Psalms 101:3 Cross References - DSV_Strongs

  3 H1100 H1697 Ik zal geen Belialsstuk H5869 voor mijn ogen H7896 H8799 stellen H8130 H8804 ; ik haat H6213 H8800 het doen H7750 der afvalligen H1692 H8799 , het zal mij niet aankleven.

Exodus 20:17

  17 H2530 H8799 Gij zult niet begeren H7453 uws naasten H1004 huis H2530 H8799 ; gij zult niet begeren H7453 uws naasten H802 vrouw H5650 , noch zijn dienstknecht H519 , noch zijn dienstmaagd H7794 , noch zijn os H2543 , noch zijn ezel H7453 , noch iets, dat uws naasten is.

Exodus 32:8

  8 H4118 En zij zijn haast H5493 H8804 afgeweken H1870 van den weg H6680 H8765 , dien Ik hun geboden had H4541 , zij hebben zich een gegoten H5695 kalf H6213 H8804 gemaakt H7812 H8691 ; en zij hebben zich voor hetzelve gebogen H2076 H8799 , en hebben het offerande gedaan H559 H8799 , en gezegd H430 : Dit zijn uw goden H3478 , Israel H776 H4714 , die u uit Egypteland H5927 H8689 opgevoerd hebben.

Deuteronomy 13:17

  17 H3972 Ook zal er niets H2764 van het verbannene H3027 aan uw hand H1692 H8799 kleven H3068 , opdat de HEERE H7725 H8799 Zich wende H2740 van de hitte H639 Zijns toorns H5414 H8804 , en u geve H7356 barmhartigheid H7355 H8765 , en Zich uwer erbarme H7235 H8689 , en u vermenigvuldige H1 , gelijk als Hij uw vaderen H7650 H8738 gezworen heeft;

Deuteronomy 15:9

  9 H8104 H8734 Wacht u H3824 , dat in uw hart H1697 H1100 geen Belialswoord H559 H8800 zij, om te zeggen H7651 : Het zevende H8141 jaar H8141 , het jaar H8059 der vrijlating H7126 H8804 , naakt H5869 ; dat uw oog H7489 H8804 boos zij H251 tegen uw broeder H34 , die arm H5414 H8799 is, en dat gij hem niet gevet H7121 H8804 ; en hij over u roepe H3068 tot den HEERE H2399 , en zonde in u zij.

Joshua 23:6

  6 H2388 H0 Zo weest H3966 zeer H2388 H8804 sterk H8104 H8800 , om te bewaren H6213 H8800 en om te doen H3605 alles H3789 H8803 , wat geschreven is H5612 H8451 in het wetboek H4872 van Mozes H1115 H0 ; opdat H4480 gij daarvan H1115 niet H5493 H8800 afwijkt H3225 ter rechter H8040 [hand] noch ter linkerhand;

1 Samuel 12:20-21

  20 H559 H8799 Toen zeide H8050 Samuel H413 tot H5971 het volk H3372 H8799 : Vreest H408 niet H859 , gij H3605 hebt al H2063 dit H7451 kwaad H6213 H8804 gedaan H389 ; doch H5493 H8799 wijkt H408 niet H4480 van H310 achter H3068 den HEERE H5647 H8804 af, maar dient H3068 den HEERE H3605 met uw ganse H3824 hart.
  21 H5493 H8799 En wijkt H3808 niet H3588 af; want H8414 gij zoudt de ijdelheden H310 na H834 [volgen], die H3808 niet H3276 H8686 bevorderlijk zijn H3808 , noch H5337 H8686 verlossen H3588 , want H1992 zij H8414 zijn ijdelheden.

1 Samuel 15:11

  11 H5162 H8738 Het berouwt Mij H3588 , dat H7586 Ik Saul H4428 tot koning H4427 H8689 gemaakt heb H3588 , dewijl H4480 hij zich van H310 achter H7725 H8804 Mij afgekeerd heeft H1697 , en Mijn woorden H3808 niet H6965 H8689 bevestigd heeft H2734 H8799 . Toen ontstak H8050 Samuel H2199 H8799 , en hij riep H413 tot H3068 den HEERE H3605 den gansen H3915 nacht.

