Psalms 18:1-30:12

DSV_Strongs(i)
  1 H5329 H8764 Voor den opperzangmeester H1732 , [een] [psalm] van David H5650 , den knecht H3068 des HEEREN H1697 , die de woorden H7892 dezes lieds H3068 tot den HEERE H1696 H8765 gesproken heeft H3117 , ten dage H3068 , als hem de HEERE H5337 H8689 gered had H3709 uit de hand H341 H8802 van al zijn vijanden H3027 , en uit de hand H7586 van Saul H559 H8799 . [018:2] Hij zeide H7355 H8799 dan: Ik zal U hartelijk liefhebben H3068 , HEERE H2391 , mijn Sterkte!
  2 H3068 [018:3] De HEERE H5553 is mijn Steenrots H4686 , en mijn Burg H6403 H8764 , en mijn Uithelper H410 ; mijn God H6697 , mijn Rots H2620 H8799 , op Welken ik betrouw H4043 ; mijn Schild H7161 , en de Hoorn H3468 mijns heils H4869 , mijn Hoog Vertrek.
  3 H7121 H8799 [018:4] Ik riep H3068 den HEERE H1984 H8794 aan, die te prijzen is H3467 H8735 , en werd verlost H341 H8802 van mijn vijanden.
  4 H2256 [018:5] Banden H4194 des doods H661 H8804 hadden mij omvangen H5158 , en beken H1100 Belials H1204 H8762 verschrikten mij.
  5 H2256 [018:6] Banden H7585 der hel H5437 H8804 omringden H4170 mij, strikken H4194 des doods H6923 H8765 bejegenden mij.
  6 H6862 [018:7] Als mij bange H7121 H8799 was, riep ik H3068 den HEERE H7768 H8762 aan, en riep H430 tot mijn God H8085 H8799 ; Hij hoorde H6963 mijn stem H1964 uit Zijn paleis H7775 , en mijn geroep H6440 voor Zijn aangezicht H935 H8799 kwam H241 in Zijn oren.
  7 H1607 H8799 [018:8] Toen daverde H7493 H8799 en beefde H776 de aarde H4146 , en de gronden H2022 der bergen H7264 H8799 beroerden zich H1607 H8691 en daverden H2734 H8804 , omdat Hij ontstoken was.
  8 H6227 [018:9] Rook H5927 H8804 ging op H639 van Zijn neus H784 , en een vuur H6310 uit Zijn mond H398 H8799 verteerde H1513 ; kolen H1197 H8804 werden daarvan aangestoken.
  9 H5186 H8799 [018:10] En Hij boog H8064 den hemel H3381 H8799 , en daalde neder H6205 , en donkerheid H7272 was onder Zijn voeten.
  10 H7392 H8799 [018:11] En Hij voer H3742 op een cherub H5774 H8799 , en vloog H1675 H8799 ; ja, Hij vloog snellijk H3671 op de vleugelen H7307 des winds.
  11 H2822 [018:12] Duisternis H7896 H8799 zette Hij H5643 tot Zijn verberging H5439 ; rondom H5521 Hem was Zijn tent H2824 , duisterheid H4325 der wateren H5645 , wolken H7834 des hemels.
  12 H5051 [018:13] Van den glans H5674 H8804 , die voor Hem was, dreven H5645 Zijn wolken H1259 daarhenen, hagel H784 en vurige H1513 kolen.
  13 H3068 [018:14] En de HEERE H7481 H8686 donderde H8064 in den hemel H5945 , en de Allerhoogste H5414 H8799 gaf H6963 Zijn stem H1259 , hagel H784 en vurige H1513 kolen.
  14 H7971 H8799 [018:15] En Hij zond H2671 Zijn pijlen H6327 H8686 uit, en verstrooide H7232 H8804 ze; en Hij vermenigvuldigde H1300 de bliksemen H2000 H8799 , en verschrikte ze.
  15 H650 [018:16] En de diepe kolken H4325 der wateren H7200 H8735 werden gezien H4146 , en de gronden H8398 der wereld H1540 H8735 werden ontdekt H1606 , van Uw schelden H3068 , o HEERE H5397 ! van het geblaas H7307 des winds H639 van Uw neus.
  16 H7971 H8799 [018:17] Hij zond H4791 van de hoogte H3947 H8799 , Hij nam H4871 H8686 mij, Hij trok H7227 mij op uit grote H4325 wateren.
  17 H5337 H8686 [018:18] Hij verloste H5794 mij van mijn sterken H341 H8802 vijand H8130 H8802 , en van mijn haters H553 H8804 , omdat zij machtiger waren dan ik.
  18 H6923 H8762 [018:19] Zij hadden mij bejegend H3117 ten dage H343 mijns ongevals H3068 ; maar de HEERE H4937 was mij tot een Steunsel.
  19 H3318 H8686 [018:20] En Hij voerde H4800 mij uit in de ruimte H2502 H8762 , Hij rukte H2654 H8804 mij uit, want Hij had lust aan mij.
  20 H3068 [018:21] De HEERE H1580 H8799 vergold H6664 mij naar mijn gerechtigheid H7725 H8686 , Hij gaf mij weder H1252 naar de reinigheid H3027 mijner handen.
  21 H3068 [018:22] Want ik heb des HEEREN H1870 wegen H8104 H8804 gehouden H430 , en ben van mijn God H7561 H8804 niet goddelooslijk afgegaan.
  22 H4941 [018:23] Want al Zijn rechten H2708 waren voor mij, en Zijn inzettingen H5493 H8686 deed ik niet van mij weg.
  23 H8549 [018:24] Maar ik was oprecht H8104 H8691 bij Hem, en ik wachtte mij H5771 voor mijn ongerechtigheid.
  24 H7725 H0 [018:25] Zo gaf H3068 mij de HEERE H7725 H8686 weder H6664 naar mijn gerechtigheid H1252 , naar de reinigheid H3027 mijner handen H5869 , voor Zijn ogen.
  25 H2623 [018:26] Bij den goedertierene H2616 H8691 houdt Gij U goedertieren H8549 , bij den oprechten H1399 man H8552 H8691 houdt Gij U oprecht.
