DSV_Strongs(i)
1
H1945
Wee
H740
Ariel
H740
, Ariel
H7151
! de stad
H1732
, [waarin] David
H2583 H8804
gelegerd heeft
H5595 H8798
; doet
H8141
jaar
H8141
tot jaar
H2282
; laat ze feestofferen
H5362 H8799
slachten.
2
H740
Evenwel zal Ik Ariel
H6693 H8689
beangstigen
H8386
, en er zal treuring
H592
en droefheid
H740
wezen, en [die] [stad] zal Mij gelijk Ariel zijn.
3
H2583 H0
Want Ik zal een leger
H1754
in het rond om
H2583 H8804
u slaan
H6696 H8804
, en Ik zal u belegeren
H4674
met bolwerken
H4694
, en Ik zal vestingen
H6965 H8689
tegen u opwerpen.
4
H8213 H8804
Dan zult gij vernederd worden
H776
, gij zult uit de aarde
H1696 H8762
spreken
H565
, en uw spraak
H6083
zal uit het stof
H7817 H8735
zachtjes voortkomen
H6963
; en uw stem
H776
zal zijn uit de aarde
H178
als van een tovenaar
H565
, en uw spraak
H6083
zal uit het stof
H6850 H8770
piepen.
5
H1995
En de menigte
H2114 H8801
uwer vreemde
H1851
[soldaten] zal zijn gelijk dun
H80
stof
H1995
, en de menigte
H6184
der tirannen
H5674 H8802
als voorbijvliegend
H4671
kaf
H6621
; en het zal in een ogenblik
H6597
haastelijk geschieden.
6
H3068
Gij zult van den HEERE
H6635
der heirscharen
H6485 H8735
bezocht worden
H7482
met donder
H7494
, en met aardbeving
H1419
, en groot
H6963
geluid
H5492
, [met] wervelwind
H5591
, en onweder
H3851
, en de vlam
H398 H8802
eens verterenden
H784
vuurs.
7
H2472
En gelijk de droom
H3915 H2377
van een nachtgezicht
H1995
is, [alzo] zal de veelheid
H1471
aller heidenen
H740
zijn, die tegen Ariel
H6633 H8802
strijden zullen
H4685
; zelfs allen, die tegen haar en haar vestingen
H6638 H8802
strijden
H6693 H8688
, en haar beangstigen zullen.
8
H7457
Het zal alzo zijn, gelijk wanneer een hongerige
H2492 H8799
droomt
H398 H8802
, en ziet, hij eet
H6974 H8689
; maar als hij ontwaakt
H5315
, zo is zijn ziel
H7386
ledig
H834
; of, gelijk als wanneer
H6771
een dorstige
H2492 H8799
droomt
H8354 H8802
, en ziet, hij drinkt
H6974 H8689
; maar als hij ontwaakt
H5889
, ziet, zo is hij nog mat
H5315
, en zijn ziel
H8264 H8802
is begerig
H1995
; alzo zal de menigte
H1471
aller heidenen
H2022
zijn, die tegen den berg
H6726
Sion
H6633 H8802
krijgen.
9
H4102 H8697
Zij vertoeven
H8539 H8798
, daarom verwondert u
H8173 H8697
; zij zijn vrolijk
H8173 H8798
, derhalve roept gijlieden
H7937 H8804
; zij zijn dronken
H3196
, maar niet van wijn
H5128 H8804
; zij waggelen
H7941
, maar niet van sterken drank.
10
H3068
Want de HEERE
H5258 H8804
heeft over ulieden uitgegoten
H7307
een geest
H8639
des diepen slaaps
H5869
, en Hij heeft uw ogen
H6105 H8762
toegesloten
H5030
; de profeten
H7218
, en uw hoofden
H2374
, [en] de zieners
H3680 H8765
heeft Hij verblind.
11
H2380
Daarom is ulieden alle gezicht
H1697
geworden als de woorden
H2856 H8803
van een verzegeld
H5612
boek
H5414 H8799
, hetwelk men geeft
H3045 H8802 H5612
aan een, die lezen kan
H559 H8800
, zeggende
H7121 H8798
: Lees
H559 H8804
toch dit; en hij zegt
H3201 H8799
: Ik kan
H2856 H8803
niet, want het is verzegeld.
