DSV_Strongs(i)
1
H5329 H8764
Voor den opperzangmeester
H1732
, [een] [psalm] van David
H5650
, den knecht
H3068
des HEEREN
H1697
, die de woorden
H7892
dezes lieds
H3068
tot den HEERE
H1696 H8765
gesproken heeft
H3117
, ten dage
H3068
, als hem de HEERE
H5337 H8689
gered had
H3709
uit de hand
H341 H8802
van al zijn vijanden
H3027
, en uit de hand
H7586
van Saul
H559 H8799
. [018:2] Hij zeide
H7355 H8799
dan: Ik zal U hartelijk liefhebben
H3068
, HEERE
H2391
, mijn Sterkte!
2
H3068
[018:3] De HEERE
H5553
is mijn Steenrots
H4686
, en mijn Burg
H6403 H8764
, en mijn Uithelper
H410
; mijn God
H6697
, mijn Rots
H2620 H8799
, op Welken ik betrouw
H4043
; mijn Schild
H7161
, en de Hoorn
H3468
mijns heils
H4869
, mijn Hoog Vertrek.
3
H7121 H8799
[018:4] Ik riep
H3068
den HEERE
H1984 H8794
aan, die te prijzen is
H3467 H8735
, en werd verlost
H341 H8802
van mijn vijanden.
4
H2256
[018:5] Banden
H4194
des doods
H661 H8804
hadden mij omvangen
H5158
, en beken
H1100
Belials
H1204 H8762
verschrikten mij.
5
H2256
[018:6] Banden
H7585
der hel
H5437 H8804
omringden
H4170
mij, strikken
H4194
des doods
H6923 H8765
bejegenden mij.
6
H6862
[018:7] Als mij bange
H7121 H8799
was, riep ik
H3068
den HEERE
H7768 H8762
aan, en riep
H430
tot mijn God
H8085 H8799
; Hij hoorde
H6963
mijn stem
H1964
uit Zijn paleis
H7775
, en mijn geroep
H6440
voor Zijn aangezicht
H935 H8799
kwam
H241
in Zijn oren.
7
H1607 H8799
[018:8] Toen daverde
H7493 H8799
en beefde
H776
de aarde
H4146
, en de gronden
H2022
der bergen
H7264 H8799
beroerden zich
H1607 H8691
en daverden
H2734 H8804
, omdat Hij ontstoken was.
8
H6227
[018:9] Rook
H5927 H8804
ging op
H639
van Zijn neus
H784
, en een vuur
H6310
uit Zijn mond
H398 H8799
verteerde
H1513
; kolen
H1197 H8804
werden daarvan aangestoken.
9
H5186 H8799
[018:10] En Hij boog
H8064
den hemel
H3381 H8799
, en daalde neder
H6205
, en donkerheid
H7272
was onder Zijn voeten.
10
H7392 H8799
[018:11] En Hij voer
H3742
op een cherub
H5774 H8799
, en vloog
H1675 H8799
; ja, Hij vloog snellijk
H3671
op de vleugelen
H7307
des winds.
11
H2822
[018:12] Duisternis
H7896 H8799
zette Hij
H5643
tot Zijn verberging
H5439
; rondom
H5521
Hem was Zijn tent
H2824
, duisterheid
H4325
der wateren
H5645
, wolken
H7834
des hemels.
12
H5051
[018:13] Van den glans
H5674 H8804
, die voor Hem was, dreven
H5645
Zijn wolken
H1259
daarhenen, hagel
H784
en vurige
H1513
kolen.
13
H3068
[018:14] En de HEERE
H7481 H8686
donderde
H8064
in den hemel
H5945
, en de Allerhoogste
H5414 H8799
gaf
H6963
Zijn stem
H1259
, hagel
H784
en vurige
H1513
kolen.
14
H7971 H8799
[018:15] En Hij zond
H2671
Zijn pijlen
H6327 H8686
uit, en verstrooide
H7232 H8804
ze; en Hij vermenigvuldigde
H1300
de bliksemen
H2000 H8799
, en verschrikte ze.
15
H650
[018:16] En de diepe kolken
H4325
der wateren
H7200 H8735
werden gezien
H4146
, en de gronden
H8398
der wereld
H1540 H8735
werden ontdekt
H1606
, van Uw schelden
H3068
, o HEERE
H5397
! van het geblaas
H7307
des winds
H639
van Uw neus.
16
H7971 H8799
[018:17] Hij zond
H4791
van de hoogte
H3947 H8799
, Hij nam
H4871 H8686
mij, Hij trok
H7227
mij op uit grote
H4325
wateren.
17
H5337 H8686
[018:18] Hij verloste
H5794
mij van mijn sterken
H341 H8802
vijand
H8130 H8802
, en van mijn haters
H553 H8804
, omdat zij machtiger waren dan ik.
18
H6923 H8762
[018:19] Zij hadden mij bejegend
H3117
ten dage
H343
mijns ongevals
H3068
; maar de HEERE
H4937
was mij tot een Steunsel.
19
H3318 H8686
[018:20] En Hij voerde
H4800
mij uit in de ruimte
H2502 H8762
, Hij rukte
H2654 H8804
mij uit, want Hij had lust aan mij.
20
H3068
[018:21] De HEERE
H1580 H8799
vergold
H6664
mij naar mijn gerechtigheid
H7725 H8686
, Hij gaf mij weder
H1252
naar de reinigheid
H3027
mijner handen.
21
H3068
[018:22] Want ik heb des HEEREN
H1870
wegen
H8104 H8804
gehouden
H430
, en ben van mijn God
H7561 H8804
niet goddelooslijk afgegaan.
22
H4941
[018:23] Want al Zijn rechten
H2708
waren voor mij, en Zijn inzettingen
H5493 H8686
deed ik niet van mij weg.
23
H8549
[018:24] Maar ik was oprecht
H8104 H8691
bij Hem, en ik wachtte mij
H5771
voor mijn ongerechtigheid.
24
H7725 H0
[018:25] Zo gaf
H3068
mij de HEERE
H7725 H8686
weder
H6664
naar mijn gerechtigheid
H1252
, naar de reinigheid
H3027
mijner handen
H5869
, voor Zijn ogen.
25
H2623
[018:26] Bij den goedertierene
H2616 H8691
houdt Gij U goedertieren
H8549
, bij den oprechten
H1399
man
H8552 H8691
houdt Gij U oprecht.
