Isaiah 1

DSV_Strongs(i)
  1 H2377 Het gezicht H3470 van Jesaja H1121 , den zoon H531 van Amoz H2372 H8804 , hetwelk hij zag H3063 over Juda H3389 en Jeruzalem H3117 , in de dagen H5818 van Uzzia H3147 , Jotham H271 , Achaz H3169 [en] Hizkia H4428 , de koningen H3063 van Juda.
  2 H8085 H8798 Hoort H8064 , gij hemelen H238 H8685 ! en neem ter ore H776 , gij aarde H3068 ! want de HEERE H1696 H8765 spreekt H1121 : Ik heb kinderen H1431 H8765 groot gemaakt H7311 H8790 en verhoogd H6586 H8804 ; maar zij hebben tegen Mij overtreden.
  3 H7794 Een os H3045 H8804 kent H7069 H8802 zijn bezitter H2543 , en een ezel H18 de krib H1167 zijns heren H3478 ; [maar] Israel H3045 H8804 heeft geen kennis H5971 , Mijn volk H995 H8712 verstaat niet.
  4 H1945 Wee H2398 H8802 het zondige H1471 volk H5971 , het volk H3515 van zware H5771 ongerechtigheid H2233 , het zaad H7489 H8688 der boosdoeners H7843 H8688 , de verdervende H1121 kinderen H853 ! Zij hebben den H3068 HEERE H5800 H8804 verlaten H853 , zij hebben den H6918 Heilige H3478 Israels H5006 H8765 gelasterd H2114 H8738 , zij hebben zich vervreemd H268 , [wijkende] achterwaarts.
  5 H5221 H8714 Waartoe zoudt gij meer geslagen worden H5627 ? Gij zoudt des afvals H3254 H8686 des te meer maken H7218 ; het ganse hoofd H2483 is krank H3824 , en het ganse hart H1742 is mat.
  6 H3709 H7272 Van de voetzool H7218 af tot het hoofd H4974 toe is er niets geheels H6482 aan hetzelve; [maar] wonden H2250 , en striemen H2961 H4347 , en etterbuilen H2115 H8804 , [die] niet uitgedrukt H2280 H8795 noch verbonden zijn H8081 , en geen derzelve is met olie H7401 H8795 verzacht.
  7 H776 Uw aardrijk H8077 is een verwoesting H5892 , uw steden H784 zijn met het vuur H8313 H8803 verbrand H127 ; uw land H398 H8802 verteren H2114 H8801 de vreemden H8077 in uw tegenwoordigheid, en een verwoesting H4114 is er, als een omkering H2114 H8801 door de vreemden.
  8 H1323 En de dochter H6726 van Sion H3498 H8738 is overgebleven H5521 als een hutje H3754 in den wijngaard H4412 , als een nachthutje H4750 in den komkommerhof H5341 H8803 , als een belegerde H5892 stad.
  9 H3884 Zo niet H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H4592 ons nog een weinig H8300 overblijfsel H3498 H8689 had gelaten H5467 , als Sodom H1961 H8804 zouden wij geworden zijn H6017 ; wij zouden Gomorra H1819 H8804 gelijk zijn geworden.
  10 H8085 H8798 Hoort H3068 des HEEREN H1697 woord H7101 , gij oversten H5467 van Sodom H238 H8685 ! neemt ter ore H8451 de wet H430 onzes Gods H5971 , gij volk H6017 van Gomorra!
  11 H4100 Waartoe H7230 zal Mij zijn de veelheid H2077 uwer slachtoffers H559 H8799 ? zegt H3068 de HEERE H7646 H8804 ; Ik ben zat H5930 van de brandoffers H352 der rammen H2459 , en het smeer H4806 der vette H2654 H8804 [beesten], en heb geen lust H1818 aan het bloed H6499 der varren H3532 , noch der lammeren H6260 , noch der bokken.
  12 H6440 Wanneer gijlieden voor Mijn aangezicht H935 H8799 komt H7200 H8736 te verschijnen H3027 , wie heeft zulks van uw hand H1245 H8765 geeist H2691 , dat gij Mijn voorhoven H7429 H8800 betreden zoudt?
  13 H935 H8687 Brengt H3254 H8686 niet meer H7723 vergeefs H4503 offer H7004 , het reukwerk H8441 is Mij een gruwel H2320 ; de nieuwe maanden H7676 , en sabbatten H7121 H8800 , [en] het bijeenroepen H4744 der vergaderingen H3201 H8799 vermag Ik niet H205 , het is ongerechtigheid H6116 , zelfs de verbodsdagen.
  14 H2320 Uw nieuwe maanden H4150 en uw gezette hoogtijden H8130 H8804 haat H5315 Mijn ziel H2960 , zij zijn Mij tot een last H3811 H8738 ; Ik ben moede geworden H5375 H8800 , [die] te dragen.
