Isaiah 1:21 Cross References - DSV_Strongs
2 Samuel 8:15
2 Chronicles 19:9
Nehemiah 11:1
1
H3427 H8799
Voorts woonden
H8269
de oversten
H5971
des volks
H3389
te Jeruzalem
H7605
; maar het overige
H5971
des volks
H5307 H8689
wierpen
H1486
loten
H4480
, om uit
H6235
tien
H259
een
H935 H8687
uit te brengen
H6944
, die in de heilige
H5892
stad
H3389
Jeruzalem
H3427 H8800
zou wonen
H8672
, en negen
H3027
delen
H5892
in de [andere] steden.
Psalms 46:4
Psalms 48:1
Psalms 48:8
Isaiah 5:7
7
H3754
Want de wijngaard
H3068
van den HEERE
H6635
der heirscharen
H1004
is het huis
H3478
van Israel
H376
, en de mannen
H3063
van Juda
H5194
zijn een plant
H8191
zijner verlustigingen
H6960 H8762
; en Hij heeft gewacht naar
H4941
recht
H4939
, maar ziet, het is schurftheid
H6666
, naar gerechtigheid
H6818
, maar ziet, het is geschreeuw.
Isaiah 48:2
Isaiah 57:3-9
3
H7126 H8798
Doch nadert gijlieden
H1121
hier toe, gij kinderen
H6049 H8781
der guichelares
H5003 H8764
! gij overspelig
H2233
zaad
H2181 H8799
, en gij, die hoererij bedrijft!
4
H6026 H8691
Over wien maakt gij u lustig
H7337 H0
, over wien spert gij
H6310
den mond
H7337 H8686
wijd open
H748 H0
[en] steekt
H3956
de tong
H748 H8686
lang uit
H3206
? Zijt gij niet kinderen
H6588
der overtreding
H2233
, een zaad
H8267
der valsheid?
5
H2552 H8737
Die hittig zijt
H410
in de eikenbossen
H7488
, onder allen groenen
H6086
boom
H7819 H8802
; slachtende
H3206
de kinderen
H5158
aan de beken
H5585
, onder de hoeken
H5553
der steenrotsen.
6
H2511
Aan de gladde
H5158
[stenen] der beken
H2506
is uw deel
H1486
, die, die zijn uw lot
H8210 H0
; ook stort gij
H5262
denzelven drankoffer
H8210 H8804
uit
H5927 H8689
, gij offert
H4503
hun spijsoffer
H5162 H8735
; zou Ik Mij over deze dingen troosten laten?
7
H7760 H8804
Gij stelt
H4904
uw leger
H1364
op een hogen
H5375 H8737
en verhevenen
H2022
berg
H5927 H8804
; ook klimt gij
H2077
derwaarts op, om slachtoffer
H2076 H8800
te offeren.
8
H310
En achter
H1817
de deur
H4201
en posten
H7760 H8804
zet gij
H2146
uw gedenkteken
H1540 H8765
; want van Mij [wijkende] ontdekt gij
H5927 H8799
[u], en klimt op
H7337 H0
; gij maakt
H4904
uw leger
H7337 H8689
wijd
H3772 H8799
, en maakt
H157 H0
u [een] [verbond] [met] [enigen] uit dezelve, gij hebt
H4904
hun leger
H157 H8804
lief
H3027
[in] elke plaats
H2372 H8804
, [die] gij ziet.
Jeremiah 2:20-21
20
H5769
Als Ik van ouds
H5923
uw juk
H7665 H8804
verbroken
H4147
, [en] uw banden
H5423 H8765
verscheurd had
H559 H8799
, zo zeidet gij
H5674 H8799 H8675 H5647 H8799
: Ik zal niet dienen
H1364
; maar op allen hogen
H1389
heuvel
H7488
en onder allen groenen
H6086
boom
H6808 H8802
loopt gij om
H2181 H8802
, hoererende.
Jeremiah 3:1
1
H559 H8800
Men zegt
H376
: Zo een man
H802
zijn huisvrouw
H7971 H8762
verlaat
H1980 H8804
, en zij gaat
H312
van hem, en wordt eens anderen
H376
mans
H7725 H8799
, zal hij ook tot haar nog wederkeren
H776
? Zou datzelve land
H2610 H8800
niet grotelijks
H2610 H8799
ontheiligd worden
H7227
? Gij nu hebt [met] veel
H7453
boeleerders
H2181 H8804
gehoereerd
H7725 H8800
, keer nochtans weder
H5002 H8803
tot Mij, spreekt
H3068
de HEERE.
