Isaiah 36:4 Cross References - DSV_Strongs

  4 H7262 En Rabsake H559 H8799 zeide H559 H8798 tot hen: Zegt H2396 nu tot Hizkia H559 H8804 : Zo zegt H1419 de grote H4428 koning H4428 , de koning H804 van Assyrie H986 : Wat vertrouwen H982 H8804 is dit, waarmede gij vertrouwt;

2 Kings 18:5

  5 H982 H8804 Hij betrouwde H3068 op den HEERE H430 , den God H3478 Israels H310 , zodat na H3644 hem zijns gelijke H3808 niet H1961 H8804 was H3605 onder alle H4428 koningen H3063 van Juda H834 , noch die H6440 voor H1961 H8804 hem geweest waren.

2 Kings 18:19-37

  19 H7262 En Rabsake H559 H8799 zeide H413 tot H559 H8798 hen: Zegt H4994 nu H413 tot H2396 Hizkia H3541 : Zo H559 H8804 zegt H1419 de grote H4428 koning H4428 , de koning H804 van Assyrie H4100 : Wat H986 vertrouwen H2088 is dit H834 , waarmede H982 H8804 gij vertrouwt?
  20 H559 H8804 Gij zegt H389 (doch H1697 het is een woord H8193 der lippen H6098 ): Er is raad H1369 en macht H4421 tot den oorlog H5921 ; op H4310 wien H982 H8804 vertrouwt gij H6258 nu H3588 , dat H4775 H8804 gij tegen mij rebelleert?
  21 H2009 Zie H6258 nu H982 H8804 , vertrouwt gij H5921 u op H2088 dien H7533 H8803 gebroken H4938 H7070 rietstaf H5921 , op H4714 Egypte H5921 , op H834 denwelken H376 zo iemand H5564 H8735 leunt H3709 , zo zal hij in zijn hand H935 H8804 gaan H5344 H8804 , en die doorboren H3651 ; alzo H6547 is Farao H4428 , de koning H4714 van Egypte H3605 , al H5921 dengenen, die op H982 H8802 hem vertrouwen.
  22 H3588 Maar H413 zo gij tot H559 H8799 mij zegt H982 H8804 : Wij vertrouwen H413 op H3068 den HEERE H430 , onzen God H1931 ; is Hij H3808 die niet H1116 , Wiens hoogten H4196 en Wiens altaren H2396 Hizkia H5493 H8689 weggenomen heeft H3063 , en tot Juda H3389 en tot Jeruzalem H559 H8799 gezegd heeft H6440 : Voor H2088 dit H4196 altaar H7812 H8691 zult gij u buigen H3389 te Jeruzalem?
  23 H6258 Nu dan H6148 H8690 , wed H4994 toch H113 met mijn heer H4428 , den koning H804 van Assyrie H505 ; en ik zal u twee duizend H5483 paarden H5414 H8799 geven H518 , zo H7392 H8802 gij voor u de ruiters H5921 daarop H3201 H8799 zult kunnen H5414 H8800 geven.
  24 H349 Hoe H6440 zoudt gij dan het aangezicht H259 van een enigen H6346 vorst H6996 van de geringste H5650 knechten H113 mijns heren H7725 H8686 afkeren H982 H8799 ? Maar gij vertrouwt H5921 op H4714 Egypte H7393 , om de wagenen H6571 en om de ruiteren.
  25 H6258 Nu H1107 , ben ik zonder H3068 den HEERE H5927 H8804 opgetogen H5921 tegen H2088 deze H4725 plaats H7843 H8687 , om die te verderven H3068 ? De HEERE H413 heeft tot H559 H8804 mij gezegd H5927 H8798 : Trek op H5921 tegen H2063 dat H776 land H7843 H8685 , en verderf het.
  26 H559 H8799 Toen zeide H471 Eljakim H1121 , de zoon H2518 van Hilkia H7644 , en Sebna H3098 , en Joah H413 tot H7262 Rabsake H1696 H8761 : Spreek H4994 toch H413 tot H5650 uw knechten H762 in het Syrisch H3588 , want H587 wij H8085 H8802 verstaan H1696 H8762 het [wel]; en spreek H5973 met H408 ons niet H3066 in het Joods H241 , voor de oren H5971 des volks H834 , dat H5921 op H2346 den muur is.
