Leviticus 26:1 Cross References - DSV_Strongs

  1 H457 Gij zult ulieden geen afgoden H6213 H8799 maken H6459 ; noch gesneden beeld H4676 , noch opgericht beeld H6965 H8686 zult gij u stellen H4906 , noch gebeelden H68 steen H776 in uw land H5414 H8799 zetten H7812 H8692 , om u daarvoor te buigen H3068 ; want Ik ben de HEERE H430 , uw God!

Exodus 20:4-5

  4 H6459 Gij zult u geen gesneden beeld H8544 , noch enige gelijkenis H6213 H8799 maken H834 , [van] [hetgeen H4605 ] boven H8064 in den hemel H776 is, noch [van] [hetgeen] onder op de aarde H4325 is, noch [van] [hetgeen] in de wateren H776 onder de aarde is.
  5 H7812 H8691 Gij zult u voor die niet buigen H5647 H8714 , noch hen dienen H3068 ; want Ik, de HEERE H430 uw God H7067 , ben een ijverig H410 God H5771 , Die de misdaad H1 der vaderen H6485 H8802 bezoek H1121 aan de kinderen H8029 , aan het derde H7256 , en aan het vierde H8130 H8802 [lid] dergenen, die Mij haten;

Exodus 20:23

  23 H6213 H8799 Gij zult nevens Mij niet maken H3701 zilveren H430 goden H2091 , en gouden H430 goden H6213 H8799 zult gij u niet maken.

Exodus 23:24

  24 H430 Gij zult u voor hun goden H7812 H8691 niet buigen H5647 H8714 , noch hen dienen H4639 ; ook zult gij naar hun werken H6213 H8799 niet doen H2040 H8763 ; maar gij zult ze geheel H2040 H8762 afbreken H4676 , en hun opgerichte beelden H7665 H8763 ganselijk H7665 H8762 vermorzelen.

Exodus 34:17

  17 H4541 Gij zult u geen gegoten H430 goden H6213 H8799 maken.

Leviticus 19:4

  4 H457 Gij zult u tot de afgoden H6437 H8799 niet keren H4541 , en u geen gegoten H430 goden H6213 H8799 maken H3068 ; Ik ben de HEERE H430 , uw God!

Numbers 33:52

  52 H3427 H8802 Zo zult gij alle inwoners H776 des lands H6440 voor uw aangezicht H3423 H8689 uit de bezitting verdrijven H4906 , en al hun beeltenissen H6 H8765 verderven H4541 ; ook zult gij al hun gegotene H6754 beelden H6 H8762 verderven H1116 , en al hun hoogten H8045 H8686 verdelgen.

Deuteronomy 4:16-19

  16 H7843 H8686 Opdat gij u niet verderft H6213 H8804 , en maakt H6459 u iets gesnedens H8544 , de gelijkenis H5566 van enig beeld H8403 , de gedaante H2145 van man H5347 of vrouw,
  17 H8403 De gedaante H929 van enig beest H776 , dat op de aarde H8403 is; de gedaante H3671 van enigen gevleugelden H6833 vogel H8064 , die door den hemel H5774 H8799 vliegt;
  18 H8403 De gedaante H127 van iets, dat op den aardbodem H7430 H8802 kruipt H8403 ; de gedaante H1710 van enigen vis H4325 , die in het water H8478 is onder H776 de aarde;
  19 H5869 Dat gij ook uw ogen H5375 H8799 niet opheft H8064 naar den hemel H7200 H8804 , en aanziet H8121 de zon H3394 , en de maan H3556 , en de sterren H8064 , des hemels H6635 ganse heir H5080 H8738 ; en wordt aangedreven H7812 H8694 , dat gij u voor die buigt H5647 H8804 , en hen dient H3068 ; dewelke de HEERE H430 , uw God H5971 , aan alle volken H8064 onder den gansen hemel H2505 H8804 heeft uitgedeeld.

Deuteronomy 5:8-9

  8 H6459 Gij zult u geen gesneden beeld H6213 H8799 maken H8544 , [noch] enige gelijkenis H4605 , [van] hetgeen boven H8064 in den hemel H776 , of onder op de aarde H4325 is; of in het water H776 onder de aarde is;
  9 H7812 H8691 Gij zult u voor die niet buigen H5647 H8714 , noch hen dienen H3068 ; want Ik, de HEERE H430 , uw God H7067 , ben een ijverig H410 God H5771 , Die de misdaad H1 der vaderen H6485 H8802 bezoek H1121 aan de kinderen H8029 , en aan het derde H7256 , en aan het vierde H8130 H8802 [lid] dergenen, die Mij haten;

Deuteronomy 16:21-22

  21 H842 Gij zult u geen bos H5193 H8799 planten H6086 van enig geboomte H681 , bij H4196 het altaar H3068 des HEEREN H430 , uws Gods H6213 H8799 , dat gij u maken zult.
  22 H4676 Ook zult gij u geen opgericht beeld H6965 H8686 stellen H3068 , hetwelk de HEERE H430 , uw God H8130 H8804 , haat.

