Psalms 18:1 Cross References - DSV_Strongs

  1 H5329 H8764 Voor den opperzangmeester H1732 , [een] [psalm] van David H5650 , den knecht H3068 des HEEREN H1697 , die de woorden H7892 dezes lieds H3068 tot den HEERE H1696 H8765 gesproken heeft H3117 , ten dage H3068 , als hem de HEERE H5337 H8689 gered had H3709 uit de hand H341 H8802 van al zijn vijanden H3027 , en uit de hand H7586 van Saul H559 H8799 . [018:2] Hij zeide H7355 H8799 dan: Ik zal U hartelijk liefhebben H3068 , HEERE H2391 , mijn Sterkte!

Exodus 15:1-21

  1 H7891 H8799 Toen zong H4872 Mozes H1121 en de kinderen H3478 Israels H3068 den HEERE H7892 dit lied H559 H8799 , en spraken H559 H8800 , zeggende H3068 : Ik zal den HEERE H7891 H8799 zingen H1342 H8800 ; want Hij is hogelijk H1342 H8804 verheven H5483 ! Het paard H7392 H8802 en zijn ruiter H3220 heeft Hij in de zee H7411 H8804 geworpen.
  2 H3050 De HEERE H5797 is mijn Kracht H2176 en Lied H3444 , en Hij is mij tot een Heil H2088 geweest; deze H410 is mijn God H5115 H8686 ; daarom zal ik Hem een liefelijke woning maken H1 ; Hij is mijns vaders H430 God H7311 H8787 , dies zal ik Hem verheffen!
  3 H3068 De HEERE H376 H4421 is een krijgsman H3068 ; HEERE H8034 is Zijn Naam!
  4 H6547 Hij heeft Farao's H4818 wagenen H2428 en zijn heir H3220 in de zee H3384 H8804 geworpen H4005 ; en de keure H7991 zijner hoofdlieden H2883 H8795 zijn verdronken H5488 H3220 in de Schelfzee.
  5 H8415 De afgronden H3680 H8762 hebben hen bedekt H4688 ; zij zijn in de diepten H3381 H8804 gezonken H3644 als H68 een steen.
  6 H3068 O HEERE H3225 ! Uw rechterhand H142 H8737 is verheerlijkt geworden H3581 in macht H3225 ; Uw rechterhand H3068 , o HEERE H341 H8802 ! heeft den vijand H7492 H8799 verbroken!
  7 H7230 En door Uw grote H1347 hoogheid H6965 H8801 hebt Gij, die tegen U opstonden H2040 H8799 , omgeworpen H2740 ; Gij hebt Uw brandenden toorn H7971 H8762 uitgezonden H398 H8799 , die hen verteerd heeft H7179 als een stoppel.
  8 H7307 En door het geblaas H639 van Uw neus H4325 zijn de wateren H6192 H8738 opgehoopt geworden H5140 H8802 ; de stromen H5324 H8738 hebben overeind gestaan H5067 , als een hoop H8415 ; de afgronden H7087 H8804 zijn stijf geworden H3820 in het hart H3220 der zee.
  9 H341 H8802 De vijand H559 H8804 zeide H7291 H8799 : Ik zal vervolgen H5381 H8686 , ik zal achterhalen H7998 , ik zal den buit H2505 H8762 delen H5315 , mijn ziel H4390 H8799 zal van hen vervuld worden H2719 , ik zal mijn zwaard H7324 H8686 uittrekken H3027 , mijn hand H3423 H8686 zal hen uitroeien.
  10 H7307 Gij hebt met Uw wind H5398 H8804 geblazen H3220 ; de zee H3680 H8765 heeft hen gedekt H6749 H8804 , zij zonken H5777 onder als lood H117 in geweldige H4325 wateren!
  11 H3068 O HEERE H410 ! wie is als Gij onder de goden H142 H8737 ? wie is als Gij, verheerlijkt H6944 in heiligheid H3372 H8737 , vreselijk H8416 in lofzangen H6213 H8802 , doende H6382 wonder?
  12 H3225 Gij hebt Uw rechterhand H5186 H8804 uitgestrekt H776 , de aarde H1104 H8799 heeft hen verslonden!
  13 H5148 H8804 Gij leiddet H2617 door Uw weldadigheid H2098 dit H5971 volk H1350 H8804 , dat Gij verlost hebt H5095 H8765 ; Gij voert hen zachtkens H5797 door Uw sterkte H5116 tot de liefelijke woning H6944 Uwer heiligheid.
  14 H5971 De volken H8085 H8804 hebben het gehoord H7264 H8799 , zij zullen sidderen H2427 ; weedom H3427 H8802 heeft de ingezetenen H6429 van Palestina H270 H8804 bevangen.
  15 H227 Dan H441 zullen de vorsten H123 van Edom H926 H8738 verbaasd wezen H7461 ; beving H352 zal de machtigen H4124 der Moabieten H270 H8799 bevangen H3427 H8802 ; al de ingezetenen H3667 van Kanaan H4127 H8738 zullen versmelten!
  16 H367 Verschrikking H6343 en vrees H5307 H8799 zal op hen vallen H1419 ; door de grootheid H2220 van Uw arm H1826 H8799 zullen zij verstommen H68 , als een steen H5971 , totdat Uw volk H3068 , HEERE H5674 H8799 ! henen doorkome H2098 ; totdat dit H5971 volk H5674 H8799 henen doorkome H7069 H8804 , dat Gij verworven hebt.
  17 H935 H8686 Die zult Gij inbrengen H5193 H8799 , en planten H2022 hen op den berg H5159 Uwer erfenis H4349 , ter plaatse H3068 , welke Gij, o HEERE H6466 H8804 ! gemaakt hebt H3427 H8800 tot Uw woning H4720 , het heiligdom H3027 , hetwelk Uw handen H3559 H8790 gesticht hebben H136 , o HEERE!
  18 H3068 De HEERE H5769 zal in eeuwigheid H5703 en geduriglijk H4427 H8799 regeren!
  19 H6547 Want Farao's H5483 paard H7393 , met zijn wagen H6571 , met zijn ruiters H3220 , zijn in de zee H935 H8804 gekomen H3068 , en de HEERE H4325 heeft de wateren H3220 der zee H7725 H8686 over hen doen wederkeren H1121 ; maar de kinderen H3478 Israels H3004 zijn op het droge H8432 in het midden H3220 van de zee H1980 H8804 gegaan.
  20 H4813 En Mirjam H5031 , de profetes H175 , Aarons H269 zuster H3947 H8799 , nam H8596 een trommel H3027 in haar hand H802 ; en al de vrouwen H3318 H8799 gingen uit H310 , haar na H8596 , met trommelen H4246 en met reien.
  21 H6030 H8799 Toen antwoordde H4813 Mirjam H7891 H8798 hunlieden: Zingt H3068 den HEERE H1342 H8800 ; want Hij is hogelijk H1342 H8804 verheven H5483 ! Hij heeft het paard H7392 H8802 met zijn ruiter H3220 in de zee H7411 H8804 gestort!

