17
H3478
Israel
H6340 H8801
is een verbijsterd
H7716
lam
H738
, [dat] de leeuwen
H5080 H8689
verjaagd hebben
H7223
; de eerste
H398 H8804
, [die] hem heeft opgegeten
H4428
, was de koning
H804
van Assur
H314
, en deze de laatste
H5019
, Nebukadrezar
H4428
, de koning
H894
van Babel
H6105 H8765
, heeft hem de beenderen verbrijzeld.
Jeremiah 50:17 Cross References - DSV_Strongs
2 Kings 15:29
29
H3117
In de dagen
H6492
van Pekah
H4428
, den koning
H3478
van Israel
H935 H8804
, kwam
H8407
Tiglath-pilezer
H4428
, de koning
H804
van Assyrie
H3947 H8799
, en nam
H5859
Ijon
H62
in, en Abel-beth-maacha
H3239
, en Janoah
H6943
, en Kedes
H2674
, en Hazor
H1568
, en Gilead
H1551
, en Galilea
H3605
, het ganse
H776
land
H5321
van Nafthali
H1540 H8686
; en hij voerde hen weg
H804
naar Assyrie.
2 Kings 17:6-23
6
H8671
In het negende
H8141
jaar
H1954
van Hosea
H3920 H8804
, nam
H4428
de koning
H804
van Assyrie
H8111
Samaria
H1540 H0
in, en voerde
H3478
Israel
H1540 H8686
weg
H804
in Assyrie
H853
, en deed ze
H3427 H8686
wonen
H2477
in Halah
H2249
, en in Habor
H5104
, aan de rivier
H1470
Gozan
H5892
, en in de steden
H4074
der Meden.
7
H1961 H8799
Want het was geschied
H3588
, dat
H1121
de kinderen
H3478
Israels
H2398 H8804
gezondigd hadden
H3068
tegen den HEERE
H430
, hun God
H853
, Die hen
H776 H4714
uit Egypteland
H5927 H8688
opgebracht had
H4480
, van
H8478
onder
H3027
de hand
H6547
van Farao
H4428
, den koning
H4714
van Egypte
H312
; en hadden andere
H430
goden
H3372 H8799
gevreesd;
8
H3212 H8799
En hadden gewandeld
H2708
in de inzettingen
H1471
der heidenen
H834
, die
H3068
de HEERE
H4480
voor
H6440
het aangezicht
H1121
der kinderen
H3478
Israels
H3423 H8689
verdreven had
H4428
, en der koningen
H3478
van Israel
H834
, die
H6213 H8804
ze gemaakt hadden.
9
H1121
En de kinderen
H3478
Israels
H1697
hadden de zaken
H834
, die
H3808
niet
H3651
recht
H5921
zijn, tegen
H3068
den HEERE
H430
, hun God
H2644 H8762
, bemanteld
H1116
; en hadden zich hoogten
H1129 H8799
gebouwd
H3605
in al
H5892
hun steden
H4480
, van
H4026 H5341 H8802
den wachttoren
H5704
af tot
H4013
de vaste
H5892
steden toe.
10
H4676
En zij hadden zich staande beelden
H5324 H8686
opgericht
H842
en bossen
H5921
, op
H3605
allen
H1364
hogen
H1389
heuvel
H8478
en onder
H3605
alle
H7488
groen
H6086
geboomte.
11
H8033
En zij hadden daar
H6999 H8762
gerookt
H3605
op alle
H1116
hoogten
H1471
, gelijk de heidenen
H834
, die
H3068
de HEERE
H4480
van
H6440
hun aangezichten
H1540 H8689
weggevoerd had
H7451
; en zij hadden kwade
H1697
dingen
H6213 H8799
gedaan
H3068
, om den HEERE
H3707 H8687
tot toorn te verwekken.
12
H1544
En zij hadden de drekgoden
H5647 H8799
gediend
H834
, waarvan
H3068
de HEERE
H559 H8804
tot hen gezegd had
H2088
: Gij zult deze
H1697
zaak
H3808
niet
H6213 H8799
doen.
13
H3068
Als nu de HEERE
H3478
tegen Israel
H3063
en tegen Juda
H3027
, door den dienst
H3605
van alle
H5030
profeten
H3605
, van alle
H2374
zieners
H5749 H8686
, betuigd had
H559 H8800
, zeggende
H7725 H8798
: Bekeert u
H4480
van
H7451
uw boze
H1870
wegen
H8104 H8798
en houdt
H4687
Mijn geboden
H2708
, [en] Mijn inzettingen
H3605
, naar al
H8451
de wet
H834
, die
H1
Ik uw vaderen
H6680 H8765
geboden heb
H834
, en die
H413
Ik tot
H3027
u door de hand
H5650
van Mijn knechten
H5030
, de profeten
H7971 H8804
, gezonden heb;
14
H8085 H8804
Zo hoorden zij
H3808
niet
H7185 H8686
, maar zij verhardden
H6203
hun nek
H6203
, gelijk de nek
H1
hunner vaderen
H834
geweest was, die
H3068
aan den HEERE
H430
, hun God
H3808
, niet
H539 H8689
geloofd hadden.
15
H3988 H8799
Daartoe verwierpen zij
H2706
Zijn inzettingen
H1285
, en Zijn verbond
H834
, dat
H1
Hij met hun vaderen
H3772 H8804
gemaakt had
H5715
, en Zijn getuigenissen
H834
, die
H5749 H8689
Hij tegen hen betuigd had
H3212 H8799
, en wandelden
H1892
de ijdelheid
H310
na
H1891 H8799
, dat zij ijdel werden
H310
, en achter
H1471
de heidenen
H834
, die
H5439
rondom
H834
hen waren, van dewelke
H3068
de HEERE
H853
hun
H6680 H8765
geboden had
H1115
, dat zij niet
H6213 H8800
zouden doen gelijk die.
16
H5800 H8799
Ja, zij verlieten
H3605
al
H4687
de geboden
H3068
des HEEREN
H430
, huns Gods
H6213 H8799
, en maakten zich
H4541
gegoten beelden
H8147
, twee
H5695
kalveren
H6213 H8799
; en maakten
H842
bossen
H7812 H8691
, en bogen zich
H3605
voor alle
H6635
heir
H8064
des hemels
H5647 H8799
, en dienden
H1168
Baal.
17
H1121
Ook deden zij hun zonen
H1323
en hun dochteren
H784
door het vuur
H5674 H8686
gaan
H7080 H8799
, en gebruikten
H7081
waarzeggerijen
H5172 H8762
, en gaven op vogelgeschrei acht
H4376 H8691
, en verkochten zich
H6213 H8800
, om te doen
H7451
dat kwaad
H5869
was in de ogen
H3068
des HEEREN
H3707 H8687
, om Hem tot toorn te verwekken.
18
H599 H8691
Daarom vertoornde zich
H3068
de HEERE
H3966
zeer
H3478
over Israel
H5493 H8686
, dat Hij hen wegdeed
H4480 H5921
van
H6440
Zijn aangezicht
H7604 H0
; er bleef
H3808
niets
H7604 H8738
over
H7535
, behalve
H7626
de stam
H3063
van Juda
H909
alleen.
