Ezekiel 14

DSV_Strongs(i)
  1 H935 H8799 Daarna kwamen H582 tot mij mannen H2205 uit de oudsten H3478 van Israel H3427 H8799 , en zaten neder H6440 voor mijn aangezicht.
  2 H3068 Toen geschiedde des HEEREN H1697 woord H559 H8800 tot mij, zeggende:
  3 H1121 H120 Mensenkind H582 , deze mannen H1544 hebben hun drekgoden H3820 in hun hart H5927 H8689 opgezet H4383 , en hebben den aanstoot H5771 hunner ongerechtigheid H5227 recht voor H6440 hun aangezichten H5414 H8804 gesteld H1875 H8736 ; word Ik dan ernstiglijk H1875 H8735 van hen gevraagd?
  4 H1696 H8761 Daarom spreek H559 H8804 met hen, en zeg H559 H8804 tot hen: Alzo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H376 : Een ieder man H1004 uit het huis H3478 Israels H1544 , die de drekgoden H3820 in zijn hart H5927 H8686 opzet H4383 , en den aanstoot H5771 zijner ongerechtigheid H5227 recht voor H6440 zijn aangezicht H7760 H8799 stelt H935 H8804 , en komt H5030 tot den profeet H3068 , Ik, de HEERE H935 H8804 zal hem, als hij komt H6030 H8738 , antwoorden H7230 naar de menigte H1544 zijner drekgoden;
  5 H1004 Opdat Ik het huis H3478 Israels H3820 in hun hart H8610 H8800 grijpe H1544 , dewijl zij allen door hun drekgoden H2114 H8738 van Mij vervreemd zijn.
  6 H559 H8798 Daarom zeg H1004 tot het huis H3478 Israels H559 H8804 : Alzo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H7725 H8798 : Bekeert u H7725 H8685 , en keert u af H1544 van uw drekgoden H7725 H0 , en keert H6440 uw aangezichten H7725 H8685 af H8441 van al uw gruwelen.
  7 H376 Want ieder H376 man H1004 uit het huis H3478 Israels H1616 , en uit den vreemdeling H3478 , die in Israel H1481 H8799 verkeert H310 , die zich van achter H5144 H8735 Mij afscheidt H5927 H0 , en zet H1544 zijn drekgoden H5927 H8799 op H3820 in zijn hart H7760 H8799 , en stelt H4383 den aanstoot H5771 zijner ongerechtigheid H5227 recht voor H6440 zijn aangezicht H935 H8804 , en komt H5030 tot den profeet H1875 H8800 , om Mij door hem te vragen H589 ; Ik H3068 ben de HEERE H6030 H8737 , hem zal geantwoord worden door Mij;
  8 H6440 En Ik zal Mijn aangezicht H376 tegen dienzelven man H5414 H8804 zetten H8074 H8689 , en zal hem stellen H226 tot een teken H4912 en tot spreekwoorden H3772 H8689 , en zal hem uitroeien H8432 uit het midden H5971 Mijns volks H3045 H8804 ; en gijlieden zult weten H3068 , dat Ik de HEERE ben.
  9 H5030 Als nu een profeet H6601 H8792 overreed zal zijn H1697 , en iets H1696 H8765 gesproken zal hebben H3068 , Ik, de HEERE H5030 , heb dienzelven profeet H6601 H8765 overreed H3027 , en Ik zal Mijn hand H5186 H8804 tegen hem uitstrekken H8045 H8689 , en zal hem verdelgen H8432 uit het midden H5971 van Mijn volk H3478 Israel.
  10 H5771 En zij zullen hun ongerechtigheid H5375 H8804 dragen H5771 ; gelijk de ongerechtigheid H1875 H8802 des vragers H5771 zal zijn; alzo zal zijn de ongerechtigheid H5030 des profeten;
  11 H1004 Opdat het huis H3478 Israels H310 niet meer van achter H8582 H8799 Mij afdwale H2930 H8691 , en zij zich niet meer verontreinigen H6588 met al hun overtredingen H5971 ; alsdan zullen zij Mij tot een volk H430 zijn, en Ik zal hun tot een God H5002 H8803 zijn, spreekt H136 de Heere H3069 HEERE.
