Isaiah 24:5 Cross References - DSV_Strongs
Genesis 3:17-18
17
H121
En tot Adam
H559 H8804
zeide Hij
H3588
: Dewijl
H8085 H8804
gij geluisterd hebt
H6963
naar de stem
H802
uwer vrouw
H4480
, en van
H6086
dien boom
H398 H8799
gegeten
H834
, waarvan
H6680 H8765
Ik u gebood
H559 H8800
, zeggende
H4480
: Gij zult daarvan
H3808
niet
H398 H8799
eten
H127
; zo zij het aardrijk
H5668
om uwentwil
H779 H8803
vervloekt
H6093
; en met smart
H398 H8799
zult gij daarvan eten
H3605
al
H3117
de dagen
H2416
uws levens.
Genesis 6:11-13
11
H776
Maar de aarde
H7843 H8735
was verdorven
H430
voor Gods
H6440
aangezicht
H776
; en de aarde
H4390 H8735
was vervuld
H2555
met wrevel.
12
H7200 H8799
Toen zag
H430
God
H776
de aarde
H2009
, en ziet
H7843 H8738
, zij was verdorven
H3588
; want
H3605
al
H1320
het vlees
H1870
had zijn weg
H7843 H8689
verdorven
H5921
op
H776
de aarde.
13
H559 H8799
Daarom zeide
H430
God
H5146
tot Noach
H7093
: Het einde
H3605
van alle
H1320
vlees
H6440
is voor Mijn aangezicht
H935 H8804
gekomen
H3588
; want
H776
de aarde
H4480 H6440
is door hen
H4390 H8804
vervuld
H2555
met wrevel
H2009
; en zie
H854
, Ik zal hen met
H776
de aarde
H7843 H8688
verderven.
Genesis 17:13-14
Leviticus 18:24-28
24
H2930 H8691
Verontreinigt u
H428
niet met enige van deze
H1471
; want de heidenen
H6440
, die Ik van uw aangezicht
H7971 H8764
uitwerpe
H2930 H8738
, zijn met alle deze verontreinigd;
25
H776
Zodat het land
H2930 H8799
onrein is
H5771
, en Ik over hetzelve zijn ongerechtigheid
H6485 H8799
bezoeke
H776
, en het land
H3427 H8802
zijn inwoners
H6958 H8686
uitspuwt.
26
H2708
Maar gij zult Mijn inzettingen
H4941
en Mijn rechten
H8104 H8804
onderhouden
H8441
, en van al die gruwelen
H6213 H8799
niets doen
H249
, inboorling
H1616
noch vreemdeling
H8432
, die in het midden
H1481 H8802
van u als vreemdeling verkeert.
Leviticus 20:22
Numbers 35:33-34
33
H2610 H8686
Zo zult gij niet ontheiligen
H776
het land
H1818
, waarin gij zijt; want het bloed
H2610 H8686
ontheiligt
H776
het land
H776
; en voor het land
H3722 H8792
zal geen verzoening gedaan worden
H1818
over het bloed
H8210 H8795
, dat daarin vergoten is
H1818
, dan door het bloed
H8210 H8802
desgenen, die dat vergoten heeft.
Deuteronomy 32:15
15
H3484
Als nu Jeschurun
H8080 H8799
vet werd
H1163 H8799
, zo sloeg hij achteruit
H8080 H8804
(gij zijt vet
H5666 H8804
, gij zijt dik
H3780 H8804
, [ja], [met] [vet] overdekt geworden
H433
!); en hij liet God
H5203 H8799
varen
H6213 H8804
, Die hem gemaakt heeft
H5034 H8762
, en versmaadde
H6697
den Rotssteen
H3444
zijns heils.
