Ezekiel 24:13 Cross References - DSV_Strongs

  13 H2932 In uw onreinigheid H2154 is schandelijkheid H2891 H8765 , omdat Ik u gereinigd heb H2891 H8804 , en gij niet gereinigd zijt H2932 , zo zult gij van uw onreinigheid H2891 H8799 niet meer gereinigd worden H2534 , totdat Ik Mijn grimmigheid H5117 H8687 op u zal hebben doen rusten.

2 Chronicles 36:14-16

  14 H1571 Ook H7235 H0 maakten H3605 alle H8269 oversten H3548 der priesteren H5971 , en het volk H4603 H8800 , der overtredingen H4604 zeer H7235 H8689 veel H3605 , naar alle H8441 gruwelen H1471 der heidenen H2930 H8762 ; en zij verontreinigden H1004 het huis H3068 des HEEREN H834 , dat H6942 H8689 Hij geheiligd had H3389 te Jeruzalem.
  15 H3068 En de HEERE H430 , de God H1 hunner vaderen H7971 H8799 , zond H5921 tot H3027 hen, door de hand H4397 Zijner boden H7925 H8687 , vroeg op zijnde H7971 H8800 , om [die] te zenden H3588 ; want H2550 H8804 H5921 Hij verschoonde H5971 Zijn volk H5921 en H4583 Zijn woning.
  16 H1961 H8799 H3931 H8688 Maar zij spotten H4397 met de boden H430 Gods H959 H8802 , en verachtten H1697 Zijn woorden H8591 H8700 ; zij verleidden zichzelven H5030 tegen Zijn profeten H5704 ; totdat H2534 de grimmigheid H3068 des HEEREN H5971 tegen Zijn volk H5927 H8800 opging H5704 , dat H369 H0 er geen H4832 helen H369 aan was.

Isaiah 5:4-6

  4 H6213 H8800 Wat is er meer te doen H3754 aan Mijn wijngaard H6213 H8804 , hetwelk Ik aan hem niet gedaan heb H4069 ? Waarom H6960 H8765 heb Ik verwacht H6025 , dat hij [goede] druiven H6213 H8800 voortbrengen zou H891 , en hij heeft stinkende druiven H6213 H8799 voortgebracht?
  5 H3045 H8686 Nu dan, Ik zal ulieden nu bekend maken H3754 , wat Ik Mijn wijngaard H6213 H8802 doen zal H4881 ; Ik zal zijn tuin H5493 H8687 wegnemen H1197 H8763 , opdat hij zij tot afweiding H1447 ; zijn muur H6555 H8800 zal Ik verscheuren H4823 , opdat hij zij tot vertreding.
  6 H1326 En Ik zal hem [tot] woestheid H7896 H8799 maken H2168 H8735 ; hij zal niet besnoeid H5737 H8735 , noch omgehakt worden H8068 , maar distelen H7898 en doornen H5927 H8804 zullen [daarin] opgaan H5645 ; en Ik zal den wolken H6680 H8762 gebieden H4306 , dat zij geen regen H4305 H8687 daarop regenen.

Isaiah 9:13-17

  13 H5971 [09:12] Want dit volk H7725 H8804 keert zich H5221 H8688 niet tot Dien, Die het slaat H3068 , en den HEERE H6635 der heirscharen H1875 H8804 zoeken zij niet.
  14 H3068 [09:13] Daarom zal de HEERE H3772 H8686 afhouwen H3478 uit Israel H7218 den kop H2180 en den staart H3712 , den tak H100 en de bieze H259 , op een H3117 dag.
  15 H2205 [09:14] (De oude H6440 H5375 H8803 en aanzienlijke H1931 , die H7218 is de kop H5030 ; maar de profeet H8267 , die valsheid H3384 H8688 leert H2180 , die is de staart.)
  16 H833 H8764 [09:15] Want de leiders H5971 dezes volks H8582 H8688 zijn verleiders H833 H8794 , en die van hen geleid worden H1104 H8794 , worden ingeslokt.
  17 H136 [09:16] Daarom zal zich de Heere H8055 H8799 niet verblijden H970 over hun jongelingen H3490 , en hunner wezen H490 en hunner weduwen H7355 H8762 zal Hij zich niet ontfermen H2611 , want zij zijn allen te zamen huichelaars H7489 H8688 en boosdoeners H6310 , en alle mond H1696 H8802 spreekt H5039 dwaasheid H7725 H0 . Om dit alles keert H639 Zijn toorn H7725 H8804 zich niet af H3027 , maar Zijn hand H5186 H8803 is nog uitgestrekt.

