Isaiah 9:14 Cross References - DSV_Strongs
2 Kings 17:6-20
6
H8671
In het negende
H8141
jaar
H1954
van Hosea
H3920 H8804
, nam
H4428
de koning
H804
van Assyrie
H8111
Samaria
H1540 H0
in, en voerde
H3478
Israel
H1540 H8686
weg
H804
in Assyrie
H853
, en deed ze
H3427 H8686
wonen
H2477
in Halah
H2249
, en in Habor
H5104
, aan de rivier
H1470
Gozan
H5892
, en in de steden
H4074
der Meden.
7
H1961 H8799
Want het was geschied
H3588
, dat
H1121
de kinderen
H3478
Israels
H2398 H8804
gezondigd hadden
H3068
tegen den HEERE
H430
, hun God
H853
, Die hen
H776 H4714
uit Egypteland
H5927 H8688
opgebracht had
H4480
, van
H8478
onder
H3027
de hand
H6547
van Farao
H4428
, den koning
H4714
van Egypte
H312
; en hadden andere
H430
goden
H3372 H8799
gevreesd;
8
H3212 H8799
En hadden gewandeld
H2708
in de inzettingen
H1471
der heidenen
H834
, die
H3068
de HEERE
H4480
voor
H6440
het aangezicht
H1121
der kinderen
H3478
Israels
H3423 H8689
verdreven had
H4428
, en der koningen
H3478
van Israel
H834
, die
H6213 H8804
ze gemaakt hadden.
9
H1121
En de kinderen
H3478
Israels
H1697
hadden de zaken
H834
, die
H3808
niet
H3651
recht
H5921
zijn, tegen
H3068
den HEERE
H430
, hun God
H2644 H8762
, bemanteld
H1116
; en hadden zich hoogten
H1129 H8799
gebouwd
H3605
in al
H5892
hun steden
H4480
, van
H4026 H5341 H8802
den wachttoren
H5704
af tot
H4013
de vaste
H5892
steden toe.
10
H4676
En zij hadden zich staande beelden
H5324 H8686
opgericht
H842
en bossen
H5921
, op
H3605
allen
H1364
hogen
H1389
heuvel
H8478
en onder
H3605
alle
H7488
groen
H6086
geboomte.
11
H8033
En zij hadden daar
H6999 H8762
gerookt
H3605
op alle
H1116
hoogten
H1471
, gelijk de heidenen
H834
, die
H3068
de HEERE
H4480
van
H6440
hun aangezichten
H1540 H8689
weggevoerd had
H7451
; en zij hadden kwade
H1697
dingen
H6213 H8799
gedaan
H3068
, om den HEERE
H3707 H8687
tot toorn te verwekken.
12
H1544
En zij hadden de drekgoden
H5647 H8799
gediend
H834
, waarvan
H3068
de HEERE
H559 H8804
tot hen gezegd had
H2088
: Gij zult deze
H1697
zaak
H3808
niet
H6213 H8799
doen.
13
H3068
Als nu de HEERE
H3478
tegen Israel
H3063
en tegen Juda
H3027
, door den dienst
H3605
van alle
H5030
profeten
H3605
, van alle
H2374
zieners
H5749 H8686
, betuigd had
H559 H8800
, zeggende
H7725 H8798
: Bekeert u
H4480
van
H7451
uw boze
H1870
wegen
H8104 H8798
en houdt
H4687
Mijn geboden
H2708
, [en] Mijn inzettingen
H3605
, naar al
H8451
de wet
H834
, die
H1
Ik uw vaderen
H6680 H8765
geboden heb
H834
, en die
H413
Ik tot
H3027
u door de hand
H5650
van Mijn knechten
H5030
, de profeten
H7971 H8804
, gezonden heb;
14
H8085 H8804
Zo hoorden zij
H3808
niet
H7185 H8686
, maar zij verhardden
H6203
hun nek
H6203
, gelijk de nek
H1
hunner vaderen
H834
geweest was, die
H3068
aan den HEERE
H430
, hun God
H3808
, niet
H539 H8689
geloofd hadden.
