Leviticus 26:1 Cross References - DSV_Strongs
Exodus 20:4-5
4
H6459
Gij zult u geen gesneden beeld
H8544
, noch enige gelijkenis
H6213 H8799
maken
H834
, [van] [hetgeen
H4605
] boven
H8064
in den hemel
H776
is, noch [van] [hetgeen] onder op de aarde
H4325
is, noch [van] [hetgeen] in de wateren
H776
onder de aarde is.
5
H7812 H8691
Gij zult u voor die niet buigen
H5647 H8714
, noch hen dienen
H3068
; want Ik, de HEERE
H430
uw God
H7067
, ben een ijverig
H410
God
H5771
, Die de misdaad
H1
der vaderen
H6485 H8802
bezoek
H1121
aan de kinderen
H8029
, aan het derde
H7256
, en aan het vierde
H8130 H8802
[lid] dergenen, die Mij haten;
Exodus 20:23
Exodus 23:24
Exodus 34:17
Leviticus 19:4
Numbers 33:52
Deuteronomy 4:16-19
16
H7843 H8686
Opdat gij u niet verderft
H6213 H8804
, en maakt
H6459
u iets gesnedens
H8544
, de gelijkenis
H5566
van enig beeld
H8403
, de gedaante
H2145
van man
H5347
of vrouw,
17
H8403
De gedaante
H929
van enig beest
H776
, dat op de aarde
H8403
is; de gedaante
H3671
van enigen gevleugelden
H6833
vogel
H8064
, die door den hemel
H5774 H8799
vliegt;
18
H8403
De gedaante
H127
van iets, dat op den aardbodem
H7430 H8802
kruipt
H8403
; de gedaante
H1710
van enigen vis
H4325
, die in het water
H8478
is onder
H776
de aarde;
19
H5869
Dat gij ook uw ogen
H5375 H8799
niet opheft
H8064
naar den hemel
H7200 H8804
, en aanziet
H8121
de zon
H3394
, en de maan
H3556
, en de sterren
H8064
, des hemels
H6635
ganse heir
H5080 H8738
; en wordt aangedreven
H7812 H8694
, dat gij u voor die buigt
H5647 H8804
, en hen dient
H3068
; dewelke de HEERE
H430
, uw God
H5971
, aan alle volken
H8064
onder den gansen hemel
H2505 H8804
heeft uitgedeeld.
Deuteronomy 5:8-9
8
H6459
Gij zult u geen gesneden beeld
H6213 H8799
maken
H8544
, [noch] enige gelijkenis
H4605
, [van] hetgeen boven
H8064
in den hemel
H776
, of onder op de aarde
H4325
is; of in het water
H776
onder de aarde is;
9
H7812 H8691
Gij zult u voor die niet buigen
H5647 H8714
, noch hen dienen
H3068
; want Ik, de HEERE
H430
, uw God
H7067
, ben een ijverig
H410
God
H5771
, Die de misdaad
H1
der vaderen
H6485 H8802
bezoek
H1121
aan de kinderen
H8029
, en aan het derde
H7256
, en aan het vierde
H8130 H8802
[lid] dergenen, die Mij haten;
Deuteronomy 16:21-22
Deuteronomy 27:15
15
H779 H8803
Vervloekt zij
H376
de man
H6459
, die een gesneden
H4541
of gegoten beeld
H8441
, een gruwel
H3068
des HEEREN
H4639
, een werk
H2796
van 's werkmeesters
H3027
handen
H6213 H8799
, zal maken
H7760 H8804
, en zetten
H5643
in het verborgene
H5971
! En al het volk
H6030 H8804
zal antwoorden
H559 H8804
en zeggen
H543
: Amen.
Psalms 97:7
Psalms 115:4-8
4
H6091
Hunlieder afgoden
H3701
zijn zilver
H2091
en goud
H4639
, het werk
H120
van des mensen
H3027
handen;
5
H6310
Zij hebben een mond
H1696 H8762
, maar spreken
H5869
niet; zij hebben ogen
H7200 H8799
, maar zien niet;
6
H241
Oren
H8085 H8799
hebben zij, maar horen
H639
niet; zij hebben een neus
H7306 H8686
, maar zij rieken niet;
Isaiah 2:20
Isaiah 44:9-20
9
H3335 H8802
De formeerders
H6459
van gesneden beelden
H8414
zijn al te zamen ijdelheid
H2530 H8803
, en hun gewenste dingen
H3276 H8686
doen geen nut
H5707
; ja, zij zelven zijn hun getuigen
H7200 H8799
; zij zien
H3045 H8799
niet, en zij weten
H954 H8799
niet, daarom zullen zij beschaamd worden.
