Mark 7

DSV_Strongs(i)
  1 G2532 En G4314 tot G846 Hem G4863 G5743 vergaderden G5330 de Farizeen G2532 , en G5100 sommigen G1122 der Schriftgeleerden G575 , die van G2414 Jeruzalem G2064 G5631 gekomen waren;
  2 G2532 En G1492 G5631 ziende G5100 , dat sommigen G846 van Zijn G3101 discipelen G2839 met onreine G5123 G5748 , dat is G449 , met ongewassen G5495 handen G740 brood G2068 G5723 aten G3201 G5662 , berispten zij [hen].
  3 G1063 Want G5330 de Farizeen G2532 en G3956 al G2453 de Joden G2068 G5719 eten G3756 niet G3362 , tenzij G5495 dat zij [eerst] de handen G4435 dikmaals G3538 G5672 wassen G2902 G5723 , houdende G3862 de inzettingen G4245 der ouden.
  4 G2532 En G575 van G58 de markt G2068 G5719 [komende], eten zij G3756 niet G3362 , tenzij G907 G5672 dat zij [eerst] gewassen zijn G2532 . En G4183 vele G243 andere dingen G2076 G5748 zijn G3739 er, die G3880 G5627 zij aangenomen hebben G2902 G5721 te houden G909 , [als] [namelijk] de wassingen G4221 der drinkbekers G2532 , en G3582 kannen G2532 , en G5473 koperen vaten G2532 , en G2825 bedden.
  5 G1899 Daarna G1905 G5719 vraagden G846 Hem G5330 de Farizeen G2532 en G1122 de Schriftgeleerden G1302 : Waarom G4043 G5719 wandelen G4675 Uw G3101 discipelen G3756 niet G2596 naar G3862 de inzetting G4245 der ouden G235 , maar G2068 G5719 eten G740 het brood G449 met ongewassen G5495 handen?
  6 G1161 Maar G611 G5679 Hij antwoordde G2036 G5627 en zeide G846 tot hen G3754 : G2573 Wel G2268 heeft Jesaja G4012 , van G5216 u G5273 , geveinsden G4395 G5656 , geprofeteerd G5613 , gelijk G1125 G5769 geschreven is G3778 : Dit G2992 volk G5091 G5719 eert G3165 Mij G5491 met de lippen G1161 , maar G846 hun G2588 hart G568 G5719 houdt zich G4206 verre G575 van G1700 Mij.
  7 G1161 Doch G3155 tevergeefs G4576 G5736 eren zij G3165 Mij G1321 G5723 , lerende G1319 leringen G1778 , [die] geboden G444 [zijn] der mensen;
  8 G1063 Want G863 G5631 , nalatende G1785 het gebod G2316 Gods G2902 G5719 , houdt gij G3862 de inzettingen G444 der mensen G909 , [als] [namelijk] wassingen G3582 der kannen G2532 en G4221 drinkbekers G2532 ; en G243 andere G5108 dergelijke G3946 dingen G4160 G5719 doet gij G4183 vele.
  9 G2532 En G3004 G5707 Hij zeide G846 tot hen G114 G : Gij doet G2316 [zeker] Gods G1785 gebod G2573 wel G114 G5719 te niet G2443 , opdat G5216 gij uw G3862 inzettingen G5083 G5661 zoudt onderhouden.
  10 G1063 Want G3475 Mozes G2036 G5627 heeft gezegd G5091 G5720 : Eer G4675 uw G3962 vader G2532 en G4675 uw G3384 moeder G2532 ; en G3962 : wie vader G2228 of G3384 moeder G2551 G5723 vloekt G5053 G , die zal G2288 den dood G5053 G5720 sterven.
  11 G1161 Maar G5210 gijlieden G3004 G5719 zegt G1437 : Zo G444 een mens G3962 tot vader G2228 of G3384 moeder G2036 G5632 zegt G2878 : [Het] [is] korban G3603 (dat G2076 G5748 is G1435 [te] [zeggen], een gave G1437 ), zo wat G1537 u van G1700 mij G5623 G5686 zou kunnen ten nutte komen, [die] [voldoet].
