Psalms 73:6 Cross References - DSV_Strongs

  6 H6059 H0 Daarom omringt H1346 hen de hovaardij H6059 H8804 als een keten H2555 ; het geweld H5848 H8799 bedekt H7897 hen [als] een gewaad.

Genesis 41:42

  42 H6547 En Farao H5493 H8686 nam H2885 zijn ring H4480 H5921 van H3027 zijn hand H5414 H8799 af, en deed H853 hem H5921 aan H3130 Jozefs H3027 hand H3847 H0 , en liet H853 hem H8336 fijne linnen H899 klederen H3847 H8686 aantrekken H7760 H8799 , en leide H2091 hem een gouden H7242 keten H5921 aan H6677 zijn hals;

Deuteronomy 8:13-14

  13 H1241 En uw runderen H6629 en uw schapen H7235 H8799 zullen vermeerderd zijn H3701 , ook zilver H2091 en goud H7235 H8799 u zal vermeerderd zijn H7235 H8799 , ja, al wat gij hebt vermeerderd zal zijn;
  14 H3824 Uw hart H7311 H8804 zich alsdan verheffe H7911 H8804 , dat gij vergeet H3068 den HEERE H430 , uw God H776 H4714 , Die u uit Egypteland H1004 H5650 , uit het diensthuis H3318 H8688 , uitgevoerd heeft;

Deuteronomy 32:15

  15 H3484 Als nu Jeschurun H8080 H8799 vet werd H1163 H8799 , zo sloeg hij achteruit H8080 H8804 (gij zijt vet H5666 H8804 , gij zijt dik H3780 H8804 , [ja], [met] [vet] overdekt geworden H433 !); en hij liet God H5203 H8799 varen H6213 H8804 , Die hem gemaakt heeft H5034 H8762 , en versmaadde H6697 den Rotssteen H3444 zijns heils.

Judges 8:26

  26 H4948 En het gewicht H2091 der gouden H5141 voorhoofdsierselen H834 , die H7592 H8804 hij begeerd had H1961 H8799 , was H505 duizend H7651 H3967 en zevenhonderd H2091 [sikkelen] gouds H909 H4480 , zonder H7720 de maantjes H5188 , en ketenen H713 , en purperen H899 klederen H5921 , die H4428 de koningen H4080 der Midianieten H909 H4480 aangehad hadden, en zonder H6060 de halsbanden H834 , die H6677 aan de halzen H1581 hunner kemelen geweest waren.

Esther 3:1

  1 H310 Na H428 deze H1697 geschiedenissen H1431 H0 maakte H4428 de koning H325 Ahasveros H2001 Haman H1431 H8765 groot H1121 , den zoon H4099 van Hammedatha H91 , den Agagiet H5375 H8762 , en hij verhoogde H7760 H8799 hem, en hij zette H3678 zijn stoel H4480 H5921 boven H3605 al H8269 de vorsten H834 , die H854 bij hem waren.

Esther 3:5-6

  5 H2001 Toen Haman H7200 H8799 zag H3588 , dat H4782 Mordechai H369 zich niet H3766 H8802 neigde H7812 H8693 , noch zich voor hem nederboog H2001 , zo werd Haman H4390 H8735 vervuld H2534 met grimmigheid.
  6 H959 H8799 Doch hij verachtte H5869 in zijn ogen H4782 , dat hij aan Mordechai H909 alleen H3027 de hand H7971 H8800 zou slaan H3588 (want H5971 men had hem het volk H4782 van Mordechai H5046 H8689 aangewezen H2001 ); maar Haman H1245 H8762 zocht H3605 al H3064 de Joden H834 , die H3605 in het ganse H4438 koninkrijk H325 van Ahasveros H5971 waren, [namelijk] het volk H4782 van Mordechai H8045 H8687 , te verdelgen.

Esther 5:9-11

  9 H3318 H0 Toen ging H2001 Haman H1931 ten zelfden H3117 dage H3318 H8799 uit H8056 , vrolijk H2896 H3820 en goedsmoeds H2001 ; maar toen Haman H4782 Mordechai H7200 H8800 zag H8179 in de poort H4428 des konings H3808 , en dat hij niet H6965 H8804 opstond H3808 , noch H4480 zich voor H2111 H8804 hem bewoog H2001 , zo werd Haman H4390 H8735 vervuld H2534 met grimmigheid H5921 op H4782 Mordechai.
  10 H2001 Doch Haman H662 H8691 bedwong zich H935 H8799 , en hij kwam H413 tot H1004 zijn huis H7971 H8799 ; en hij zond henen H935 H0 , en liet H157 H8802 zijn vrienden H935 H8686 komen H2238 , en Zeres H802 , zijn huisvrouw.
  11 H2001 En Haman H5608 H8762 vertelde H3519 hun de heerlijkheid H6239 zijns rijkdoms H7230 , en de veelheid H1121 zijner zonen H3605 , en alles H834 , waarin H4428 de koning H1431 H8765 hem groot gemaakt had H834 , en waarin H5375 H8765 hij hem verheven had H5921 boven H8269 de vorsten H5650 en knechten H4428 des konings.

