Jeremiah 46:13 Cross References - DSV_Strongs
Isaiah 19:1-25
1
H4853
De last
H4714
van Egypte
H3068
. Ziet, de HEERE
H7392 H8802
rijdt
H7031
op een snelle
H5645
wolk
H4714
, en Hij zal in Egypte
H935 H8804
komen
H457
; en de afgoden
H4714
van Egypte
H5128 H8804
zullen bewogen worden
H6440
van Zijn aangezicht
H3824
, en het hart
H4714
der Egyptenaren
H4549 H8735
zal smelten
H7130
in het binnenste van hen.
2
H4714
Want Ik zal de Egyptenaren
H4714
tegen de Egyptenaren
H5526 H8773
verwarren
H3898 H8738
, dat zij zullen strijden
H376
een iegelijk
H251
tegen zijn broeder
H376
, en een iegelijk
H7453
tegen zijn naaste
H5892
, stad
H5892
tegen stad
H4467
, koninkrijk
H4467
tegen koninkrijk.
3
H7307
En de geest
H4714
der Egyptenaren
H1238 H8738
zal uitgeledigd worden
H7130
in het binnenste
H6098
van hen, en hun raad
H1104 H8762
zal Ik verslinden
H457
; dan zullen zij hun afgoden
H1875 H8804
vragen
H328
, en den bezweerders
H178
, en den waarzeggers
H3049
, en den duivelskunstenaars.
4
H853
En Ik zal de
H4714
Egyptenaars
H5534 H8765
besluiten
H3027
in de hand
H7186
van harde
H113
heren
H5794
, en een strenge
H4428
koning
H4910 H8799
zal over hen heersen
H5002 H8803
, spreekt
H113
de Heere
H3068
HEERE
H6635
der heirscharen.
5
H4325
En zij zullen de wateren
H3220
uit de zee
H5405 H8738
doen vergaan
H5104
, en de rivier
H2717 H8799
zal verzijpen
H3001 H8804
en verdrogen.
6
H5104
Zij zullen ook de rivieren
H2186 H8689
verre terugdrijven
H1809 H8804
, zij zullen ze uithozen
H4693
, en de gedamde
H2975
stromen
H2717 H8804
opdrogen
H7070
; het riet
H5488
en het schilf
H7060 H8804
zullen verwelken.
7
H6169
Het papiergewas
H2975
bij de stromen
H6310
, aan de oevers
H2975
der stromen
H4218
, en al het gezaaide
H2975
aan de stromen
H3001 H8799
, zal verdrogen
H5086 H8738
; het zal weggestoten worden, en niet [meer] zijn.
8
H1771
En de vissers
H578 H8804
zullen treuren
H2443
, en allen, die den angel
H2975
in de stromen
H7993 H8688
werpen
H56 H8804
, zullen rouw maken
H4365
; en die het werpnet
H6566 H8802
uitbreiden
H6440
op
H4325
de wateren
H535 H8797
, zullen kwijnen.
9
H5647 H8802
En de werkers
H8305
in het fijne
H6593
vlas
H954 H8804
zullen beschaamd worden
H707 H8802
, ook de wevers
H2355
van de witte stof.
10
H8356
En zij zullen [met] hun fondamenten
H1792 H8794
verbrijzeld worden
H7938
, allen, die [voor] loon
H5315
lustige
H99
staande wateren
H6213 H8802
maken.
11
H8269
Gewisselijk, de vorsten
H6814
van Zoan
H191
zijn dwazen
H6098
, de raad
H2450
der wijzen
H3289 H8802
, der raadgevers
H6547
van Farao
H1197 H8737
, is onvernuftig geworden
H559 H8799
; hoe kunt gijlieden [dan] zeggen
H6547
tot Farao
H1121
; Ik ben een zoon
H2450
der wijzen
H1121
, een zoon
H6924
der oude
H4428
koningen?
12
H335 H645
Waar
H2450
zijn nu uw wijzen
H5046 H8686
? Dat zij u nu te kennen geven
H3045 H8799
of vernemen
H3068
, wat de HEERE
H6635
der heirscharen
H3289 H8804
beraadslaagd heeft
H4714
tegen Egypte.
13
H8269
De vorsten
H6814
van Zoan
H2973 H8738
zijn zot geworden
H8269
, de vorsten
H5297
van Nof
H5377 H8738
zijn bedrogen
H4714
; zij zullen ook Egypte
H8582 H8689
doen dwalen
H6438
, [tot] den uitersten hoek
H7626
zijner stammen.
14
H3068
De HEERE
H5773
heeft een zeer verkeerden
H7307
geest
H4537 H8804
ingeschonken
H7130
in het midden
H4714
van hen, en zij hebben Egypte
H8582 H8689
doen dwalen
H4639
in al zijn doen
H7910
, gelijk een dronkaard
H8582 H8736
zich om en om wentelt
H6892
in zijn uitspuwsel.
