Ezekiel 1

DSV_Strongs(i)
  1 H7970 In het dertigste H8141 jaar H7243 , in de vierde H2568 [maand], op den vijfden H2320 derzelve maand H8432 , als ik in het midden H1473 der weggevoerden H5104 was bij de rivier H3529 Chebar H8064 , zo geschiedde het, [dat] de hemelen H6605 H8738 werden geopend H4759 , en ik gezichten H430 Gods H7200 H8799 zag.
  2 H2568 Op den vijfden H2320 derzelve maand H2549 (dit was het vijfde H8141 jaar H1546 van de wegvoering H4428 van den koning H3112 Jojachin),
  3 H1697 Geschiedde het woord H3068 des HEEREN H3168 uitdrukkelijk tot Ezechiel H1121 , den zoon H941 van Buzi H3548 , den priester H776 , in het land H3778 der Chaldeen H5104 , bij de rivier H3529 Chebar H3027 ; en de hand H3068 des HEEREN was daar op hem.
  4 H7200 H8799 Toen zag ik H7307 H5591 , en ziet, een stormwind H935 H8802 kwam H6828 van het noorden H1419 af, een grote H6051 wolk H784 , en een vuur H3947 H8693 [daarin] vervangen H5051 , en een glans H5439 was rondom H8432 die [wolk]; en uit het midden H5869 daarvan was als de verf H2830 van Hasmal H8432 , uit het midden H784 des vuurs.
  5 H8432 En uit het midden H1823 daarvan [kwam] de gelijkenis H702 van vier H2416 dieren H4758 ; en dit was hun gedaante H2007 : zij H1823 hadden de gelijkenis H120 van een mens;
  6 H259 En elkeen H702 had vier H6440 aangezichten H259 ; insgelijks had elkeen H702 van hen vier H3671 vleugelen.
  7 H7272 En hun voeten H3477 waren rechte H7272 voeten H3709 H7272 , en hun voetplanten H3709 H7272 waren gelijk de voetplanten H5695 van een kalf H5340 H8802 , en glinsterden H5869 gelijk de verf H7044 van glad H5178 koper.
  8 H3027 H120 En mensenhanden H3671 waren onder hun vleugelen H702 , aan hun vier H7253 zijden H702 ; en die vier H6440 hadden hun aangezichten H3671 en hun vleugelen.
  9 H3671 Hun vleugelen H2266 H8802 waren samengevoegd H802 , de een H269 aan den ander H5437 H8735 ; zij keerden zich H3212 H8800 niet om, als zij gingen H3212 H8799 ; zij gingen H376 elkeen H5676 recht uit H6440 voor zijn aangezicht henen.
  10 H1823 De gelijkenis H6440 nu van hun aangezicht H6440 was het aangezicht H120 eens mensen H6440 , en het aangezicht H738 eens leeuws H702 hadden zij vier H3225 aan de rechterzijde H8040 ; en ter linkerzijde H702 hadden die vier H7794 eens ossen H6440 aangezicht H702 ; ook hadden die vier H5404 eens arends H6440 aangezicht.
  11 H6440 Ook waren hun aangezichten H3671 en hun vleugelen H4605 opwaarts H6504 H8803 verdeeld H376 ; elkeen H8147 had er twee H2266 H8802 samengevoegd H376 aan de andere H8147 , en twee H3680 H8764 bedekten H1472 hun lichamen.
  12 H3212 H8799 En zij gingen H376 elkeen H5676 rechtuit H6440 voor zijn aangezicht H7307 henen; waarhenen de geest H3212 H8800 was om te gaan H3212 H8799 , gingen zij H5437 H8735 ; zij keerden zich H3212 H8800 niet om, als zij gingen.
  13 H1823 Aangaande de gelijkenis H2416 der dieren H4758 , hun gedaante H1197 H8802 was als brandende H1513 kolen H784 des vuurs H4758 , als de gedaante H3940 der fakkelen H1980 H8693 ; datzelve [vuur] ging H2416 steeds tussen die dieren H784 ; en het vuur H5051 had een glans H784 , en uit het vuur H3318 H0 kwam H1300 een bliksem H3318 H8802 voort.
  14 H2416 De dieren H7519 H8800 nu liepen H7725 H8800 en keerden weder H4758 als de gedaante H965 van een weerlicht.
  15 H2416 Als ik die dieren H7200 H8799 zag H259 , ziet, zo was er een H212 rad H776 op de aarde H681 bij H2416 die dieren H702 , naar vier H6440 aangezichten van hetzelve.
