Jeremiah 3:1 Cross References - DSV_Strongs

  1 H559 H8800 Men zegt H376 : Zo een man H802 zijn huisvrouw H7971 H8762 verlaat H1980 H8804 , en zij gaat H312 van hem, en wordt eens anderen H376 mans H7725 H8799 , zal hij ook tot haar nog wederkeren H776 ? Zou datzelve land H2610 H8800 niet grotelijks H2610 H8799 ontheiligd worden H7227 ? Gij nu hebt [met] veel H7453 boeleerders H2181 H8804 gehoereerd H7725 H8800 , keer nochtans weder H5002 H8803 tot Mij, spreekt H3068 de HEERE.

Leviticus 18:24-28

  24 H2930 H8691 Verontreinigt u H428 niet met enige van deze H1471 ; want de heidenen H6440 , die Ik van uw aangezicht H7971 H8764 uitwerpe H2930 H8738 , zijn met alle deze verontreinigd;
  25 H776 Zodat het land H2930 H8799 onrein is H5771 , en Ik over hetzelve zijn ongerechtigheid H6485 H8799 bezoeke H776 , en het land H3427 H8802 zijn inwoners H6958 H8686 uitspuwt.
  26 H2708 Maar gij zult Mijn inzettingen H4941 en Mijn rechten H8104 H8804 onderhouden H8441 , en van al die gruwelen H6213 H8799 niets doen H249 , inboorling H1616 noch vreemdeling H8432 , die in het midden H1481 H8802 van u als vreemdeling verkeert.
  27 H582 Want de lieden H776 dezes lands H6440 , die voor H411 u geweest zijn, hebben al deze H8441 gruwelen H6213 H8804 gedaan H776 ; en het land H2930 H8799 is onrein geworden.
  28 H776 Dat u dat land H6958 H8686 niet uitspuwe H2930 H8763 , als gij hetzelve zult verontreinigd hebben H1471 ; gelijk als het het volk H6440 , dat voor H6958 H8804 u was, uitgespuwd heeft.

Deuteronomy 4:29-31

  29 H3068 Dan zult gij van daar den HEERE H430 , uw God H1245 H8765 , zoeken H4672 H8804 , en vinden H1875 H8799 ; als gij Hem zoeken zult H3824 met uw ganse hart H5315 en met uw ganse ziel.
  30 H6862 Wanneer gij in angst H1697 zult zijn, en u al deze dingen H4672 H8804 zullen treffen H319 ; in het laatste H3117 der dagen H7725 H8804 , dan zult gij wederkeren H3068 tot den HEERE H430 , uw God H6963 , en Zijn stem H8085 H8804 gehoorzaam zijn.
  31 H3068 Want de HEERE H430 , uw God H7349 , is een barmhartig H410 God H7503 H8686 ; Hij zal u niet verlaten H7843 H8686 , noch u verderven H1285 ; en Hij zal het verbond H1 uwer vaderen H7650 H8738 , dat Hij hun gezworen heeft H7911 H8799 , niet vergeten.

Deuteronomy 22:21

  21 H5291 Zo zullen zij deze jonge dochter H3318 H8689 uitbrengen H6607 tot de deur H1 van haars vaders H1004 huis H582 , en de lieden H5892 harer stad H68 zullen haar met stenen H5619 H8804 stenigen H4191 H8804 , dat zij sterve H5039 , omdat zij een dwaasheid H3478 in Israel H6213 H8804 gedaan heeft H2181 H8800 , hoererende H1 in haars vaders H1004 huis H7451 ; zo zult gij het boze H7130 uit het midden H1197 H8765 van u wegdoen.

