H6239 niet in zijn rijkdom;

Job 39:16

  16 H7188 H8689 [039:19] Zij verhardt zich H1121 tegen haar jongen H3808 , alsof zij de hare niet H3018 waren; haar arbeid H7385 is te vergeefs H1097 , [omdat] zij zonder H6343 vreze is.

Job 41:33

  33 H5921 [041:24] Op H6083 de aarde H369 is niets H4915 met hem te vergelijken H6213 H8803 , die gemaakt is H1097 om zonder H2844 schrik te wezen.

Job 41:26-29

  26 H5381 H8688 [041:17] Raakt H2719 hem iemand met het zwaard H1097 , dat zal niet H6965 H8799 bestaan H2595 , spies H4551 , schicht H8302 noch pantsier.
  27 H2803 H8799 [041:18] Hij acht H1270 het ijzer H8401 voor stro H5154 , en het staal H7539 voor verrot H6086 hout.
  28 H1121 H7198 [041:19] De pijl H3808 zal hem niet H1272 H8686 doen vlieden H68 H7050 , de slingerstenen H7179 worden hem in stoppelen H2015 H8738 veranderd.
  29 H8455 [041:20] De werpstenen H2803 H8738 worden [van] [hem] geacht H7179 als stoppelen H7832 H8799 , en hij belacht H7494 de drilling H3591 der lans.

Job 9:16

  16 H518 Indien H7121 H8804 ik roep H6030 H8799 , en Hij mij antwoordt H3808 ; ik zal niet H539 H8686 geloven H3588 , dat H6963 Hij mijn stem H238 H8686 ter ore genomen heeft.

Job 29:24

  24 H7832 H0 Lachte H413 ik hun H7832 H8799 toe H539 H8686 , zij geloofden H3808 het niet H216 ; en het licht H6440 mijns aangezichts H3808 deden zij niet H5307 H8686 nedervallen.

Job 37:20

  20 H5608 H8792 Zal het Hem verteld worden H3588 , als H1696 H8762 ik [zo] zou spreken H518 ? H559 H8804 Denkt H376 iemand H3588 [dat], gewisselijk H1104 H8792 , hij zal verslonden worden.

Jeremiah 4:19

  19 H4578 O mijn ingewand H4578 , mijn ingewand H2342 H8799 H8675 H3176 H8686 ! ik heb barenswee H7023 , o wanden H3820 mijns harten H3820 ! mijn hart H1993 H8802 maakt getier H2790 H8686 in mij, ik kan niet zwijgen H5315 ; want gij, mijn ziel H8085 H8804 ! hoort H6963 het geluid H7782 der bazuin H8643 H4421 [en] het krijgsgeschrei.

Amos 3:6

  6 H518   H7782 Zal de bazuin H5892 in de stad H8628 H8735 geblazen worden H5971 , dat het volk H3808 niet H2729 H8799 siddere H518 ? H7451 zal er een kwaad H5892 in de stad H1961 H8799 zijn H3068 , dat de HEERE H3808 niet H6213 H8804 doet?

Habakkuk 1:8-9

  8 H5483 Want zijn paarden H7043 H8804 zijn lichter H5246 dan de luipaarden H2300 H8804 , en zij zijn scherper H6153 H2061 dan de avondwolven H6571 , en zijn ruiters H6335 H8804 verspreiden zich H6571 ; ja, zijn ruiters H4480 zullen van H7350 verre H935 H8799 komen H5774 H8799 , zij zullen vliegen H5404 als een arend H2363 H8804 , zich spoedende H398 H8800 om te eten.
  9 H3605 Het zal geheellijk H2555 tot geweld H935 H8799 komen H4041 , wat zij inslorpen zullen H6440 met hun aangezichten H6921 , [zullen] [zij] [brengen] naar het oosten H7628 ; en het zal de gevangenen H622 H8799 verzamelen H2344 als zand.

Luke 24:41

  41 G1161 En G575 toen zij het van G5479 blijdschap G2089 nog G569 G5723 niet geloofden G2532 , en G2296 G5723 zich verwonderden G2036 G5627 , zeide Hij G846 tot hen G2192 G5719 : Hebt gij G1759 hier G5100 iets G1034 om te eten?

Psalms 70:3

  3 H7725 H8799 [070:4] Laat hen terugkeren H6118 tot loon H1322 hunner beschaming H559 H8802 , die daar zeggen H1889 : Ha H1889 , ha!

Ezekiel 26:2

  2 H1121 H120 Mensenkind H6865 ! daarom dat Tyrus H3389 van Jeruzalem H559 H8804 gezegd heeft H1889 : Heah H7665 H8738 ! zij is verbroken H1817 , de poort H5971 der volken H5437 H8738 ; zij is tot mij omgewend H4390 H8735 ; ik zal vervuld worden H2717 H8717 , zij is verwoest!

Ezekiel 36:2

  2 H559 H8804 Alzo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H341 H8802 : Omdat de vijand H559 H8804 van u zegt H1889 : Heah H5769 ! zelfs de eeuwige H1116 hoogten H4181 zijn ons ten erve geworden!

Leviticus 16:11

  11 H175 Aaron H6499 dan zal den var H2403 des zondoffers H7126 H8689 , die voor hemzelven zal zijn, toebrengen H1004 , en voor zichzelven en voor zijn huis H3722 H8765 verzoening doen H6499 , en zal den var H2403 des zondoffers H7819 H8804 , die voor hemzelven zal zijn, slachten.

Deuteronomy 14:15

  15 H1323 H3284 En de struis H8464 , en de nachtuil H7828 , en de koekoek H5322 , en de sperwer H4327 naar zijn aard;

Song of Songs 2:12

  12 H5339 De bloemen H7200 H8738 worden gezien H776 in het land H6256 H2158 , de zangtijd H5060 H8689 genaakt H6963 , en de stem H8449 der tortelduif H8085 H8738 wordt gehoord H776 in ons land.