19
H1571
Zelfs
H8104 H8804
hield
H3063
Juda
H4687
de geboden
H3068
des HEEREN
H430
, huns Gods
H3808
, niet
H3212 H8799
; maar zij wandelden
H2708
in de inzettingen
H3478
van Israel
H834
, die
H6213 H8804
zij gemaakt hadden.
20
H3988 H8799
Zo verwierp
H3068
de HEERE
H3605
het ganse
H2233
zaad
H3478
van Israel
H6031 H8762
, en bedrukte
H5414 H8799
hen, en gaf
H3027
ze in de hand
H8154 H8802
der rovers
H5704 H834
, totdat
H4480
Hij hen van
H6440
Zijn aangezicht
H7993 H8689
weggeworpen had.
21
H3588
Want
H7167 H8804
Hij scheurde
H3478
Israel
H4480 H5921
van
H1004
het huis
H1732
van David
H4427 H0
af, en zij maakten
H3379
Jerobeam
H1121
, den zoon
H5028
van Nebat
H4427 H8686
, koning
H3379
; en Jerobeam
H5080 H8686 H8675 H5077 H8686
dreef
H3478
Israel
H4480
af van
H310
achter
H3068
den HEERE
H1419
, en hij deed ze een grote
H2401
zonde
H2398 H8689
zondigen.
22
H3212 H8799
Alzo wandelden
H1121
de kinderen
H3478
Israels
H3605
in alle
H2403
zonden
H3379
van Jerobeam
H834
die
H6213 H8804
hij gedaan had
H5493 H8804
; zij weken
H4480
daarvan
H3808
niet af;
23
H5704 H834
Totdat
H3068
de HEERE
H3478
Israel
H4480 H5921
van
H6440
Zijn aangezicht
H5493 H8689
wegdeed
H834
, gelijk als
H1696 H8765
Hij gesproken had
H3027
door den dienst
H3605
van al
H5650
Zijn knechten
H5030
, de profeten
H3478
; alzo werd Israel
H1540 H8799
weggevoerd
H4480 H5921
uit
H127
zijn land
H804
naar Assyrie
H5704
, tot
H2088
op dezen
H3117
dag.
2 Kings 18:9-13
9
H1961 H8799
Het geschiedde
H7243
nu in het vierde
H8141
jaar
H4428
van den koning
H2396
Hizkia
H1931
(hetwelk
H7637
was het zevende
H8141
jaar
H1954
van Hosea
H1121
, den zoon
H425
van Ela
H4428
, den koning
H3478
van Israel
H8022
) dat Salmaneser
H4428
, de koning
H804
van Assyrie
H5927 H8804
, opkwam
H5921
tegen
H8111
Samaria
H6696 H8799 H5921
, en haar belegerde.
10
H3920 H8799
En zij namen haar in
H4480
ten
H7097
einde
H7969
van drie
H8141
jaren
H8337
, in het zesde
H8141
jaar
H2396
van Hizkia
H1931
; het
H8672
was het negende
H8141
jaar
H1954
van Hosea
H4428
, den koning
H3478
van Israel
H8111
, als Samaria
H3920 H8738
ingenomen werd.
11
H4428
En de koning
H804
van Assyrie
H1540 H0
voerde
H3478
Israel
H1540 H8686
weg
H804
naar Assyrie
H5148 H8686
, en deed hen leiden
H2477
in Halah
H2249
, en in Habor
H5104
, bij de rivier
H1470
Gozan
H5892
, en in de steden
H4074
der Meden.
12
H5921 H834
Daarom
H6963
dat zij de stem
H3068
des HEEREN
H430
, huns Gods
H3808
, niet
H8085 H8804
waren gehoorzaam geweest
H1285
, maar Zijn verbond
H5674 H8799
overtreden hadden
H3605
; [en] al
H834
wat
H4872
Mozes
H5650
, de knecht
H3068
des HEEREN
H6680 H8765
, geboden had
H3808
, dat hadden zij niet
H8085 H8804
gehoord
H3808
, noch
H6213 H8804
gedaan.
2 Kings 24:1-25:7
1
H3117
In zijn dagen
H5927 H0
toog
H5019
Nebukadnezar
H4428
, de koning
H894
van Babel
H5927 H8804
, op
H3079
, en Jojakim
H1961 H8799
werd
H5650
zijn knecht
H7969
drie
H8141
jaren
H7725 H8799
; daarna keerde hij zich om
H4775 H8799
, en rebelleerde tegen hem.
2
H3068
En de HEERE
H7971 H8762
zond
H1416
tegen hem de benden
H3778
der Chaldeen
H1416
, en de benden
H758
der Syriers
H1416
, en de benden
H4124
der Moabieten
H1416
, en de benden
H1121
der kinderen
H5983
Ammons
H7971 H8762
, en zond
H3063
hen tegen Juda
H6 H8687
, om dat te verderven
H1697
, naar het woord
H3068
des HEEREN
H834
, dat
H1696 H8765
Hij gesproken had
H3027
door den dienst
H5650
Zijner knechten
H5030
, de profeten.
3
H389
Zekerlijk
H1961 H8804
geschiedde
H5921
[dit] naar
H6310
het bevel
H3068
des HEEREN
H3063
tegen Juda
H4480 H5921
, dat Hij hen van
H6440
Zijn aangezicht
H5493 H8687
wegdeed
H2403
, om de zonden
H4519
van Manasse
H3605
, naar alles
H834
, wat
H6213 H8804
hij gedaan had;
4
H1571
Als ook
H5355
[om] het onschuldig
H1818
bloed
H834
, dat
H8210 H8804
hij vergoten had
H3389
, zodat hij Jeruzalem
H5355
met onschuldig
H1818
bloed
H4390 H8762
vervuld had
H14 H8804
; daarom wilde
H3068
de HEERE
H3808
niet
H5545 H8800
vergeven.
5
H3499
Het overige
H1697
nu der geschiedenissen
H3079
van Jojakim
H3605
, en al
H834
wat
H6213 H8804
hij gedaan heeft
H1992
, is dat
H3808
niet
H3789 H8803
geschreven
H5921
in
H5612
het boek
H1697 H3117
der kronieken
H4428
der koningen
H3063
van Juda?
6
H3079
En Jojakim
H7901 H8799
ontsliep
H5973
met
H1
zijn vaderen
H1121
; en zijn zoon
H3078
Jojachin
H4427 H8799
werd koning
H8478
in zijn plaats.
7
H4428
De koning
H4714
nu van Egypte
H3318 H8800
toog
H3254 H8689
voortaan
H3808
niet
H5750
meer
H4480
uit
H776
zijn land
H3588
; want
H4428
de koning
H894
van Babel
H4480
had, van
H5158
de rivier
H4714
van Egypte
H5704
af tot aan
H5104
de rivier
H6578
Frath
H3947 H8804
, ingenomen
H3605
al
H834
wat
H4428
van den koning
H4714
van Egypte
H1961 H8804
was.
2 Kings 25:1-7
1
H1961 H8799
En het geschiedde
H8671
in het negende
H8141
jaar
H4427 H8800
zijner regering
H6224
, in de tiende
H2320
maand
H6218
, op den tienden
H2320
der maand
H5019
, [dat] Nebukadnezar
H4428
, de koning
H894
van Babel
H935 H8804
, kwam
H5921
tegen
H3389
Jeruzalem
H1931
, hij
H3605
en zijn ganse
H2428
heir
H2583 H8799
, en legerde zich
H5921
tegen
H1129 H8799
haar; en zij bouwden
H5921
tegen
H1785
haar sterkten
H5439
rondom.