Deuteronomy 24:1-4

  1 H376 Wanneer een man H802 een vrouw H3947 H8799 zal genomen H1166 H8804 en die getrouwd hebben H2580 , zo zal het geschieden, indien zij geen genade H4672 H8799 zal vinden H5869 in zijn ogen H1697 , omdat hij iets H6172 schandelijks H4672 H8804 aan haar gevonden heeft H5612 H3748 , dat hij haar een scheidbrief H3789 H8804 zal schrijven H3027 , en in haar hand H5414 H8804 geven H7971 H8765 , en ze laten gaan H1004 uit zijn huis.
  2 H1004 Zo zij dan, uit zijn huis H3318 H8804 uitgegaan zijnde H1980 H8804 , zal henengaan H312 en een anderen H376 man [ter] [vrouwe] worden,
  3 H314 En deze laatste H376 man H8130 H8804 haar gehaat H5612 H3748 , en haar een scheidbrief H3789 H8804 geschreven H3027 , en in haar hand H5414 H8804 gegeven H1004 , en haar uit zijn huis H7971 H8765 zal hebben laten gaan H314 ; of als deze laatste H376 man H802 , die ze voor zich tot een vrouw H3947 H8804 genomen heeft H4191 H8799 , zal gestorven zijn;
  4 H7223 Zo zal haar eerste H1167 man H7971 H8765 , die haar heeft laten gaan H3201 H8799 , haar niet mogen H3947 H8800 H7725 H8800 wedernemen H802 , dat zij hem ter vrouwe H310 zij, nadat H2930 H8719 zij is verontreinigd geworden H8441 ; want dat is een gruwel H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN H776 ; alzo zult gij het land H2398 H8686 niet doen zondigen H3068 , dat u de HEERE H430 , uw God H5159 , ten erve H5414 H8802 geeft.

Judges 19:2

  2 H6370 Maar zijn bijwijf H2181 H8799 hoereerde H5921 , bij H4480 H854 hem zijnde, en toog van H3212 H8799 hem weg H413 naar H1 haars vaders H1004 huis H413 , tot H1035 H3063 Bethlehem-juda H1961 H8799 ; en zij was H8033 aldaar H3117 enige dagen H702 , [te] [weten] vier H2320 maanden.

Isaiah 24:5

  5 H776 Want het land H2610 H8804 is bevlekt H3427 H8802 vanwege zijn inwoners H5674 H8804 ; want zij overtreden H8451 de wetten H2498 H8804 , zij veranderen H2706 de inzettingen H6565 H8689 , zij vernietigen H5769 het eeuwig H1285 verbond.

Isaiah 55:6-9

  6 H1875 H8798 Zoekt H3068 den HEERE H4672 H8736 , terwijl Hij te vinden H7121 H8798 is; roept Hem aan H7138 , terwijl Hij nabij is.
  7 H7563 De goddeloze H5800 H8799 verlate H1870 zijn weg H205 , en de ongerechtige H376 man H4284 zijn gedachten H7725 H8799 ; en hij bekere zich H3068 tot den HEERE H7355 H8762 , zo zal Hij Zich Zijner ontfermen H430 , en tot onzen God H5545 H8800 , want Hij vergeeft H7235 H8686 menigvuldiglijk.
  8 H4284 Want Mijn gedachten H4284 zijn niet ulieder gedachten H1870 , en uw wegen H1870 zijn niet Mijn wegen H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE.
  9 H8064 Want [gelijk] de hemelen H1361 H8804 hoger zijn H776 dan de aarde H1870 , alzo zijn Mijn wegen H1361 H8804 hoger H1870 dan uw wegen H4284 , en Mijn gedachten H4284 dan ulieder gedachten.

Jeremiah 2:7

  7 H935 H8686 En Ik bracht H3759 u in een vruchtbaar H776 land H6529 , om de vrucht H2898 van hetzelve en het goede H398 H8800 er van te eten H935 H8799 ; maar toen gij daarin kwaamt H2930 H8762 , verontreinigdet gij H776 Mijn land H7760 H8804 , en steldet H5159 Mijn erfenis H8441 tot een gruwel.

Jeremiah 2:20

  20 H5769 Als Ik van ouds H5923 uw juk H7665 H8804 verbroken H4147 , [en] uw banden H5423 H8765 verscheurd had H559 H8799 , zo zeidet gij H5674 H8799 H8675 H5647 H8799 : Ik zal niet dienen H1364 ; maar op allen hogen H1389 heuvel H7488 en onder allen groenen H6086 boom H6808 H8802 loopt gij om H2181 H8802 , hoererende.

Jeremiah 2:23

  23 H559 H8799 Hoe zegt gij H2930 H8738 : Ik ben niet verontreinigd H1168 , ik heb de Baals H1980 H8804 H310 niet nagewandeld H7200 H8798 ? Zie H1870 uw weg H1516 in het dal H3045 H8798 , ken H6213 H8804 , wat gij gedaan hebt H7031 , gij lichte, snelle H1072 kemelin H1870 , die haar wegen H8308 H8764 verdraait!

Jeremiah 3:9

  9 H6963 Ja, het geschiedde, vanwege het gerucht H2184 harer hoererij H776 , dat zij het land H2610 H8799 ontheiligde H5003 H8799 ; want zij bedreef overspel H68 met steen H6086 en met hout.