  12 G2532 En G863 G gij laat G846 hem G3765 niet meer G863 G5719 toe G3762 , iets G846 aan zijn G3962 vader G2228 of G846 zijn G3384 moeder G4160 G5658 te doen;
  13 G208 G Makende G2316 [alzo] Gods G3056 woord G208 G5723 krachteloos G5216 door uw G3862 inzetting G3739 , die G3860 G5656 gij ingezet hebt G2532 ; en G4183 vele G5108 dergelijke G3946 dingen G4160 G5719 doet gij.
  14 G2532 En G4341 G tot Zich G3956 de ganse G3793 schare G4341 G5666 geroepen hebbende G3004 G5707 , zeide Hij G846 tot hen G191 G5720 : Hoort G3450 Mij G3956 allen G2532 en G4920 G5720 verstaat.
  15 G2076 G5748 Er is G3762 niets G1855 van buiten G444 den mens G1519 in G846 hem G1531 G5740 ingaande G846 , hetwelk hem G1410 G5736 kan G2840 G5658 ontreinigen G235 ; maar G575 de dingen, die van G846 hem G1607 G5740 uitgaan G1565 , die G2076 G5748 zijn het G444 , welke den mens G2840 G5723 ontreinigen.
  16 G1536 Zo iemand G3775 oren G2192 G5719 heeft G191 G5721 om te horen G191 G5720 , die hore.
  17 G2532 En G3753 toen G575 Hij van G3793 de schare G1519 in G3624 huis G1525 G5627 gekomen was G1905 G5707 , vraagden G846 Hem G846 Zijn G3101 discipelen G4012 van G3850 de gelijkenis.
  18 G2532 En G3004 G5719 Hij zeide G846 tot hen G2075 G5748 : Zijt G2532 ook G5210 gij G3779 alzo G801 onwetende G3539 G5719 ? Verstaat gij G3756 niet G3754 , dat G3956 al wat G1855 van buiten G1519 in G444 den mens G1531 G5740 ingaat G846 , hem G3756 niet G1410 G5736 kan G2840 G5658 ontreinigen?
  19 G3754 Want G1531 G5736 het gaat G3756 niet G1519 in G846 zijn G2588 hart G235 , maar G1519 in G2836 den buik G2532 , en G1607 G gaat G1519 in G856 de heimelijkheid G1607 G5736 uit G2511 G5723 , reinigende G3956 al G1033 de spijzen.
  20 G1161 En G3004 G5707 Hij zeide G3754 : G1607 G5740 Hetgeen uitgaat G1537 uit G444 den mens G1565 , dat G2840 G5719 ontreinigt G444 den mens.
  21 G1063 Want G2081 van binnen G1537 uit G2588 het hart G444 der mensen G1607 G5736 komen voort G2556 kwade G1261 gedachten G3430 , overspelen G4202 , hoererijen G5408 , doodslagen,
  22 G2829 Dieverijen G4124 , gierigheden G4189 , boosheden G1388 , bedrog G766 , ontuchtigheid G4190 , een boos G3788 oog G988 , lastering G5243 , hovaardij G877 , onverstand.
  23 G3956 Al G5023 deze G4190 boze dingen G1607 G5736 komen voort G2081 van binnen G2532 , en G2840 G5719 ontreinigen G444 den mens.
  24 G2532 En G1564 van daar G450 G5631 opstaande G565 G5627 , ging Hij weg G1519 naar G3181 de landpalen G5184 van Tyrus G2532 en G4605 Sidon G2532 ; en G1519 in G3614 een huis G1525 G5631 gegaan zijnde G2309 G5707 , wilde Hij G3762 G niet G3762 , dat het iemand G1097 G5629 wist G2532 , en G1410 G5675 Hij kon G3756 [nochtans] niet G2990 G5629 verborgen zijn.
  25 G1063 Want G1135 een vrouw G3739 G846 , welker G2365 dochtertje G169 een onreinen G4151 geest G2192 G5707 had G4012 , van G846 Hem G191 G5660 gehoord hebbende G2064 G5631 , kwam G4363 G5627 en viel neder G4314 aan G846 Zijn G4228 voeten.