  15 H3709 En als gijlieden uw handen H6566 H8763 uitbreidt H5956 H8686 , verberg Ik H5869 Mijn ogen H8605 voor u; ook wanneer gij het gebed H7235 H8686 vermenigvuldigt H8085 H8802 , hoor Ik H3027 niet; [want] uw handen H4390 H8804 zijn vol H1818 bloed.
  16 H7364 H8798 Wast u H2135 H8690 , reinigt u H5493 H0 , doet H7455 de boosheid H4611 uwer handelingen H5048 van voor H5869 Mijn ogen H5493 H8685 weg H2308 H8798 , laat af H7489 H8687 van kwaad te doen.
  17 H3925 H8798 Leert H3190 H8687 goed te doen H1875 H8798 , zoekt H4941 het recht H833 H8761 , helpt H2541 den verdrukte H8199 H0 , doet H3490 den wees H8199 H8798 recht H7378 H8798 , handelt de twistzaak H490 der weduwe.
  18 H3212 H8798 Komt H3198 H8735 dan, en laat ons samen rechten H559 H8799 , zegt H3068 de HEERE H2399 ; al waren uw zonden H8144 als scharlaken H3835 H8686 , zij zullen wit worden H7950 als sneeuw H119 H8686 , al waren zij rood H8438 als karmozijn H6785 , zij zullen worden als [witte] wol.
  19 H14 H8799 Indien gijlieden willig zijt H8085 H8804 en hoort H2898 , zo zult gij het goede H776 dezes lands H398 H8799 eten;
  20 H3985 H8762 Maar indien gij weigert H4784 H8804 , en wederspannig zijt H2719 , zo zult gij van het zwaard H398 H8792 gegeten worden H6310 ; want de mond H3068 des HEEREN H1696 H8765 heeft [het] gesproken.
  21 H539 H8737 Hoe is de getrouwe H7151 stad H2181 H8802 tot een hoer geworden H4392 ! Zij was vol H4941 recht H6664 , gerechtigheid H3885 H8799 herbergde H7523 H8764 daarin, maar nu doodslagers.
  22 H3701 Uw zilver H5509 is geworden tot schuim H5435 ; uw wijn H4107 H8803 is vermengd H4325 met water.
  23 H8269 Uw vorsten H5637 H8802 zijn afvalligen H2270 , en metgezellen H1590 der dieven H157 H0 , een ieder van hen heeft H7810 geschenken H157 H8802 lief H7291 H0 , en zij jagen H8021 de vergeldingen H7291 H8802 na H3490 ; den wezen H8199 H8799 doen zij geen recht H7379 , en de twistzaak H490 der weduwen H935 H8799 komt voor hen niet.
  24 H5002 H8803 Daarom spreekt H113 de Heere H3068 , HEERE H6635 der heirscharen H46 , de Machtige H3478 Israels H1945 : O wee H5162 H8735 ! Ik zal Mij troosten H6862 van Mijn wederpartijders H5358 H8735 . Ik zal Mij wreken H341 H8802 van Mijn vijanden.
  25 H3027 En Ik zal Mijn hand H7725 H8686 tegen u keren H5509 , en Ik zal uw schuim H1253 op het allerreinste H6884 H8799 afzuiveren H913 , en Ik zal al uw tin H5493 H8686 wegnemen.
  26 H8199 H8802 En Ik zal [u] uw rechters H7725 H8686 wedergeven H7223 , als in het eerste H3289 H8802 , en uw raadslieden H8462 als in den beginne H310 ; daarna H7151 zult gij een stad H6664 der gerechtigheid H539 H8737 , een getrouwe H5892 stad H7121 H8735 , genoemd worden.
  27 H6726 Sion H4941 zal door recht H6299 H8735 verlost worden H7725 H8802 , en haar wederkerenden H6666 door gerechtigheid.
  28 H7667 Maar er zal verbreking H6586 H8802 zijn der overtreders H2400 , en der zondaars H3162 te zamen H3068 ; en die den HEERE H5800 H8802 verlaten H3615 H8799 , zullen omkomen.
  29 H954 H8799 Want zij zullen beschaamd worden H352 om der eiken H2530 H8804 wil, die gijlieden begeerd hebt H2659 H8799 , en gij zult schaamrood worden H1593 , om der hoven H977 H8804 wil, die gij verkoren hebt.
  30 H424 Want gij zult zijn als een eik H5929 , welks bladeren H5034 H8802 afvallen H1593 , en als een hof H4325 , die geen water heeft.
  31 H2634 En de sterke H5296 zal wezen tot grof vlas H6467 , en zijn werkmeester H5213 tot een vonk H8147 , en zij zullen beiden H3162 te zamen H1197 H8804 branden H3518 H8764 , en er zal geen uitblusser wezen.