2 Samuel 11:2-3

  2 H1961 H8799 Zo geschiedde H6153 H6256 het tegen den avondtijd H1732 , dat David H4480 H5921 van H4904 zijn leger H6965 H8799 opstond H1980 H8691 , en wandelde H5921 op H1406 het dak H4428 H1004 van het koningshuis H7200 H8799 , en zag H4480 H5921 van H1406 het dak H802 een vrouw H7364 H8801 , zich wassende H802 ; deze vrouw H3966 nu was zeer H2896 schoon H4758 van aanzien.
  3 H1732 En David H7971 H8799 zond henen H1875 H8799 , en ondervraagde H802 naar deze vrouw H559 H8799 ; en men zeide H2063 : Is dat H3808 niet H1339 Bathseba H1323 , de dochter H463 van Eliam H802 , de huisvrouw H223 van Uria H2850 , den Hethiet?

1 Kings 21:2-29

  2 H256 Dat Achab H1696 H8762 sprak H413 tot H5022 Naboth H559 H8800 , zeggende H5414 H8798 : Geef H3754 mij uw wijngaard H1961 H8799 , opdat hij mij zij H1588 H3419 tot een kruidhof H3588 , dewijl H7138 H681 hij nabij H1004 mijn huis H8478 is; en ik zal u daarvoor H5414 H8799 geven H2896 een wijngaard H3754 , die beter H518 is dan die; [of], zo H2896 het goed H5869 in uw ogen H3701 is, zal ik u in geld H2088 deszelfs H4242 waarde H5414 H8799 geven.
  3 H5022 Maar Naboth H559 H8799 zeide H413 tot H256 Achab H2486 H0 : Dat late H4480 de H3068 HEERE H2486 verre van H4480 mij zijn, dat H5159 ik u de erve H1 mijner vaderen H5414 H8800 geven zou!
  4 H935 H8799 Toen kwam H256 Achab H413 in H1004 zijn huis H5620 , gemelijk H2198 en toornig H5921 over H1697 het woord H834 , dat H5022 Naboth H3158 , de Jizreeliet H413 , tot H1696 H8765 hem gesproken had H559 H8799 , en gezegd H5159 : Ik zal de erve H1 mijner vaderen H3808 niet H5414 H8799 geven H7901 H8799 . En hij leide zich neder H5921 op H4296 zijn bed H5437 H8686 , en keerde H6440 zijn aangezicht H398 H8804 om, en at H3808 geen H3899 brood.
  5 H348 Maar Izebel H802 , zijn huisvrouw H935 H8799 , kwam H413 tot H1696 H8762 hem, en sprak H413 tot H4100 hem: Wat H2088 is dit H7307 , dat uw geest H5620 dus gemelijk H369 is, en dat gij geen H3899 brood H398 H8802 eet?
  6 H1696 H8762 En hij sprak H413 tot H3588 haar: Omdat H413 ik tot H5022 Naboth H3158 , den Jizreeliet H1696 H8762 , gesproken H559 H8799 en hem gezegd heb H5414 H8798 : Geef H3754 mij uw wijngaard H3701 om geld H176 , of H518 , zo H859 het u H2655 behaagt H3754 , zal ik u een wijngaard H8478 in zijn plaats H5414 H8799 geven H559 H8799 ; maar hij heeft gezegd H3754 : Ik zal u mijn wijngaard H3808 niet H5414 H8799 geven.
  7 H559 H8799 Toen zeide H348 Izebel H802 , zijn huisvrouw H413 , tot H859 hem: Zoudt gij H4410 nu het koninkrijk H5921 over H3478 Israel H6213 H8799 regeren H6965 H8798 ? Sta op H398 H8798 , eet H3899 brood H3820 , en uw hart H3190 H8799 zij vrolijk H589 ; ik H3754 zal u den wijngaard H5022 van Naboth H3158 , den Jizreeliet H5414 H8799 , geven.
  8 H3789 H8799 Zij dan schreef H5612 brieven H8034 in den naam H256 van Achab H2856 H8799 , en verzegelde H2368 ze met zijn signet H7971 H8799 ; en zond H5612 de brieven H413 tot H2205 de oudsten H413 en tot H2715 de edelen H834 , die H5892 in zijn stad H3427 H8802 waren, wonende H5022 met Naboth.
