Isaiah 1:21 Cross References - DSV_Strongs

  21 H539 H8737 Hoe is de getrouwe H7151 stad H2181 H8802 tot een hoer geworden H4392 ! Zij was vol H4941 recht H6664 , gerechtigheid H3885 H8799 herbergde H7523 H8764 daarin, maar nu doodslagers.

2 Samuel 8:15

  15 H4427 H8799 Alzo regeerde H1732 David H5921 over H3605 gans H3478 Israel H1732 , en David H1961 H8799 H6213 H8802 deed H3605 aan zijn ganse H5971 volk H4941 recht H6666 en gerechtigheid.

2 Chronicles 19:9

  9 H6680 H8762 H5921 En hij gebood H559 H8800 hun, zeggende H6213 H8799 : Doet H3541 alzo H3374 in de vreze H3068 des HEEREN H530 , met getrouwheid H8003 en met een volkomen H3824 hart.

Nehemiah 11:1

  1 H3427 H8799 Voorts woonden H8269 de oversten H5971 des volks H3389 te Jeruzalem H7605 ; maar het overige H5971 des volks H5307 H8689 wierpen H1486 loten H4480 , om uit H6235 tien H259 een H935 H8687 uit te brengen H6944 , die in de heilige H5892 stad H3389 Jeruzalem H3427 H8800 zou wonen H8672 , en negen H3027 delen H5892 in de [andere] steden.

Psalms 46:4

  4 H6388 [046:5] De beekjes H5104 der rivier H8055 H8762 zullen verblijden H5892 de stad H430 Gods H6918 , het heiligdom H4908 der woningen H5945 des Allerhoogsten.

Psalms 48:1

  1 H7892 Een lied H4210 , een psalm H1121 , voor de kinderen H7141 van Korach H3068 . [048:2] De HEERE H1419 is groot H3966 en zeer H1984 H8794 te prijzen H5892 , in de stad H430 onzes Gods H2022 , [op] den berg H6944 Zijner heiligheid.

Psalms 48:8

  8 H8085 H8804 [048:9] Gelijk wij gehoord hadden H7200 H8804 , alzo hebben wij gezien H5892 in de stad H3068 des HEEREN H6635 der heirscharen H5892 , in de stad H430 onzes Gods H430 ; God H3559 H8787 zal haar bevestigen H5704 tot in H5769 eeuwigheid H5542 . Sela.

Isaiah 5:7

  7 H3754 Want de wijngaard H3068 van den HEERE H6635 der heirscharen H1004 is het huis H3478 van Israel H376 , en de mannen H3063 van Juda H5194 zijn een plant H8191 zijner verlustigingen H6960 H8762 ; en Hij heeft gewacht naar H4941 recht H4939 , maar ziet, het is schurftheid H6666 , naar gerechtigheid H6818 , maar ziet, het is geschreeuw.

Isaiah 48:2

  2 H6944 Ja, van de heilige H5892 stad H7121 H8738 worden zij genoemd H5564 H8738 , en zij steunen op H430 den God H3478 Israels H3068 ; HEERE H6635 der heirscharen H8034 is Zijn Naam.

Isaiah 57:3-9

  3 H7126 H8798 Doch nadert gijlieden H1121 hier toe, gij kinderen H6049 H8781 der guichelares H5003 H8764 ! gij overspelig H2233 zaad H2181 H8799 , en gij, die hoererij bedrijft!
  4 H6026 H8691 Over wien maakt gij u lustig H7337 H0 , over wien spert gij H6310 den mond H7337 H8686 wijd open H748 H0 [en] steekt H3956 de tong H748 H8686 lang uit H3206 ? Zijt gij niet kinderen H6588 der overtreding H2233 , een zaad H8267 der valsheid?
  5 H2552 H8737 Die hittig zijt H410 in de eikenbossen H7488 , onder allen groenen H6086 boom H7819 H8802 ; slachtende H3206 de kinderen H5158 aan de beken H5585 , onder de hoeken H5553 der steenrotsen.
  6 H2511 Aan de gladde H5158 [stenen] der beken H2506 is uw deel H1486 , die, die zijn uw lot H8210 H0 ; ook stort gij H5262 denzelven drankoffer H8210 H8804 uit H5927 H8689 , gij offert H4503 hun spijsoffer H5162 H8735 ; zou Ik Mij over deze dingen troosten laten?
  7 H7760 H8804 Gij stelt H4904 uw leger H1364 op een hogen H5375 H8737 en verhevenen H2022 berg H5927 H8804 ; ook klimt gij H2077 derwaarts op, om slachtoffer H2076 H8800 te offeren.
  8 H310 En achter H1817 de deur H4201 en posten H7760 H8804 zet gij H2146 uw gedenkteken H1540 H8765 ; want van Mij [wijkende] ontdekt gij H5927 H8799 [u], en klimt op H7337 H0 ; gij maakt H4904 uw leger H7337 H8689 wijd H3772 H8799 , en maakt H157 H0 u [een] [verbond] [met] [enigen] uit dezelve, gij hebt H4904 hun leger H157 H8804 lief H3027 [in] elke plaats H2372 H8804 , [die] gij ziet.
  9 H7788 H8799 En gij trekt H8081 met olie H4428 tot den koning H7235 H8686 , en gij vermenigvuldigt H7547 uw welriekende zalven H7971 H8762 ; en gij zendt H6735 uw gezanten H7350 verre weg H8213 H8686 , en vernedert u H7585 tot de hel toe.