Lamentations 1:8-9
8
H3389
[Cheth]. Jeruzalem
H2399
heeft zwaarlijk
H2398 H8804
gezondigd
H5206
, daarom is zij als een afgezonderde
H3513 H8764
[vrouw] geworden; allen, die haar eerden
H2107 H8689
, achten haar onwaard
H6172
, dewijl zij haar naaktheid
H7200 H8804
gezien hebben
H584 H8738
; zij zucht
H268
ook, en zij is achterwaarts
H7725 H8799
gekeerd.
9
H2932
[Teth]. Haar onreinheid
H7757
is in haar zomen
H2142 H8804
, zij heeft niet gedacht aan
H319
haar uiterste
H6382
, daarom is zij wonderbaarlijk
H3381 H8799
omlaag gedaald
H5162 H8764
; zij heeft geen trooster
H3068
. HEERE
H7200 H8798
, zie
H6040
mijn ellende
H341 H8802
aan, want de vijand
H1431 H8689
maakt zich groot.
Ezekiel 16:1-63
3
H559 H8804
En zeg
H559 H8804
: Alzo zegt
H136
de Heere
H3069
HEERE
H3389
tot Jeruzalem
H4351
: Uw handelingen
H4138
en uw geboorten
H776
zijn uit het land
H3669
der Kanaanieten
H1
; uw vader
H567
was een Amoriet
H517
en uw moeder
H2850
een Hethietische.
4
H4138
En aangaande uw geboorten
H3117
: ten dage
H3205 H8715
, als gij geboren waart
H8270
, werd uw navel
H3772 H8795
niet afgesneden
H4325
; en gij waart niet met water
H7364 H8795
gewassen
H4935
, toen Ik [u] aanschouwde
H4414 H8715
; gij waart ook geenszins
H4414 H8717
met zout gewreven
H2853 H8715
, noch in windselen
H2853 H8795
gewonden.
5
H5869
Geen oog
H2347 H8804
had medelijden
H259
over u, om u een
H6213 H8800
van deze dingen te doen
H2550 H8800
, om zich over u te erbarmen
H7993 H8714
; maar gij zijt geworpen geweest
H6440
op het vlakke
H7704
des velds
H1604
, om de walgelijkheid
H5315
van uw ziel
H3117
, ten dage
H3205 H8715
, toen gij geboren waart.
6
H5674 H8799
Als Ik bij u voorbijging
H7200 H8799
, zo zag Ik
H947 H8711
u, vertreden zijnde
H1818
in uw bloed
H559 H8799
, en Ik zeide
H1818
tot u in uw bloed
H2421 H8798
: Leef
H559 H8799
; ja, Ik zeide
H1818
tot u in uw bloed
H2421 H8798
: Leef!
7
H7233
Ik heb u tot tien duizend
H6780
, als het gewas
H7704
des velds
H5414 H8804
, gemaakt
H7235 H8799
; en gij zijt gegroeid
H1431 H8799
, en groot geworden
H935 H8799
, en zijt gekomen
H5716
tot grote sierlijkheid
H7699
; [uw] borsten
H3559 H8738
zijn vast geworden
H8181
, en uw haar
H6779 H8765
is gewassen
H5903
, doch gij waart naakt
H6181
en bloot.
8
H5674 H8799
Als Ik nu bij u voorbijging
H7200 H8799
, zag Ik
H6256
u, en ziet, uw tijd
H6256
was de tijd
H1730
der minne
H6566 H8799
; zo breidde Ik
H3671
Mijn vleugel
H3680 H8762
over u uit, en dekte
H6172
uw naaktheid
H7650 H8735
; ja, Ik zwoer
H935 H8799
u, en kwam
H1285
met u in een verbond
H5002 H8803
, spreekt
H136
de Heere
H3069
HEERE en gij werdt de Mijne.
9
H7364 H8799
Daarna wies Ik
H4325
u met water
H7857 H0
, en Ik spoelde
H1818
uw bloed
H7857 H8799
van u af
H5480 H8799
, en zalfde
H8081
u met olie.
10
H3847 H8686
Ik bekleedde
H7553
u ook met gestikt werk
H5274 H8799
, en Ik schoeide
H8476
u met dassenvellen
H2280 H8799
, en omgordde
H8336
u met fijn linnen
H3680 H8762
, en bedekte
H4897
u met zijde.
11
H5710 H8799
Ook versierde Ik
H5716
u met sieraad
H5414 H8799
, en deed
H6781
armringen
H3027
aan uw handen
H7242
, en een keten
H1627
aan uw hals.