  26 H1305 H8737 [018:27] Bij den reine H1305 H8691 houdt Gij U rein H6141 , maar bij den verkeerde H6617 H8691 bewijst Gij U een Worstelaar.
  27 H3467 H8686 [018:28] Want Gij verlost H6041 het bedrukte H5971 volk H7311 H8802 , maar de hoge H5869 ogen H8213 H8686 vernedert Gij.
  28 H5216 [018:29] Want Gij doet mijn lamp H215 H8686 lichten H3068 ; de HEERE H430 , mijn God H2822 , doet mijn duisternis H5050 H8686 opklaren.
  29 H7323 H8799 [018:30] Want met U loop ik H1416 door een bende H430 , en met mijn God H1801 H8762 spring ik H7791 over een muur.
  30 H410 [018:31] Gods H1870 weg H8549 is volmaakt H565 ; de rede H3068 des HEEREN H6884 H8803 is doorlouterd H4043 ; Hij is een Schild H2620 H8802 allen, die op Hem betrouwen.
  31 H433 [018:32] Want wie is God H1107 , behalve H3068 de HEERE H6697 ? En wie is een Rotssteen H2108 , dan alleen H430 onze God?
  32 H410 [018:33] Het is God H2428 , die mij met kracht H247 H8764 omgordt H1870 ; en Hij heeft mijn weg H8549 volkomen H5414 H8799 gemaakt.
  33 H7737 H8764 [018:34] Hij maakt H7272 mijn voeten H355 gelijk als der hinden H5975 H8686 , en Hij stelt H1116 mij op mijn hoogten.
  34 H3925 H8764 [018:35] Hij leert H3027 mijn handen H4421 ten strijde H5154 , zodat een stalen H7198 boog H2220 met mijn armen H5181 H8765 verbroken is.
  35 H4043 [018:36] Ook hebt Gij mij het schild H3468 Uws heils H5414 H8799 gegeven H3225 , en Uw rechterhand H5582 H8799 heeft mij ondersteund H6037 , en Uw zachtmoedigheid H7235 H8686 heeft mij groot gemaakt.
  36 H6806 [018:37] Gij hebt mijn voetstap H7337 H8686 ruim gemaakt H7166 onder mij, en mijn enkelen H4571 H8804 hebben niet gewankeld.
  37 H7291 H8799 [018:38] Ik vervolgde H341 H8802 mijn vijanden H5381 H8686 , en trof H7725 H8799 hen aan; en ik keerde niet weder H3615 H8763 , totdat ik hen verdaan had.
  38 H4272 H8799 [018:39] Ik doorstak H3201 H8799 hen, dat zij niet weder konden H6965 H8800 opstaan H5307 H8799 ; zij vielen H7272 onder mijn voeten.
  39 H247 H8762 [018:40] Want Gij omgorddet H2428 mij met kracht H4421 ten strijde H3766 H8686 ; Gij deedt onder mij nederbukken H6965 H8801 , die tegen mij opstonden.
  40 H5414 H8804 [018:41] En Gij gaaft H6203 mij den nek H341 H8802 mijner vijanden H8130 H8764 , en mijn haters H6789 H8686 , die vernielde ik.
  41 H7768 H8762 [018:42] Zij riepen H3467 H8688 , maar er was geen verlosser H3068 ; tot den HEERE H6030 H8804 , maar Hij antwoordde hun niet.
  42 H7833 H8799 [018:43] Toen vergruisde ik H6083 hen als stof H6440 voor H7307 den wind H7324 H8686 ; ik ruimde hen weg H2916 als slijk H2351 der straten.
  43 H6403 H8762 [018:44] Gij hebt mij uitgeholpen H7379 van de twisten H5971 des volks H7760 H8799 ; Gij hebt mij gesteld H7218 tot een hoofd H1471 der heidenen H5971 ; het volk H3045 H8804 , [dat] ik niet kende H5647 H8799 , heeft mij gediend.
  44 H241 [018:45] Zo haast als [hun] oor H8088 [van] [mij] hoorde H8085 H8735 , hebben zij mij gehoorzaamd H1121 H5236 ; vreemden H3584 H8762 hebben zich mij geveinsdelijk onderworpen.
  45 H1121 H5236 [018:46] Vreemden H5034 H8799 zijn vervallen H2727 H8799 , en hebben gesidderd H4526 uit hun sloten.
  46 H3068 [018:47] De HEERE H2416 leeft H1288 H8803 , en geloofd zij H6697 mijn Rotssteen H7311 H8799 , en verhoogd zij H430 de God H3468 mijns heils!
  47 H410 [018:48] De God H5360 , Die mij volkomen wraak H5414 H8802 geeft H5971 , en de volken H1696 H8686 onder mij brengt;
  48 H6403 H8764 [018:49] Die mij uithelpt H341 H8802 van mijn vijanden H7311 H8787 ; ja, Gij verhoogt H6965 H8801 mij boven degenen, die tegen mij opstaan H5337 H8686 ; Gij redt H376 mij van den man H2555 des gewelds.
  49 H3068 [018:50] Daarom zal ik U, o HEERE H3034 H8686 ! loven H1471 onder de heidenen H8034 ; en Uw Naam H2167 H8762 zal ik psalmzingen;
  50 H3444 [018:51] Die de verlossingen H4428 Zijns konings H1431 H8688 groot maakt H2617 , en goedertierenheid H6213 H8802 doet H4899 aan Zijn gezalfde H1732 , aan David H2233 en aan zijn zaad H5704 tot H5769 in eeuwigheid.
19
  1 H4210 Een psalm H1732 van David H5329 H8764 , voor den opperzangmeester H8064 . [019:2] De hemelen H5608 H8764 vertellen H410 Gods H3519 eer H7549 , en het uitspansel H5046 H8688 verkondigt H3027 Zijner handen H4639 werk.
  2 H3117 [019:3] De dag H3117 aan den dag H5042 H0 stort H562 overvloediglijk spraak H5042 H8686 uit H3915 , en de nacht H3915 aan den nacht H2331 H8762 toont H1847 wetenschap.
  3 H562 [019:4] Geen spraak H1697 , en geen woorden H6963 zijn er, waar hun stem H8085 H8738 niet wordt gehoord.
  4 H6957 [019:5] Hun richtsnoer H3318 H8804 gaat uit H776 over de ganse aarde H4405 , en hun redenen H7097 aan het einde H8398 der wereld H168 ; Hij heeft in dezelve een tent H7760 H8804 gesteld H8121 voor de zon.
