Isaiah 36:4 Cross References - DSV_Strongs
2 Kings 18:5
2 Kings 18:19-37
19
H7262
En Rabsake
H559 H8799
zeide
H413
tot
H559 H8798
hen: Zegt
H4994
nu
H413
tot
H2396
Hizkia
H3541
: Zo
H559 H8804
zegt
H1419
de grote
H4428
koning
H4428
, de koning
H804
van Assyrie
H4100
: Wat
H986
vertrouwen
H2088
is dit
H834
, waarmede
H982 H8804
gij vertrouwt?
20
H559 H8804
Gij zegt
H389
(doch
H1697
het is een woord
H8193
der lippen
H6098
): Er is raad
H1369
en macht
H4421
tot den oorlog
H5921
; op
H4310
wien
H982 H8804
vertrouwt gij
H6258
nu
H3588
, dat
H4775 H8804
gij tegen mij rebelleert?
21
H2009
Zie
H6258
nu
H982 H8804
, vertrouwt gij
H5921
u op
H2088
dien
H7533 H8803
gebroken
H4938 H7070
rietstaf
H5921
, op
H4714
Egypte
H5921
, op
H834
denwelken
H376
zo iemand
H5564 H8735
leunt
H3709
, zo zal hij in zijn hand
H935 H8804
gaan
H5344 H8804
, en die doorboren
H3651
; alzo
H6547
is Farao
H4428
, de koning
H4714
van Egypte
H3605
, al
H5921
dengenen, die op
H982 H8802
hem vertrouwen.
22
H3588
Maar
H413
zo gij tot
H559 H8799
mij zegt
H982 H8804
: Wij vertrouwen
H413
op
H3068
den HEERE
H430
, onzen God
H1931
; is Hij
H3808
die niet
H1116
, Wiens hoogten
H4196
en Wiens altaren
H2396
Hizkia
H5493 H8689
weggenomen heeft
H3063
, en tot Juda
H3389
en tot Jeruzalem
H559 H8799
gezegd heeft
H6440
: Voor
H2088
dit
H4196
altaar
H7812 H8691
zult gij u buigen
H3389
te Jeruzalem?
23
H6258
Nu dan
H6148 H8690
, wed
H4994
toch
H113
met mijn heer
H4428
, den koning
H804
van Assyrie
H505
; en ik zal u twee duizend
H5483
paarden
H5414 H8799
geven
H518
, zo
H7392 H8802
gij voor u de ruiters
H5921
daarop
H3201 H8799
zult kunnen
H5414 H8800
geven.
24
H349
Hoe
H6440
zoudt gij dan het aangezicht
H259
van een enigen
H6346
vorst
H6996
van de geringste
H5650
knechten
H113
mijns heren
H7725 H8686
afkeren
H982 H8799
? Maar gij vertrouwt
H5921
op
H4714
Egypte
H7393
, om de wagenen
H6571
en om de ruiteren.
25
H6258
Nu
H1107
, ben ik zonder
H3068
den HEERE
H5927 H8804
opgetogen
H5921
tegen
H2088
deze
H4725
plaats
H7843 H8687
, om die te verderven
H3068
? De HEERE
H413
heeft tot
H559 H8804
mij gezegd
H5927 H8798
: Trek op
H5921
tegen
H2063
dat
H776
land
H7843 H8685
, en verderf het.
26
H559 H8799
Toen zeide
H471
Eljakim
H1121
, de zoon
H2518
van Hilkia
H7644
, en Sebna
H3098
, en Joah
H413
tot
H7262
Rabsake
H1696 H8761
: Spreek
H4994
toch
H413
tot
H5650
uw knechten
H762
in het Syrisch
H3588
, want
H587
wij
H8085 H8802
verstaan
H1696 H8762
het [wel]; en spreek
H5973
met
H408
ons niet
H3066
in het Joods
H241
, voor de oren
H5971
des volks
H834
, dat
H5921
op
H2346
den muur is.
27
H7262
Maar Rabsake
H559 H8799
zeide
H413
tot
H113
hen: Heeft mijn heer
H5921
mij tot
H113
uw heer
H413
en tot
H7971 H8804
u gezonden
H428
, om deze
H1697
woorden
H1696 H8763
te spreken
H3808
? Is het niet
H5921
tot
H582
de mannen
H5921
, die op
H2346
den muur
H3427 H8802
zitten
H5973
, dat zij met
H6675 H8675 H2755
ulieden hun drek
H398 H8800
eten
H4325 H7272 H8675 H7890
, en hun water
H8354 H8800
drinken zullen?
