Isaiah 24:5 Cross References - DSV_Strongs

  5 H776 Want het land H2610 H8804 is bevlekt H3427 H8802 vanwege zijn inwoners H5674 H8804 ; want zij overtreden H8451 de wetten H2498 H8804 , zij veranderen H2706 de inzettingen H6565 H8689 , zij vernietigen H5769 het eeuwig H1285 verbond.

Genesis 3:17-18

  17 H121 En tot Adam H559 H8804 zeide Hij H3588 : Dewijl H8085 H8804 gij geluisterd hebt H6963 naar de stem H802 uwer vrouw H4480 , en van H6086 dien boom H398 H8799 gegeten H834 , waarvan H6680 H8765 Ik u gebood H559 H8800 , zeggende H4480 : Gij zult daarvan H3808 niet H398 H8799 eten H127 ; zo zij het aardrijk H5668 om uwentwil H779 H8803 vervloekt H6093 ; en met smart H398 H8799 zult gij daarvan eten H3605 al H3117 de dagen H2416 uws levens.
  18 H6975 Ook zal het u doornen H1863 en distelen H6779 H8686 voortbrengen H6212 , en gij zult het kruid H7704 des velds H398 H8804 eten.

Genesis 6:11-13

  11 H776 Maar de aarde H7843 H8735 was verdorven H430 voor Gods H6440 aangezicht H776 ; en de aarde H4390 H8735 was vervuld H2555 met wrevel.
  12 H7200 H8799 Toen zag H430 God H776 de aarde H2009 , en ziet H7843 H8738 , zij was verdorven H3588 ; want H3605 al H1320 het vlees H1870 had zijn weg H7843 H8689 verdorven H5921 op H776 de aarde.
  13 H559 H8799 Daarom zeide H430 God H5146 tot Noach H7093 : Het einde H3605 van alle H1320 vlees H6440 is voor Mijn aangezicht H935 H8804 gekomen H3588 ; want H776 de aarde H4480 H6440 is door hen H4390 H8804 vervuld H2555 met wrevel H2009 ; en zie H854 , Ik zal hen met H776 de aarde H7843 H8688 verderven.

Genesis 17:13-14

  13 H3211 De ingeborene H1004 van uw huis H4736 , en de gekochte H3701 met uw geld H4135 H8736 zal zekerlijk H4135 H8735 besneden worden H1285 ; en Mijn verbond H1961 H8804 zal zijn H1320 in ulieder vlees H5769 , tot een eeuwig H1285 verbond.
  14 H2145 En wat mannelijk H6189 [is], de voorhuid hebbende H834 , wiens H6190 voorhuids H1320 vlees H3808 niet H4135 H8735 zal besneden worden H1931 , dezelve H5315 ziel H4480 zal uit H5971 haar volken H3772 H8738 uitgeroeid worden H853 ; hij heeft Mijn H1285 verbond H6565 H8689 gebroken.

Leviticus 18:24-28

  24 H2930 H8691 Verontreinigt u H428 niet met enige van deze H1471 ; want de heidenen H6440 , die Ik van uw aangezicht H7971 H8764 uitwerpe H2930 H8738 , zijn met alle deze verontreinigd;
  25 H776 Zodat het land H2930 H8799 onrein is H5771 , en Ik over hetzelve zijn ongerechtigheid H6485 H8799 bezoeke H776 , en het land H3427 H8802 zijn inwoners H6958 H8686 uitspuwt.
  26 H2708 Maar gij zult Mijn inzettingen H4941 en Mijn rechten H8104 H8804 onderhouden H8441 , en van al die gruwelen H6213 H8799 niets doen H249 , inboorling H1616 noch vreemdeling H8432 , die in het midden H1481 H8802 van u als vreemdeling verkeert.
  27 H582 Want de lieden H776 dezes lands H6440 , die voor H411 u geweest zijn, hebben al deze H8441 gruwelen H6213 H8804 gedaan H776 ; en het land H2930 H8799 is onrein geworden.
  28 H776 Dat u dat land H6958 H8686 niet uitspuwe H2930 H8763 , als gij hetzelve zult verontreinigd hebben H1471 ; gelijk als het het volk H6440 , dat voor H6958 H8804 u was, uitgespuwd heeft.

Leviticus 20:22

  22 H8104 H8804 Onderhoudt H2708 dan al Mijn inzettingen H4941 en al Mijn rechten H6213 H8804 , en doet H776 dezelve; opdat u dat land H935 H8688 , waarheen Ik u brenge H3427 H8800 , om daarin te wonen H6958 H8686 , niet uitspuwe.