10
H3335 H8804
Wie formeert
H410
een god
H5258 H8804
, en giet
H6459
een beeld
H1115
, dat geen
H3276 H8687
nut doet?
11
H2270
Ziet, al hun medegenoten
H954 H8799
zullen beschaamd worden
H2796
, want de werkmeesters
H120
zijn uit de mensen
H6908 H8691
; dat zij zich altemaal vergaderen
H5975 H8799
, dat zij opstaan
H6342 H8799
, zij zullen verschrikken
H3162
, zij zullen te zamen
H954 H8799
beschaamd worden.
12
H1270 H2796
De ijzersmid
H4621
[maakt] een bijl
H6466 H8804
, en werkt
H6352
in den gloed
H3335 H8799
, en formeert
H4717
het met hamers
H6466 H8799
, en werkt
H3581
het met zijn sterken
H2220
arm
H7457
; ook lijdt hij honger
H3581 H369
, totdat hij krachteloos
H8354 H8804
wordt, hij drinkt
H4325
geen water
H3286 H8799
, totdat hij amechtig wordt.
13
H2796 H6086
De timmerman
H5186 H8804
trekt
H6957
het richtsnoer
H8388 H8762
uit, hij tekent het af
H8279
met den draad
H6213 H8799
, hij maakt
H4741
het [effen] met de schaven
H8388 H8762
, en tekent
H4230
het met den passer
H6213 H8799
, en maakt
H8403
het naar de beeltenis
H376
eens mans
H8597
, naar de schoonheid
H120
van een mens
H1004
, dat het in het huis
H3427 H8800
blijve.
14
H730
Als hij zich cederen
H3772 H8800
afhouwt
H3947 H8799
, zo neemt hij
H8645
een cypressenboom
H437
of een eik
H553 H8762
, en hij versterkt zich
H6086
onder de bomen
H3293
des wouds
H5193 H8804
; hij plant
H766
een olmboom
H1653
, en de regen
H1431 H8762
maakt [dien] groot.
15
H120
Dan is het voor den mens
H1197 H8763
om te verbranden
H3947 H8799
, dan neemt hij
H2552 H8799
daarvan, en warmt er zich
H5400 H8686
bij; ook ontsteekt hij
H644 H8804
het, en bakt
H3899
er brood
H6466 H8799
bij; daarenboven maakt hij
H410
er een god
H7812 H8691
van, en buigt zich
H6213 H8804
[daarvoor], hij maakt
H6459
er een gesneden beeld
H5456 H8799
van, en knielt er voor neder.
16
H2677
Zijn helft
H8313 H8804
brandt hij
H1119
in
H784
het vuur
H2677
, bij de [andere] helft
H398 H8799
daarvan eet hij
H1320
vlees
H6740 H8799
; hij braadt
H6748
een gebraad
H7646 H8799
, en hij wordt verzadigd
H2552 H8799
; ook warmt hij
H559 H8799
zichzelven, en hij zegt
H1889
: Hei
H2552 H8804
! ik ben warm geworden
H217
, ik heb het vuur
H7200 H8804
gezien!
17
H7611
Het overige
H6213 H8804
nu daarvan maakt hij
H410
tot een god
H6459
, tot zijn gesneden beeld
H5456 H8799
; hij knielt er voor neder
H7812 H8691
, en buigt zich
H6419 H8691
, en bidt het aan
H559 H8799
, en zegt
H5337 H8685
: Red
H410
mij, want gij zijt mijn god!
18
H3045 H8804
Zij weten
H995 H8799
niet, en verstaan
H5869
niet, want het heeft hun ogen
H2902 H8804
bestreken
H7200 H8800
, dat zij niet zien
H3826
, [en] hun harten
H7919 H8687
, dat zij niet verstaan.
19
H7725 H8686
En niemand [van] [hen] brengt
H3820
het in zijn hart
H1847
, en er is noch kennis
H8394
noch verstand
H559 H8800
, dat hij zeggen zou
H2677
: De helft
H8313 H8804
daarvan heb ik verbrand
H1119
in
H784
het vuur
H1513
, ja, ook op de kolen
H3899
daarvan heb ik brood
H644 H8804
gebakken
H1320
, ik heb vlees
H6740 H8799
[daarbij] gebraden
H398 H8799
, en heb het gegeten
H3499
; en zou ik het overblijfsel
H8441
daarvan tot een gruwel
H6213 H8799
maken
H5456 H8799
, zou ik nederknielen
H6086
voor hetgeen van een boom
H944
gekomen is?