Jeremiah 2:20-21

  20 H5769 Als Ik van ouds H5923 uw juk H7665 H8804 verbroken H4147 , [en] uw banden H5423 H8765 verscheurd had H559 H8799 , zo zeidet gij H5674 H8799 H8675 H5647 H8799 : Ik zal niet dienen H1364 ; maar op allen hogen H1389 heuvel H7488 en onder allen groenen H6086 boom H6808 H8802 loopt gij om H2181 H8802 , hoererende.
  21 H5193 H8804 Ik had u toch geplant H8321 , een edelen wijnstok H571 , een geheel getrouw H2233 zaad H2015 H8738 ; hoe zijt gij Mij dan veranderd H5494 [in] verbasterde ranken H5237 van een vreemden H1612 wijnstok?

Jeremiah 3:1

  1 H559 H8800 Men zegt H376 : Zo een man H802 zijn huisvrouw H7971 H8762 verlaat H1980 H8804 , en zij gaat H312 van hem, en wordt eens anderen H376 mans H7725 H8799 , zal hij ook tot haar nog wederkeren H776 ? Zou datzelve land H2610 H8800 niet grotelijks H2610 H8799 ontheiligd worden H7227 ? Gij nu hebt [met] veel H7453 boeleerders H2181 H8804 gehoereerd H7725 H8800 , keer nochtans weder H5002 H8803 tot Mij, spreekt H3068 de HEERE.

Lamentations 1:8-9

  8 H3389 [Cheth]. Jeruzalem H2399 heeft zwaarlijk H2398 H8804 gezondigd H5206 , daarom is zij als een afgezonderde H3513 H8764 [vrouw] geworden; allen, die haar eerden H2107 H8689 , achten haar onwaard H6172 , dewijl zij haar naaktheid H7200 H8804 gezien hebben H584 H8738 ; zij zucht H268 ook, en zij is achterwaarts H7725 H8799 gekeerd.
  9 H2932 [Teth]. Haar onreinheid H7757 is in haar zomen H2142 H8804 , zij heeft niet gedacht aan H319 haar uiterste H6382 , daarom is zij wonderbaarlijk H3381 H8799 omlaag gedaald H5162 H8764 ; zij heeft geen trooster H3068 . HEERE H7200 H8798 , zie H6040 mijn ellende H341 H8802 aan, want de vijand H1431 H8689 maakt zich groot.

