Numbers 11

DSV_Strongs(i)
  1 H5971 En het geschiedde, als het volk H596 H8693 zich was beklagende H7451 , [dat] het kwaad H241 was in de oren H3068 des HEEREN H3068 ; want de HEERE H8085 H8799 hoorde H639 het, zodat Zijn toorn H2734 H8799 ontstak H784 , en het vuur H3068 des HEEREN H1197 H8799 onder hen ontbrandde H398 H8799 , en verteerde H7097 , in het uiterste H4264 des legers.
  2 H6817 H8799 Toen riep H5971 het volk H4872 tot Mozes H4872 ; en Mozes H6419 H8691 bad H3068 tot den HEERE H784 ; en het vuur H8257 H8799 werd gedempt.
  3 H7121 H8799 Daarom noemde hij H8034 den naam H1931 dier H4725 plaats H8404 Thab-era H784 , omdat het vuur H3068 des HEEREN H1197 H8804 onder hen gebrand had.
  4 H628 En het gemene volk H7130 , dat in het midden H8378 van hen was, werd met lust H183 H8694 bevangen H1058 H8799 ; daarom zo weenden H1121 ook de kinderen H3478 Israels H7725 H8799 wederom H559 H8799 , en zeiden H1320 : Wie zal ons vlees H398 H8686 te eten geven?
  5 H2142 H8804 Wij gedenken H1710 aan de vissen H4714 , die wij in Egypte H2600 om niet H398 H8799 aten H7180 ; aan de komkommers H20 , en aan de pompoenen H2682 , en aan het look H1211 , en aan de ajuinen H7762 , en aan het knoflook.
  6 H5315 Maar nu is onze ziel H3002 dor H1115 , er is niet met al, behalve H4478 dit Man H5869 voor onze ogen!
  7 H4478 Het Man H1407 H2233 nu was als korianderzaad H5869 , en zijn verf H5869 was als de verf H916 van den bedolah.
  8 H5971 Het volk H7751 H8804 liep hier en daar H3950 H8804 , en verzamelde H2912 H8804 [het], en maalde H7347 het met molens H1743 H8804 , of stiet H4085 het in mortieren H1310 H8765 , en zood H6517 het in potten H6213 H8804 , en maakte H5692 daarvan koeken H2940 ; en zijn smaak H2940 was als de smaak H3955 van de beste vochtigheid H8081 der olie.
  9 H2919 En wanneer de dauw H3915 des nachts H4264 op het leger H3381 H8800 nederviel H3381 H8799 , viel H4478 het Man op hetzelve neder.
  10 H8085 H8799 Toen hoorde H4872 Mozes H5971 het volk H1058 H8802 wenen H4940 door hun huisgezinnen H376 , een ieder H6607 aan de deur H168 zijner hut H639 ; en de toorn H3068 des HEEREN H2734 H8799 ontstak H3966 zeer H7489 H8804 ; ook was het kwaad H5869 in de ogen H4872 van Mozes.
  11 H4872 En Mozes H559 H8799 zeide H3068 tot de HEERE H5650 : Waarom hebt Gij aan Uw knecht H7489 H8689 kwalijk gedaan H2580 , en waarom heb ik geen genade H5869 in Uw ogen H4672 H8804 gevonden H4853 , dat Gij den last H5971 van dit ganse volk H7760 H8800 op mij legt?
  12 H5971 Heb ik dan al dit volk H2029 H8804 ontvangen H3205 H8804 ? heb ik het gebaard H559 H8799 ? dat Gij tot mij zoudt zeggen H5375 H8798 : Draag H2436 het in uw schoot H539 H8802 , gelijk als een voedstervader H3243 H8802 den zuigeling H5375 H8799 draagt H127 , tot dat land H1 , hetwelk Gij hun vaderen H7650 H8738 gezworen hebt?
  13 H370 Van waar H1320 zou ik het vlees H5971 hebben, om al dit volk H5414 H8800 te geven H1058 H8799 ? Want zij wenen H559 H8800 tegen mij, zeggende H5414 H8798 : Geef H1320 ons vlees H398 H8799 , dat wij eten!