Deuteronomy 27:15

  15 H779 H8803 Vervloekt zij H376 de man H6459 , die een gesneden H4541 of gegoten beeld H8441 , een gruwel H3068 des HEEREN H4639 , een werk H2796 van 's werkmeesters H3027 handen H6213 H8799 , zal maken H7760 H8804 , en zetten H5643 in het verborgene H5971 ! En al het volk H6030 H8804 zal antwoorden H559 H8804 en zeggen H543 : Amen.

Psalms 97:7

  7 H954 H8799 Beschaamd moeten wezen H6459 allen, die de beelden H5647 H8802 dienen H457 , die zich op afgoden H1984 H8693 beroemen H7812 H8690 ; buigt u neder H430 voor Hem, alle gij goden!

Psalms 115:4-8

  4 H6091 Hunlieder afgoden H3701 zijn zilver H2091 en goud H4639 , het werk H120 van des mensen H3027 handen;
  5 H6310 Zij hebben een mond H1696 H8762 , maar spreken H5869 niet; zij hebben ogen H7200 H8799 , maar zien niet;
  6 H241 Oren H8085 H8799 hebben zij, maar horen H639 niet; zij hebben een neus H7306 H8686 , maar zij rieken niet;
  7 H3027 Hun handen H4184 H8686 [hebben] [zij], maar tasten H7272 niet; hun voeten H1980 H8762 , maar gaan H1897 H8799 niet; zij geven geen geluid H1627 door hun keel.
  8 H6213 H8802 Dat die hen maken H982 H8802 hun gelijk worden, [en] al wie op hen vertrouwt.

Isaiah 2:20

  20 H3117 In dien dag H120 zal de mens H3701 zijn zilveren H457 afgoden H2091 , en zijn gouden H457 afgoden H6213 H8804 , welke zij zich gemaakt hadden H7812 H8692 , om zich [daarvoor] neder te buigen H7993 H8686 , wegwerpen H2661 H6512 voor de mollen H5847 en de vledermuizen;