Numbers 35:33-34

  33 H2610 H8686 Zo zult gij niet ontheiligen H776 het land H1818 , waarin gij zijt; want het bloed H2610 H8686 ontheiligt H776 het land H776 ; en voor het land H3722 H8792 zal geen verzoening gedaan worden H1818 over het bloed H8210 H8795 , dat daarin vergoten is H1818 , dan door het bloed H8210 H8802 desgenen, die dat vergoten heeft.
  34 H2930 H8762 Verontreinigt H776 dan het land H3427 H8802 niet, waarin gij gaat wonen H8432 , in welks midden H7931 H8802 Ik wonen zal H3068 ; want Ik ben de HEERE H7931 H8802 , wonende H8432 in het midden H1121 der kinderen H3478 Israels.

Deuteronomy 32:15

  15 H3484 Als nu Jeschurun H8080 H8799 vet werd H1163 H8799 , zo sloeg hij achteruit H8080 H8804 (gij zijt vet H5666 H8804 , gij zijt dik H3780 H8804 , [ja], [met] [vet] overdekt geworden H433 !); en hij liet God H5203 H8799 varen H6213 H8804 , Die hem gemaakt heeft H5034 H8762 , en versmaadde H6697 den Rotssteen H3444 zijns heils.

Deuteronomy 32:20

  20 H559 H8799 En Hij zeide H6440 : Ik zal Mijn aangezicht H5641 H8686 van hen verbergen H7200 H8799 ; Ik zal zien H319 , welk hunlieder einde H8419 zal wezen; want zij zijn een gans verkeerd H1755 geslacht H1121 , kinderen H529 , in welke geen trouw is.

Joshua 24:25

  25 H3772 H8799 Alzo maakte H3091 Jozua H1931 op dienzelven H3117 dag H1285 een verbond H5971 met het volk H7760 H8799 ; en hij stelde H2706 het hun tot een inzetting H4941 en recht H7927 te Sichem.

2 Samuel 23:5

  5 H3588 Hoewel H1004 mijn huis H3651 alzo H3808 niet H5973 is bij H410 God H3588 , nochtans H5769 heeft Hij mij een eeuwig H1285 verbond H7760 H8804 gesteld H3605 , dat in alles H6186 H8803 wel geordineerd H8104 H8803 en bewaard is H3588 ; voorzeker H3605 is [daarin] al H3468 mijn heil H3605 , en alle H2656 lust H3588 , hoewel H3808 Hij het [nog] niet H6779 H8686 doet uitspruiten.