Exodus 19:4

  4 H7200 H8804 Gijlieden hebt gezien H4714 , wat Ik den Egyptenaren H6213 H8804 gedaan heb H3671 ; hoe Ik u op vleugelen H5404 der arenden H5375 H8799 gedragen H935 H8686 , en u tot Mij gebracht heb.

Leviticus 11:13

  13 H4480 En van H5775 het gevogelte H8262 H8762 zult gij deze verfoeien H398 H8735 , zij zullen niet gegeten worden H8263 , zij zullen een verfoeisel H5404 zijn: de arend H6538 , en de havik H5822 , en de zeearend,

Psalms 103:5

  5 H5716 Die uw mond H7646 H8688 verzadigt H2896 met het goede H5271 , uw jeugd H2318 H8691 vernieuwt H5404 als eens arends.

Proverbs 23:5

  5 H5869 Zult gij uw ogen H5774 H8686 H8675 H5774 H8799 laten vliegen H6213 H8800 op hetgeen niets is? Want het zal zich gewisselijk H3671 vleugelen H6213 H8799 maken H5404 gelijk een arend H8064 , die naar den hemel H5774 H8799 H8675 H5774 H8687 vliegt.

Isaiah 40:31

  31 H3068 Maar dien den HEERE H6960 H8802 verwachten H3581 , zullen de kracht H2498 H8686 vernieuwen H5927 H8799 ; zij zullen opvaren H83 met vleugelen H5404 , gelijk de arenden H7323 H8799 ; zij zullen lopen H3021 H8799 , en niet moede worden H3212 H8799 ; zij zullen wandelen H3286 H8799 , en niet mat worden.

Jeremiah 49:16

  16 H8606 Uw schrikkelijkheid H5377 H8689 heeft u bedrogen H2087 , [en] de trotsheid H3820 uws harten H7931 H8802 , gij, die woont H2288 in de kloven H5553 der steenrotsen H8610 H8802 , die u houdt H4791 op de hoogte H1389 der heuvelen H7064 ! Al zoudt gij uw nest H1361 H8686 [zo] hoog maken H5404 als de arend H3381 H8686 , zo zal Ik u van daar nederstoten H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE.

Hosea 8:1

  1 H7782 De bazuin H2441 aan uw mond H5404 ; [hij] [komt] als een arend H1004 tegen het huis H3068 des HEEREN H1285 ; omdat zij Mijn verbond H5674 hebben overtreden H8451 , en zijn tegen Mijn wet H6586 afvallig geworden.

Obadiah 1:4

  4 H518 Al H1361 H8686 verhieft gij u H5404 gelijk de arend H518 , en al H7760 H8800 steldet gij H7064 uw nest H996 tussen H3556 de sterren H4480 , zo zal Ik u van H8033 daar H3381 H8686 nederstoten H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE.

1 Samuel 14:4

  4 H996 Er was nu tussen H4569 de doortochten H834 , waar H3129 Jonathan H1245 H8765 zocht H5674 H8800 door te gaan H5921 tot H6430 der Filistijnen H4673 bezetting H8127 , een scherpte H5553 van een steenklip H4480 H4480 aan H2088 deze H5676 zijde H8127 , en een scherpte H5553 van een steenklip H4480 H4480 aan H2088 gene H5676 zijde H8034 ; en de naam H259 der ene H949 was Bozes H8034 , en de naam H259 der andere H5573 Sene.

Job 9:26

  26 H2498 H8804 Zij zijn voorbijgevaren H5973 met H16 H591 jachtschepen H5404 ; gelijk een arend H5921 naar H400 het aas H2907 H8799 toevliegt.

Ezekiel 39:17-19

  17 H1121 H120 Gij dan, mensenkind H559 H8804 ! zo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H559 H8798 : Zeg H6833 tot het gevogelte H3671 van allen vleugel H2416 , en tot al het gedierte H7704 des velds H6908 H8734 : Vergadert u H935 H8798 , en komt aan H622 H8734 , verzamelt u H5439 van rondom H2077 , tot Mijn slachtoffer H2076 H8802 , dat Ik voor u geslacht heb H1419 , een groot H2077 slachtoffer H2022 , op de bergen H3478 Israels H398 H8804 , en eet H1320 vlees H8354 H8804 , en drinkt H1818 bloed.
  18 H1320 Het vlees H1368 der helden H398 H8799 zult gij eten H1818 , en het bloed H5387 van de vorsten H776 der aarde H8354 H8799 drinken H352 ; der rammen H3733 , der lammeren H6260 , en bokken H6499 , [en] varren H4806 , die altemaal gemesten H1316 van Basan zijn.
  19 H2459 En gij zult het vette H398 H8804 eten H7654 tot verzadiging H1818 toe, en bloed H8354 H8804 drinken H7943 tot dronkenschap H2077 toe; van Mijn slachtoffer H2076 H8804 , dat Ik voor u geslacht heb.

Matthew 24:28

  28 G1063 Want G1437 G3699 alwaar G4430 het dode lichaam G5600 G5753 zal zijn G1563 , daar G105 zullen de arenden G4863 G5701 vergaderd worden.

Luke 17:37

  37 G2532 En G611 G5679 zij antwoordden G3004 G5719 en zeiden G846 tot Hem G4226 : Waar G2962 , Heere G1161 ? En G2036 G5627 Hij zeide G846 tot hen G3699 : Waar G4983 het lichaam G1563 is, aldaar G105 zullen de arenden G4863 G5701 vergaderd worden.

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.