  9 H3789 H8799 En zij schreef H5612 in die brieven H559 H8800 , zeggende H7121 H0 : Roept H6685 een vasten H7121 H8798 uit H3427 H8685 , en zet H5022 Naboth H7218 in de hoogste plaats H5971 des volks;
  10 H3427 H8685 En zet H8147 tegenover hem twee H582 mannen H1121 , zonen H1100 Belials H5048 , die tegen H5749 H8686 hem getuigen H559 H8800 , zeggende H430 : Gij hebt God H4428 en den koning H1288 H8765 gezegend H3318 H8689 ; en voert hem uit H5619 H8798 , en stenigt H4191 H8799 hem, dat hij sterve.
  11 H582 En de mannen H5892 zijner stad H2205 , die oudsten H2715 en die edelen H834 , die H5892 in zijn stad H3427 H8802 woonden H6213 H8799 , deden H834 gelijk als H348 Izebel H413 tot H7971 H8804 hen gezonden had H834 ; gelijk als H3789 H8803 geschreven was H5612 in de brieven H834 , die H413 zij tot H7971 H8804 hen gezonden had.
  12 H7121 H0 Zij riepen H6685 een vasten H7121 H8804 uit H3427 H8689 ; en zij zetten H5022 Naboth H7218 in de hoogste plaats H5971 des volks.
  13 H935 H8799 Toen kwamen H8147 de twee H582 mannen H1121 , zonen H1100 Belials H3427 H8799 , en zetten zich H5048 tegenover H582 hem; en de mannen H1100 Belials H5749 H8686 getuigden H5022 tegen hem, tegen Naboth H5048 , voor H5971 het volk H559 H8800 , zeggende H5022 : Naboth H430 heeft God H4428 en den koning H1288 H8765 gezegend H3318 H8686 . En zij voerden H4480 H2351 hem buiten H5892 de stad H5619 H8799 , en stenigden H68 hem met stenen H4191 H8799 , dat hij stierf.
  14 H7971 H8799 Daarna zonden zij H413 tot H348 Izebel H559 H8800 , zeggende H5022 : Naboth H5619 H8795 is gestenigd H4191 H8799 en is dood.
  15 H1961 H8799 Het geschiedde H348 nu, toen Izebel H8085 H8800 hoorde H3588 , dat H5022 Naboth H5619 H8795 gestenigd H4191 H8799 en dood was H348 , dat Izebel H413 tot H256 Achab H559 H8799 zeide H6965 H8798 : Sta op H3423 H0 , bezit H3754 den wijngaard H5022 van Naboth H3158 , den Jizreeliet H3423 H8798 , erfelijk H834 , dien H3985 H8765 hij u weigerde H3701 om geld H5414 H8800 te geven H3588 ; want H5022 Naboth H2416 leeft H369 niet H3588 , maar H4191 H8804 is dood.
  16 H1961 H8799 En het geschiedde H256 , als Achab H8085 H8800 hoorde H3588 , dat H5022 Naboth H4191 H8804 dood was H256 , dat Achab H6965 H8799 opstond H413 , om naar H3754 den wijngaard H5022 van Naboth H3158 , den Jizreeliet H3381 H8800 , af te gaan H3423 H8800 , om dien erfelijk te bezitten.
  17 H1697 Doch het woord H3068 des HEEREN H1961 H8799 geschiedde H413 tot H452 Elia H8664 , den Thisbiet H559 H8800 , zeggende:
  18 H6965 H8798 Maak u op H3381 H8798 , ga henen af H256 , Achab H4428 , den koning H3478 van Israel H7125 H8800 , tegemoet H834 , die H8111 in Samaria H2009 is; zie H3754 hij is in den wijngaard H5022 van Naboth H834 H8033 , waarhenen H3381 H8804 hij afgegaan is H3423 H8800 , om dien erfelijk te bezitten.