  5 H2860 [019:6] En die is als een bruidegom H3318 H8802 , uitgaande H2646 uit zijn slaapkamer H7797 H8799 ; zij is vrolijk H1368 als een held H734 , om het pad H7323 H8800 te lopen.
  6 H4161 [019:7] Haar uitgang H7097 is van het einde H8064 des hemels H8622 , en haar omloop H7098 tot aan de einden H5641 H8737 deszelven; en niets is verborgen H2535 voor haar hitte.
  7 H8451 [019:8] De wet H3068 des HEEREN H8549 is volmaakt H7725 H8688 , bekerende H5315 de ziel H5715 ; de getuigenis H3068 des HEEREN H539 H8737 is gewis H6612 , den slechten H2449 H8688 wijsheid gevende.
  8 H6490 [019:9] De bevelen H3068 des HEEREN H3477 zijn recht H8055 H8764 , verblijdende H3820 het hart H4687 ; het gebod H3068 des HEEREN H1249 is zuiver H215 H8688 , verlichtende H5869 de ogen.
  9 H3374 [019:10] De vreze H3068 des HEEREN H2889 is rein H5975 H8802 , bestaande H5703 tot in eeuwigheid H4941 , de rechten H3068 des HEEREN H571 zijn waarheid H3162 , samen H6663 H8804 zijn zij rechtvaardig.
  10 H2530 H8737 [019:11] Zij zijn begeerlijker H2091 dan goud H7227 , ja, dan veel H6337 fijn goud H4966 ; en zoeter H1706 dan honig H5317 H6688 en honigzeem.
  11 H5650 [019:12] Ook wordt Uw knecht H2094 H8737 door dezelve klaarlijk vermaand H8104 H8800 ; in het houden H7227 van die is grote H6118 loon.
  12 H7691 [019:13] Wie zou de afdwalingen H995 H8799 verstaan H5352 H8761 ? Reinig H5641 H8737 mij van de verborgene [afdwalingen].
  13 H2820 H0 [019:14] Houd H5650 Uw knecht H2820 H8798 ook terug H2086 van trotsheden H4910 H8799 ; laat ze niet over mij heersen H8552 H8799 ; dan zal ik oprecht zijn H5352 H8738 en rein H7227 van grote H6588 overtreding.
  14 H561 [019:15] Laat de redenen H6310 mijns monds H1902 , en de overdenking H3820 mijns harten H7522 welbehagelijk H6440 zijn voor Uw aangezicht H3068 , o HEERE H6697 , mijn Rotssteen H1350 H8802 en mijn Verlosser!
20
  1 H4210 Een psalm H1732 van David H5329 H8764 , voor den opperzangmeester H3068 . [020:2] De HEERE H6030 H8799 verhore H3117 u in den dag H6869 der benauwdheid H8034 ; de Naam H430 van den God H3290 Jakobs H7682 H8762 zette u in een hoog vertrek.
  2 H7971 H8799 [020:3] Hij zende H5828 uw hulp H6944 uit het heiligdom H5582 H8799 , en ondersteune H6726 u uit Sion.
  3 H2142 H8799 [020:4] Hij gedenke H4503 al uwer spijsofferen H1878 H0 , en make H5930 uw brandoffer H1878 H8762 tot as H5542 . Sela.
  4 H5414 H8799 [020:5] Hij geve H3824 u naar uw hart H4390 H8762 , en vervulle H6098 al uw raad.
  5 H7442 H8762 [020:6] Wij zullen juichen H3444 over Uw heil H1713 H8799 , en de vaandelen opsteken H8034 in den Naam H430 onzes Gods H3068 . De HEERE H4390 H8762 vervulle H4862 al uw begeerten.
  6 H3045 H8804 [020:7] Alsnu weet ik H3068 , dat de HEERE H4899 Zijn Gezalfde H3467 H8689 behoudt H6030 H8799 ; Hij zal Hem verhoren H8064 uit den hemel H6944 Zijner heiligheid H3468 ; het heil H3225 Zijner rechterhand H1369 zal zijn met mogendheden.
  7 H7393 [020:8] Dezen [vermelden] van wagens H5483 , en die van paarden H2142 H8686 ; maar wij zullen vermelden H8034 van den Naam H3068 des HEEREN H430 , onzes Gods.
  8 H3766 H8804 [020:9] Zij hebben zich gekromd H5307 H8804 , en zijn gevallen H6965 H8804 ; maar wij zijn gerezen H5749 H8696 en staande gebleven.
  9 H3068 [020:10] O HEERE H3467 H8685 ! behoud H4428 ; die koning H6030 H8799 verhore H3117 ons ten dage H7121 H8800 van ons roepen.
21
  1 H4210 Een psalm H1732 van David H5329 H8764 , voor den opperzangmeester H3068 . [021:2] O HEERE H4428 ! de koning H8055 H8799 is verblijd H5797 over Uw sterkte H3966 ; en hoezeer H1523 H8799 is hij verheugd H3444 over Uw heil!
  2 H3820 [021:3] Gij hebt hem zijns harten H8378 wens H5414 H8804 gegeven H782 , en de uitspraak H8193 zijner lippen H4513 H8804 hebt Gij niet geweerd H5542 . Sela.
  3 H6923 H8762 [021:4] Want Gij komt hem voor H1293 met zegeningen H2896 van het goede H7218 ; op zijn hoofd H7896 H8799 zet Gij H5850 een kroon H6337 van fijn goud.
  4 H2416 [021:5] Het leven H7592 H8804 heeft hij van U begeerd H5414 H8804 . Gij hebt het hem gegeven H753 ; lengte H3117 van dagen H5769 , eeuwiglijk H5703 en altoos.
  5 H1419 [021:6] Groot H3519 is zijn eer H3444 door Uw heil H1935 ; majesteit H1926 en heerlijkheid H7737 H8762 hebt Gij hem toegevoegd.
  6 H7896 H8799 [021:7] Want Gij zet H1293 hem [tot] zegeningen H5703 in eeuwigheid H2302 H8762 ; Gij vervrolijkt H8057 hem door vreugde H6440 met Uw aangezicht.