Deuteronomy 32:20
Joshua 24:25
2 Samuel 23:5
5
H3588
Hoewel
H1004
mijn huis
H3651
alzo
H3808
niet
H5973
is bij
H410
God
H3588
, nochtans
H5769
heeft Hij mij een eeuwig
H1285
verbond
H7760 H8804
gesteld
H3605
, dat in alles
H6186 H8803
wel geordineerd
H8104 H8803
en bewaard is
H3588
; voorzeker
H3605
is [daarin] al
H3468
mijn heil
H3605
, en alle
H2656
lust
H3588
, hoewel
H3808
Hij het [nog] niet
H6779 H8686
doet uitspruiten.
2 Kings 17:7-23
7
H1961 H8799
Want het was geschied
H3588
, dat
H1121
de kinderen
H3478
Israels
H2398 H8804
gezondigd hadden
H3068
tegen den HEERE
H430
, hun God
H853
, Die hen
H776 H4714
uit Egypteland
H5927 H8688
opgebracht had
H4480
, van
H8478
onder
H3027
de hand
H6547
van Farao
H4428
, den koning
H4714
van Egypte
H312
; en hadden andere
H430
goden
H3372 H8799
gevreesd;
8
H3212 H8799
En hadden gewandeld
H2708
in de inzettingen
H1471
der heidenen
H834
, die
H3068
de HEERE
H4480
voor
H6440
het aangezicht
H1121
der kinderen
H3478
Israels
H3423 H8689
verdreven had
H4428
, en der koningen
H3478
van Israel
H834
, die
H6213 H8804
ze gemaakt hadden.
9
H1121
En de kinderen
H3478
Israels
H1697
hadden de zaken
H834
, die
H3808
niet
H3651
recht
H5921
zijn, tegen
H3068
den HEERE
H430
, hun God
H2644 H8762
, bemanteld
H1116
; en hadden zich hoogten
H1129 H8799
gebouwd
H3605
in al
H5892
hun steden
H4480
, van
H4026 H5341 H8802
den wachttoren
H5704
af tot
H4013
de vaste
H5892
steden toe.
10
H4676
En zij hadden zich staande beelden
H5324 H8686
opgericht
H842
en bossen
H5921
, op
H3605
allen
H1364
hogen
H1389
heuvel
H8478
en onder
H3605
alle
H7488
groen
H6086
geboomte.
11
H8033
En zij hadden daar
H6999 H8762
gerookt
H3605
op alle
H1116
hoogten
H1471
, gelijk de heidenen
H834
, die
H3068
de HEERE
H4480
van
H6440
hun aangezichten
H1540 H8689
weggevoerd had
H7451
; en zij hadden kwade
H1697
dingen
H6213 H8799
gedaan
H3068
, om den HEERE
H3707 H8687
tot toorn te verwekken.
12
H1544
En zij hadden de drekgoden
H5647 H8799
gediend
H834
, waarvan
H3068
de HEERE
H559 H8804
tot hen gezegd had
H2088
: Gij zult deze
H1697
zaak
H3808
niet
H6213 H8799
doen.
13
H3068
Als nu de HEERE
H3478
tegen Israel
H3063
en tegen Juda
H3027
, door den dienst
H3605
van alle
H5030
profeten
H3605
, van alle
H2374
zieners
H5749 H8686
, betuigd had
H559 H8800
, zeggende
H7725 H8798
: Bekeert u
H4480
van
H7451
uw boze
H1870
wegen
H8104 H8798
en houdt
H4687
Mijn geboden
H2708
, [en] Mijn inzettingen
H3605
, naar al
H8451
de wet
H834
, die
H1
Ik uw vaderen
H6680 H8765
geboden heb
H834
, en die
H413
Ik tot
H3027
u door de hand
H5650
van Mijn knechten
H5030
, de profeten
H7971 H8804
, gezonden heb;
14
H8085 H8804
Zo hoorden zij
H3808
niet
H7185 H8686
, maar zij verhardden
H6203
hun nek
H6203
, gelijk de nek
H1
hunner vaderen
H834
geweest was, die
H3068
aan den HEERE
H430
, hun God
H3808
, niet
H539 H8689
geloofd hadden.