15
H4639
En er zal geen werk
H4714
wezen voor de Egyptenaren
H7218
, hetwelk het hoofd
H2180
of de staart
H3712
, de tak
H100
of de bieze
H6213 H8799
doen mag.
16
H3117
Te dien dage
H4714
zullen de Egyptenaars
H802
zijn als de vrouwen
H2729 H8804
; en zij zullen beven
H6342 H8804
en vrezen
H6440
vanwege
H8573
de beweging
H3027
van de hand
H3068
des HEEREN
H6635
der heirscharen
H5130 H8688
, welke Hij tegen hen bewegen zal.
17
H127
En het land
H3063
van Juda
H4714
zal den Egyptenaren
H2283
tot een schrik
H2142 H8686
zijn; zo wie het vermelden zal
H6342 H8799
, die zal in zichzelven bevreesd wezen
H6440
vanwege
H6098
den raad
H3068
des HEEREN
H6635
der heirscharen
H3289 H8802
, dien Hij tegen hen beraadslaagd heeft.
18
H3117
Te dien dage
H2568
zullen er vijf
H5892
steden
H776 H4714
in Egypteland
H1696 H8764
zijn, sprekende
H8193
de spraak
H3667
van Kanaan
H7650 H8737
, en zwerende
H3068
den HEERE
H6635
der heirscharen
H259
; een
H559 H8735
zal genoemd zijn
H5892
een stad
H2041
der verstoring.
19
H3117
Te dien dage
H3068
zal de HEERE
H4196
een altaar
H8432
hebben in het midden
H776 H4714
van Egypteland
H4676
, en een opgericht teken
H681
aan
H1366
haar landpalen
H3068
voor den HEERE.
20
H226
En het zal zijn tot een teken
H5707
, en tot een getuigenis
H3068
den HEERE
H6635
der heirscharen
H776 H4714
in Egypteland
H3068
, want zij zullen tot den HEERE
H6817 H8799
roepen
H6440
vanwege
H3905 H8801
de verdrukkers
H3467 H8688
, en Hij zal hun een Heiland
H7227
en Meester
H7971 H8799
zenden
H5337 H8689
, Die zal hen verlossen.
21
H3068
En de HEERE
H4714
zal den Egyptenaren
H3045 H8738
bekend worden
H4714
, en de Egyptenaars
H3068
zullen den HEERE
H3045 H8804
kennen
H3117
te dien dage
H5647 H8804
; en zij zullen [Hem] dienen
H2077
[met] slachtoffer
H4503
, en spijsoffer
H3068
, en zij zullen den HEERE
H5088
een gelofte
H5087 H8804
beloven
H7999 H8765
en betalen.
22
H3068
En de HEERE
H4714
zal de Egyptenaars
H5062 H8800
dapper
H5062 H8804
slaan
H7495 H8800
, en genezen
H3068
; en zij zullen zich tot den HEERE
H7725 H8804
bekeren
H6279 H8738
, en Hij zal Zich van hen verbidden laten
H7495 H8804
, en Hij zal hen genezen.
23
H3117
Te dien dage
H4546
zal er een gebaande weg
H4714
wezen van Egypte
H804
in Assyrie
H804
, dat de Assyriers
H4714
in Egypte
H4714
, en de Egyptenaars
H804
in Assyrie
H935 H8804
komen zullen
H4714
; en de Egyptenaars
H804
zullen met de Assyriers
H5647 H8804
[den] [Heere] dienen.
Isaiah 29:1-24
1
H1945
Wee
H740
Ariel
H740
, Ariel
H7151
! de stad
H1732
, [waarin] David
H2583 H8804
gelegerd heeft
H5595 H8798
; doet
H8141
jaar
H8141
tot jaar
H2282
; laat ze feestofferen
H5362 H8799
slachten.
2
H740
Evenwel zal Ik Ariel
H6693 H8689
beangstigen
H8386
, en er zal treuring
H592
en droefheid
H740
wezen, en [die] [stad] zal Mij gelijk Ariel zijn.
3
H2583 H0
Want Ik zal een leger
H1754
in het rond om
H2583 H8804
u slaan
H6696 H8804
, en Ik zal u belegeren
H4674
met bolwerken
H4694
, en Ik zal vestingen
H6965 H8689
tegen u opwerpen.
4
H8213 H8804
Dan zult gij vernederd worden
H776
, gij zult uit de aarde
H1696 H8762
spreken
H565
, en uw spraak
H6083
zal uit het stof
H7817 H8735
zachtjes voortkomen
H6963
; en uw stem
H776
zal zijn uit de aarde
H178
als van een tovenaar
H565
, en uw spraak
H6083
zal uit het stof
H6850 H8770
piepen.