2
H935 H8799
Zo kwam
H5892
de stad
H4692
in belegering
H5704
, tot in
H6249 H6240
het elfde
H8141
jaar
H4428
van den koning
H6667
Zedekia.
3
H8672
Op den negenden
H2320
der [vierde] maand
H7458
, als de honger
H5892
in de stad
H2388 H8799
sterk werd
H5971
, en het volk
H776
des lands
H3808
geen
H3899
brood
H1961 H8804
had,
4
H5892
Toen werd de stad
H1234 H8735
doorgebroken
H3605
, en al
H582 H4421
de krijgslieden
H3915
[vloden] des nachts
H1870
door den weg
H8179
der poort
H996
, tussen
H2346
de twee muren
H834
, die
H5921
aan
H4428
des konings
H1588
hof
H3778
waren (de Chaldeen
H5921
nu waren tegen
H5892
de stad
H5439
rondom
H3212 H8799
), en [de] [koning] trok
H1870
[door] den weg
H6160
des vlakken velds.
5
H2428
Doch het heir
H3778
der Chaldeen
H7291 H8799
jaagde
H4428
den koning
H310
na
H5381 H8686
, en zij achterhaalden
H853
hem
H6160
in de vlakke velden
H3405
van Jericho
H3605
, en al
H2428
zijn heir
H4480
werd van
H5921
bij
H6327 H8738
hem verstrooid.
2 Chronicles 28:20
2 Chronicles 32:1-23
1
H310
Na
H428
deze
H1697
geschiedenissen
H571
en derzelver bevestiging
H935 H8804
, kwam
H5576
Sanherib
H4428
, de koning
H804
van Assyrie
H935 H8799
, en toog
H3063
in Juda
H2583 H8799
, en legerde zich
H5921
tegen
H1219 H8803
de vaste
H5892
steden
H559 H8799
, en dacht
H413
ze tot
H1234 H8800
zich af te scheuren.
2
H3169
Jehizkia
H7200 H8799
nu ziende
H3588
, dat
H5576
Sanherib
H935 H8804
kwam
H6440
, en zijn aangezicht
H4421
was tot den krijg
H5921
tegen
H3389
Jeruzalem;
3
H3289 H8735
Zo hield hij raad
H5973
met
H8269
zijn vorsten
H1368
en zijn helden
H4325 H5869
, om de fonteinwateren
H5640 H8800
te stoppen
H834
, die
H4480 H2351
buiten
H5892
de stad
H5826 H8799
waren; en zij hielpen hem.
4
H7227
Want veel
H5971
volks
H6908 H8735
werd vergaderd
H3605
, dat al
H4599
de fonteinen
H5640 H8799
stopte
H5158
, mitsgaders de beek
H8432
, die door het midden
H776
des lands
H7857 H8802
henenvloeide
H559 H8800
, zeggende
H4100
: Waarom
H4428
zouden de koningen
H804
van Assyrie
H935 H8799
komen
H7227
, en veel
H4325
waters
H4672 H8804
vinden?
5
H2388 H8691
Zo versterkte hij zich
H1129 H8799
, en bouwde
H3605
den gehelen
H2346
muur
H6555 H8803
op, die gebroken was
H5927 H8686
, dien hij optrok
H5921
tot aan
H4026
de torens
H312
, met een anderen
H2346
muur
H2351
daarbuiten
H2388 H8762
, en hij versterkte
H4407
Millo
H5892
[in] de stad
H1732
Davids
H6213 H8799
; en hij maakte
H7973
geweer
H4043
en schilden
H7230
in menigte.
6
H5414 H8799
En hij stelde
H8269 H4421
krijgsoversten
H5921
over
H5971
het volk
H6908 H8799
, en hij vergaderde
H413
hen tot
H413
zich in
H7339
de straat
H8179 H5892
der stadspoort
H1696 H8762
, en sprak
H5921
naar
H3824
hun hart
H559 H8800
, zeggende:
7
H2388 H8798
Zijt sterk
H553 H8798
, en hebt een goeden moed
H3372 H8799
, vreest
H408
niet
H2865 H8735
, en ontzet u
H408
niet
H4480
, voor
H6440
het aangezicht
H4428
des konings
H804
van Assyrie
H4480
, noch voor
H6440
het aangezicht
H3605
der ganse
H1995
menigte
H834
, die
H5973
met
H3588
hem is; want
H5973
met
H7227
ons is er meer
H4480
, dan
H5973
met hem.
8
H5973
Met
H1320
hem is een vleselijke
H2220
arm
H5973
, maar met
H3068
ons is de HEERE
H430
, onze God
H5826 H8800
, om ons te helpen
H4421
, en om onze krijgen
H3898 H8736
te krijgen
H5971
. En het volk
H5564 H8735
steunde
H5921
op
H1697
de woorden
H3169
van Jehizkia
H4428
, den koning
H3063
van Juda.
9
H310
Na
H2088
dezen
H7971 H8804
zond
H5576
Sanherib
H4428
, de koning
H804
van Assyrie
H5650
, zijn knechten
H3389
naar Jeruzalem
H1931
, (doch hij zelf
H5921
was voor
H3923
Lachis
H3605
, en al
H4475
zijn heerschappij
H5973
met
H5921
hem) tot
H3169
Jehizkia
H4428
, den koning
H3063
van Juda
H5921
, en tot
H3605
het ganse
H3063
Juda
H834
, dat
H3389
te Jeruzalem
H559 H8800
was, zeggende:
10
H559 [H8804]
Zo zegt
H5576
Sanherib,
H4428
de koning
H804
van Assyrië:
H982 [H8802]
Waarom vertrouwt gij,
H3389
dat gij te Jeruzalem
H3427 [H8802]
blijft
H4692
in de vesting?
11
H5496 H0
Ruit
H853
u
H3169
Jehizkia
H3808
niet
H5496 H8688
op
H853
, dat hij u
H5414 H8800
overgeve
H7458
, om door honger
H6772
en door dorst
H4191 H8800
te sterven
H559 H8800
, zeggende
H3068
: De HEERE
H430
, onze God
H4480
, zal ons uit
H3709
de hand
H4428
des konings
H804
van Assyrie
H5337 H8686
redden?
12
H3808
Heeft niet
H1931
dezelfde
H3169
Jehizkia
H1116
Zijn hoogten
H4196
en Zijn altaren
H5493 H8689
weggenomen
H3063
, en tot Juda
H3389
en tot Jeruzalem
H559 H8799
gesproken
H559 H8800
, zeggende
H6440
: Voor
H259
het enige
H4196
altaar
H7812 H8691
zult gij u nederbuigen
H5921
, en daarop
H6999 H8686
roken?
13
H3045 H8799
Weet gij
H3808
niet
H4100
, wat
H589
ik
H6213 H8804
gedaan heb
H1
, en mijn vaderen
H3605
aan alle
H5971
volken
H776
der landen
H430
? Hebben de goden
H1471
van de natien
H776
dier landen
H776
hun land
H3201 H8800
enigszins
H3201 H8804
kunnen
H5337 H8687
redden
H4480
uit
H3027
mijn hand?