12
H5414 H8799
Desgelijks deed Ik
H5141
een voorhoofdsiersel
H639
aan uw aangezicht
H5694
, en oorringen
H241
aan uw oren
H5850
, en een kroon
H8597
der heerlijkheid
H7218
op uw hoofd.
13
H5710 H8799
Zo waart gij versierd
H2091
met goud
H3701
en zilver
H4403
, en uw kleding
H8336 H8675 H8336
was fijn linnen
H4897
, en zijde
H7553
, en gestikt werk
H398 H8804
; gij at
H5560
meelbloem
H1706
, en honig
H8081
, en olie
H3302 H0
, en gij waart
H3966
gans zeer
H3302 H8799
schoon
H6743 H8799
, en waart voorspoedig
H4410
, dat gij een koninkrijk werdt.
14
H3318 H0
Daartoe ging
H8034
van u een naam
H3318 H8799
uit
H1471
onder de heidenen
H3308
om uw schoonheid
H3632
; want die was volmaakt
H1926
door Mijn heerlijkheid
H7760 H8804
, die Ik op u gelegd had
H5002 H8803
, spreekt
H136
de Heere
H3069
HEERE.
15
H982 H8799
Maar gij hebt vertrouwd
H3308
op uw schoonheid
H2181 H8799
, en hebt gehoereerd
H8034
vanwege uw naam
H8457
; ja, hebt uw hoererijen
H8210 H8799
uitgestort
H5674 H8802
aan een ieder, die voorbijging; voor hem was zij.
16
H899
En gij hebt van uw klederen
H3947 H8799
genomen
H6213 H8799
, en u gemaakt
H2921 H8803
geplekte
H1116
hoogten
H2181 H8799
, en hebt daarop gehoereerd
H935 H8802
; [zulks] is niet gekomen, en zal niet geschieden.
17
H3947 H8799
Daartoe hebt gij genomen
H3627
de vaten
H8597
uws sieraads
H2091
van Mijn goud
H3701
en van Mijn zilver
H5414 H8804
, dat Ik u gegeven had
H6754 H2145
, en gij hebt u mansbeelden
H6213 H8799
gemaakt
H2181 H8799
, en gij hebt met dezelve gehoereerd.
18
H7553
En gij hebt uw gestikte
H899
klederen
H3947 H8799
genomen
H3680 H8762
, en hebt ze bedekt
H8081
; en gij hebt Mijn olie
H7004
en Mijn reukwerk
H6440
voor hun aangezichten
H5414 H8804
gesteld.
19
H3899
En Mijn brood
H5414 H8804
, hetwelk Ik u gaf
H5560
, meelbloem
H8081
en olie
H1706
, en honig
H398 H8689
, [waarmede] Ik u spijsde
H6440
, dat hebt gij ook voor hun aangezichten
H5414 H8804
gesteld
H5207
tot een liefelijken
H7381
reuk
H5002 H8803
; zo is het geschied, spreekt
H136
de Heere
H3069
HEERE.
20
H1121
Verder hebt gij uw zonen
H1323
en uw dochteren
H3205 H8804
, die gij Mij gebaard hadt
H3947 H8799
, genomen
H2076 H8799
, en hebt ze denzelven geofferd
H398 H8800
om te verteren
H4592
; is het wat kleins
H8457
van uw hoererijen,
21
H1121
Dat gij Mijn kinderen
H7819 H8799
geslacht hebt
H5414 H8799
, en hebt ze overgegeven
H5674 H8687
, als gij dezelve voor hen door [het] [vuur] hebt doen gaan?
22
H8441
Ook hebt gij bij al uw gruwelen
H8457
en uw hoererijen
H2142 H8804
niet gedacht
H3117
aan de dagen
H5271
uwer jonkheid
H5903
, als gij naakt
H6181
en bloot
H947 H8711
waart, [als] gij vertreden waart
H1818
in uw bloed.
23
H310
Het is ook geschied na
H7451
al uw boosheid
H188
, (wee
H188
, wee
H5002 H8803
u, spreekt
H136
de Heere
H3069
HEERE),
24
H1354
Dat gij u een verwelfsel
H1129 H8799
gebouwd hebt
H7413
, en u een hoge plaats
H6213 H8799
gemaakt hebt
H7339
in elke straat.