26
H1305 H8737
[018:27] Bij den reine
H1305 H8691
houdt Gij U rein
H6141
, maar bij den verkeerde
H6617 H8691
bewijst Gij U een Worstelaar.
27
H3467 H8686
[018:28] Want Gij verlost
H6041
het bedrukte
H5971
volk
H7311 H8802
, maar de hoge
H5869
ogen
H8213 H8686
vernedert Gij.
28
H5216
[018:29] Want Gij doet mijn lamp
H215 H8686
lichten
H3068
; de HEERE
H430
, mijn God
H2822
, doet mijn duisternis
H5050 H8686
opklaren.
29
H7323 H8799
[018:30] Want met U loop ik
H1416
door een bende
H430
, en met mijn God
H1801 H8762
spring ik
H7791
over een muur.
30
H410
[018:31] Gods
H1870
weg
H8549
is volmaakt
H565
; de rede
H3068
des HEEREN
H6884 H8803
is doorlouterd
H4043
; Hij is een Schild
H2620 H8802
allen, die op Hem betrouwen.
31
H433
[018:32] Want wie is God
H1107
, behalve
H3068
de HEERE
H6697
? En wie is een Rotssteen
H2108
, dan alleen
H430
onze God?
32
H410
[018:33] Het is God
H2428
, die mij met kracht
H247 H8764
omgordt
H1870
; en Hij heeft mijn weg
H8549
volkomen
H5414 H8799
gemaakt.
33
H7737 H8764
[018:34] Hij maakt
H7272
mijn voeten
H355
gelijk als der hinden
H5975 H8686
, en Hij stelt
H1116
mij op mijn hoogten.
34
H3925 H8764
[018:35] Hij leert
H3027
mijn handen
H4421
ten strijde
H5154
, zodat een stalen
H7198
boog
H2220
met mijn armen
H5181 H8765
verbroken is.
35
H4043
[018:36] Ook hebt Gij mij het schild
H3468
Uws heils
H5414 H8799
gegeven
H3225
, en Uw rechterhand
H5582 H8799
heeft mij ondersteund
H6037
, en Uw zachtmoedigheid
H7235 H8686
heeft mij groot gemaakt.
36
H6806
[018:37] Gij hebt mijn voetstap
H7337 H8686
ruim gemaakt
H7166
onder mij, en mijn enkelen
H4571 H8804
hebben niet gewankeld.
37
H7291 H8799
[018:38] Ik vervolgde
H341 H8802
mijn vijanden
H5381 H8686
, en trof
H7725 H8799
hen aan; en ik keerde niet weder
H3615 H8763
, totdat ik hen verdaan had.
38
H4272 H8799
[018:39] Ik doorstak
H3201 H8799
hen, dat zij niet weder konden
H6965 H8800
opstaan
H5307 H8799
; zij vielen
H7272
onder mijn voeten.
39
H247 H8762
[018:40] Want Gij omgorddet
H2428
mij met kracht
H4421
ten strijde
H3766 H8686
; Gij deedt onder mij nederbukken
H6965 H8801
, die tegen mij opstonden.
40
H5414 H8804
[018:41] En Gij gaaft
H6203
mij den nek
H341 H8802
mijner vijanden
H8130 H8764
, en mijn haters
H6789 H8686
, die vernielde ik.
41
H7768 H8762
[018:42] Zij riepen
H3467 H8688
, maar er was geen verlosser
H3068
; tot den HEERE
H6030 H8804
, maar Hij antwoordde hun niet.
42
H7833 H8799
[018:43] Toen vergruisde ik
H6083
hen als stof
H6440
voor
H7307
den wind
H7324 H8686
; ik ruimde hen weg
H2916
als slijk
H2351
der straten.
43
H6403 H8762
[018:44] Gij hebt mij uitgeholpen
H7379
van de twisten
H5971
des volks
H7760 H8799
; Gij hebt mij gesteld
H7218
tot een hoofd
H1471
der heidenen
H5971
; het volk
H3045 H8804
, [dat] ik niet kende
H5647 H8799
, heeft mij gediend.
44
H241
[018:45] Zo haast als [hun] oor
H8088
[van] [mij] hoorde
H8085 H8735
, hebben zij mij gehoorzaamd
H1121 H5236
; vreemden
H3584 H8762
hebben zich mij geveinsdelijk onderworpen.
45
H1121 H5236
[018:46] Vreemden
H5034 H8799
zijn vervallen
H2727 H8799
, en hebben gesidderd
H4526
uit hun sloten.
46
H3068
[018:47] De HEERE
H2416
leeft
H1288 H8803
, en geloofd zij
H6697
mijn Rotssteen
H7311 H8799
, en verhoogd zij
H430
de God
H3468
mijns heils!
47
H410
[018:48] De God
H5360
, Die mij volkomen wraak
H5414 H8802
geeft
H5971
, en de volken
H1696 H8686
onder mij brengt;
48
H6403 H8764
[018:49] Die mij uithelpt
H341 H8802
van mijn vijanden
H7311 H8787
; ja, Gij verhoogt
H6965 H8801
mij boven degenen, die tegen mij opstaan
H5337 H8686
; Gij redt
H376
mij van den man
H2555
des gewelds.
49
H3068
[018:50] Daarom zal ik U, o HEERE
H3034 H8686
! loven
H1471
onder de heidenen
H8034
; en Uw Naam
H2167 H8762
zal ik psalmzingen;
50
H3444
[018:51] Die de verlossingen
H4428
Zijns konings
H1431 H8688
groot maakt
H2617
, en goedertierenheid
H6213 H8802
doet
H4899
aan Zijn gezalfde
H1732
, aan David
H2233
en aan zijn zaad
H5704
tot
H5769
in eeuwigheid.
19
1
H4210
Een psalm
H1732
van David
H5329 H8764
, voor den opperzangmeester
H8064
. [019:2] De hemelen
H5608 H8764
vertellen
H410
Gods
H3519
eer
H7549
, en het uitspansel
H5046 H8688
verkondigt
H3027
Zijner handen
H4639
werk.
2
H3117
[019:3] De dag
H3117
aan den dag
H5042 H0
stort
H562
overvloediglijk spraak
H5042 H8686
uit
H3915
, en de nacht
H3915
aan den nacht
H2331 H8762
toont
H1847
wetenschap.