28
H5975 H8799
Alzo stond
H7262
Rabsake
H7121 H8799
, en riep
H1419
met luider
H6963
stem
H3066
in het Joods
H1696 H8762
; en hij sprak
H559 H8799
en zeide
H8085 H8798
: Hoort
H1697
het woord
H1419
des groten
H4428
konings
H4428
, des konings
H804
van Assyrie!
29
H3541
Zo
H559 H8804
zegt
H4428
de koning
H2396
: Dat Hizkia
H408
u niet
H5377 H8686
bedriege
H3588
: want
H853
hij zal u
H3808
niet
H3201 H8799
kunnen
H5337 H8687
redden
H4480
uit
H3027
zijn hand.
30
H2396
Daartoe dat Hizkia
H853
u
H408
niet
H982 H8686
doe vertrouwen
H413
op
H3068
den HEERE
H559 H8800
, zeggende
H3068
: De HEERE
H5337 H8687
zal ons zekerlijk
H5337 H8686
redden
H2063
, en deze
H5892
stad
H3808
zal niet
H3027
in de hand
H4428
van den koning
H804
van Assyrie
H5414 H8735
gegeven worden.
31
H8085 H8799
Hoort
H413
naar
H2396
Hizkia
H408
niet
H3588
; want
H3541
zo
H559 H8804
zegt
H4428
de koning
H804
van Assyrie
H6213 H8798
: Handelt
H854
met
H1293
mij door een geschenk
H413
, en komt tot
H3318 H8798
mij uit
H398 H8798
, en eet
H376
, een ieder
H1612
[van] zijn wijnstok
H376
, en een ieder
H8384
[van] zijn vijgeboom
H8354 H8798
; en drinkt
H376
een ieder
H4325
het water
H953
zijns bornputs;
32
H5704
Totdat
H935 H8800
ik kom
H853
, en u
H3947 H8804
haal
H413
in
H776
een land
H776
, als ulieder land
H776
, een land
H1715
van koren
H8492
en van most
H776
, een land
H3899
van brood
H3754
en van wijngaarden
H776
, een land
H2132
van olijven
H3323
, van olie
H1706
en van honig
H2421 H8798
; zo zult gij leven
H3808
en niet
H4191 H8799
sterven
H8085 H8799
; en hoort
H408
niet
H413
naar
H2396
Hizkia
H3588
, want
H853
hij hitst u
H5496 H8686
op
H559 H8800
, zeggende
H3068
: De HEERE
H5337 H8686
zal ons redden.
33
H430
Hebben de goden
H1471
der volken
H376
, ieder
H776
zijn land
H5337 H8687
, enigszins
H5337 H8689
gered
H4480
uit
H3027
de hand
H4428
van den koning
H804
van Assyrie?
34
H346
Waar
H430
zijn de goden
H2574
van Hamath
H774
, en van Arpad
H346
? Waar
H430
zijn de goden
H5617
van Sefarvaim
H2012
, Hena
H5755
en Ivva
H3588
? Ja
H8111
, hebben zij Samaria
H4480
uit
H3027
mijn hand
H5337 H8689
gered?
35
H4310
Welke
H3605
zijn ze onder alle
H430
goden
H776
der landen
H834
, die
H776
hun land
H4480
uit
H3027
mijn hand
H5337 H8689
gered hebben
H3588
, dat
H3068
de HEERE
H3389
Jeruzalem
H4480
uit
H3027
mijn hand
H5337 H8686
redden zou?
36
H5971
Doch het volk
H2790 H8689
zweeg stil
H6030 H8804
en antwoordde
H853
hem
H3808
niet
H1697
een woord
H3588
; want
H4687
het gebod
H4428
des konings
H1931
was
H559 H8800
, zeggende
H3808
: Gij zult hem niet
H6030 H8799
antwoorden.
37
H935 H8799
Toen kwam
H471
Eljakim
H1121
, de zoon
H2518
van Hilkia
H834 H5921 H1004
, de hofmeester
H7644
, en Sebna
H5608 H8802
, de schrijver
H3098
, en Joah
H1121
, de zoon
H623
van Asaf
H2142 H8688
, de kanselier
H413
, tot
H2396
Hizkia
H7167 H8803
, met gescheurde
H899
klederen
H5046 H0
; en zij gaven
H1697
hem de woorden
H7262
van Rabsake
H5046 H8686
te kennen.
2 Kings 19:10
10
H3541
Zo
H559 H8799
zult gij spreken
H413
tot
H2396
Hizkia
H4428
, den koning
H3063
van Juda
H559 H8800
, zeggende
H430
: Laat u uw God
H408
niet
H5377 H8686
bedriegen
H834
, op welken
H859
gij
H982 H8802
vertrouwt
H559 H8800
, zeggende
H3389
: Jeruzalem
H3027
zal in de hand
H4428
des konings
H804
van Assyrie
H3808
niet
H5414 H8735
gegeven worden.