  14 H905 Ik alleen H3201 H8799 kan H5971 al dit volk H5375 H8800 niet dragen H3515 ; want het is mij te zwaar!
  15 H6213 H8802 En indien Gij alzo aan mij doet H2026 H8798 , dood H2026 H8800 mij toch slechts H2580 , indien ik genade H5869 in Uw ogen H4672 H8804 gevonden heb H7451 ; en laat mij mijn ongeluk H7200 H8799 niet aanzien!
  16 H3068 En de HEERE H559 H8799 zeide H4872 tot Mozes H622 H8798 : Verzamel H7657 Mij zeventig H376 mannen H2205 uit de oudsten H3478 van Israel H3045 H8804 , dewelke gij weet H2205 , dat zij de oudsten H5971 des volks H7860 H8802 en deszelfs ambtlieden H3947 H8804 zijn; en gij zult hen brengen H168 voor de tent H4150 der samenkomst H3320 H8694 , en zij zullen zich daar bij u stellen.
  17 H3381 H8804 Zo zal Ik afkomen H1696 H8765 en met u aldaar spreken H7307 ; en van den Geest H680 H8804 , die op u is, zal Ik afzonderen H7760 H8804 , en op hen leggen H4853 ; en zij zullen met u den last H5971 van dit volk H5375 H8804 dragen H5375 H8799 , opdat gij [dien] alleen niet draagt.
  18 H5971 En tot het volk H559 H8799 zult gij zeggen H6942 H8690 : Heiligt u H4279 tegen morgen H1320 , en gij zult vlees H398 H8804 eten H241 ; want gij hebt voor de oren H3068 des HEEREN H1058 H8804 geweend H559 H8800 , zeggende H1320 : Wie zal ons vlees H398 H8686 te eten geven H2895 H8804 ? want het ging ons wel H4714 in Egypte H3068 ! Daarom zal de HEERE H1320 u vlees H5414 H8804 geven H398 H8804 , en gij zult eten.
  19 H259 Gij zult niet een H3117 dag H3117 , noch twee dagen H398 H8799 eten H2568 , noch vijf H3117 dagen H6235 , noch tien H3117 dagen H6242 , noch twintig H3117 dagen;
  20 H3117 Tot een gehele H2320 maand H639 toe, totdat het uit uw neus H3318 H8799 uitga H2214 , en u tot walging H3282 zij; overmits H3068 gij den HEERE H7130 , Die in het midden H3988 H8804 van u is, verworpen hebt H6440 , en hebt voor Zijn aangezicht H1058 H8799 geweend H559 H8800 , zeggende H4714 : Waarom nu zijn wij uit Egypte H3318 H8804 getogen?
  21 H4872 En Mozes H559 H8799 zeide H8337 H3967 : Zeshonderd H505 duizend H7273 te voet H5971 is dit volk H7130 , in welks midden H559 H8804 ik ben; en Gij hebt gezegd H1320 : Ik zal hun vlees H5414 H8799 geven H3117 , en zij zullen een gehele H2320 maand H398 H8804 eten!
  22 H6629 Zullen dan voor hen schapen H1241 en runderen H7819 H8735 geslacht worden H4672 H8804 , dat voor hen genoeg zij H1709 ? zullen al de vissen H3220 der zee H622 H8735 voor hen verzameld worden H4672 H8804 , dat voor hen genoeg zij?
  23 H3068 Doch de HEERE H559 H8799 zeide H4872 tot Mozes H3068 : Zou dan des HEEREN H3027 hand H7114 H8799 verkort zijn H7200 H8799 ? Gij zult nu zien H1697 , of Mijn woord H7136 H8799 u wedervaren zal, of niet.
  24 H4872 En Mozes H3318 H8799 ging uit H1696 H8762 , en sprak H1697 de woorden H3068 des HEEREN H5971 tot het volk H622 H8799 ; en hij verzamelde H7657 zeventig H376 mannen H2205 uit de oudsten H5971 des volks H5975 H8686 , en stelde H5439 hen rondom H168 de tent.
