Lamentations 2:6 Cross References - DSV_Strongs

  6 H7900 [Vau]. En Hij heeft Zijn hut H2554 H8799 met geweld afgerukt H1588 , als een hof H4150 , Hij heeft Zijn vergaderplaats H7843 H8765 verdorven H3068 ; de HEERE H6726 heeft in Sion H7911 H8765 doen vergeten H4150 den hoogtijd H7676 en den sabbat H2195 , en Hij heeft in de gramschap H639 Zijns toorns H4428 den koning H3548 en den priester H5006 H8799 smadelijk verworpen.

Psalms 80:12

  12 H1447 [080:13] Waarom hebt Gij zijn muren H6555 H8804 doorgebroken H1870 , zodat allen, die den weg H5674 H8802 voorbijgaan H717 H8804 , hem plukken?

Psalms 89:40

  40 H1448 [089:41] Gij hebt al zijn muren H6555 H8804 doorgebroken H4013 ; Gij hebt zijn vestingen H7760 H8804 H4288 nedergeworpen.

Isaiah 1:8

  8 H1323 En de dochter H6726 van Sion H3498 H8738 is overgebleven H5521 als een hutje H3754 in den wijngaard H4412 , als een nachthutje H4750 in den komkommerhof H5341 H8803 , als een belegerde H5892 stad.

Isaiah 1:13

  13 H935 H8687 Brengt H3254 H8686 niet meer H7723 vergeefs H4503 offer H7004 , het reukwerk H8441 is Mij een gruwel H2320 ; de nieuwe maanden H7676 , en sabbatten H7121 H8800 , [en] het bijeenroepen H4744 der vergaderingen H3201 H8799 vermag Ik niet H205 , het is ongerechtigheid H6116 , zelfs de verbodsdagen.

Isaiah 5:5

  5 H3045 H8686 Nu dan, Ik zal ulieden nu bekend maken H3754 , wat Ik Mijn wijngaard H6213 H8802 doen zal H4881 ; Ik zal zijn tuin H5493 H8687 wegnemen H1197 H8763 , opdat hij zij tot afweiding H1447 ; zijn muur H6555 H8800 zal Ik verscheuren H4823 , opdat hij zij tot vertreding.

Isaiah 43:28

  28 H8269 Daarom zal Ik de oversten H6944 des heiligdoms H2490 H8762 ontheiligen H3290 , en Jakob H2764 ten ban H5414 H8799 overgeven H3478 , en Israel H1421 tot beschimpingen.

Isaiah 63:18

  18 H6944 Uw heilig H5971 volk H4705 heeft [het] [maar] een weinig tijds H3423 H8804 bezeten H6862 ; onze wederpartijders H4720 hebben Uw heiligdom H947 H8790 vertreden.

Isaiah 64:11

  11 H6944 Ons heilig H8597 en ons heerlijk H1004 huis H1 , waarin onze vaders H1984 H8765 U loofden H784 , is met vuur H8316 verbrand H4261 ; en al onze gewenste dingen H2723 zijn tot woestheid geworden.