2 Chronicles 32:7-10
7
H2388 H8798
Zijt sterk
H553 H8798
, en hebt een goeden moed
H3372 H8799
, vreest
H408
niet
H2865 H8735
, en ontzet u
H408
niet
H4480
, voor
H6440
het aangezicht
H4428
des konings
H804
van Assyrie
H4480
, noch voor
H6440
het aangezicht
H3605
der ganse
H1995
menigte
H834
, die
H5973
met
H3588
hem is; want
H5973
met
H7227
ons is er meer
H4480
, dan
H5973
met hem.
8
H5973
Met
H1320
hem is een vleselijke
H2220
arm
H5973
, maar met
H3068
ons is de HEERE
H430
, onze God
H5826 H8800
, om ons te helpen
H4421
, en om onze krijgen
H3898 H8736
te krijgen
H5971
. En het volk
H5564 H8735
steunde
H5921
op
H1697
de woorden
H3169
van Jehizkia
H4428
, den koning
H3063
van Juda.
9
H310
Na
H2088
dezen
H7971 H8804
zond
H5576
Sanherib
H4428
, de koning
H804
van Assyrie
H5650
, zijn knechten
H3389
naar Jeruzalem
H1931
, (doch hij zelf
H5921
was voor
H3923
Lachis
H3605
, en al
H4475
zijn heerschappij
H5973
met
H5921
hem) tot
H3169
Jehizkia
H4428
, den koning
H3063
van Juda
H5921
, en tot
H3605
het ganse
H3063
Juda
H834
, dat
H3389
te Jeruzalem
H559 H8800
was, zeggende:
2 Chronicles 32:14-16
14
H4310
Wie
H3605
is er onder alle
H430
goden
H428
derzelver
H1471
natien
H834
, dewelke
H1
mijn vaders
H2763 H8689
verbannen hebben
H834
, die
H5971
zijn volk
H3201 H8804
heeft kunnen
H5337 H8687
redden
H4480
uit
H3027
mijn hand
H3588
, dat
H430
uw God
H853
u
H4480
uit
H3027
mijn hand
H3201 H8799
zou kunnen
H5337 H8687
redden?
15
H6258
Nu dan
H2396
, dat Jehizkia
H853
ulieden
H408
niet
H5377 H8686
bedriege
H853
, en dat hij u
H2063
op zulk een wijze
H408
niet
H5496 H8686
opruie
H539 H8686
, en gelooft
H408
hem niet
H3588
; want
H3808 H3605
geen
H433
god
H3605
van enige
H1471
natie
H4467
en koninkrijk
H5971
heeft zijn volk
H4480
uit
H3027
mijn hand
H1
en mijner vaderen
H3027
hand
H3201 H8799
kunnen
H5337 H8687
redden
H637 H3588
; hoeveel
H3808
te min
H430
zal uw God
H853
u
H4480
uit
H3027
mijn hand
H5337 H8686
kunnen redden?
Psalms 42:3
Psalms 42:10
Psalms 71:10-11
Proverbs 16:18
Isaiah 10:8-14
9
H3641
Is niet Kalno
H3751
gelijk Karchemis
H2574
? Is Hamath
H774
niet gelijk Arfad
H8111
? Is niet Samaria
H1834
gelijk Damaskus?
10
H3027
Gelijk als mijn hand
H4672 H8804
gevonden heeft
H4467
de koninkrijken
H457
der afgoden
H6456
, ofschoon hun gesneden beelden
H3389
beter zijn, dan [die] van Jeruzalem
H8111
, en dan [die] van Samaria;
11
H6213 H8804
Gelijk als ik gedaan heb
H8111
aan Samaria
H457
en aan haar afgoden
H6213 H8799
, zou ik alzo niet kunnen doen
H3389
aan Jeruzalem
H6091
en aan haar afgoden?
12
H136
Want het zal geschieden, als de HEERE
H1214 H8762
een einde zal gemaakt hebben
H4639
van al Zijn werk
H2022
op den berg
H6726
Sion
H3389
en te Jeruzalem
H6485 H8799
, dan zal Ik te huis zoeken
H6529
de vrucht
H1433
van de grootsheid
H3824
des harten
H4428
van den koning
H804
van Assyrie
H8597
, en de pracht
H7312
van de hoogheid
H5869
zijner ogen.