Isaiah 48:5-8
5
H227
Daarom heb Ik het u van toen
H5046 H8686
af verkondigd
H935 H8799
, eer dat het kwam
H8085 H8689
, heb Ik het u doen horen
H559 H8799
; opdat gij niet misschien zoudt zeggen
H6090
: Mijn afgod
H6213 H8804
heeft die dingen gedaan
H6459
, of mijn gesneden beeld
H5262
, of mijn gegoten beeld
H6680 H8765
heeft ze bevolen.
6
H8085 H8804
Gij hebt [het] gehoord
H2372 H8798
, aanmerkt
H5046 H8686
dat alles; zult gijlieden het ook niet verkondigen
H6258
? Van nu
H2319
af doe Ik u nieuwe dingen
H8085 H8689
horen
H5341 H8803
, en verborgen dingen
H3045 H8804
, en die gij niet geweten hebt.
7
H1254 H8738
Nu zijn zij geschapen
H6440
, en niet van toen af, en voor
H3117
[dezen] dag
H8085 H8804
hebt gij ze ook niet gehoord
H559 H8799
; opdat gij niet misschien zeggen zoudt
H3045 H8804
: Ziet, ik heb ze geweten.
8
H8085 H8804
Ook hebt gij ze niet gehoord
H3045 H8804
, ook hebt gij ze niet geweten
H241
, ook van toen af is uw oor
H6605 H8765
niet geopend geweest
H3045 H8804
; want Ik heb geweten
H898 H8799
, dat gij gans trouwelooslijk
H898 H8800
handelen zoudt
H990
, en dat gij van den buik
H6586 H8802
af een overtreder
H7121 H8795
genaamd zijt.
Jeremiah 10:3-8
3
H2708
Want de inzettingen
H5971
der volken
H1892
zijn ijdelheid
H6086
; want het is hout
H3293
, dat men uit het woud
H3772 H8804
gehouwen heeft
H4639
, een werk
H2796
van des werkmeesters
H3027
handen
H4621
met de bijl.
4
H3302 H8762
Men pronkt het op
H3701
met zilver
H2091
en met goud
H2388 H8762
; zij hechten
H4548
ze met nagelen
H4717
en met hameren
H6328 H8686
, opdat het niet waggele.
5
H8560
Zij zijn gelijk een palmboom
H4749
van dicht werk
H1696 H8762
, maar kunnen niet spreken
H5375 H8800
; zij moeten
H5375 H8735
gedragen worden
H6805 H8799
, want zij kunnen niet gaan
H3372 H8799
; vreest
H7489 H8686
niet voor hen, want zij kunnen geen kwaad doen
H3190 H8687
, ook is er geen goeddoen bij hen.
6
H3068
Omdat niemand U gelijk is, o HEERE
H1419
! zo zijt Gij groot
H1419
, en groot
H8034
is Uw Naam
H1369
in mogendheid.
Acts 17:29
29
G3767
Wij dan
G5225 G5723
, zijnde
G2316
Gods
G1085
geslacht
G3784 G5719
, moeten
G3756
niet
G3543 G5721
menen
G2304
, dat de Godheid
G5557
goud
G2228
, of
G696
zilver
G2228
, of
G3037
steen
G3664
gelijk
G1511 G5750
zij
G5078 G444
, welke door mensenkunst
G2532
en
G1761
bedenking
G5480
gesneden zijn.
Romans 2:22-23
1 Corinthians 10:19-20
Revelation 13:14-15
14
G2532
En
G4105 G5719
verleidt
G1909
degenen, die op
G1093
de aarde
G2730 G5723
wonen
G1223
, door
G4592
de tekenen
G3739
, die
G846
aan hetzelve
G4160 G5658
te doen
G1325 G5681
gegeven zijn
G1799
in de tegenwoordigheid
G2342
van het beest
G3004 G5723
; zeggende
G1909
tot degenen, die op
G1093
de aarde
G2730 G5723
wonen
G2342
, dat zij het beest
G3739
, dat
G4127
de wond
G3162
des zwaards
G2192 G5719
had
G2532
, en
G2198 G5656
[weder] leefde
G1504
, een beeld
G4160 G5658
zouden maken.
15
G2532
En
G1325 G5681
hetzelve werd [macht] gegeven
G1504
om het beeld
G2342
van het beest
G4151
een geest
G1325 G5629
te geven
G2443
, opdat
G1504
het beeld
G2342
van het beest
G2532
ook
G2980 G5661
zou spreken
G2532
, en
G4160 G5661
maken
G2443
, dat
G3745
allen
G1504
, die het beeld
G2342
van het beest
G3361
niet
G302
zouden
G4352 G5661
aanbidden
G615 G5686
, gedood zouden worden.