25
H7218
Aan elk hoofd
H1870
des wegs
H7413
hebt gij uw hoge plaatsen
H1129 H8804
gebouwd
H3308
, en hebt uw schoonheid
H8581 H8762
gruwelijk gemaakt
H7272
, en hebt met uw benen
H6589 H8762
geschreden
H5674 H8802
voor een ieder, die voorbijging
H8457
, en hebt uw hoererijen
H7235 H8686
vermenigvuldigd.
26
H2181 H8799
Gij hebt ook gehoereerd
H1121
met de kinderen
H4714
van Egypte
H7934
, uw naburen
H1432
, die groot
H1320
van vlees
H8457
zijn; en gij hebt uw hoererij
H7235 H8686
vermenigvuldigd
H3707 H8687
, om Mij tot toorn te verwekken.
27
H5186 H0
Ziet, daarom strekte Ik
H3027
Mijn hand
H5186 H8804
over u uit
H1639 H8799
, en verminderde
H2706
uw bescheiden deel
H5414 H8799
; en Ik gaf
H5315
u over in den lust
H8130 H8802
dergenen, die u haten
H1323
, der dochteren
H6430
der Filistijnen
H2154
, die vanwege uw schandelijken
H1870
weg
H3637 H8737
beschaamd waren.
28
H2181 H8799
Verder hebt gij gehoereerd
H1121
met de kinderen
H804
van Assur
H1115
, omdat
H7646 H8804
gij onverzadelijk waart
H2181 H8799
; ja, als gij met hen gehoereerd hebt
H7654
, zijt gij ook niet verzadigd geworden.
29
H8457
Maar gij hebt uw hoererij
H7235 H8686
vermenigvuldigd
H776
in het land
H3667
van Kanaan
H3778
tot in Chaldea
H2063
; en daarmede
H7646 H8804
ook zijt gij niet verzadigd geworden.
30
H535 H8802
Hoe zwak
H3826
is uw hart
H5002 H8803
(spreekt
H136
de Heere
H3069
HEERE
H6213 H8800
) als gij al deze dingen doet
H4639
, [zijnde] het werk
H7986
van een heersende
H2181 H8803
hoerachtige
H802
vrouw!
31
H1354
Als gij uw verwelfsel
H1129 H8800
bouwt
H7218
aan het hoofd
H1870
van iederen weg
H7413
, en uw hoge plaats
H6213 H8804
maakt
H7339
in elke straat
H2181 H8802
, en niet zijt geweest als een hoer
H868
, het hoerenloon
H7046 H8763
beschimpende.
32
H5003 H8764
O, die overspelige
H802
vrouw
H3947 H8799
, zij neemt
H376
in plaats van haar man
H2114 H8801
de vreemden aan.
33
H5414 H8799
Men geeft
H5078
loon
H2181 H8802
aan alle hoeren
H5414 H8804
; maar gij geeft
H5083
uw loon
H157 H8764
aan al uw boelen
H7809 H8799
, en gij beschenkt
H5439
ze, opdat zij tot u van rondom
H935 H8800
zouden ingaan
H8457
om uw hoererijen.
34
H8457
Zo geschiedt met u in uw hoererijen
H2016
het tegendeel
H802
van de vrouwen
H310
, dewijl men u niet naloopt
H2181 H8795
, om te hoereren
H868
; want als gij hoerenloon
H5414 H8800
geeft
H868
, en het hoerenloon
H5414 H8738
u niet gegeven wordt
H2016
; zo zijt gij tot een tegendeel
H1961 H8799
geworden.
36
H559 H8804
Alzo zegt
H136
de Heere
H3069
HEERE
H5178
: Omdat uw vergif
H8210 H8736
uitgestort is
H6172
, en uw schaamte
H8457
door uw hoererijen
H157 H8764
met uw boelen
H1540 H8735
ontdekt is
H1544
, en met al de drekgoden
H8441
uwer gruwelen
H1818
, en na het bloed
H1121
uwer kinderen
H5414 H8804
, dat gij hun gegeven hebt;
37
H157 H8764
Daarom, zie, Ik zal al uw boelen
H6908 H8764
vergaderen
H6149 H8804
, met dewelke gij vermengd zijt geweest
H157 H8804
, en allen, die gij liefgehad hebt
H8130 H8804
, met allen, die gij gehaat hebt
H5439
; en Ik zal hen van rondom
H6908 H8765
vergaderen
H6172
tegen u, en Ik zal voor hen uw naaktheid
H1540 H8765
ontdekken
H6172
, dat zij uw ganse naaktheid
H7200 H8804
zien zullen.