2 Kings 17:7-23

  7 H1961 H8799 Want het was geschied H3588 , dat H1121 de kinderen H3478 Israels H2398 H8804 gezondigd hadden H3068 tegen den HEERE H430 , hun God H853 , Die hen H776 H4714 uit Egypteland H5927 H8688 opgebracht had H4480 , van H8478 onder H3027 de hand H6547 van Farao H4428 , den koning H4714 van Egypte H312 ; en hadden andere H430 goden H3372 H8799 gevreesd;
  8 H3212 H8799 En hadden gewandeld H2708 in de inzettingen H1471 der heidenen H834 , die H3068 de HEERE H4480 voor H6440 het aangezicht H1121 der kinderen H3478 Israels H3423 H8689 verdreven had H4428 , en der koningen H3478 van Israel H834 , die H6213 H8804 ze gemaakt hadden.
  9 H1121 En de kinderen H3478 Israels H1697 hadden de zaken H834 , die H3808 niet H3651 recht H5921 zijn, tegen H3068 den HEERE H430 , hun God H2644 H8762 , bemanteld H1116 ; en hadden zich hoogten H1129 H8799 gebouwd H3605 in al H5892 hun steden H4480 , van H4026 H5341 H8802 den wachttoren H5704 af tot H4013 de vaste H5892 steden toe.
  10 H4676 En zij hadden zich staande beelden H5324 H8686 opgericht H842 en bossen H5921 , op H3605 allen H1364 hogen H1389 heuvel H8478 en onder H3605 alle H7488 groen H6086 geboomte.
  11 H8033 En zij hadden daar H6999 H8762 gerookt H3605 op alle H1116 hoogten H1471 , gelijk de heidenen H834 , die H3068 de HEERE H4480 van H6440 hun aangezichten H1540 H8689 weggevoerd had H7451 ; en zij hadden kwade H1697 dingen H6213 H8799 gedaan H3068 , om den HEERE H3707 H8687 tot toorn te verwekken.
  12 H1544 En zij hadden de drekgoden H5647 H8799 gediend H834 , waarvan H3068 de HEERE H559 H8804 tot hen gezegd had H2088 : Gij zult deze H1697 zaak H3808 niet H6213 H8799 doen.
  13 H3068 Als nu de HEERE H3478 tegen Israel H3063 en tegen Juda H3027 , door den dienst H3605 van alle H5030 profeten H3605 , van alle H2374 zieners H5749 H8686 , betuigd had H559 H8800 , zeggende H7725 H8798 : Bekeert u H4480 van H7451 uw boze H1870 wegen H8104 H8798 en houdt H4687 Mijn geboden H2708 , [en] Mijn inzettingen H3605 , naar al H8451 de wet H834 , die H1 Ik uw vaderen H6680 H8765 geboden heb H834 , en die H413 Ik tot H3027 u door de hand H5650 van Mijn knechten H5030 , de profeten H7971 H8804 , gezonden heb;
  14 H8085 H8804 Zo hoorden zij H3808 niet H7185 H8686 , maar zij verhardden H6203 hun nek H6203 , gelijk de nek H1 hunner vaderen H834 geweest was, die H3068 aan den HEERE H430 , hun God H3808 , niet H539 H8689 geloofd hadden.
  15 H3988 H8799 Daartoe verwierpen zij H2706 Zijn inzettingen H1285 , en Zijn verbond H834 , dat H1 Hij met hun vaderen H3772 H8804 gemaakt had H5715 , en Zijn getuigenissen H834 , die H5749 H8689 Hij tegen hen betuigd had H3212 H8799 , en wandelden H1892 de ijdelheid H310 na H1891 H8799 , dat zij ijdel werden H310 , en achter H1471 de heidenen H834 , die H5439 rondom H834 hen waren, van dewelke H3068 de HEERE H853 hun H6680 H8765 geboden had H1115 , dat zij niet H6213 H8800 zouden doen gelijk die.
  16 H5800 H8799 Ja, zij verlieten H3605 al H4687 de geboden H3068 des HEEREN H430 , huns Gods H6213 H8799 , en maakten zich H4541 gegoten beelden H8147 , twee H5695 kalveren H6213 H8799 ; en maakten H842 bossen H7812 H8691 , en bogen zich H3605 voor alle H6635 heir H8064 des hemels H5647 H8799 , en dienden H1168 Baal.
  17 H1121 Ook deden zij hun zonen H1323 en hun dochteren H784 door het vuur H5674 H8686 gaan H7080 H8799 , en gebruikten H7081 waarzeggerijen H5172 H8762 , en gaven op vogelgeschrei acht H4376 H8691 , en verkochten zich H6213 H8800 , om te doen H7451 dat kwaad H5869 was in de ogen H3068 des HEEREN H3707 H8687 , om Hem tot toorn te verwekken.
  18 H599 H8691 Daarom vertoornde zich H3068 de HEERE H3966 zeer H3478 over Israel H5493 H8686 , dat Hij hen wegdeed H4480 H5921 van H6440 Zijn aangezicht H7604 H0 ; er bleef H3808 niets H7604 H8738 over H7535 , behalve H7626 de stam H3063 van Juda H909 alleen.
  19 H1571 Zelfs H8104 H8804 hield H3063 Juda H4687 de geboden H3068 des HEEREN H430 , huns Gods H3808 , niet H3212 H8799 ; maar zij wandelden H2708 in de inzettingen H3478 van Israel H834 , die H6213 H8804 zij gemaakt hadden.
  20 H3988 H8799 Zo verwierp H3068 de HEERE H3605 het ganse H2233 zaad H3478 van Israel H6031 H8762 , en bedrukte H5414 H8799 hen, en gaf H3027 ze in de hand H8154 H8802 der rovers H5704 H834 , totdat H4480 Hij hen van H6440 Zijn aangezicht H7993 H8689 weggeworpen had.
  21 H3588 Want H7167 H8804 Hij scheurde H3478 Israel H4480 H5921 van H1004 het huis H1732 van David H4427 H0 af, en zij maakten H3379 Jerobeam H1121 , den zoon H5028 van Nebat H4427 H8686 , koning H3379 ; en Jerobeam H5080 H8686 H8675 H5077 H8686 dreef H3478 Israel H4480 af van H310 achter H3068 den HEERE H1419 , en hij deed ze een grote H2401 zonde H2398 H8689 zondigen.
  22 H3212 H8799 Alzo wandelden H1121 de kinderen H3478 Israels H3605 in alle H2403 zonden H3379 van Jerobeam H834 die H6213 H8804 hij gedaan had H5493 H8804 ; zij weken H4480 daarvan H3808 niet af;
  23 H5704 H834 Totdat H3068 de HEERE H3478 Israel H4480 H5921 van H6440 Zijn aangezicht H5493 H8689 wegdeed H834 , gelijk als H1696 H8765 Hij gesproken had H3027 door den dienst H3605 van al H5650 Zijn knechten H5030 , de profeten H3478 ; alzo werd Israel H1540 H8799 weggevoerd H4480 H5921 uit H127 zijn land H804 naar Assyrie H5704 , tot H2088 op dezen H3117 dag.