Isaiah 44:9-20

  9 H3335 H8802 De formeerders H6459 van gesneden beelden H8414 zijn al te zamen ijdelheid H2530 H8803 , en hun gewenste dingen H3276 H8686 doen geen nut H5707 ; ja, zij zelven zijn hun getuigen H7200 H8799 ; zij zien H3045 H8799 niet, en zij weten H954 H8799 niet, daarom zullen zij beschaamd worden.
  10 H3335 H8804 Wie formeert H410 een god H5258 H8804 , en giet H6459 een beeld H1115 , dat geen H3276 H8687 nut doet?
  11 H2270 Ziet, al hun medegenoten H954 H8799 zullen beschaamd worden H2796 , want de werkmeesters H120 zijn uit de mensen H6908 H8691 ; dat zij zich altemaal vergaderen H5975 H8799 , dat zij opstaan H6342 H8799 , zij zullen verschrikken H3162 , zij zullen te zamen H954 H8799 beschaamd worden.
  12 H1270 H2796 De ijzersmid H4621 [maakt] een bijl H6466 H8804 , en werkt H6352 in den gloed H3335 H8799 , en formeert H4717 het met hamers H6466 H8799 , en werkt H3581 het met zijn sterken H2220 arm H7457 ; ook lijdt hij honger H3581 H369 , totdat hij krachteloos H8354 H8804 wordt, hij drinkt H4325 geen water H3286 H8799 , totdat hij amechtig wordt.
  13 H2796 H6086 De timmerman H5186 H8804 trekt H6957 het richtsnoer H8388 H8762 uit, hij tekent het af H8279 met den draad H6213 H8799 , hij maakt H4741 het [effen] met de schaven H8388 H8762 , en tekent H4230 het met den passer H6213 H8799 , en maakt H8403 het naar de beeltenis H376 eens mans H8597 , naar de schoonheid H120 van een mens H1004 , dat het in het huis H3427 H8800 blijve.
  14 H730 Als hij zich cederen H3772 H8800 afhouwt H3947 H8799 , zo neemt hij H8645 een cypressenboom H437 of een eik H553 H8762 , en hij versterkt zich H6086 onder de bomen H3293 des wouds H5193 H8804 ; hij plant H766 een olmboom H1653 , en de regen H1431 H8762 maakt [dien] groot.
  15 H120 Dan is het voor den mens H1197 H8763 om te verbranden H3947 H8799 , dan neemt hij H2552 H8799 daarvan, en warmt er zich H5400 H8686 bij; ook ontsteekt hij H644 H8804 het, en bakt H3899 er brood H6466 H8799 bij; daarenboven maakt hij H410 er een god H7812 H8691 van, en buigt zich H6213 H8804 [daarvoor], hij maakt H6459 er een gesneden beeld H5456 H8799 van, en knielt er voor neder.
  16 H2677 Zijn helft H8313 H8804 brandt hij H1119 in H784 het vuur H2677 , bij de [andere] helft H398 H8799 daarvan eet hij H1320 vlees H6740 H8799 ; hij braadt H6748 een gebraad H7646 H8799 , en hij wordt verzadigd H2552 H8799 ; ook warmt hij H559 H8799 zichzelven, en hij zegt H1889 : Hei H2552 H8804 ! ik ben warm geworden H217 , ik heb het vuur H7200 H8804 gezien!
  17 H7611 Het overige H6213 H8804 nu daarvan maakt hij H410 tot een god H6459 , tot zijn gesneden beeld H5456 H8799 ; hij knielt er voor neder H7812 H8691 , en buigt zich H6419 H8691 , en bidt het aan H559 H8799 , en zegt H5337 H8685 : Red H410 mij, want gij zijt mijn god!
  18 H3045 H8804 Zij weten H995 H8799 niet, en verstaan H5869 niet, want het heeft hun ogen H2902 H8804 bestreken H7200 H8800 , dat zij niet zien H3826 , [en] hun harten H7919 H8687 , dat zij niet verstaan.
  19 H7725 H8686 En niemand [van] [hen] brengt H3820 het in zijn hart H1847 , en er is noch kennis H8394 noch verstand H559 H8800 , dat hij zeggen zou H2677 : De helft H8313 H8804 daarvan heb ik verbrand H1119 in H784 het vuur H1513 , ja, ook op de kolen H3899 daarvan heb ik brood H644 H8804 gebakken H1320 , ik heb vlees H6740 H8799 [daarbij] gebraden H398 H8799 , en heb het gegeten H3499 ; en zou ik het overblijfsel H8441 daarvan tot een gruwel H6213 H8799 maken H5456 H8799 , zou ik nederknielen H6086 voor hetgeen van een boom H944 gekomen is?
  20 H7462 H8802 Hij voedt zich H665 met as H2048 H8795 , het bedrogen H3820 hart H5186 H8689 heeft hem [ter] [zijde] afgeleid H5315 ; zodat hij zijn ziel H5337 H8686 niet redden kan H559 H8799 , noch zeggen H8267 : Is er niet een leugen H3225 in mijn rechterhand?

Isaiah 48:5-8

  5 H227 Daarom heb Ik het u van toen H5046 H8686 af verkondigd H935 H8799 , eer dat het kwam H8085 H8689 , heb Ik het u doen horen H559 H8799 ; opdat gij niet misschien zoudt zeggen H6090 : Mijn afgod H6213 H8804 heeft die dingen gedaan H6459 , of mijn gesneden beeld H5262 , of mijn gegoten beeld H6680 H8765 heeft ze bevolen.
  6 H8085 H8804 Gij hebt [het] gehoord H2372 H8798 , aanmerkt H5046 H8686 dat alles; zult gijlieden het ook niet verkondigen H6258 ? Van nu H2319 af doe Ik u nieuwe dingen H8085 H8689 horen H5341 H8803 , en verborgen dingen H3045 H8804 , en die gij niet geweten hebt.
  7 H1254 H8738 Nu zijn zij geschapen H6440 , en niet van toen af, en voor H3117 [dezen] dag H8085 H8804 hebt gij ze ook niet gehoord H559 H8799 ; opdat gij niet misschien zeggen zoudt H3045 H8804 : Ziet, ik heb ze geweten.
  8 H8085 H8804 Ook hebt gij ze niet gehoord H3045 H8804 , ook hebt gij ze niet geweten H241 , ook van toen af is uw oor H6605 H8765 niet geopend geweest H3045 H8804 ; want Ik heb geweten H898 H8799 , dat gij gans trouwelooslijk H898 H8800 handelen zoudt H990 , en dat gij van den buik H6586 H8802 af een overtreder H7121 H8795 genaamd zijt.