Job 21:7-15

  7 H4069 Waarom H2421 H8799 leven H7563 de goddelozen H6275 H8804 , worden oud H1571 , ja H1396 H8804 , worden geweldig H2428 in vermogen?
  8 H2233 Hun zaad H3559 H8737 is bestendig H5973 met H6440 hen voor hun aangezicht H6631 , en hun spruiten H5869 zijn voor hun ogen.
  9 H1004 Hun huizen H7965 hebben vrede H4480 zonder H6343 vreze H7626 , en de roede H433 Gods H5921 is op H3808 hen niet.
  10 H7794 Zijn stier H5674 H8765 bespringt H1602 H8686 , en mist H3808 niet H6510 ; zijn koe H6403 H8762 kalft H7921 H8762 , en misdraagt H3808 niet.
  11 H5759 Hun jonge kinderen H7971 H8762 zenden zij uit H6629 als een kudde H3206 , en hun kinderen H7540 H8762 huppelen.
  12 H5375 H8799 Zij heffen op H8596 met de trommel H3658 en de harp H8055 H8799 , en zij verblijden zich H6963 op het geluid H5748 des orgels.
  13 H2896 In het goede H3615 H8762 H8675 H1086 H8762 verslijten zij H3117 hun dagen H7281 ; en in een ogenblik H2865 H8735 H8676 H5181 H8799 dalen zij H7585 in het graf.
  14 H559 H8799 Nochtans zeggen zij H410 tot God H5493 H8798 : Wijk H4480 van H1847 ons, want aan de kennis H1870 Uwer wegen H3808 hebben wij geen H2654 H8804 lust.
  15 H4100 Wat H7706 is de Almachtige H3588 , dat H5647 H8799 wij Hem zouden dienen H4100 ? En wat H3276 H8686 baat zullen wij hebben H3588 , dat H6293 H8799 wij Hem aanlopen zouden?

Psalms 109:18

  18 H3847 H8799 En hij zij bekleed H7045 met den vloek H4055 , als met zijn kleed H935 H8799 , en dat die ga H7130 tot in het binnenste H4325 van hem als het water H8081 , en als de olie H6106 in zijn beenderen.

Psalms 109:29

  29 H7853 H8802 Laat mijn tegenstanders H3639 met schande H3847 H8799 bekleed worden H1322 , en dat zij met hun beschaamdheid H5844 H8799 zich bedekken H4598 , als met een mantel.

Proverbs 1:9

  9 H7218 Want zij [zullen] uw hoofd H2580 een aangenaam H3880 toevoegsel H6060 [zijn], en ketenen H1621 aan uw hals.

Proverbs 3:31

  31 H7065 H8762 Zijt niet nijdig H376 over een man H2555 des gewelds H977 H8799 , en verkies H1870 geen van zijn wegen.

Proverbs 4:17

  17 H3898 H8804 Want zij eten H3899 brood H7562 der goddeloosheid H8354 H8799 , en drinken H3196 wijn H2555 van enkel geweld.

Ecclesiastes 8:11

  11 H4120 Omdat niet haastelijk H6599 het oordeel H7451 [over] de boze H4639 daad H6213 H8738 geschiedt H3820 , daarom is het hart H1121 van de kinderen H120 der mensen H4390 H8804 in hen vol H7451 om kwaad H6213 H8800 te doen.

Song of Songs 4:9

  9 H3823 H8765 Gij hebt Mij het hart genomen H269 , Mijn zuster H3618 , o bruid H3823 H8765 ! gij hebt Mij het hart genomen H259 , met een H5869 van uw ogen H259 , met een H6060 keten H6677 van uw hals.

Isaiah 3:19

  19 H5188 De reukdoosjes H8285 , en de kleine ketentjes H7479 , en de glinsterende kledingen,

Jeremiah 48:11

  11 H4124 Moab H5271 is van zijn jeugd H7599 H8768 aan gerust geweest H8105 , en hij heeft op zijn heffe H8252 H8802 stil gelegen H3627 , en is van vat H3627 in vat H7324 H8717 niet geledigd H1980 H8804 , en heeft niet gewandeld H1473 in gevangenis H2940 ; daarom is zijn smaak H5975 H8804 in hem gebleven H7381 , en zijn reuk H4171 H8738 niet veranderd.

Jeremiah 48:29

  29 H4124 Wij hebben Moabs H1347 hovaardij H8085 H8804 gehoord H3966 (hij is zeer H1343 hovaardig H1363 ), zijn trotsheid H1346 , en zijn hovaardij H1347 , en zijn hoogmoed H3820 , en zijns harten H7312 hoogheid.

