DSV_Strongs(i)
1
H5971
En het geschiedde, als het volk
H596 H8693
zich was beklagende
H7451
, [dat] het kwaad
H241
was in de oren
H3068
des HEEREN
H3068
; want de HEERE
H8085 H8799
hoorde
H639
het, zodat Zijn toorn
H2734 H8799
ontstak
H784
, en het vuur
H3068
des HEEREN
H1197 H8799
onder hen ontbrandde
H398 H8799
, en verteerde
H7097
, in het uiterste
H4264
des legers.
2
H6817 H8799
Toen riep
H5971
het volk
H4872
tot Mozes
H4872
; en Mozes
H6419 H8691
bad
H3068
tot den HEERE
H784
; en het vuur
H8257 H8799
werd gedempt.
3
H7121 H8799
Daarom noemde hij
H8034
den naam
H1931
dier
H4725
plaats
H8404
Thab-era
H784
, omdat het vuur
H3068
des HEEREN
H1197 H8804
onder hen gebrand had.
4
H628
En het gemene volk
H7130
, dat in het midden
H8378
van hen was, werd met lust
H183 H8694
bevangen
H1058 H8799
; daarom zo weenden
H1121
ook de kinderen
H3478
Israels
H7725 H8799
wederom
H559 H8799
, en zeiden
H1320
: Wie zal ons vlees
H398 H8686
te eten geven?
5
H2142 H8804
Wij gedenken
H1710
aan de vissen
H4714
, die wij in Egypte
H2600
om niet
H398 H8799
aten
H7180
; aan de komkommers
H20
, en aan de pompoenen
H2682
, en aan het look
H1211
, en aan de ajuinen
H7762
, en aan het knoflook.
6
H5315
Maar nu is onze ziel
H3002
dor
H1115
, er is niet met al, behalve
H4478
dit Man
H5869
voor onze ogen!
7
H4478
Het Man
H1407 H2233
nu was als korianderzaad
H5869
, en zijn verf
H5869
was als de verf
H916
van den bedolah.
8
H5971
Het volk
H7751 H8804
liep hier en daar
H3950 H8804
, en verzamelde
H2912 H8804
[het], en maalde
H7347
het met molens
H1743 H8804
, of stiet
H4085
het in mortieren
H1310 H8765
, en zood
H6517
het in potten
H6213 H8804
, en maakte
H5692
daarvan koeken
H2940
; en zijn smaak
H2940
was als de smaak
H3955
van de beste vochtigheid
H8081
der olie.
9
H2919
En wanneer de dauw
H3915
des nachts
H4264
op het leger
H3381 H8800
nederviel
H3381 H8799
, viel
H4478
het Man op hetzelve neder.
10
H8085 H8799
Toen hoorde
H4872
Mozes
H5971
het volk
H1058 H8802
wenen
H4940
door hun huisgezinnen
H376
, een ieder
H6607
aan de deur
H168
zijner hut
H639
; en de toorn
H3068
des HEEREN
H2734 H8799
ontstak
H3966
zeer
H7489 H8804
; ook was het kwaad
H5869
in de ogen
H4872
van Mozes.
11
H4872
En Mozes
H559 H8799
zeide
H3068
tot de HEERE
H5650
: Waarom hebt Gij aan Uw knecht
H7489 H8689
kwalijk gedaan
H2580
, en waarom heb ik geen genade
H5869
in Uw ogen
H4672 H8804
gevonden
H4853
, dat Gij den last
H5971
van dit ganse volk
H7760 H8800
op mij legt?
12
H5971
Heb ik dan al dit volk
H2029 H8804
ontvangen
H3205 H8804
? heb ik het gebaard
H559 H8799
? dat Gij tot mij zoudt zeggen
H5375 H8798
: Draag
H2436
het in uw schoot
H539 H8802
, gelijk als een voedstervader
H3243 H8802
den zuigeling
H5375 H8799
draagt
H127
, tot dat land
H1
, hetwelk Gij hun vaderen
H7650 H8738
gezworen hebt?