Jeremiah 6:28-30

  28 H5493 H8802 Zij zijn allen de afvalligsten H5637 H8802 der afvalligen H1980 H8802 , wandelende H7400 [in] achterklap H5178 ; zij zijn koper H1270 en ijzer H7843 H8688 ; zij zijn altemaal verdervers.
  29 H4647 De blaasbalg H2787 H8738 is verbrand H5777 , het lood H800 H784 is van het vuur H8552 H8804 verteerd H7723 ; te vergeefs H6884 H8800 heeft [de] [smelter] zo vlijtiglijk H6884 H8804 gesmolten H7451 , dewijl de bozen H5423 H8738 niet afgetrokken zijn.
  30 H7121 H8804 Men noemt H3988 H8737 ze een verworpen H3701 zilver H3068 ; want de HEERE H3988 H8804 heeft hen verworpen.

Jeremiah 25:3-7

  3 H7969 H6240 Van het dertiende H8141 jaar H2977 van Josia H1121 , den zoon H526 van Amon H4428 , den koning H3063 van Juda H3117 , tot op dezen dag H7969 toe (dit is het drie H6242 en twintigste H8141 jaar H1697 ) is het woord H3068 des HEEREN H1696 H8762 tot mij geschied; en ik heb tot ulieden gesproken H7925 H8687 , vroeg op zijnde H1696 H8763 en sprekende H8085 H8804 , maar gij hebt niet gehoord.
  4 H3068 Ook heeft de HEERE H7971 H8804 tot u gezonden H5650 al Zijn knechten H5030 , de profeten H7925 H8687 , vroeg op zijnde H7971 H8800 en zendende H8085 H8804 (maar gij hebt niet gehoord H241 , noch uw oor H5186 H8689 geneigd H8085 H8800 om te horen);
  5 H559 H8800 Zeggende H7725 H8798 : Bekeert u H376 toch, een iegelijk H7451 van zijn bozen H1870 weg H7455 , en van de boosheid H4611 uwer handelingen H3427 H8798 , en woont H127 in het land H3068 , dat de HEERE H1 u en uw vaderen H5414 H8804 gegeven heeft H5769 , van eeuw H5704 tot H5769 in eeuw;
  6 H3212 H8799 En wandelt H312 andere H430 goden H310 niet na H5647 H8800 , om die te dienen H7812 H8692 , en u voor die neder te buigen H3707 H8686 ; en vertoornt H3027 Mij niet door uwer handen H4639 werk H7489 H8686 , opdat Ik u geen kwaad doe.
  7 H8085 H8804 Maar gij hebt naar Mij niet gehoord H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H3707 H8687 ; opdat gij Mij vertoorndet H4639 door het werk H3027 uwer handen H7451 , u zelven ten kwade.

Jeremiah 31:18

  18 H8085 H8800 Ik heb wel H8085 H8804 gehoord H669 , dat zich Efraim H5110 H8711 beklaagt H3256 H8765 , [zeggende]: Gij hebt mij getuchtigd H3256 H8735 , en ik ben getuchtigd geworden H3808 H3925 H8795 als een ongewend H5695 kalf H7725 H8685 . Bekeer H7725 H8799 mij, zo zal ik bekeerd zijn H3068 , want Gij zijt de HEERE H430 , mijn God!

Ezekiel 5:13

  13 H639 Alzo zal Mijn toorn H3615 H8804 volbracht worden H2534 , en Ik zal Mijn grimmigheid H5117 H8689 op hen doen rusten H5162 H8694 , en Mij troosten H3045 H8804 ; en zij zullen weten H3068 , dat Ik, de HEERE H7068 , in Mijn ijver H1696 H8765 gesproken heb H2534 , als Ik Mijn grimmigheid H3615 H8763 tegen hen volbracht zal hebben.