3
H562
[019:4] Geen spraak
H1697
, en geen woorden
H6963
zijn er, waar hun stem
H8085 H8738
niet wordt gehoord.
4
H6957
[019:5] Hun richtsnoer
H3318 H8804
gaat uit
H776
over de ganse aarde
H4405
, en hun redenen
H7097
aan het einde
H8398
der wereld
H168
; Hij heeft in dezelve een tent
H7760 H8804
gesteld
H8121
voor de zon.
5
H2860
[019:6] En die is als een bruidegom
H3318 H8802
, uitgaande
H2646
uit zijn slaapkamer
H7797 H8799
; zij is vrolijk
H1368
als een held
H734
, om het pad
H7323 H8800
te lopen.
6
H4161
[019:7] Haar uitgang
H7097
is van het einde
H8064
des hemels
H8622
, en haar omloop
H7098
tot aan de einden
H5641 H8737
deszelven; en niets is verborgen
H2535
voor haar hitte.
7
H8451
[019:8] De wet
H3068
des HEEREN
H8549
is volmaakt
H7725 H8688
, bekerende
H5315
de ziel
H5715
; de getuigenis
H3068
des HEEREN
H539 H8737
is gewis
H6612
, den slechten
H2449 H8688
wijsheid gevende.
8
H6490
[019:9] De bevelen
H3068
des HEEREN
H3477
zijn recht
H8055 H8764
, verblijdende
H3820
het hart
H4687
; het gebod
H3068
des HEEREN
H1249
is zuiver
H215 H8688
, verlichtende
H5869
de ogen.
9
H3374
[019:10] De vreze
H3068
des HEEREN
H2889
is rein
H5975 H8802
, bestaande
H5703
tot in eeuwigheid
H4941
, de rechten
H3068
des HEEREN
H571
zijn waarheid
H3162
, samen
H6663 H8804
zijn zij rechtvaardig.
10
H2530 H8737
[019:11] Zij zijn begeerlijker
H2091
dan goud
H7227
, ja, dan veel
H6337
fijn goud
H4966
; en zoeter
H1706
dan honig
H5317 H6688
en honigzeem.
11
H5650
[019:12] Ook wordt Uw knecht
H2094 H8737
door dezelve klaarlijk vermaand
H8104 H8800
; in het houden
H7227
van die is grote
H6118
loon.
12
H7691
[019:13] Wie zou de afdwalingen
H995 H8799
verstaan
H5352 H8761
? Reinig
H5641 H8737
mij van de verborgene [afdwalingen].
13
H2820 H0
[019:14] Houd
H5650
Uw knecht
H2820 H8798
ook terug
H2086
van trotsheden
H4910 H8799
; laat ze niet over mij heersen
H8552 H8799
; dan zal ik oprecht zijn
H5352 H8738
en rein
H7227
van grote
H6588
overtreding.
14
H561
[019:15] Laat de redenen
H6310
mijns monds
H1902
, en de overdenking
H3820
mijns harten
H7522
welbehagelijk
H6440
zijn voor Uw aangezicht
H3068
, o HEERE
H6697
, mijn Rotssteen
H1350 H8802
en mijn Verlosser!
20
1
H4210
Een psalm
H1732
van David
H5329 H8764
, voor den opperzangmeester
H3068
. [020:2] De HEERE
H6030 H8799
verhore
H3117
u in den dag
H6869
der benauwdheid
H8034
; de Naam
H430
van den God
H3290
Jakobs
H7682 H8762
zette u in een hoog vertrek.
2
H7971 H8799
[020:3] Hij zende
H5828
uw hulp
H6944
uit het heiligdom
H5582 H8799
, en ondersteune
H6726
u uit Sion.
3
H2142 H8799
[020:4] Hij gedenke
H4503
al uwer spijsofferen
H1878 H0
, en make
H5930
uw brandoffer
H1878 H8762
tot as
H5542
. Sela.
5
H7442 H8762
[020:6] Wij zullen juichen
H3444
over Uw heil
H1713 H8799
, en de vaandelen opsteken
H8034
in den Naam
H430
onzes Gods
H3068
. De HEERE
H4390 H8762
vervulle
H4862
al uw begeerten.
6
H3045 H8804
[020:7] Alsnu weet ik
H3068
, dat de HEERE
H4899
Zijn Gezalfde
H3467 H8689
behoudt
H6030 H8799
; Hij zal Hem verhoren
H8064
uit den hemel
H6944
Zijner heiligheid
H3468
; het heil
H3225
Zijner rechterhand
H1369
zal zijn met mogendheden.
7
H7393
[020:8] Dezen [vermelden] van wagens
H5483
, en die van paarden
H2142 H8686
; maar wij zullen vermelden
H8034
van den Naam
H3068
des HEEREN
H430
, onzes Gods.
8
H3766 H8804
[020:9] Zij hebben zich gekromd
H5307 H8804
, en zijn gevallen
H6965 H8804
; maar wij zijn gerezen
H5749 H8696
en staande gebleven.
9
H3068
[020:10] O HEERE
H3467 H8685
! behoud
H4428
; die koning
H6030 H8799
verhore
H3117
ons ten dage
H7121 H8800
van ons roepen.
21
1
H4210
Een psalm
H1732
van David
H5329 H8764
, voor den opperzangmeester
H3068
. [021:2] O HEERE
H4428
! de koning
H8055 H8799
is verblijd
H5797
over Uw sterkte
H3966
; en hoezeer
H1523 H8799
is hij verheugd
H3444
over Uw heil!
2
H3820
[021:3] Gij hebt hem zijns harten
H8378
wens
H5414 H8804
gegeven
H782
, en de uitspraak
H8193
zijner lippen
H4513 H8804
hebt Gij niet geweerd
H5542
. Sela.
3
H6923 H8762
[021:4] Want Gij komt hem voor
H1293
met zegeningen
H2896
van het goede
H7218
; op zijn hoofd
H7896 H8799
zet Gij
H5850
een kroon
H6337
van fijn goud.
4
H2416
[021:5] Het leven
H7592 H8804
heeft hij van U begeerd
H5414 H8804
. Gij hebt het hem gegeven
H753
; lengte
H3117
van dagen
H5769
, eeuwiglijk
H5703
en altoos.
5
H1419
[021:6] Groot
H3519
is zijn eer
H3444
door Uw heil
H1935
; majesteit
H1926
en heerlijkheid
H7737 H8762
hebt Gij hem toegevoegd.