Jeremiah 10:3-8

  3 H2708 Want de inzettingen H5971 der volken H1892 zijn ijdelheid H6086 ; want het is hout H3293 , dat men uit het woud H3772 H8804 gehouwen heeft H4639 , een werk H2796 van des werkmeesters H3027 handen H4621 met de bijl.
  4 H3302 H8762 Men pronkt het op H3701 met zilver H2091 en met goud H2388 H8762 ; zij hechten H4548 ze met nagelen H4717 en met hameren H6328 H8686 , opdat het niet waggele.
  5 H8560 Zij zijn gelijk een palmboom H4749 van dicht werk H1696 H8762 , maar kunnen niet spreken H5375 H8800 ; zij moeten H5375 H8735 gedragen worden H6805 H8799 , want zij kunnen niet gaan H3372 H8799 ; vreest H7489 H8686 niet voor hen, want zij kunnen geen kwaad doen H3190 H8687 , ook is er geen goeddoen bij hen.
  6 H3068 Omdat niemand U gelijk is, o HEERE H1419 ! zo zijt Gij groot H1419 , en groot H8034 is Uw Naam H1369 in mogendheid.
  7 H3372 H8799 Wie zou U niet vrezen H4428 , Gij Koning H1471 der heidenen H2969 H8804 ? Want het komt U toe H2450 ; omdat toch onder alle wijzen H1471 der heidenen H4438 , en in hun ganse koninkrijk, niemand U gelijk is.
  8 H259 In een H1197 H8799 ding zijn zij toch onvernuftig H3688 H8799 en zot H6086 : een hout H4148 is een onderwijs H1892 der ijdelheden.

Acts 17:29

  29 G3767 Wij dan G5225 G5723 , zijnde G2316 Gods G1085 geslacht G3784 G5719 , moeten G3756 niet G3543 G5721 menen G2304 , dat de Godheid G5557 goud G2228 , of G696 zilver G2228 , of G3037 steen G3664 gelijk G1511 G5750 zij G5078 G444 , welke door mensenkunst G2532 en G1761 bedenking G5480 gesneden zijn.

Romans 2:22-23

  22 G3004 G5723 Die zegt G3361 , dat men geen G3431 G5721 overspel doen zal G3431 G5719 , doet gij overspel G1497 ? Die van de afgoden G948 G5740 een gruwel hebt G2416 G5719 , berooft gij het heilige?
  23 G3739 Die G1722 op G3551 de wet G2744 G5736 roemt G818 G5719 , onteert gij G2316 God G1223 door G3847 de overtreding G3551 der wet?

1 Corinthians 10:19-20

  19 G5101 Wat G5346 G5748 zeg ik G3767 dan G3754 ? Dat G1497 een afgod G5100 iets G2076 G5748 is G2228 , of G3754 dat G1494 het afgodenoffer G5100 iets G2076 G5748 is?
  20 G235 Ja G3754 , [ik] [zeg], dat G3739 hetgeen G1484 de heidenen G2380 G5719 offeren G1140 , zij den duivelen G2380 G5719 offeren G2532 , en G3756 niet G2316 Gode G1161 ; en G2309 G5719 ik wil G3756 niet G5209 , dat gij G1140 met de duivelen G2844 gemeenschap G1096 G5738 hebt.

Revelation 13:14-15

  14 G2532 En G4105 G5719 verleidt G1909 degenen, die op G1093 de aarde G2730 G5723 wonen G1223 , door G4592 de tekenen G3739 , die G846 aan hetzelve G4160 G5658 te doen G1325 G5681 gegeven zijn G1799 in de tegenwoordigheid G2342 van het beest G3004 G5723 ; zeggende G1909 tot degenen, die op G1093 de aarde G2730 G5723 wonen G2342 , dat zij het beest G3739 , dat G4127 de wond G3162 des zwaards G2192 G5719 had G2532 , en G2198 G5656 [weder] leefde G1504 , een beeld G4160 G5658 zouden maken.
  15 G2532 En G1325 G5681 hetzelve werd [macht] gegeven G1504 om het beeld G2342 van het beest G4151 een geest G1325 G5629 te geven G2443 , opdat G1504 het beeld G2342 van het beest G2532 ook G2980 G5661 zou spreken G2532 , en G4160 G5661 maken G2443 , dat G3745 allen G1504 , die het beeld G2342 van het beest G3361 niet G302 zouden G4352 G5661 aanbidden G615 G5686 , gedood zouden worden.

Revelation 22:15

  15 G1161 Maar G1854 buiten G2965 zullen zijn de honden G2532 , en G5333 de tovenaars G2532 , en G4205 de hoereerders G2532 , en G5406 de doodslagers G2532 , en G1496 de afgodendienaars G2532 , en G3956 een iegelijk G5579 , die de leugen G5368 G5723 liefheeft G2532 , en G4160 G5723 doet.

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.