14
H4310
Wie
H3605
is er onder alle
H430
goden
H428
derzelver
H1471
natien
H834
, dewelke
H1
mijn vaders
H2763 H8689
verbannen hebben
H834
, die
H5971
zijn volk
H3201 H8804
heeft kunnen
H5337 H8687
redden
H4480
uit
H3027
mijn hand
H3588
, dat
H430
uw God
H853
u
H4480
uit
H3027
mijn hand
H3201 H8799
zou kunnen
H5337 H8687
redden?
15
H6258
Nu dan
H2396
, dat Jehizkia
H853
ulieden
H408
niet
H5377 H8686
bedriege
H853
, en dat hij u
H2063
op zulk een wijze
H408
niet
H5496 H8686
opruie
H539 H8686
, en gelooft
H408
hem niet
H3588
; want
H3808 H3605
geen
H433
god
H3605
van enige
H1471
natie
H4467
en koninkrijk
H5971
heeft zijn volk
H4480
uit
H3027
mijn hand
H1
en mijner vaderen
H3027
hand
H3201 H8799
kunnen
H5337 H8687
redden
H637 H3588
; hoeveel
H3808
te min
H430
zal uw God
H853
u
H4480
uit
H3027
mijn hand
H5337 H8686
kunnen redden?
16
H1696 H8765
Daartoe spraken
H5650
zijn knechten
H5750
nog meer
H5921
tegen
H430
God
H3068
, den HEERE
H5921
, en tegen
H5650
Zijn knecht
H3169
Jehizkia.
17
H3789 H8804
Ook schreef hij
H5612
brieven
H3068
, om den HEERE
H430
den God
H3478
Israels
H2778 H8763
, te honen
H5921
en om tegen
H559 H8800
Hem te spreken
H559 H8800
, zeggende
H430
: Gelijk de goden
H1471
van de natien
H776
der landen
H834
, die
H5971
hun volk
H3027
uit mijn hand
H3808
niet
H5337 H8689
gered hebben
H3651
, alzo
H430
zal de God
H3169
van Jehizkia
H5971
Zijn volk
H4480
uit
H3027
mijn hand
H3808
niet
H5337 H8686
redden.
18
H7121 H8799
En zij riepen
H1419
met luider
H6963
stem
H3066
, in het Joods
H5921
, tegen
H5971
het volk
H3389
van Jeruzalem
H834
, dat
H5921
op
H2346
den muur
H3372 H8763
was, om die bevreesd te maken
H926 H8763
en die te beroeren
H4616
, opdat
H5892
zij de stad
H3920 H8799
mochten innemen.
19
H1696 H8762
En zij spraken
H413
van
H430
den God
H3389
van Jeruzalem
H5921
, als van
H430
de goden
H5971
der volkeren
H776
der aarde
H4639
, een werk
H3027 H120
van mensenhanden.
20
H4428
Maar de koning
H3169
Jehizkia
H5030
en de profeet
H3470
Jesaja
H1121
, de zoon
H531
van Amoz
H6419 H8691
, baden
H5921 H2063
daartegen
H2199 H8799
, en zij riepen
H8064
naar den hemel.
21
H3068
En de HEERE
H7971 H8799
zond
H4397
een engel
H3605
, die alle
H2428
strijdbare
H1368
helden
H5057
, en vorsten
H8269
, en oversten
H4264
in het leger
H4428
des konings
H804
van Assyrie
H3582 H8686
verdelgde
H1322
. Zo is hij met schaamte
H6440
des aangezichts
H776
in zijn land
H7725 H8799
wedergekeerd
H1004
; en als hij in het huis
H430
zijns gods
H935 H8799
ingegaan was
H5307 H8689
, zo velden
H8033
hem daar
H2719
met het zwaard
H4578
, die uit zijn lijf
H3329
voortgekomen waren.
2 Chronicles 33:11
11
H935 H8686
Daarom bracht
H3068
de HEERE
H5921
over
H8269 H6635
hen de krijgsoversten
H834
, die
H4428
de koning
H804
van Assyrie
H4519
had, dewelke Manasse
H3920 H8799
gevangen namen
H2336
onder de doornen
H631 H8799
; en zij bonden
H5178
hem met twee koperen ketenen
H3212 H8686
, en voerden
H894
hem naar Babel.
2 Chronicles 36:1-23
1
H3947 H8799
Toen nam
H5971
het volk
H776
des lands
H3059
Joahaz
H1121
, den zoon
H2977
van Josia
H4427 H8686
, en zij maakten hem koning
H1
, in zijns vaders
H8478
plaats
H3389
, te Jeruzalem.
2
H7969
Drie
H6242
en twintig
H8141
jaren
H3099
was Joahaz
H1121
oud
H4427 H8800
, als hij koning werd
H4427 H8804
, en hij regeerde
H7969
drie
H2320
maanden
H3389
te Jeruzalem.
3
H4428
Want de koning
H4714
van Egypte
H5493 H8686
zette hem af
H3389
te Jeruzalem
H6064 H0
; en hij leide
H776
het land
H6064 H8799
een boete op
H3967
van honderd
H3603
talenten
H3701
zilvers
H3603
en een talent
H2091
gouds.
4
H4428
En de koning
H4714
van Egypte
H4427 H0
maakte
H251
zijn broeder
H471
Eljakim
H4427 H8686
koning
H5921
over
H3063
Juda
H3389
en Jeruzalem
H5437 H8686
, en veranderde
H8034
zijn naam
H3079
in Jojakim
H251
; maar zijn broeder
H3099
Joahaz
H3947 H8804
nam
H5224
Necho
H935 H8686
, en bracht
H4714
hem in Egypte.
5
H2568
Vijf
H6242
en twintig
H8141
jaren
H3079
was Jojakim
H1121
oud
H4427 H8800
, als hij koning werd
H4427 H8804
, en regeerde
H259 H6240
elf
H8141
jaren
H3389
te Jeruzalem
H6213 H8799
; en hij deed
H7451
dat kwaad
H5869
was in de ogen
H3068
des HEEREN
H430
, zijns Gods.
6
H5019
Nebukadnezar
H4428
, de koning
H894
van Babel
H5921
, toog tegen
H5927 H8804
hem op
H631 H8799
, en bond
H5178
hem met twee koperen ketenen
H3212 H8687
, om hem te voeren
H894
naar Babel.
7
H5019
Nebukadnezar
H935 H8689
bracht
H4480
ook van
H3627
de vaten
H1004
van het huis
H3068
des HEEREN
H894
naar Babel
H5414 H8799
, en stelde
H1964
ze in zijn tempel
H894
te Babel.
8
H3499
Het overige
H1697
nu van de geschiedenissen
H3079
van Jojakim
H8441
, en zijn gruwelen
H834
, die
H6213 H8804
hij deed
H5921
, en wat aan
H4672 H8737
hem gevonden werd
H2009
, ziet
H3789 H8803
, dat is geschreven
H5921
in
H5612
het boek
H4428
der koningen
H3478
van Israel
H3063
en Juda
H3078
; en Jojachin
H1121
, zijn zoon
H4427 H8799
, werd koning
H8478
in zijn plaats.
9
H8083
Acht
H8141
jaren
H3078
was Jojachin
H1121
oud
H4427 H8800
, als hij koning werd
H4427 H8804
, en regeerde
H7969
drie
H2320
maanden
H6235
en tien
H3117
dagen
H3389
te Jeruzalem
H6213 H8799
, en deed
H7451
dat kwaad
H5869
was in de ogen
H3068
des HEEREN.