15
H3988 H8799
Daartoe verwierpen zij
H2706
Zijn inzettingen
H1285
, en Zijn verbond
H834
, dat
H1
Hij met hun vaderen
H3772 H8804
gemaakt had
H5715
, en Zijn getuigenissen
H834
, die
H5749 H8689
Hij tegen hen betuigd had
H3212 H8799
, en wandelden
H1892
de ijdelheid
H310
na
H1891 H8799
, dat zij ijdel werden
H310
, en achter
H1471
de heidenen
H834
, die
H5439
rondom
H834
hen waren, van dewelke
H3068
de HEERE
H853
hun
H6680 H8765
geboden had
H1115
, dat zij niet
H6213 H8800
zouden doen gelijk die.
16
H5800 H8799
Ja, zij verlieten
H3605
al
H4687
de geboden
H3068
des HEEREN
H430
, huns Gods
H6213 H8799
, en maakten zich
H4541
gegoten beelden
H8147
, twee
H5695
kalveren
H6213 H8799
; en maakten
H842
bossen
H7812 H8691
, en bogen zich
H3605
voor alle
H6635
heir
H8064
des hemels
H5647 H8799
, en dienden
H1168
Baal.
17
H1121
Ook deden zij hun zonen
H1323
en hun dochteren
H784
door het vuur
H5674 H8686
gaan
H7080 H8799
, en gebruikten
H7081
waarzeggerijen
H5172 H8762
, en gaven op vogelgeschrei acht
H4376 H8691
, en verkochten zich
H6213 H8800
, om te doen
H7451
dat kwaad
H5869
was in de ogen
H3068
des HEEREN
H3707 H8687
, om Hem tot toorn te verwekken.
18
H599 H8691
Daarom vertoornde zich
H3068
de HEERE
H3966
zeer
H3478
over Israel
H5493 H8686
, dat Hij hen wegdeed
H4480 H5921
van
H6440
Zijn aangezicht
H7604 H0
; er bleef
H3808
niets
H7604 H8738
over
H7535
, behalve
H7626
de stam
H3063
van Juda
H909
alleen.
Isaiah 3:2-3
Isaiah 10:17
Isaiah 19:15
Isaiah 30:13
Hosea 1:4
4
H3068
En de HEERE
H559
zeide
H7121
tot hem: Noem
H8034
zijn naam
H3157
Jizreel
H4592
, want nog een weinig
H1818
[tijds], zo zal Ik de bloedschulden
H3157
van Jizreel
H6485
bezoeken
H1004
over het huis
H3058
van Jehu
H4468
, en zal het koninkrijk
H1004
van het huis
H3478
van Israel
H7673
doen ophouden.
Hosea 1:6
Hosea 1:9
Hosea 4:5
Hosea 5:12-14
12
H669
Daarom zal Ik Efraim
H6211
zijn als een mot
H1004
, en den huize
H3063
van Juda
H7538
als een verrotting.
Hosea 8:8
Hosea 9:11-17
11
H669
Aangaande Efraim
H3519
, hunlieder heerlijkheid
H5774
zal wegvlieden
H5775
als een vogel
H3205
; van de geboorte
H990
, en van [moeders] buik
H2032
, en van de ontvangenis af.
12
H1121
Ofschoon zij hun kinderen
H1431
mochten groot maken
H7921
, Ik zal er hen toch van beroven
H120
, dat zij onder de mensen
H188
niet zullen zijn; want ook, wee
H5493
hun, als Ik van hen zal geweken zijn!
13
H669
Efraim
H6865
is, gelijk als Ik Tyrus
H7200
aanzag
H8362
, die geplant
H5116
is in een liefelijke woonplaats
H669
; maar Efraim
H1121
zal zijn kinderen
H3318
moeten uitbrengen
H2026
tot den doodslager.
14
H5414
Geef
H3068
hun, HEERE
H5414
! Wat zult Gij geven
H5414
? Geef
H7921
hun een misdragende
H7358
baarmoeder
H6784
, en uitdrogende
H7699
borsten.
15
H7451
Al hun boosheid
H1537
is te Gilgal
H8130
, want daar heb Ik ze gehaat
H7455
, om de boosheid
H4611
van hun handelingen
H1004
; Ik zal ze uit Mijn huis
H1644
uitdrijven
H3254
, Ik zal ze voortaan niet meer
H160
liefhebben
H8269
; al hun vorsten
H5637
zijn afvalligen.