  19 H413 En gij zult tot H1696 H8765 hem spreken H559 H8800 , zeggende H3541 : Alzo H559 H8804 zegt H3068 de HEERE H7523 H8804 : Hebt gij doodgeslagen H1571 , en ook H3423 H8804 een erfelijke bezitting ingenomen H413 ? Daartoe zult gij tot H1696 H8765 hem spreken H559 H8800 , zeggende H3541 : Alzo H559 H8804 zegt H3068 de HEERE H4725 : In plaats H834 dat H3611 de honden H1818 het bloed H5022 van Naboth H3952 H8804 gelekt hebben H3611 , zullen de honden H1818 uw bloed H3952 H8799 lekken H1571 , ja H589 het uwe!
  20 H256 En Achab H559 H8799 zeide H413 tot H452 Elia H4672 H8804 : Hebt gij mij gevonden H341 H8802 , o, mijn vijand H559 H8799 ? En hij zeide H4672 H8804 : Ik heb [u] gevonden H3282 , overmits H4376 H8692 gij uzelven verkocht hebt H6213 H8800 , om te doen H7451 dat kwaad H5869 is in de ogen H3068 des HEEREN.
  21 H2009 Zie H7451 , Ik zal kwaad H413 over H935 H8688 u brengen H310 , en uw nakomelingen H1197 H8765 wegdoen H256 ; en Ik zal van Achab H3772 H8689 uitroeien H8366 H8688 H7023 wat mannelijk H6113 H8803 is, mitsgaders den beslotene H5800 H8803 en verlatene H3478 in Israel.
  22 H1004 En Ik zal uw huis H5414 H8804 maken H1004 gelijk het huis H3379 van Jerobeam H1121 , den zoon H5028 van Nebat H1004 , en gelijk het huis H1201 van Baesa H1121 , den zoon H281 van Ahia H413 ; om H3708 de terging H834 , waarmede H3707 H8689 gij [Mij] getergd hebt H3478 , en dat gij Israel H2398 H8686 hebt doen zondigen.
  23 H1571 Verder ook H348 over Izebel H1696 H8765 sprak H3068 de HEERE H559 H8800 , zeggende H3611 : De honden H348 zullen Izebel H398 H8799 eten H2426 , aan den voorwal H3157 van Jizreel.
  24 H256 Die van Achab H4191 H8801 sterft H5892 in de stad H3611 , zullen de honden H398 H8799 eten H7704 ; en die in het veld H4191 H8801 sterft H5775 , zullen de vogelen H8064 des hemels H398 H8799 eten.
  25 H5735 Doch H1961 H8804 er was H3808 niemand H256 geweest gelijk Achab H834 , die H4376 H8694 zichzelven verkocht had H6213 H8800 , om te doen H7451 dat kwaad H5869 is in de ogen H3068 des HEEREN H834 , dewijl H348 Izebel H802 , zijn huisvrouw H853 , hem H5496 H8689 ophitste.
  26 H8481 H0 En hij deed H3966 zeer H8581 H8686 gruwelijk H3212 H8800 , wandelende H310 achter H1544 de drekgoden H3605 ; naar alles H834 , wat H567 de Amorieten H6213 H8804 gedaan hadden H834 , die H3068 God H4480 voor H6440 het aangezicht H1121 van de kinderen H3478 Israels H3423 H8689 uit de bezitting verdreven had.
  27 H1961 H8799 Het geschiedde H256 nu, als Achab H428 deze H1697 woorden H8085 H8800 hoorde H899 , dat hij zijn klederen H7167 H8799 scheurde H8242 , en een zak H5921 om H1320 zijn vlees H7760 H8799 leide H6684 H8799 , en vastte H7901 H8799 ; hij lag ook neder H8242 in den zak H1980 H8762 , en ging H328 langzaam.
  28 H1697 En het woord H3068 des HEEREN H1961 H8799 geschiedde H413 tot H452 Elia H8664 , den Thisbiet H559 H8800 , zeggende:
  29 H7200 H8804 Hebt gij gezien H3588 , dat H256 Achab H3665 H8738 zich vernedert H4480 voor H6440 Mijn aangezicht H3282 ? Daarom H3588 dewijl H3665 H8738 hij zich vernedert H4480 voor H6440 Mijn aangezicht H7451 , zo zal Ik dat kwaad H3117 in zijn dagen H3808 niet H935 H8686 brengen H3117 ; in de dagen H1121 zijns zoons H7451 zal Ik dat kwaad H5921 over H1004 zijn huis H935 H8686 brengen.

