Ezra 9:6-7

DSV_Strongs(i)
  6 H559 H8799 En ik zeide H430 : Mijn God H954 H8804 , ik ben beschaamd H3637 H8738 en schaamrood H6440 , om mijn aangezicht H413 tot H7311 H8687 U op te heffen H430 , mijn God H3588 ; want H5771 onze ongerechtigheden H7235 H8804 zijn vermenigvuldigd H4605 tot boven H7218 [ons] hoofd H819 , en onze schuld H1431 H8804 is groot geworden H5704 tot aan H8064 den hemel.
  7 H4480 Van H3117 de dagen H1 onzer vaderen H587 af zijn wij H1419 in grote H819 schuld H5704 tot op H2088 dezen H3117 dag H5771 ; en wij zijn om onze ongerechtigheden H5414 H8738 overgegeven H587 , wij H4428 , onze koningen H3548 [en] onze priesters H3027 , in de hand H4428 van de koningen H776 der landen H2719 , in zwaard H7628 , in gevangenis H961 , en in roof H1322 , en in schaamte H6440 des aangezichts H2088 , gelijk het is te dezen H3117 dage.