38
H4941
Daartoe zal Ik u [naar] de rechten
H5003 H8802
der overspeelsters
H8210 H8802 H1818
en der bloedvergietsters
H8199 H8804
richten
H5414 H8804
; en Ik zal u overgeven
H1818
aan het bloed
H2534
der grimmigheid
H7068
en des ijvers.
39
H3027
En Ik zal u in hun hand
H5414 H8804
overgeven
H1354
, en zij zullen uw verwelfsel
H2040 H8804
afbreken
H7413
, en uw hoge plaatsen
H5422 H8765
omwerpen
H899
, en uw klederen
H6584 H8689
u uittrekken
H8597
, en uw sierlijke
H3627
juwelen
H3947 H8804
nemen
H5903
, en u naakt
H6181
en bloot
H3240 H8689
laten.
40
H6951
Daarna zullen zij tegen u een vergadering
H5927 H8689
doen opkomen
H68
, en zullen u met stenen
H7275 H8804
stenigen
H2719
, en u met hun zwaarden
H1333 H8765
doorsteken.
41
H1004
Zij zullen ook uw huizen
H784
met vuur
H8313 H8804
verbranden
H8201
, en oordelen
H6213 H8804
tegen u uitvoeren
H7227
voor veler
H802
vrouwen
H5869
ogen
H7673 H8689
; en Ik zal u doen ophouden
H2181 H8802
van een hoer te zijn
H868
, en gij zult ook niet meer hoerenloon
H5414 H8799
geven.
42
H2534
Zo zal Ik Mijn grimmigheid
H5117 H8689
op u doen rusten
H7068
, en Mijn ijver
H5493 H8804
zal van u afwijken
H8252 H8804
; en Ik zal stil zijn
H3707 H8799
, en niet meer toornig wezen.
43
H2142 H8804
Daarom dat gij niet gedacht hebt
H3117
aan de dagen
H5271
uwer jonkheid
H7264 H8799
, en Mij tot beroering geweest zijt
H1887
met dit alles, zie
H1870
, zo zal Ik ook uw weg
H7218
op [uw] hoofd
H5414 H8804
geven
H5002 H8803
, spreekt
H136
de Heere
H3069
HEERE
H2154
; en gij zult die schandelijke daad
H6213 H8804
niet doen
H8441
boven al uw gruwelen.
44
H4911 H8802
Zie, een ieder, die spreekwoorden gebruikt
H4911 H8799
, zal van u een spreekwoord gebruiken
H559 H8800
, zeggende
H517
: Zo de moeder
H1323
is, is haar dochter.
45
H1323
Gij zijt de dochter
H517
uwer moeder
H1602 H8802
, die de walg had
H376
van haar man
H1121
en van haar kinderen
H269
; en gij zijt de zuster
H269
uwer zusteren
H1602 H8804
, die de walg gehad hebben
H582
van haar mannen
H1121
en van haar kinderen
H517
; uw moeder
H2850
was een Hethietische
H1
, en uw vader
H567
een Amoriet.
46
H1419
Uw grote
H269
zuster
H8111
nu is Samaria
H1323
, zij en haar dochteren
H3427 H8802
, dewelke woont
H8040
aan uw linkerhand
H269
; maar uw zuster
H6996
, die kleiner
H3225
is dan gij, die tegen uw rechterhand
H3427 H8802
woont
H5467
, is Sodom
H1323
en haar dochteren.
47
H1870
Doch gij hebt in haar wegen
H1980 H8804
niet gewandeld
H8441
, noch naar haar gruwelen
H6213 H8804
gedaan
H6985
; het was wat
H4592
gerings
H6962 H8804
, een verdriet
H7843 H8686
; maar gij hebt het meer verdorven
H2004
dan zij
H1870
, in al uw wegen.
48
H2416
[Zo] [waarachtig] [als] Ik leef
H5002 H8803
, spreekt
H136
de Heere
H3069
HEERE
H5467
, indien Sodom
H269
, uw zuster
H1323
, zij met haar dochteren
H6213 H8804
, gedaan heeft
H6213 H8804
, gelijk gij gedaan hebt
H1323
en uw dochteren!
49
H5771
Ziet, dit was de ongerechtigheid
H269
uwer zuster
H5467
Sodom
H1347
; hoogmoed
H7653
, zatheid
H3899
van brood
H8252 H8687
en stille
H7962
gerustheid
H1323
had zij en haar dochteren
H2388 H8689
; maar zij sterkte
H3027
de hand
H6041
des armen
H34
en nooddruftigen niet.
50
H1361 H8799
En zij verhieven zich
H6213 H8799
, en deden
H8441
gruwelijkheid
H6440
voor Mijn aangezicht
H5493 H8686
; daarom deed Ik ze weg
H7200 H8804
, nadat Ik het gezien had.