Ezekiel 8:18

  18 H6213 H8799 Daarom zal Ik ook handelen H2534 in grimmigheid H5869 , Mijn oog H2347 H8799 zal niet verschonen H2550 H8799 , en Ik zal niet sparen H241 ; hoewel zij voor Mijn oren H1419 met luider H6963 stem H7121 H8804 roepen H8085 H8799 , nochtans zal Ik hen niet horen.

Ezekiel 16:42

  42 H2534 Zo zal Ik Mijn grimmigheid H5117 H8689 op u doen rusten H7068 , en Mijn ijver H5493 H8804 zal van u afwijken H8252 H8804 ; en Ik zal stil zijn H3707 H8799 , en niet meer toornig wezen.

Ezekiel 22:24

  24 H1121 H120 Mensenkind H559 H8798 , zeg H776 tot haar; Gij zijt een land H2891 H8794 , dat niet gereinigd is H1656 , [dat] zijn plasregen H3117 niet [heeft] [gehad] ten dage H2195 der gramschap.

Ezekiel 23:36-48

  36 H3068 En de HEERE H559 H8799 zeide H1121 H120 tot mij: Mensenkind H170 ! zoudt gij Ohola H172 en Oholiba H8199 H8799 recht geven H5046 H8685 ? Ja, vertoon H8441 haar haar gruwelen.
  37 H5003 H8765 Want zij hebben overspel gedaan H1818 , en er is bloed H3027 in haar handen H1544 ; en zij hebben met haar drekgoden H5003 H8765 overspel gedaan H1121 ; daartoe hebben zij ook haar kinderen H3205 H8804 , die zij Mij gebaard hadden H5674 H8689 , voor hen [door] [het] [vuur] laten doorgaan H402 , tot spijze.
  38 H6213 H8804 Nog hebben zij Mij dit gedaan H4720 ; zij hebben Mijn heiligdom H3117 ten zelven dage H2930 H8765 verontreinigd H7676 , en Mijn sabbatten H2490 H8765 ontheiligd.
  39 H1121 Want als zij hun kinderen H1544 hun drekgoden H7819 H8800 geslacht hadden H935 H8799 , zo kwamen zij H3117 op dienzelven dag H4720 in Mijn heiligdom H2490 H8763 , om dat te ontheiligen H6213 H8804 ; en ziet, alzo hebben zij gedaan H8432 in het midden H1004 van Mijn huis.
  40 H637 Dit is er ook H7971 H8799 , dat zij gezonden hebben H582 tot mannen H4801 , die van verre H935 H8802 zouden komen H4397 ; tot dewelken als een bode H7971 H8803 gezonden was H935 H8804 , ziet, zo kwamen zij H7364 H8804 , voor dewelken gij u wiest H5869 , uw ogen H3583 H8804 blankettet H5716 en u met sieraad H5710 H8804 versierdet;
  41 H3427 H8804 En gij zat H3520 op een heerlijk H4296 bed H6440 , voor H7979 hetwelk een tafel H6186 H8803 toegericht was H7004 , en op hetwelk gij Mijn reukwerk H8081 en Mijn olie H7760 H8804 gezet hadt.
  42 H6963 Als nu het geruis H1995 der menigte H7961 daarop stil H582 was, zo [zonden] [zij] tot mannen H7230 uit de menigte H120 der mensen H5436 H8675 H5433 H8802 , [en] daar werden wijnzuipers H935 H8716 aangebracht H4057 uit de woestijn H5414 H8799 ; die deden H6781 armringen H3027 aan haar handen H8597 , en een sierlijke H5850 kroon H7218 op haar hoofden.
  43 H559 H8799 Toen zeide Ik H5004 van deze, die [van] overspelerijen H1087 verouderd was H2181 H8799 : Nu zullen zij hoereren H8457 de hoererijen dezer [hoer], en die [ook].
  44 H935 H8799 En men ging H935 H8800 tot haar in, gelijk men ingaat H802 tot een vrouw H2181 H8802 , die een hoer is H935 H8804 ; alzo gingen zij H170 in tot Ohola H172 en tot Oholiba H2154 , die schandelijke H802 vrouwen.
  45 H6662 Rechtvaardige H582 mannen H8199 H8799 dan, die zullen haar richten H4941 [naar] het recht H5003 H8802 der overspeelsters H4941 , en [naar] het recht H8210 H8802 H1818 der bloedvergietsters H5003 H8802 ; want zij zijn overspeelsters H1818 , en bloed H3027 is in haar handen.
  46 H559 H8804 Want alzo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H6951 : Ik zal een vergadering H5927 H8687 tegen haar doen opkomen H2189 , en zal ze ter beroering H957 en ten roof H5414 H8800 overgeven.
  47 H6951 En de vergadering H68 zal ze met stenen H7275 H8804 stenigen H2719 , en dezelve met hun zwaarden H1254 H8763 nederhouwen H1121 ; haar zonen H1323 en haar dochteren H2026 H8799 zullen zij doden H1004 , en haar huizen H784 met vuur H8313 H8799 verbranden.
  48 H2154 Alzo zal Ik de schandelijkheid H776 uit het land H7673 H8689 doen ophouden H802 ; opdat alle vrouwen H3256 H8739 onderwezen worden H2154 , dat zij naar uw schandelijkheid H6213 H8799 niet doen.