6
H7896 H8799
[021:7] Want Gij zet
H1293
hem [tot] zegeningen
H5703
in eeuwigheid
H2302 H8762
; Gij vervrolijkt
H8057
hem door vreugde
H6440
met Uw aangezicht.
7
H4428
[021:8] Want de koning
H982 H8802
vertrouwt
H3068
op den HEERE
H2617
, en door de goedertierenheid
H5945
des Allerhoogsten
H4131 H8735
zal hij niet wankelen.
8
H3027
[021:9] Uw hand
H341 H8802
zal alle vijanden
H4672 H8799
vinden
H3225
; uw rechterhand
H8130 H8802
zal uw haters
H4672 H8799
vinden.
9
H7896 H8799
[021:10] Gij zult hen zetten
H784
als een vurige
H8574
oven
H6256
ter tijd
H6440
uws [toornigen] aangezichts
H3068
; de HEERE
H639
zal hen in Zijn toorn
H1104 H8762
verslinden
H784
, en het vuur
H398 H8799
zal hen verteren.
10
H6529
[021:11] Gij zult hun vrucht
H776
van de aarde
H6 H8762
verdoen
H2233
, en hun zaad
H1121
van de kinderen
H120
der mensen.
11
H7451
[021:12] Want zij hebben kwaad
H5186 H8804
tegen U aangelegd
H4209
; zij hebben een schandelijke daad
H2803 H8804
bedacht
H3201 H8799
, [doch] zullen niets vermogen.
12
H7896 H8799
[021:13] Want Gij zult hen zetten
H7926
tot een wit
H4340
; met Uw pezen
H6440
zult Gij het op hun aangezicht
H3559 H8787
toeleggen.
13
H7311 H8798
[021:14] Verhoog U
H3068
, HEERE
H5797
! in Uw sterkte
H7891 H8799
; zo zullen wij zingen
H1369
, en Uw macht
H2167 H8762
met psalmen loven.
22
1
H4210
Een psalm
H1732
van David
H5329 H8764
, voor den opperzangmeester
H365
, op Aijeleth
H7837
hasschachar
H410
. [022:2] Mijn God
H410
, mijn God
H5800 H8804
! waarom hebt Gij mij verlaten
H7350
, verre
H3444
zijnde van mijn verlossing
H1697
, [van] de woorden
H7581
mijns brullens?
2
H430
[022:3] Mijn God
H7121 H8799
! Ik roep
H3119
des daags
H6030 H8799
, maar Gij antwoordt
H3915
niet; en des nachts
H1747
, en ik heb geen stilte.
3
H6918
[022:4] Doch Gij zijt heilig
H3427 H8802
, wonende
H8416
[onder] de lofzangen
H3478
Israels.
4
H1
[022:5] Op U hebben onze vaders
H982 H8804
vertrouwd
H982 H8804
; zij hebben vertrouwd
H6403 H8762
, en Gij hebt hen uitgeholpen.
5
H2199 H8804
[022:6] Tot U hebben zij geroepen
H4422 H8738
, en zijn uitgered
H982 H8804
; op U hebben zij vertrouwd
H954 H8804
, en zijn niet beschaamd geworden.
6
H8438
[022:7] Maar ik ben een worm
H376
en geen man
H2781
, een smaad
H120
van mensen
H959 H8803
, en veracht
H5971
van het volk.
7
H7200 H8802
[022:8] Allen, die mij zien
H3932 H8686
, bespotten
H6358 H0
mij; zij steken
H8193
de lip
H6358 H8686
uit
H5128 H8686
, zij schudden
H7218
het hoofd, [zeggende]:
8
H3068
[022:9] Hij heeft [het] op den HEERE
H1556 H8800
gewenteld
H6403 H8762
, dat Hij hem [nu] uithelpe
H5337 H8686
, dat Hij hem redde
H2654 H8804
, dewijl Hij lust aan hem heeft!
9
H990
[022:10] Gij zijt het immers, die mij uit den buik
H1518 H8801
hebt uitgetogen
H982 H8688
; die mij hebt doen vertrouwen
H517
, zijnde aan mijner moeders
H7699
borsten.
10
H7993 H8717
[022:11] Op U ben ik geworpen
H7358
van de baarmoeder
H990
af; van den buik
H517
mijner moeder
H410
aan zijt Gij mijn God.
11
H7368 H8799
[022:12] Zo wees niet verre
H6869
van mij, want benauwdheid
H7138
is nabij
H5826 H8802
; want er is geen helper.
12
H7227
[022:13] Vele
H6499
varren
H5437 H8804
hebben mij omsingeld
H47
, sterke
H1316
[stieren] van Basan
H3803 H8765
hebben mij omringd.
13
H6310
[022:14] Zij hebben hun mond
H6475 H8804
tegen mij opgesperd
H2963 H8802
, [als] een verscheurende
H7580 H8802
en brullende
H738
leeuw.
14
H8210 H8738
[022:15] Ik ben uitgestort
H4325
als water
H6106
, en al mijn beenderen
H6504 H8694
hebben zich vaneen gescheiden
H3820
; mijn hart
H1749
is als was
H4549 H8738
, het is gesmolten
H8432
in het midden
H4578
mijns ingewands.
15
H3581
[022:16] Mijn kracht
H3001 H8804
is verdroogd
H2789
als een potscherf
H3956
, en mijn tong
H1692 H8716
kleeft
H4455
aan mijn gehemelte
H8239 H8799
; en Gij legt
H6083
mij in het stof
H4194
des doods.
16
H3611
[022:17] Want honden
H5437 H8804
hebben mij omsingeld
H5712
; een vergadering
H7489 H8688
van boosdoeners
H5362 H8689
heeft mij omgeven
H3027
; zij hebben mijn handen
H7272
en mijn voeten
H3738 H8804 H8675 H738
doorgraven.
17
H6106
[022:18] Al mijn beenderen
H5608 H8762
zou ik kunnen tellen
H5027 H8686
; zij schouwen het aan
H7200 H8799
, zij zien op mij.
18
H2505 H8762
[022:19] Zij delen
H899
mijn klederen
H5307 H8686
onder zich, en werpen
H1486
het lot
H3830
over mijn gewaad.