Judges 5:1-31

  1 H7891 H8799 Voorts zong H1683 Debora H1301 , en Barak H1121 , de zoon H42 van Abinoam H1931 , ten zelven H3117 dage H559 H8800 , zeggende:
  2 H1288 H8761 Looft H3068 den HEERE H6544 H8800 , van het wreken H6546 der wraken H3478 in Israel H5971 , van dat het volk H5068 H8692 zich gewillig heeft aangeboden.
  3 H8085 H8798 Hoort H4428 , gij koningen H238 H8685 , neemt ter oren H7336 H8802 , gij vorsten H595 ! Ik H3068 , den HEERE H595 zal ik H7891 H8799 zingen H3068 , ik zal den HEERE H430 , den God H3478 Israels H2167 H8762 , psalmzingen.
  4 H3068 HEERE H3318 H8800 ! toen Gij voorttoogt H4480 van H8165 Seir H6805 H8800 , toen Gij daarheen traadt H4480 van H7704 het veld H123 van Edom H7493 H8804 , beefde H776 de aarde H1571 , ook H5197 H8804 droop H8064 de hemel H1571 , ook H5197 H8804 dropen H5645 de wolken H4325 van water.
  5 H2022 De bergen H5140 H8804 vervloten H4480 van H6440 het aangezicht H3068 des HEEREN H2088 ; zelfs H5514 Sinai H4480 van H6440 het aangezicht H3068 des HEEREN H430 , des Gods H3478 van Israel.
  6 H3117 In de dagen H8044 van Samgar H1121 , den zoon H6067 van Anath H3117 , in de dagen H3278 van Jael H2308 H0 , hielden H734 de wegen H2308 H8804 op H5410 , en die op paden H1980 H8802 wandelden H3212 H8799 , gingen H6128 kromme wegen.
  7 H6520 De dorpen H2308 H8804 hielden op H3478 in Israel H2308 H8804 , zij hielden op H5704 ; totdat H1683 ik, Debora H6965 H8804 , opstond H6965 H8804 , dat ik opstond H517 , een moeder H3478 in Israel.
  8 H977 H8799 Verkoos hij H2319 nieuwe H430 goden H227 , dan H3901 was er krijg H8179 in de poorten H518 ; werd er ook H4043 een schild H7200 H8735 gezien H7420 , of een spies H705 , onder veertig H505 duizend H3478 in Israel?
  9 H3820 Mijn hart H2710 H8802 is tot wetgevers H3478 van Israel H5068 H8693 , die zich gewillig aangeboden hebben H5971 onder het volk H1288 H8761 ; looft H3068 den HEERE!
  10 H6715 Gij, die op witte H860 ezelinnen H7392 H8802 rijdt H5921 , gij, die aan H4055 het gerichte H3427 H8802 zit H5921 , en gij, die over H1870 weg H1980 H8802 wandelt H7878 H8798 , spreekt er van!
  11 H4480 Van H6963 het gedruis H2686 H8764 der schutters H996 , tussen H4857 de plaatsen, waar men water H8567 H8762 schept, spreekt H8033 aldaar H6666 te zamen van de gerechtigheid H3068 des HEEREN H6666 , van de gerechtigheden H6520 , [bewezen] aan zijn dorpen H3478 in Israel H227 ; toen H3381 H0 ging H3068 des HEEREN H5971 volk H3381 H8804 af H8179 tot de poorten.
  12 H5782 H8798 Waak op H5782 H8798 , waak op H1683 , Debora H5782 H8798 , waak op H5782 H8798 , waak op H1696 H8761 , spreek H7892 een lied H6965 H8798 ! maak u op H1301 , Barak H7617 H0 ! en leid H7628 uw gevangenen H7617 H8798 gevangen H1121 , gij zoon H42 van Abinoam.
  13 H227 Toen H8300 deed Hij de overgeblevenen H7287 H8762 heersen H117 over de heerlijken H5971 [onder] het volk H3068 ; de HEERE H7287 H8762 doet mij heersen H1368 over de geweldigen.
  14 H4480 Uit H669 Efraim H8328 was hun wortel H6002 tegen Amalek H310 . Achter H1144 u was Benjamin H5971 onder uw volken H4480 . Uit H4353 Machir H2710 H8781 zijn de wetgevers H3381 H8804 afgetogen H4480 , en uit H2074 Zebulon H4900 H8802 , trekkende H7626 door den staf H5608 H8802 des schrijvers.
  15 H8269 Ook waren de vorsten H3485 in Issaschar H5973 met H1683 Debora H3485 ; en [gelijk] Issaschar H3651 , alzo H1301 was Barak H7272 ; op zijn voeten H7971 H8795 werd hij gezonden H6010 in het dal H7205 . In Rubens H6390 gedeelten H2711 waren de inbeeldingen H3820 des harten H1419 groot.
  16 H4100 Waarom H3427 H8804 bleeft gij zitten H996 tussen H4942 de stallingen H8085 H8800 , om te horen H8292 het geblaat H5739 der kudden H6390 ? De gedeelten H7205 van Ruben H1419 hadden grote H2714 onderzoekingen H3820 des harten.
