DSV_Strongs(i)
1
H7970
In het dertigste
H8141
jaar
H7243
, in de vierde
H2568
[maand], op den vijfden
H2320
derzelve maand
H8432
, als ik in het midden
H1473
der weggevoerden
H5104
was bij de rivier
H3529
Chebar
H8064
, zo geschiedde het, [dat] de hemelen
H6605 H8738
werden geopend
H4759
, en ik gezichten
H430
Gods
H7200 H8799
zag.
2
H2568
Op den vijfden
H2320
derzelve maand
H2549
(dit was het vijfde
H8141
jaar
H1546
van de wegvoering
H4428
van den koning
H3112
Jojachin),
3
H1697
Geschiedde het woord
H3068
des HEEREN
H3168
uitdrukkelijk tot Ezechiel
H1121
, den zoon
H941
van Buzi
H3548
, den priester
H776
, in het land
H3778
der Chaldeen
H5104
, bij de rivier
H3529
Chebar
H3027
; en de hand
H3068
des HEEREN was daar op hem.
4
H7200 H8799
Toen zag ik
H7307 H5591
, en ziet, een stormwind
H935 H8802
kwam
H6828
van het noorden
H1419
af, een grote
H6051
wolk
H784
, en een vuur
H3947 H8693
[daarin] vervangen
H5051
, en een glans
H5439
was rondom
H8432
die [wolk]; en uit het midden
H5869
daarvan was als de verf
H2830
van Hasmal
H8432
, uit het midden
H784
des vuurs.
5
H8432
En uit het midden
H1823
daarvan [kwam] de gelijkenis
H702
van vier
H2416
dieren
H4758
; en dit was hun gedaante
H2007
: zij
H1823
hadden de gelijkenis
H120
van een mens;
6
H259
En elkeen
H702
had vier
H6440
aangezichten
H259
; insgelijks had elkeen
H702
van hen vier
H3671
vleugelen.
7
H7272
En hun voeten
H3477
waren rechte
H7272
voeten
H3709 H7272
, en hun voetplanten
H3709 H7272
waren gelijk de voetplanten
H5695
van een kalf
H5340 H8802
, en glinsterden
H5869
gelijk de verf
H7044
van glad
H5178
koper.
8
H3027 H120
En mensenhanden
H3671
waren onder hun vleugelen
H702
, aan hun vier
H7253
zijden
H702
; en die vier
H6440
hadden hun aangezichten
H3671
en hun vleugelen.
9
H3671
Hun vleugelen
H2266 H8802
waren samengevoegd
H802
, de een
H269
aan den ander
H5437 H8735
; zij keerden zich
H3212 H8800
niet om, als zij gingen
H3212 H8799
; zij gingen
H376
elkeen
H5676
recht uit
H6440
voor zijn aangezicht henen.
10
H1823
De gelijkenis
H6440
nu van hun aangezicht
H6440
was het aangezicht
H120
eens mensen
H6440
, en het aangezicht
H738
eens leeuws
H702
hadden zij vier
H3225
aan de rechterzijde
H8040
; en ter linkerzijde
H702
hadden die vier
H7794
eens ossen
H6440
aangezicht
H702
; ook hadden die vier
H5404
eens arends
H6440
aangezicht.
11
H6440
Ook waren hun aangezichten
H3671
en hun vleugelen
H4605
opwaarts
H6504 H8803
verdeeld
H376
; elkeen
H8147
had er twee
H2266 H8802
samengevoegd
H376
aan de andere
H8147
, en twee
H3680 H8764
bedekten
H1472
hun lichamen.
12
H3212 H8799
En zij gingen
H376
elkeen
H5676
rechtuit
H6440
voor zijn aangezicht
H7307
henen; waarhenen de geest
H3212 H8800
was om te gaan
H3212 H8799
, gingen zij
H5437 H8735
; zij keerden zich
H3212 H8800
niet om, als zij gingen.
13
H1823
Aangaande de gelijkenis
H2416
der dieren
H4758
, hun gedaante
H1197 H8802
was als brandende
H1513
kolen
H784
des vuurs
H4758
, als de gedaante
H3940
der fakkelen
H1980 H8693
; datzelve [vuur] ging
H2416
steeds tussen die dieren
H784
; en het vuur
H5051
had een glans
H784
, en uit het vuur
H3318 H0
kwam
H1300
een bliksem
H3318 H8802
voort.
14
H2416
De dieren
H7519 H8800
nu liepen
H7725 H8800
en keerden weder
H4758
als de gedaante
H965
van een weerlicht.
15
H2416
Als ik die dieren
H7200 H8799
zag
H259
, ziet, zo was er een
H212
rad
H776
op de aarde
H681
bij
H2416
die dieren
H702
, naar vier
H6440
aangezichten van hetzelve.