  26 G1161 Deze nu G2258 G5713 was G1674 een Griekse G1135 vrouw G1085 , van geboorte G4949 uit Syro-fenicie G2532 ; en G2065 G5707 zij bad G846 Hem G2443 , dat G1140 Hij den duivel G1544 G5725 uitwierp G1537 uit G846 haar G2364 dochter.
  27 G1161 Maar G2424 Jezus G2036 G5627 zeide G846 tot haar G863 G5628 : Laat G4412 eerst G5043 de kinderen G5526 G5683 verzadigd worden G1063 ; want G2076 G5748 het is G3756 niet G2570 betamelijk G740 dat men het brood G5043 der kinderen G2983 G5629 neme G2532 , en G2952 den hondekens G906 G5629 [voor] werpe.
  28 G1161 Maar G611 G5662 zij antwoordde G2532 en G3004 G5719 zeide G846 tot Hem G3483 : Ja G2962 , Heere G1063 , doch G2532 ook G2952 de hondekens G2068 G5719 eten G5270 onder G5132 de tafel G575 van G5589 de kruimkens G3813 der kinderen.
  29 G2532 En G2036 G5627 Hij zeide G846 tot haar G1223 : Om G5126 dezes G3056 woords G5217 G5720 wil ga heen G1140 , de duivel G1831 G is G1537 uit G4675 uw G2364 dochter G1831 G5758 uitgevaren.
  30 G2532 En G1519 als zij in G846 haar G3624 huis G565 G5631 kwam G2147 G5627 , vond zij G1140 , dat de duivel G1831 G5761 uitgevaren was G2532 , en G2364 de dochter G906 G5772 liggende G1909 op G2825 het bed.
  31 G2532 En G3825 Hij wederom G1831 G5631 weggegaan zijnde G1537 van G3725 de landpalen G5184 van Tyrus G2532 en G4605 Sidon G2064 G5627 , kwam G4314 aan G2281 de zee G1056 van Galilea G303 , door G3319 het midden G3725 der landpalen G1179 van Dekapolis.
  32 G2532 En G5342 G5719 zij brachten G846 tot Hem G2974 een dove G3424 , die zwaarlijk sprak G2532 , en G3870 G5719 baden G846 Hem G2443 , dat G5495 Hij de hand G846 op hem G2007 G5632 legde.
  33 G2532 En G846 hem G575 van G3793 de schare G2596 G2398 alleen G618 G5642 genomen hebbende G906 G5627 , stak Hij G846 Zijn G1147 vingeren G1519 in G846 zijn G3775 oren G2532 , en G4429 G5660 gespogen hebbende G680 G5662 , raakte Hij G846 zijn G1100 tong aan;
  34 G2532 En G308 G5660 opwaarts ziende G1519 naar G3772 den hemel G4727 G5656 , zuchtte Hij G2532 , en G3004 G5719 zeide G846 tot hem G2188 : Effatha G3603 ! dat G2076 G5748 is G1272 G5682 : wordt geopend!
  35 G2532 En G2112 terstond G1272 G werden G846 zijn G189 oren G1272 G5681 geopend G2532 , en G1199 de band G846 zijner G1100 tong G3089 G5681 werd los G2532 , en G2980 G5707 hij sprak G3723 recht.
  36 G2532 En G1291 G5668 Hij gebood G846 hunlieden G2443 , dat G3367 zij het niemand G2036 G5632 zeggen zouden G1161 ; maar G3745 G wat G846 Hij hun G3745 ook G1291 G5710 gebood G2784 G5707 , zo verkondigden zij G4054 het des G3123 te meer.
  37 G2532 En G1605 G5712 zij ontzetten zich G5249 bovenmate G3004 G5723 zeer, zeggende G4160 G : Hij heeft G3956 alles G2573 wel G4160 G5758 gedaan G4160 G5719 , en Hij maakt G2532 , dat G2974 de doven G191 G5721 horen G2532 , en G216 de stommen G2980 G5721 spreken.