15
H3988 H8799
Daartoe verwierpen zij
H2706
Zijn inzettingen
H1285
, en Zijn verbond
H834
, dat
H1
Hij met hun vaderen
H3772 H8804
gemaakt had
H5715
, en Zijn getuigenissen
H834
, die
H5749 H8689
Hij tegen hen betuigd had
H3212 H8799
, en wandelden
H1892
de ijdelheid
H310
na
H1891 H8799
, dat zij ijdel werden
H310
, en achter
H1471
de heidenen
H834
, die
H5439
rondom
H834
hen waren, van dewelke
H3068
de HEERE
H853
hun
H6680 H8765
geboden had
H1115
, dat zij niet
H6213 H8800
zouden doen gelijk die.
16
H5800 H8799
Ja, zij verlieten
H3605
al
H4687
de geboden
H3068
des HEEREN
H430
, huns Gods
H6213 H8799
, en maakten zich
H4541
gegoten beelden
H8147
, twee
H5695
kalveren
H6213 H8799
; en maakten
H842
bossen
H7812 H8691
, en bogen zich
H3605
voor alle
H6635
heir
H8064
des hemels
H5647 H8799
, en dienden
H1168
Baal.
17
H1121
Ook deden zij hun zonen
H1323
en hun dochteren
H784
door het vuur
H5674 H8686
gaan
H7080 H8799
, en gebruikten
H7081
waarzeggerijen
H5172 H8762
, en gaven op vogelgeschrei acht
H4376 H8691
, en verkochten zich
H6213 H8800
, om te doen
H7451
dat kwaad
H5869
was in de ogen
H3068
des HEEREN
H3707 H8687
, om Hem tot toorn te verwekken.
18
H599 H8691
Daarom vertoornde zich
H3068
de HEERE
H3966
zeer
H3478
over Israel
H5493 H8686
, dat Hij hen wegdeed
H4480 H5921
van
H6440
Zijn aangezicht
H7604 H0
; er bleef
H3808
niets
H7604 H8738
over
H7535
, behalve
H7626
de stam
H3063
van Juda
H909
alleen.
19
H1571
Zelfs
H8104 H8804
hield
H3063
Juda
H4687
de geboden
H3068
des HEEREN
H430
, huns Gods
H3808
, niet
H3212 H8799
; maar zij wandelden
H2708
in de inzettingen
H3478
van Israel
H834
, die
H6213 H8804
zij gemaakt hadden.
20
H3988 H8799
Zo verwierp
H3068
de HEERE
H3605
het ganse
H2233
zaad
H3478
van Israel
H6031 H8762
, en bedrukte
H5414 H8799
hen, en gaf
H3027
ze in de hand
H8154 H8802
der rovers
H5704 H834
, totdat
H4480
Hij hen van
H6440
Zijn aangezicht
H7993 H8689
weggeworpen had.
21
H3588
Want
H7167 H8804
Hij scheurde
H3478
Israel
H4480 H5921
van
H1004
het huis
H1732
van David
H4427 H0
af, en zij maakten
H3379
Jerobeam
H1121
, den zoon
H5028
van Nebat
H4427 H8686
, koning
H3379
; en Jerobeam
H5080 H8686 H8675 H5077 H8686
dreef
H3478
Israel
H4480
af van
H310
achter
H3068
den HEERE
H1419
, en hij deed ze een grote
H2401
zonde
H2398 H8689
zondigen.
22
H3212 H8799
Alzo wandelden
H1121
de kinderen
H3478
Israels
H3605
in alle
H2403
zonden
H3379
van Jerobeam
H834
die
H6213 H8804
hij gedaan had
H5493 H8804
; zij weken
H4480
daarvan
H3808
niet af;
23
H5704 H834
Totdat
H3068
de HEERE
H3478
Israel
H4480 H5921
van
H6440
Zijn aangezicht
H5493 H8689
wegdeed
H834
, gelijk als
H1696 H8765
Hij gesproken had
H3027
door den dienst
H3605
van al
H5650
Zijn knechten
H5030
, de profeten
H3478
; alzo werd Israel
H1540 H8799
weggevoerd
H4480 H5921
uit
H127
zijn land
H804
naar Assyrie
H5704
, tot
H2088
op dezen
H3117
dag.