  27 H7262 Maar Rabsake H559 H8799 zeide H413 tot H113 hen: Heeft mijn heer H5921 mij tot H113 uw heer H413 en tot H7971 H8804 u gezonden H428 , om deze H1697 woorden H1696 H8763 te spreken H3808 ? Is het niet H5921 tot H582 de mannen H5921 , die op H2346 den muur H3427 H8802 zitten H5973 , dat zij met H6675 H8675 H2755 ulieden hun drek H398 H8800 eten H4325 H7272 H8675 H7890 , en hun water H8354 H8800 drinken zullen?
  28 H5975 H8799 Alzo stond H7262 Rabsake H7121 H8799 , en riep H1419 met luider H6963 stem H3066 in het Joods H1696 H8762 ; en hij sprak H559 H8799 en zeide H8085 H8798 : Hoort H1697 het woord H1419 des groten H4428 konings H4428 , des konings H804 van Assyrie!
  29 H3541 Zo H559 H8804 zegt H4428 de koning H2396 : Dat Hizkia H408 u niet H5377 H8686 bedriege H3588 : want H853 hij zal u H3808 niet H3201 H8799 kunnen H5337 H8687 redden H4480 uit H3027 zijn hand.
  30 H2396 Daartoe dat Hizkia H853 u H408 niet H982 H8686 doe vertrouwen H413 op H3068 den HEERE H559 H8800 , zeggende H3068 : De HEERE H5337 H8687 zal ons zekerlijk H5337 H8686 redden H2063 , en deze H5892 stad H3808 zal niet H3027 in de hand H4428 van den koning H804 van Assyrie H5414 H8735 gegeven worden.
  31 H8085 H8799 Hoort H413 naar H2396 Hizkia H408 niet H3588 ; want H3541 zo H559 H8804 zegt H4428 de koning H804 van Assyrie H6213 H8798 : Handelt H854 met H1293 mij door een geschenk H413 , en komt tot H3318 H8798 mij uit H398 H8798 , en eet H376 , een ieder H1612 [van] zijn wijnstok H376 , en een ieder H8384 [van] zijn vijgeboom H8354 H8798 ; en drinkt H376 een ieder H4325 het water H953 zijns bornputs;
  32 H5704 Totdat H935 H8800 ik kom H853 , en u H3947 H8804 haal H413 in H776 een land H776 , als ulieder land H776 , een land H1715 van koren H8492 en van most H776 , een land H3899 van brood H3754 en van wijngaarden H776 , een land H2132 van olijven H3323 , van olie H1706 en van honig H2421 H8798 ; zo zult gij leven H3808 en niet H4191 H8799 sterven H8085 H8799 ; en hoort H408 niet H413 naar H2396 Hizkia H3588 , want H853 hij hitst u H5496 H8686 op H559 H8800 , zeggende H3068 : De HEERE H5337 H8686 zal ons redden.
  33 H430 Hebben de goden H1471 der volken H376 , ieder H776 zijn land H5337 H8687 , enigszins H5337 H8689 gered H4480 uit H3027 de hand H4428 van den koning H804 van Assyrie?
  34 H346 Waar H430 zijn de goden H2574 van Hamath H774 , en van Arpad H346 ? Waar H430 zijn de goden H5617 van Sefarvaim H2012 , Hena H5755 en Ivva H3588 ? Ja H8111 , hebben zij Samaria H4480 uit H3027 mijn hand H5337 H8689 gered?
  35 H4310 Welke H3605 zijn ze onder alle H430 goden H776 der landen H834 , die H776 hun land H4480 uit H3027 mijn hand H5337 H8689 gered hebben H3588 , dat H3068 de HEERE H3389 Jeruzalem H4480 uit H3027 mijn hand H5337 H8686 redden zou?
  36 H5971 Doch het volk H2790 H8689 zweeg stil H6030 H8804 en antwoordde H853 hem H3808 niet H1697 een woord H3588 ; want H4687 het gebod H4428 des konings H1931 was H559 H8800 , zeggende H3808 : Gij zult hem niet H6030 H8799 antwoorden.
  37 H935 H8799 Toen kwam H471 Eljakim H1121 , de zoon H2518 van Hilkia H834 H5921 H1004 , de hofmeester H7644 , en Sebna H5608 H8802 , de schrijver H3098 , en Joah H1121 , de zoon H623 van Asaf H2142 H8688 , de kanselier H413 , tot H2396 Hizkia H7167 H8803 , met gescheurde H899 klederen H5046 H0 ; en zij gaven H1697 hem de woorden H7262 van Rabsake H5046 H8686 te kennen.