2 Kings 22:13-17

  13 H3212 H8798 Gaat henen H1875 H8798 , vraagt H3068 den HEERE H1157 voor H1157 mij, en voor H5971 het volk H1157 , en voor H3605 het ganse H3063 Juda H5921 , over H1697 de woorden H2088 dezes H5612 boeks H4672 H8737 , dat gevonden is H3588 ; want H2534 de grimmigheid H3068 des HEEREN H1419 is groot H834 H1931 , dewelke H3341 H8738 tegen ons aangestoken is H5921 H834 , omdat H1 onze vaderen H8085 H8804 niet gehoord hebben H5921 naar H1697 de woorden H2088 dezes H5612 boeks H6213 H8800 , om te doen H3605 naar al H834 wat H5921 voor H3789 H8803 ons geschreven is.
  14 H3212 H8799 Toen ging H3548 de priester H2518 Hilkia H296 , en Ahikam H5907 , en Achbor H8227 , en Safan H6222 , en Asaja H413 henen tot H5031 de profetes H2468 Hulda H802 , de huisvrouw H7967 van Sallum H1121 , den zoon H8616 van Tikva H1121 , den zoon H2745 van Harhas H8104 H8802 H899 , den klederbewaarder H3427 H8802 (zij nu woonde H3389 te Jeruzalem H4932 , in het tweede deel H1931 ), en zij H1696 H8762 spraken H413 tot haar.
  15 H559 H8799 En zij zeide H413 tot H3541 hen: Zo H559 H8804 zegt H3068 de HEERE H430 , de God H3478 Israels H559 H8798 : Zegt H376 tot den man H834 , die H413 u tot H7971 H8804 mij gezonden heeft:
  16 H3541 Zo H559 H8804 zegt H3068 de HEERE H2009 : Zie H7451 , Ik zal kwaad H413 over H2088 deze H4725 plaats H935 H8688 brengen H3427 H8802 , en over haar inwoners H3605 , [namelijk] al H1697 de woorden H5612 des boeks H834 , dat H4428 de koning H3063 van Juda H7121 H8804 gelezen heeft.
  17 H8478 Daarom H834 dat H5800 H8804 zij Mij verlaten H312 , en anderen H430 goden H6999 H8762 gerookt hebben H4616 , opdat H3707 H8687 zij Mij tot toorn verwekten H3605 met al H4639 het werk H3027 hunner handen H2534 , zo zal Mijn grimmigheid H3341 H8738 aangestoken worden H2088 , tegen deze H4725 plaats H3808 , en niet H3518 H8799 uitgeblust worden.

2 Kings 23:26-27

  26 H389 Nochtans H7725 H0 keerde zich H3068 de HEERE H4480 van H2740 den brand H1419 Zijns groten H639 toorns H3808 niet H7725 H8804 af H834 , waarmede H639 Zijn toorn H2734 H8804 brandde H3063 tegen Juda H5921 , om H3605 al H3708 de tergingen H834 , waarmede H4519 Manasse H3707 H8689 Hem getergd had.
  27 H3068 En de HEERE H559 H8799 zeide H3063 : Ik zal Juda H1571 ook H4480 H5921 van H6440 Mijn aangezicht H5493 H8686 wegdoen H834 , gelijk als H3478 Ik Israel H5493 H8689 weggedaan heb H2063 ; en Ik zal deze H5892 stad H3389 Jeruzalem H3988 H8804 verwerpen H834 , die H977 H8804 Ik verkoren heb H1004 , en het huis H834 , waarvan H559 H8804 Ik gezegd heb H8034 : Mijn Naam H8033 zal daar H1961 H8799 wezen.

2 Chronicles 33:9

  9 H8582 H0 Zo deed H4519 Manasse H3063 Juda H3427 H8802 en de inwoners H3389 te Jeruzalem H8582 H8686 dwalen H7451 , dat zij erger H6213 H8800 deden H4480 dan H1471 de heidenen H834 , die H3068 de HEERE H4480 voor H6440 het aangezicht H1121 der kinderen H3478 Israels H8045 H8689 verdelgd had.