  17 H1568 Gilead H7931 H8804 bleef H5676 aan gene zijde H3383 van de Jordaan H1835 ; en Dan H4100 , waarom H1481 H8799 onthield hij zich H591 in schepen H836 ! Aser H3427 H8804 zat H3220 H2348 aan de zeehaven H7931 H8799 , en bleef H5921 in H4664 zijn gescheurde plaatsen.
  18 H2074 Zebulon H5971 , het is een volk H5315 , [dat] zijn ziel H2778 H8765 versmaad heeft H4191 H8800 ter dood H5321 , insgelijks Nafthali H5921 , op H4791 de hoogten H7704 des velds.
  19 H4428 De koningen H935 H8804 kwamen H3898 H8738 , zij streden H227 ; toen H3898 H8738 streden H4428 de koningen H3667 van Kanaan H8590 , te Thaanach H5921 aan H4325 de wateren H4023 van Megiddo H3947 H8804 ; zij brachten H3808 geen H1215 gewin H3701 des zilvers daarvan.
  20 H4480 Van H8064 den hemel H3898 H8738 streden zij H3556 , de sterren H4480 uit H4546 haar loopplaatsen H3898 H8738 streden H5973 tegen H5516 Sisera.
  21 H5158 De beek H7028 Kison H1640 H8804 wentelde hen weg H5158 , de beek H6917 Kedumin H5158 , de beek H7028 Kison H1869 H8799 ; vertreed H5315 , o mijn ziel H5797 ! de sterken.
  22 H227 Toen H6119 H5483 werden de paardenhoeven H1986 H8804 verpletterd H4480 , van H1726 het rennen H1726 , het rennen H47 zijner machtigen.
  23 H779 H8798 Vloekt H4789 Meroz H559 H8804 , zegt H4397 de Engel H3068 des HEEREN H779 H8798 , vloekt H3427 H8802 haar inwoners H779 H8800 geduriglijk H3588 ; omdat H3808 zij niet H935 H8804 gekomen zijn H5833 tot de hulp H3068 des HEEREN H5833 , tot de hulp H3068 des HEEREN H1368 , met de helden.
  24 H1288 H8792 Gezegend H4480 zij boven H802 de vrouwen H3278 Jael H802 , de huisvrouw H2268 van Heber H7017 , den Keniet H1288 H8792 ; gezegend H4480 zij ze boven H802 de vrouwen H168 in de tent!
  25 H4325 Water H7592 H8804 eiste hij H2461 , melk H5414 H8804 gaf zij H117 H5602 ; in een herenschaal H7126 H8689 bracht zij H2529 boter.
  26 H3027 Haar hand H7971 H8799 sloeg zij H3489 aan den nagel H3225 , en haar rechterhand H1989 aan den hamer H6001 der arbeidslieden H1986 H8804 ; en zij klopte H5516 Sisera H4277 H0 ; zij streek H7218 zijn hoofd H4277 H8804 af H7541 , als zij zijn slaap H4272 H8804 had doorgenageld H2498 H8804 en doorgedrongen.
  27 H996 Tussen H7272 haar voeten H3766 H8804 kromde hij zich H5307 H8804 , viel henen H7901 H8804 , lag daar neder H996 ; tussen H7272 haar voeten H3766 H8804 kromde hij zich H5307 H8804 ; hij viel H834 ; alwaar H3766 H8804 hij zich kromde H8033 , daar H5307 H8804 lag hij H7703 H8803 geheel geschonden!
  28 H517 De moeder H5516 van Sisera H8259 H8738 keek uit H1157 door H2474 het venster H2980 H8762 , en schreeuwde H1157 door H822 de tralien H4069 : Waarom H954 H8765 vertoeft H7393 zijn wagen H935 H8800 te komen H4069 ! Waarom H309 H0 blijven H6471 de gangen H4818 zijner wagenen H309 H8765 achter?
  29 H2450 De wijsten H8282 harer staatsvrouwen H6030 H8799 antwoordden H637 ; ook H7725 H8686 beantwoordde H1931 zij H561 haar redenen aan zichzelve:
  30 H7998 Zouden zij dan den buit H3808 niet H4672 H8799 vinden H2505 H8762 [en] delen H7356 ? een liefje H7361 , [of] twee liefjes H7218 , voor iegelijken H1397 man H5516 ? Voor Sisera H7998 een buit H6648 van verscheidene verven H7998 , een buit H6648 van verscheidene verven H7553 , gestikt H6648 ; van verscheiden verf H7553 aan beide zijden gestikt H6677 H7998 , voor de buithalzen?
  31 H3651 Alzo H6 H8799 moeten omkomen H3605 al H341 H8802 Uw vijanden H3068 , o HEERE H157 H8802 ! die Hem daarentegen liefhebben H8121 , [moeten] [zijn], als wanneer de zon H3318 H8800 opgaat H1369 in haar kracht H776 . En het land H8252 H8799 was stil H705 , veertig H8141 jaren.