Ezekiel 16:1-63

  1 H3068 Verder geschiedde des HEEREN H1697 woord H559 H8800 tot mij, zeggende:
  2 H1121 H120 Mensenkind H3045 H0 , maak H3389 Jeruzalem H8441 haar gruwelen H3045 H8685 bekend,
  3 H559 H8804 En zeg H559 H8804 : Alzo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H3389 tot Jeruzalem H4351 : Uw handelingen H4138 en uw geboorten H776 zijn uit het land H3669 der Kanaanieten H1 ; uw vader H567 was een Amoriet H517 en uw moeder H2850 een Hethietische.
  4 H4138 En aangaande uw geboorten H3117 : ten dage H3205 H8715 , als gij geboren waart H8270 , werd uw navel H3772 H8795 niet afgesneden H4325 ; en gij waart niet met water H7364 H8795 gewassen H4935 , toen Ik [u] aanschouwde H4414 H8715 ; gij waart ook geenszins H4414 H8717 met zout gewreven H2853 H8715 , noch in windselen H2853 H8795 gewonden.
  5 H5869 Geen oog H2347 H8804 had medelijden H259 over u, om u een H6213 H8800 van deze dingen te doen H2550 H8800 , om zich over u te erbarmen H7993 H8714 ; maar gij zijt geworpen geweest H6440 op het vlakke H7704 des velds H1604 , om de walgelijkheid H5315 van uw ziel H3117 , ten dage H3205 H8715 , toen gij geboren waart.
  6 H5674 H8799 Als Ik bij u voorbijging H7200 H8799 , zo zag Ik H947 H8711 u, vertreden zijnde H1818 in uw bloed H559 H8799 , en Ik zeide H1818 tot u in uw bloed H2421 H8798 : Leef H559 H8799 ; ja, Ik zeide H1818 tot u in uw bloed H2421 H8798 : Leef!
  7 H7233 Ik heb u tot tien duizend H6780 , als het gewas H7704 des velds H5414 H8804 , gemaakt H7235 H8799 ; en gij zijt gegroeid H1431 H8799 , en groot geworden H935 H8799 , en zijt gekomen H5716 tot grote sierlijkheid H7699 ; [uw] borsten H3559 H8738 zijn vast geworden H8181 , en uw haar H6779 H8765 is gewassen H5903 , doch gij waart naakt H6181 en bloot.
  8 H5674 H8799 Als Ik nu bij u voorbijging H7200 H8799 , zag Ik H6256 u, en ziet, uw tijd H6256 was de tijd H1730 der minne H6566 H8799 ; zo breidde Ik H3671 Mijn vleugel H3680 H8762 over u uit, en dekte H6172 uw naaktheid H7650 H8735 ; ja, Ik zwoer H935 H8799 u, en kwam H1285 met u in een verbond H5002 H8803 , spreekt H136 de Heere H3069 HEERE en gij werdt de Mijne.
  9 H7364 H8799 Daarna wies Ik H4325 u met water H7857 H0 , en Ik spoelde H1818 uw bloed H7857 H8799 van u af H5480 H8799 , en zalfde H8081 u met olie.
  10 H3847 H8686 Ik bekleedde H7553 u ook met gestikt werk H5274 H8799 , en Ik schoeide H8476 u met dassenvellen H2280 H8799 , en omgordde H8336 u met fijn linnen H3680 H8762 , en bedekte H4897 u met zijde.
  11 H5710 H8799 Ook versierde Ik H5716 u met sieraad H5414 H8799 , en deed H6781 armringen H3027 aan uw handen H7242 , en een keten H1627 aan uw hals.
  12 H5414 H8799 Desgelijks deed Ik H5141 een voorhoofdsiersel H639 aan uw aangezicht H5694 , en oorringen H241 aan uw oren H5850 , en een kroon H8597 der heerlijkheid H7218 op uw hoofd.
  13 H5710 H8799 Zo waart gij versierd H2091 met goud H3701 en zilver H4403 , en uw kleding H8336 H8675 H8336 was fijn linnen H4897 , en zijde H7553 , en gestikt werk H398 H8804 ; gij at H5560 meelbloem H1706 , en honig H8081 , en olie H3302 H0 , en gij waart H3966 gans zeer H3302 H8799 schoon H6743 H8799 , en waart voorspoedig H4410 , dat gij een koninkrijk werdt.
  14 H3318 H0 Daartoe ging H8034 van u een naam H3318 H8799 uit H1471 onder de heidenen H3308 om uw schoonheid H3632 ; want die was volmaakt H1926 door Mijn heerlijkheid H7760 H8804 , die Ik op u gelegd had H5002 H8803 , spreekt H136 de Heere H3069 HEERE.
  15 H982 H8799 Maar gij hebt vertrouwd H3308 op uw schoonheid H2181 H8799 , en hebt gehoereerd H8034 vanwege uw naam H8457 ; ja, hebt uw hoererijen H8210 H8799 uitgestort H5674 H8802 aan een ieder, die voorbijging; voor hem was zij.
  16 H899 En gij hebt van uw klederen H3947 H8799 genomen H6213 H8799 , en u gemaakt H2921 H8803 geplekte H1116 hoogten H2181 H8799 , en hebt daarop gehoereerd H935 H8802 ; [zulks] is niet gekomen, en zal niet geschieden.