2 Kings 22:13-17
13
H3212 H8798
Gaat henen
H1875 H8798
, vraagt
H3068
den HEERE
H1157
voor
H1157
mij, en voor
H5971
het volk
H1157
, en voor
H3605
het ganse
H3063
Juda
H5921
, over
H1697
de woorden
H2088
dezes
H5612
boeks
H4672 H8737
, dat gevonden is
H3588
; want
H2534
de grimmigheid
H3068
des HEEREN
H1419
is groot
H834 H1931
, dewelke
H3341 H8738
tegen ons aangestoken is
H5921 H834
, omdat
H1
onze vaderen
H8085 H8804
niet gehoord hebben
H5921
naar
H1697
de woorden
H2088
dezes
H5612
boeks
H6213 H8800
, om te doen
H3605
naar al
H834
wat
H5921
voor
H3789 H8803
ons geschreven is.
14
H3212 H8799
Toen ging
H3548
de priester
H2518
Hilkia
H296
, en Ahikam
H5907
, en Achbor
H8227
, en Safan
H6222
, en Asaja
H413
henen tot
H5031
de profetes
H2468
Hulda
H802
, de huisvrouw
H7967
van Sallum
H1121
, den zoon
H8616
van Tikva
H1121
, den zoon
H2745
van Harhas
H8104 H8802 H899
, den klederbewaarder
H3427 H8802
(zij nu woonde
H3389
te Jeruzalem
H4932
, in het tweede deel
H1931
), en zij
H1696 H8762
spraken
H413
tot haar.
15
H559 H8799
En zij zeide
H413
tot
H3541
hen: Zo
H559 H8804
zegt
H3068
de HEERE
H430
, de God
H3478
Israels
H559 H8798
: Zegt
H376
tot den man
H834
, die
H413
u tot
H7971 H8804
mij gezonden heeft:
16
H3541
Zo
H559 H8804
zegt
H3068
de HEERE
H2009
: Zie
H7451
, Ik zal kwaad
H413
over
H2088
deze
H4725
plaats
H935 H8688
brengen
H3427 H8802
, en over haar inwoners
H3605
, [namelijk] al
H1697
de woorden
H5612
des boeks
H834
, dat
H4428
de koning
H3063
van Juda
H7121 H8804
gelezen heeft.
17
H8478
Daarom
H834
dat
H5800 H8804
zij Mij verlaten
H312
, en anderen
H430
goden
H6999 H8762
gerookt hebben
H4616
, opdat
H3707 H8687
zij Mij tot toorn verwekten
H3605
met al
H4639
het werk
H3027
hunner handen
H2534
, zo zal Mijn grimmigheid
H3341 H8738
aangestoken worden
H2088
, tegen deze
H4725
plaats
H3808
, en niet
H3518 H8799
uitgeblust worden.
2 Kings 23:26-27
26
H389
Nochtans
H7725 H0
keerde zich
H3068
de HEERE
H4480
van
H2740
den brand
H1419
Zijns groten
H639
toorns
H3808
niet
H7725 H8804
af
H834
, waarmede
H639
Zijn toorn
H2734 H8804
brandde
H3063
tegen Juda
H5921
, om
H3605
al
H3708
de tergingen
H834
, waarmede
H4519
Manasse
H3707 H8689
Hem getergd had.
27
H3068
En de HEERE
H559 H8799
zeide
H3063
: Ik zal Juda
H1571
ook
H4480 H5921
van
H6440
Mijn aangezicht
H5493 H8686
wegdoen
H834
, gelijk als
H3478
Ik Israel
H5493 H8689
weggedaan heb
H2063
; en Ik zal deze
H5892
stad
H3389
Jeruzalem
H3988 H8804
verwerpen
H834
, die
H977 H8804
Ik verkoren heb
H1004
, en het huis
H834
, waarvan
H559 H8804
Ik gezegd heb
H8034
: Mijn Naam
H8033
zal daar
H1961 H8799
wezen.
