DSV_Strongs(i)
1
H7121 H8799
Daarna riep Hij
H241
voor mijn oren
H1419
[met] luider
H6963
stem
H559 H8800
, zeggende
H6486
: Doet de opzieners
H5892
der stad
H7126 H8804
naderen
H376
, en elkeen
H4892
met zijn verdervend
H3627
wapen
H3027
in zijn hand.
2
H8337
En ziet, zes
H582
mannen
H935 H8802
kwamen
H1870
van den weg
H5945
der Hoge
H8179
poort
H6437 H8716
, die gekeerd is
H6828
naar het noorden
H376
, en elkeen
H4660
met zijn verpletterend
H3627
wapen
H3027
in zijn hand
H259
; en een
H376
man
H8432
in het midden
H906
van hen was met linnen
H3847 H8803
bekleed
H5608 H8802 H7083
, en een schrijvers-inktkoker
H4975
was aan zijn lenden
H935 H8799
; en zij kwamen in
H5975 H8799
, en stonden
H681
bij
H5178
het koperen
H4196
altaar.
3
H3519
En de heerlijkheid
H430
des Gods
H3478
van Israel
H5927 H8738
hief zich op
H3742
van den cherub
H4670
, waarop Hij was, tot den dorpel
H1004
van het huis
H7121 H8799
; en Hij riep
H376
tot den man
H906
, die met linnen
H3847 H8803
bekleed was
H5608 H8802 H7083
, die de schrijvers-inktkoker
H4975
aan zijn lenden had.
4
H3068
En de HEERE
H559 H8799
zeide
H5674 H8798
tot hem: Ga door
H8432
, door het midden
H5892
der stad
H8432
, door het midden
H3389
van Jeruzalem
H8427 H8689
, en teken
H8420
een teken
H4696
op de voorhoofden
H582
der lieden
H584 H8737
, die zuchten
H602 H8737
en uitroepen
H8441
over al die gruwelen
H8432
, die in het midden
H6213 H8737
derzelve gedaan worden.
5
H428
Maar tot die
H559 H8804
[anderen] zeide Hij
H241
voor mijn oren
H5674 H8798
: Gaat door
H5892
, door de stad
H310
achter
H5221 H8685
hem, en slaat
H5869
, ulieder oog
H2347 H8799
verschone
H2550 H8799
niet, en spaart niet!
6
H2026 H8799
Doodt
H2205
ouden
H970
, jongelingen
H1330
en maagden
H2945
, en kinderkens
H802
en vrouwen
H4889
, tot verdervens
H5066 H8799
toe; maar genaakt
H376
aan niemand
H8420
, op denwelken het teken
H2490 H8686
is, en begint
H4720
van Mijn heiligdom
H2490 H8686
. En zij begonnen
H2205
van de oude
H582
mannen
H6440
, die voor
H1004
het huis waren.
7
H559 H8799
En Hij zeide
H2930 H8761
tot hen: Verontreinigt
H1004
het huis
H4390 H8761
, en vervult
H2691
de voorhoven
H2491
met verslagenen
H3318 H8798
; gaat henen uit
H3318 H8804
. En zij gingen henen uit
H5221 H8689
, en zij sloegen
H5892
in de stad.
8
H5221 H8687
Het geschiedde nu, als zij hen geslagen hadden
H7604 H8737
, en ik overgebleven was
H6440
, dat ik op mijn aangezicht
H5307 H8799
viel
H2199 H8799
, en riep
H559 H8799
, en zeide
H162
: Ach
H136
, Heere
H3069
HEERE
H7611
, zult Gij al het overblijfsel
H3478
van Israel
H7843 H8688
verderven
H2534
, met Uw grimmigheid
H8210 H8800
uit te gieten
H3389
over Jeruzalem?
9
H559 H8799
Toen zeide Hij
H5771
tot mij: De ongerechtigheid
H1004
van het huis
H3478
van Israel
H3063
en van Juda
H3966
is gans
H3966
zeer
H1419
groot
H776
, en het land
H1818
is met bloed
H4390 H8735
vervuld
H5892
, en de stad
H4390 H8804
is vol
H4297
van afwijking
H559 H8804
; want zij zeggen
H3068
: De HEERE
H776
heeft het land
H5800 H8804
verlaten
H3068
, en de HEERE
H7200 H8802
ziet niet.