1 Samuel 2:1-10

  1 H6419 H8691 Toen bad H2584 Hanna H559 H8799 en zeide H3820 : Mijn hart H5970 H8804 springt van vreugde op H3068 in den HEERE H7161 ; mijn hoorn H7311 H8804 is verhoogd H3068 in den HEERE H6310 ; mijn mond H7337 H8804 is wijd opengedaan H5921 over H341 H8802 mijn vijanden H3588 ; want H8055 H8804 ik verheug mij H3444 in Uw heil.
  2 H369 Er is niemand H6918 heilig H3068 , gelijk de HEERE H3588 ; want H369 er is niemand H1115 dan H369 Gij, en er is geen H6697 rotssteen H430 , gelijk onze God!
  3 H7235 H0 Maakt H408 het niet H7235 H8686 te veel H1364 , dat gij hoog H1364 , hoog H1696 H8762 zoudt spreken H6277 , dat iets hards H4480 uit H6310 uw mond H3318 H8799 zou gaan H3588 ; want H3068 de HEERE H410 is een God H1844 der wetenschappen H5949 , en Zijn daden H8505 H8738 zijn recht gedaan.
  4 H7198 De boog H1368 der sterken H2844 is gebroken H3782 H8737 ; en die struikelden H2428 , zijn met sterkte H247 H8804 omgord.
  5 H7649 Die verzadigd H7936 H8738 waren, hebben zich verhuurd H3899 om brood H7457 , en die hongerig H2308 H8804 waren, zijn het niet meer H5704 ; totdat H6135 de onvruchtbare H7651 zeven H3205 H8804 heeft gebaard H7227 , en die vele H1121 kinderen H535 H8797 had, krachteloos is geworden.
  6 H3068 De HEERE H4191 H8688 doodt H2421 H8764 en maakt levend H7585 ; Hij doet ter helle H3381 H8688 nederdalen H5927 H8686 , en Hij doet [weder] opkomen.
  7 H3068 De HEERE H3423 H8688 maakt arm H6238 H8688 en maakt rijk H8213 H8688 ; Hij vernedert H637 , ook H7311 H8789 verhoogt Hij.
  8 H6965 H8688 Hij verheft H1800 den geringe H4480 uit H6083 het stof H34 , [en] den nooddruftige H7311 H8686 verhoogt Hij H4480 uit H830 den drek H3427 H8687 , om te doen zitten H5973 bij H5081 de vorsten H3678 , dat Hij hen den stoel H3519 der ere H5157 H8686 doe beerven H3588 ; want H4690 de grondvesten H776 des aardrijks H3068 zijn des HEEREN H8398 , en Hij heeft de wereld H5921 daarop H7896 H8799 gezet.
  9 H7272 Hij zal de voeten H2623 Zijner gunstgenoten H8104 H8799 bewaren H7563 ; maar de goddelozen H1826 H8735 zullen zwijgen H2822 in duisternis H3588 ; want H376 een man H1396 H8799 vermag H3581 niet door kracht.
  10 H3068 Die met den HEERE H7378 H8688 twisten H2865 H8735 , zullen verpletterd worden H8064 ; Hij zal in den hemel H5921 over H7481 H8686 hen donderen H3068 ; de HEERE H657 zal de einden H776 der aarde H1777 H8799 richten H4428 , en zal Zijn Koning H5797 sterkte H5414 H8799 geven H7161 , en den hoorn H4899 Zijns Gezalfden H7311 H8686 verhogen.