12
H5414 H8738
Of men geeft
H5612
het boek
H3045 H8804 H5612
aan een, die niet lezen kan
H559 H8800
, zeggende
H7121 H8798
: Lees
H559 H8804
toch dit; en hij zegt
H3045 H8804 H5612
: Ik kan niet lezen.
13
H136
Want de Heere
H559 H8799
heeft gezegd
H3282
: Daarom dat
H5971
dit volk
H5066 H8738
[tot] [Mij] nadert
H6310
met zijn mond
H8193
, en zij Mij met hun lippen
H3513 H8765
eren
H3820
, doch hun hart
H7368 H8765
verre van Mij doen
H3374
; en hun vreze
H4687 H582
, [waarmede] [zij] Mij [vrezen], mensengeboden
H3925 H8794
zijn, die hun geleerd zijn;
14
H3254 H8802
Daarom, ziet, Ik zal voorts
H3254 H8802
wonderlijk handelen
H5971
met dit volk
H6381 H8687
, wonderlijk
H6382
en wonderbaarlijk
H2451
; want de wijsheid
H2450
zijner wijzen
H6 H8804
zal vergaan
H998
, en het verstand
H995 H8737
zijner verstandigen
H5641 H8691
zal zich verbergen.
15
H1945
Wee
H6009 H8688
dengenen, die zich diep versteken willen
H3068
voor den HEERE
H6098
, [hun] raad
H5641 H8687
verbergende
H4639
; en welker werken
H4285
in duisterheid
H559 H8799
geschieden, en zij zeggen
H7200 H8802
: Wie ziet
H3045 H8802
ons, en wie kent ons?
16
H2017 H8800
Ulieder omkeren
H3335 H8802
is, alsof de pottenbakker
H2803 H8735
geacht werd
H2563
als leem
H4639
, dat het maaksel
H559 H8799
zeide
H6213 H8802
van zijn maker
H6213 H8804
: Hij heeft mij niet gemaakt
H3336
; en het geformeerde vat
H3335 H8802
van zijn pottenbakker
H559 H8804
zeide
H995 H8689
: Hij verstaat het niet.
17
H4213
Is het niet nog om een klein
H4592
weinig
H3844
, dat de Libanon
H3759
in een vruchtbaar veld
H7725 H8804
zal veranderd worden
H3759
, en het vruchtbare veld
H3293
voor een woud
H2803 H8735
geacht zal worden?
18
H3117
En te dien dage
H2795
zullen de doven
H8085 H8804
horen
H1697
de woorden
H5612
des Boeks
H5869
; en de ogen
H5787
der blinden
H652
, zijnde uit de donkerheid
H2822
en uit de duisternis
H7200 H8799
, zullen zien.
19
H6035
En de zachtmoedigen
H8057
zullen vreugde
H3254 H8804
op vreugde hebben
H3068
in den HEERE
H34
; en de behoeftigen
H120
onder de mensen
H6918
zullen zich in den Heilige
H3478
Israels
H1523 H8799
verheugen.
20
H6184
Wanneer de tiran
H656 H8804
een einde zal hebben
H3887 H8801
, en dat het met den bespotter
H3615 H8804
uit zal zijn
H205
, en dat allen, die tot ongerechtigheid
H8245 H8802
waken
H3772 H8738
, uitgeroeid zullen zijn;
21
H120
Die een mens
H2398 H8688
schuldig maken
H1697
om een woord
H6983 H8799
, en leggen dien strikken
H3198 H8688
, die [hen] bestraft
H8179
in de poort
H6662
; en die den rechtvaardige
H5186 H8686
verdrijven
H8414
in het woeste.
22
H559 H8804
Daarom zegt
H3068
de HEERE
H85
, Die Abraham
H6299 H8804
verlost heeft
H1004
, tot het huis
H3290
van Jakob
H3290
alzo: Jakob
H954 H8799
zal nu niet [meer] beschaamd worden
H6440
, en nu zal zijn aangezicht
H2357 H8799
niet [meer] bleek worden;