2 Chronicles 33:9
Ezra 9:6-7
6
H559 H8799
En ik zeide
H430
: Mijn God
H954 H8804
, ik ben beschaamd
H3637 H8738
en schaamrood
H6440
, om mijn aangezicht
H413
tot
H7311 H8687
U op te heffen
H430
, mijn God
H3588
; want
H5771
onze ongerechtigheden
H7235 H8804
zijn vermenigvuldigd
H4605
tot boven
H7218
[ons] hoofd
H819
, en onze schuld
H1431 H8804
is groot geworden
H5704
tot aan
H8064
den hemel.
7
H4480
Van
H3117
de dagen
H1
onzer vaderen
H587
af zijn wij
H1419
in grote
H819
schuld
H5704
tot op
H2088
dezen
H3117
dag
H5771
; en wij zijn om onze ongerechtigheden
H5414 H8738
overgegeven
H587
, wij
H4428
, onze koningen
H3548
[en] onze priesters
H3027
, in de hand
H4428
van de koningen
H776
der landen
H2719
, in zwaard
H7628
, in gevangenis
H961
, en in roof
H1322
, en in schaamte
H6440
des aangezichts
H2088
, gelijk het is te dezen
H3117
dage.
Psalms 55:5
Psalms 105:10
Psalms 106:36-39
37
H1121
Daarenboven hebben zij hun zonen
H1323
en hun dochteren
H7700
den duivelen
H2076 H8799
geofferd.
Isaiah 1:2-5
2
H8085 H8798
Hoort
H8064
, gij hemelen
H238 H8685
! en neem ter ore
H776
, gij aarde
H3068
! want de HEERE
H1696 H8765
spreekt
H1121
: Ik heb kinderen
H1431 H8765
groot gemaakt
H7311 H8790
en verhoogd
H6586 H8804
; maar zij hebben tegen Mij overtreden.
3
H7794
Een os
H3045 H8804
kent
H7069 H8802
zijn bezitter
H2543
, en een ezel
H18
de krib
H1167
zijns heren
H3478
; [maar] Israel
H3045 H8804
heeft geen kennis
H5971
, Mijn volk
H995 H8712
verstaat niet.
4
H1945
Wee
H2398 H8802
het zondige
H1471
volk
H5971
, het volk
H3515
van zware
H5771
ongerechtigheid
H2233
, het zaad
H7489 H8688
der boosdoeners
H7843 H8688
, de verdervende
H1121
kinderen
H853
! Zij hebben den
H3068
HEERE
H5800 H8804
verlaten
H853
, zij hebben den
H6918
Heilige
H3478
Israels
H5006 H8765
gelasterd
H2114 H8738
, zij hebben zich vervreemd
H268
, [wijkende] achterwaarts.
Isaiah 10:6
6
H7971 H8762
Ik zal hem zenden
H2611
tegen een huichelachtig
H1471
volk
H6680 H8762
, en Ik zal hem bevel geven
H5971
tegen het volk
H5678
Mijner verbolgenheid
H7998
; opdat hij den roof
H7997 H8800
rove
H962 H8800
, en plundere
H957
de plundering
H7760 H8800
, en stelle
H4823
het ter vertreding
H2563
, gelijk het slijk
H2351
der straten.
Isaiah 50:1
1
H559 H8804
Alzo zegt
H3068
de HEERE
H5612 H3748
: Waar is de scheidbrief
H517
van ulieder moeder
H7971 H8765
, waarmede Ik haar weggezonden heb
H5383 H8802
? Of wie is er van Mijn schuldeisers
H4376 H8804
, aan wien Ik u verkocht heb
H5771
? Ziet, om uw ongerechtigheden
H4376 H8738
zijt gij verkocht
H6588
, en om uw overtredingen
H517
is uw moeder
H7971 H8795
weggezonden.