Ezekiel 24:11

  11 H5975 H8687 Stel H7386 hem daarna ledig H1513 op zijn kolen H3179 H8799 , opdat hij heet worde H5178 , en zijn roest H2787 H8804 verbrande H2932 , en zijn onreinigheid H8432 in het midden H5413 H8738 van hem versmelte H2457 , zijn schuim H8552 H8799 verteerd worde.

Hosea 7:1

  1 H3478 Terwijl Ik Israel H7495 genees H669 , zo wordt Efraims H5771 ongerechtigheid H1540 ontdekt H7451 , mitsgaders de boosheden H8111 van Samaria H6466 ; want zij werken H8267 valsheid H1590 ; en de dief H935 gaat er in H1416 , de bende H6584 der straatschenders stroopt H2351 daar buiten.

Hosea 7:9-16

  9 H2114 Vreemden H398 verteren H3581 zijn kracht H3045 , en hij merkt H7872 het niet; ook is de grauwigheid H2236 op hem verspreid H3045 , en hij merkt het niet.
  10 H1347 Dies zal de hovaardij H3478 van Israel H6440 in zijn aangezicht H6030 getuigen H7725 ; dewijl zij zich niet bekeren H3068 tot den HEERE H430 , hun God H1245 , noch Hem zoeken in alle deze.
  11 H669 Want Efraim H6601 is als een botte H3123 duif H3820 , zonder hart H7121 ; zij roepen H4714 Egypte H1980 aan, zij gaan henen H804 tot Assur.
  12 H3212 Wanneer zij zullen henengaan H7568 , zal Ik Mijn net H6566 over hen uitspreiden H5775 , Ik zal ze als vogelen H8064 des hemels H3381 doen nederdalen H3256 . Ik zal ze tuchtigen H8088 , gelijk gehoord H5712 is in hun vergadering.
  13 H188 Wee H5074 hen, want zij zijn van Mij afgezworven H7701 ; verstoring H6586 over hen, want zij hebben tegen Mij overtreden H6299 ! Ik zou hen wel verlossen H1696 , maar zij spreken H3577 leugenen tegen Mij.
  14 H2199 Zij roepen ook niet H3820 tot Mij met hun hart H3213 , wanneer zij huilen H4904 op hun legers H1715 ; om koren H8492 en most H1481 verzamelen H5493 zij zich, [maar] zij wederstreven tegen Mij.
  15 H3256 Ik heb hen wel getuchtigd H2220 , [en] hunlieder armen H2388 gesterkt H2803 ; maar zij denken H7451 kwaad tegen Mij.
  16 H7725 Zij keren zich H5920 , [maar] niet [tot] den Allerhoogste H7423 , zij zijn als een bedriegelijke H7198 boog H8269 ; hun vorsten H5307 vallen H2719 door het zwaard H2195 ; vanwege de gramschap H3956 hunner tong H2097 ; dit H3933 is hunlieder bespotting H776 H4714 in Egypteland.