  7 H4428 [021:8] Want de koning H982 H8802 vertrouwt H3068 op den HEERE H2617 , en door de goedertierenheid H5945 des Allerhoogsten H4131 H8735 zal hij niet wankelen.
  8 H3027 [021:9] Uw hand H341 H8802 zal alle vijanden H4672 H8799 vinden H3225 ; uw rechterhand H8130 H8802 zal uw haters H4672 H8799 vinden.
  9 H7896 H8799 [021:10] Gij zult hen zetten H784 als een vurige H8574 oven H6256 ter tijd H6440 uws [toornigen] aangezichts H3068 ; de HEERE H639 zal hen in Zijn toorn H1104 H8762 verslinden H784 , en het vuur H398 H8799 zal hen verteren.
  10 H6529 [021:11] Gij zult hun vrucht H776 van de aarde H6 H8762 verdoen H2233 , en hun zaad H1121 van de kinderen H120 der mensen.
  11 H7451 [021:12] Want zij hebben kwaad H5186 H8804 tegen U aangelegd H4209 ; zij hebben een schandelijke daad H2803 H8804 bedacht H3201 H8799 , [doch] zullen niets vermogen.
  12 H7896 H8799 [021:13] Want Gij zult hen zetten H7926 tot een wit H4340 ; met Uw pezen H6440 zult Gij het op hun aangezicht H3559 H8787 toeleggen.
  13 H7311 H8798 [021:14] Verhoog U H3068 , HEERE H5797 ! in Uw sterkte H7891 H8799 ; zo zullen wij zingen H1369 , en Uw macht H2167 H8762 met psalmen loven.
22
  1 H4210 Een psalm H1732 van David H5329 H8764 , voor den opperzangmeester H365 , op Aijeleth H7837 hasschachar H410 . [022:2] Mijn God H410 , mijn God H5800 H8804 ! waarom hebt Gij mij verlaten H7350 , verre H3444 zijnde van mijn verlossing H1697 , [van] de woorden H7581 mijns brullens?
  2 H430 [022:3] Mijn God H7121 H8799 ! Ik roep H3119 des daags H6030 H8799 , maar Gij antwoordt H3915 niet; en des nachts H1747 , en ik heb geen stilte.
  3 H6918 [022:4] Doch Gij zijt heilig H3427 H8802 , wonende H8416 [onder] de lofzangen H3478 Israels.
  4 H1 [022:5] Op U hebben onze vaders H982 H8804 vertrouwd H982 H8804 ; zij hebben vertrouwd H6403 H8762 , en Gij hebt hen uitgeholpen.
  5 H2199 H8804 [022:6] Tot U hebben zij geroepen H4422 H8738 , en zijn uitgered H982 H8804 ; op U hebben zij vertrouwd H954 H8804 , en zijn niet beschaamd geworden.
  6 H8438 [022:7] Maar ik ben een worm H376 en geen man H2781 , een smaad H120 van mensen H959 H8803 , en veracht H5971 van het volk.
  7 H7200 H8802 [022:8] Allen, die mij zien H3932 H8686 , bespotten H6358 H0 mij; zij steken H8193 de lip H6358 H8686 uit H5128 H8686 , zij schudden H7218 het hoofd, [zeggende]:
  8 H3068 [022:9] Hij heeft [het] op den HEERE H1556 H8800 gewenteld H6403 H8762 , dat Hij hem [nu] uithelpe H5337 H8686 , dat Hij hem redde H2654 H8804 , dewijl Hij lust aan hem heeft!
  9 H990 [022:10] Gij zijt het immers, die mij uit den buik H1518 H8801 hebt uitgetogen H982 H8688 ; die mij hebt doen vertrouwen H517 , zijnde aan mijner moeders H7699 borsten.
  10 H7993 H8717 [022:11] Op U ben ik geworpen H7358 van de baarmoeder H990 af; van den buik H517 mijner moeder H410 aan zijt Gij mijn God.
  11 H7368 H8799 [022:12] Zo wees niet verre H6869 van mij, want benauwdheid H7138 is nabij H5826 H8802 ; want er is geen helper.
  12 H7227 [022:13] Vele H6499 varren H5437 H8804 hebben mij omsingeld H47 , sterke H1316 [stieren] van Basan H3803 H8765 hebben mij omringd.
  13 H6310 [022:14] Zij hebben hun mond H6475 H8804 tegen mij opgesperd H2963 H8802 , [als] een verscheurende H7580 H8802 en brullende H738 leeuw.
  14 H8210 H8738 [022:15] Ik ben uitgestort H4325 als water H6106 , en al mijn beenderen H6504 H8694 hebben zich vaneen gescheiden H3820 ; mijn hart H1749 is als was H4549 H8738 , het is gesmolten H8432 in het midden H4578 mijns ingewands.
  15 H3581 [022:16] Mijn kracht H3001 H8804 is verdroogd H2789 als een potscherf H3956 , en mijn tong H1692 H8716 kleeft H4455 aan mijn gehemelte H8239 H8799 ; en Gij legt H6083 mij in het stof H4194 des doods.
  16 H3611 [022:17] Want honden H5437 H8804 hebben mij omsingeld H5712 ; een vergadering H7489 H8688 van boosdoeners H5362 H8689 heeft mij omgeven H3027 ; zij hebben mijn handen H7272 en mijn voeten H3738 H8804 H8675 H738 doorgraven.
  17 H6106 [022:18] Al mijn beenderen H5608 H8762 zou ik kunnen tellen H5027 H8686 ; zij schouwen het aan H7200 H8799 , zij zien op mij.
  18 H2505 H8762 [022:19] Zij delen H899 mijn klederen H5307 H8686 onder zich, en werpen H1486 het lot H3830 over mijn gewaad.
  19 H3068 [022:20] Maar Gij, HEERE H7368 H8799 ! wees niet verre H360 ; mijn Sterkte H2363 H8798 ! haast U H5833 tot mijn hulp.
  20 H5337 H8685 [022:21] Red H5315 mijn ziel H2719 van het zwaard H3173 , mijn eenzame H3027 van het geweld H3611 des honds.