Isaiah 59:1-3
1
H2005
Ziet
H3027
, de hand
H3068
des HEEREN
H7114 H8804
is niet verkort
H3467 H8687
, dat zij niet zou kunnen verlossen
H241
; en Zijn oor
H3513 H8804
is niet zwaar geworden
H8085 H8800
, dat het niet zou kunnen horen.
Isaiah 59:12-15
12
H6588
Want onze overtredingen
H7231 H8804
zijn vele
H2403
voor U, en onze zonden
H6030 H8804
getuigen
H6588
tegen ons; want onze overtredingen
H5771
zijn bij ons, en onze ongerechtigheden
H3045 H8804
kennen wij;
13
H6586 H8800
Het overtreden
H3584 H8763
en het liegen
H3068
tegen den HEERE
H310
, en het achterwaarts
H5253 H8800
wijken
H430
van onzen God
H1696 H8763
; het spreken
H6233
van onderdrukking
H5627
en afval
H2029 H8780
, het ontvangen
H1897 H8774
en het dichten
H8267
van valse
H1697
woorden
H3820
uit het hart.
Jeremiah 3:1-2
1
H559 H8800
Men zegt
H376
: Zo een man
H802
zijn huisvrouw
H7971 H8762
verlaat
H1980 H8804
, en zij gaat
H312
van hem, en wordt eens anderen
H376
mans
H7725 H8799
, zal hij ook tot haar nog wederkeren
H776
? Zou datzelve land
H2610 H8800
niet grotelijks
H2610 H8799
ontheiligd worden
H7227
? Gij nu hebt [met] veel
H7453
boeleerders
H2181 H8804
gehoereerd
H7725 H8800
, keer nochtans weder
H5002 H8803
tot Mij, spreekt
H3068
de HEERE.
2
H5375 H8798
Hef
H5869
uw ogen
H8205
op naar de hoge plaatsen
H7200 H8798
, en zie toe
H375
, waar
H7693 H8795 H8676 H7901 H8795
zijt gij niet beslapen
H3427 H8804
? Gij hebt voor hen gezeten
H1870
aan de wegen
H6163
, als een Arabier
H4057
in de woestijn
H776
; alzo hebt gij het land
H2610 H8686
ontheiligd
H2184
met uw hoererijen
H7451
en met uw boosheid.
Jeremiah 50:5
Ezekiel 7:20-24
20
H6643
En Hij heeft de schoonheid
H5716
Zijns sieraads
H1347
ter overtreffelijkheid
H7760 H8804
gezet
H6754
; maar zij hebben daarin beelden
H8441
hunner gruwelen
H8251
[en] hunner verfoeiselen
H6213 H8804
gemaakt
H5079
; daarom heb Ik dat hun tot onreinigheid
H5414 H8804
gesteld.
21
H3027
En Ik zal het in de hand
H2114 H8801
der vreemden
H5414 H8804
overgeven
H957
ten roof
H7563
, en den goddelozen
H776
der aarde
H7998
ten buit
H2490 H8765
, en zij zullen het ontheiligen.
22
H6440
Ook zal Ik Mijn aangezicht
H5437 H8689
van hen omwenden
H6845 H8803
, en zij zullen Mijn verborgen
H2490 H8765
plaats ontheiligen
H6530
; want inbrekers
H935 H8804
zullen daar inkomen
H2490 H8765
en die ontheiligen.
Ezekiel 20:13
13
H1004
Maar het huis
H3478
Israels
H4784 H8686
werd wederspannig
H4057
tegen Mij in de woestijn
H1980 H8804
; zij wandelden
H2708
in Mijn inzettingen
H3988 H8804
niet, en verwierpen
H4941
Mijn rechten
H120
; dewelke, zo ze een mens
H6213 H8799
doet
H2425 H8804
, zal [hij] door dezelve leven
H2490 H8765
; en zij ontheiligden
H7676
Mijn sabbatten
H3966
zeer
H559 H8799
, dat Ik zeide
H2534
, Mijn grimmigheid
H8210 H8800
te zullen uitgieten
H4057
over hen in de woestijn
H3615 H8763
, om hen te verdoen.