  17 H3947 H8799 Daartoe hebt gij genomen H3627 de vaten H8597 uws sieraads H2091 van Mijn goud H3701 en van Mijn zilver H5414 H8804 , dat Ik u gegeven had H6754 H2145 , en gij hebt u mansbeelden H6213 H8799 gemaakt H2181 H8799 , en gij hebt met dezelve gehoereerd.
  18 H7553 En gij hebt uw gestikte H899 klederen H3947 H8799 genomen H3680 H8762 , en hebt ze bedekt H8081 ; en gij hebt Mijn olie H7004 en Mijn reukwerk H6440 voor hun aangezichten H5414 H8804 gesteld.
  19 H3899 En Mijn brood H5414 H8804 , hetwelk Ik u gaf H5560 , meelbloem H8081 en olie H1706 , en honig H398 H8689 , [waarmede] Ik u spijsde H6440 , dat hebt gij ook voor hun aangezichten H5414 H8804 gesteld H5207 tot een liefelijken H7381 reuk H5002 H8803 ; zo is het geschied, spreekt H136 de Heere H3069 HEERE.
  20 H1121 Verder hebt gij uw zonen H1323 en uw dochteren H3205 H8804 , die gij Mij gebaard hadt H3947 H8799 , genomen H2076 H8799 , en hebt ze denzelven geofferd H398 H8800 om te verteren H4592 ; is het wat kleins H8457 van uw hoererijen,
  21 H1121 Dat gij Mijn kinderen H7819 H8799 geslacht hebt H5414 H8799 , en hebt ze overgegeven H5674 H8687 , als gij dezelve voor hen door [het] [vuur] hebt doen gaan?
  22 H8441 Ook hebt gij bij al uw gruwelen H8457 en uw hoererijen H2142 H8804 niet gedacht H3117 aan de dagen H5271 uwer jonkheid H5903 , als gij naakt H6181 en bloot H947 H8711 waart, [als] gij vertreden waart H1818 in uw bloed.
  23 H310 Het is ook geschied na H7451 al uw boosheid H188 , (wee H188 , wee H5002 H8803 u, spreekt H136 de Heere H3069 HEERE),
  24 H1354 Dat gij u een verwelfsel H1129 H8799 gebouwd hebt H7413 , en u een hoge plaats H6213 H8799 gemaakt hebt H7339 in elke straat.
  25 H7218 Aan elk hoofd H1870 des wegs H7413 hebt gij uw hoge plaatsen H1129 H8804 gebouwd H3308 , en hebt uw schoonheid H8581 H8762 gruwelijk gemaakt H7272 , en hebt met uw benen H6589 H8762 geschreden H5674 H8802 voor een ieder, die voorbijging H8457 , en hebt uw hoererijen H7235 H8686 vermenigvuldigd.
  26 H2181 H8799 Gij hebt ook gehoereerd H1121 met de kinderen H4714 van Egypte H7934 , uw naburen H1432 , die groot H1320 van vlees H8457 zijn; en gij hebt uw hoererij H7235 H8686 vermenigvuldigd H3707 H8687 , om Mij tot toorn te verwekken.
  27 H5186 H0 Ziet, daarom strekte Ik H3027 Mijn hand H5186 H8804 over u uit H1639 H8799 , en verminderde H2706 uw bescheiden deel H5414 H8799 ; en Ik gaf H5315 u over in den lust H8130 H8802 dergenen, die u haten H1323 , der dochteren H6430 der Filistijnen H2154 , die vanwege uw schandelijken H1870 weg H3637 H8737 beschaamd waren.
  28 H2181 H8799 Verder hebt gij gehoereerd H1121 met de kinderen H804 van Assur H1115 , omdat H7646 H8804 gij onverzadelijk waart H2181 H8799 ; ja, als gij met hen gehoereerd hebt H7654 , zijt gij ook niet verzadigd geworden.
  29 H8457 Maar gij hebt uw hoererij H7235 H8686 vermenigvuldigd H776 in het land H3667 van Kanaan H3778 tot in Chaldea H2063 ; en daarmede H7646 H8804 ook zijt gij niet verzadigd geworden.
  30 H535 H8802 Hoe zwak H3826 is uw hart H5002 H8803 (spreekt H136 de Heere H3069 HEERE H6213 H8800 ) als gij al deze dingen doet H4639 , [zijnde] het werk H7986 van een heersende H2181 H8803 hoerachtige H802 vrouw!
  31 H1354 Als gij uw verwelfsel H1129 H8800 bouwt H7218 aan het hoofd H1870 van iederen weg H7413 , en uw hoge plaats H6213 H8804 maakt H7339 in elke straat H2181 H8802 , en niet zijt geweest als een hoer H868 , het hoerenloon H7046 H8763 beschimpende.
  32 H5003 H8764 O, die overspelige H802 vrouw H3947 H8799 , zij neemt H376 in plaats van haar man H2114 H8801 de vreemden aan.
  33 H5414 H8799 Men geeft H5078 loon H2181 H8802 aan alle hoeren H5414 H8804 ; maar gij geeft H5083 uw loon H157 H8764 aan al uw boelen H7809 H8799 , en gij beschenkt H5439 ze, opdat zij tot u van rondom H935 H8800 zouden ingaan H8457 om uw hoererijen.