Job 31:1

  1 H1285 Ik heb een verbond H3772 H8804 gemaakt H5869 met mijn ogen H4100 ; hoe H995 H8709 zou ik dan acht gegeven hebben H5921 op H1330 een maagd?

Psalms 14:3

  3 H5493 H8804 Zij zijn allen afgeweken H3162 , te zamen H444 H8738 zijn zij stinkende geworden H2896 ; er is niemand, die goed H6213 H8802 doet H259 , ook niet een.

Psalms 18:20-23

  20 H3068 [018:21] De HEERE H1580 H8799 vergold H6664 mij naar mijn gerechtigheid H7725 H8686 , Hij gaf mij weder H1252 naar de reinigheid H3027 mijner handen.
  21 H3068 [018:22] Want ik heb des HEEREN H1870 wegen H8104 H8804 gehouden H430 , en ben van mijn God H7561 H8804 niet goddelooslijk afgegaan.
  22 H4941 [018:23] Want al Zijn rechten H2708 waren voor mij, en Zijn inzettingen H5493 H8686 deed ik niet van mij weg.
  23 H8549 [018:24] Maar ik was oprecht H8104 H8691 bij Hem, en ik wachtte mij H5771 voor mijn ongerechtigheid.

Psalms 26:4-5

  4 H3427 H8804 Ik zit H7723 niet bij ijdele H4962 lieden H5956 H8737 , en met bedekte lieden H935 H8799 ga ik niet om.
  5 H8130 H8804 Ik haat H6951 de vergadering H7489 H8688 der boosdoeners H7563 , en bij de goddelozen H3427 H8799 zit ik niet.

Psalms 36:3

  3 H1697 [036:4] De woorden H6310 zijns monds H205 zijn onrecht H4820 en bedrog H2308 H8804 ; hij laat na H7919 H8687 te verstaan H3190 H8687 tot weldoen.

Psalms 39:1

  1 H4210 Een psalm H1732 van David H5329 H8764 , voor den opperzangmeester H3038 , voor Jeduthun H559 H8804 . [039:2] Ik zeide H1870 : Ik zal mijn wegen H8104 H8799 bewaren H2398 H8800 , dat ik niet zondige H3956 met mijn tong H6310 ; ik zal mijn mond H4269 met een breidel H8104 H8799 bewaren H7563 , terwijl de goddeloze nog tegenover mij is.

Psalms 40:4

  4 H835 [040:5] Welgelukzalig H1397 is de man H3068 , die den HEERE H4009 tot zijn vertrouwen H7760 H8804 stelt H6437 H8804 , en niet omziet H7295 naar de hovaardigen H3577 , en die tot leugen H7750 H8802 afwijken.

Psalms 78:41

  41 H7725 H8799 Want zij kwamen alweder H5254 H8762 , en verzochten H410 God H8428 H0 , en stelden H6918 den Heilige H3478 Israels H8428 H8689 een perk.

Psalms 78:57

  57 H5472 H8735 En zij weken terug H898 H8799 , en handelden trouwelooslijk H1 , gelijk hun vaders H2015 H8738 ; zij zijn omgekeerd H7423 , als een bedriegelijke H7198 boog.

Psalms 97:10

  10 H157 H8802 Gij liefhebbers H3068 des HEEREN H8130 H8798 ! haat H7451 het kwade H8104 H8802 ; Hij bewaart H5315 de zielen H2623 Zijner gunstgenoten H5337 H8686 ; Hij redt H7563 hen uit der goddelozen H3027 hand.

Psalms 119:37

  37 H5674 H0 Wend H5869 mijn ogen H5674 H8685 af H7723 , dat zij geen ijdelheid H7200 H8800 zien H2421 H8761 ; maak mij levend H1870 door Uw wegen.