  21 H3467 H8685 [022:22] Verlos H738 mij uit des leeuwen H6310 muil H6030 H8804 ; en verhoor H7161 mij van de hoornen H7214 der eenhoornen.
  22 H8034 [022:23] Zo zal ik Uw Naam H251 mijn broederen H5608 H8762 vertellen H8432 ; in het midden H6951 der gemeente H1984 H8762 zal ik U prijzen.
  23 H3068 [022:24] Gij, die den HEERE H3373 vreest H1984 H8761 ! prijst H2233 Hem; al gij zaad H3290 van Jakob H3513 H8761 ! vereert H1481 H8798 Hem; en ontziet u H2233 voor Hem, al gij zaad H3478 van Israel!
  24 H959 H8804 [022:25] Want Hij heeft niet veracht H8262 H8765 , noch verfoeid H6039 de verdrukking H6041 des verdrukten H6440 , noch Zijn aangezicht H5641 H8689 voor hem verborgen H8085 H8804 ; maar Hij heeft gehoord H7768 H8763 , als die tot Hem riep.
  25 H8416 [022:26] Van U zal mijn lof H7227 zijn in een grote H6951 gemeente H5088 ; ik zal mijn geloften H7999 H8762 betalen H3373 in tegenwoordigheid dergenen, die Hem vrezen.
  26 H6035 [022:27] De zachtmoedigen H398 H8799 zullen eten H7646 H8799 en verzadigd worden H3068 ; zij zullen den HEERE H1984 H8762 prijzen H1875 H8802 , die Hem zoeken H3824 ; ulieder hart H5703 zal in eeuwigheid H2421 H8799 leven.
  27 H657 [022:28] Alle einden H776 der aarde H2142 H8799 zullen het gedenken H3068 , en zich tot den HEERE H7725 H8799 bekeren H4940 ; en alle geslachten H1471 der heidenen H6440 zullen voor Uw aangezicht H7812 H8691 aanbidden.
  28 H4410 [022:29] Want het koninkrijk H3068 is des HEEREN H4910 H8802 , en Hij heerst H1471 onder de heidenen.
  29 H1879 [022:30] Alle vetten H776 op aarde H398 H8804 zullen eten H7812 H8691 , en aanbidden H6083 ; allen, die in het stof H3381 H8802 nederdalen H6440 , zullen voor Zijn aangezicht H3766 H8799 nederbukken H5315 ; en die zijn ziel H2421 H8765 bij het leven niet kan houden.
  30 H2233 [022:31] Het zaad H5647 H8799 zal Hem dienen H136 ; het zal den HEERE H5608 H8792 aangeschreven worden H1755 tot in geslachten.
  31 H935 H8799 [022:32] Zij zullen aankomen H6666 , en Zijn gerechtigheid H5046 H8686 verkondigen H5971 den volke H3205 H8737 , dat geboren wordt H6213 H8804 , omdat Hij het gedaan heeft.
23
  1 H4210 Een psalm H1732 van David H3068 . De HEERE H7462 H8802 is mijn Herder H2637 H8799 , mij zal niets ontbreken.
  2 H7257 H8686 Hij doet mij nederliggen H1877 in grazige H4999 weiden H5095 H8762 ; Hij voert mij zachtjes H4496 aan zeer stille H4325 wateren.
  3 H7725 H8787 Hij verkwikt H5315 mijn ziel H5148 H8686 ; Hij leidt H4570 mij in het spoor H6664 der gerechtigheid H8034 , om Zijns Naams wil.
  4 H3212 H8799 Al ging ik H1516 ook in een dal H6757 der schaduw des doods H7451 , ik zou geen kwaad H3372 H8799 vrezen H7626 , want Gij zijt met mij; Uw stok H4938 en Uw staf H5162 H8762 , die vertroosten mij.
  5 H6186 H0 Gij richt H7979 de tafel H6186 H8799 toe H6440 voor mijn aangezicht H6887 H8802 , tegenover mijn tegenpartijders H1878 H0 ; Gij maakt H7218 mijn hoofd H1878 H8765 vet H8081 met olie H3563 , mijn beker H7310 is overvloeiende.
  6 H2896 Immers zullen mij het goede H2617 en de weldadigheid H7291 H8799 volgen H3117 al de dagen H2416 mijns levens H1004 ; en ik zal in het huis H3068 des HEEREN H3427 H8804 blijven H753 in lengte van dagen.
24
  1 H4210 Een psalm H1732 van David H776 . De aarde H3068 is des HEEREN H4393 , mitsgaders haar volheid H8398 , de wereld H3427 H8802 , en die daarin wonen.
  2 H3245 H8804 Want Hij heeft ze gegrond H3220 op de zeeen H3559 H8787 , en heeft ze gevestigd H5104 op de rivieren.
  3 H5927 H8799 Wie zal klimmen H2022 op den berg H3068 des HEEREN H6965 H8799 , en wie zal staan H4725 in de plaats H6944 Zijner heiligheid?
  4 H5355 Die rein H3709 van handen H1249 , en zuiver H3824 van hart H5315 is, die zijn ziel H5375 H8804 niet opheft H7723 tot ijdelheid H4820 , en die niet bedriegelijk H7650 H8738 zweert;
  5 H1293 Die zal den zegen H5375 H8799 ontvangen H3068 van den HEERE H6666 , en gerechtigheid H430 van den God H3468 zijns heils.
  6 H1755 Dat is het geslacht H1875 H8802 dergenen, die naar Hem vragen H6440 , die Uw aangezicht H1245 H8764 zoeken H3290 , [dat] is Jakob H5542 ! Sela.
  7 H5375 H8798 Heft H7218 uw hoofden H8179 op, gij poorten H5375 H8734 , en verheft u H5769 , gij eeuwige H6607 deuren H4428 , opdat de Koning H3519 der ere H935 H8799 inga!
  8 H4428 Wie is de Koning H3519 der ere H3068 ? De HEERE H5808 , sterk H1368 en geweldig H3068 , de HEERE H1368 , geweldig H4421 in den strijd.
  9 H5375 H8798 Heft H7218 uw hoofden H8179 op, gij poorten H5375 H8798 , ja, heft op H5769 , gij eeuwige H6607 deuren H4428 ! opdat de Koning H3519 der ere H935 H8799 inga!