  34 H8457 Zo geschiedt met u in uw hoererijen H2016 het tegendeel H802 van de vrouwen H310 , dewijl men u niet naloopt H2181 H8795 , om te hoereren H868 ; want als gij hoerenloon H5414 H8800 geeft H868 , en het hoerenloon H5414 H8738 u niet gegeven wordt H2016 ; zo zijt gij tot een tegendeel H1961 H8799 geworden.
  35 H2181 H8802 Daarom, o hoer H8085 H8798 , hoor H3068 des HEEREN H1697 woord.
  36 H559 H8804 Alzo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H5178 : Omdat uw vergif H8210 H8736 uitgestort is H6172 , en uw schaamte H8457 door uw hoererijen H157 H8764 met uw boelen H1540 H8735 ontdekt is H1544 , en met al de drekgoden H8441 uwer gruwelen H1818 , en na het bloed H1121 uwer kinderen H5414 H8804 , dat gij hun gegeven hebt;
  37 H157 H8764 Daarom, zie, Ik zal al uw boelen H6908 H8764 vergaderen H6149 H8804 , met dewelke gij vermengd zijt geweest H157 H8804 , en allen, die gij liefgehad hebt H8130 H8804 , met allen, die gij gehaat hebt H5439 ; en Ik zal hen van rondom H6908 H8765 vergaderen H6172 tegen u, en Ik zal voor hen uw naaktheid H1540 H8765 ontdekken H6172 , dat zij uw ganse naaktheid H7200 H8804 zien zullen.
  38 H4941 Daartoe zal Ik u [naar] de rechten H5003 H8802 der overspeelsters H8210 H8802 H1818 en der bloedvergietsters H8199 H8804 richten H5414 H8804 ; en Ik zal u overgeven H1818 aan het bloed H2534 der grimmigheid H7068 en des ijvers.
  39 H3027 En Ik zal u in hun hand H5414 H8804 overgeven H1354 , en zij zullen uw verwelfsel H2040 H8804 afbreken H7413 , en uw hoge plaatsen H5422 H8765 omwerpen H899 , en uw klederen H6584 H8689 u uittrekken H8597 , en uw sierlijke H3627 juwelen H3947 H8804 nemen H5903 , en u naakt H6181 en bloot H3240 H8689 laten.
  40 H6951 Daarna zullen zij tegen u een vergadering H5927 H8689 doen opkomen H68 , en zullen u met stenen H7275 H8804 stenigen H2719 , en u met hun zwaarden H1333 H8765 doorsteken.
  41 H1004 Zij zullen ook uw huizen H784 met vuur H8313 H8804 verbranden H8201 , en oordelen H6213 H8804 tegen u uitvoeren H7227 voor veler H802 vrouwen H5869 ogen H7673 H8689 ; en Ik zal u doen ophouden H2181 H8802 van een hoer te zijn H868 , en gij zult ook niet meer hoerenloon H5414 H8799 geven.
  42 H2534 Zo zal Ik Mijn grimmigheid H5117 H8689 op u doen rusten H7068 , en Mijn ijver H5493 H8804 zal van u afwijken H8252 H8804 ; en Ik zal stil zijn H3707 H8799 , en niet meer toornig wezen.
  43 H2142 H8804 Daarom dat gij niet gedacht hebt H3117 aan de dagen H5271 uwer jonkheid H7264 H8799 , en Mij tot beroering geweest zijt H1887 met dit alles, zie H1870 , zo zal Ik ook uw weg H7218 op [uw] hoofd H5414 H8804 geven H5002 H8803 , spreekt H136 de Heere H3069 HEERE H2154 ; en gij zult die schandelijke daad H6213 H8804 niet doen H8441 boven al uw gruwelen.
  44 H4911 H8802 Zie, een ieder, die spreekwoorden gebruikt H4911 H8799 , zal van u een spreekwoord gebruiken H559 H8800 , zeggende H517 : Zo de moeder H1323 is, is haar dochter.
  45 H1323 Gij zijt de dochter H517 uwer moeder H1602 H8802 , die de walg had H376 van haar man H1121 en van haar kinderen H269 ; en gij zijt de zuster H269 uwer zusteren H1602 H8804 , die de walg gehad hebben H582 van haar mannen H1121 en van haar kinderen H517 ; uw moeder H2850 was een Hethietische H1 , en uw vader H567 een Amoriet.
  46 H1419 Uw grote H269 zuster H8111 nu is Samaria H1323 , zij en haar dochteren H3427 H8802 , dewelke woont H8040 aan uw linkerhand H269 ; maar uw zuster H6996 , die kleiner H3225 is dan gij, die tegen uw rechterhand H3427 H8802 woont H5467 , is Sodom H1323 en haar dochteren.
  47 H1870 Doch gij hebt in haar wegen H1980 H8804 niet gewandeld H8441 , noch naar haar gruwelen H6213 H8804 gedaan H6985 ; het was wat H4592 gerings H6962 H8804 , een verdriet H7843 H8686 ; maar gij hebt het meer verdorven H2004 dan zij H1870 , in al uw wegen.