Amos 4:6-12

  6 H589 Daarom heb Ik H1571 ulieden ook H5356 reinheid H8127 der tanden H5414 H8804 gegeven H3605 in al H5892 uw steden H2640 , en gebrek H3899 van brood H3605 in al H4725 uw plaatsen H3808 ; nochtans hebt gij u niet H7725 H8804 bekeerd H5704 tot H5002 H8803 Mij, spreekt H3068 de HEERE.
  7 H589 Daartoe heb Ik H1571 ook H1653 den regen H4480 van H4513 H8804 ulieden geweerd H5750 , als er nog H7969 drie H2320 maanden H7105 waren tot den oogst H4305 H8689 , en heb doen regenen H5921 over H259 de ene H5892 stad H259 , maar over de andere H5892 stad H4305 H8686 niet doen regenen H259 ; het ene H2513 stuk lands H4305 H8735 werd beregend H2513 , maar het [andere] stuk lands H834 , waar H3808 het niet H5921 op H4305 H8686 regende H3001 H8799 , verdorde.
  8 H8147 En twee H7969 , drie H5892 steden H5128 H8804 togen om H413 tot H259 een H5892 stad H4325 , opdat zij water H8354 H8800 mochten drinken H3808 , maar werden niet H7646 H8799 verzadigd H7725 H8804 ; nochtans hebt gij u niet bekeerd H5704 tot H5002 H8803 Mij, spreekt H3068 de HEERE.
  9 H5221 H8689 Ik heb ulieden geslagen H7711 met brandkoren H3420 en met honigdauw H7235 H8687 ; de veelheid H1593 uwer hoven H3754 , en uwer wijngaarden H8384 , en uwer vijgebomen H2132 , en uwer olijfbomen H398 H0 at H1501 de rups H398 H8799 op H3808 ; nochtans hebt gij u niet H7725 H8804 bekeerd H5704 tot H5002 H8803 Mij, spreekt H3068 de HEERE.
  10 H1698 Ik heb de pestilentie H7971 H8765 onder ulieden gezonden H1870 , naar de wijze H4714 van Egypte H970 ; Ik heb uw jongelingen H2719 door het zwaard H2026 H8804 gedood H5973 , en H5483 uw paarden H7628 gevankelijk laten wegvoeren H889 ; en Ik heb den stank H4264 uwer heirlegeren H639 zelfs in uw neus H5927 H8686 doen opgaan H3808 ; nochtans hebt gij u niet H7725 H8804 bekeerd H5704 tot H5002 H8803 Mij, spreekt H3068 de HEERE.
  11 H2015 H8804 Ik heb [sommigen] onder ulieden omgekeerd H430 , gelijk God H5467 Sodom H6017 en Gomorra H4114 omkeerde H1961 H8799 , u, die waart H181 als een vuurbrand H8316 , dat uit den brand H5337 H8716 gered is H3808 ; nochtans hebt gij u niet H7725 H8804 bekeerd H5704 tot H5002 H8803 Mij, spreekt H3068 de HEERE.
  12 H3651 Daarom H3541 zal Ik u alzo H6213 H8799 doen H3478 , o Israel H6118 H3588 ! omdat H2063 Ik u [dan] dit H6213 H8799 doen zal H3559 H8734 , zo schik u H3478 , o Israel H430 ! om uw God H7125 H8800 te ontmoeten.

Zephaniah 3:2

  2 H8085 H8804 Zij hoort H6963 naar de stem H3808 niet H3947 H0 ; zij neemt H4148 de tucht H3947 H8804 niet aan H982 H8804 ; zij vertrouwt H3808 niet H3068 op den HEERE H413 ; tot H430 haar God H7126 H8804 nadert zij H3808 niet.