19
H3068
[022:20] Maar Gij, HEERE
H7368 H8799
! wees niet verre
H360
; mijn Sterkte
H2363 H8798
! haast U
H5833
tot mijn hulp.
20
H5337 H8685
[022:21] Red
H5315
mijn ziel
H2719
van het zwaard
H3173
, mijn eenzame
H3027
van het geweld
H3611
des honds.
21
H3467 H8685
[022:22] Verlos
H738
mij uit des leeuwen
H6310
muil
H6030 H8804
; en verhoor
H7161
mij van de hoornen
H7214
der eenhoornen.
22
H8034
[022:23] Zo zal ik Uw Naam
H251
mijn broederen
H5608 H8762
vertellen
H8432
; in het midden
H6951
der gemeente
H1984 H8762
zal ik U prijzen.
23
H3068
[022:24] Gij, die den HEERE
H3373
vreest
H1984 H8761
! prijst
H2233
Hem; al gij zaad
H3290
van Jakob
H3513 H8761
! vereert
H1481 H8798
Hem; en ontziet u
H2233
voor Hem, al gij zaad
H3478
van Israel!
24
H959 H8804
[022:25] Want Hij heeft niet veracht
H8262 H8765
, noch verfoeid
H6039
de verdrukking
H6041
des verdrukten
H6440
, noch Zijn aangezicht
H5641 H8689
voor hem verborgen
H8085 H8804
; maar Hij heeft gehoord
H7768 H8763
, als die tot Hem riep.
25
H8416
[022:26] Van U zal mijn lof
H7227
zijn in een grote
H6951
gemeente
H5088
; ik zal mijn geloften
H7999 H8762
betalen
H3373
in tegenwoordigheid dergenen, die Hem vrezen.
26
H6035
[022:27] De zachtmoedigen
H398 H8799
zullen eten
H7646 H8799
en verzadigd worden
H3068
; zij zullen den HEERE
H1984 H8762
prijzen
H1875 H8802
, die Hem zoeken
H3824
; ulieder hart
H5703
zal in eeuwigheid
H2421 H8799
leven.
27
H657
[022:28] Alle einden
H776
der aarde
H2142 H8799
zullen het gedenken
H3068
, en zich tot den HEERE
H7725 H8799
bekeren
H4940
; en alle geslachten
H1471
der heidenen
H6440
zullen voor Uw aangezicht
H7812 H8691
aanbidden.
28
H4410
[022:29] Want het koninkrijk
H3068
is des HEEREN
H4910 H8802
, en Hij heerst
H1471
onder de heidenen.
29
H1879
[022:30] Alle vetten
H776
op aarde
H398 H8804
zullen eten
H7812 H8691
, en aanbidden
H6083
; allen, die in het stof
H3381 H8802
nederdalen
H6440
, zullen voor Zijn aangezicht
H3766 H8799
nederbukken
H5315
; en die zijn ziel
H2421 H8765
bij het leven niet kan houden.
30
H2233
[022:31] Het zaad
H5647 H8799
zal Hem dienen
H136
; het zal den HEERE
H5608 H8792
aangeschreven worden
H1755
tot in geslachten.
31
H935 H8799
[022:32] Zij zullen aankomen
H6666
, en Zijn gerechtigheid
H5046 H8686
verkondigen
H5971
den volke
H3205 H8737
, dat geboren wordt
H6213 H8804
, omdat Hij het gedaan heeft.
23
1
H4210
Een psalm
H1732
van David
H3068
. De HEERE
H7462 H8802
is mijn Herder
H2637 H8799
, mij zal niets ontbreken.
2
H7257 H8686
Hij doet mij nederliggen
H1877
in grazige
H4999
weiden
H5095 H8762
; Hij voert mij zachtjes
H4496
aan zeer stille
H4325
wateren.
3
H7725 H8787
Hij verkwikt
H5315
mijn ziel
H5148 H8686
; Hij leidt
H4570
mij in het spoor
H6664
der gerechtigheid
H8034
, om Zijns Naams wil.
4
H3212 H8799
Al ging ik
H1516
ook in een dal
H6757
der schaduw des doods
H7451
, ik zou geen kwaad
H3372 H8799
vrezen
H7626
, want Gij zijt met mij; Uw stok
H4938
en Uw staf
H5162 H8762
, die vertroosten mij.
5
H6186 H0
Gij richt
H7979
de tafel
H6186 H8799
toe
H6440
voor mijn aangezicht
H6887 H8802
, tegenover mijn tegenpartijders
H1878 H0
; Gij maakt
H7218
mijn hoofd
H1878 H8765
vet
H8081
met olie
H3563
, mijn beker
H7310
is overvloeiende.
6
H2896
Immers zullen mij het goede
H2617
en de weldadigheid
H7291 H8799
volgen
H3117
al de dagen
H2416
mijns levens
H1004
; en ik zal in het huis
H3068
des HEEREN
H3427 H8804
blijven
H753
in lengte van dagen.
24
1
H4210
Een psalm
H1732
van David
H776
. De aarde
H3068
is des HEEREN
H4393
, mitsgaders haar volheid
H8398
, de wereld
H3427 H8802
, en die daarin wonen.
2
H3245 H8804
Want Hij heeft ze gegrond
H3220
op de zeeen
H3559 H8787
, en heeft ze gevestigd
H5104
op de rivieren.
3
H5927 H8799
Wie zal klimmen
H2022
op den berg
H3068
des HEEREN
H6965 H8799
, en wie zal staan
H4725
in de plaats
H6944
Zijner heiligheid?
4
H5355
Die rein
H3709
van handen
H1249
, en zuiver
H3824
van hart
H5315
is, die zijn ziel
H5375 H8804
niet opheft
H7723
tot ijdelheid
H4820
, en die niet bedriegelijk
H7650 H8738
zweert;
5
H1293
Die zal den zegen
H5375 H8799
ontvangen
H3068
van den HEERE
H6666
, en gerechtigheid
H430
van den God
H3468
zijns heils.
6
H1755
Dat is het geslacht
H1875 H8802
dergenen, die naar Hem vragen
H6440
, die Uw aangezicht
H1245 H8764
zoeken
H3290
, [dat] is Jakob
H5542
! Sela.
7
H5375 H8798
Heft
H7218
uw hoofden
H8179
op, gij poorten
H5375 H8734
, en verheft u
H5769
, gij eeuwige
H6607
deuren
H4428
, opdat de Koning
H3519
der ere
H935 H8799
inga!