5
H1995
En de menigte
H2114 H8801
uwer vreemde
H1851
[soldaten] zal zijn gelijk dun
H80
stof
H1995
, en de menigte
H6184
der tirannen
H5674 H8802
als voorbijvliegend
H4671
kaf
H6621
; en het zal in een ogenblik
H6597
haastelijk geschieden.
6
H3068
Gij zult van den HEERE
H6635
der heirscharen
H6485 H8735
bezocht worden
H7482
met donder
H7494
, en met aardbeving
H1419
, en groot
H6963
geluid
H5492
, [met] wervelwind
H5591
, en onweder
H3851
, en de vlam
H398 H8802
eens verterenden
H784
vuurs.
7
H2472
En gelijk de droom
H3915 H2377
van een nachtgezicht
H1995
is, [alzo] zal de veelheid
H1471
aller heidenen
H740
zijn, die tegen Ariel
H6633 H8802
strijden zullen
H4685
; zelfs allen, die tegen haar en haar vestingen
H6638 H8802
strijden
H6693 H8688
, en haar beangstigen zullen.
8
H7457
Het zal alzo zijn, gelijk wanneer een hongerige
H2492 H8799
droomt
H398 H8802
, en ziet, hij eet
H6974 H8689
; maar als hij ontwaakt
H5315
, zo is zijn ziel
H7386
ledig
H834
; of, gelijk als wanneer
H6771
een dorstige
H2492 H8799
droomt
H8354 H8802
, en ziet, hij drinkt
H6974 H8689
; maar als hij ontwaakt
H5889
, ziet, zo is hij nog mat
H5315
, en zijn ziel
H8264 H8802
is begerig
H1995
; alzo zal de menigte
H1471
aller heidenen
H2022
zijn, die tegen den berg
H6726
Sion
H6633 H8802
krijgen.
9
H4102 H8697
Zij vertoeven
H8539 H8798
, daarom verwondert u
H8173 H8697
; zij zijn vrolijk
H8173 H8798
, derhalve roept gijlieden
H7937 H8804
; zij zijn dronken
H3196
, maar niet van wijn
H5128 H8804
; zij waggelen
H7941
, maar niet van sterken drank.
10
H3068
Want de HEERE
H5258 H8804
heeft over ulieden uitgegoten
H7307
een geest
H8639
des diepen slaaps
H5869
, en Hij heeft uw ogen
H6105 H8762
toegesloten
H5030
; de profeten
H7218
, en uw hoofden
H2374
, [en] de zieners
H3680 H8765
heeft Hij verblind.
11
H2380
Daarom is ulieden alle gezicht
H1697
geworden als de woorden
H2856 H8803
van een verzegeld
H5612
boek
H5414 H8799
, hetwelk men geeft
H3045 H8802 H5612
aan een, die lezen kan
H559 H8800
, zeggende
H7121 H8798
: Lees
H559 H8804
toch dit; en hij zegt
H3201 H8799
: Ik kan
H2856 H8803
niet, want het is verzegeld.
12
H5414 H8738
Of men geeft
H5612
het boek
H3045 H8804 H5612
aan een, die niet lezen kan
H559 H8800
, zeggende
H7121 H8798
: Lees
H559 H8804
toch dit; en hij zegt
H3045 H8804 H5612
: Ik kan niet lezen.
13
H136
Want de Heere
H559 H8799
heeft gezegd
H3282
: Daarom dat
H5971
dit volk
H5066 H8738
[tot] [Mij] nadert
H6310
met zijn mond
H8193
, en zij Mij met hun lippen
H3513 H8765
eren
H3820
, doch hun hart
H7368 H8765
verre van Mij doen
H3374
; en hun vreze
H4687 H582
, [waarmede] [zij] Mij [vrezen], mensengeboden
H3925 H8794
zijn, die hun geleerd zijn;
14
H3254 H8802
Daarom, ziet, Ik zal voorts
H3254 H8802
wonderlijk handelen
H5971
met dit volk
H6381 H8687
, wonderlijk
H6382
en wonderbaarlijk
H2451
; want de wijsheid
H2450
zijner wijzen
H6 H8804
zal vergaan
H998
, en het verstand
H995 H8737
zijner verstandigen
H5641 H8691
zal zich verbergen.
15
H1945
Wee
H6009 H8688
dengenen, die zich diep versteken willen
H3068
voor den HEERE
H6098
, [hun] raad
H5641 H8687
verbergende
H4639
; en welker werken
H4285
in duisterheid
H559 H8799
geschieden, en zij zeggen
H7200 H8802
: Wie ziet
H3045 H8802
ons, en wie kent ons?