2 Samuel 22:1-51

  1 H1732 En David H1696 H8762 sprak H1697 de woorden H2063 dezes H7892 lieds H3068 tot den HEERE H3117 , ten dage H3068 als de HEERE H853 hem H5337 H8689 verlost had H4880 uit H3709 de hand H3605 van al H341 H8802 zijn vijanden H4480 , en uit H3709 de hand H7586 van Saul.
  2 H559 H8799 Hij zeide H3068 dan: De HEERE H5553 is mij mijn Steenrots H4686 , en mijn Burg H6403 H8764 , en mijn Uithelper.
  3 H430 God H6697 is mijn Rots H2620 H8799 , ik zal op Hem betrouwen H4043 ; mijn Schild H7161 en de Hoorn H3468 mijns heils H4869 , mijn Hoog Vertrek H4498 en mijn Toevlucht H3467 H8688 , mijn Verlosser H2555 ! Van geweld H3467 H8686 hebt Gij mij verlost!
  4 H7121 H8799 Ik riep H3068 den HEERE H1984 H8794 aan, Die te prijzen is H3467 H8735 , en ik werd verlost H4480 van H341 H8802 mijn vijanden.
  5 H3588 Want H4867 baren H4194 des doods H661 H8804 hadden mij omvangen H5158 ; beken H1100 Belials H1204 H8762 verschrikten mij.
  6 H2256 Banden H7585 der hel H5437 H8804 omringden H4170 mij; strikken H4194 des doods H6923 H8765 bejegenden mij.
  7 H6862 Als mij bange H7121 H8799 was, riep ik H3068 den HEERE H7121 H8799 aan, en riep H413 tot H430 mijn God H8085 H8799 ; en Hij hoorde H6963 mijn stem H4480 uit H1964 Zijn paleis H7775 , en mijn geroep H241 [kwam] in Zijn oren.
  8 H1607 H8691 H8675 H1607 H8799 Toen daverde H7493 H8799 en beefde H776 de aarde H4146 ; de fondamenten H8064 des hemels H7264 H8799 beroerden zich H1607 H8691 , en daverden H3588 , omdat H2734 H8804 Hij ontstoken was.
  9 H6227 Rook H5927 H8804 ging op H4480 van H639 Zijn neus H784 , en een vuur H6310 uit Zijn mond H398 H8799 verteerde H1513 ; kolen H4480 werden daarvan H1197 H8804 aangestoken.
  10 H5186 H8799 En Hij boog H8064 den hemel H3381 H8799 , en daalde neder H6205 ; en donkerheid H8478 was onder H7272 Zijn voeten.
  11 H7392 H8799 En Hij voer H5921 op H3742 een cherub H5774 H8799 , en vloog H7200 H8735 , en werd gezien H5921 op H3671 de vleugelen H7307 des winds.
  12 H7896 H8799 En Hij zette H2822 duisternis H5439 rondom H5521 Zich tot tenten H2841 , een samenbinding H4325 der wateren H5645 , wolken H7834 des hemels.
  13 H4480 Van H5051 den glans H1513 voor Hem henen werden kolen H784 des vuurs H1197 H8804 aangestoken.
  14 H3068 De HEERE H7481 H8686 donderde H4480 van H8064 den hemel H5945 , en de Allerhoogste H5414 H8799 gaf H6963 Zijn stem.
  15 H7971 H8799 En Hij zond H2671 pijlen H6327 H8686 uit en verstrooide H1300 ze; bliksemen H2000 H8799 en verschrikte ze.
  16 H650 En de diepe kolken H3220 der zee H7200 H8735 werden gezien H4146 , de gronden H8398 der wereld H1540 H8735 werden ontdekt H1606 , door het schelden H3068 des HEEREN H4480 , van H5397 het geblaas H7307 des winds H639 van Zijn neus.
  17 H7971 H8799 Hij zond H4480 van H4791 de hoogte H3947 H8799 , Hij nam H4871 H8686 mij, Hij trok H4480 mij op uit H7227 grote H4325 wateren.
  18 H5337 H8686 Hij verloste H4480 mij van H5794 mijn sterken H341 H8802 vijand H4480 , van H8130 H8802 mijn haters H3588 , omdat H553 H8804 zij machtiger H4480 waren dan ik.
  19 H6923 H8762 Zij hadden mij bejegend H3117 ten dage H343 mijns ongevals H3068 ; maar de HEERE H1961 H8799 was H4937 mij een Steunsel.
  20 H3318 H8686 En Hij voerde H853 mij H4800 uit in de ruimte H2502 H8762 , en rukte mij uit H3588 , want H2654 H8804 Hij had lust aan mij.
  21 H3068 De HEERE H1580 H8799 vergold H6666 mij naar mijn gerechtigheid H7725 H8686 ; Hij gaf mij weder H1252 naar de reinigheid H3027 mijner handen.
  22 H3588 Want H3068 ik heb des HEEREN H1870 wegen H8104 H8804 gehouden H4480 , en ben van H430 mijn God H3808 niet H7561 H8804 goddelooslijk afgegaan.
  23 H3588 Want H3605 al H4941 Zijn rechten H5048 waren voor H2708 mij, en Zijn inzettingen H4480 , daarvan H5493 H8799 week ik H3808 niet af.
  24 H1961 H879 Maar ik was H8549 oprecht H8104 H8691 voor Hem; en ik wachtte mij H4480 voor H5771 mijn ongerechtigheid.
  25 H7725 H0 Zo gaf H3068 mij de HEERE H7725 H8686 weder H6666 naar mijn gerechtigheid H1252 , naar mijn reinigheid H5048 , voor H5869 Zijn ogen.