51
H8111
Samaria
H2677
ook heeft naar de helft
H2403
uwer zonden
H2398 H8804
niet gezondigd
H8441
; en gij hebt uw gruwelen
H2007
meer dan zij
H7235 H8686
vermenigvuldigd
H269
, en hebt uw zusters
H6663 H8762
gerechtvaardigd
H8441
door al uw gruwelen
H6213 H8804
, die gij gedaan hebt.
52
H5375 H8798
Draag gij
H3639
[dan] ook uw schande
H269
, gij, die voor uw zusteren
H6419 H8765
geoordeeld hebt
H2403
door uw zonden
H8581 H8689
, die gij gruwelijker gemaakt hebt
H2004
dan zij
H6663 H8799
; zij zijn rechtvaardiger
H954 H8798
dan gij; wees gij dan ook beschaamd
H5375 H8798
, en draag
H3639
uw schande
H269
, omdat gij uw zusters
H6663 H8763
gerechtvaardigd hebt.
53
H7622 H8675 H7622
Als Ik haar gevangenen
H7725 H8804
wederbrengen zal
H7622 H8675 H7622
, [namelijk] de gevangenen
H5467
van Sodom
H1323
en haar dochteren
H7622 H8676 H7622
, en de gevangenen
H8111
van Samaria
H1323
en haar dochteren
H7622 H8675 H7622
, dan [zal] [Ik] [wederbrengen] de gevangenen
H7622
uwer gevangenis
H8432
in het midden van haar.
54
H3639
Opdat gij uw schande
H5375 H8799
draagt
H3637 H8738
, en te schande gemaakt wordt
H6213 H8804
, om al hetgeen gij gedaan hebt
H5162 H8763
, als gij haar troosten zult.
55
H269
Als uw zusters
H5467
, Sodom
H1323
en haar dochteren
H7725 H8799
, zullen wederkeren
H6927
tot haar vorigen staat
H8111
, mitsgaders Samaria
H1323
en haar dochteren
H7725 H8799
zullen wederkeren
H6927
tot haar vorigen staat
H1323
, zult gij ook en uw dochteren
H7725 H8799
wederkeren
H6927
tot uw vorigen staat.
56
H269
Ja, uw zuster
H5467
Sodom
H6310
is in uw mond
H8052
niet gehoord geweest
H3117
, ten dage
H1347
uws groten hoogmoeds,
57
H7451
Aleer uw boosheid
H1540 H8735
ontdekt was
H6256
. Als de tijd
H2781
was der versmading
H1323
van de dochteren
H758
van Syrie
H5439
, en van al degenen, die rondom
H1323
datzelve waren, de dochteren
H6430
der Filistijnen
H7590 H8801
, die u verachten
H5439
van rondom,
58
H2154
Hebt gij uw schandelijke daden
H8441
en uw gruwelen
H5375 H8804
gedragen
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE.
59
H559 H8804
Want alzo zegt
H136
de Heere
H3069
HEERE
H6213 H8804
: Ik zal u ook doen
H6213 H8804
, gelijk als gij gedaan hebt
H423
, die den eed
H959 H8804
veracht hebt
H6565 H8687
, brekende
H1285
het verbond.
60
H2142 H8804
Evenwel zal Ik gedachtig wezen
H1285
aan Mijn verbond
H3117
met u, in de dagen
H5271
uwer jonkheid
H5769
, en Ik zal met u een eeuwig
H1285
verbond
H6965 H8689
oprichten.
61
H1870
Dan zult gij uwer wegen
H2142 H8804
gedenken
H3637 H8738
en beschaamd zijn
H269
, als gij uw zusteren
H1419
, die groter
H6996
zijn dan gij, met degenen, die kleiner
H3947 H8800
zijn dan gij, aannemen zult
H5414 H8804
; want Ik zal u dezelve geven
H1323
tot dochteren
H1285
, maar niet uit uw verbond.
Ezekiel 22:1-23
2
H1121 H120
Gij nu, mensenkind
H1818 H5892
, zoudt gij der bloedstad
H8199 H8799
recht geven
H8199 H8799
? Zoudt gij haar recht geven
H3045 H8689
? Ja, maak haar bekend
H8441
al haar gruwelen.
