DSV_Strongs(i)
2
H2450
Zal een wijs man
H7307
winderige
H1847
wetenschap
H6030 H8799
voor antwoord geven
H990
, en zal hij zijn buik
H4390 H8762
vullen
H6921
met oostenwind?
3
H3198 H8687
Bestraffende
H1697
door woorden
H3808
, [die] niet
H5532 H8799
baten
H4405
, en door redenen
H3808
, met dewelke hij geen
H3276 H8686
voordeel doet?
4
H637
Ja
H859
, gij
H6565 H8686
vernietigt
H3374
de vreze
H1639 H0
, en neemt
H7881
het gebed
H6440
voor het aangezicht
H410
Gods
H1639 H8799
weg.
5
H3588
Want
H6310
uw mond
H502 H8762
leert
H5771
uw ongerechtigheid
H3956
, en gij hebt de tong
H6175
der arglistigen
H977 H8799
verkoren.
6
H6310
Uw mond
H7561 H8686
verdoemt
H3808
u, en niet
H859
ik
H8193
; en uw lippen
H6030 H8799
getuigen tegen u.
7
H7223 H8675 H7223
Zijt gij de eerste
H120
een mens
H3205 H8735
geboren
H6440
? Of zijt gij voor
H1389
de heuvelen
H2342 H8797
voortgebracht?
8
H5475
Hebt gij den verborgen raad
H433
Gods
H8085 H8799
gehoord
H2451
, en hebt gij de wijsheid
H413
naar
H1639 H8799
u getrokken?
9
H4100
Wat
H3045 H8804
weet gij
H3808
, dat wij niet
H3045 H8799
weten
H995 H8799
? [Wat] verstaat gij
H1931
, dat
H5978
bij
H3808
ons niet is?
10
H1571
Onder ons is ook
H7867 H8802
een grijze
H1571
, ja
H3453
, een stokoude
H3524
, meerder
H3117
van dagen
H4480
dan
H1
uw vader.
11
H8575
Zijn de vertroostingen
H410
Gods
H4480
u
H4592
te klein
H328
, en schuilt er enige
H1697
zaak
H5973
bij u?
12
H4100
Waarom
H3947 H0
rukt
H3820
uw hart
H3947 H8799
u weg
H4100
, en waarom
H7335 H8799
wenken
H5869
uw ogen?
13
H3588
Dat
H7307
gij uw geest
H7725 H8686
keert
H410
tegen God
H4405
, en [zulke] redenen
H4480
uit
H6310
uw mond
H3318 H8689
laat uitgaan.
14
H4100
Wat
H582
is de mens
H3588
, dat
H2135 H8799
hij zuiver zou zijn
H3205 H8803
, en die geboren is
H802
van een vrouw
H3588
, dat
H6663 H8799
hij rechtvaardig zou zijn?
15
H2005
Zie
H6918
, op Zijn heiligen
H3808
zou Hij niet
H539 H8686
vertrouwen
H8064
, en de hemelen
H2141 H0
zijn
H3808
niet
H2141 H8804
zuiver
H5869
in Zijn ogen.
16
H637
Hoeveel
H3588
te meer
H376
is een man
H8581 H8737
gruwelijk
H444 H8737
en stinkende
H5766 H8675 H5766
, die het onrecht
H8354 H8802
indrinkt
H4325
als water?
17
H2331 H8762
Ik zal u wijzen
H8085 H8798
, hoor mij aan
H2088
, en hetgeen
H2372 H8804
ik gezien heb
H5608 H8762
, dat zal ik vertellen;
18
H834
Hetwelk
H2450
de wijzen
H5046 H8686
verkondigd hebben
H4480
, en men voor
H1
hun vaderen
H3808
niet
H3582 H8765
verborgen heeft;
19
H909
Denwelken alleen
H776
het land
H5414 H8738
gegeven was
H8432
, en door welker midden
H3808
niemand
H2114 H8801
vreemds
H5674 H8804
doorging.
20
H3605
Te allen
H3117
dage
H7563
doet de goddeloze
H1931
zichzelven
H2342 H8711
weedom aan
H8141
; en [weinige] jaren
H4557
in getal
H6184
zijn voor den tiran
H6845 H8738
weggelegd.
21
H6963
Het geluid
H6343
der verschrikkingen
H241
is in zijn oren
H7965
; in den vrede
H935 H8799
zelven komt
H7703 H8802
de verwoester hem over.
22
H539 H8686
Hij gelooft
H3808
niet
H4480
uit
H2822
de duisternis
H7725 H8800
weder te keren
H1931
, maar dat hij
H6822 H8803
beloerd wordt
H413
ten
H2719
zwaarde.
23
H1931
Hij
H5074 H8802
zwerft heen en weder
H3899
om brood
H645
, waar
H3045 H8804
het zijn mag; hij weet
H3588
, dat
H3027
bij zijn hand
H3559 H8737
gereed is
H3117
de dag
H2822
der duisternis.
24
H6862
Angst
H4691
en benauwdheid
H1204 H8762
verschrikken
H8630 H8799
hem; zij overweldigt
H4428
hem, gelijk een koning
H6264
, bereid
H3593
ten strijde.
25
H3588
Want
H5186 H0
hij strekt
H413
tegen
H410
God
H3027
zijn hand
H5186 H8804
uit
H413
, en tegen
H7706
den Almachtige
H1396 H8691
stelt hij zich geweldiglijk aan.
26
H7323 H0
Hij loopt
H413
tegen
H7323 H8799
Hem aan
H6677
met den hals
H5672
, met zijn dikke
H1354
, hoog verhevene
H4043
schilden;
27
H3588
Omdat
H6440
hij zijn aangezicht
H2459
met zijn vet
H3680 H8765
bedekt heeft
H6371
, en rimpelen
H6213 H8799
gemaakt
H413
om
H3689
de weekdarmen;
28
H7931 H8799
En heeft bewoond
H3582 H8737
verdelgde
H5892
steden
H1004
, [en] huizen
H3808
, die men niet
H3427 H8799 H3926
bewoonde
H834
, die
H6257 H8694
gereed waren
H1530
tot [steen] hopen te worden.
29
H3808
Hij zal niet
H6238 H8799
rijk worden
H2428
, en zijn vermogen
H3808
zal niet
H6965 H8799
bestaan
H4512
; en hun volmaaktheid
H3808
zal zich niet
H5186 H8799
uitbreiden
H776
op de aarde.
30
H4480
Hij zal van
H2822
de duisternis
H3808
niet
H5493 H8799
ontwijken
H7957
, de vlam
H3127
zal zijn scheut
H3001 H8762
verdrogen
H5493 H8799
; hij zal wijken
H7307
door het geblaas
H6310
zijns monds.
31
H539 H8686
Hij betrouwe
H408
niet
H7723
op ijdelheid
H8582 H8738
, [waardoor] hij verleid wordt
H3588
; want
H7723
ijdelheid
H8545
zal zijn vergelding
H1961 H8799
wezen.
32
H3117
Als zijn dag
H3808
nog niet
H4390 H8735
is, zal hij vervuld worden
H3712
; want zijn tak
H3808
zal niet
H7488
groenen.
33
H1154
Men zal zijn onrijpe druiven
H2554 H8799
afrukken
H1612
, als van een wijnstok
H5328
, en zijn bloeisel
H7993 H8686
afwerpen
H2132
, als van een olijfboom.