  26 H5973 Bij H2623 den goedertierene H2616 H8691 houdt Gij U goedertieren H5973 ; bij H8549 den oprechten H1368 held H8552 H8691 houdt Gij U oprecht.
  27 H5973 Bij H1305 H8737 den reine H1305 H8691 houdt Gij U rein H5973 ; maar bij H6141 den verkeerde H6617 H8691 houdt Gij U verdraaid.
  28 H3467 H8686 En Gij verlost H6041 het bedrukte H5971 volk H5869 ; maar Uw ogen H5921 zijn tegen H7311 H8802 de hogen H8213 H8686 , Gij zult hen vernederen.
  29 H3588 Want H859 Gij H5216 zijt mijn Lamp H3068 , o HEERE H3068 , en de HEERE H2822 doet mijn duisternis H5050 H8686 opklaren.
  30 H3588 Want H7323 H8799 met U loop ik H1416 door een bende H430 ; met mijn God H1801 H8762 spring ik H7791 over een muur.
  31 H410 Gods H1870 weg H8549 is volmaakt H565 ; de rede H3068 des HEEREN H6884 H8803 is doorlouterd H1931 ; Hij H4043 is een Schild H3605 allen H2620 H8802 , die op Hem betrouwen.
  32 H3588 Want H4310 wie H410 is God H1107 , behalve H3068 de HEERE H4310 , en wie H6697 is een rotssteen H1107 , behalve H430 onze God?
  33 H410 God H4581 is mijn Sterkte H2428 [en] Kracht H1870 ; en Hij heeft mijn weg H8549 volkomen H5425 H8686 geopend.
  34 H7737 H0 Hij maakt H7272 mijn voeten H7737 H8764 gelijk als H355 der hinden H5975 H8686 , en stelt H5921 mij op H1116 mijn hoogten.
  35 H3925 H8764 Hij leert H3027 mijn handen H4421 ten strijde H5154 , zodat een stalen H7198 boog H2220 met mijn armen H5181 H8765 verbroken is.
  36 H5414 H8799 Ook hebt Gij mij gegeven H4043 het schild H3468 Uws heils H6031 H8800 H8676 H6038 , en [door] Uw verootmoedigen H7235 H8686 hebt Gij mij groot gemaakt.
  37 H6806 Gij hebt mijn voetstap H7337 H8686 ruim gemaakt H7166 onder mij; en mijn enkelen H3808 hebben niet H4571 H8804 gewankeld.
  38 H7291 H8799 Ik vervolgde H341 H8802 mijn vijanden H8045 H8686 , en verdelgde H7725 H0 hen, en keerde H3808 niet H7725 H8799 weder H5704 , totdat H3615 H8763 ik ze verdaan had.
  39 H3615 H8762 En ik verteerde H4272 H8799 hen, en doorstak H3808 ze, dat zij niet H6965 H8799 weder opstonden H5307 H8799 ; maar zij vielen H8478 onder H7272 mijn voeten.
  40 H247 H8762 Want Gij omgorddet H2428 mij met kracht H4421 ten strijde H3766 H8686 ; Gij deedt onder mij nederbukken H8478 , die tegen H6965 H8801 mij opstonden.
  41 H5414 H8804 En Gij gaaft H6203 mij den nek H341 H8802 mijner vijanden H8130 H8764 , mijner haters H6789 H8686 , en ik vernielde hen.
  42 H8159 H8799 Zij zagen uit H369 , maar er was geen H3467 H8688 verlosser H413 ; naar H3068 den HEERE H6030 H8804 , maar Hij antwoordde H3808 hun niet.
  43 H7833 H8799 Toen vergruisde ik H6083 hen als stof H776 der aarde H1854 H8686 ; ik stampte H7554 H8799 ze, ik breidde hen uit H2916 als slijk H2351 der straten.
  44 H6403 H8762 Ook hebt Gij mij uitgeholpen H7379 van de twisten H5971 mijns volks H8104 H8799 , Gij hebt mij bewaard H7218 tot een hoofd H1471 der heidenen H5971 ; het volk H3808 , [dat] ik niet H3045 H8804 kende H5647 H8799 , heeft mij gediend.
  45 H1121 H5236 Vreemden H3584 H8691 hebben zich mij geveinsdelijk onderworpen H241 ; zo haast als [hun] oor H8085 H8800 [van] [mij] hoorde H8085 H8735 , hebben zij mij gehoorzaamd.
  46 H1121 H5236 Vreemden H5034 H8799 zijn vervallen H2296 H8799 , en hebben zich aangegord H4480 uit H4526 hun sloten.
  47 H3068 De HEERE H2416 leeft H1288 H8803 , en geloofd H6697 zij mijn Rotssteen H7311 H8799 ; en verhoogd H430 zij God H6697 , de Rotssteen H3468 mijns heils!
  48 H410 De God H5360 , Die mij volkomene wraak H5414 H8802 geeft H5971 , en de volken H8478 onder H3381 H8688 mij nederwerpt;
  49 H3318 H8688 En Die mij uitvoert H4480 van H341 H8802 mijn vijanden H7311 H8787 ; en Gij verhoogt H4480 mij boven H6965 H8801 degenen, die tegen mij opstaan H5337 H8686 ; Gij redt H4480 mij van H376 den man H2555 alles gewelds.
  50 H5921 H3651 Daarom H3068 zal ik U, o HEERE H3034 H8686 , loven H1471 onder de heidenen H8034 , en Uw Naam H2167 H8762 zal ik psalmzingen.
  51 H4024 H8675 H1431 H8688 [Hij] is een Toren H3444 der verlossingen H4428 Zijns konings H6213 H8802 , en Hij doet H2617 goedertierenheid H4899 aan Zijn gezalfde H1732 , aan David H2233 en aan zijn zaad H5704 , tot in H5769 eeuwigheid.