13
H370
Van waar
H1320
zou ik het vlees
H5971
hebben, om al dit volk
H5414 H8800
te geven
H1058 H8799
? Want zij wenen
H559 H8800
tegen mij, zeggende
H5414 H8798
: Geef
H1320
ons vlees
H398 H8799
, dat wij eten!
14
H905
Ik alleen
H3201 H8799
kan
H5971
al dit volk
H5375 H8800
niet dragen
H3515
; want het is mij te zwaar!
15
H6213 H8802
En indien Gij alzo aan mij doet
H2026 H8798
, dood
H2026 H8800
mij toch slechts
H2580
, indien ik genade
H5869
in Uw ogen
H4672 H8804
gevonden heb
H7451
; en laat mij mijn ongeluk
H7200 H8799
niet aanzien!
16
H3068
En de HEERE
H559 H8799
zeide
H4872
tot Mozes
H622 H8798
: Verzamel
H7657
Mij zeventig
H376
mannen
H2205
uit de oudsten
H3478
van Israel
H3045 H8804
, dewelke gij weet
H2205
, dat zij de oudsten
H5971
des volks
H7860 H8802
en deszelfs ambtlieden
H3947 H8804
zijn; en gij zult hen brengen
H168
voor de tent
H4150
der samenkomst
H3320 H8694
, en zij zullen zich daar bij u stellen.
17
H3381 H8804
Zo zal Ik afkomen
H1696 H8765
en met u aldaar spreken
H7307
; en van den Geest
H680 H8804
, die op u is, zal Ik afzonderen
H7760 H8804
, en op hen leggen
H4853
; en zij zullen met u den last
H5971
van dit volk
H5375 H8804
dragen
H5375 H8799
, opdat gij [dien] alleen niet draagt.
18
H5971
En tot het volk
H559 H8799
zult gij zeggen
H6942 H8690
: Heiligt u
H4279
tegen morgen
H1320
, en gij zult vlees
H398 H8804
eten
H241
; want gij hebt voor de oren
H3068
des HEEREN
H1058 H8804
geweend
H559 H8800
, zeggende
H1320
: Wie zal ons vlees
H398 H8686
te eten geven
H2895 H8804
? want het ging ons wel
H4714
in Egypte
H3068
! Daarom zal de HEERE
H1320
u vlees
H5414 H8804
geven
H398 H8804
, en gij zult eten.
19
H259
Gij zult niet een
H3117
dag
H3117
, noch twee dagen
H398 H8799
eten
H2568
, noch vijf
H3117
dagen
H6235
, noch tien
H3117
dagen
H6242
, noch twintig
H3117
dagen;
20
H3117
Tot een gehele
H2320
maand
H639
toe, totdat het uit uw neus
H3318 H8799
uitga
H2214
, en u tot walging
H3282
zij; overmits
H3068
gij den HEERE
H7130
, Die in het midden
H3988 H8804
van u is, verworpen hebt
H6440
, en hebt voor Zijn aangezicht
H1058 H8799
geweend
H559 H8800
, zeggende
H4714
: Waarom nu zijn wij uit Egypte
H3318 H8804
getogen?
21
H4872
En Mozes
H559 H8799
zeide
H8337 H3967
: Zeshonderd
H505
duizend
H7273
te voet
H5971
is dit volk
H7130
, in welks midden
H559 H8804
ik ben; en Gij hebt gezegd
H1320
: Ik zal hun vlees
H5414 H8799
geven
H3117
, en zij zullen een gehele
H2320
maand
H398 H8804
eten!
22
H6629
Zullen dan voor hen schapen
H1241
en runderen
H7819 H8735
geslacht worden
H4672 H8804
, dat voor hen genoeg zij
H1709
? zullen al de vissen
H3220
der zee
H622 H8735
voor hen verzameld worden
H4672 H8804
, dat voor hen genoeg zij?
23
H3068
Doch de HEERE
H559 H8799
zeide
H4872
tot Mozes
H3068
: Zou dan des HEEREN
H3027
hand
H7114 H8799
verkort zijn
H7200 H8799
? Gij zult nu zien
H1697
, of Mijn woord
H7136 H8799
u wedervaren zal, of niet.
