28
H8080 H8804
Zij zijn vet
H6245 H8804
, zij zijn glad
H1697
, zelfs de daden
H7451
der bozen
H5674 H8804
gaan zij te boven
H1779
; de rechtzaak
H1777 H8804
richten zij
H3490
niet, [zelfs] de rechtzaak des wezen
H6743 H8686
, nochtans zijn zij voorspoedig
H8199 H8804
; ook oordelen zij
H4941
het recht
H34
der nooddruftigen niet.
Jeremiah 5:28 Cross References - DSV_Strongs
Deuteronomy 32:15
15
H3484
Als nu Jeschurun
H8080 H8799
vet werd
H1163 H8799
, zo sloeg hij achteruit
H8080 H8804
(gij zijt vet
H5666 H8804
, gij zijt dik
H3780 H8804
, [ja], [met] [vet] overdekt geworden
H433
!); en hij liet God
H5203 H8799
varen
H6213 H8804
, Die hem gemaakt heeft
H5034 H8762
, en versmaadde
H6697
den Rotssteen
H3444
zijns heils.
Job 12:6
Job 15:27-28
Job 21:23-24
Job 29:12-14
Psalms 72:4
Psalms 73:6-7
Psalms 73:12
Psalms 82:2-4
Psalms 119:70
Isaiah 1:23
23
H8269
Uw vorsten
H5637 H8802
zijn afvalligen
H2270
, en metgezellen
H1590
der dieven
H157 H0
, een ieder van hen heeft
H7810
geschenken
H157 H8802
lief
H7291 H0
, en zij jagen
H8021
de vergeldingen
H7291 H8802
na
H3490
; den wezen
H8199 H8799
doen zij geen recht
H7379
, en de twistzaak
H490
der weduwen
H935 H8799
komt voor hen niet.
Jeremiah 2:33
Jeremiah 7:6
Jeremiah 12:1
1
H6662
Gij zoudt rechtvaardig
H3068
zijn, o HEERE
H7378 H8799
! wanneer ik tegen U zou twisten
H4941
; ik zal nochtans [van] [Uw] oordelen
H1696 H8762
met U spreken
H7563
; waarom is der goddelozen
H1870
weg
H6743 H8804
voorspoedig
H7951 H8804
, [waarom] hebben zij rust
H899
, allen, die trouwelooslijk
H898 H8802
trouweloosheid bedrijven?
Jeremiah 22:15-19
15
H4427 H8799
Zoudt gij regeren
H8474 H8808
, omdat gij u mengt
H730
met den ceder
H1
? Heeft niet uw vader
H398 H8804
gegeten
H8354 H8804
en gedronken
H4941
, en recht
H6666
en gerechtigheid
H6213 H8804
gedaan
H2896
, [en] het ging hem toen wel?
16
H1779
Hij heeft de rechtzaak
H6041
des ellendigen
H34
en nooddruftigen
H1777 H8804
gericht
H2896
, toen ging het [hem] wel
H1847
; is dat niet Mij te kennen
H5002 H8803
? spreekt
H3068
de HEERE.
17
H5869
Maar uw ogen
H3820
en uw hart
H1215
zijn niet dan op uw gierigheid
H5355
, en op onschuldig
H1818
bloed
H8210 H8800
, om dat te vergieten
H6233
, en op verdrukking
H4835
en overlast
H6213 H8800
, om [die] te doen.
18
H559 H8804
Daarom zegt
H3068
de HEERE
H3079
alzo van Jojakim
H1121
, zoon
H2977
van Josia
H4428
, koning
H3063
van Juda
H5594 H8799
: Zij zullen hem niet beklagen
H1945
: Och
H251
mijn broeder
H1945
! of, och
H269
zuster
H5594 H8799
! Zij zullen hem niet beklagen
H1945
: Och
H113
, heer
H1945
! of, och
H1935
zijn majesteit!
Ezekiel 5:6-7
6
H4941
Doch zij heeft Mijn rechten
H4784 H8686
veranderd
H7564
in goddeloosheid
H1471
meer dan de heidenen
H2708
, en Mijn inzettingen
H776
meer dan de landen
H5439
, die rondom
H4941
haar zijn; want zij hebben Mijn rechten
H3988 H8804
verworpen
H2708
, en in Mijn inzettingen
H1980 H8804
hebben zij niet gewandeld.