Ezekiel 20:24
Ezekiel 22:24-31
24
H1121 H120
Mensenkind
H559 H8798
, zeg
H776
tot haar; Gij zijt een land
H2891 H8794
, dat niet gereinigd is
H1656
, [dat] zijn plasregen
H3117
niet [heeft] [gehad] ten dage
H2195
der gramschap.
25
H7195
De verbintenis
H5030
harer profeten
H8432
is in het midden
H7580 H8802
van haar als een brullende
H738
leeuw
H2964
, die een roof
H2963 H8802
rooft
H398 H8804
; zij eten
H5315
de zielen
H2633
op, den schat
H3366
en het kostelijke
H3947 H8799
nemen zij weg
H490
; haar weduwen
H7235 H8689
vermenigvuldigen zij
H8432
in het midden van haar.
26
H3548
Haar priesters
H8451
doen Mijn wet
H2554 H8804
geweld aan
H2490 H8762
, en zij ontheiligen
H6944
Mijn heilige dingen
H6944
; tussen het heilige
H2455
en het onheilige
H914 H8689
maken zij geen onderscheid
H2931
, en [het] [verschil] tussen het onreine
H2889
en reine
H3045 H8689
geven zij niet te kennen
H5956 H8689
; daartoe verbergen zij
H5869
hun ogen
H7676
van Mijn sabbatten
H8432
; ja, Ik word in het midden
H2490 H8735
van hen ontheiligd.
27
H8269
Haar vorsten
H7130
zijn in het midden
H2061
van haar als wolven
H2964
, die een roof
H2963 H8802
roven
H1818
, om bloed
H8210 H8800
te vergieten
H5315
, [en] om zielen
H6 H8763
te verderven
H1215
; opdat zij gierigheid
H1214 H8800
zouden plegen.
28
H5030
Haar profeten
H2902 H8804
nu pleisteren
H8602
hen met loze
H2374
kalk; ziende
H7723
ijdelheid
H3577
en hun leugen
H7080 H8802
voorzeggende
H559 H8802
, zeggende
H559 H8804
: Alzo zegt
H136
de Heere
H3069
HEERE
H3068
! en de HEERE
H1696 H8765
heeft niet gesproken.
29
H5971
Het volk
H776
des lands
H6231 H8804
pleegt
H6233
enkel verdrukking
H1497 H8804
, en bedrijft
H1498
enkel roverij
H3238 H8689
, ook onderdrukken zij
H6041
den ellendige
H34
en nooddruftige
H1616
, en den vreemdeling
H6231 H8804
verdrukken zij
H4941
zonder recht.
Ezekiel 37:26
26
H1285
En Ik zal een verbond
H7965
des vredes
H3772 H8804
met hen maken
H5769
, het zal een eeuwig
H1285
verbond
H5414 H8804
met hen zijn; en Ik zal ze inzetten
H7235 H8689
en zal ze vermenigvuldigen
H4720
, en Ik zal Mijn heiligdom
H8432
in het midden
H5414 H8804
van hen zetten
H5769
tot in eeuwigheid.
Daniel 7:25
25
H4406
En het zal woorden
H4449 H8741
spreken
H6655
tegen
H5943
den Allerhoogsten
H6922
, en het zal de heiligen
H5946
der hoge
H1080 H8741
[plaatsen] verstoren
H5452 H8748
, en het zal menen
H2166
de tijden
H1882
en de wet
H8133 H8682
te veranderen
H3028
, en zij zullen in deszelfs hand
H3052 H8725
overgegeven worden
H5705
tot
H5732
een tijd
H5732
, en tijden
H6387
, en een gedeelte
H5732
eens tijds.
Daniel 9:5
Daniel 9:10
Micah 2:10
Mark 7:7-9
7
G1161
Doch
G3155
tevergeefs
G4576 G5736
eren zij
G3165
Mij
G1321 G5723
, lerende
G1319
leringen
G1778
, [die] geboden
G444
[zijn] der mensen;