13
H559 H8804
Omdat hij gezegd heeft
H3581
: Door de kracht
H3027
mijner hand
H6213 H8804
heb ik het gedaan
H2451
, en door mijn wijsheid
H995 H8738
, want ik ben verstandig
H1367
; en ik heb de landpalen
H5971
der volken
H5493 H8686
weggenomen
H6259 H8675 H6264
, en heb hun voorraad
H8154 H8782
geroofd
H47 H3524
, en heb als een geweldige
H3427 H8802
de inwoners
H3381 H8686
doen nederdalen;
14
H3027
En mijn hand
H4672 H8799
heeft gevonden
H2428
het vermogen
H5971
der volken
H7064
, als een nest
H776
, en ik heb het ganse aardrijk
H622 H8804
samengeraapt
H1000
, gelijk men de eieren
H5800 H8803
die verlaten zijn
H622 H8800
, samenraapt
H3671
; en er is niemand geweest, die een vleugel
H5074 H8802
verroerde
H6310
, of den bek
H6475 H8802
opendeed
H6850 H8772
, of piepte.
Isaiah 37:11-15
11
H8085 H8804
Zie, gij hebt gehoord
H4428
, wat de koningen
H804
van Assyrie
H776
aan alle landen
H6213 H8804
gedaan hebben
H2763 H8687
, die verbannende
H5337 H8735
; en zoudt gij gered worden?
12
H430
Hebben de goden
H1471
der volken
H1
die mijn vaders
H7843 H8689
verdorven hebben
H5337 H8689
, dezelven gered
H1470
, [als] Gozan
H2771
, en Haran
H7530
, en Rezef
H1121
, en de kinderen
H5729
van Eden
H8515
, die in Telasser waren?
13
H4428
Waar is de koning
H2574
van Hamath
H4428
, en de koning
H774
van Arpad
H4428
, en de koning
H5892
der stad
H5617
Sefarvaim
H2012
, Hena
H5755
en Ivva?
Ezekiel 31:3-18
3
H804
Zie, Assur
H730
was een ceder
H3844
op den Libanon
H3303
, schoon
H6057
van takken
H6751 H8688
, schaduwachtig
H2793
van loof
H1362
, en hoog
H6967
van stam
H6788
, en zijn top
H5688
was tussen dichte takken.
4
H4325
De wateren
H1431 H8765
maakten hem groot
H8415
, de afgrond
H7311 H8790
maakte hem hoog
H1980 H8802
; die ging
H5104
met zijn stromen
H5439
rondom
H4302
zijn planting
H7971 H8765
, en zond
H8585
zijn waterleidingen
H6086
uit tot alle bomen
H7704
des velds.
5
H6967
Daarom werd zijn stam
H1361 H8804
hoger
H6086
dan alle bomen
H7704
des velds
H5634
; en zijn takjes
H7235 H8799
werden menigvuldig
H6288
, en zijn scheuten
H748 H8799
lang
H7227
, vanwege de grote
H4325
wateren
H7971 H8763
, als hij uitschoot.
6
H5775
Alle vogelen
H8064
des hemels
H7077 H8765
nestelden
H5589
op zijn takjes
H2416
, en alle dieren
H7704
des velds
H3205 H8804
teelden
H6288
onder zijn scheuten
H7227
; en alle grote
H1471
volken
H3427 H8799
zaten
H6738
onder zijn schaduw.
7
H3302 H8799
Alzo was hij schoon
H1433
in zijn grootheid
H753
[en] in de lengte
H1808
zijner takken
H8328
, omdat zijn wortel
H7227
aan grote
H4325
wateren was.
8
H730
De cederen
H430
in Gods
H1588
hof
H6004 H8804
verduisterden
H1265
hem niet, de dennebomen
H5589
waren zijn takken
H1819 H8804
niet gelijk
H6196
, en de kastanjebomen
H6288
waren niet gelijk zijn scheuten
H6086
; geen boom
H430
in Gods
H1588
hof
H1819 H8804
was hem gelijk
H3308
in zijn schoonheid.
9
H3303
Ik had hem [zo] schoon
H6213 H8804
gemaakt
H7230
door de veelheid
H1808
zijner takken
H6086
, dat alle bomen
H5731
van Eden
H430
, die in Gods
H1588
hof
H7065 H8762
waren, hem benijdden.