Ezra 9:6-7

  6 H559 H8799 En ik zeide H430 : Mijn God H954 H8804 , ik ben beschaamd H3637 H8738 en schaamrood H6440 , om mijn aangezicht H413 tot H7311 H8687 U op te heffen H430 , mijn God H3588 ; want H5771 onze ongerechtigheden H7235 H8804 zijn vermenigvuldigd H4605 tot boven H7218 [ons] hoofd H819 , en onze schuld H1431 H8804 is groot geworden H5704 tot aan H8064 den hemel.
  7 H4480 Van H3117 de dagen H1 onzer vaderen H587 af zijn wij H1419 in grote H819 schuld H5704 tot op H2088 dezen H3117 dag H5771 ; en wij zijn om onze ongerechtigheden H5414 H8738 overgegeven H587 , wij H4428 , onze koningen H3548 [en] onze priesters H3027 , in de hand H4428 van de koningen H776 der landen H2719 , in zwaard H7628 , in gevangenis H961 , en in roof H1322 , en in schaamte H6440 des aangezichts H2088 , gelijk het is te dezen H3117 dage.

Psalms 55:5

  5 H3374 [055:6] Vrees H7461 en beving H935 H8799 komt mij aan H6427 , en gruwen H3680 H8762 overdekt mij;

Psalms 105:10

  10 H5975 H8686 Welken Hij ook gesteld heeft H3290 aan Jakob H2706 tot een inzetting H3478 , aan Israel H5769 [tot] een eeuwig H1285 verbond,

Psalms 106:36-39

  36 H5647 H8799 En zij dienden H6091 hun afgoden H4170 , en zij werden hun tot een strik.
  37 H1121 Daarenboven hebben zij hun zonen H1323 en hun dochteren H7700 den duivelen H2076 H8799 geofferd.
  38 H5355 En zij hebben onschuldig H1818 bloed H8210 H8799 vergoten H1818 , het bloed H1121 hunner zonen H1323 en hunner dochteren H6091 , die zij den afgoden H3667 van Kanaan H2076 H8765 hebben opgeofferd H776 ; zodat het land H1818 door deze bloedschulden H2610 H8799 is ontheiligd geworden.
  39 H2930 H8799 En zij ontreinigden zich H4639 door hun werken H2181 H8799 , en zij hebben gehoereerd H4611 door hun daden.

Isaiah 1:2-5

  2 H8085 H8798 Hoort H8064 , gij hemelen H238 H8685 ! en neem ter ore H776 , gij aarde H3068 ! want de HEERE H1696 H8765 spreekt H1121 : Ik heb kinderen H1431 H8765 groot gemaakt H7311 H8790 en verhoogd H6586 H8804 ; maar zij hebben tegen Mij overtreden.
  3 H7794 Een os H3045 H8804 kent H7069 H8802 zijn bezitter H2543 , en een ezel H18 de krib H1167 zijns heren H3478 ; [maar] Israel H3045 H8804 heeft geen kennis H5971 , Mijn volk H995 H8712 verstaat niet.
  4 H1945 Wee H2398 H8802 het zondige H1471 volk H5971 , het volk H3515 van zware H5771 ongerechtigheid H2233 , het zaad H7489 H8688 der boosdoeners H7843 H8688 , de verdervende H1121 kinderen H853 ! Zij hebben den H3068 HEERE H5800 H8804 verlaten H853 , zij hebben den H6918 Heilige H3478 Israels H5006 H8765 gelasterd H2114 H8738 , zij hebben zich vervreemd H268 , [wijkende] achterwaarts.
  5 H5221 H8714 Waartoe zoudt gij meer geslagen worden H5627 ? Gij zoudt des afvals H3254 H8686 des te meer maken H7218 ; het ganse hoofd H2483 is krank H3824 , en het ganse hart H1742 is mat.

Isaiah 10:6

  6 H7971 H8762 Ik zal hem zenden H2611 tegen een huichelachtig H1471 volk H6680 H8762 , en Ik zal hem bevel geven H5971 tegen het volk H5678 Mijner verbolgenheid H7998 ; opdat hij den roof H7997 H8800 rove H962 H8800 , en plundere H957 de plundering H7760 H8800 , en stelle H4823 het ter vertreding H2563 , gelijk het slijk H2351 der straten.

Isaiah 50:1

  1 H559 H8804 Alzo zegt H3068 de HEERE H5612 H3748 : Waar is de scheidbrief H517 van ulieder moeder H7971 H8765 , waarmede Ik haar weggezonden heb H5383 H8802 ? Of wie is er van Mijn schuldeisers H4376 H8804 , aan wien Ik u verkocht heb H5771 ? Ziet, om uw ongerechtigheden H4376 H8738 zijt gij verkocht H6588 , en om uw overtredingen H517 is uw moeder H7971 H8795 weggezonden.