3
H559 H8804
En zeg
H559 H8804
: Alzo zegt
H136
de Heere
H3069
HEERE
H5892
: O stad
H8432
, die in haar midden
H1818
bloed
H8210 H8802
vergiet
H6256
, opdat haar tijd
H935 H8800
kome
H1544
, en drekgoden
H6213 H8804
tegen zichzelve maakt
H2930 H8800
, om zich te verontreinigen!
4
H1818
Door uw bloed
H8210 H8804
, dat gij vergoten hebt
H816 H8804
, zijt gij schuldig geworden
H1544
, en met uw drekgoden
H6213 H8804
, die gij gemaakt hebt
H2930 H8804
, hebt gij u verontreinigd
H3117
, en hebt uw dagen
H7126 H8686
doen naderen
H8141
, en zijt tot uw jaren
H935 H8799
gekomen
H1471
; daarom heb Ik u den heidenen
H5414 H8804
overgegeven
H2781
[tot] een smaad
H776
, en allen landen
H7048
[tot] een spot.
5
H7138
Die nabij
H7350
en verre
H7046 H8691
van u zijn, zullen u bespotten
H2931
, gij onreine
H8034
van naam
H7227
en vol
H4103
van onrust!
6
H5387
Ziet, de vorsten
H3478
Israels
H376
zijn in u geweest, een ieder
H2220
naar zijn kracht
H1818
, om bloed
H8210 H8800
te vergieten.
7
H1
Vader
H517
en moeder
H7043 H8689
hebben zij in u licht geacht
H1616
; met den vreemdeling
H8432
hebben zij in het midden
H6233
van u door verdrukking
H6213 H8804
gehandeld
H3490
; zij hebben in u den wees
H490
en de weduwe
H3238 H8689
verdrukt.
8
H6944
Mijn heilige dingen
H959 H8804
hebt gij veracht
H7676
, en Mijn sabbatten
H2490 H8765
hebt gij ontheiligd.
9
H582 H7400
Achterklappers
H1818
zijn in u geweest om bloed
H8210 H8800
te vergieten
H2022
, en in u hebben zij op de bergen
H398 H8804
gegeten
H2154
, zij hebben schandelijkheid
H8432
in het midden
H6213 H8804
van u gedaan.
10
H6172
Men heeft de schaamte
H1
des vaders
H1540 H8765
in u ontdekt
H2931
; die onrein
H5079
was door afzondering
H6031 H8765
, hebben zij in u verkracht.
11
H376
Daartoe heeft de een
H8441
gruwel
H6213 H8804
gedaan
H7453
met zijns naasten
H802
huisvrouw
H376
, en een ander
H3618
heeft zijns zoons vrouw
H2154
met schandelijkheid
H2930 H8765
verontreinigd
H376
; nog een ander
H269
heeft in u zijn zuster
H1
, zijns vaders
H1323
dochter
H6031 H8765
; verkracht.
12
H7810
Zij hebben geschenken
H3947 H8804
in u genomen
H1818
, om bloed
H8210 H8800
te vergieten
H5392
; woeker
H8636
en overwinst
H3947 H8804
hebt gij genomen
H1214 H8762
, en gij hebt gierigheid gepleegd
H7453
aan uw naaste
H6233
door verdrukking
H7911 H8804
; maar gij hebt Mijner vergeten
H5002 H8803
, spreekt
H136
de Heere
H3069
HEERE.
13
H3709
Ziet dan, Ik heb Mijn hand
H5221 H8689
geslagen
H1215
, om uw gierigheid
H6213 H8804
, die gij bedreven hebt
H1818
, en om uw bloed
H8432
, die in het midden van u geweest zijn.
14
H3820
Zal uw hart
H5975 H8799
bestaan
H3027
? zullen uw handen
H2388 H8799
sterk zijn
H3117
, in de dagen
H6213 H8802
, als Ik met u handelen zal
H3068
? Ik, de HEERE
H1696 H8765
, heb het gesproken
H6213 H8804
, en zal het doen.
15
H6327 H8689
En Ik zal u verstrooien
H1471
onder de heidenen
H2219 H8765
, en u verspreiden
H776
in de landen
H2932
, en uw ontreinigheid
H8552 H8689
uit u verteren.
16
H2490 H8738 H8676 H5157 H8765
Zo zult gij in u ontheiligd zijn
H5869
voor de ogen
H1471
der heidenen
H3045 H8804
; en gij zult weten
H3068
, dat Ik de HEERE ben.
18
H1121 H120
Mensenkind
H1004
, die van het huis
H3478
Israels
H5509
zijn Mij tot schuim
H5178
geworden; zij zijn allen koper
H913
, of tin
H1270
, of ijzer
H5777
, of lood
H8432
, in het midden
H3564
des ovens
H5509 H3701
; zilverschuim zijn zij geworden.