24
H4872
En Mozes
H3318 H8799
ging uit
H1696 H8762
, en sprak
H1697
de woorden
H3068
des HEEREN
H5971
tot het volk
H622 H8799
; en hij verzamelde
H7657
zeventig
H376
mannen
H2205
uit de oudsten
H5971
des volks
H5975 H8686
, en stelde
H5439
hen rondom
H168
de tent.
25
H3381 H0
Toen kwam
H3068
de HEERE
H3381 H8799
af
H6051
in de wolk
H1696 H8762
, en sprak
H680 H8686
tot hem, en afzonderende
H7307
van den Geest
H5414 H8799
, die op hem was, legde
H7657
[Hem] op de zeventig
H376
mannen
H2205
, die oudsten
H7307
; en het geschiedde, als de Geest
H5117 H8800
op hen rustte
H5012 H8691
, dat zij profeteerden
H3254 H8804
, maar daarna niet meer.
26
H8147
Maar twee
H582
mannen
H4264
waren in het leger
H7604 H8735
overgebleven
H259
; des enen
H8034
naam
H419
was Eldad
H8145
, en des anderen
H8034
naam
H4312
Medad
H7307
; en die Geest
H5117 H8799
rustte
H3789 H8803
op hen (want zij waren onder de aangeschrevenen
H168
, hoewel zij tot de tent
H3318 H8804
niet uitgegaan waren
H5012 H8691
), en zij profeteerden
H4264
in het leger.
27
H7323 H8799
Toen liep
H5288
een jongen
H5046 H8686
heen, en boodschapte
H4872
aan Mozes
H559 H8799
, en zeide
H419
: Eldad
H4312
en Medad
H5012 H8693
profeteren
H4264
in het leger.
28
H3091
En Jozua
H1121
, de zoon
H5126
van Nun
H8334 H8764
, de dienaar
H4872
van Mozes
H979
, een van zijn uitgelezen jongelingen
H6030 H8799
, antwoordde
H559 H8799
en zeide
H113
: Mijn heer
H4872
Mozes
H3607 H8798
, verbied hun!
29
H4872
Doch Mozes
H559 H8799
zeide
H7065 H8764
tot hem: Zijt gij voor mij ijverende
H5414 H8799
? Och
H5971
, of al het volk
H3068
des HEEREN
H5030
profeten
H3068
waren, dat de HEERE
H7307
Zijn Geest
H5414 H8799
over hen gave!
30
H622 H8735
Daarna verzamelde zich
H4872
Mozes
H4264
tot het leger
H2205
, hij en de oudsten
H3478
van Israel.
31
H5265 H0
Toen voer
H7307
een wind
H5265 H8804
uit
H3068
van den HEERE
H1468 H8799
, en raapte
H7958
kwakkelen
H3220
van de zee
H5203 H8799
, en strooide
H4264
ze bij het leger
H3117 H1870
, omtrent een dagreize
H3541
herwaarts
H3117 H1870
, en omtrent een dagreize
H3541
derwaarts
H5439
, rondom
H4264
het leger
H520
; en zij waren omtrent twee ellen
H6440
boven
H776
de aarde.
32
H6965 H0
Toen maakte zich
H5971
het volk
H6965 H8799
op
H3117
, dien gehelen dag
H3915
, en dien gansen nacht
H4283
, en den gansen anderen
H3117
dag
H622 H8799
, en verzamelden
H7958
de kwakkelen
H4591 H8688
; die het minst had
H6235
, had tien
H2563
homers
H622 H8804
verzameld
H7849 H8799
; en zij spreidden
H7849 H8800
ze voor zich
H5439
van elkander rondom
H4264
het leger.
33
H1320
Dat vlees
H2962
was nog
H8127
tussen hun tanden
H3772 H8735
, eer het gekauwd was
H2734 H8804
, zo ontstak
H639
de toorn
H3068
des HEEREN
H5971
tegen het volk
H3068
, en de HEERE
H5221 H8686
sloeg
H5971
het volk
H3966
met een zeer
H7227
grote
H4347
plaag.