  10 H4428 Wie is Hij, deze Koning H3519 der ere H3068 ? De HEERE H6635 der heirscharen H4428 , Die is de Koning H3519 der ere H5542 . Sela.
25
  1 H1732 [Een] [psalm] van David H3068 . [Aleph]. Tot U, o HEERE H5375 H8799 ! hef ik H5315 mijn ziel op.
  2 H430 [Beth]. Mijn God H982 H8804 ! op U vertrouw ik H954 H8799 ; laat mij niet beschaamd worden H341 H8802 ; laat mijn vijanden H5970 H8799 niet van vreugde opspringen over mij.
  3 H6960 H8802 [Gimel]. Ja, allen, die U verwachten H954 H8799 , zullen niet beschaamd worden H954 H8799 ; zij zullen beschaamd worden H898 H8802 , die trouwelooslijk handelen H7387 zonder oorzaak.
  4 H3068 [Daleth]. HEERE H3045 H0 ! maak H1870 mij Uw wegen H3045 H8685 bekend H3925 H8761 , leer H734 mij Uw paden.
  5 H1869 H8685 [He]. [Vau]. Leid H571 mij in Uw waarheid H3925 H8761 , en leer H430 mij, want Gij zijt de God H3468 mijns heils H6960 H8765 ; U verwacht ik H3117 den gansen dag.
  6 H2142 H8798 [Zain]. Gedenk H3068 , HEERE H7356 ! Uwer barmhartigheden H2617 en Uwer goedertierenheden H5769 , want die zijn van eeuwigheid.
  7 H2142 H8799 [Cheth]. Gedenk H2403 niet der zonden H5271 mijner jonkheid H6588 , noch mijner overtredingen H2142 H8798 ; gedenk H2617 mijner naar Uw goedertierenheid H2898 , om Uwer goedheid H3068 wil, o HEERE!
  8 H3068 [Teth]. De HEERE H2896 is goed H3477 en recht H2400 ; daarom zal Hij de zondaars H3384 H8686 onderwijzen H1870 in den weg.
  9 H6035 [Jod]. Hij zal de zachtmoedigen H1869 H8686 leiden H4941 in het recht H6035 , en Hij zal den zachtmoedigen H1870 Zijn weg H3925 H8762 leren.
  10 H734 [Caph]. Alle paden H3068 des HEEREN H2617 zijn goedertierenheid H571 en waarheid H1285 , dengenen, die Zijn verbond H5713 en Zijn getuigenissen H5341 H8802 bewaren.
  11 H8034 [Lamed]. Om Uws Naams H3068 wil, HEERE H5545 H8804 ! zo vergeef H5771 mijn ongerechtigheid H7227 , want die is groot.
  12 H376 [Mem]. Wie is de man H3068 , die den HEERE H3373 vreest H3384 H8686 ? Hij zal hem onderwijzen H1870 in den weg H977 H8799 , [dien] hij zal hebben te verkiezen.
  13 H5315 [Nun]. Zijn ziel H3885 H8799 zal vernachten H2896 in het goede H2233 , en zijn zaad H776 zal de aarde H3423 H8799 beerven.
  14 H5475 [Samech]. De verborgenheid H3068 des HEEREN H3373 is voor degenen, die Hem vrezen H1285 ; en Zijn verbond H3045 H8687 , om hun [die] bekend te maken.
  15 H5869 [Ain]. Mijn ogen H8548 zijn geduriglijk H3068 op den HEERE H7272 , want Hij zal mijn voeten H7568 uit het net H3318 H8686 uitvoeren.
  16 H6437 H8798 [Pe]. Wend U H2603 H8798 tot mij, en wees mij genadig H3173 , want ik ben eenzaam H6041 en ellendig.
  17 H6869 [Tsade]. De benauwdheden H3824 mijns harten H7337 H8689 hebben zich wijd uitgestrekt H3318 H8685 ; voer mij uit H4691 mijn noden.
  18 H7200 H8798 [Resch]. Aanzie H6040 mijn ellende H5999 , en mijn moeite H5375 H8798 , en neem weg H2403 al mijn zonden.
  19 H7200 H8798 [Resch]. Aanzie H341 H8802 mijn vijanden H7231 H8804 , want zij vermenigvuldigen H8130 H8804 , en zij haten H2555 mij met een wreveligen H8135 haat.
  20 H8104 H8798 [Schin]. Bewaar H5315 mijn ziel H5337 H8685 , en red H954 H8799 mij; laat mij niet beschaamd worden H2620 H8804 , want ik betrouw op U.
  21 H8537 [Thau]. Laat oprechtigheid H3476 en vroomheid H5341 H8799 mij behoeden H6960 H8765 , want ik verwacht U.
  22 H430 O God H6299 H8798 ! verlos H3478 Israel H6869 uit al zijn benauwdheden.
26
  1 H1732 [Een] [psalm] van David H8199 H8798 ! Doe mij recht H3068 , HEERE H1980 H8804 ! want ik wandel H8537 in mijn oprechtigheid H982 H8804 ; en ik vertrouw H3068 op den HEERE H4571 H8799 , ik zal niet wankelen.
  2 H974 H8798 Proef H3068 mij, HEERE H5254 H8761 , en verzoek H6884 H8798 mij; toets H3629 mijn nieren H3820 en mijn hart.
  3 H2617 Want Uw goedertierenheid H5869 is voor mijn ogen H1980 H8694 , en ik wandel H571 in Uw waarheid.
  4 H3427 H8804 Ik zit H7723 niet bij ijdele H4962 lieden H5956 H8737 , en met bedekte lieden H935 H8799 ga ik niet om.
  5 H8130 H8804 Ik haat H6951 de vergadering H7489 H8688 der boosdoeners H7563 , en bij de goddelozen H3427 H8799 zit ik niet.
  6 H7364 H8799 Ik was H3709 mijn handen H5356 in onschuld H5437 H8779 , en ik ga rondom H4196 uw altaar H3068 , o HEERE!
  7 H8085 H8687 Om te doen horen H6963 de stem H8426 des lofs H5608 H8763 , en om te vertellen H6381 H8737 al Uw wonderen.
  8 H3068 HEERE H157 H8804 ! ik heb lief H4583 de woning H1004 van Uw huis H4725 , en de plaats H4908 des tabernakels H3519 Uwer eer.