Zephaniah 3:7

  7 H559 H8804 Ik zeide H389 : Immers H853 zult gij Mij H3372 H8799 vrezen H4148 , gij zult de tucht H3947 H8799 aannemen H4583 , opdat haar woning H3808 niet H3772 H8735 uitgeroeid zou worden H3605 ; al H834 wat H5921 Ik haar H6485 H8804 bezocht hebbe H403 , waarlijk H7925 H8689 , zij hebben zich vroeg opgemaakt H3605 , zij hebben al H5949 hun handelingen H7843 H8689 verdorven.

Matthew 23:37-38

  37 G2419 Jeruzalem G2419 , Jeruzalem G4396 ! gij, die de profeten G615 G5723 doodt G2532 , en G3036 G5723 stenigt G4314 , die tot G846 u G649 G5772 gezonden zijn G4212 ! hoe menigmaal G4675 heb Ik uw G5043 kinderen G2309 G5656 willen G1996 G5629 bijeenvergaderen G5158 , gelijkerwijs G3733 een hen G1438 haar G3556 kiekens G1996 G5719 bijeenvergadert G5259 onder G4420 de vleugels G2532 ; en G3756 gijlieden hebt niet G2309 G5656 gewild.
  38 G2400 G5628 Ziet G5216 , uw G3624 huis G5213 wordt u G2048 woest G863 G5743 gelaten.

Luke 13:7-9

  7 G1161 En G2036 G5627 hij zeide G4314 tot G289 den wijngaardenier G2400 G5628 : Zie G2064 G5736 , ik kome G5140 nu drie G2094 jaren G2212 G5723 , zoekende G2590 vrucht G1722 op G5026 dezen G4808 vijgeboom G2532 , en G2147 G5719 vind G3756 ze niet G1581 G ; houw G846 hem G1581 G5657 uit G2444 ; waartoe G2673 G beslaat G846 hij G2532 ook G2673 G5719 onnuttelijk G1093 de aarde?
  8 G1161 En G611 G5679 hij, antwoordende G3004 G5719 , zeide G846 tot hem G2962 : Heer G863 G5628 , laat G846 hem G2532 ook G5124 [nog] dit G2094 jaar G2193 G3755 , totdat G4012 ik om G846 hem G4626 G5661 gegraven G2532 en G2874 mest G906 G5632 gelegd zal hebben;
  9 G3303 En G2579 indien G2590 hij vrucht G4160 G5661 zal voortbrengen G1490 , [laat] [hem] [staan]; maar indien niet G846 , zo zult gij hem G1519 G3195 G5723 namaals G1581 G5692 uithouwen.

Romans 2:8-9

  8 G1161 Maar G1537 G2052 dengenen, die twistgierig zijn G2532 , en G225 die der waarheid G544 G5723 G3303 ongehoorzaam G1161 , doch G93 der ongerechtigheid G3982 G5734 gehoorzaam zijn G2372 , [zal] verbolgenheid G2532 en G3709 toorn [vergolden] [worden];
  9 G2347 Verdrukking G2532 en G4730 benauwdheid G1909 over G3956 alle G5590 ziel G444 des mensen G2556 , die het kwade G2716 G5740 werkt G4412 , eerst G2453 van den Jood G5037 , en G2532 [ook G1672 ] van den Griek;

2 Corinthians 7:1

  1 G3767 Dewijl wij dan G5025 deze G1860 beloften G2192 G5723 hebben G27 , geliefden G1438 , laat ons onszelven G2511 G5661 reinigen G575 van G3956 alle G3436 besmetting G4561 des vleses G2532 en G4151 des geestes G2005 G5723 , voleindigende G42 de heiligmaking G1722 in G5401 de vreze G2316 Gods.

Revelation 22:11

  11 G91 G5723 Die onrecht doet G2089 , dat hij nog G91 G5657 onrecht doe G2532 ; en G4510 G5723 die vuil is G2089 , dat hij nog G4510 G5657 vuil worde G2532 ; en G1342 die rechtvaardig is G2089 , dat hij nog G1344 G5682 gerechtvaardigd worde G2532 ; en G40 die heilig is G2089 , dat hij nog G37 G5682 geheiligd worde.

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.