Jeremiah 52:11-27

  11 H5786 H8765 En hij verblindde H5869 de ogen H6667 van Zedekia H631 H8799 , en hij bond H5178 hem met twee koperen ketenen H935 H8686 ; alzo bracht H4428 hem de koning H894 van Babel H894 naar Babel H5414 H8799 , en stelde H1004 H6486 hem in het gevangenhuis H3117 , tot den dag H4194 zijns doods toe.
  12 H2549 Daarna, in de vijfde H2320 maand H6218 , op den tienden H2320 der maand H8672 H6240 H8141 (dit jaar was het negentiende H8141 jaar H4428 van den koning H5019 Nebukadrezar H4428 , den koning H894 van Babel H5018 ), als Nebuzaradan H7227 , de overste H2876 der trawanten H6440 , die voor het aangezicht H4428 des konings H894 van Babel H5975 H8804 stond H3389 , te Jeruzalem H935 H8804 gekomen was;
  13 H8313 H8799 Zo verbrandde hij H1004 het huis H3068 des HEEREN H1004 en het huis H4428 des konings H1004 ; mitsgaders alle huizen H3389 van Jeruzalem H1004 en alle huizen H1419 der groten H8313 H8804 verbrandde hij H784 met vuur.
  14 H2428 En het ganse heir H3778 der Chaldeen H7227 , dat met den overste H2876 der trawanten H5422 H0 was, brak H2346 alle muren H3389 van Jeruzalem H5439 rondom H5422 H8804 af.
  15 H1803 Van de armsten H5971 nu des volks H3499 en het overige H5971 des volks H5892 , die in de stad H7604 H8737 overgelaten waren H5307 H8802 , en de afvalligen H4428 , die tot den koning H894 van Babel H5307 H8804 gevallen waren H3499 , en het overige H527 der menigte H1540 H0 , voerde H5018 Nebuzaradan H7227 , de overste H2876 der trawanten H1540 H8689 , gevankelijk weg.
  16 H1803 Maar van de armsten H776 des lands H7604 H0 liet H5018 Nebuzaradan H7227 , de overste H2876 der trawanten H7604 H8689 , [enigen] over H3755 tot wijngaardeniers H3009 H8802 en tot akkerlieden.
  17 H7665 H8765 Verder braken H3778 de Chaldeen H5178 de koperen H5982 pilaren H1004 , die in het huis H3068 des HEEREN H4350 waren, en de stellingen H5178 , en de koperen H3220 zee H1004 , die in het huis H3068 des HEEREN H5375 H8799 was; en zij voerden H5178 al het koper H894 daarvan naar Babel.
  18 H3947 H8804 Ook namen zij H5518 de potten H3257 en de schoffelen H4212 , en de gaffelen H4219 , en de sprengbekkens H3709 , en de rookschalen H5178 , en al de koperen H3627 vaten H8334 H8762 , waar men den dienst mede deed.
  19 H7227 En de overste H2876 der trawanten H3947 H8804 nam weg H5592 de schalen H4289 , en de wierookvaten H4219 , en de sprengbekkens H5518 , en de potten H4501 , en de kandelaars H3709 , en de rookschalen H4518 , en de kroezen H2091 ; wat geheel H2091 goud H3701 , en wat geheel H3701 zilver was.
  20 H8147 De twee H5982 pilaren H259 , de ene H3220 zee H8147 H6240 , en de twaalf H5178 koperen H1241 runderen H4350 , die in de plaats der stellingen H4428 waren, die de koning H8010 Salomo H1004 voor het huis H3068 des HEEREN H6213 H8804 gemaakt had H5178 ; het koper H3627 daarvan, [te] [weten] van al deze vaten H4948 , was zonder gewicht.
  21 H5982 Aangaande de pilaren H8083 H6240 , achttien H520 ellen H6967 was de hoogte H259 eens H5982 pilaars H2339 , en een draad H8147 H6240 van twaalf H520 ellen H5437 H8799 omving H5672 hem; en zijn dikte H702 was vier H676 vingeren H5014 H8803 , [en] hij was hol.
  22 H3805 En het kapiteel H5178 daarop was koper H6967 , en de hoogte H259 des enen H3805 kapiteels H2568 was vijf H520 ellen H7639 , en een net H7416 , en granaatappelen H3805 op het kapiteel H5439 rondom H5178 , alles koper H8145 ; en dezen gelijk had de andere H5982 pilaar H7416 , met granaatappelen.
  23 H7416 En de granaatappelen H8337 waren zes H8673 en negentig H7307 , [gezet] naar den wind H7416 ; alle granaatappelen H3967 waren honderd H7639 , over het net H5439 rondom.
  24 H3947 H8799 Ook nam H7227 de overste H2876 der trawanten H8304 Seraja H7218 H3548 , den hoofdpriester H6846 , en Zefanja H4932 , den tweeden H3548 priester H7969 , en de drie H8104 H8802 H5592 dorpelbewaarders.
  25 H5892 En uit de stad H3947 H8804 nam hij H259 een H5631 hoveling H582 H4421 , die over de krijgslieden H6496 gesteld was H7651 , en zeven H582 mannen H4428 uit degenen, die des konings H6440 aangezicht H7200 H8802 zagen H5892 , die in de stad H4672 H8738 gevonden werden H8269 , mitsgaders den oversten H5608 H8802 schrijver H6635 des heirs H5971 , die het volk H776 des lands H6633 H8688 ten oorlog opschreef H8346 , en zestig H376 mannen H5971 van het volk H776 des lands H8432 , die in het midden H5892 der stad H4672 H8737 gevonden werden.
  26 H5018 Als Nebuzaradan H7227 , de overste H2876 der trawanten H3947 H8799 , dezen genomen had H3212 H8686 , zo bracht hij H4428 hen tot den koning H894 van Babel H7247 naar Ribla.
  27 H4428 En de koning H894 van Babel H5221 H8686 sloeg H4191 H8686 hen en doodde H7247 hen te Ribla H127 , in het land H2574 van Hamath H3063 . Alzo werd Juda H776 uit zijn land H1540 H8799 gevankelijk weggevoerd.