  9 H622 H0 Raap H5315 mijn ziel H622 H8799 niet weg H2400 met de zondaren H2416 , noch mijn leven H582 met de mannen H1818 des bloeds;
  10 H3027 In welker handen H2154 schandelijk bedrijf H3225 is, en welker rechterhand H4390 H8804 vol H7810 geschenken is.
  11 H3212 H8799 Maar ik wandel H8537 in mijn oprechtigheid H6299 H8798 , verlos H2603 H8798 mij [dan] en wees mij genadig.
  12 H7272 Mijn voet H5975 H8804 staat H4334 op effen baan H3068 ; ik zal den HEERE H1288 H8762 loven H4721 in de vergaderingen.
27
  1 H1732 [Een] [psalm] van David H3068 . De HEERE H216 is mijn Licht H3468 en mijn Heil H3372 H8799 , voor wien zou ik vrezen H3068 ? De HEERE H2416 is mijns levens H4581 kracht H6342 H8799 , voor wien zou ik vervaard zijn?
  2 H7489 H8688 Als de bozen H6862 , mijn tegenpartijen H341 H8802 , en mijn vijanden H7126 H8800 tegen mij, tot mij naderden H1320 , om mijn vlees H398 H8800 te eten H3782 H8804 , stieten zij zelven aan H5307 H8804 , en vielen.
  3 H4264 Ofschoon mij een leger H2583 H8799 belegerde H3820 , mijn hart H3372 H8799 zou niet vrezen H4421 ; ofschoon een oorlog H6965 H8799 tegen mij opstond H982 H8802 , zo vertrouw ik hierop.
  4 H259 Een H3068 ding heb ik van den HEERE H7592 H8804 begeerd H1245 H8762 , dat zal ik zoeken H3117 : dat ik al de dagen H2416 mijns levens H3427 H8800 mocht wonen H1004 in het huis H3068 des HEEREN H5278 , om de liefelijkheid H3068 des HEEREN H2372 H8800 te aanschouwen H1239 H8763 , en te onderzoeken H1964 in Zijn tempel.
  5 H6845 H8799 Want Hij versteekt H5520 mij in Zijn hut H3117 , ten dage H7451 des kwaads H5641 H8686 ; Hij verbergt H5643 mij in het verborgene H168 Zijner tent H7311 H8787 ; Hij verhoogt H6697 mij op een rotssteen.
  6 H7218 Ook nu zal mijn hoofd H7311 H8799 verhoogd worden H341 H8802 boven mijn vijanden H5439 , die rondom H168 mij zijn, en ik zal in Zijn tent H2077 offeranden H8643 des geklanks H2076 H8799 offeren H7891 H8799 ; ik zal zingen H2167 H8762 , ja, psalmzingen H3068 den HEERE.
  7 H8085 H8798 Hoor H3068 , HEERE H6963 ! mijn stem H7121 H8799 , [als] ik roep H2603 H8798 ; en wees mij genadig H6030 H8798 , en antwoord mij.
  8 H3820 Mijn hart H559 H8804 zegt H1245 H8761 tot U: [Gij] [zegt]: Zoek H6440 Mijn aangezicht H1245 H8762 ; ik zoek H6440 Uw aangezicht H3068 , o HEERE!
  9 H5641 H8686 Verberg H6440 Uw aangezicht H5186 H0 niet voor mij, keer H5650 Uw knecht H5186 H8686 niet af H639 in toorn H5833 ; Gij zijt mijn Hulp H5203 H8799 geweest, begeef H5800 H8799 mij niet, en verlaat H430 mij niet, o God H3468 mijns heils!
  10 H1 Want mijn vader H517 en mijn moeder H5800 H8804 hebben mij verlaten H3068 , maar de HEERE H622 H8799 zal mij aannemen.
  11 H3068 HEERE H3384 H8685 ! leer H1870 mij Uw weg H5148 H8798 , en leid H4334 mij in het rechte H734 pad H8324 H8802 , om mijner verspieders wil.
  12 H5414 H8799 Geef mij niet over H5315 in de begeerte H6862 mijner tegenpartijders H8267 ; want valse H5707 getuigen H6965 H8804 zijn tegen mij opgestaan H2555 , mitsgaders die wrevel H3307 uitblaast.
  13 H3884 Zo ik niet H539 H8689 had geloofd H2898 , dat ik het goede H3068 des HEEREN H7200 H8800 zou zien H776 in het land H2416 der levenden, [ik] [ware] [vergaan].
  14 H6960 H8761 Wacht H3068 op den HEERE H2388 H8798 , zijt sterk H3820 , en Hij zal uw hart H553 H8686 versterken H6960 H8761 , ja, wacht H3068 op den HEERE.
28
  1 H1732 [Een] [psalm] van David H7121 H8799 . Tot U roep ik H3068 , HEERE H6697 ! mijn Rotssteen H2814 H8799 , houd U niet als doof H2790 H8799 van mij af; opdat ik niet, [zo] Gij U van mij stil houdt H4911 H8738 , vergeleken worde H953 met degenen, die in den kuil H3381 H8802 nederdalen.
  2 H8085 H8798 Hoor H6963 de stem H8469 mijner smekingen H7768 H8763 , als ik tot U roep H3027 , als ik mijn handen H5375 H8800 ophef H1687 naar de aanspraakplaats H6944 Uwer heiligheid.
  3 H4900 H8799 Trek mij niet weg H7563 met de goddelozen H6466 H8802 , en met de werkers H205 der ongerechtigheid H7965 , die van vrede H1696 H8802 spreken H7453 met hun naasten H7451 , maar kwaad H3824 is in hun hart.
  4 H5414 H8798 Geef H6467 hun naar hun doen H7455 , en naar de boosheid H4611 hunner handelingen H5414 H8798 ; geef H3027 hun naar hunner handen H4639 werk H1576 ; doe hun vergelding H7725 H8685 tot hen wederkeren.
  5 H995 H8799 Omdat zij niet letten H6468 op de daden H3068 des HEEREN H4639 , noch op het werk H3027 Zijner handen H2040 H8799 , zo zal Hij hen afbreken H1129 H8799 en zal hen niet bouwen.