Isaiah 59:1-3

  1 H2005 Ziet H3027 , de hand H3068 des HEEREN H7114 H8804 is niet verkort H3467 H8687 , dat zij niet zou kunnen verlossen H241 ; en Zijn oor H3513 H8804 is niet zwaar geworden H8085 H8800 , dat het niet zou kunnen horen.
  2 H5771 Maar uw ongerechtigheden H914 H8688 maken een scheiding H996 tussen H430 ulieden en tussen uw God H2403 , en uw zonden H5641 H8689 verbergen H6440 het aangezicht H8085 H8800 van ulieden, dat Hij niet hoort.
  3 H3709 Want uw handen H1818 zijn met bloed H1351 H8738 bevlekt H676 ; en uw vingeren H5771 met ongerechtigheid H8193 ; uw lippen H1696 H8765 spreken H8267 valsheid H3956 , uw tong H1897 H8799 dicht H5766 onrecht.

Isaiah 59:12-15

  12 H6588 Want onze overtredingen H7231 H8804 zijn vele H2403 voor U, en onze zonden H6030 H8804 getuigen H6588 tegen ons; want onze overtredingen H5771 zijn bij ons, en onze ongerechtigheden H3045 H8804 kennen wij;
  13 H6586 H8800 Het overtreden H3584 H8763 en het liegen H3068 tegen den HEERE H310 , en het achterwaarts H5253 H8800 wijken H430 van onzen God H1696 H8763 ; het spreken H6233 van onderdrukking H5627 en afval H2029 H8780 , het ontvangen H1897 H8774 en het dichten H8267 van valse H1697 woorden H3820 uit het hart.
  14 H4941 Daarom is het recht H268 achterwaarts H5253 H8717 geweken H6666 , en de gerechtigheid H5975 H8799 staat H7350 van verre H571 ; want de waarheid H3782 H8804 struikelt H7339 op de straat H5229 , en wat recht H3201 H8799 is, kan H935 H8800 er niet ingaan.
  15 H571 Ja, de waarheid H5737 H8737 ontbreekt H7451 er, en wie van het boze H5493 H8804 wijkt H7997 H8711 , stelt zich tot een roof H3068 ; en de HEERE H7200 H8799 zag H3415 H8799 het, en het was kwaad H5869 in Zijn ogen H4941 , dat er geen recht was.

Jeremiah 3:1-2

  1 H559 H8800 Men zegt H376 : Zo een man H802 zijn huisvrouw H7971 H8762 verlaat H1980 H8804 , en zij gaat H312 van hem, en wordt eens anderen H376 mans H7725 H8799 , zal hij ook tot haar nog wederkeren H776 ? Zou datzelve land H2610 H8800 niet grotelijks H2610 H8799 ontheiligd worden H7227 ? Gij nu hebt [met] veel H7453 boeleerders H2181 H8804 gehoereerd H7725 H8800 , keer nochtans weder H5002 H8803 tot Mij, spreekt H3068 de HEERE.
  2 H5375 H8798 Hef H5869 uw ogen H8205 op naar de hoge plaatsen H7200 H8798 , en zie toe H375 , waar H7693 H8795 H8676 H7901 H8795 zijt gij niet beslapen H3427 H8804 ? Gij hebt voor hen gezeten H1870 aan de wegen H6163 , als een Arabier H4057 in de woestijn H776 ; alzo hebt gij het land H2610 H8686 ontheiligd H2184 met uw hoererijen H7451 en met uw boosheid.

Jeremiah 50:5

  5 H6726 Zij zullen naar Sion H7592 H8799 vragen H1870 ; op den weg H2008 herwaarts H6440 zullen hun aangezichten H935 H8798 zijn; zij zullen komen H3068 en den HEERE H3867 H8738 toegevoegd worden H5769 , [met] een eeuwig H1285 verbond H7911 H8735 , [dat] niet zal worden vergeten.

Ezekiel 7:20-24

  20 H6643 En Hij heeft de schoonheid H5716 Zijns sieraads H1347 ter overtreffelijkheid H7760 H8804 gezet H6754 ; maar zij hebben daarin beelden H8441 hunner gruwelen H8251 [en] hunner verfoeiselen H6213 H8804 gemaakt H5079 ; daarom heb Ik dat hun tot onreinigheid H5414 H8804 gesteld.
  21 H3027 En Ik zal het in de hand H2114 H8801 der vreemden H5414 H8804 overgeven H957 ten roof H7563 , en den goddelozen H776 der aarde H7998 ten buit H2490 H8765 , en zij zullen het ontheiligen.
  22 H6440 Ook zal Ik Mijn aangezicht H5437 H8689 van hen omwenden H6845 H8803 , en zij zullen Mijn verborgen H2490 H8765 plaats ontheiligen H6530 ; want inbrekers H935 H8804 zullen daar inkomen H2490 H8765 en die ontheiligen.
  23 H6213 H8798 Maak H7569 een keten H776 ; want het land H4390 H8804 is vol H1818 H4941 van bloedgerichten H5892 , en de stad H4390 H8804 is vol H2555 van geweld.
  24 H7451 Daarom zal Ik de kwaadste H1471 der heidenen H935 H8689 doen komen H1004 , die hun huizen H3423 H8804 erfelijk bezitten zullen H1347 , en zal den hoogmoed H5794 der sterken H7673 H8689 doen ophouden H6942 H8764 , en die hen heiligen H2490 H8738 H8676 H5157 H8765 , zullen ontheiligd worden.