10
H8666
En met de wederkomst
H8141
des jaars
H7971 H8804
zond
H4428
de koning
H5019
Nebukadnezar
H935 H0
henen, en liet
H894
hem naar Babel
H935 H8686
halen
H5973
, met
H2532
de kostelijke
H3627
vaten
H1004
van het huis
H3068
des HEEREN
H4427 H0
; en hij maakte
H251
zijn broeder
H6667
Zedekia
H4427 H8686
koning
H3063
over Juda
H3389
en Jeruzalem.
11
H259
Een
H6242
en twintig
H8141
jaren
H6667
was Zedekia
H1121
oud
H4427 H8800
, als hij koning werd
H4427 H8804
, en regeerde
H259 H6240
elf
H8141
jaren
H3389
te Jeruzalem.
12
H6213 H8799
En hij deed
H7451
dat kwaad
H5869
was in de ogen
H3068
des HEEREN
H430
, zijns Gods
H3665 H8738
; hij verootmoedigde zich
H3808
niet
H4480
voor
H6440
het aangezicht
H5030
van den profeet
H3414
Jeremia
H4480
, [sprekende] uit
H6310
den mond
H3068
des HEEREN.
13
H1571
Daartoe werd hij ook
H4775 H8804
afvallig
H4428
tegen den koning
H5019
Nebukadnezar
H834
, die
H7650 H8689
hem beedigd had
H430
bij God
H7185 H8686
; en verhardde
H6203
zijn nek
H553 H8762
, en verstokte
H3824
zijn hart
H4480
, dat hij zich niet
H7725 H8800
bekeerde
H413
tot
H3068
den HEERE
H430
, den God
H3478
Israels.
14
H1571
Ook
H7235 H0
maakten
H3605
alle
H8269
oversten
H3548
der priesteren
H5971
, en het volk
H4603 H8800
, der overtredingen
H4604
zeer
H7235 H8689
veel
H3605
, naar alle
H8441
gruwelen
H1471
der heidenen
H2930 H8762
; en zij verontreinigden
H1004
het huis
H3068
des HEEREN
H834
, dat
H6942 H8689
Hij geheiligd had
H3389
te Jeruzalem.
15
H3068
En de HEERE
H430
, de God
H1
hunner vaderen
H7971 H8799
, zond
H5921
tot
H3027
hen, door de hand
H4397
Zijner boden
H7925 H8687
, vroeg op zijnde
H7971 H8800
, om [die] te zenden
H3588
; want
H2550 H8804 H5921
Hij verschoonde
H5971
Zijn volk
H5921
en
H4583
Zijn woning.
16
H1961 H8799 H3931 H8688
Maar zij spotten
H4397
met de boden
H430
Gods
H959 H8802
, en verachtten
H1697
Zijn woorden
H8591 H8700
; zij verleidden zichzelven
H5030
tegen Zijn profeten
H5704
; totdat
H2534
de grimmigheid
H3068
des HEEREN
H5971
tegen Zijn volk
H5927 H8800
opging
H5704
, dat
H369 H0
er geen
H4832
helen
H369
aan was.
17
H5921
Want Hij deed tegen
H5927 H8686
hen opkomen
H4428
den koning
H3778
der Chaldeen
H970
, die hun jongelingen
H2719
met het zwaard
H1004
in het huis
H4720
huns heiligdoms
H2026 H8799
doodde
H2550 H8804 H5921
, en hij verschoonde
H970
de jongelingen
H3808
niet
H1330
, noch de maagden
H2205
, de ouden
H3486
noch de stokouden
H5414 H8804
; Hij gaf
H3605
hen allen
H3027
in zijn hand.
18
H3605
En alle
H3627
vaten
H1004
van het huis
H430
Gods
H1419
, de grote
H6996
en de kleine
H214
, en de schatten
H1004
van het huis
H3068
des HEEREN
H214
, en de schatten
H4428
des konings
H8269
en zijner vorsten
H3605
, dit alles
H935 H8689
voerde hij
H894
naar Babel.
19
H8313 H8799
En zij verbrandden
H1004
het huis
H430
Gods
H5422 H0
, en zij braken
H2346
den muur
H3389
van Jeruzalem
H5422 H8762
af
H3605
, en al
H759
de paleizen
H8313 H8804
daarvan verbrandden zij
H784
met vuur
H7843 H8687
, verdervende
H3605
ook alle
H4261
kostelijke
H3627
vaten derzelve.
20
H7611
En wie overgebleven was
H4480
van
H2719
het zwaard
H1540 H8686
, voerde hij weg
H413
naar
H894
Babel
H1961 H8799
, en zij werden
H1121
hem en zijn zonen
H5650
tot knechten
H5704
, tot
H4427 H8800
het regeren
H4438
des koninkrijks
H6539
van Perzie;
21
H1697
Opdat het woord
H3068
des HEEREN
H4390 H8763
vervuld wierd
H6310
, door den mond
H3414
van Jeremia
H5704
, totdat
H776
het land
H7676
aan zijn sabbatten
H7521 H8804
een welgevallen had
H7673 H8804
; het rustte
H3605
al
H3117
de dagen
H8074 H8715
der verwoesting
H7657
, totdat de zeventig
H8141
jaren
H4390 H8763
vervuld waren.
22
H259
Maar in het eerste
H8141
jaar
H3566
van Kores
H4428
, koning
H6539
van Perzie
H3615 H8800
, opdat volbracht wierd
H1697
het woord
H3068
des HEEREN
H6310
, door den mond
H3414
van Jeremia
H5782 H8689
, verwekte
H3068
de HEERE
H7307
den geest
H3566
van Kores
H4428
, koning
H6539
van Perzie
H6963
, dat hij een stem
H5674 H8686
liet doorgaan
H3605
door zijn ganse
H4438
koninkrijk
H1571
, zelfs ook
H4385
in geschrift
H559 H8800
, zeggende:
23
H3541
Zo
H559 H8804
zegt
H3566
Kores
H4428
, koning
H6539
van Perzie
H3068
: De HEERE
H430
, de God des
H8064
hemels
H3605
, heeft mij alle
H4467
koninkrijken
H776
der aarde
H5414 H8804
gegeven
H1931
; en Hij
H5921
heeft mij
H6485 H8804
bevolen
H1004
Hem een huis
H1129 H8800
te bouwen
H3389
te Jeruzalem
H834
, hetwelk
H3063
in Juda
H4310
is; wie
H4480
is onder ulieden van
H3605
al
H5971
Zijn volk
H3068
? De HEERE
H430
, zijn God
H5973
, zij met
H5927 H8799
hem, en hij trekke op.
Isaiah 7:17-20
17
H3068
[Doch] de HEERE
H5971
zal over u, en over uw volk
H1
, en over uws vaders
H1004
huis
H3117
, dagen
H935 H8686
doen komen
H935 H8804
, hoedanige niet gekomen zijn
H3117
van dien dag
H669
af, dat Efraim
H3063
van Juda
H5493 H8800
is afgeweken
H4428
, [door] den koning
H804
van Assyrie.