Jeremiah 3:12-14

  12 H1980 H8800 Ga henen H7121 H8804 , en roep H1697 deze woorden H6828 uit tegen het noorden H559 H8804 , en zeg H7725 H8798 : Bekeer u H4878 , gij afgekeerde H3478 Israel H5002 H8803 ! spreekt H3068 de HEERE H6440 , zo zal Ik Mijn toorn H5307 H8686 op ulieden niet doen vallen H2623 ; want Ik ben goedertieren H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H5769 . Ik zal [den] [toorn] niet in eeuwigheid H5201 H8799 behouden.
  13 H3045 H8798 Alleen ken H5771 uw ongerechtigheid H3068 , dat gij tegen den HEERE H430 , uw God H6586 H8804 , hebt overtreden H1870 , en uw wegen H6340 H8762 verstrooid hebt H2114 H8801 tot de vreemden H7488 , onder allen groenen H6086 boom H6963 , maar gij zijt Mijner stem H8085 H8804 niet gehoorzaam geweest H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE.
  14 H7725 H8798 Bekeert u H7726 , gij afkerige H1121 kinderen H5002 H8803 ! spreekt H3068 de HEERE H1166 H8804 , want Ik heb u getrouwd H3947 H8804 , en Ik zal u aannemen H259 , een H5892 uit een stad H8147 , en twee H4940 uit een geslacht H935 H8689 , en zal u brengen H6726 te Sion.

Jeremiah 3:22

  22 H7725 H8798 Keert weder H7726 , gij afkerige H1121 kinderen H4878 ! Ik zal uw afkeringen H7495 H8799 genezen H857 H8804 . Zie, [hier] zijn wij, wij komen H3068 tot U, want Gij zijt de HEERE H430 , onze God!

Jeremiah 4:1

  1 H7725 H8799 Zo gij u bekeren zult H3478 , Israel H5002 H8803 ! spreekt H3068 de HEERE H7725 H8799 , bekeer u H8251 tot Mij; en zo gij uw verfoeiselen H6440 van Mijn aangezicht H5493 H8686 zult wegdoen H5110 H8799 , zo zwerft niet om.

Jeremiah 4:14

  14 H3526 H8761 Was H3820 uw hart H7451 van boosheid H3389 , o Jeruzalem H3467 H8735 ! opdat gij behouden wordt H4284 ; hoe lang zult gij de gedachten H205 uwer ijdelheid H7130 in het binnenste H3885 H8686 van u laten vernachten?

Jeremiah 8:4-6

  4 H559 H8804 Zeg H559 H8804 wijders tot hen: Zo zegt H3068 de HEERE H5307 H8799 : Zal men vallen H6965 H8799 , en niet weder opstaan H7725 H8799 ? Zal men afkeren H7725 H8799 , en niet wederkeren?
  5 H7725 H0 Waarom keert H5971 [dan] dit volk H3389 te Jeruzalem H7725 H8790 af H5329 H8737 [met] een altoosdurende H4878 afkering H2388 H8689 ? Zij houden vast H8649 aan bedrog H3985 H8765 , zij weigeren H7725 H8800 weder te keren.
  6 H7181 H8689 Ik heb geluisterd H8085 H8799 en toegehoord H1696 H8762 , zij spreken dat niet recht is H376 , er is niemand H5162 H8737 , die berouw heeft H5921 over H7451 zijn boosheid H559 H8800 , zeggende H6213 H8804 : Wat heb ik gedaan H7725 H8804 ? Een ieder keert zich om H4794 in zijn loop H7857 H8802 , gelijk een onbesuisd H5483 paard H4421 in den strijd.

Ezekiel 16:26

  26 H2181 H8799 Gij hebt ook gehoereerd H1121 met de kinderen H4714 van Egypte H7934 , uw naburen H1432 , die groot H1320 van vlees H8457 zijn; en gij hebt uw hoererij H7235 H8686 vermenigvuldigd H3707 H8687 , om Mij tot toorn te verwekken.

Ezekiel 16:28-29

  28 H2181 H8799 Verder hebt gij gehoereerd H1121 met de kinderen H804 van Assur H1115 , omdat H7646 H8804 gij onverzadelijk waart H2181 H8799 ; ja, als gij met hen gehoereerd hebt H7654 , zijt gij ook niet verzadigd geworden.
  29 H8457 Maar gij hebt uw hoererij H7235 H8686 vermenigvuldigd H776 in het land H3667 van Kanaan H3778 tot in Chaldea H2063 ; en daarmede H7646 H8804 ook zijt gij niet verzadigd geworden.

