DSV_Strongs(i)
1
H3068
Want de HEERE
H3290
zal Zich over Jakob
H7355 H8762
ontfermen
H3478
, en Hij zal Israel
H977 H8804
nog verkiezen
H127
, en Hij zal hen in hun land
H3240 H8689
zetten
H1616
; en de vreemdeling
H3867 H8738
zal zich tot hen vervoegen
H1004
, en zij zullen het huis
H3290
van Jakob
H5596 H8738
aanhangen.
2
H5971
En de volken
H3947 H8804
zullen hen aannemen
H4725
, en in hun plaats
H935 H8689
brengen
H1004
; en het huis
H3478
Israels
H5157 H8694
zal hen erfelijk bezitten
H127
in het land
H3068
des HEEREN
H5650
tot knechten
H8198
en tot maagden
H7617 H8802
; en zij zullen gevangen houden
H7617 H8802
degenen, die hen gevangen hielden
H7287 H8804
, en zij zullen heersen
H5065 H8802
over hun drijvers.
3
H3117
En het zal geschieden ten dage
H3068
, wanneer u de HEERE
H5117 H8687
rust geven zal
H6090
van uw smart
H7267
, en van uw beroering
H7186
, en van de harde
H5656
dienstbaarheid
H5647 H8795
, waarin men u heeft doen dienen;
4
H4912
Dan zult gij deze spreuk
H5375 H8804
opnemen
H4428
tegen den koning
H894
van Babel
H559 H8804
, en zeggen
H7673 H0
: Hoe houdt
H5065 H8802
de drijver
H7673 H8804
op
H7673 H0
? [Hoe] houdt
H4062
de goudene
H7673 H8804
op?
5
H3068
De HEERE
H4294
heeft den stok
H7563
der goddelozen
H7665 H8804
gebroken
H7626
, den scepter
H4910 H8802
der heersers.
6
H5971
Die de volken
H5221 H8688
plaagde
H5678
in verbolgenheid
H4347
met een plaag
H1115
zonder
H5627
ophouden
H639
, die in toorn
H1471
over de heidenen
H7287 H8802
heerste
H4783
, die wordt vervolgd
H1097
, zonder dat het iemand
H2820 H8804
afweren kan.
7
H776
De ganse aarde
H5117 H8804
rust
H8252 H8804
, zij is stil
H6476 H8804
; zij maken groot geschal
H7440
met gejuich.
8
H8055 H8804
Ook verheugen zich
H1265
de dennen
H730
over u, [en] de cederen
H3844
van Libanon
H7901 H8804
, [zeggende]: Sinds dat gij daar nederligt
H5927 H0
, komt
H5927 H8799
niemand tegen ons op
H3772 H8802
, die ons afhouwe.
9
H7585
De hel
H7264 H8804
van onderen was beroerd
H7125 H8800
om uwentwil, om [u] tegemoet te gaan
H935 H8800
, als gij kwaamt
H5782 H0
; zij wekt
H7496
om uwentwil de doden
H5782 H8790
op
H6260
, al de bokken
H776
der aarde
H4428
; zij doet al de koningen
H1471
der heidenen
H3678
van hun tronen
H6965 H8689
opstaan.
10
H6030 H8799
Die altegader zullen antwoorden
H559 H8799
, en tot u zeggen
H2470 H8795
: Gij zijt ook krank geworden
H4911 H8738
, gelijk wij, gij zijt ons gelijk geworden.
11
H1347
Uw hovaardij
H7585
is in de hel
H3381 H8717
nedergestort
H1998
, [met] het geklank
H5035
uwer luiten
H7415
; de maden
H3331 H8714
zullen onder u gestrooid worden
H8438
, en de wormen
H4374
zullen u bedekken.
12
H8064
Hoe zijt gij uit den hemel
H5307 H8804
gevallen
H1966
, o morgenster
H1121
, gij zoon
H7837 H8676 H3213 H8685
des dageraads
H776
! [hoe] zijt gij ter aarde
H1438 H8738
nedergehouwen
H1471
, gij, die de heidenen
H2522 H8802
krenktet!
13
H559 H8804
En zeidet
H3824
in uw hart
H8064
: Ik zal ten hemel
H5927 H8799
opklimmen
H3678
, ik zal mijn troon
H4605
boven
H3556
de sterren
H410
Gods
H7311 H8686
verhogen
H3427 H8799
; en ik zal mij zetten
H2022
op den berg
H4150
der samenkomst
H3411
aan de zijden
H6828
van het noorden.
14
H1116
Ik zal boven de hoogten
H5645
der wolken
H5927 H8799
klimmen
H5945
, ik zal den Allerhoogste
H1819 H8691
gelijk worden.