16
H2017 H8800
Ulieder omkeren
H3335 H8802
is, alsof de pottenbakker
H2803 H8735
geacht werd
H2563
als leem
H4639
, dat het maaksel
H559 H8799
zeide
H6213 H8802
van zijn maker
H6213 H8804
: Hij heeft mij niet gemaakt
H3336
; en het geformeerde vat
H3335 H8802
van zijn pottenbakker
H559 H8804
zeide
H995 H8689
: Hij verstaat het niet.
17
H4213
Is het niet nog om een klein
H4592
weinig
H3844
, dat de Libanon
H3759
in een vruchtbaar veld
H7725 H8804
zal veranderd worden
H3759
, en het vruchtbare veld
H3293
voor een woud
H2803 H8735
geacht zal worden?
18
H3117
En te dien dage
H2795
zullen de doven
H8085 H8804
horen
H1697
de woorden
H5612
des Boeks
H5869
; en de ogen
H5787
der blinden
H652
, zijnde uit de donkerheid
H2822
en uit de duisternis
H7200 H8799
, zullen zien.
19
H6035
En de zachtmoedigen
H8057
zullen vreugde
H3254 H8804
op vreugde hebben
H3068
in den HEERE
H34
; en de behoeftigen
H120
onder de mensen
H6918
zullen zich in den Heilige
H3478
Israels
H1523 H8799
verheugen.
20
H6184
Wanneer de tiran
H656 H8804
een einde zal hebben
H3887 H8801
, en dat het met den bespotter
H3615 H8804
uit zal zijn
H205
, en dat allen, die tot ongerechtigheid
H8245 H8802
waken
H3772 H8738
, uitgeroeid zullen zijn;
21
H120
Die een mens
H2398 H8688
schuldig maken
H1697
om een woord
H6983 H8799
, en leggen dien strikken
H3198 H8688
, die [hen] bestraft
H8179
in de poort
H6662
; en die den rechtvaardige
H5186 H8686
verdrijven
H8414
in het woeste.
22
H559 H8804
Daarom zegt
H3068
de HEERE
H85
, Die Abraham
H6299 H8804
verlost heeft
H1004
, tot het huis
H3290
van Jakob
H3290
alzo: Jakob
H954 H8799
zal nu niet [meer] beschaamd worden
H6440
, en nu zal zijn aangezicht
H2357 H8799
niet [meer] bleek worden;
Jeremiah 43:10-13
10
H559 H8804
En zeg
H559 H8804
tot hen: Zo zegt
H3068
de HEERE
H6635
der heirscharen
H430
, de God
H3478
Israels
H7971 H8802
: Ziet, Ik zal henenzenden
H5019
, en Nebukadrezar
H4428
, den koning
H894
van Babel
H5650
, Mijn knecht
H3947 H8804
, halen
H3678
, en Ik zal zijn troon
H7760 H8804
zetten
H4605
boven op
H68
deze stenen
H2934 H8804
, die Ik verborgen heb
H8237
; en hij zal zijn schone tent
H5186 H8804
daarover spannen.
11
H935 H8804
En hij zal komen
H776 H4714
en Egypteland
H5221 H8689
slaan
H4194
: wie ten dood
H4194
, ten dode
H7628
; en wie ter gevangenis
H7628
, ter gevangenis
H2719
; en wie ten zwaard
H2719
, ten zwaarde.
12
H784
En Ik zal een vuur
H3341 H8689
aansteken
H1004
in de huizen
H430
der goden
H4714
van Egypte
H8313 H8804
, en hij zal ze verbranden
H7617 H8804
, en gevankelijk wegvoeren
H776 H4714
; en hij zal Egypteland
H5844 H8804
aantrekken
H7462 H8802
, gelijk als een herder
H899
zijn kleed
H5844 H8799
aantrekt
H3318 H8804
, en hij zal van daar uittrekken
H7965
in vrede.
Jeremiah 44:30
30
H559 H8804
Alzo zegt
H3068
de HEERE
H6548
: Ziet, Ik zal Farao Hofra
H4428
, den koning
H4714
van Egypte
H5414 H8802
, geven
H3027
in de hand
H341 H8802
zijner vijanden
H3027
, en in de hand
H5315
dergenen, die zijn ziel
H1245 H8764
zoeken
H6667
, gelijk als Ik Zedekia
H4428
, den koning
H3063
van Juda
H5414 H8804
, gegeven heb
H3027
in de hand
H5019
van Nebukadrezar
H4428
, den koning
H894
van Babel
H341 H8802
, zijn vijand
H5315
, en die zijn ziel
H1245 H8764
zocht.