Psalms 18:32

  32 H410 [018:33] Het is God H2428 , die mij met kracht H247 H8764 omgordt H1870 ; en Hij heeft mijn weg H8549 volkomen H5414 H8799 gemaakt.

Psalms 28:7-8

  7 H3068 De HEERE H5797 is mijn Sterkte H4043 en mijn Schild H3820 ; op Hem heeft mijn hart H982 H8804 vertrouwd H5826 H8738 , en ik ben geholpen H5937 H0 ; dies springt H3820 mijn hart H5937 H8799 van vreugde H7892 , en ik zal Hem met mijn gezang H3034 H8686 loven.
  8 H3068 De HEERE H5797 is hunlieder Sterkte H4581 , en Hij is de Sterkheid H3444 der verlossingen H4899 Zijns Gezalfden.

Psalms 34:19

  19 H7227 [034:20] [Resch]. Vele H7451 zijn de tegenspoeden H6662 des rechtvaardigen H5337 H8686 ; maar uit alle die redt H3068 hem de HEERE.

Psalms 36:1

  1 H1732 [Een] [psalm] van David H5650 , den knecht H3068 des HEEREN H5329 H8764 , voor den opperzangmeester H6588 . [036:2] De overtreding H7563 des goddelozen H5002 H8803 spreekt H7130 in het binnenste H3820 van mijn hart H6343 : Er is geen vreze H430 Gods H5869 voor zijn ogen.