Lamentations 1:4

  4 H1870 [Daleth]. De wegen H6726 Sions H57 treuren H4150 , omdat niemand op het feest H935 H8802 komt H8179 ; al haar poorten H8074 H8802 zijn woest H3548 , haar priesters H584 H8737 zuchten H1330 : haar jonkvrouwen H3013 H8737 zijn bedroefd H4843 H8804 , en zij zelve is in bitterheid.

Lamentations 4:16

  16 H3068 [Pe]. Des HEEREN H6440 aangezicht H2505 H8765 heeft ze verdeeld H3254 H8686 . Hij zal ze voortaan niet meer H5027 H8687 aanzien H6440 ; zij hebben het aangezicht H3548 der priesteren H5375 H8804 niet geeerd H2205 , zij hebben den ouden H2603 H8804 geen genade bewezen.

Lamentations 4:20

  20 H7307 [Resch]. De adem H639 onzer neuzen H4899 , de gezalfde H3068 des HEEREN H3920 H8738 , is gevangen H7825 in hun groeven H559 H8804 ; [van] welken wij zeiden H6738 : Wij zullen onder zijn schaduw H2421 H8799 leven H1471 onder de heidenen!

Lamentations 5:12

  12 H8269 De vorsten H3027 zijn door hunlieder hand H8518 H8738 opgehangen H6440 ; de aangezichten H2205 der ouden H1921 H8738 zijn niet geeerd geweest.

Ezekiel 12:12-13

  12 H5387 En de vorst H8432 , die in het midden H3802 van hen is, zal [het] [gereedschap] op den schouder H5375 H8799 dragen H5939 in donker H3318 H8799 , en hij zal uitgaan H7023 ; zij zullen door den wand H2864 H8799 graven H3318 H8687 , om [hem] daardoor uit te brengen H6440 ; hij zal zijn aangezicht H3680 H8762 bedekken H3282 , opdat H5869 hij met het oog H776 de aarde H7200 H8799 niet zie.
  13 H7568 Ik zal ook Mijn net H6566 H8804 over hem uitspreiden H4686 , dat hij in Mijn jachtgaren H8610 H8738 gegrepen worde H935 H8689 ; en Ik zal hem brengen H894 in Babylonie H776 , het land H3778 der Chaldeen H7200 H8799 ; ook zal hij dat niet zien H4191 H8799 , hoewel hij daar sterven zal.

Ezekiel 17:18

  18 H423 Want hij heeft den eed H959 H8804 veracht H6565 H8687 , brekende H1285 het verbond H3027 , daar hij, ziet, zijn hand H5414 H8804 gegeven had H6213 H8804 ; dewijl hij al deze dingen gedaan heeft H4422 H8735 , zal hij niet ontkomen.

Zephaniah 3:18

  18 H3013 H8737 De bedroefden H4480 , om H4150 der bijeenkomst H622 H8804 wil, zal Ik verzamelen H1961 H8804 , zij zijn H4480 uit H2781 u; de schimping H4864 is een last H5921 op haar.

Malachi 2:9

  9 H859 Daarom heb Ik H1571 ook H853 u H959 H8737 verachtelijk H8217 en onwaard H5414 H8804 gemaakt H3605 voor het ganse H5971 volk H6310 H834 , dewijl H1870 gij Mijn wegen H3426 niet H8104 H8802 houdt H6440 , maar het aangezicht H5375 H8802 aanneemt H8451 in de wet.

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.