16
H4758
De gedaante
H212
der raderen
H4639
en derzelver maaksel
H5869
was als de verf
H8658
van een turkoois
H702
; en die vier
H259
hadden enerlei
H1823
gelijkenis
H4758
; daartoe was hun gedaante
H4639
, en hun maaksel
H212
, alsof het ware een rad
H8432
in het midden
H212
van een rad.
17
H3212 H8800
Als zij gingen
H3212 H8799
, zij gingen
H702
op hun vier
H7253
zijden
H5437 H8735
; zij keerden zich
H3212 H8800
niet om, als zij gingen.
18
H1354
En hun velgen
H1363
, die waren zo hoog
H3374
, dat zij vreselijk
H1354
waren; en hun velgen
H4392
waren vol
H5869
ogen
H5439
rondom
H702
aan die vier [raderen].
19
H2416
Als nu de dieren
H3212 H8800
gingen
H3212 H8799
, gingen
H212
de raderen
H681
bij hen
H2416
; en als de dieren
H776
van de aarde
H5375 H8736
opgeheven werden
H212
, werden de raderen
H5375 H8735
opgeheven.
20
H7307
Waarhenen de geest
H3212 H8800
was om te gaan
H3212 H8799
, gingen zij
H7307
, waarhenen de geest
H3212 H8800
was om te gaan
H212
; en de raderen
H5980
werden tegenover
H5375 H8735
hen opgeheven
H7307
; want de geest
H2416
der dieren
H212
was in de raderen.
21
H3212 H8800
Als die gingen
H3212 H8799
, gingen
H5975 H8800
[deze]; en als die stonden
H5975 H8799
, stonden zij
H776
; en als die van de aarde
H5375 H8736
opgeheven werden
H212
, werden de raderen
H5980
tegenover
H5375 H8735
hen opgeheven
H7307
; want de geest
H2416
der dieren
H212
was in de raderen.
22
H7218
En over de hoofden
H2416
der dieren
H1823
was de gelijkenis
H7549
eens uitspansels
H5869
, gelijk de verf
H3372 H8737
van het vreselijke
H7140
kristal
H4605
, van boven
H7218
af over hun hoofden
H5186 H8803
uitgespreid.
23
H7549
En onder dat uitspansel
H3671
waren hun vleugelen
H3477
rechtop
H802
, de een
H269
aan den ander
H376
; ieder
H8147
had er twee
H2007
, die herwaarts
H1472
hun lichamen
H3680 H8764
bedekten
H376
, en ieder
H8147
had er twee
H2007
, die ze derwaarts
H3680 H8764
bedekten.
24
H3212 H8800
En als zij gingen
H8085 H8799
, hoorde ik
H6963
een geruis
H3671
hunner vleugelen
H6963
, als het geruis
H7227
van vele
H4325
wateren
H6963
, als de stem
H7706
des Almachtigen
H6963
, [als] de stem
H1999
eens geroeps
H6963
, als het gedreun
H4264
eens heirlegers
H5975 H8800
; als zij stonden
H7503 H0
, zo lieten zij
H3671
hun vleugelen
H7503 H8762
neder.
25
H6963
En er geschiedde een stem
H7549
van boven het uitspansel
H7218
, hetwelk boven hun hoofden
H5975 H8800
was, als zij stonden
H3671
, [en] hun vleugelen
H7503 H8762
nedergelaten hadden.
26
H4605
En boven
H7549
het uitspansel
H7218
, hetwelk was boven hun hoofden
H1823
, was de gelijkenis
H3678
eens troons
H4758
, als de gedaante
H5601 H68
van een saffiersteen
H1823
; en op de gelijkenis
H3678
des troons
H1823
was de gelijkenis
H4758
als de gedaante
H120
eens mensen
H4605
, daarboven op zijnde.
27
H7200 H8799
En ik zag
H5869
als de verf
H2830
van Hasmal
H4758
, als de gedaante
H784
van vuur
H5439
rondom
H1004
daarbinnen
H4758
, van de gedaante
H4975
Zijner lenden
H4605
en opwaarts
H4758
; en van de gedaante
H4975
Zijner lenden
H4295
en nederwaarts
H7200 H8804
, zag ik
H4758
als de gedaante
H784
van vuur
H5051
, en glans
H5439
aan Hem rondom.
28
H4758
Gelijk de gedaante
H7198
van den boog
H6051
, die in de wolk
H3117
is ten dage
H1653
des plasregens
H4758
, alzo was de gedaante
H5051
van den glans
H5439
rondom
H4758
; dit was de gedaante
H1823
van de gelijkenis
H3519
der heerlijkheid
H3068
des HEEREN
H7200 H8799
; en als ik het zag
H5307 H8799
, viel ik
H6440
op mijn aangezicht
H8085 H8799
, en ik hoorde
H6963
een stem
H1696 H8764
van Een, Die sprak.