7
H559 H8804
Daarom zegt
H136
de Heere
H3069
HEERE
H1995 H8800
alzo: Dewijl gijlieden dies meer gemaakt hebt
H1471
dan de heidenen
H5439
, die rondom
H2708
u zijn, in Mijn inzettingen
H1980 H8804
niet gewandeld hebt
H4941
, en Mijn rechten
H6213 H8804
niet gedaan hebt
H4941
, zelfs naar de rechten
H1471
der heidenen
H5439
, die rondom
H6213 H8804
u zijn, niet gedaan hebt;
Ezekiel 16:47-52
47
H1870
Doch gij hebt in haar wegen
H1980 H8804
niet gewandeld
H8441
, noch naar haar gruwelen
H6213 H8804
gedaan
H6985
; het was wat
H4592
gerings
H6962 H8804
, een verdriet
H7843 H8686
; maar gij hebt het meer verdorven
H2004
dan zij
H1870
, in al uw wegen.
48
H2416
[Zo] [waarachtig] [als] Ik leef
H5002 H8803
, spreekt
H136
de Heere
H3069
HEERE
H5467
, indien Sodom
H269
, uw zuster
H1323
, zij met haar dochteren
H6213 H8804
, gedaan heeft
H6213 H8804
, gelijk gij gedaan hebt
H1323
en uw dochteren!
49
H5771
Ziet, dit was de ongerechtigheid
H269
uwer zuster
H5467
Sodom
H1347
; hoogmoed
H7653
, zatheid
H3899
van brood
H8252 H8687
en stille
H7962
gerustheid
H1323
had zij en haar dochteren
H2388 H8689
; maar zij sterkte
H3027
de hand
H6041
des armen
H34
en nooddruftigen niet.
50
H1361 H8799
En zij verhieven zich
H6213 H8799
, en deden
H8441
gruwelijkheid
H6440
voor Mijn aangezicht
H5493 H8686
; daarom deed Ik ze weg
H7200 H8804
, nadat Ik het gezien had.
51
H8111
Samaria
H2677
ook heeft naar de helft
H2403
uwer zonden
H2398 H8804
niet gezondigd
H8441
; en gij hebt uw gruwelen
H2007
meer dan zij
H7235 H8686
vermenigvuldigd
H269
, en hebt uw zusters
H6663 H8762
gerechtvaardigd
H8441
door al uw gruwelen
H6213 H8804
, die gij gedaan hebt.
52
H5375 H8798
Draag gij
H3639
[dan] ook uw schande
H269
, gij, die voor uw zusteren
H6419 H8765
geoordeeld hebt
H2403
door uw zonden
H8581 H8689
, die gij gruwelijker gemaakt hebt
H2004
dan zij
H6663 H8799
; zij zijn rechtvaardiger
H954 H8798
dan gij; wees gij dan ook beschaamd
H5375 H8798
, en draag
H3639
uw schande
H269
, omdat gij uw zusters
H6663 H8763
gerechtvaardigd hebt.
Amos 4:1
1
H8085 H8798
Hoort
H2088
dit
H1697
woord
H6510
, gij koeien
H1316
van Basan
H834
! gij, die
H2022
op den berg
H8111
van Samaria
H1800
zijt, die de armen
H6231 H8802
verdrukt
H34
, die de nooddruftigen
H7533 H8802
verplettert
H113
; gij, die tot hunlieder heren
H559 H8802
zegt
H935 H8685
: Brengt aan
H8354 H8799
, opdat wij drinken.
Zechariah 7:10
1 Corinthians 5:1
James 5:4-5
4
G2400 G5628
Ziet
G3408
, het loon
G2040
der werklieden
G3588
, die
G5216
uw
G5561
landen
G270 G5660
gemaaid hebben
G3588
, welke
G575
van
G5216
u
G650 G5772
verkort is
G2896 G5719
, roept
G2532
; en
G995
het geschrei
G2325 G5660
dergenen, die geoogst hebben
G1525 G5754
, is gekomen
G1519
tot in
G3775
de oren
G2962
van den Heere
G4519
Sebaoth.