15
H7585
Ja, in de hel
H3381 H8714
zult gij nedergestoten worden
H3411
, aan de zijden
H953
van den kuil!
16
H7200 H8802
Die u zien zullen
H7688 H8686
, zullen u aanschouwen
H995 H8709
, zij zullen op u letten
H376
, [en] [zeggen]: Is dat die man
H776
, die de aarde
H7264 H8688
beroerde
H4467
, die de koninkrijken
H7493 H8688
deed beven?
17
H8398
Die de wereld
H4057
als een woestijn
H7760 H8804
stelde
H5892
, en derzelver steden
H2040 H8804
verstoorde
H615
, die zijn gevangenen
H6605 H8804
niet liet los
H1004
[gaan] naar huis toe?
18
H4428
Al de koningen
H1471
der heidenen
H7901 H8804
, zij allen liggen neder
H3519
met eer
H376
, een iegelijk
H1004
in zijn huis;
19
H7993 H8717
Maar gij zijt verworpen
H6913
van uw graf
H8581 H8737
, als een gruwelijke
H5342
scheut
H3830
, [als] een kleed
H2026 H8803
der gedoden
H2719
, die met het zwaard
H2944 H8794
doorstoken zijn
H3381 H8802
; [als] die nederdalen
H68 H953
in een steenkuil
H947 H8716
, als een vertreden
H6297
dood lichaam.
20
H3161 H8799
Gij zult bij dezelve niet gevoegd worden
H6900
in de begrafenis
H776
; want gij hebt uw land
H7843 H8765
verdorven
H5971
, [en] uw volk
H2026 H8804
gedood
H2233
; het zaad
H7489 H8688
der boosdoeners
H5769
zal in der eeuwigheid
H7121 H8735
niet genoemd worden.
21
H3559 H0
Maakt
H4293
de slachting
H1121
voor zijn kinderen
H3559 H8685
gereed
H1
, om hunner vaderen
H5771
ongerechtigheid
H1077
wil; dat zij niet
H6965 H8799
opstaan
H776
, en de aarde
H3423 H8804
erven
H6440 H8398
, en de wereld
H4390 H8804
vervullen
H6145 H8676 H5892
met steden;
22
H6965 H8804
Want Ik zal tegen hen opstaan
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE
H6635
der heirscharen
H894
, en Ik zal van Babel
H3772 H8689
uitroeien
H8034
den naam
H7605
en het overblijfsel
H5209
, en den zoon
H5220
en den zoonszoon
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE.
23
H7760 H8804
En Ik zal hen stellen
H4180
tot een erve
H7090
der nachtuilen
H98 H4325
, en [tot] waterpoelen
H4292
; en Ik zal hen met een bezem
H8045 H8687
des verderfs
H2894 H8773
uitvagen
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE
H6635
der heirscharen.
24
H3068
De HEERE
H6635
der heirscharen
H7650 H8738
heeft gezworen
H559 H8800
, zeggende
H1819 H8765
: Indien niet, gelijk Ik gedacht heb
H3289 H8804
, het alzo geschiede, en gelijk Ik beraadslaagd heb
H6965 H8799
, het bestaan zal!
25
H804
Dat Ik Assur
H776
in Mijn land
H7665 H8800
zal verbreken
H2022
, en hem op Mijn bergen
H947 H8799
vertreden
H5923
; opdat zijn juk
H5493 H8804
van hen afwijke
H5448
, en zijn last
H7926
van hun schouder
H5493 H8799
wijke.
26
H6098
Dit is de raadslag
H3289 H8803
, die beraadslaagd is
H776
over dat ganse land
H3027
; en dit is de hand
H5186 H8803
, die uitgestrekt is
H1471
over alle volken.
27
H3068
Want de HEERE
H6635
der heirscharen
H3289 H8804
heeft het in Zijn raad besloten
H6565 H8686
, wie zal het dan verbreken
H3027
? en Zijn hand
H5186 H8803
is uitgestrekt
H7725 H8686
, wie zal ze dan keren?
29
H8055 H8799
Verheug u
H6429
niet, gij gans Palestina
H7626
! dat de roede
H5221 H8688
die u sloeg
H7665 H8738
, gebroken is
H8328
; want uit de wortel
H5175
der slang
H6848
zal een basilisk
H3318 H8799
voortkomen
H6529
, en haar vrucht
H5774 H8789
zal een vurige vliegende
H8314
draak zijn.
30
H1060
En de eerstgeborenen
H1800
der armen
H7462 H8804
zullen weiden
H34
, en de nooddruftigen
H983
zullen zeker
H7257 H8799
nederliggen
H8328
; uw wortel
H7458
daarentegen zal Ik door den honger
H4191 H8689
doden
H7611
, en uw overblijfsel
H2026 H8799
zal hij ombrengen.