2 Kings 19:10

  10 H3541 Zo H559 H8799 zult gij spreken H413 tot H2396 Hizkia H4428 , den koning H3063 van Juda H559 H8800 , zeggende H430 : Laat u uw God H408 niet H5377 H8686 bedriegen H834 , op welken H859 gij H982 H8802 vertrouwt H559 H8800 , zeggende H3389 : Jeruzalem H3027 zal in de hand H4428 des konings H804 van Assyrie H3808 niet H5414 H8735 gegeven worden.

2 Chronicles 32:7-10

  7 H2388 H8798 Zijt sterk H553 H8798 , en hebt een goeden moed H3372 H8799 , vreest H408 niet H2865 H8735 , en ontzet u H408 niet H4480 , voor H6440 het aangezicht H4428 des konings H804 van Assyrie H4480 , noch voor H6440 het aangezicht H3605 der ganse H1995 menigte H834 , die H5973 met H3588 hem is; want H5973 met H7227 ons is er meer H4480 , dan H5973 met hem.
  8 H5973 Met H1320 hem is een vleselijke H2220 arm H5973 , maar met H3068 ons is de HEERE H430 , onze God H5826 H8800 , om ons te helpen H4421 , en om onze krijgen H3898 H8736 te krijgen H5971 . En het volk H5564 H8735 steunde H5921 op H1697 de woorden H3169 van Jehizkia H4428 , den koning H3063 van Juda.
  9 H310 Na H2088 dezen H7971 H8804 zond H5576 Sanherib H4428 , de koning H804 van Assyrie H5650 , zijn knechten H3389 naar Jeruzalem H1931 , (doch hij zelf H5921 was voor H3923 Lachis H3605 , en al H4475 zijn heerschappij H5973 met H5921 hem) tot H3169 Jehizkia H4428 , den koning H3063 van Juda H5921 , en tot H3605 het ganse H3063 Juda H834 , dat H3389 te Jeruzalem H559 H8800 was, zeggende:
  10 H559 [H8804] Zo zegt H5576 Sanherib, H4428 de koning H804 van Assyrië: H982 [H8802] Waarom vertrouwt gij, H3389 dat gij te Jeruzalem H3427 [H8802] blijft H4692 in de vesting?

2 Chronicles 32:14-16

  14 H4310 Wie H3605 is er onder alle H430 goden H428 derzelver H1471 natien H834 , dewelke H1 mijn vaders H2763 H8689 verbannen hebben H834 , die H5971 zijn volk H3201 H8804 heeft kunnen H5337 H8687 redden H4480 uit H3027 mijn hand H3588 , dat H430 uw God H853 u H4480 uit H3027 mijn hand H3201 H8799 zou kunnen H5337 H8687 redden?
  15 H6258 Nu dan H2396 , dat Jehizkia H853 ulieden H408 niet H5377 H8686 bedriege H853 , en dat hij u H2063 op zulk een wijze H408 niet H5496 H8686 opruie H539 H8686 , en gelooft H408 hem niet H3588 ; want H3808 H3605 geen H433 god H3605 van enige H1471 natie H4467 en koninkrijk H5971 heeft zijn volk H4480 uit H3027 mijn hand H1 en mijner vaderen H3027 hand H3201 H8799 kunnen H5337 H8687 redden H637 H3588 ; hoeveel H3808 te min H430 zal uw God H853 u H4480 uit H3027 mijn hand H5337 H8686 kunnen redden?
  16 H1696 H8765 Daartoe spraken H5650 zijn knechten H5750 nog meer H5921 tegen H430 God H3068 , den HEERE H5921 , en tegen H5650 Zijn knecht H3169 Jehizkia.

