Proverbs 29:10 Cross References - DSV_Strongs
Genesis 4:5-8
5
H413
Maar
H7014
Kain
H413
en
H4503
zijn offer
H8159 H0
zag Hij
H3808
niet
H8159 H8804
aan
H2734 H8799
. Toen ontstak
H7014
Kain
H3966
zeer
H6440
, en zijn aangezicht
H5307 H8799
verviel.
6
H3068
En de HEERE
H559 H8799
zeide
H413
tot
H7014
Kain
H4100
: Waarom
H2734 H8804
zijt gij ontstoken
H4100
, en waarom
H6440
is uw aangezicht
H5307 H8804
vervallen?
1 Samuel 15:11
11
H5162 H8738
Het berouwt Mij
H3588
, dat
H7586
Ik Saul
H4428
tot koning
H4427 H8689
gemaakt heb
H3588
, dewijl
H4480
hij zich van
H310
achter
H7725 H8804
Mij afgekeerd heeft
H1697
, en Mijn woorden
H3808
niet
H6965 H8689
bevestigd heeft
H2734 H8799
. Toen ontstak
H8050
Samuel
H2199 H8799
, en hij riep
H413
tot
H3068
den HEERE
H3605
den gansen
H3915
nacht.
1 Samuel 20:31-33
31
H3588
Want
H3605
al
H3117
de dagen
H834
, die
H1121
de zoon
H3448
van Isai
H5921
op
H127
den aardbodem
H2425 H8804
leven zal
H859
, zo zult gij
H4438
noch uw koninkrijk
H3559 H8735
bevestigd worden
H6258
; nu dan
H7971 H8798
, schik heen
H3947 H8798
, en haal
H853
hem
H413
tot
H3588
mij, want
H1931
hij
H1121
is een kind
H4194
des doods.
1 Samuel 22:11-23
11
H7971 H8799
Toen zond
H4428
de koning
H3548
heen, om den priester
H288
Achimelech
H1121
, den zoon
H285
van Ahitub
H7121 H8800
, te roepen
H1
, en zijns vaders
H3605
ganse
H1004
huis
H3548
, de priesters
H834
, die
H5011
te Nob
H935 H8799
waren; en zij kwamen
H3605
allen
H4428
tot den koning.
12
H7586
En Saul
H559 H8799
zeide
H8085 H8798
: Hoor
H4994
nu
H1121
, gij, zoon
H285
van Ahitub
H559 H8799
! En hij zeide
H2009
: Zie
H113
, [hier] ben ik, mijn heer!
13
H559 H8799
Toen zeide
H7586
Saul
H413
tot
H4100
hem: Waarom
H7194 H0
hebt gijlieden samen u
H5921
tegen
H7194 H8804
mij verbonden
H859
, gij
H1121
en de zoon
H3448
van Isai
H5414 H8800
, mits dat gij hem gegeven hebt
H3899
brood
H2719
en het zwaard
H430
, en God
H413
voor
H7592 H8800
hem gevraagd
H6965 H8800
, dat hij zou opstaan
H693 H8802
tegen mij tot een lagenlegger
H2088
, gelijk het te dezen
H3117
dage is?
14
H288
En Achimelech
H6030 H8799
antwoordde
H4428
den koning
H559 H8799
en zeide
H4310
: Wie
H3605
is toch onder al
H5650
uw knechten
H539 H8737
getrouw
H1732
als David
H4428
, en des konings
H2860
schoonzoon
H5493 H8804
, en voortgaande
H413
in
H4928
uw gehoorzaamheid
H3513 H8737
, en is eerlijk
H1004
in uw huis?
15
H3117
Heb ik heden
H2490 H8689
begonnen
H430
God
H7592 H8800
voor hem te vragen
H2486
? Dat zij verre van mij
H4428
, de koning
H7760 H8799
legge
H5650
op zijn knecht
H408
geen
H1697
ding
H3605
, [noch] op het ganse
H1004
huis
H1
mijns vader
H3588
; want
H5650
uw knecht
H3605
heeft van al
H2063
deze
H1697
dingen
H3808
niet
H3045 H8804
geweten
H6996
, klein
H176
noch
H1419
groot.
16
H4428
Doch de koning
H559 H8799
zeide
H288
: Achimelech
H859
, gij
H4191 H8800
moet den dood
H4191 H8799
sterven
H3605
, gij en het ganse
H1004
huis
H1
uws vaders.
17
H4428
En de koning
H559 H8799
zeide
H7323 H8801
tot de trawanten
H5921
, die bij
H5324 H8737
hem stonden
H5437 H8798
: Wendt u
H4191 H8685
, en doodt
H3548
de priesters
H3068
des HEEREN
H3588
, omdat
H3027
hun hand
H1571
ook
H5973
met
H1732
David
H3588
is, en omdat
H3045 H8804
zij geweten hebben
H3588
, dat
H1931
hij
H1272 H8802
vluchtte
H241
, en hebben het voor mijn oren
H3808
niet
H1540 H8804
geopenbaard
H5650
. Doch de knechten
H4428
des konings
H14 H8804
wilden
H3027
hun hand
H3808
niet
H7971 H8800
uitsteken
H3548
, om op de priesters
H3068
des HEEREN
H6293 H8800
aan te vallen.