Ezekiel 23:4-49

  4 H8034 Haar namen H170 nu waren: Ohola H1419 , de grootste H172 , en Oholiba H269 , haar zuster H3205 H8799 ; en zij werden de Mijne, en baarden H1121 zonen H1323 en dochteren H8034 ; dit waren haar namen H8111 : Samaria H170 is Ohola H3389 , en Jeruzalem H172 Oholiba.
  5 H170 Ohola H2181 H8799 nu hoereerde H8478 , zijnde onder H5689 H8799 Mij; en zij werd verliefd H157 H8764 op haar boelen H804 , op de Assyriers H7138 , die nabij waren;
  6 H3847 H8803 Bekleed H8504 met hemelsblauw H6346 , vorsten H5461 en overheden H2531 , altemaal gewenste H970 jongelingen H6571 , ruiteren H7392 H8802 , rijdende H5483 op paarden.
  7 H5414 H8799 Alzo dreef zij H8457 haar hoererijen H4005 met dezelve, die allen de keure H1121 der kinderen H804 van Assur H5689 H8804 waren; en met allen, op dewelke zij verliefd was H1544 , met al derzelver drekgoden H2930 H8738 , verontreinigde zij zich.
  8 H5800 H8804 Zij verliet H8457 ook haar hoererijen H4714 niet, [gebracht] uit Egypte H5271 ; want zij hadden bij haar in haar jeugd H7901 H8804 gelegen H1717 , en zij hadden de tepelen H1331 haars maagdoms H6213 H8765 betast H8457 , en zij hadden hun hoererij H8210 H8799 over haar uitgestort.
  9 H5414 H8804 Daarom gaf Ik H3027 haar in de hand H157 H8764 van haar boelen H3027 over, in de hand H1121 der kinderen H804 van Assur H5689 H8804 , op dewelke zij verliefd was.
  10 H1540 H8765 Dezen ontdekten H6172 haar schaamte H1121 , haar zonen H1323 en haar dochteren H3947 H8804 namen zij weg H2026 H8804 , maar haar doodden zij H2719 met het zwaard H8034 ; en zij kreeg een naam H802 onder de vrouwen H8196 , nadat men gerichten H6213 H8804 over haar geoefend had.
  11 H269 Als haar zuster H172 , Oholiba H7200 H8799 , [dit] zag H7843 H8686 , zo verdierf zij H5691 haar minne H8457 nog meer dan zij, en haar hoererijen H2183 meer dan de hoererijen H269 van haar zuster.
  12 H5689 H8804 Zij werd verliefd H1121 op de kinderen H804 van Assur H6346 , de vorsten H5461 en overheden H7138 , die nabij H3847 H8803 waren, bekleed H4358 met volkomen sieraad H6571 , ruiteren H7392 H8802 , rijdende H5483 op paarden H2531 , altemaal gewenste H970 jongelingen.
  13 H7200 H8799 Toen zag Ik H2930 H8738 , dat zij verontreinigd was H8147 ; zij hadden beiden H259 enerlei H1870 weg.
  14 H3254 H0 Ja, zij deed H8457 tot haar hoererijen H3254 H8686 nog meer toe H2707 H8794 ; want toen zij geschilderde H582 mannen H7023 aan den wand H7200 H8799 zag H6754 , de beelden H3778 der Chaldeen H2710 H8803 , geschilderd H8350 met menie,
  15 H2289 Gegord H232 met een gordel H4975 aan hun lenden H5628 H8803 , hebbende overvloedig H2871 geverfde H7218 [hoeden] op hun hoofden H4758 , die allen in het aanzien H7991 hoofdmannen H1823 waren, [naar] de gelijkenis H1121 der kinderen H894 van Babel H3778 , van Chaldea H776 , het land H4138 hunner geboorte;
  16 H5689 H8799 Zo werd zij op dezelve verliefd H4758 met het opzien H5869 van haar ogen H7971 H8799 , en zij zond H4397 boden H3778 tot hen, naar Chaldea.
  17 H1121 De kinderen H894 van Babel H935 H8799 nu kwamen H4904 tot haar in tot het leger H1730 der minne H2930 H8762 , en verontreinigden H8457 haar met hun hoererij H2930 H8799 ; ook verontreinigde zij zich H5315 met hen; daarna werd haar ziel H3363 H8799 van hen afgetrokken.
  18 H1540 H8762 Alzo ontdekte zij H8457 haar hoererijen H1540 H8762 , en ontdekte H6172 haar schaamte H5315 ; toen werd Mijn ziel H3363 H8799 van haar afgetrokken H5315 , gelijk als Mijn ziel H5361 H8804 was afgetrokken H269 van haar zuster.
  19 H7235 H8686 Doch zij vermenigvuldigde H8457 haar hoererijen H2142 H8800 , gedenkende H3117 aan de dagen H5271 van haar jeugd H2181 H8804 , als zij gehoereerd had H776 in het land H4714 van Egypte.