Psalms 119:113

  113 H8130 H8804 Samech. Ik haat H5588 de kwade ranken H157 H0 , maar heb H8451 Uw wet H157 H8804 lief.

Psalms 125:5

  5 H5186 H8688 Maar die zich neigen H6128 [tot] hun kromme wegen H3068 , die zal de HEERE H3212 H8686 weg doen gaan H6466 H8802 met de werkers H205 der ongerechtigheid H7965 . Vrede H3478 zal over Israel zijn!

Proverbs 6:25

  25 H2530 H8799 Begeer H3308 haar schoonheid H3824 niet in uw hart H3947 H8799 , en laat ze u niet vangen H6079 met haar oogleden.

Proverbs 23:31-35

  31 H7200 H8799 Zie H3196 den wijn H119 H8691 niet aan, als hij zich rood vertoont H3563 H8675 H3599 , als hij in den beker H5869 zijn verve H5414 H8799 geeft H4339 , [als] hij recht H1980 H8691 opgaat;
  32 H319 [In] zijn einde H5175 zal hij als een slang H5391 H8799 bijten H6567 H8686 , en steken H6848 als een adder.
  33 H5869 Uw ogen H2114 H8801 zullen naar vreemde vrouwen H7200 H8799 zien H3820 , en uw hart H8419 zal verkeerdheden H1696 H8762 spreken.
  34 H3820 En gij zult zijn, gelijk een, die in het hart H3220 van de zee H7901 H8802 slaapt H7218 ; en gelijk een, die in het opperste H2260 van den mast H7901 H8802 slaapt.
  35 H5221 H8689 Men heeft mij geslagen H2470 H8804 , [zult] [gij] [zeggen], ik ben niet ziek geweest H1986 H8804 ; men heeft mij gebeukt H3045 H8804 , ik heb het niet gevoeld H6974 H8686 ; wanneer zal ik opwaken H3254 H8686 ? Ik zal hem nog meer H1245 H8762 zoeken!

Ecclesiastes 6:9

  9 H2896 Beter H4758 is het aanzien H5869 der ogen H1980 H8800 , dan het wandelen H5315 der begeerlijkheid H1892 . Dit is ook ijdelheid H7469 en kwelling H7307 des geestes.

Isaiah 30:11

  11 H5493 H8798 Wijkt af H1870 van den weg H5186 H8685 , maakt u van H734 de baan H6918 ; laat den Heilige H3478 Israels H6440 van H7673 H8685 ons ophouden!

Isaiah 33:15

  15 H6666 Die in gerechtigheden H1980 H8802 wandelt H4339 , en die billijkheden H1696 H8802 spreekt H1215 ; die het gewin H4642 der onderdrukkingen H3988 H8802 verwerpt H3709 ; die zijn handen H5287 H8802 uitschudt H7810 , dat zij geen geschenken H8551 H8800 behouden H241 ; die zijn oor H331 H8801 stopt H1818 , dat hij geen bloedschulden H8085 H8800 hore H5869 , en zijn ogen H6105 H8802 toesluit H7451 ; dat hij het kwade H7200 H8800 niet aanzie;

Jeremiah 22:17

  17 H5869 Maar uw ogen H3820 en uw hart H1215 zijn niet dan op uw gierigheid H5355 , en op onschuldig H1818 bloed H8210 H8800 , om dat te vergieten H6233 , en op verdrukking H4835 en overlast H6213 H8800 , om [die] te doen.

Hosea 7:6-7

  6 H7126 Want zij voeren H3820 hun hart H8574 aan, als een bakoven H693 , tot hun lagen H644 ; hunlieder bakker H3463 slaapt H3915 den gansen nacht H1242 ; 's morgens H1197 brandt H3852 hij als een vlammend H784 vuur.
  7 H2552 Zij zijn allen te zamen verhit H8574 als een bakoven H398 , en zij verteren H8199 hun rechters H4428 ; al hun koningen H5307 vallen H7121 ; er is niemand onder hen, die tot Mij roept.