18
H3117
Want het zal te dien dage
H3068
geschieden, dat de HEERE
H8319 H8799
zal toesissen
H2070
de vliegen
H7097
, die aan het einde
H2975
der rivieren
H4714
van Egypte
H1682
zijn, en de bijen
H776
die in het land
H804
van Assur zijn.
19
H935 H8804
En zij zullen komen
H5117 H8804
, en zij allen zullen rusten
H1327
in de woeste
H5158
dalen
H5357
, en in de kloven
H5553
der steenrotsen
H5285
, en in al de doornhagen
H5097
, en in alle geprezene plaatsen.
20
H3117
Te dien dage
H136
zal de Heere
H7917
door een gehuurd
H8593
scheermes
H5676
, [hetwelk] aan gene zijde
H5104
der rivier
H4428
is, door den koning
H804
van Assyrie
H1548 H8762
, afscheren
H7218
het hoofd
H8181
, en het haar
H7272
der voeten
H2206
; ja, het zal ook den baard
H5595 H8799
gans wegnemen.
Isaiah 8:7-8
7
H136
Daarom ziet, zo zal de Heere
H5927 H8688
over hen doen opkomen
H6099
die sterke
H7227
en geweldige
H4325
wateren
H5104
der rivier
H4428
, den koning
H804
van Assyrie
H3519
en al zijn heerlijkheid
H5927 H8804
; en hij zal opkomen
H650
over al zijn stromen
H1980 H8804
, en gaan over
H1415
al zijn oevers;
8
H2498 H8804
En hij zal doortrekken
H3063
in Juda
H7857 H8804
, hij zal het overstromen
H5674 H8804
, en er doorgaan
H6677
, hij zal tot aan den hals
H5060 H8686
reiken
H4298
; en de uitstrekkingen
H3671
zijner vleugelen
H4393
zullen vervullen
H7341
de breedte
H776
uws lands
H6005 H410
, o Immanuel!
Isaiah 10:5-7
5
H1945
Wee
H804
den Assyrier
H7626
, [die] de roede
H639
Mijns toorns
H2195
is, en Mijn grimmigheid
H4294
is een stok
H3027
in hun hand!
6
H7971 H8762
Ik zal hem zenden
H2611
tegen een huichelachtig
H1471
volk
H6680 H8762
, en Ik zal hem bevel geven
H5971
tegen het volk
H5678
Mijner verbolgenheid
H7998
; opdat hij den roof
H7997 H8800
rove
H962 H8800
, en plundere
H957
de plundering
H7760 H8800
, en stelle
H4823
het ter vertreding
H2563
, gelijk het slijk
H2351
der straten.
Isaiah 36:1-22
1
H702 H6240
En het geschiedde in het veertiende
H8141
jaar
H4428
van den koning
H2396
Hizkia
H5576
, dat Sanherib
H4428
, de koning
H804
van Assyrie
H5927 H8804
, optoog
H1219 H8803
tegen alle vaste
H5892
steden
H3063
van Juda
H8610 H8799
, en nam ze in.
2
H4428
En de koning
H804
van Assyrie
H7971 H8799
zond
H7262
Rabsake
H3923
van Lachis
H3389
naar Jeruzalem
H4428
tot den koning
H2396
Hizkia
H3515
, met een zwaar
H2426
heir
H5975 H8799
; en hij stond
H8585
aan den watergang
H5945
des oppersten
H1295
vijvers
H4546
, aan den hogen weg
H7704
van het veld
H3526 H8801
des vollers.
3
H3318 H8799
Toen ging
H471
tot hem uit Eljakim
H1121
, de zoon
H2518
van Hilkia
H1004
, de hofmeester
H7644
, en Sebna
H5608 H8802
, de schrijver
H3098
, en Joah
H1121
, de zoon
H623
van Asaf
H2142 H8688
, de kanselier.
4
H7262
En Rabsake
H559 H8799
zeide
H559 H8798
tot hen: Zegt
H2396
nu tot Hizkia
H559 H8804
: Zo zegt
H1419
de grote
H4428
koning
H4428
, de koning
H804
van Assyrie
H986
: Wat vertrouwen
H982 H8804
is dit, waarmede gij vertrouwt;
5
H559 H8804
Ik mocht zeggen
H1697
(doch het is een woord
H8193
der lippen
H6098
): Er is raad
H1369
en macht
H4421
tot den oorlog
H982 H8804
; op wien vertrouwt gij
H4775 H8804
nu, dat gij tegen mij rebelleert?
6
H982 H8804
Zie, gij vertrouwt
H7533 H8803
op dien gebrokenen
H7070 H4938
rietstaf
H4714
, op Egypte
H376
; op denwelken zo iemand
H5564 H8735
leunt
H3709
, zo zal hij in zijn hand
H935 H8804
gaan
H5344 H8804
en die doorboren
H6547
; alzo is Farao
H4428
, de koning
H4714
van Egypte
H982 H8802
, al dengenen, die op hem vertrouwen.
7
H559 H8799
Maar zo gij tot mij zegt
H982 H8804
: Wij vertrouwen
H3068
op den HEERE
H430
, onzen God
H1116
; is Hij Die niet, Wiens hoogten
H4196
en Wiens altaren
H2396
Hizkia
H5493 H8689
weggenomen heeft
H3063
, en [Die] tot Juda
H3389
en tot Jeruzalem
H559 H8799
gezegd heeft
H6440
: Voor
H4196
dit altaar
H7812 H8691
zult gij u nederbuigen?
8
H6148 H8690
Nu dan, wed
H113
toch met mijn heer
H4428
, den koning
H804
van Assyrie
H505
; en ik zal u twee duizend
H5483
paarden
H5414 H8799
geven
H7392 H8802
, zo gij voor u de ruiters
H3201 H8799
daarop zult kunnen
H5414 H8800
geven.
9
H6440
Hoe zoudt gij dan het aangezicht
H259
van een enigen
H6346
vorst
H6996
, van de geringste
H5650
knechten
H113
mijns heren
H7725 H8686
, afkeren
H982 H8799
? Maar gij vertrouwt
H4714
op Egypte
H7393
, om de wagenen
H6571
en om de ruiteren.
10
H1107
En nu ben ik zonder
H3068
den HEERE
H5927 H8804
opgetogen
H776
tegen dit land
H7843 H8687
, om dat te verderven
H3068
. De HEERE
H559 H8804
heeft tot mij gezegd
H5927 H8798
: Trek op
H776
tegen dat land
H7843 H8685
, en verderf het.
11
H559 H8799
Toen zeide
H471
Eljakim
H7644
, en Sebna
H3098
, en Joah
H7262
tot Rabsake
H1696 H8761
: Spreek
H5650
toch tot uw knechten
H762
in het Syrisch
H8085 H8802
, want wij verstaan
H1696 H8762
het [wel]; en spreek
H3066
niet met ons in het Joods
H241
, voor de oren
H5971
des volks
H2346
, dat op den muur is.
12
H7262
Maar Rabsake
H559 H8799
zeide
H113
: Heeft mijn heer
H113
mij tot uw heer
H7971 H8804
en tot u gezonden
H1697
, om deze woorden
H1696 H8763
te spreken
H582
? Is het niet tot de mannen
H2346
, die op den muur
H3427 H8802
zitten
H2716 H8676 H6675
, dat zij met ulieden hun drek
H398 H8800
eten
H4325 H7272 H8675 H7890
, en hun water
H8354 H8800
drinken zullen?