  20 H5689 H8799 En zij werd verliefd H6370 meer dan derzelver bijwijven H1320 , welker vlees H1320 is [als] het vlees H2543 der ezelen H2231 , en welker vloed H2231 is [als] de vloed H5483 der paarden.
  21 H6485 H8799 Alzo hebt gij weder opgehaald H2154 de schandelijke daad H5271 uwer jeugd H4714 , als die van Egypte H1717 uw tepelen H6213 H8800 betastten H7699 , vanwege de borsten H5271 uwer jeugd.
  22 H172 Daarom, o Oholiba H559 H8804 ! alzo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H157 H8764 : Zie, Ik zal uw boelen H5315 , van welke uw ziel H5361 H8804 is afgetrokken H5782 H8688 , tegen u verwekken H5439 , en Ik zal hen van rondom H935 H8689 tegen u aanbrengen.
  23 H1121 De kinderen H894 van Babel H3778 en alle Chaldeen H6489 , Pekod H7772 , en Soa H6970 , en Koa H1121 , [en] alle kinderen H804 van Assur H2531 met hen; gewenste H970 jongelingen H6346 , die allen vorsten H5461 en overheden H7991 zijn, hoofdmannen H7121 H8803 en vermaarde H5483 [lieden], die allen te paard H7392 H8802 rijden.
  24 H935 H8804 Die zullen tegen u komen H2021 [met] karren H7393 , wagenen H1534 en wielen H6951 , en met een vergadering H5971 van volken H6793 , rondassen H4043 , en schilden H6959 , en helmen H5439 ; zij zullen zich rondom H7760 H8799 tegen u zetten H6440 ; en Ik zal voor hun aangezicht H4941 het gericht H5414 H8804 stellen H8199 H8804 , en zij zullen u richten H4941 naar hun rechten.
  25 H7068 En Ik zal Mijn ijver H5414 H8804 tegen u zetten H2534 , dat zij in grimmigheid H6213 H8804 met u zullen handelen H639 ; zij zullen uw neus H241 en uw oren H5493 H8686 afnemen H319 , en het laatste H2719 van u zal door het zwaard H5307 H8799 vallen H1121 ; zij zullen uw zonen H1323 en uw dochteren H3947 H8799 wegnemen H319 , en het laatste H784 van u zal door het vuur H398 H8735 verteerd worden.
  26 H899 Zij zullen u ook uw klederen H6584 H8689 uittrekken H8597 H3627 , en uw sieraadtuig H3947 H8804 wegnemen.
  27 H2154 Zo zal Ik uw schandelijkheid H7673 H8689 van u doen ophouden H2184 , mitsgaders uw hoererij H776 H4714 , [gebracht] uit Egypteland H5869 ; en gij zult uw ogen H5375 H8799 naar hen niet opheffen H4714 , en aan Egypte H2142 H8799 niet meer gedenken.
  28 H559 H8804 Want alzo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H5414 H8802 : Zie, Ik zal u overgeven H3027 in de hand H8130 H8804 dergenen, die gij haat H3027 , in de hand H5315 dergenen, van dewelken uw ziel H5361 H8804 is afgetrokken.
  29 H6213 H8804 Die zullen met u handelen H8135 uit haat H3018 , en al uw arbeid H3947 H8804 wegnemen H5903 , en u naakt H6181 en bloot H5800 H8804 laten H6172 H2183 , dat uw hoerenschaamte H1540 H8738 ontdekt worde H2154 , mitsgaders uw schandelijkheid H8457 en uw hoererijen.
  30 H6213 H8800 Deze dingen zal men u doen H1471 , dewijl gij de heidenen H2181 H8800 H310 nagehoereerd hebt H1544 , [en] omdat gij u met hun drekgoden H2930 H8738 verontreinigd hebt.
  31 H1870 In den weg H269 uwer zuster H1980 H8804 hebt gij gewandeld H3563 , daarom zal Ik haar beker H3027 in uw hand H5414 H8804 geven.
  32 H559 H8804 Alzo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H3563 : Gij zult den beker H269 uwer zuster H8354 H8799 drinken H6013 , die diep H7342 en wijd H6712 is; gij zult tot belaching H3933 en spot H3557 H0 worden; [de] [beker] houdt H4767 veel H3557 H8687 in.
  33 H7943 Van dronkenschap H3015 en jammer H4390 H8735 zult gij vol worden H3563 ; de beker H269 van uw zuster H8111 Samaria H3563 is een beker H8047 der verwoesting H8077 en der eenzaamheid.
  34 H8354 H8804 Gij zult hem drinken H4680 H8804 en uitzuigen H2789 , en zijn scherven H1633 H8762 zult gij brijzelen H7699 , en uw borsten H5423 H8762 zult gij afrukken H1696 H8765 ; want Ik heb het gesproken H5002 H8803 , spreekt H136 de Heere H3069 HEERE.