  12 H3068 Verder geschiedde des HEEREN H1697 woord H559 H8800 tot mij, zeggende:
  13 H1121 H120 Mensenkind H776 , als een land H2398 H8799 tegen Mij gezondigd zal hebben H4604 , zwaarlijk H4603 H8800 overtredende H3027 , zo zal Ik Mijn hand H5186 H8804 daartegen uitstrekken H4294 , en zal hetzelve den staf H3899 des broods H7665 H8804 breken H7458 , en een honger H7971 H8689 daarin zenden H120 , dat Ik daaruit mensen H929 en beesten H3772 H8689 uitroeie;
  14 H7969 Ofschoon deze drie H582 mannen H5146 , Noach H1840 , Daniel H347 en Job H8432 , in het midden H6666 deszelven waren, zij zouden door hun gerechtigheid H5315 [alleen] hun ziel H5337 H8762 bevrijden H5002 H8803 , spreekt H136 de Heere H3069 HEERE.
  15 H3863 Zo H7451 Ik het boos H2416 gedierte H776 make door het land H5674 H8686 door te gaan H7921 H8765 , hetwelk dat van kinderen berove H8077 , zodat het woest H5674 H8802 worde, dat er niemand doorga H6440 , vanwege H2416 het gedierte;
  16 H7969 Die drie H582 mannen H8432 in het midden H2416 deszelven zijnde, zo [waarachtig] [als] Ik leef H5002 H8803 , spreekt H136 de Heere H3069 HEERE H1121 , zo zij zonen H1323 , en zo zij dochteren H5337 H8686 bevrijden zouden H5337 H8735 , zij zelven alleen zouden bevrijd worden H776 , maar het land H8077 zou woest worden.
  17 H2719 Of [als] Ik het zwaard H935 H8686 brenge H776 over datzelve land H559 H8804 , en zegge H2719 : Zwaard H5674 H8799 ! ga door H776 , door dat land H3772 H8689 , zodat Ik daarvan uitroeie H120 mensen H929 en beesten;
  18 H7969 Ofschoon die drie H582 mannen H8432 in het midden H2416 deszelven waren, zo [waarachtig] [als] Ik leef H5002 H8803 , spreekt H136 de Heere H3069 HEERE H1121 , zij zouden zonen H1323 noch dochteren H5337 H8686 bevrijden H5337 H8735 , maar zij zelven alleen zouden bevrijd worden.
  19 H1698 Of [als] Ik de pestilentie H776 in datzelve land H7971 H8762 zende H2534 , en Mijn grimmigheid H1818 daarover met bloed H8210 H8804 uitgiete H120 , om daarvan mensen H929 en beesten H3772 H8687 uit te roeien;
  20 H5146 Ofschoon Noach H1840 , Daniel H347 en Job H8432 in het midden H589 deszelven waren, [zo] [waarachtig] [als] Ik H2416 leef H5002 H8803 , spreekt H136 de Heere H3069 HEERE H518 , zo H1121 zij een zoon H518 , [of] zo H1323 zij een dochter H5337 H8686 zouden bevrijden H1992 , zij H5315 zouden [alleen] hun ziel H6666 door hun gerechtigheid H5337 H8686 bevrijden.
  21 H559 H8804 Want alzo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H702 : Hoeveel te meer als Ik mijn vier H7451 boze H8201 gerichten H2719 , het zwaard H7458 , en den honger H7451 , en het boze H2416 gedierte H1698 , en de pestilentie H7971 H8765 gezonden zal hebben H3389 tegen Jeruzalem H120 , om daaruit mensen H929 en beesten H3772 H8687 uit te roeien!
  22 H6413 Doch ziet, daarin zullen ontkomenen H3498 H8738 overblijven H3318 H8716 , die uitgevoerd zullen worden H1121 , zonen H1323 en dochteren H3318 H8802 ; ziet, zij zullen tot ulieden uitkomen H1870 , en gij zult hun weg H7200 H8804 zien H5949 , en hun handelingen H5162 H8738 ; en gij zult vertroost worden H7451 over het kwaad H3389 , dat Ik over Jeruzalem H935 H8689 gebracht zal hebben H935 H8689 , [ja], al wat Ik zal gebracht hebben over haar.
  23 H5162 H8765 Zo zullen zij u vertroosten H1870 , als gij hun weg H5949 en hun handelingen H7200 H8799 zien zult H3045 H8804 ; en gij zult weten H2600 , dat Ik niet zonder oorzaak H6213 H8804 gedaan heb H6213 H8804 , al wat Ik in haar gedaan heb H5002 H8803 , spreekt H136 de Heere H3069 HEERE.