Ezekiel 20:13

  13 H1004 Maar het huis H3478 Israels H4784 H8686 werd wederspannig H4057 tegen Mij in de woestijn H1980 H8804 ; zij wandelden H2708 in Mijn inzettingen H3988 H8804 niet, en verwierpen H4941 Mijn rechten H120 ; dewelke, zo ze een mens H6213 H8799 doet H2425 H8804 , zal [hij] door dezelve leven H2490 H8765 ; en zij ontheiligden H7676 Mijn sabbatten H3966 zeer H559 H8799 , dat Ik zeide H2534 , Mijn grimmigheid H8210 H8800 te zullen uitgieten H4057 over hen in de woestijn H3615 H8763 , om hen te verdoen.

Ezekiel 20:24

  24 H4941 Omdat zij Mijn rechten H6213 H8804 niet gedaan hadden H2708 , maar Mijn inzettingen H3988 H8804 verworpen H7676 en Mijn sabbatten H2490 H8765 ontheiligd hadden H5869 , en hun ogen H310 achter H1544 de drekgoden H1 hunner vaderen waren.

Ezekiel 22:24-31

  24 H1121 H120 Mensenkind H559 H8798 , zeg H776 tot haar; Gij zijt een land H2891 H8794 , dat niet gereinigd is H1656 , [dat] zijn plasregen H3117 niet [heeft] [gehad] ten dage H2195 der gramschap.
  25 H7195 De verbintenis H5030 harer profeten H8432 is in het midden H7580 H8802 van haar als een brullende H738 leeuw H2964 , die een roof H2963 H8802 rooft H398 H8804 ; zij eten H5315 de zielen H2633 op, den schat H3366 en het kostelijke H3947 H8799 nemen zij weg H490 ; haar weduwen H7235 H8689 vermenigvuldigen zij H8432 in het midden van haar.
  26 H3548 Haar priesters H8451 doen Mijn wet H2554 H8804 geweld aan H2490 H8762 , en zij ontheiligen H6944 Mijn heilige dingen H6944 ; tussen het heilige H2455 en het onheilige H914 H8689 maken zij geen onderscheid H2931 , en [het] [verschil] tussen het onreine H2889 en reine H3045 H8689 geven zij niet te kennen H5956 H8689 ; daartoe verbergen zij H5869 hun ogen H7676 van Mijn sabbatten H8432 ; ja, Ik word in het midden H2490 H8735 van hen ontheiligd.
  27 H8269 Haar vorsten H7130 zijn in het midden H2061 van haar als wolven H2964 , die een roof H2963 H8802 roven H1818 , om bloed H8210 H8800 te vergieten H5315 , [en] om zielen H6 H8763 te verderven H1215 ; opdat zij gierigheid H1214 H8800 zouden plegen.
  28 H5030 Haar profeten H2902 H8804 nu pleisteren H8602 hen met loze H2374 kalk; ziende H7723 ijdelheid H3577 en hun leugen H7080 H8802 voorzeggende H559 H8802 , zeggende H559 H8804 : Alzo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H3068 ! en de HEERE H1696 H8765 heeft niet gesproken.
  29 H5971 Het volk H776 des lands H6231 H8804 pleegt H6233 enkel verdrukking H1497 H8804 , en bedrijft H1498 enkel roverij H3238 H8689 , ook onderdrukken zij H6041 den ellendige H34 en nooddruftige H1616 , en den vreemdeling H6231 H8804 verdrukken zij H4941 zonder recht.
  30 H1245 H8762 Ik zocht H376 nu een man H1447 uit hen, die den muur H1443 H8802 mocht toemuren H6440 , en voor Mijn aangezicht H6556 in de bresse H5975 H8802 staan H776 voor het land H7843 H8763 , opdat Ik het niet mocht verderven H4672 H8804 ; maar Ik vond niemand.
  31 H2195 Daarom heb Ik Mijn gramschap H8210 H8799 over hen uitgegoten H784 ; door het vuur H5678 Mijner verbolgenheid H3615 H8765 heb Ik hen verteerd H1870 ; hun weg H7218 heb Ik op hun hoofd H5414 H8804 gegeven H5002 H8803 , spreekt H136 de Heere H3069 HEERE.