  35 H559 H8804 Daarom, alzo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H7911 H8804 : Omdat gij Mijner vergeten H310 , en Mij achter H1458 uw rug H7993 H8686 geworpen hebt H5375 H8798 , zo draagt gij H2154 ook uw schandelijkheid H8457 en uw hoererijen.
  36 H3068 En de HEERE H559 H8799 zeide H1121 H120 tot mij: Mensenkind H170 ! zoudt gij Ohola H172 en Oholiba H8199 H8799 recht geven H5046 H8685 ? Ja, vertoon H8441 haar haar gruwelen.
  37 H5003 H8765 Want zij hebben overspel gedaan H1818 , en er is bloed H3027 in haar handen H1544 ; en zij hebben met haar drekgoden H5003 H8765 overspel gedaan H1121 ; daartoe hebben zij ook haar kinderen H3205 H8804 , die zij Mij gebaard hadden H5674 H8689 , voor hen [door] [het] [vuur] laten doorgaan H402 , tot spijze.
  38 H6213 H8804 Nog hebben zij Mij dit gedaan H4720 ; zij hebben Mijn heiligdom H3117 ten zelven dage H2930 H8765 verontreinigd H7676 , en Mijn sabbatten H2490 H8765 ontheiligd.
  39 H1121 Want als zij hun kinderen H1544 hun drekgoden H7819 H8800 geslacht hadden H935 H8799 , zo kwamen zij H3117 op dienzelven dag H4720 in Mijn heiligdom H2490 H8763 , om dat te ontheiligen H6213 H8804 ; en ziet, alzo hebben zij gedaan H8432 in het midden H1004 van Mijn huis.
  40 H637 Dit is er ook H7971 H8799 , dat zij gezonden hebben H582 tot mannen H4801 , die van verre H935 H8802 zouden komen H4397 ; tot dewelken als een bode H7971 H8803 gezonden was H935 H8804 , ziet, zo kwamen zij H7364 H8804 , voor dewelken gij u wiest H5869 , uw ogen H3583 H8804 blankettet H5716 en u met sieraad H5710 H8804 versierdet;
  41 H3427 H8804 En gij zat H3520 op een heerlijk H4296 bed H6440 , voor H7979 hetwelk een tafel H6186 H8803 toegericht was H7004 , en op hetwelk gij Mijn reukwerk H8081 en Mijn olie H7760 H8804 gezet hadt.
  42 H6963 Als nu het geruis H1995 der menigte H7961 daarop stil H582 was, zo [zonden] [zij] tot mannen H7230 uit de menigte H120 der mensen H5436 H8675 H5433 H8802 , [en] daar werden wijnzuipers H935 H8716 aangebracht H4057 uit de woestijn H5414 H8799 ; die deden H6781 armringen H3027 aan haar handen H8597 , en een sierlijke H5850 kroon H7218 op haar hoofden.
  43 H559 H8799 Toen zeide Ik H5004 van deze, die [van] overspelerijen H1087 verouderd was H2181 H8799 : Nu zullen zij hoereren H8457 de hoererijen dezer [hoer], en die [ook].
  44 H935 H8799 En men ging H935 H8800 tot haar in, gelijk men ingaat H802 tot een vrouw H2181 H8802 , die een hoer is H935 H8804 ; alzo gingen zij H170 in tot Ohola H172 en tot Oholiba H2154 , die schandelijke H802 vrouwen.
  45 H6662 Rechtvaardige H582 mannen H8199 H8799 dan, die zullen haar richten H4941 [naar] het recht H5003 H8802 der overspeelsters H4941 , en [naar] het recht H8210 H8802 H1818 der bloedvergietsters H5003 H8802 ; want zij zijn overspeelsters H1818 , en bloed H3027 is in haar handen.
  46 H559 H8804 Want alzo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H6951 : Ik zal een vergadering H5927 H8687 tegen haar doen opkomen H2189 , en zal ze ter beroering H957 en ten roof H5414 H8800 overgeven.
  47 H6951 En de vergadering H68 zal ze met stenen H7275 H8804 stenigen H2719 , en dezelve met hun zwaarden H1254 H8763 nederhouwen H1121 ; haar zonen H1323 en haar dochteren H2026 H8799 zullen zij doden H1004 , en haar huizen H784 met vuur H8313 H8799 verbranden.
  48 H2154 Alzo zal Ik de schandelijkheid H776 uit het land H7673 H8689 doen ophouden H802 ; opdat alle vrouwen H3256 H8739 onderwezen worden H2154 , dat zij naar uw schandelijkheid H6213 H8799 niet doen.
  49 H2154 Alzo zullen zij uw schandelijkheid H5414 H8804 op u leggen H2399 , en gij zult de zonden H1544 uwer drekgoden H5375 H8799 dragen H3045 H8804 ; en gijlieden zult weten H136 , dat Ik de Heere H3069 HEERE ben.