8
H4428
Wie is de Koning
H3519
der ere
H3068
? De HEERE
H5808
, sterk
H1368
en geweldig
H3068
, de HEERE
H1368
, geweldig
H4421
in den strijd.
9
H5375 H8798
Heft
H7218
uw hoofden
H8179
op, gij poorten
H5375 H8798
, ja, heft op
H5769
, gij eeuwige
H6607
deuren
H4428
! opdat de Koning
H3519
der ere
H935 H8799
inga!
10
H4428
Wie is Hij, deze Koning
H3519
der ere
H3068
? De HEERE
H6635
der heirscharen
H4428
, Die is de Koning
H3519
der ere
H5542
. Sela.
25
1
H1732
[Een] [psalm] van David
H3068
. [Aleph]. Tot U, o HEERE
H5375 H8799
! hef ik
H5315
mijn ziel op.
2
H430
[Beth]. Mijn God
H982 H8804
! op U vertrouw ik
H954 H8799
; laat mij niet beschaamd worden
H341 H8802
; laat mijn vijanden
H5970 H8799
niet van vreugde opspringen over mij.
3
H6960 H8802
[Gimel]. Ja, allen, die U verwachten
H954 H8799
, zullen niet beschaamd worden
H954 H8799
; zij zullen beschaamd worden
H898 H8802
, die trouwelooslijk handelen
H7387
zonder oorzaak.
4
H3068
[Daleth]. HEERE
H3045 H0
! maak
H1870
mij Uw wegen
H3045 H8685
bekend
H3925 H8761
, leer
H734
mij Uw paden.
5
H1869 H8685
[He]. [Vau]. Leid
H571
mij in Uw waarheid
H3925 H8761
, en leer
H430
mij, want Gij zijt de God
H3468
mijns heils
H6960 H8765
; U verwacht ik
H3117
den gansen dag.
6
H2142 H8798
[Zain]. Gedenk
H3068
, HEERE
H7356
! Uwer barmhartigheden
H2617
en Uwer goedertierenheden
H5769
, want die zijn van eeuwigheid.
7
H2142 H8799
[Cheth]. Gedenk
H2403
niet der zonden
H5271
mijner jonkheid
H6588
, noch mijner overtredingen
H2142 H8798
; gedenk
H2617
mijner naar Uw goedertierenheid
H2898
, om Uwer goedheid
H3068
wil, o HEERE!
8
H3068
[Teth]. De HEERE
H2896
is goed
H3477
en recht
H2400
; daarom zal Hij de zondaars
H3384 H8686
onderwijzen
H1870
in den weg.
9
H6035
[Jod]. Hij zal de zachtmoedigen
H1869 H8686
leiden
H4941
in het recht
H6035
, en Hij zal den zachtmoedigen
H1870
Zijn weg
H3925 H8762
leren.
10
H734
[Caph]. Alle paden
H3068
des HEEREN
H2617
zijn goedertierenheid
H571
en waarheid
H1285
, dengenen, die Zijn verbond
H5713
en Zijn getuigenissen
H5341 H8802
bewaren.
11
H8034
[Lamed]. Om Uws Naams
H3068
wil, HEERE
H5545 H8804
! zo vergeef
H5771
mijn ongerechtigheid
H7227
, want die is groot.
12
H376
[Mem]. Wie is de man
H3068
, die den HEERE
H3373
vreest
H3384 H8686
? Hij zal hem onderwijzen
H1870
in den weg
H977 H8799
, [dien] hij zal hebben te verkiezen.
13
H5315
[Nun]. Zijn ziel
H3885 H8799
zal vernachten
H2896
in het goede
H2233
, en zijn zaad
H776
zal de aarde
H3423 H8799
beerven.
14
H5475
[Samech]. De verborgenheid
H3068
des HEEREN
H3373
is voor degenen, die Hem vrezen
H1285
; en Zijn verbond
H3045 H8687
, om hun [die] bekend te maken.
15
H5869
[Ain]. Mijn ogen
H8548
zijn geduriglijk
H3068
op den HEERE
H7272
, want Hij zal mijn voeten
H7568
uit het net
H3318 H8686
uitvoeren.
16
H6437 H8798
[Pe]. Wend U
H2603 H8798
tot mij, en wees mij genadig
H3173
, want ik ben eenzaam
H6041
en ellendig.
17
H6869
[Tsade]. De benauwdheden
H3824
mijns harten
H7337 H8689
hebben zich wijd uitgestrekt
H3318 H8685
; voer mij uit
H4691
mijn noden.
18
H7200 H8798
[Resch]. Aanzie
H6040
mijn ellende
H5999
, en mijn moeite
H5375 H8798
, en neem weg
H2403
al mijn zonden.
19
H7200 H8798
[Resch]. Aanzie
H341 H8802
mijn vijanden
H7231 H8804
, want zij vermenigvuldigen
H8130 H8804
, en zij haten
H2555
mij met een wreveligen
H8135
haat.
20
H8104 H8798
[Schin]. Bewaar
H5315
mijn ziel
H5337 H8685
, en red
H954 H8799
mij; laat mij niet beschaamd worden
H2620 H8804
, want ik betrouw op U.
21
H8537
[Thau]. Laat oprechtigheid
H3476
en vroomheid
H5341 H8799
mij behoeden
H6960 H8765
, want ik verwacht U.
26
1
H1732
[Een] [psalm] van David
H8199 H8798
! Doe mij recht
H3068
, HEERE
H1980 H8804
! want ik wandel
H8537
in mijn oprechtigheid
H982 H8804
; en ik vertrouw
H3068
op den HEERE
H4571 H8799
, ik zal niet wankelen.
2
H974 H8798
Proef
H3068
mij, HEERE
H5254 H8761
, en verzoek
H6884 H8798
mij; toets
H3629
mijn nieren
H3820
en mijn hart.
3
H2617
Want Uw goedertierenheid
H5869
is voor mijn ogen
H1980 H8694
, en ik wandel
H571
in Uw waarheid.
4
H3427 H8804
Ik zit
H7723
niet bij ijdele
H4962
lieden
H5956 H8737
, en met bedekte lieden
H935 H8799
ga ik niet om.
5
H8130 H8804
Ik haat
H6951
de vergadering
H7489 H8688
der boosdoeners
H7563
, en bij de goddelozen
H3427 H8799
zit ik niet.