  25 H3381 H0 Toen kwam H3068 de HEERE H3381 H8799 af H6051 in de wolk H1696 H8762 , en sprak H680 H8686 tot hem, en afzonderende H7307 van den Geest H5414 H8799 , die op hem was, legde H7657 [Hem] op de zeventig H376 mannen H2205 , die oudsten H7307 ; en het geschiedde, als de Geest H5117 H8800 op hen rustte H5012 H8691 , dat zij profeteerden H3254 H8804 , maar daarna niet meer.
  26 H8147 Maar twee H582 mannen H4264 waren in het leger H7604 H8735 overgebleven H259 ; des enen H8034 naam H419 was Eldad H8145 , en des anderen H8034 naam H4312 Medad H7307 ; en die Geest H5117 H8799 rustte H3789 H8803 op hen (want zij waren onder de aangeschrevenen H168 , hoewel zij tot de tent H3318 H8804 niet uitgegaan waren H5012 H8691 ), en zij profeteerden H4264 in het leger.
  27 H7323 H8799 Toen liep H5288 een jongen H5046 H8686 heen, en boodschapte H4872 aan Mozes H559 H8799 , en zeide H419 : Eldad H4312 en Medad H5012 H8693 profeteren H4264 in het leger.
  28 H3091 En Jozua H1121 , de zoon H5126 van Nun H8334 H8764 , de dienaar H4872 van Mozes H979 , een van zijn uitgelezen jongelingen H6030 H8799 , antwoordde H559 H8799 en zeide H113 : Mijn heer H4872 Mozes H3607 H8798 , verbied hun!
  29 H4872 Doch Mozes H559 H8799 zeide H7065 H8764 tot hem: Zijt gij voor mij ijverende H5414 H8799 ? Och H5971 , of al het volk H3068 des HEEREN H5030 profeten H3068 waren, dat de HEERE H7307 Zijn Geest H5414 H8799 over hen gave!
  30 H622 H8735 Daarna verzamelde zich H4872 Mozes H4264 tot het leger H2205 , hij en de oudsten H3478 van Israel.
  31 H5265 H0 Toen voer H7307 een wind H5265 H8804 uit H3068 van den HEERE H1468 H8799 , en raapte H7958 kwakkelen H3220 van de zee H5203 H8799 , en strooide H4264 ze bij het leger H3117 H1870 , omtrent een dagreize H3541 herwaarts H3117 H1870 , en omtrent een dagreize H3541 derwaarts H5439 , rondom H4264 het leger H520 ; en zij waren omtrent twee ellen H6440 boven H776 de aarde.
  32 H6965 H0 Toen maakte zich H5971 het volk H6965 H8799 op H3117 , dien gehelen dag H3915 , en dien gansen nacht H4283 , en den gansen anderen H3117 dag H622 H8799 , en verzamelden H7958 de kwakkelen H4591 H8688 ; die het minst had H6235 , had tien H2563 homers H622 H8804 verzameld H7849 H8799 ; en zij spreidden H7849 H8800 ze voor zich H5439 van elkander rondom H4264 het leger.
  33 H1320 Dat vlees H2962 was nog H8127 tussen hun tanden H3772 H8735 , eer het gekauwd was H2734 H8804 , zo ontstak H639 de toorn H3068 des HEEREN H5971 tegen het volk H3068 , en de HEERE H5221 H8686 sloeg H5971 het volk H3966 met een zeer H7227 grote H4347 plaag.
  34 H7121 H8799 Daarom heet men H8034 den naam H4725 derzelver plaats H6914 Kibroth Thaava H6912 H8804 ; want daar begroeven zij H5971 het volk H183 H8693 , dat belust was geweest.
  35 H6914 Van Kibroth Thaava H5265 H8804 verreisde H5971 het volk H2698 naar Hazeroth H2698 ; en zij bleven in Hazeroth.