  6 H1288 H8803 Geloofd H3068 zij de HEERE H6963 , want Hij heeft de stem H8469 mijner smekingen H8085 H8804 gehoord.
  7 H3068 De HEERE H5797 is mijn Sterkte H4043 en mijn Schild H3820 ; op Hem heeft mijn hart H982 H8804 vertrouwd H5826 H8738 , en ik ben geholpen H5937 H0 ; dies springt H3820 mijn hart H5937 H8799 van vreugde H7892 , en ik zal Hem met mijn gezang H3034 H8686 loven.
  8 H3068 De HEERE H5797 is hunlieder Sterkte H4581 , en Hij is de Sterkheid H3444 der verlossingen H4899 Zijns Gezalfden.
  9 H3467 H8685 Verlos H5971 Uw volk H1288 H8761 , en zegen H5159 Uw erve H7462 H8798 , en weid H5375 H8761 hen, en verhef H5769 hen tot in eeuwigheid.
29
  1 H4210 Een psalm H1732 van David H3051 H8798 . Geeft H3068 den HEERE H1121 , gij kinderen H410 der machtigen H3051 H8798 ! geeft H3068 den HEERE H3519 eer H5797 en sterkte.
  2 H3051 H8798 Geeft H3068 den HEERE H3519 de eer H8034 Zijns Naams H7812 H8690 , aanbidt H3068 den HEERE H1927 in de heerlijkheid H6944 des heiligdoms.
  3 H6963 De stem H3068 des HEEREN H4325 is op de wateren H410 , de God H3519 der ere H7481 H8689 dondert H3068 ; de HEERE H7227 is op de grote H4325 wateren.
  4 H6963 De stem H3068 des HEEREN H3581 is met kracht H6963 , de stem H3068 des HEEREN H1926 is met heerlijkheid.
  5 H6963 De stem H3068 des HEEREN H7665 H8799 breekt H730 de cederen H3068 ; ja, de HEERE H7665 H8762 verbreekt H730 de cederen H3844 van Libanon.
  6 H7540 H8686 En Hij doet ze huppelen H5695 als een kalf H3844 , den Libanon H8303 en Sirjon H1121 als een jongen H7214 eenhoorn.
  7 H6963 De stem H3068 des HEEREN H2672 H8802 houwt H3852 er vlammen H784 vuurs uit.
  8 H6963 De stem H3068 des HEEREN H4057 doet de woestijn H2342 H8799 beven H3068 ; de HEERE H4057 doet de woestijn H6946 Kades H2342 H8799 beven.
  9 H6963 De stem H3068 des HEEREN H355 doet de hinden H2342 H8787 jongen werpen H2834 H8799 , en ontbloot H3295 de wouden H1964 ; maar in Zijn tempel H559 H8802 zegt H3519 [Hem] een iegelijk eer.
  10 H3068 De HEERE H3427 H8804 heeft gezeten H3999 over den watervloed H3068 ; ja, de HEERE H3427 H8799 zit H4428 , Koning H5769 in eeuwigheid.
  11 H3068 De HEERE H5971 zal Zijn volk H5797 sterkte H5414 H8799 geven H3068 ; de HEERE H5971 zal Zijn volk H1288 H8762 zegenen H7965 met vrede.
30
  1 H4210 Een psalm H7892 , een lied H2598 der inwijding H1732 van Davids H1004 huis H7311 H8787 . [030:2] Ik zal U verhogen H3068 , HEERE H1802 H8765 , want Gij hebt mij opgetrokken H341 H8802 , en mijn vijanden H8055 H8765 over mij niet verblijd.
  2 H3068 [030:3] HEERE H430 , mijn God H7768 H8765 ! ik heb tot U geroepen H7495 H8799 , en Gij hebt mij genezen.
  3 H3068 [030:4] HEERE H5315 ! Gij hebt mijn ziel H7585 uit het graf H5927 H8689 opgevoerd H2421 H8765 ; Gij hebt mij bij het leven behouden H953 , dat ik in den kuil H3381 H8800 H8675 H3381 H8802 niet ben nedergedaald.
  4 H2167 H8761 [030:5] Psalmzingt H3068 den HEERE H2623 , gij Zijn gunstgenoten H3034 H8685 ! en zegt lof H2143 ter gedachtenis H6944 Zijner heiligheid.
  5 H7281 [030:6] Want een ogenblik H639 is er in Zijn toorn H2416 , [maar] een leven H7522 in Zijn goedgunstigheid H6153 ; des avonds H3885 H8799 vernacht H1065 het geween H1242 , maar des morgens H7440 is er gejuich.
  6 H559 H8804 [030:7] Ik zeide H7959 wel in mijn voorspoed H4131 H8735 : Ik zal niet wankelen H5769 in eeuwigheid.
  7 H3068 [030:8] [Want], HEERE H2042 ! Gij hadt mijn berg H7522 door Uw goedgunstigheid H5975 H8689 H5797 vastgezet H6440 ; [maar] [toen] Gij Uw aangezicht H5641 H8689 verborgt H926 H8737 , werd ik verschrikt.
  8 H3068 [030:9] Tot U, HEERE H7121 H8799 ! riep ik H2603 H8691 , en ik smeekte H3068 tot den HEERE:
  9 H1215 [030:10] Wat gewin H1818 is er in mijn bloed H3381 H8800 , in mijn nederdalen H7845 tot de groeve H6083 ? Zal U het stof H3034 H8686 loven H571 ? Zal het Uw waarheid H5046 H8686 verkondigen?
  10 H8085 H8798 [030:11] Hoor H3068 , HEERE H2603 H8798 ! en wees mij genadig H3068 ; HEERE H5826 H8802 ! wees mij een Helper.
  11 H4553 [030:12] Gij hebt mij mijn weeklage H2015 H8804 veranderd H4234 in een rei H8242 ; Gij hebt mijn zak H6605 H8765 ontbonden H8057 , en mij met blijdschap H247 H8762 omgord;
  12 H3519 [030:13] Opdat [mijn] eer H2167 H8762 U psalmzinge H1826 H8799 , en niet zwijge H3068 . HEERE H430 , mijn God H5769 ! in eeuwigheid H3034 H8686 zal ik U loven.