Micah 2:2

  2 H2530 H8804 En zij begeren H7704 akkers H1497 H8804 , en roven H1004 ze, en huizen H5375 H8804 , en nemen ze weg H6231 H8804 ; alzo doen zij geweld H1397 aan den man H1004 en zijn huis H376 , ja, aan een iegelijk H5159 en zijn erfenis.

Zephaniah 1:5-6

  5 H7812 H8693 En die zich nederbuigen H5921 op H1406 de daken H6635 voor het heir H8064 des hemels H7812 H8693 , en die zich nederbuigende H7650 H8737 zweren H3068 bij den HEERE H7650 H8737 , en zweren H4428 bij Malcham;
  6 H5472 H8737 En die terugkeren H4480 van H310 achter H3068 den HEERE H834 ; en die H3068 den HEERE H3808 niet H1245 H8765 zoeken H1875 H8804 , en vragen H3808 naar Hem niet.

Matthew 5:28

  28 G1161 Maar G1473 Ik G3004 G5719 zeg G5213 u G3754 , dat G3956 zo wie G1135 een vrouw G991 G5723 [aan] ziet G4314 , om G846 dezelve G1937 G5658 te begeren G2235 , die heeft alrede G3431 G overspel G1722 in G846 zijn G2588 hart G846 met haar G3431 G5656 gedaan.

Romans 12:9

  9 G26 De liefde G505 zij ongeveinsd G655 G5723 . Hebt een afkeer G4190 van het boze G2853 G , en hangt G18 het goede G2853 G5746 aan.

Galatians 4:9

  9 G1161 En G3568 nu G2316 , als gij God G1097 G5631 kent G1161 , ja G3123 , veelmeer G5259 van G2316 God G1097 G5685 gekend zijt G4459 , hoe G1994 G5719 keert gij u G3825 wederom G1909 tot G772 de zwakke G2532 en G4434 arme G4747 beginselen G3739 , welke G3825 gij wederom G509 van voren aan G2309 G5719 wilt G1398 G5721 dienen?

Hebrews 10:39

  39 G1161 Maar G2249 wij G2070 G5748 zijn G3756 niet G5289 van degenen, die zich onttrekken G1519 ten G684 verderve G235 , maar G4102 van degenen, die geloven G1519 tot G4047 behouding G5590 der ziel.

James 1:13-15

  13 G3367 Niemand G3985 G5746 , als hij verzocht wordt G3004 G5720 , zegge G3754 : G575 Ik word van G2316 God G3985 G5743 verzocht G1063 ; want G2316 God G551 G2076 G5748 kan niet verzocht worden G2556 met het kwade G1161 , en G3985 G5719 Hij Zelf verzoekt G3762 niemand.
  14 G1161 Maar G1538 een iegelijk G3985 G5743 wordt verzocht G5259 , als hij van G2398 zijn eigen G1939 begeerlijkheid G1828 G5746 afgetrokken G2532 en G1185 G5746 verlokt wordt.
  15 G1534 Daarna G1939 de begeerlijkheid G4815 G5631 ontvangen hebbende G5088 G5719 baart G266 zonde G1161 ; en G266 de zonde G658 G5685 voleindigd zijnde G616 G5719 baart G2288 den dood.

2 Peter 2:21

  21 G1063 Want G2258 G5713 het ware G846 hun G2909 beter G3598 , dat zij den weg G1343 der gerechtigheid G3361 niet G1921 G5760 gekend hadden G2228 , dan G1921 G5631 dat zij, [dien] gekend hebbende G1994 G5658 , [weder] afkeren G1537 van G40 het heilige G1785 gebod G846 , dat hun G3860 G5685 overgegeven was.

1 John 2:19

  19 G1537 Zij zijn uit G2257 ons G1831 G5627 uitgegaan G235 , maar G2258 G5713 zij waren G1537 uit G2257 ons G3756 niet G1063 ; want G1487 indien G1537 zij uit G2257 ons G2258 G5713 geweest waren G302 , zo zouden G3326 zij met G2257 ons G3306 G5715 gebleven zijn G235 ; maar G2443 [dit] [is] [geschied], opdat G5319 G5686 zij zouden openbaar worden G3754 , dat G3756 zij niet G3956 allen G1537 uit G2257 ons G1526 G5748 zijn.

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.