Psalms 42:3

  3 H1832 [042:4] Mijn tranen H3899 zijn mij tot spijs H3119 dag H3915 en nacht H3117 ; omdat zij den gansen dag H559 H8800 tot mij zeggen H430 : Waar is uw God?

Psalms 42:10

  10 H7524 [042:11] Met een doodsteek H6106 in mijn beenderen H2778 H8765 honen H6887 H8802 mij mijn wederpartijders H3117 , als zij den gansen dag H559 H8800 tot mij zeggen H430 : Waar is uw God?

Psalms 71:10-11

  10 H341 H8802 Want mijn vijanden H559 H8804 spreken H5315 van mij, en die op mijn ziel H8104 H8802 loeren H3289 H8738 , beraadslagen H3162 te zamen,
  11 H559 H8800 Zeggende H430 : God H5800 H8804 heeft hem verlaten H7291 H8798 ; jaagt na H8610 H8798 , en grijpt H5337 H8688 hem, want er is geen verlosser.

Proverbs 16:18

  18 H1347 Hovaardigheid H6440 is voor H7667 de verbreking H1363 , en hoogheid H7307 des geestes H6440 voor H3783 den val.

Isaiah 10:8-14

  8 H559 H8799 Want hij zegt H8269 : Zijn niet mijn vorsten H3162 al te zamen H4428 koningen?
  9 H3641 Is niet Kalno H3751 gelijk Karchemis H2574 ? Is Hamath H774 niet gelijk Arfad H8111 ? Is niet Samaria H1834 gelijk Damaskus?
  10 H3027 Gelijk als mijn hand H4672 H8804 gevonden heeft H4467 de koninkrijken H457 der afgoden H6456 , ofschoon hun gesneden beelden H3389 beter zijn, dan [die] van Jeruzalem H8111 , en dan [die] van Samaria;
  11 H6213 H8804 Gelijk als ik gedaan heb H8111 aan Samaria H457 en aan haar afgoden H6213 H8799 , zou ik alzo niet kunnen doen H3389 aan Jeruzalem H6091 en aan haar afgoden?
  12 H136 Want het zal geschieden, als de HEERE H1214 H8762 een einde zal gemaakt hebben H4639 van al Zijn werk H2022 op den berg H6726 Sion H3389 en te Jeruzalem H6485 H8799 , dan zal Ik te huis zoeken H6529 de vrucht H1433 van de grootsheid H3824 des harten H4428 van den koning H804 van Assyrie H8597 , en de pracht H7312 van de hoogheid H5869 zijner ogen.
  13 H559 H8804 Omdat hij gezegd heeft H3581 : Door de kracht H3027 mijner hand H6213 H8804 heb ik het gedaan H2451 , en door mijn wijsheid H995 H8738 , want ik ben verstandig H1367 ; en ik heb de landpalen H5971 der volken H5493 H8686 weggenomen H6259 H8675 H6264 , en heb hun voorraad H8154 H8782 geroofd H47 H3524 , en heb als een geweldige H3427 H8802 de inwoners H3381 H8686 doen nederdalen;
  14 H3027 En mijn hand H4672 H8799 heeft gevonden H2428 het vermogen H5971 der volken H7064 , als een nest H776 , en ik heb het ganse aardrijk H622 H8804 samengeraapt H1000 , gelijk men de eieren H5800 H8803 die verlaten zijn H622 H8800 , samenraapt H3671 ; en er is niemand geweest, die een vleugel H5074 H8802 verroerde H6310 , of den bek H6475 H8802 opendeed H6850 H8772 , of piepte.

