Job 15

DSV_Strongs(i)
  1 H6030 H8799 Toen antwoordde H464 Elifaz H8489 , de Themaniet H559 H8799 , en zeide:
  2 H2450 Zal een wijs man H7307 winderige H1847 wetenschap H6030 H8799 voor antwoord geven H990 , en zal hij zijn buik H4390 H8762 vullen H6921 met oostenwind?
  3 H3198 H8687 Bestraffende H1697 door woorden H3808 , [die] niet H5532 H8799 baten H4405 , en door redenen H3808 , met dewelke hij geen H3276 H8686 voordeel doet?
  4 H637 Ja H859 , gij H6565 H8686 vernietigt H3374 de vreze H1639 H0 , en neemt H7881 het gebed H6440 voor het aangezicht H410 Gods H1639 H8799 weg.
  5 H3588 Want H6310 uw mond H502 H8762 leert H5771 uw ongerechtigheid H3956 , en gij hebt de tong H6175 der arglistigen H977 H8799 verkoren.
  6 H6310 Uw mond H7561 H8686 verdoemt H3808 u, en niet H859 ik H8193 ; en uw lippen H6030 H8799 getuigen tegen u.
  7 H7223 H8675 H7223 Zijt gij de eerste H120 een mens H3205 H8735 geboren H6440 ? Of zijt gij voor H1389 de heuvelen H2342 H8797 voortgebracht?
  8 H5475 Hebt gij den verborgen raad H433 Gods H8085 H8799 gehoord H2451 , en hebt gij de wijsheid H413 naar H1639 H8799 u getrokken?
  9 H4100 Wat H3045 H8804 weet gij H3808 , dat wij niet H3045 H8799 weten H995 H8799 ? [Wat] verstaat gij H1931 , dat H5978 bij H3808 ons niet is?
  10 H1571 Onder ons is ook H7867 H8802 een grijze H1571 , ja H3453 , een stokoude H3524 , meerder H3117 van dagen H4480 dan H1 uw vader.
  11 H8575 Zijn de vertroostingen H410 Gods H4480 u H4592 te klein H328 , en schuilt er enige H1697 zaak H5973 bij u?
  12 H4100 Waarom H3947 H0 rukt H3820 uw hart H3947 H8799 u weg H4100 , en waarom H7335 H8799 wenken H5869 uw ogen?
  13 H3588 Dat H7307 gij uw geest H7725 H8686 keert H410 tegen God H4405 , en [zulke] redenen H4480 uit H6310 uw mond H3318 H8689 laat uitgaan.
  14 H4100 Wat H582 is de mens H3588 , dat H2135 H8799 hij zuiver zou zijn H3205 H8803 , en die geboren is H802 van een vrouw H3588 , dat H6663 H8799 hij rechtvaardig zou zijn?
  15 H2005 Zie H6918 , op Zijn heiligen H3808 zou Hij niet H539 H8686 vertrouwen H8064 , en de hemelen H2141 H0 zijn H3808 niet H2141 H8804 zuiver H5869 in Zijn ogen.
  16 H637 Hoeveel H3588 te meer H376 is een man H8581 H8737 gruwelijk H444 H8737 en stinkende H5766 H8675 H5766 , die het onrecht H8354 H8802 indrinkt H4325 als water?
  17 H2331 H8762 Ik zal u wijzen H8085 H8798 , hoor mij aan H2088 , en hetgeen H2372 H8804 ik gezien heb H5608 H8762 , dat zal ik vertellen;
  18 H834 Hetwelk H2450 de wijzen H5046 H8686 verkondigd hebben H4480 , en men voor H1 hun vaderen H3808 niet H3582 H8765 verborgen heeft;
  19 H909 Denwelken alleen H776 het land H5414 H8738 gegeven was H8432 , en door welker midden H3808 niemand H2114 H8801 vreemds H5674 H8804 doorging.
  20 H3605 Te allen H3117 dage H7563 doet de goddeloze H1931 zichzelven H2342 H8711 weedom aan H8141 ; en [weinige] jaren H4557 in getal H6184 zijn voor den tiran H6845 H8738 weggelegd.
  21 H6963 Het geluid H6343 der verschrikkingen H241 is in zijn oren H7965 ; in den vrede H935 H8799 zelven komt H7703 H8802 de verwoester hem over.
  22 H539 H8686 Hij gelooft H3808 niet H4480 uit H2822 de duisternis H7725 H8800 weder te keren H1931 , maar dat hij H6822 H8803 beloerd wordt H413 ten H2719 zwaarde.
  23 H1931 Hij H5074 H8802 zwerft heen en weder H3899 om brood H645 , waar H3045 H8804 het zijn mag; hij weet H3588 , dat H3027 bij zijn hand H3559 H8737 gereed is H3117 de dag H2822 der duisternis.
  24 H6862 Angst H4691 en benauwdheid H1204 H8762 verschrikken H8630 H8799 hem; zij overweldigt H4428 hem, gelijk een koning H6264 , bereid H3593 ten strijde.
  25 H3588 Want H5186 H0 hij strekt H413 tegen H410 God H3027 zijn hand H5186 H8804 uit H413 , en tegen H7706 den Almachtige H1396 H8691 stelt hij zich geweldiglijk aan.
  26 H7323 H0 Hij loopt H413 tegen H7323 H8799 Hem aan H6677 met den hals H5672 , met zijn dikke H1354 , hoog verhevene H4043 schilden;
  27 H3588 Omdat H6440 hij zijn aangezicht H2459 met zijn vet H3680 H8765 bedekt heeft H6371 , en rimpelen H6213 H8799 gemaakt H413 om H3689 de weekdarmen;
  28 H7931 H8799 En heeft bewoond H3582 H8737 verdelgde H5892 steden H1004 , [en] huizen H3808 , die men niet H3427 H8799 H3926 bewoonde H834 , die H6257 H8694 gereed waren H1530 tot [steen] hopen te worden.
  29 H3808 Hij zal niet H6238 H8799 rijk worden H2428 , en zijn vermogen H3808 zal niet H6965 H8799 bestaan H4512 ; en hun volmaaktheid H3808 zal zich niet H5186 H8799 uitbreiden H776 op de aarde.
  30 H4480 Hij zal van H2822 de duisternis H3808 niet H5493 H8799 ontwijken H7957 , de vlam H3127 zal zijn scheut H3001 H8762 verdrogen H5493 H8799 ; hij zal wijken H7307 door het geblaas H6310 zijns monds.
  31 H539 H8686 Hij betrouwe H408 niet H7723 op ijdelheid H8582 H8738 , [waardoor] hij verleid wordt H3588 ; want H7723 ijdelheid H8545 zal zijn vergelding H1961 H8799 wezen.
  32 H3117 Als zijn dag H3808 nog niet H4390 H8735 is, zal hij vervuld worden H3712 ; want zijn tak H3808 zal niet H7488 groenen.
  33 H1154 Men zal zijn onrijpe druiven H2554 H8799 afrukken H1612 , als van een wijnstok H5328 , en zijn bloeisel H7993 H8686 afwerpen H2132 , als van een olijfboom.
  34 H3588 Want H5712 de vergadering H2611 der huichelaren H1565 wordt eenzaam H784 , en het vuur H398 H8804 verteert H168 de tenten H7810 der geschenken.
  35 H2029 H8800 Zijn ontvangen H5999 moeite H3205 H8800 , en baren H205 ijdelheid H990 , en hun buik H3559 H0 richt H4820 bedrog H3559 H8686 aan.