10
H559 H8804
Daarom, zo zegt
H136
de Heere
H3069
HEERE
H1361 H8804
: Omdat gij u verheven hebt
H6967
over [uw] stam
H5414 H0
, ja, hij stak
H6788
zijn top
H5414 H8799
op
H5688
boven het midden der dichte takken
H3824
, en zijn hart
H7311 H8804
verhief zich
H1363
over zijn hoogte;
11
H5414 H8799
Daarom gaf Ik
H3027
hem in de hand
H410
van den machtigste
H1471
der heidenen
H6213 H8800
, [dat] die hem rechtschapen
H6213 H8799
zou behandelen
H1644 H8765
; Ik dreef hem uit
H7562
om zijn goddeloosheid.
12
H2114 H8801
En vreemden
H6184
, de tirannigste
H1471
der heidenen
H3772 H8799
, roeiden hem uit
H5203 H8799
en verlieten
H1808
hem; zijn takken
H5307 H8804
vielen
H2022
op de bergen
H1516
en in alle valleien
H6288
, en zijn scheuten
H7665 H8735
werden verbroken
H650
bij alle stromen
H776
des lands
H5971
; en alle volken
H776
der aarde
H3381 H8799
gingen af
H6738
uit zijn schaduw
H5203 H8799
, en verlieten hem.
13
H5775
Alle vogelen
H8064
des hemels
H7931 H8799
woonden
H4658
op zijn omgevallen stam
H2416
, en alle dieren
H7704
des velds
H6288
waren op zijn scheuten;
14
H4325
Opdat zich geen waterrijke
H6086
bomen
H1361 H8799
verheffen
H6967
over hun stam
H6788
, en hun top
H5414 H8799
niet opsteken
H5688
boven het midden der dichte takken
H352
, en geen [bomen
H4325
], die water
H8354 H8802
drinken
H5975 H8799
, op zichzelven staan
H1363
vanwege hun hoogte
H5414 H8738
; want zij zijn allen overgegeven
H4194
ter dood
H8482
, tot het onderste
H776
der aarde
H8432
, in het midden
H1121 H120
der mensenkinderen
H953
, tot degenen, die in den kuil
H3381 H8802
nederdalen.
15
H559 H8804
Zo zegt
H136
de Heere
H3069
HEERE
H3117
: Ten dage
H7585
, als hij ter helle
H3381 H8800
nederdaalde
H56 H8689
, maakte Ik een treuren
H3680 H8765
; Ik bedekte
H8415
om zijnentwil den afgrond
H4513 H8799
, en weerde
H5104
de stromen
H7227
van dien, en de grote
H4325
wateren
H3607 H8735
werden geschut
H6937 H0
; en Ik maakte
H3844
den Libanon
H6937 H8686
om zijnentwil zwart
H6086
, en al het geboomte
H7704
des velds
H5969
was om zijnentwil bewonden.
16
H6963
Van het geluid
H4658
zijns vals
H1471
deed Ik de heidenen
H7493 H8689
beven
H7585
, als Ik hem ter helle
H3381 H8687
deed nederdalen
H953
, met degenen, die in den kuil
H3381 H8802
nederdalen
H6086
; en alle bomen
H5731
van Eden
H4005
, de keur
H2896
en het beste
H3844
van Libanon
H4325
, alle [bomen], die water
H8354 H8802
drinken
H5162 H8735
, troostten zich
H8482
in het onderste
H776
der aarde.
17
H3381 H0
Diezelve daalden
H3381 H8804
ook met hem neder
H7585
ter helle
H2491
, tot de verslagenen
H2719
van het zwaard
H2220
; en die zijn arm
H6738
geweest waren, [die] onder zijn schaduw
H8432
in het midden
H1471
der heidenen
H3427 H8804
gezeten hadden.
18
H1819 H8804
Wien zijt gij alzo gelijk
H3519
in heerlijkheid
H1433
en grootheid
H6086
, onder de bomen
H5731
van Eden
H3381 H8717
? Ja, gij zult nedergevoerd worden
H6086
met de bomen
H5731
van Eden
H8482
, tot het onderste
H776
der aarde
H8432
; in het midden
H6189
der onbesnedenen
H7901 H8799
zult gij liggen
H2491
, met de verslagenen
H2719
door het zwaard
H6547
. Dat is Farao
H1995
, en zijn ganse menigte
H5002 H8803
, spreekt
H136
de Heere
H3069
HEERE.
Daniel 4:30
Acts 12:22-23
Jude 1:16
16
G3778
Deze
G1526 G5748
zijn
G1113
murmureerders
G3202
, klagers over hun staat
G4198 G5740
, wandelende
G2596
naar
G846
hun
G1939
begeerlijkheden
G2532
; en
G846
hun
G4750
mond
G2980 G5719
spreekt
G5246
zeer opgeblazen dingen
G2296 G5723
, verwonderende zich over
G4383
de personen
G5484
om
G5622
des voordeels wil.