Ezekiel 16:11

  11 H5710 H8799 Ook versierde Ik H5716 u met sieraad H5414 H8799 , en deed H6781 armringen H3027 aan uw handen H7242 , en een keten H1627 aan uw hals.

Ezekiel 28:2-5

  2 H1121 H120 Mensenkind H559 H8798 ! zeg H5057 tot den vorst H6865 van Tyrus H559 H8804 : Zo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H3820 : Omdat uw hart H1361 H8804 zich verheft H559 H8799 en zegt H410 : Ik ben God H3427 H8804 , ik zit H430 in Godes H4186 stoel H3820 , in het hart H3220 der zeeen H120 ! daar gij een mens H410 en geen God H5414 H8799 zijt, stelt gij H3820 nochtans uw hart H430 , als Gods H3820 hart.
  3 H2450 Zie, gij zijt wijzer H1840 dan Daniel H5640 H8803 ; zij hebben niets toegeslotens H6004 H8804 voor u verborgen.
  4 H2451 Door uw wijsheid H8394 en door uw verstand H2428 , hebt gij vermogen H6213 H8804 voor u verkregen H2091 ; ja, gij hebt goud H3701 en zilver H6213 H8799 verkregen H214 in uw schatten.
  5 H7230 Door de grootheid H2451 uwer wijsheid H7404 in uw koophandel H2428 hebt gij uw vermogen H7235 H8689 vermeerderd H3824 , en uw hart H1361 H8799 verheft zich H2428 vanwege uw vermogen.

Daniel 4:30

  30 H6032 H8750 Sprak H4430 de koning H560 H8750 , en zeide H1932 H1668 : Is dit H3809 niet H7229 het grote H895 Babel H576 , dat ik H1124 H8754 gebouwd heb H1005 tot een huis H4437 des koninkrijks H8632 , door de sterkte H2632 mijner macht H3367 , en ter ere H1923 mijner heerlijkheid!

Micah 2:1-2

  1 H1945 Wee H205 dien, die ongerechtigheid H2803 H8802 bedenken H7451 , en kwaad H6466 H8802 werken H5921 op H4904 hun legers H216 ; in het licht H1242 van den morgenstond H6213 H8799 doen zij H3588 het, dewijl H410 het in de macht H3027 van hunlieder hand H3426 is.
  2 H2530 H8804 En zij begeren H7704 akkers H1497 H8804 , en roven H1004 ze, en huizen H5375 H8804 , en nemen ze weg H6231 H8804 ; alzo doen zij geweld H1397 aan den man H1004 en zijn huis H376 , ja, aan een iegelijk H5159 en zijn erfenis.

Micah 3:5

  5 H3541 Alzo H559 H8804 zegt H3068 de HEERE H5921 , tegen H5030 de profeten H5971 , die Mijn volk H8582 H8688 verleiden H8127 ; die met hun tanden H5391 H8802 bijten H7121 H8804 , en roepen H7965 vrede H834 uit; maar die H3808 niet H5414 H8799 geeft H5921 in H6310 hun mond H5921 , tegen H6942 H8765 dien zo heiligen zij H4421 een krijg.

James 5:4-6

  4 G2400 G5628 Ziet G3408 , het loon G2040 der werklieden G3588 , die G5216 uw G5561 landen G270 G5660 gemaaid hebben G3588 , welke G575 van G5216 u G650 G5772 verkort is G2896 G5719 , roept G2532 ; en G995 het geschrei G2325 G5660 dergenen, die geoogst hebben G1525 G5754 , is gekomen G1519 tot in G3775 de oren G2962 van den Heere G4519 Sebaoth.
  5 G5171 G5656 Gij hebt lekkerlijk geleefd G1909 op G1093 de aarde G2532 , en G4684 G5656 wellusten gevolgd G5216 ; gij hebt uw G2588 harten G5142 G5656 gevoed G5613 als G1722 in G2250 een dag G4967 der slachting.
  6 G2613 G5656 Gij hebt veroordeeld G5407 G5656 , gij hebt gedood G1342 den rechtvaardige G498 G5731 ; [en] hij wederstaat G5213 u G3756 niet.

1 Peter 5:5

  5 G3668 Desgelijks G3501 gij jongen G4245 , zijt den ouden G5293 G5649 onderdanig G1161 ; en G3956 zijt allen G240 elkander G5293 G5746 onderdanig G5012 ; zijt met de ootmoedigheid G1463 G5663 bekleed G3754 ; want G2316 God G498 G5731 wederstaat G5244 de hovaardigen G1161 , maar G5011 den nederigen G1325 G5719 geeft Hij G5485 genade.

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.