Hosea 10:15
Hosea 13:3
Amos 2:14-16
14
H7031
Zodat de snelle
H4498 H6 H8804
niet zal ontvlieden
H2389
, en de sterke
H3581
zijn kracht
H3808
niet
H553 H8762
verkloeken
H1368
, en een held
H5315
zal zijn ziel
H3808
niet
H4422 H8762
bevrijden.
Amos 3:12
12
H3541
Alzo
H559 H8804
zegt
H3068
de HEERE
H834
: Gelijk als
H7462 H8802
een herder
H8147
twee
H3767
schenkelen
H176
, of
H915
een stukje
H241
van een oor
H4480
uit
H738
des leeuwen
H6310
muil
H5337 H8686
redt
H3651
, alzo
H1121
zullen de kinderen
H3478
Israels
H5337 H8735
gered worden
H3427 H8802
, die daar zitten
H8111
te Samaria
H6285
, in den hoek
H4296
van het bed
H1833
, en op de sponde
H6210
van de koets.
Amos 5:2-3
Amos 6:11
Amos 7:8-9
8
H3068
En de HEERE
H559 H8799
zeide
H413
tot
H4100
mij: Wat
H7200 H8802
ziet
H859
gij
H5986
, Amos
H559 H8799
? En ik zeide
H594
: Een paslood
H559 H8799
. Toen zeide
H136
de HEERE
H2009
: Zie
H594
, Ik zal het paslood
H7760 H8802
stellen
H7130
in het midden
H5971
van Mijn volk
H3478
Israel
H3254 H8686
; Ik zal het voortaan
H3808
niet
H5750
meer
H5674 H8800
voorbijgaan.
Amos 7:17
17
H3651
Daarom
H559 H8804
zegt
H3068
de HEERE
H3541
alzo
H802
: Uw vrouw
H5892
zal in de stad
H2181 H8799
hoereren
H1121
, en uw zonen
H1323
en uw dochteren
H2719
zullen door het zwaard
H5307 H8799
vallen
H127
, en uw land
H2256
zal door het snoer
H2505 H8792
uitgedeeld worden
H859
; en gij
H5921
zult in
H2931
een onrein
H127
land
H4191 H8799
sterven
H3478
, en Israel
H1540 H8800
zal voorzeker
H4480 H5921
uit
H127
zijn land
H1540 H8799
gevankelijk worden weggevoerd.
Amos 9:1-9
1
H7200 H8804
Ik zag
H136
den Heere
H5324 H8737
staan
H5921
op
H4196
het altaar
H559 H8799
, en Hij zeide
H5221 H8685
: Sla
H3730
dien knoop
H5592
, dat de posten
H7493 H8799
beven
H1214 H8798
, en doorkloof
H3605
ze allen
H7218
in het hoofd
H319
; en Ik zal hun achterste
H2719
met het zwaard
H2026 H8799
doden
H5127 H8801
; en vliedende
H3808
zal onder hen niet
H5127 H8799
ontvlieden
H3808
, noch
H6412
de ontkomende
H4422 H8735
onder hen behouden worden.
2
H518
Al
H2864 H8799
groeven zij
H7585
[tot] in de hel
H3027
, zo zal Mijn hand
H4480
ze van
H8033
daar
H3947 H8799
halen
H518
, en al
H5927 H8799
klommen zij
H8064
in den hemel
H4480
, zo zal Ik ze van
H8033
daar
H3381 H8686
doen nederdalen.
3
H518
En al
H2244 H8735
verstaken zij zich
H7218
op de hoogte
H3760
van Karmel
H2664 H8762
, zo zal Ik ze naspeuren
H4480
en van
H8033
daar
H3947 H8804
halen
H518
; en al
H5641 H8735
verborgen zij zich
H4480
van
H5048
voor
H5869
Mijn ogen
H7172
in den grond
H3220
van de zee
H4480
, zo zal Ik van
H8033
daar
H5175
een slang
H6680 H8762
gebieden
H5391 H8804
, die zal ze bijten.