Psalms 116:1-6

  1 H157 H8804 Ik heb lief H3068 , want de HEERE H8085 H8799 hoort H6963 mijn stem H8469 , mijn smekingen;
  2 H5186 H8689 Want Hij neigt H241 Zijn oor H3117 tot mij; dies zal ik [Hem] in mijn dagen H7121 H8799 aanroepen.
  3 H2256 De banden H4194 des doods H661 H8804 hadden mij omvangen H4712 , en de angsten H7585 der hel H4672 H8804 hadden mij getroffen H4672 H8799 ; ik vond H6869 benauwdheid H3015 en droefenis.
  4 H7121 H8799 Maar ik riep H8034 den Naam H3068 des HEEREN H577 aan, [zeggende]: Och H3068 HEERE H4422 H8761 ! bevrijd H5315 mijn ziel.
  5 H3068 De HEERE H2587 is genadig H6662 en rechtvaardig H430 , en onze God H7355 H8764 is ontfermende.
  6 H3068 De HEERE H8104 H8802 bewaart H6612 de eenvoudigen H1809 H8804 ; ik was uitgeteerd H3467 H8686 , doch Hij heeft mij verlost.

Psalms 116:16

  16 H3068 Och, HEERE H577 ! zekerlijk H5650 ik ben Uw knecht H5650 , ik ben Uw knecht H1121 , een zoon H519 Uwer dienstmaagd H4147 ; Gij hebt mijn banden H6605 H8765 losgemaakt.

Psalms 118:14

  14 H3050 De HEERE H5797 is mijn Sterkte H2176 en Psalm H3444 , want Hij is mij tot heil geweest.

Psalms 144:1-2

  1 H1732 [Een] [psalm] van David H1288 H8803 . Gezegend H3068 zij de HEERE H6697 , mijn Rotssteen H3027 , Die mijn handen H3925 H8764 onderwijst H7128 ten strijde H676 , mijn vingeren H4421 ten oorlog;
  2 H2617 Mijn Goedertierenheid H4686 en mijn Burg H4869 , mijn Hoog Vertrek H6403 H8764 en mijn Bevrijder H4043 voor mij, mijn Schild H2620 H8804 , en op Wien ik mij betrouwe H5971 ; Die mijn volk H7286 H8802 aan mij onderwerpt!

Isaiah 12:1-6

  1 H3117 En te dienzelfden dage H559 H8804 zult gij zeggen H3034 H8686 : Ik dank H3068 U, HEERE H599 H8804 ! dat Gij toornig op mij geweest zijt H639 , [maar] Uw toorn H7725 H8799 is afgekeerd H5162 H8762 , en Gij troost mij.
  2 H410 Ziet, God H3444 is mijn Heil H982 H8799 , ik zal vertrouwen H6342 H8799 en niet vrezen H3050 ; want de Heere H3068 HEERE H5797 is mijn Sterkte H2176 en mijn Psalm H3444 , en Hij is mij tot Heil geworden.
  3 H4325 En gijlieden zult water H7579 H8804 scheppen H8342 met vreugde H4599 uit de fonteinen H3444 des heils;
  4 H3117 En zult te dienzelfden dage H559 H8804 zeggen H3034 H8685 : Dankt H3068 den HEERE H7121 H8798 , roept H8034 Zijn Naam H5949 aan, maakt Zijn daden H3045 H8685 bekend H5971 onder de volken H2142 H8685 ! vermeldt H8034 , dat Zijn Naam H7682 H8737 verhoogd is.
  5 H2167 H8761 Psalmzingt H3068 den HEERE H1348 , want Hij heeft heerlijke dingen H6213 H8804 gedaan H3045 H8716 H8675 H3045 H8794 ; zulks zij bekend H776 op den gansen aardbodem.
  6 H6670 H8761 Juich H7442 H8798 en zing vrolijk H3427 H8802 , gij inwoners H6726 van Sion H6918 ! want de Heilige H3478 Israels H1419 is groot H7130 in het midden van u.

Acts 13:36

  36 G3303   G1063 Want G1138 David G2398 , als hij in zijn G1074 tijd G1012 den raad G2316 Gods G5256 G5660 gediend had G2837 G5681 , is ontslapen G2532 , en G4314 is bij G846 zijn G3962 vaderen G4369 G5681 gelegd G2532 ; en G1312 heeft wel verderving G1492 G5627 gezien;

Philippians 4:13

  13 G2480 G5719 Ik vermag G3956 alle dingen G1722 door G5547 Christus G3588 , Die G3165 mij G1743 G5723 kracht geeft.

Colossians 1:11

  11 G1722 Met G3956 alle G1411 kracht G1412 G5746 bekrachtigd zijnde G2596 , naar G2904 de sterkte G846 Zijner G1391 heerlijkheid G1519 , tot G3956 alle G5281 lijdzaamheid G2532 en G3115 lankmoedigheid G3326 , met G5479 blijdschap;

Hebrews 3:5

  5 G2532 En G3475 Mozes G3303 is wel G4103 getrouw G1722 geweest in G3650 geheel G846 zijn G3624 huis G5613 , als G2324 een dienaar G1519 , tot G3142 getuiging G2980 G5702 der dingen, die [daarna] gesproken zouden worden;

1 John 4:19

  19 G2249 Wij G846 hebben Hem G25 G5719 G5725 lief G3754 , omdat G846 Hij G2248 ons G4413 eerst G25 G5656 liefgehad heeft.

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.