13
H5975 H8799
Alzo stond
H7262
Rabsake
H7121 H8799
, en riep
H1419
met luider
H6963
stem
H3066
in het Joods
H559 H8799
, en zeide
H8085 H8798
: Hoort
H1697
de woorden
H1419
des groten
H4428
konings
H4428
, des konings
H804
van Assyrie!
14
H559 H8804
Alzo zegt
H4428
de koning
H2396
: Dat Hizkia
H5377 H8686
u niet bedriege
H3201 H8799
, want hij zal u niet kunnen
H5337 H8687
redden.
15
H2396
Daartoe, dat Hizkia
H982 H8686
u niet doe vertrouwen
H3068
op den HEERE
H559 H8800
, zeggende
H3068
: De HEERE
H5337 H8687
zal ons zekerlijk
H5337 H8686
redden
H5892
; deze stad
H3027
zal niet in de hand
H4428
des konings
H804
van Assyrie
H5414 H8735
gegeven worden.
16
H8085 H8799
Hoort
H2396
naar Hizkia
H559 H8804
niet; want alzo zegt
H4428
de koning
H804
van Assyrie
H6213 H8798
: Handelt
H1293
met mij door een geschenk
H3318 H8798
, en komt tot mij uit
H398 H8798
, en eet
H376
, een ieder
H1612
[van] zijn wijnstok
H376
, en een ieder
H8384
[van] zijn vijgeboom
H8354 H8798
, en drinkt
H376
een ieder
H4325
het water
H953
zijns bornputs;
17
H935 H8800
Totdat ik kom
H3947 H8804
en u haal
H776
in een land
H776
, als ulieder land
H776
is, een land
H1715
van koren
H8492
en most
H776
, een land
H3899
van brood
H3754
en van wijngaarden.
18
H2396
Dat Hizkia
H5496 H8686
ulieden niet verleide
H559 H8800
, zeggende
H3068
: De HEERE
H5337 H8686
zal ons redden
H430
; hebben de goden
H1471
der volken
H376
, een ieder
H776
zijn land
H5337 H8689
, gered
H3027
uit de hand
H4428
des konings
H804
van Assyrie?
19
H430
Waar zijn de goden
H2574
van Hamath
H774
en Arpad
H430
? Waar zijn de goden
H5617
van Sefarvaim
H8111
? Hebben zij ook Samaria
H3027
van mijn hand
H5337 H8689
gered?
20
H430
Welke zijn ze onder al de goden
H776
dezer landen
H776
, die hun land
H3027
uit mijn hand
H5337 H8689
gered hebben
H3068
, dat de HEERE
H3389
Jeruzalem
H3027
uit mijn hand
H5337 H8686
zou redden?
21
H2790 H8686
Doch zij zwegen stil
H6030 H8804
, en antwoordden
H1697
hem niet een woord
H4687
; want het gebod
H4428
des konings
H559 H8800
was, zeggende
H6030 H8799
: Gij zult hem niet antwoorden.
22
H935 H8799
Toen kwam
H471
Eljakim
H1121
, de zoon
H2518
van Hilkia
H1004
, de hofmeester
H7644
, en Sebna
H5608 H8802
, de schrijver
H3098
, en Joah
H1121
, de zoon
H623
van Asaf
H2142 H8688
, de kanselier
H2396
, tot Hizkia
H7167 H8803
met gescheurde
H899
klederen
H5046 H0
; en zij gaven
H1697
hem de woorden
H7262
van Rabsake
H5046 H8686
te kennen.
Isaiah 47:6
6
H5971
Ik was op Mijn volk
H7107 H8804
zeer toornig
H2490 H8765
, Ik ontheiligde
H5159
Mijn erve
H5414 H8799
, en Ik gaf
H3027
hen over in uw hand
H7760 H8804
; [doch] gij beweest
H7356
hun geen barmhartigheden
H2205
, [ja], [zelfs] over den oude
H5923
maaktet gij uw juk
H3966
zeer
H3513 H8689
zwaar.
Jeremiah 2:15
Jeremiah 4:7
7
H738
De leeuw
H5927 H8804
is opgekomen
H5441
uit zijn haag
H7843 H8688
, en de verderver
H1471
der heidenen
H5265 H8804
is opgetrokken
H3318 H8804
, hij is uitgegaan
H4725
uit zijn plaats
H776
, om uw land
H7760 H8800
te stellen
H8047
in verwoesting
H5892
; uw steden
H5327 H8799
zullen verstoord worden
H3427 H8802
, dat er niemand in wone.
Jeremiah 5:6
6
H738
Daarom heeft hen een leeuw
H3293
uit het woud
H5221 H8689
verslagen
H2061
, een wolf
H6160
der wildernissen
H7703 H8799
zal hen verwoesten
H5246
; een luipaard
H8245 H8802
waakt
H5892
tegen hun steden
H2007
; al wie uit dezelve
H3318 H8802
uitgaat
H2963 H8735
, zal verscheurd worden
H6588
; want hun overtredingen
H7231 H8804
zijn vermenigvuldigd
H4878
, hun afkeringen
H6105 H8804
zijn machtig veel geworden.
Jeremiah 23:1-2
1
H1945
Wee
H7462 H8802
den herderen
H6629
, die de schapen
H4830
Mijner weide
H6 H8764
ombrengen
H6327 H8688
en verstrooien
H5002 H8803
! spreekt
H3068
de HEERE.
2
H559 H8804
Daarom zegt
H3068
de HEERE
H430
, de God
H3478
Israels
H7462 H8802
, alzo van de herderen
H5971
, die Mijn volk
H7462 H8802
weiden
H6629
: Gijlieden hebt Mijn schapen
H6327 H8689
verstrooid
H5080 H8686
, en hebt ze verdreven
H6485 H8804
, en hebt ze niet bezocht
H6485 H8802
; ziet, Ik zal over u bezoeken
H7455
de boosheid
H4611
uwer handelingen
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE.
Jeremiah 39:1-8
1
H8671
In het negende
H8141
jaar
H6667
van Zedekia
H4428
, koning
H3063
van Juda
H6224
, in de tiende
H2320
maand
H935 H8804
, kwam
H5019
Nebukadrezar
H4428
, de koning
H894
van Babel
H2428
, en al zijn heir
H3389
, tegen Jeruzalem
H6696 H8799
, en zij belegerden haar.
2
H6249 H6240
In het elfde
H8141
jaar
H6667
van Zedekia
H7243
, in de vierde
H2320
maand
H8672
, op den negenden
H2320
der maand
H5892
, werd de stad
H1234 H8717
doorgebroken.
3
H8269
En alle vorsten
H4428
des konings
H894
van Babel
H935 H8799
togen henen in
H3427 H8799
, en hielden
H8432
bij de middelste
H8179
poort
H5371
; [namelijk] Nergal-sarezer
H5562
Samgar-nebu
H8310
, Sarsechim
H7249
Rab-saris
H5371
, Nergal-sarezer
H7248
Rab-mag
H7611
, en al de overige
H8269
vorsten
H4428
des konings
H894
van Babel.