  48 H2416 [Zo] [waarachtig] [als] Ik leef H5002 H8803 , spreekt H136 de Heere H3069 HEERE H5467 , indien Sodom H269 , uw zuster H1323 , zij met haar dochteren H6213 H8804 , gedaan heeft H6213 H8804 , gelijk gij gedaan hebt H1323 en uw dochteren!
  49 H5771 Ziet, dit was de ongerechtigheid H269 uwer zuster H5467 Sodom H1347 ; hoogmoed H7653 , zatheid H3899 van brood H8252 H8687 en stille H7962 gerustheid H1323 had zij en haar dochteren H2388 H8689 ; maar zij sterkte H3027 de hand H6041 des armen H34 en nooddruftigen niet.
  50 H1361 H8799 En zij verhieven zich H6213 H8799 , en deden H8441 gruwelijkheid H6440 voor Mijn aangezicht H5493 H8686 ; daarom deed Ik ze weg H7200 H8804 , nadat Ik het gezien had.
  51 H8111 Samaria H2677 ook heeft naar de helft H2403 uwer zonden H2398 H8804 niet gezondigd H8441 ; en gij hebt uw gruwelen H2007 meer dan zij H7235 H8686 vermenigvuldigd H269 , en hebt uw zusters H6663 H8762 gerechtvaardigd H8441 door al uw gruwelen H6213 H8804 , die gij gedaan hebt.
  52 H5375 H8798 Draag gij H3639 [dan] ook uw schande H269 , gij, die voor uw zusteren H6419 H8765 geoordeeld hebt H2403 door uw zonden H8581 H8689 , die gij gruwelijker gemaakt hebt H2004 dan zij H6663 H8799 ; zij zijn rechtvaardiger H954 H8798 dan gij; wees gij dan ook beschaamd H5375 H8798 , en draag H3639 uw schande H269 , omdat gij uw zusters H6663 H8763 gerechtvaardigd hebt.
  53 H7622 H8675 H7622 Als Ik haar gevangenen H7725 H8804 wederbrengen zal H7622 H8675 H7622 , [namelijk] de gevangenen H5467 van Sodom H1323 en haar dochteren H7622 H8676 H7622 , en de gevangenen H8111 van Samaria H1323 en haar dochteren H7622 H8675 H7622 , dan [zal] [Ik] [wederbrengen] de gevangenen H7622 uwer gevangenis H8432 in het midden van haar.
  54 H3639 Opdat gij uw schande H5375 H8799 draagt H3637 H8738 , en te schande gemaakt wordt H6213 H8804 , om al hetgeen gij gedaan hebt H5162 H8763 , als gij haar troosten zult.
  55 H269 Als uw zusters H5467 , Sodom H1323 en haar dochteren H7725 H8799 , zullen wederkeren H6927 tot haar vorigen staat H8111 , mitsgaders Samaria H1323 en haar dochteren H7725 H8799 zullen wederkeren H6927 tot haar vorigen staat H1323 , zult gij ook en uw dochteren H7725 H8799 wederkeren H6927 tot uw vorigen staat.
  56 H269 Ja, uw zuster H5467 Sodom H6310 is in uw mond H8052 niet gehoord geweest H3117 , ten dage H1347 uws groten hoogmoeds,
  57 H7451 Aleer uw boosheid H1540 H8735 ontdekt was H6256 . Als de tijd H2781 was der versmading H1323 van de dochteren H758 van Syrie H5439 , en van al degenen, die rondom H1323 datzelve waren, de dochteren H6430 der Filistijnen H7590 H8801 , die u verachten H5439 van rondom,
  58 H2154 Hebt gij uw schandelijke daden H8441 en uw gruwelen H5375 H8804 gedragen H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE.
  59 H559 H8804 Want alzo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H6213 H8804 : Ik zal u ook doen H6213 H8804 , gelijk als gij gedaan hebt H423 , die den eed H959 H8804 veracht hebt H6565 H8687 , brekende H1285 het verbond.
  60 H2142 H8804 Evenwel zal Ik gedachtig wezen H1285 aan Mijn verbond H3117 met u, in de dagen H5271 uwer jonkheid H5769 , en Ik zal met u een eeuwig H1285 verbond H6965 H8689 oprichten.
  61 H1870 Dan zult gij uwer wegen H2142 H8804 gedenken H3637 H8738 en beschaamd zijn H269 , als gij uw zusteren H1419 , die groter H6996 zijn dan gij, met degenen, die kleiner H3947 H8800 zijn dan gij, aannemen zult H5414 H8804 ; want Ik zal u dezelve geven H1323 tot dochteren H1285 , maar niet uit uw verbond.
  62 H1285 Want Ik zal Mijn verbond H6965 H8689 met u oprichten H3045 H8804 , en gij zult weten H3068 , dat Ik de HEERE ben;
  63 H2142 H8799 Opdat gij het gedachtig zijt H954 H8804 , en u schaamt H6310 , en niet meer uw mond H6610 opent H6440 vanwege H3639 uw schande H3722 H8763 , wanneer Ik voor u verzoening doen zal H6213 H8804 over al hetgeen gij gedaan hebt H5002 H8803 , spreekt H136 de Heere H3069 HEERE.