Ezekiel 37:26

  26 H1285 En Ik zal een verbond H7965 des vredes H3772 H8804 met hen maken H5769 , het zal een eeuwig H1285 verbond H5414 H8804 met hen zijn; en Ik zal ze inzetten H7235 H8689 en zal ze vermenigvuldigen H4720 , en Ik zal Mijn heiligdom H8432 in het midden H5414 H8804 van hen zetten H5769 tot in eeuwigheid.

Daniel 7:25

  25 H4406 En het zal woorden H4449 H8741 spreken H6655 tegen H5943 den Allerhoogsten H6922 , en het zal de heiligen H5946 der hoge H1080 H8741 [plaatsen] verstoren H5452 H8748 , en het zal menen H2166 de tijden H1882 en de wet H8133 H8682 te veranderen H3028 , en zij zullen in deszelfs hand H3052 H8725 overgegeven worden H5705 tot H5732 een tijd H5732 , en tijden H6387 , en een gedeelte H5732 eens tijds.

Daniel 9:5

  5 H2398 H8804 Wij hebben gezondigd H5753 H8804 , en hebben onrecht gedaan H7561 H8689 , en goddelooslijk gehandeld H4775 H8804 , en gerebelleerd H5493 H8800 , met af te wijken H4687 van Uw geboden H4941 , en van Uw rechten.

Daniel 9:10

  10 H6963 En wij hebben der stem H3068 des HEEREN H430 , onzes Gods H8085 H8804 , niet gehoorzaamd H8451 , dat wij in Zijn wetten H3212 H8800 wandelen H5414 H8804 zouden, die Hij gegeven heeft H6440 voor onze aangezichten H3027 , door de hand H5650 van Zijn knechten H5030 , de profeten.

Micah 2:10

  10 H6965 H8798 Maakt u [dan] op H3212 H8798 , en gaat henen H3588 ; want H4496 dit [land] zal de rust H3808 niet H5668 zijn; omdat H2930 H8800 het verontreinigd is H2254 H8762 , zal het [u] verderven H4834 H8737 , en dat [met] een geweldige H2256 verderving.

Mark 7:7-9

  7 G1161 Doch G3155 tevergeefs G4576 G5736 eren zij G3165 Mij G1321 G5723 , lerende G1319 leringen G1778 , [die] geboden G444 [zijn] der mensen;
  8 G1063 Want G863 G5631 , nalatende G1785 het gebod G2316 Gods G2902 G5719 , houdt gij G3862 de inzettingen G444 der mensen G909 , [als] [namelijk] wassingen G3582 der kannen G2532 en G4221 drinkbekers G2532 ; en G243 andere G5108 dergelijke G3946 dingen G4160 G5719 doet gij G4183 vele.
  9 G2532 En G3004 G5707 Hij zeide G846 tot hen G114 G : Gij doet G2316 [zeker] Gods G1785 gebod G2573 wel G114 G5719 te niet G2443 , opdat G5216 gij uw G3862 inzettingen G5083 G5661 zoudt onderhouden.

Luke 1:6

  6 G1161 En G2258 G5713 zij waren G297 beiden G1342 rechtvaardig G1799 voor G2316 God G4198 G5740 , wandelende G1722 in G3956 al G1785 de geboden G2532 en G1345 rechten G2962 des Heeren G273 , onberispelijk.

Romans 8:20-21

  20 G1063 Want G2937 het schepsel G3153 is der ijdelheid G5293 G5648 onderworpen G3756 , niet G1635 gewillig G235 , maar G1223 om diens wil G5293 G5660 , die het [der] [ijdelheid] onderworpen heeft;
  21 G1909 Op G1680 hoop G3754 , dat G2532 ook G2937 het schepsel G846 zelf G1659 G5701 zal vrijgemaakt worden G575 van G1397 de dienstbaarheid G5356 der verderfenis G1519 , tot G1657 de vrijheid G1391 der heerlijkheid G5043 der kinderen G2316 Gods.

Hebrews 9:1

  1 G2192 G5707 Zo had G3767 dan G3303 wel G2532 ook G4413 het eerste G1345 [verbond] rechten G2999 van de [gods] dienst G5037 , en G2886 het wereldlijk G39 heiligdom.

Hebrews 13:20

  20 G2316 De God G1161 nu G1515 des vredes G3173 , Die den grote G4166 Herder G4263 der schapen G1722 , door G129 het bloed G166 des eeuwigen G1242 testaments G1537 , uit G3498 de doden G321 G5631 heeft wedergebracht G2257 , [namelijk] onze G2962 Heere G2424 Jezus G5547 Christus,

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.