4
H6667
En het geschiedde, als Zedekia
H4428
, de koning
H3063
van Juda
H582 H4421
, en al de krijgslieden
H7200 H8804
hen zagen
H1272 H8799
, zo vloden zij
H3318 H8799
, en togen
H3915
bij nacht
H5892
uit de stad
H1870
, [door] den weg
H4428
van des konings
H1588
hof
H8179
, door de poort
H2346
tussen de twee muren
H3318 H8799
; en hij toog uit
H1870
[door] den weg
H6160
des vlakken velds.
5
H2428
Doch het heir
H3778
der Chaldeen
H7291 H8799
jaagde
H310
hen achterna
H5381 H8686
; en zij achterhaalden
H6667
Zedekia
H6160
in de vlakke velden
H3405
van Jericho
H3947 H8799
, en vingen
H5927 H8686
hem, en brachten hem opwaarts
H5019
tot Nebukadrezar
H4428
, den koning
H894
van Babel
H7247
, naar Ribla
H776
, in het land
H2574
van Hamath
H1696 H8762
; die sprak
H4941
oordelen tegen hem uit.
6
H4428
En de koning
H894
van Babel
H7819 H8799
slachtte
H1121
de zonen
H6667
van Zedekia
H7247
te Ribla
H5869
voor zijn ogen
H7819 H8804
; ook slachtte
H4428
de koning
H894
van Babel
H2715
alle edelen
H3063
van Juda.
Jeremiah 49:19
19
H738
Ziet, gelijk een leeuw
H1347
van de verheffing
H3383
der Jordaan
H5927 H8799
, zal hij opkomen
H386
tegen de sterke
H5116
woning
H7280 H8686
; want Ik zal hem in een ogenblik
H7323 H8686
daaruit doen lopen
H977 H8803
; en wie [daartoe] verkoren is
H6485 H8799
, [dien] zal Ik tegen haar bestellen
H3259 H8686
; want wie is Mij gelijk, en wie zou Mij dagvaarden
H7462 H8802
, en wie is die herder
H6440
, die voor Mijn aangezicht
H5975 H8799
bestaan zou?
Jeremiah 50:6
Jeremiah 51:34-35
34
H5019
Nebukadrezar
H4428
, de koning
H894
van Babel
H398 H8804
, heeft mij opgegeten
H2000 H8804
, hij heeft mij verpletterd
H3322 H8689
, hij heeft mij gesteld
H7385
[als] een ledig
H3627
vat
H1104 H8804
, hij heeft mij verslonden
H8577
als een draak
H3770
, hij heeft zijn balg
H4390 H8765
gevuld
H5730
van mijn lekkernijen
H1740 H8689
; hij heeft mij verdreven.
Jeremiah 51:38
Jeremiah 52:1
Ezekiel 34:5-6
Ezekiel 34:12
12
H7462 H8802
Gelijk een herder
H5739
zijn kudde
H1243
opzoekt
H3117
, ten dage
H8432
als hij in het midden
H6567 H8737
zijner verspreide
H6629
schapen
H6629
is, alzo zal Ik Mijn schapen
H1239 H8762
opzoeken
H5337 H8689
; en Ik zal ze redden
H4725
uit al de plaatsen
H6327 H8738
, waarhenen zij verstrooid zijn
H3117
, ten dage
H6051
der wolke
H6205
en der donkerheid.
Daniel 6:24
24
H560 H8754
[06:25] Toen beval
H4430
de koning
H858 H8684
, en zij brachten
H479
die
H1400
mannen
H1841
voor, die Daniel
H7170
overluid
H399 H8754
beschuldigd hadden
H7412 H8754
, en zij wierpen
H1358
in den kuil
H744
der leeuwen
H581
hen
H1123
, hun kinderen
H5389
, en hun vrouwen
H4291 H8754
; en zij kwamen
H3809
niet
H773
op den grond
H1358
des kuils
H744
, of de leeuwen
H5705 H7981 H8754
heersten
H1855 H8684
over hen, zij vermorzelden
H3606
ook al
H1635
hun beenderen.
Joel 3:2
2
H3605
Dan zal Ik alle
H1471
heidenen
H6908 H8765
vergaderen
H3381 H8689
, en zal hen afvoeren
H413
in
H6010
het dal
H3092
van Josafat
H5973
; en Ik zal met
H8199 H8738
hen aldaar richten
H5921
, vanwege
H5971
Mijn volk
H5159
en Mijn erfdeel
H3478
Israel
H834
, dat
H1471
zij onder de heidenen
H6340 H8765
hebben verstrooid
H776
, en Mijn land
H2505 H8765
gedeeld;
Matthew 9:36-38
36
G1161
En
G3793
Hij, de scharen
G1492 G5631
ziende
G4697 G5675
, werd innerlijk met ontferming bewogen
G4012
over
G846
hen
G3754
, omdat
G1590 G5772
zij vermoeid
G2532
en
G4496 G5772
verstrooid
G2258 G5713
waren
G5616
, gelijk
G4263
schapen
G3361
, die geen
G4166
herder
G2192 G5723
hebben.
Luke 15:4-6
4
G5101
Wat
G444
mens
G1537
onder
G5216
u
G2192 G5723
, hebbende
G1540
honderd
G4263
schapen
G2532
; en
G1520
een
G1537
van
G846
die
G622 G5660
verliezende
G2641 G5719
, verlaat
G3756
niet
G1768
de negen en negentig
G1722
in
G2048
de woestijn
G2532
, en
G4198 G5736
gaat
G1909
naar
G622 G5756
het verlorene
G2193
, totdat
G846
hij hetzelve
G2147 G5632
vinde?
5
G2532
En
G2147 G5631
als hij het gevonden heeft
G2007 G5719
, legt hij
G1909
het op
G1438
zijn
G5606
schouders
G5463 G5723
, verblijd zijnde.
6
G2532
En
G1519
te
G3624
huis
G2064 G5631
komende
G4779 G
, roept hij
G5384
de vrienden
G2532
en
G1069
de geburen
G4779 G5719
samen
G3004 G5723
, zeggende
G846
tot hen
G4796 G5645
: Weest blijde
G3427
met mij
G3754
; want
G3450
ik heb mijn
G4263
schaap
G2147 G5627
gevonden
G3588
, dat
G622 G5756
verloren was.
John 10:10-12
10
G2812
De dief
G2064 G5736
komt
G3756
niet
G1508
, dan
G2443
opdat
G2813 G5661
hij stele
G2532
, en
G2380 G5661
slachte
G2532
, en
G622 G5661
verderve
G1473
; Ik
G2064 G5627
ben gekomen
G2443
, opdat
G2222
zij het leven
G2192 G5725
hebben
G2532
, en
G4053
overvloed
G2192 G5725
hebben.
11
G1473
Ik
G1510 G5748
ben
G2570
de goede
G4166
Herder
G2570
; de goede
G4166
herder
G5087 G5719
stelt
G846
zijn
G5590
leven
G5228
voor
G4263
de schapen.
12
G1161
Maar
G5607 G5752 G3411
de huurling
G2532
, en
G3756
die geen
G4166
herder
G3739
is, wien
G4263
de schapen
G3756
niet
G2398
eigen
G1526 G5748
zijn
G2334 G5719
, ziet
G3074
den wolf
G2064 G5740
komen
G2532
, en
G863 G5719
verlaat
G4263
de schapen
G2532
, en
G5343 G5719
vliedt
G2532
; en
G3074
de wolf
G726 G5719
grijpt
G846
ze
G2532
, en
G4650 G5719
verstrooit
G4263
de schapen.