18
H559 H8799
Toen zeide
H4428
de koning
H1673
tot Doeg
H859
: Wend gij
H5437 H8798
u
H6293 H8798
, en val aan
H3548
op de priesters
H5437 H8735
. Toen wendde zich
H1673
Doeg
H130
, de Edomiet
H1931
, en hij
H6293 H8799
viel aan
H3548
op de priesters
H4191 H8686
, en doodde
H1931
te dien
H3117
dage
H2568
vijf
H8084
en tachtig
H376
mannen
H906
, die den linnen
H646
lijfrok
H5375 H8802
droegen.
19
H5221 H8689
Hij sloeg
H5011
ook Nob
H5892
, de stad
H3548
dezer priesters
H6310
, met de scherpte
H2719
des zwaards
H4480
, van
H376
den man
H5704
tot
H802
de vrouw
H4480
, van
H5768
de kinderen
H5704
tot
H3243 H8802
de zuigelingen
H7794
, zelfs de ossen
H2543
en ezels
H7716
, en de schapen
H6310
, [sloeg] [hij] met de scherpte
H2719
des zwaards.
20
H259
Doch een
H1121
der zonen
H288
van Achimelech
H1121
, den zoon
H285
van Ahitub
H4422 H8735
, ontkwam
H8034
, wiens naam
H54
was Abjathar
H1272 H8799
; die vluchtte
H1732
David
H310
na.
21
H54
En Abjathar
H5046 H8686
boodschapte
H1732
het David
H3588
, dat
H7586
Saul
H3068
de priesteren
H3548
des HEEREN
H2026 H8804
gedood had.
22
H559 H8799
Toen zeide
H1732
David
H54
tot Abjathar
H3045 H8804
: Ik wist
H1931
wel te dien
H3117
dage
H3588
, toen
H1673
Doeg
H130
, de Edomiet
H8033
, daar
H3588
was, dat
H5046 H8687
hij het voorzeker
H7586
Saul
H5046 H8686
zou te kennen geven
H595
; ik
H5437 H8804
heb oorzaak gegeven
H3605
tegen al
H5315
de zielen
H1
van uws vaders
H1004
huis.
1 Kings 21:20
20
H256
En Achab
H559 H8799
zeide
H413
tot
H452
Elia
H4672 H8804
: Hebt gij mij gevonden
H341 H8802
, o, mijn vijand
H559 H8799
? En hij zeide
H4672 H8804
: Ik heb [u] gevonden
H3282
, overmits
H4376 H8692
gij uzelven verkocht hebt
H6213 H8800
, om te doen
H7451
dat kwaad
H5869
is in de ogen
H3068
des HEEREN.
1 Kings 22:8
8
H559 H8799
Toen zeide
H4428
de koning
H3478
van Israel
H413
tot
H3092
Josafat
H5750
: Er is nog
H259
een
H376
man
H4480
, om door
H854
hem
H3068
den HEERE
H1875 H8800
te vragen
H589
; maar ik
H8130 H8804
haat
H3588
hem, omdat
H5921
hij over
H3808
mij niets
H2896
goeds
H5012 H8691
profeteert
H3588 H518
, maar
H7451
kwaad
H4321
: Micha
H1121
, de zoon
H3229
van Jimla
H3092
. En Josafat
H559 H8799
zeide
H4428
: De koning
H559 H8799
zegge
H408
niet
H3651
alzo!
2 Chronicles 18:7
7
H559 H8799
Toen zeide
H4428
de koning
H3478
van Israel
H413
tot
H3092
Josafat
H5750
: Er is nog
H259
een
H376
man
H4480
, om door
H854
hem
H3068
den HEERE
H1875 H8800
te vragen
H589
; maar ik
H8130 H8804
haat
H3588
hem, want
H369 H0 H5012 H8693
hij profeteert
H5921
over
H369
mij niets
H2896
goeds
H3588
, maar
H3605 H3117
altijd
H7451
kwaad
H1931
; deze
H4321
is Micha
H1121
, de zoon
H3229
van Jimla
H3092
. En Josafat
H559 H8799
zeide
H4428
: de koning
H559 H8799
zegge
H408
niet
H3651
alzo.
Jeremiah 13:15-17
15
H8085 H8798
Hoort
H238 H8685
en neemt ter ore
H1361 H8799
, verheft u
H3068
niet; want de HEERE
H1696 H8765
heeft het gesproken.
16
H5414 H8798
Geeft
H3519
eer
H3068
den HEERE
H430
, uw God
H2821 H8686
, eer dat Hij het duister maakt
H7272
, en eer uw voeten
H5062 H8691
zich stoten
H5399
aan de schemerende
H2022
bergen
H216
; dat gij naar licht
H6960 H8765
wacht
H6757
, en Hij datzelve tot een schaduw des doods
H7760 H8804
stelle
H6205
, en tot een donkerheid
H7896 H8798 H8675 H7896 H8799
zette.