Ezekiel 22:1-23

  1 H3068 Voorts geschiedde des HEEREN H1697 woord H559 H8800 tot mij, zeggende:
  2 H1121 H120 Gij nu, mensenkind H1818 H5892 , zoudt gij der bloedstad H8199 H8799 recht geven H8199 H8799 ? Zoudt gij haar recht geven H3045 H8689 ? Ja, maak haar bekend H8441 al haar gruwelen.
  3 H559 H8804 En zeg H559 H8804 : Alzo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H5892 : O stad H8432 , die in haar midden H1818 bloed H8210 H8802 vergiet H6256 , opdat haar tijd H935 H8800 kome H1544 , en drekgoden H6213 H8804 tegen zichzelve maakt H2930 H8800 , om zich te verontreinigen!
  4 H1818 Door uw bloed H8210 H8804 , dat gij vergoten hebt H816 H8804 , zijt gij schuldig geworden H1544 , en met uw drekgoden H6213 H8804 , die gij gemaakt hebt H2930 H8804 , hebt gij u verontreinigd H3117 , en hebt uw dagen H7126 H8686 doen naderen H8141 , en zijt tot uw jaren H935 H8799 gekomen H1471 ; daarom heb Ik u den heidenen H5414 H8804 overgegeven H2781 [tot] een smaad H776 , en allen landen H7048 [tot] een spot.
  5 H7138 Die nabij H7350 en verre H7046 H8691 van u zijn, zullen u bespotten H2931 , gij onreine H8034 van naam H7227 en vol H4103 van onrust!
  6 H5387 Ziet, de vorsten H3478 Israels H376 zijn in u geweest, een ieder H2220 naar zijn kracht H1818 , om bloed H8210 H8800 te vergieten.
  7 H1 Vader H517 en moeder H7043 H8689 hebben zij in u licht geacht H1616 ; met den vreemdeling H8432 hebben zij in het midden H6233 van u door verdrukking H6213 H8804 gehandeld H3490 ; zij hebben in u den wees H490 en de weduwe H3238 H8689 verdrukt.
  8 H6944 Mijn heilige dingen H959 H8804 hebt gij veracht H7676 , en Mijn sabbatten H2490 H8765 hebt gij ontheiligd.
  9 H582 H7400 Achterklappers H1818 zijn in u geweest om bloed H8210 H8800 te vergieten H2022 , en in u hebben zij op de bergen H398 H8804 gegeten H2154 , zij hebben schandelijkheid H8432 in het midden H6213 H8804 van u gedaan.
  10 H6172 Men heeft de schaamte H1 des vaders H1540 H8765 in u ontdekt H2931 ; die onrein H5079 was door afzondering H6031 H8765 , hebben zij in u verkracht.
  11 H376 Daartoe heeft de een H8441 gruwel H6213 H8804 gedaan H7453 met zijns naasten H802 huisvrouw H376 , en een ander H3618 heeft zijns zoons vrouw H2154 met schandelijkheid H2930 H8765 verontreinigd H376 ; nog een ander H269 heeft in u zijn zuster H1 , zijns vaders H1323 dochter H6031 H8765 ; verkracht.
  12 H7810 Zij hebben geschenken H3947 H8804 in u genomen H1818 , om bloed H8210 H8800 te vergieten H5392 ; woeker H8636 en overwinst H3947 H8804 hebt gij genomen H1214 H8762 , en gij hebt gierigheid gepleegd H7453 aan uw naaste H6233 door verdrukking H7911 H8804 ; maar gij hebt Mijner vergeten H5002 H8803 , spreekt H136 de Heere H3069 HEERE.
  13 H3709 Ziet dan, Ik heb Mijn hand H5221 H8689 geslagen H1215 , om uw gierigheid H6213 H8804 , die gij bedreven hebt H1818 , en om uw bloed H8432 , die in het midden van u geweest zijn.
  14 H3820 Zal uw hart H5975 H8799 bestaan H3027 ? zullen uw handen H2388 H8799 sterk zijn H3117 , in de dagen H6213 H8802 , als Ik met u handelen zal H3068 ? Ik, de HEERE H1696 H8765 , heb het gesproken H6213 H8804 , en zal het doen.
  15 H6327 H8689 En Ik zal u verstrooien H1471 onder de heidenen H2219 H8765 , en u verspreiden H776 in de landen H2932 , en uw ontreinigheid H8552 H8689 uit u verteren.
  16 H2490 H8738 H8676 H5157 H8765 Zo zult gij in u ontheiligd zijn H5869 voor de ogen H1471 der heidenen H3045 H8804 ; en gij zult weten H3068 , dat Ik de HEERE ben.
  17 H3068 Wijders geschiedde des HEEREN H1697 woord H559 H8800 tot mij, zeggende:
  18 H1121 H120 Mensenkind H1004 , die van het huis H3478 Israels H5509 zijn Mij tot schuim H5178 geworden; zij zijn allen koper H913 , of tin H1270 , of ijzer H5777 , of lood H8432 , in het midden H3564 des ovens H5509 H3701 ; zilverschuim zijn zij geworden.
  19 H559 H8804 Daarom, alzo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H5509 : Omdat gijlieden allen tot schuim H8432 geworden zijt, daarom ziet, Ik zal u in het midden H3389 van Jeruzalem H6908 H8802 vergaderen.
  20 H3701 [Gelijk] zilver H5178 , of koper H1270 , of ijzer H5777 , of lood H913 , of tin H8432 in het midden H3564 eens ovens H6910 vergaderd wordt H784 , om het vuur H5301 H8800 daarover op te blazen H5413 H8687 , opdat men het smelte H6908 H8799 ; alzo zal Ik ulieden vergaderen H639 in Mijn toorn H2534 , en in Mijn grimmigheid H3240 H8689 daar laten H5413 H8689 , en smelten.
  21 H3664 H8765 Ja, Ik zal u bijeenbrengen H5301 H8804 , en zal op u blazen H784 in het vuur H5678 Mijner verbolgenheid H8432 , dat gij in het midden H5413 H8738 van haar zult gesmolten worden.
  22 H3701 Gelijk het zilver H8432 in het midden H3564 des ovens H2046 gesmolten wordt H8432 , alzo zult gijlieden in het midden H5413 H8714 van haar gesmolten worden H3045 H8804 ; en gij zult weten H3068 , dat Ik, de HEERE H2534 , Mijn grimmigheid H8210 H8804 over u uitgegoten heb.
  23 H3068 Voorts geschiedde des HEEREN H1697 woord H559 H8800 tot mij, zeggende:

Hosea 11:12

  12 H669 [012:1] Die van Efraim H5437 hebben Mij omsingeld H3585 met leugen H1004 , en het huis H3478 Israels H4820 met bedrog H3063 ; maar Juda H7300 heerste H410 nog met God H6918 , en was met de heiligen H539 getrouw.