Isaiah 37:11-15

  11 H8085 H8804 Zie, gij hebt gehoord H4428 , wat de koningen H804 van Assyrie H776 aan alle landen H6213 H8804 gedaan hebben H2763 H8687 , die verbannende H5337 H8735 ; en zoudt gij gered worden?
  12 H430 Hebben de goden H1471 der volken H1 die mijn vaders H7843 H8689 verdorven hebben H5337 H8689 , dezelven gered H1470 , [als] Gozan H2771 , en Haran H7530 , en Rezef H1121 , en de kinderen H5729 van Eden H8515 , die in Telasser waren?
  13 H4428 Waar is de koning H2574 van Hamath H4428 , en de koning H774 van Arpad H4428 , en de koning H5892 der stad H5617 Sefarvaim H2012 , Hena H5755 en Ivva?
  14 H2396 Als nu Hizkia H5612 de brieven H4397 uit der boden H3027 hand H3947 H8799 ontvangen H7121 H8799 , en die gelezen had H5927 H8799 , ging hij op H1004 in het huis H3068 des HEEREN H2396 ; en Hizkia H6566 H8799 breidde die uit H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN.
  15 H2396 En Hizkia H6419 H8691 bad H3068 tot den HEERE H559 H8800 , zeggende:

Ezekiel 31:3-18

  3 H804 Zie, Assur H730 was een ceder H3844 op den Libanon H3303 , schoon H6057 van takken H6751 H8688 , schaduwachtig H2793 van loof H1362 , en hoog H6967 van stam H6788 , en zijn top H5688 was tussen dichte takken.
  4 H4325 De wateren H1431 H8765 maakten hem groot H8415 , de afgrond H7311 H8790 maakte hem hoog H1980 H8802 ; die ging H5104 met zijn stromen H5439 rondom H4302 zijn planting H7971 H8765 , en zond H8585 zijn waterleidingen H6086 uit tot alle bomen H7704 des velds.
  5 H6967 Daarom werd zijn stam H1361 H8804 hoger H6086 dan alle bomen H7704 des velds H5634 ; en zijn takjes H7235 H8799 werden menigvuldig H6288 , en zijn scheuten H748 H8799 lang H7227 , vanwege de grote H4325 wateren H7971 H8763 , als hij uitschoot.
  6 H5775 Alle vogelen H8064 des hemels H7077 H8765 nestelden H5589 op zijn takjes H2416 , en alle dieren H7704 des velds H3205 H8804 teelden H6288 onder zijn scheuten H7227 ; en alle grote H1471 volken H3427 H8799 zaten H6738 onder zijn schaduw.
  7 H3302 H8799 Alzo was hij schoon H1433 in zijn grootheid H753 [en] in de lengte H1808 zijner takken H8328 , omdat zijn wortel H7227 aan grote H4325 wateren was.
  8 H730 De cederen H430 in Gods H1588 hof H6004 H8804 verduisterden H1265 hem niet, de dennebomen H5589 waren zijn takken H1819 H8804 niet gelijk H6196 , en de kastanjebomen H6288 waren niet gelijk zijn scheuten H6086 ; geen boom H430 in Gods H1588 hof H1819 H8804 was hem gelijk H3308 in zijn schoonheid.
  9 H3303 Ik had hem [zo] schoon H6213 H8804 gemaakt H7230 door de veelheid H1808 zijner takken H6086 , dat alle bomen H5731 van Eden H430 , die in Gods H1588 hof H7065 H8762 waren, hem benijdden.
  10 H559 H8804 Daarom, zo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H1361 H8804 : Omdat gij u verheven hebt H6967 over [uw] stam H5414 H0 , ja, hij stak H6788 zijn top H5414 H8799 op H5688 boven het midden der dichte takken H3824 , en zijn hart H7311 H8804 verhief zich H1363 over zijn hoogte;
  11 H5414 H8799 Daarom gaf Ik H3027 hem in de hand H410 van den machtigste H1471 der heidenen H6213 H8800 , [dat] die hem rechtschapen H6213 H8799 zou behandelen H1644 H8765 ; Ik dreef hem uit H7562 om zijn goddeloosheid.
  12 H2114 H8801 En vreemden H6184 , de tirannigste H1471 der heidenen H3772 H8799 , roeiden hem uit H5203 H8799 en verlieten H1808 hem; zijn takken H5307 H8804 vielen H2022 op de bergen H1516 en in alle valleien H6288 , en zijn scheuten H7665 H8735 werden verbroken H650 bij alle stromen H776 des lands H5971 ; en alle volken H776 der aarde H3381 H8799 gingen af H6738 uit zijn schaduw H5203 H8799 , en verlieten hem.
  13 H5775 Alle vogelen H8064 des hemels H7931 H8799 woonden H4658 op zijn omgevallen stam H2416 , en alle dieren H7704 des velds H6288 waren op zijn scheuten;
  14 H4325 Opdat zich geen waterrijke H6086 bomen H1361 H8799 verheffen H6967 over hun stam H6788 , en hun top H5414 H8799 niet opsteken H5688 boven het midden der dichte takken H352 , en geen [bomen H4325 ], die water H8354 H8802 drinken H5975 H8799 , op zichzelven staan H1363 vanwege hun hoogte H5414 H8738 ; want zij zijn allen overgegeven H4194 ter dood H8482 , tot het onderste H776 der aarde H8432 , in het midden H1121 H120 der mensenkinderen H953 , tot degenen, die in den kuil H3381 H8802 nederdalen.
  15 H559 H8804 Zo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H3117 : Ten dage H7585 , als hij ter helle H3381 H8800 nederdaalde H56 H8689 , maakte Ik een treuren H3680 H8765 ; Ik bedekte H8415 om zijnentwil den afgrond H4513 H8799 , en weerde H5104 de stromen H7227 van dien, en de grote H4325 wateren H3607 H8735 werden geschut H6937 H0 ; en Ik maakte H3844 den Libanon H6937 H8686 om zijnentwil zwart H6086 , en al het geboomte H7704 des velds H5969 was om zijnentwil bewonden.
  16 H6963 Van het geluid H4658 zijns vals H1471 deed Ik de heidenen H7493 H8689 beven H7585 , als Ik hem ter helle H3381 H8687 deed nederdalen H953 , met degenen, die in den kuil H3381 H8802 nederdalen H6086 ; en alle bomen H5731 van Eden H4005 , de keur H2896 en het beste H3844 van Libanon H4325 , alle [bomen], die water H8354 H8802 drinken H5162 H8735 , troostten zich H8482 in het onderste H776 der aarde.
  17 H3381 H0 Diezelve daalden H3381 H8804 ook met hem neder H7585 ter helle H2491 , tot de verslagenen H2719 van het zwaard H2220 ; en die zijn arm H6738 geweest waren, [die] onder zijn schaduw H8432 in het midden H1471 der heidenen H3427 H8804 gezeten hadden.
  18 H1819 H8804 Wien zijt gij alzo gelijk H3519 in heerlijkheid H1433 en grootheid H6086 , onder de bomen H5731 van Eden H3381 H8717 ? Ja, gij zult nedergevoerd worden H6086 met de bomen H5731 van Eden H8482 , tot het onderste H776 der aarde H8432 ; in het midden H6189 der onbesnedenen H7901 H8799 zult gij liggen H2491 , met de verslagenen H2719 door het zwaard H6547 . Dat is Farao H1995 , en zijn ganse menigte H5002 H8803 , spreekt H136 de Heere H3069 HEERE.