17
H8085 H8799
Zult gijlieden dat dan nog niet horen
H5315
, zo zal mijn ziel
H4565
in verborgene plaatsen
H1058 H8799
wenen
H6440
vanwege
H1466
den hoogmoed
H5869
, en mijn oog
H1830 H8800
zal bitterlijk
H1830 H8799
tranen
H1832
, ja, van tranen
H3381 H8799
nederdalen
H3068
, omdat des HEEREN
H5739
kudde
H7617 H8738
gevankelijk is weggevoerd.
Jeremiah 18:20
20
H7451
Zal dan kwaad
H2896
voor goed
H7999 H8792
vergolden worden
H5315
? want zij hebben mijn ziel
H7745
een kuil
H3738 H8804
gegraven
H2142 H8798
; gedenk
H6440
, dat ik voor Uw aangezicht
H5975 H8800
gestaan heb
H2896
, om goed
H1696 H8763
voor hen te spreken
H2534
, om Uw grimmigheid
H7725 H8687
van hen af te wenden.
Jeremiah 40:14-16
14
H559 H8799
En zeiden
H3045 H8799
tot hem: Weet gij
H3045 H8800
wel
H1185
, dat Baalis
H4428
, de koning
H1121
der kinderen
H5983
Ammons
H3458
, Ismael
H1121
, den zoon
H5418
van Nethanja
H7971 H8804
, uitgezonden heeft
H5315
, om u aan het leven
H5221 H8687
te slaan
H1436
? Maar Gedalia
H1121
, de zoon
H296
van Ahikam
H539 H8689
, geloofde hen niet.
15
H3110
Johanan
H1121
nochtans, de zoon
H7143
van Kareah
H559 H8804
, sprak
H1436
tot Gedalia
H5643
, in het verborgene
H4709
, te Mizpa
H559 H8800
, zeggende
H3212 H8799
: Laat mij toch henengaan
H3458
, en Ismael
H1121
, den zoon
H5418
van Nethanja
H5221 H8686
, slaan
H376
, en niemand
H3045 H8799
zal het weten
H5315
; waarom zou hij u aan het leven
H5221 H8686
slaan
H3064
, en gans Juda
H6908 H8737
, die tot u vergaderd zijn
H6327 H8738
, verstrooid worden
H7611
, en het overblijfsel
H3063
van Juda
H6 H8804
verloren gaan?
Mark 6:18-19
Mark 6:24-27
24
G1161
En
G1831 G5631
zij, uitgegaan zijnde
G2036 G5627
, zeide
G846
tot haar
G3384
moeder
G5101
: Wat
G154 G5698
zal ik eisen
G1161
? En
G2036 G5627
die zeide
G2776
: Het hoofd
G2491
van Johannes
G910
den Doper.
25
G2532
En
G2112
zij, terstond
G3326
met
G4710
haast
G1525 G5631
ingaande
G4314
tot
G935
den koning
G154 G5668
, heeft het geeist
G3004 G5723
, zeggende
G2309 G5719
: Ik wil
G2443
, dat
G3427
gij mij
G1824
nu terstond
G1909
, in
G4094
een schotel
G1325 G5632
, geeft
G2776
het hoofd
G2491
van Johannes
G910
den Doper.
Luke 23:34
John 5:34
John 15:18-19
18
G1487
Indien
G5209
u
G2889
de wereld
G3404 G5719
haat
G1097 G5719 G5720
, zo weet
G3754
, dat
G1691
zij Mij
G4412
eer dan
G5216
u
G3404 G5758
gehaat heeft.
19
G1487
Indien
G1537
gij van
G2889
de wereld
G2258 G5713
waart
G302
, zo zou
G2889
de wereld
G2398
het hare
G5368 G5707
liefhebben
G1161
; doch
G3754
omdat
G1537
gij van
G2889
de wereld
G3756
niet
G2075 G5748
zijt
G235
, maar
G1473
Ik
G5209
u
G1537
uit
G2889
de wereld
G1586 G5668
heb uitverkoren
G5124 G1223
, daarom
G3404 G5719
haat
G5209
u
G2889
de wereld.
Acts 7:60
Romans 10:1
1 John 3:12-13
12
G3756
Niet
G2531
gelijk
G2535
Kain
G1537
, [die] uit
G4190
den boze
G2258 G5713
was
G2532
, en
G846
zijn
G80
broeder
G4969 G5656
doodsloeg
G2532
; en
G5101
om wat
G5484
oorzaak
G4969 G
sloeg hij
G846
hem
G4969 G5656
dood
G3754
? Omdat
G846
zijn
G2041
werken
G4190
boos
G2258 G5713
waren
G1161
, en
G846
van zijn
G80
broeder
G1342
rechtvaardig.