Micah 3:2-3

  2 H8130 H8802 Zij haten H2896 het goede H157 H0 , en hebben H7451 het kwade H157 H8802 lief H1497 H8802 ; zij roven H5785 hun huid H4480 H5921 van H7607 hen af, en hun vlees H4480 H5921 van H6106 hun beenderen.
  3 H834 Ja, zij zijn het, die H7607 het vlees H5971 mijns volks H398 H8804 eten H4480 H5921 , en H5785 hun huid H6584 H8689 afstropen H6106 , en hun beenderen H6476 H8765 verbreken H6566 H8804 ; en vaneen leggen H834 , gelijk als H5518 in een pot H1320 , en als vlees H8432 in het midden H7037 eens ketels.

Zephaniah 3:1-3

  1 H1945 Wee H4754 H8802 der ijselijke H1351 H8737 , en der bevlekte H3238 H8802 , der verdrukkende H5892 stad!
  2 H8085 H8804 Zij hoort H6963 naar de stem H3808 niet H3947 H0 ; zij neemt H4148 de tucht H3947 H8804 niet aan H982 H8804 ; zij vertrouwt H3808 niet H3068 op den HEERE H413 ; tot H430 haar God H7126 H8804 nadert zij H3808 niet.
  3 H8269 Haar vorsten H7580 H8802 zijn brullende H738 leeuwen H7130 in het midden H8199 H8802 van haar; haar rechters H6153 H2061 zijn avondwolven H3808 , die de beenderen niet H1633 H8804 breken H1242 tot aan den morgen.

Zechariah 8:3

  3 H3541 Alzo H559 H8804 zegt H3068 de HEERE H7725 H8804 : Ik ben wedergekeerd H413 tot H6726 Sion H8432 , en Ik zal in het midden H3389 van Jeruzalem H7931 H8804 wonen H3389 ; en Jeruzalem H7121 H8738 zal geheten worden H5892 een stad H571 der waarheid H2022 , en de berg H3068 des HEEREN H6635 der heirscharen H2022 , een berg H6944 der heiligheid.

Luke 13:34

  34 G2419 Jeruzalem G2419 , Jeruzalem G3588 ! gij, die G4396 de profeten G615 G5723 doodt G2532 , en G3036 G5723 stenigt G4314 , die tot G846 u G649 G5772 gezonden zijn G4212 , hoe menigmaal G4675 heb Ik uw G5043 kinderen G2309 G5656 willen G1996 G5658 bijeenvergaderen G5158 , gelijkerwijs G3733 een hen G1438 haar G3555 kiekens G5259 onder G4420 de vleugelen G2532 [vergadert]; en G3756 gijlieden hebt niet G2309 G5656 gewild?

Acts 7:52

  52 G5101 Wien G4396 van de profeten G5216 hebben uw G3962 vaders G3756 niet G1377 G5656 vervolgd G2532 ? En G615 G5656 zij hebben gedood G3588 degenen, die G4293 G5660 te voren verkondigd hebben G4012 de G1660 komst G1342 des Rechtvaardigen G3739 , van Welken G5210 gijlieden G3568 nu G4273 verraders G2532 en G5406 moordenaars G1096 G5769 geworden zijt.

Hebrews 12:22

  22 G235 Maar G4334 G5754 gij zijt gekomen G3735 tot den berg G4622 Sion G2532 , en G4172 de stad G2198 G5723 des levenden G2316 Gods G2032 , tot het hemelse G2419 Jeruzalem G2532 , en G3461 de vele duizenden G32 der engelen;

Revelation 11:2

  2 G2532 En G1544 G5628 laat G833 het voorhof G1854 uit G3588 , dat G1855 G2081 van buiten G3485 den tempel G2532 is, en G3354 G5661 meet G846 dat G3361 niet G3754 , want G1484 het is den heidenen G1325 G5681 gegeven G2532 ; en G40 zij zullen de heilige G4172 stad G3961 G5692 vertreden G1417 twee G5062 en veertig G3376 maanden.

Revelation 11:8

  8 G2532 En G846 hun G4430 dode lichamen G1909 [zullen] [liggen] op G4113 de straat G3173 der grote G4172 stad G3748 , die G4153 geestelijk G2564 G5743 genoemd wordt G4670 Sodoma G2532 en G125 Egypte G3699 , alwaar G2532 ook G2257 onze G2962 Heere G4717 G5681 gekruist is.

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.