Ezekiel 33:11

  11 H559 H8798 Zeg H2416 tot hen: [Zo] [waarachtig] [als] Ik leef H5002 H8803 , spreekt H136 de Heere H3069 HEERE H2654 H8799 , zo Ik lust heb H4194 in den dood H7563 des goddelozen H7563 ! maar daarin [heb] [Ik] [lust], dat de goddeloze H7725 H8800 zich bekere H1870 van zijn weg H2421 H8804 en leve H7725 H8798 . Bekeert u H7725 H8798 , bekeert u H7451 van uw boze H1870 wegen H4191 H8799 , want waarom zoudt gij sterven H1004 , o huis H3478 Israels?

Hosea 1:2

  2 H8462 Het begin H1696 van het woord H3068 des HEEREN H1954 door Hosea H3068 . De HEERE H559 dan zeide H1954 tot Hosea H3212 : Ga henen H3947 , neem H802 u een vrouw H2183 der hoererijen H3206 , en kinderen H2183 der hoererijen H776 ; want het land H2181 hoereert H2181 ganselijk H310 van achter H3068 den HEERE.

Hosea 2:5-7

  5 H517 [02:4] Want hunlieder moeder H2181 hoereert H2029 , die henlieden ontvangen heeft H3001 , handelt schandelijk H559 ; want zij zegt H3212 : Ik zal H157 mijn boelen H310 nagaan H3899 , die [mij] mijn brood H4325 en mijn water H6785 , mijn wol H6593 en mijn vlas H8081 , mijn olie H8250 en mijn drank H5414 geven.
  6 H1870 [02:5] Daarom, ziet, Ik zal uw weg H5518 met doornen H7753 betuinen H1447 , en Ik zal een heiningmuur H1443 maken H5410 , dat zij haar paden H4672 niet zal vinden.
  7 H157 [02:6] En zij zal haar boelen H7291 nalopen H5381 , maar dezelve niet aantreffen H1245 ; en zij zal hen zoeken H4672 , maar niet vinden H559 ; dan zal zij zeggen H3212 : Ik zal henengaan H7725 , en keren weder H7223 tot mijn vorigen H376 Man H2896 , want toen was mij beter H6258 dan nu.

Hosea 14:1-4

  1 H7725 [014:2] Bekeer H3478 u, o Israel H3068 ! tot den HEERE H430 , uw God H3782 , toe; want gij zijt gevallen H5771 om uw ongerechtigheid.
  2 H3947 [014:3] Neem H1697 [deze] woorden H7725 met u, en bekeer H3068 u tot den HEERE H559 ; zeg H5375 tot Hem: Neem weg H5771 alle ongerechtigheid H3947 , en geef H2896 het goede H7999 , zo zullen wij betalen H6499 de varren H8193 onzer lippen.
  3 H804 [014:4] Assur H3467 zal ons niet behouden H7392 , wij zullen niet rijden H5483 op paarden H4639 , en tot het werk H3027 onzer handen H559 niet meer zeggen H430 : Gij zijt onze God H3490 . Immers zal een wees H7355 bij U ontfermd worden.
  4 H4878 [014:5] Ik zal hunlieder afkering H7495 genezen H5071 , Ik zal hen vrijwilliglijk H157 liefhebben H639 ; want Mijn toorn H7725 is van hem gekeerd.