19
H559 H8804
Daarom, alzo zegt
H136
de Heere
H3069
HEERE
H5509
: Omdat gijlieden allen tot schuim
H8432
geworden zijt, daarom ziet, Ik zal u in het midden
H3389
van Jeruzalem
H6908 H8802
vergaderen.
20
H3701
[Gelijk] zilver
H5178
, of koper
H1270
, of ijzer
H5777
, of lood
H913
, of tin
H8432
in het midden
H3564
eens ovens
H6910
vergaderd wordt
H784
, om het vuur
H5301 H8800
daarover op te blazen
H5413 H8687
, opdat men het smelte
H6908 H8799
; alzo zal Ik ulieden vergaderen
H639
in Mijn toorn
H2534
, en in Mijn grimmigheid
H3240 H8689
daar laten
H5413 H8689
, en smelten.
21
H3664 H8765
Ja, Ik zal u bijeenbrengen
H5301 H8804
, en zal op u blazen
H784
in het vuur
H5678
Mijner verbolgenheid
H8432
, dat gij in het midden
H5413 H8738
van haar zult gesmolten worden.
Hosea 11:12
Micah 3:2-3
2
H8130 H8802
Zij haten
H2896
het goede
H157 H0
, en hebben
H7451
het kwade
H157 H8802
lief
H1497 H8802
; zij roven
H5785
hun huid
H4480 H5921
van
H7607
hen af, en hun vlees
H4480 H5921
van
H6106
hun beenderen.
3
H834
Ja, zij zijn het, die
H7607
het vlees
H5971
mijns volks
H398 H8804
eten
H4480 H5921
, en
H5785
hun huid
H6584 H8689
afstropen
H6106
, en hun beenderen
H6476 H8765
verbreken
H6566 H8804
; en vaneen leggen
H834
, gelijk als
H5518
in een pot
H1320
, en als vlees
H8432
in het midden
H7037
eens ketels.
Zephaniah 3:1-3
1
H1945
Wee
H4754 H8802
der ijselijke
H1351 H8737
, en der bevlekte
H3238 H8802
, der verdrukkende
H5892
stad!
Zechariah 8:3
3
H3541
Alzo
H559 H8804
zegt
H3068
de HEERE
H7725 H8804
: Ik ben wedergekeerd
H413
tot
H6726
Sion
H8432
, en Ik zal in het midden
H3389
van Jeruzalem
H7931 H8804
wonen
H3389
; en Jeruzalem
H7121 H8738
zal geheten worden
H5892
een stad
H571
der waarheid
H2022
, en de berg
H3068
des HEEREN
H6635
der heirscharen
H2022
, een berg
H6944
der heiligheid.
Luke 13:34
34
G2419
Jeruzalem
G2419
, Jeruzalem
G3588
! gij, die
G4396
de profeten
G615 G5723
doodt
G2532
, en
G3036 G5723
stenigt
G4314
, die tot
G846
u
G649 G5772
gezonden zijn
G4212
, hoe menigmaal
G4675
heb Ik uw
G5043
kinderen
G2309 G5656
willen
G1996 G5658
bijeenvergaderen
G5158
, gelijkerwijs
G3733
een hen
G1438
haar
G3555
kiekens
G5259
onder
G4420
de vleugelen
G2532
[vergadert]; en
G3756
gijlieden hebt niet
G2309 G5656
gewild?
Acts 7:52
52
G5101
Wien
G4396
van de profeten
G5216
hebben uw
G3962
vaders
G3756
niet
G1377 G5656
vervolgd
G2532
? En
G615 G5656
zij hebben gedood
G3588
degenen, die
G4293 G5660
te voren verkondigd hebben
G4012
de
G1660
komst
G1342
des Rechtvaardigen
G3739
, van Welken
G5210
gijlieden
G3568
nu
G4273
verraders
G2532
en
G5406
moordenaars
G1096 G5769
geworden zijt.
Hebrews 12:22
Revelation 11:2
2
G2532
En
G1544 G5628
laat
G833
het voorhof
G1854
uit
G3588
, dat
G1855 G2081
van buiten
G3485
den tempel
G2532
is, en
G3354 G5661
meet
G846
dat
G3361
niet
G3754
, want
G1484
het is den heidenen
G1325 G5681
gegeven
G2532
; en
G40
zij zullen de heilige
G4172
stad
G3961 G5692
vertreden
G1417
twee
G5062
en veertig
G3376
maanden.