6
H7364 H8799
Ik was
H3709
mijn handen
H5356
in onschuld
H5437 H8779
, en ik ga rondom
H4196
uw altaar
H3068
, o HEERE!
7
H8085 H8687
Om te doen horen
H6963
de stem
H8426
des lofs
H5608 H8763
, en om te vertellen
H6381 H8737
al Uw wonderen.
8
H3068
HEERE
H157 H8804
! ik heb lief
H4583
de woning
H1004
van Uw huis
H4725
, en de plaats
H4908
des tabernakels
H3519
Uwer eer.
9
H622 H0
Raap
H5315
mijn ziel
H622 H8799
niet weg
H2400
met de zondaren
H2416
, noch mijn leven
H582
met de mannen
H1818
des bloeds;
10
H3027
In welker handen
H2154
schandelijk bedrijf
H3225
is, en welker rechterhand
H4390 H8804
vol
H7810
geschenken is.
11
H3212 H8799
Maar ik wandel
H8537
in mijn oprechtigheid
H6299 H8798
, verlos
H2603 H8798
mij [dan] en wees mij genadig.
12
H7272
Mijn voet
H5975 H8804
staat
H4334
op effen baan
H3068
; ik zal den HEERE
H1288 H8762
loven
H4721
in de vergaderingen.
27
1
H1732
[Een] [psalm] van David
H3068
. De HEERE
H216
is mijn Licht
H3468
en mijn Heil
H3372 H8799
, voor wien zou ik vrezen
H3068
? De HEERE
H2416
is mijns levens
H4581
kracht
H6342 H8799
, voor wien zou ik vervaard zijn?
2
H7489 H8688
Als de bozen
H6862
, mijn tegenpartijen
H341 H8802
, en mijn vijanden
H7126 H8800
tegen mij, tot mij naderden
H1320
, om mijn vlees
H398 H8800
te eten
H3782 H8804
, stieten zij zelven aan
H5307 H8804
, en vielen.
3
H4264
Ofschoon mij een leger
H2583 H8799
belegerde
H3820
, mijn hart
H3372 H8799
zou niet vrezen
H4421
; ofschoon een oorlog
H6965 H8799
tegen mij opstond
H982 H8802
, zo vertrouw ik hierop.
4
H259
Een
H3068
ding heb ik van den HEERE
H7592 H8804
begeerd
H1245 H8762
, dat zal ik zoeken
H3117
: dat ik al de dagen
H2416
mijns levens
H3427 H8800
mocht wonen
H1004
in het huis
H3068
des HEEREN
H5278
, om de liefelijkheid
H3068
des HEEREN
H2372 H8800
te aanschouwen
H1239 H8763
, en te onderzoeken
H1964
in Zijn tempel.
5
H6845 H8799
Want Hij versteekt
H5520
mij in Zijn hut
H3117
, ten dage
H7451
des kwaads
H5641 H8686
; Hij verbergt
H5643
mij in het verborgene
H168
Zijner tent
H7311 H8787
; Hij verhoogt
H6697
mij op een rotssteen.
6
H7218
Ook nu zal mijn hoofd
H7311 H8799
verhoogd worden
H341 H8802
boven mijn vijanden
H5439
, die rondom
H168
mij zijn, en ik zal in Zijn tent
H2077
offeranden
H8643
des geklanks
H2076 H8799
offeren
H7891 H8799
; ik zal zingen
H2167 H8762
, ja, psalmzingen
H3068
den HEERE.
7
H8085 H8798
Hoor
H3068
, HEERE
H6963
! mijn stem
H7121 H8799
, [als] ik roep
H2603 H8798
; en wees mij genadig
H6030 H8798
, en antwoord mij.
8
H3820
Mijn hart
H559 H8804
zegt
H1245 H8761
tot U: [Gij] [zegt]: Zoek
H6440
Mijn aangezicht
H1245 H8762
; ik zoek
H6440
Uw aangezicht
H3068
, o HEERE!
9
H5641 H8686
Verberg
H6440
Uw aangezicht
H5186 H0
niet voor mij, keer
H5650
Uw knecht
H5186 H8686
niet af
H639
in toorn
H5833
; Gij zijt mijn Hulp
H5203 H8799
geweest, begeef
H5800 H8799
mij niet, en verlaat
H430
mij niet, o God
H3468
mijns heils!
10
H1
Want mijn vader
H517
en mijn moeder
H5800 H8804
hebben mij verlaten
H3068
, maar de HEERE
H622 H8799
zal mij aannemen.
11
H3068
HEERE
H3384 H8685
! leer
H1870
mij Uw weg
H5148 H8798
, en leid
H4334
mij in het rechte
H734
pad
H8324 H8802
, om mijner verspieders wil.
12
H5414 H8799
Geef mij niet over
H5315
in de begeerte
H6862
mijner tegenpartijders
H8267
; want valse
H5707
getuigen
H6965 H8804
zijn tegen mij opgestaan
H2555
, mitsgaders die wrevel
H3307
uitblaast.
13
H3884
Zo ik niet
H539 H8689
had geloofd
H2898
, dat ik het goede
H3068
des HEEREN
H7200 H8800
zou zien
H776
in het land
H2416
der levenden, [ik] [ware] [vergaan].
14
H6960 H8761
Wacht
H3068
op den HEERE
H2388 H8798
, zijt sterk
H3820
, en Hij zal uw hart
H553 H8686
versterken
H6960 H8761
, ja, wacht
H3068
op den HEERE.
28
1
H1732
[Een] [psalm] van David
H7121 H8799
. Tot U roep ik
H3068
, HEERE
H6697
! mijn Rotssteen
H2814 H8799
, houd U niet als doof
H2790 H8799
van mij af; opdat ik niet, [zo] Gij U van mij stil houdt
H4911 H8738
, vergeleken worde
H953
met degenen, die in den kuil
H3381 H8802
nederdalen.
2
H8085 H8798
Hoor
H6963
de stem
H8469
mijner smekingen
H7768 H8763
, als ik tot U roep
H3027
, als ik mijn handen
H5375 H8800
ophef
H1687
naar de aanspraakplaats
H6944
Uwer heiligheid.
3
H4900 H8799
Trek mij niet weg
H7563
met de goddelozen
H6466 H8802
, en met de werkers
H205
der ongerechtigheid
H7965
, die van vrede
H1696 H8802
spreken
H7453
met hun naasten
H7451
, maar kwaad
H3824
is in hun hart.