4
H518
En al
H3212 H8799
gingen zij
H7628
in gevangenis
H6440
voor het aangezicht
H341 H8802
hunner vijanden
H4480
, zo zal Ik van
H8033
daar
H2719
het zwaard
H6680 H8762
gebieden
H2026 H8804
, dat het hen dode
H5869
; en Ik zal Mijn oog
H5921
tegen
H7760 H8804
hen zetten
H7451
ten kwade
H3808
, en niet
H2896
ten goede.
5
H136
Want de Heere
H3069
HEERE
H6635
der heirscharen
H776
is het, Die het land
H5060 H8802
aanroert
H4127 H8799
, dat het versmelte
H3605
, en allen
H3427 H8802
, die daarin wonen
H56 H8804
, treuren
H3605
; en [dat] het geheel
H5927 H8804
oprijze
H2975
als een rivier
H8257 H8804
, en verdronken worde
H2975
als [door] de rivier
H4714
van Egypte.
6
H4609
Die Zijn opperzalen
H8064
in den hemel
H1129 H8802
bouwt
H92
, en Zijn benden
H5921
heeft Hij op
H776
aarde
H3245 H8804
gefondeerd
H4325
; Die de wateren
H3220
der zee
H7121 H8802
roept
H8210 H8799
, en giet ze uit
H5921
op
H6440 H776
den aardbodem
H3068
; HEERE
H8034
is Zijn Naam.
7
H859
Zijt gijlieden
H3808
Mij niet
H1121
als de kinderen
H3569
der Moren
H1121
, o kinderen
H3478
Israels
H5002 H8803
? spreekt
H3068
de HEERE
H3478
. Heb Ik Israel
H3808
niet
H5927 H8689
opgevoerd
H4480
uit
H776 H4714
Egypteland
H6430
, en de Filistijnen
H4480
uit
H3731
Kafthor
H758
, en de Syriers
H4480
uit
H7024
Kir?
8
H2009
Ziet
H5869
, de ogen
H136
des Heeren
H3069
HEEREN
H2403
zijn tegen dit zondig
H4467
koninkrijk
H853
, dat Ik het
H4480
van
H6440 H127
den aardbodem
H8045 H8689
verdelge
H657
; behalve
H3588
dat
H1004
Ik het huis
H3290
Jakobs
H3808
niet
H8045 H8687
ganselijk
H8045 H8686
zal verdelgen
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE.
Micah 1:6-8
6
H8111
Daarom zal Ik Samaria
H7760 H8804
stellen
H5856
tot een steenhoop
H7704
des velds
H4302
, tot plantingen
H3754
eens wijngaards
H68
; en Ik zal haar stenen
H1516
in de vallei
H5064 H8689
storten
H3247
, en haar fondamenten
H1540 H8762
ontdekken.
7
H3605
En al
H6456
haar gesneden beelden
H3807 H8714
zullen vermorzeld worden
H3605
, en al
H868
haar hoerenbeloningen
H784
zullen met vuur
H8313 H8735
verbrand worden
H3605
, en al
H6091
haar afgoden
H7760 H8799
zal Ik stellen
H8077
tot een woestheid
H868 H2181 H8802
; want zij heeft ze van hoerenloon
H6908 H8765
vergaderd
H868 H2181 H8802
, en zij zullen tot hoerenloon
H7725 H8799
wederkeren.
Revelation 18:8
8
G5124 G1223
Daarom
G846
zullen haar
G4127
plagen
G1722
op
G3391
een
G2250
dag
G2240 G5692
komen
G2288
, [namelijk] dood
G2532
, en
G3997
rouw
G2532
, en
G3042
honger
G2532
, en
G1722
zij zal met
G4442
vuur
G2618 G5701
verbrand worden
G3754
; want
G2478
sterk
G2962
is de Heere
G2316
God
G3588
, Die
G846
haar
G2919 G5723
oordeelt.
Revelation 18:10
10
G575
Van
G3113
verre
G2476 G5761
staande
G1223
uit
G5401
vreze
G846
van haar
G929
pijniging
G3004 G5723
, zeggende
G3759
: Wee
G3759
, wee
G3173
, de grote
G4172
stad
G897
Babylon
G2478
, de sterke
G4172
stad
G3754
, want
G4675
uw
G2920
oordeel
G1722
is in
G3391
een
G5610
ure
G2064 G5627
gekomen.