Daniel 4:30

  30 H6032 H8750 Sprak H4430 de koning H560 H8750 , en zeide H1932 H1668 : Is dit H3809 niet H7229 het grote H895 Babel H576 , dat ik H1124 H8754 gebouwd heb H1005 tot een huis H4437 des koninkrijks H8632 , door de sterkte H2632 mijner macht H3367 , en ter ere H1923 mijner heerlijkheid!

Acts 12:22-23

  22 G1161 En G1218 het volk G2019 G5707 riep G5456 [hem] toe: Een stem G2316 Gods G2532 , en G3756 niet G444 eens mensen!
  23 G1161 En G3916 van stonde aan G3960 G5656 sloeg G846 hem G32 een engel G2962 des Heeren G473 , daarom G3739 dat G2316 hij Gode G1391 de eer G3756 niet G1325 G5656 gaf G2532 ; en G1096 G5637 hij werd G4662 van de wormen gegeten G1634 G5656 , en gaf den geest.

Jude 1:16

  16 G3778 Deze G1526 G5748 zijn G1113 murmureerders G3202 , klagers over hun staat G4198 G5740 , wandelende G2596 naar G846 hun G1939 begeerlijkheden G2532 ; en G846 hun G4750 mond G2980 G5719 spreekt G5246 zeer opgeblazen dingen G2296 G5723 , verwonderende zich over G4383 de personen G5484 om G5622 des voordeels wil.

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.