4
H5414 H8798
Geef
H6467
hun naar hun doen
H7455
, en naar de boosheid
H4611
hunner handelingen
H5414 H8798
; geef
H3027
hun naar hunner handen
H4639
werk
H1576
; doe hun vergelding
H7725 H8685
tot hen wederkeren.
5
H995 H8799
Omdat zij niet letten
H6468
op de daden
H3068
des HEEREN
H4639
, noch op het werk
H3027
Zijner handen
H2040 H8799
, zo zal Hij hen afbreken
H1129 H8799
en zal hen niet bouwen.
6
H1288 H8803
Geloofd
H3068
zij de HEERE
H6963
, want Hij heeft de stem
H8469
mijner smekingen
H8085 H8804
gehoord.
7
H3068
De HEERE
H5797
is mijn Sterkte
H4043
en mijn Schild
H3820
; op Hem heeft mijn hart
H982 H8804
vertrouwd
H5826 H8738
, en ik ben geholpen
H5937 H0
; dies springt
H3820
mijn hart
H5937 H8799
van vreugde
H7892
, en ik zal Hem met mijn gezang
H3034 H8686
loven.
8
H3068
De HEERE
H5797
is hunlieder Sterkte
H4581
, en Hij is de Sterkheid
H3444
der verlossingen
H4899
Zijns Gezalfden.
9
H3467 H8685
Verlos
H5971
Uw volk
H1288 H8761
, en zegen
H5159
Uw erve
H7462 H8798
, en weid
H5375 H8761
hen, en verhef
H5769
hen tot in eeuwigheid.
29
1
H4210
Een psalm
H1732
van David
H3051 H8798
. Geeft
H3068
den HEERE
H1121
, gij kinderen
H410
der machtigen
H3051 H8798
! geeft
H3068
den HEERE
H3519
eer
H5797
en sterkte.
2
H3051 H8798
Geeft
H3068
den HEERE
H3519
de eer
H8034
Zijns Naams
H7812 H8690
, aanbidt
H3068
den HEERE
H1927
in de heerlijkheid
H6944
des heiligdoms.
3
H6963
De stem
H3068
des HEEREN
H4325
is op de wateren
H410
, de God
H3519
der ere
H7481 H8689
dondert
H3068
; de HEERE
H7227
is op de grote
H4325
wateren.
4
H6963
De stem
H3068
des HEEREN
H3581
is met kracht
H6963
, de stem
H3068
des HEEREN
H1926
is met heerlijkheid.
5
H6963
De stem
H3068
des HEEREN
H7665 H8799
breekt
H730
de cederen
H3068
; ja, de HEERE
H7665 H8762
verbreekt
H730
de cederen
H3844
van Libanon.
6
H7540 H8686
En Hij doet ze huppelen
H5695
als een kalf
H3844
, den Libanon
H8303
en Sirjon
H1121
als een jongen
H7214
eenhoorn.
8
H6963
De stem
H3068
des HEEREN
H4057
doet de woestijn
H2342 H8799
beven
H3068
; de HEERE
H4057
doet de woestijn
H6946
Kades
H2342 H8799
beven.
9
H6963
De stem
H3068
des HEEREN
H355
doet de hinden
H2342 H8787
jongen werpen
H2834 H8799
, en ontbloot
H3295
de wouden
H1964
; maar in Zijn tempel
H559 H8802
zegt
H3519
[Hem] een iegelijk eer.
10
H3068
De HEERE
H3427 H8804
heeft gezeten
H3999
over den watervloed
H3068
; ja, de HEERE
H3427 H8799
zit
H4428
, Koning
H5769
in eeuwigheid.
11
H3068
De HEERE
H5971
zal Zijn volk
H5797
sterkte
H5414 H8799
geven
H3068
; de HEERE
H5971
zal Zijn volk
H1288 H8762
zegenen
H7965
met vrede.
30
1
H4210
Een psalm
H7892
, een lied
H2598
der inwijding
H1732
van Davids
H1004
huis
H7311 H8787
. [030:2] Ik zal U verhogen
H3068
, HEERE
H1802 H8765
, want Gij hebt mij opgetrokken
H341 H8802
, en mijn vijanden
H8055 H8765
over mij niet verblijd.
2
H3068
[030:3] HEERE
H430
, mijn God
H7768 H8765
! ik heb tot U geroepen
H7495 H8799
, en Gij hebt mij genezen.
3
H3068
[030:4] HEERE
H5315
! Gij hebt mijn ziel
H7585
uit het graf
H5927 H8689
opgevoerd
H2421 H8765
; Gij hebt mij bij het leven behouden
H953
, dat ik in den kuil
H3381 H8800 H8675 H3381 H8802
niet ben nedergedaald.
4
H2167 H8761
[030:5] Psalmzingt
H3068
den HEERE
H2623
, gij Zijn gunstgenoten
H3034 H8685
! en zegt lof
H2143
ter gedachtenis
H6944
Zijner heiligheid.
5
H7281
[030:6] Want een ogenblik
H639
is er in Zijn toorn
H2416
, [maar] een leven
H7522
in Zijn goedgunstigheid
H6153
; des avonds
H3885 H8799
vernacht
H1065
het geween
H1242
, maar des morgens
H7440
is er gejuich.
6
H559 H8804
[030:7] Ik zeide
H7959
wel in mijn voorspoed
H4131 H8735
: Ik zal niet wankelen
H5769
in eeuwigheid.
7
H3068
[030:8] [Want], HEERE
H2042
! Gij hadt mijn berg
H7522
door Uw goedgunstigheid
H5975 H8689 H5797
vastgezet
H6440
; [maar] [toen] Gij Uw aangezicht
H5641 H8689
verborgt
H926 H8737
, werd ik verschrikt.
9
H1215
[030:10] Wat gewin
H1818
is er in mijn bloed
H3381 H8800
, in mijn nederdalen
H7845
tot de groeve
H6083
? Zal U het stof
H3034 H8686
loven
H571
? Zal het Uw waarheid
H5046 H8686
verkondigen?
10
H8085 H8798
[030:11] Hoor
H3068
, HEERE
H2603 H8798
! en wees mij genadig
H3068
; HEERE
H5826 H8802
! wees mij een Helper.