Micah 2:10

  10 H6965 H8798 Maakt u [dan] op H3212 H8798 , en gaat henen H3588 ; want H4496 dit [land] zal de rust H3808 niet H5668 zijn; omdat H2930 H8800 het verontreinigd is H2254 H8762 , zal het [u] verderven H4834 H8737 , en dat [met] een geweldige H2256 verderving.

Zechariah 1:3

  3 H559 H8804 Daarom zeg H413 tot H3541 hen: Alzo H559 H8804 zegt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H7725 H8798 : Keert weder H413 tot H5002 H8803 Mij, spreekt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H413 , zo zal Ik weder tot H7725 H8799 ulieden keren H559 H8804 , zegt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen.

Luke 15:16-24

  16 G2532 En G1937 G5707 hij begeerde G846 zijn G2836 buik G1072 G5658 te vullen G575 met G2769 den draf G3739 , dien G5519 de zwijnen G2068 G5707 aten G2532 ; en G3762 niemand G1325 G5707 gaf G846 hem dien.
  17 G1161 En G1519 tot G1438 zichzelven G2064 G5631 gekomen zijnde G2036 G5627 , zeide hij G4214 : Hoe vele G3407 huurlingen G3450 mijns G3962 vaders G4052 G5719 hebben overvloed G740 van brood G1161 , en G1473 ik G622 G5731 verga G3042 van honger!
  18 G450 G5631 Ik zal opstaan G4314 en tot G3450 mijn G3962 vader G4198 G5695 gaan G2532 , en G846 ik zal tot hem G2046 G5692 zeggen G3962 : Vader G264 G5627 , ik heb gezondigd G1519 tegen G3772 den Hemel G2532 , en G1799 voor G4675 u;
  19 G2532 En G1510 G5748 ik ben G3765 niet meer G514 waardig G4675 uw G5207 zoon G2564 G5683 genaamd te worden G4160 G5657 ; maak G3165 mij G5613 als G1520 een G4675 van uw G3407 huurlingen.
  20 G2532 En G450 G5631 opstaande G2064 G5627 ging hij G4314 naar G1438 zijn G3962 vader G1161 . En G846 als hij G2089 nog G3112 ver G568 G5723 [van] [hem] was G1492 G5627 , zag G846 hem G846 zijn G3962 vader G2532 , en G4697 G5675 werd met innerlijke ontferming bewogen G2532 ; en G5143 G5631 [toe] lopende G1968 G5627 , viel G1909 hem om G846 zijn G5137 hals G2532 , en G2705 G5656 kuste G846 hem.
  21 G1161 En G5207 de zoon G2036 G5627 zeide G846 tot hem G3962 : Vader G264 G5627 , ik heb gezondigd G1519 tegen G3772 den Hemel G2532 , en G1799 voor G4675 u G2532 , en G1510 G5748 ben G3765 niet meer G514 waardig G4675 uw G5207 zoon G2564 G5683 genaamd te worden.
  22 G1161 Maar G3962 de vader G2036 G5627 zeide G4314 tot G846 zijn G1401 dienstknechten G1627 G5657 : Brengt [hier] voor G4413 het beste G4749 kleed G2532 , en G1746 G doet G846 het hem G1746 G5657 aan G2532 , en G1325 G5628 geeft G1146 hem een ring G1519 aan G846 zijn G5495 hand G2532 , en G5266 schoenen G1519 aan G4228 de voeten;
  23 G2532 En G5342 G5660 brengt G4618 het gemeste G3448 kalf G2380 G5657 , en slacht G2532 het; en G5315 G5631 laat ons eten G2165 G5686 en vrolijk zijn.
  24 G3754 Want G3778 deze G3450 mijn G5207 zoon G2258 G5713 was G3498 dood G2532 , en G326 G5656 is weder levend geworden G2532 ; en G2258 G5713 hij was G622 G5756 verloren G2532 , en G2147 G5681 is gevonden G2532 ! En G756 G5662 zij begonnen G2165 G5745 vrolijk te zijn.

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.