  16 H4758 De gedaante H212 der raderen H4639 en derzelver maaksel H5869 was als de verf H8658 van een turkoois H702 ; en die vier H259 hadden enerlei H1823 gelijkenis H4758 ; daartoe was hun gedaante H4639 , en hun maaksel H212 , alsof het ware een rad H8432 in het midden H212 van een rad.
  17 H3212 H8800 Als zij gingen H3212 H8799 , zij gingen H702 op hun vier H7253 zijden H5437 H8735 ; zij keerden zich H3212 H8800 niet om, als zij gingen.
  18 H1354 En hun velgen H1363 , die waren zo hoog H3374 , dat zij vreselijk H1354 waren; en hun velgen H4392 waren vol H5869 ogen H5439 rondom H702 aan die vier [raderen].
  19 H2416 Als nu de dieren H3212 H8800 gingen H3212 H8799 , gingen H212 de raderen H681 bij hen H2416 ; en als de dieren H776 van de aarde H5375 H8736 opgeheven werden H212 , werden de raderen H5375 H8735 opgeheven.
  20 H7307 Waarhenen de geest H3212 H8800 was om te gaan H3212 H8799 , gingen zij H7307 , waarhenen de geest H3212 H8800 was om te gaan H212 ; en de raderen H5980 werden tegenover H5375 H8735 hen opgeheven H7307 ; want de geest H2416 der dieren H212 was in de raderen.
  21 H3212 H8800 Als die gingen H3212 H8799 , gingen H5975 H8800 [deze]; en als die stonden H5975 H8799 , stonden zij H776 ; en als die van de aarde H5375 H8736 opgeheven werden H212 , werden de raderen H5980 tegenover H5375 H8735 hen opgeheven H7307 ; want de geest H2416 der dieren H212 was in de raderen.
  22 H7218 En over de hoofden H2416 der dieren H1823 was de gelijkenis H7549 eens uitspansels H5869 , gelijk de verf H3372 H8737 van het vreselijke H7140 kristal H4605 , van boven H7218 af over hun hoofden H5186 H8803 uitgespreid.
  23 H7549 En onder dat uitspansel H3671 waren hun vleugelen H3477 rechtop H802 , de een H269 aan den ander H376 ; ieder H8147 had er twee H2007 , die herwaarts H1472 hun lichamen H3680 H8764 bedekten H376 , en ieder H8147 had er twee H2007 , die ze derwaarts H3680 H8764 bedekten.
  24 H3212 H8800 En als zij gingen H8085 H8799 , hoorde ik H6963 een geruis H3671 hunner vleugelen H6963 , als het geruis H7227 van vele H4325 wateren H6963 , als de stem H7706 des Almachtigen H6963 , [als] de stem H1999 eens geroeps H6963 , als het gedreun H4264 eens heirlegers H5975 H8800 ; als zij stonden H7503 H0 , zo lieten zij H3671 hun vleugelen H7503 H8762 neder.
  25 H6963 En er geschiedde een stem H7549 van boven het uitspansel H7218 , hetwelk boven hun hoofden H5975 H8800 was, als zij stonden H3671 , [en] hun vleugelen H7503 H8762 nedergelaten hadden.
  26 H4605 En boven H7549 het uitspansel H7218 , hetwelk was boven hun hoofden H1823 , was de gelijkenis H3678 eens troons H4758 , als de gedaante H5601 H68 van een saffiersteen H1823 ; en op de gelijkenis H3678 des troons H1823 was de gelijkenis H4758 als de gedaante H120 eens mensen H4605 , daarboven op zijnde.
  27 H7200 H8799 En ik zag H5869 als de verf H2830 van Hasmal H4758 , als de gedaante H784 van vuur H5439 rondom H1004 daarbinnen H4758 , van de gedaante H4975 Zijner lenden H4605 en opwaarts H4758 ; en van de gedaante H4975 Zijner lenden H4295 en nederwaarts H7200 H8804 , zag ik H4758 als de gedaante H784 van vuur H5051 , en glans H5439 aan Hem rondom.
  28 H4758 Gelijk de gedaante H7198 van den boog H6051 , die in de wolk H3117 is ten dage H1653 des plasregens H4758 , alzo was de gedaante H5051 van den glans H5439 rondom H4758 ; dit was de gedaante H1823 van de gelijkenis H3519 der heerlijkheid H3068 des HEEREN H7200 H8799 ; en als ik het zag H5307 H8799 , viel ik H6440 op mijn aangezicht H8085 H8799 , en ik hoorde H6963 een stem H1696 H8764 van Een, Die sprak.