DSV_Strongs(i)
3
H6950 H8735
En zij vergaderden zich
H4872
tegen Mozes
H175
, en tegen Aaron
H559 H8799
, en zeiden
H7227
tot hen: Het is te veel
H5712
voor u, want deze ganse vergadering
H6918
, zij allen, zijn heilig
H3068
, en de HEERE
H8432
is in het midden
H5375 H8691
van hen; waarom dan verheft gijlieden u
H6951
over de gemeente
H3068
des HEEREN?
5
H1696 H8762
En hij sprak
H7141
tot Korach
H5712
, en tot zijn ganse vergadering
H559 H8800
, zeggende
H1242
: Morgen vroeg
H3068
dan zal de HEERE
H3045 H8686
bekend maken
H6918
, wie de Zijne, en de heilige
H7126 H8689
is, dien Hij tot Zich zal doen naderen
H977 H8799
; en wien Hij verkoren zal hebben
H7126 H8686
, dien zal Hij tot Zich doen naderen.
6
H6213 H8798
Doet
H3947 H8798
dit: neemt
H4289
u wierookvaten
H7141
, Korach
H5712
en zijn ganse vergadering;
7
H5414 H8798
En doet
H4279
morgen
H784
vuur
H2004
daarin
H7760 H8798
, legt
H7004
reukwerk
H6440
daarop voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H376
; en het zal geschieden, dat de man
H3068
, dien de HEERE
H977 H8799
verkiezen zal
H6918
, die zal heilig
H7227
zijn. Het is te veel
H1121
voor u, gij, kinderen
H3878
van Levi!
8
H559 H8799
Voorts zeide
H4872
Mozes
H7141
tot Korach
H8085 H8798
: Hoort
H1121
toch, gij, kinderen
H3878
van Levi!
9
H4592
Is het u te weinig
H430
, dat de God
H3478
van Israel
H5712
u van de vergadering
H3478
van Israel
H914 H8689
heeft afgescheiden
H7126 H8687
, om ulieden tot Zich te doen naderen
H5656
; om den dienst
H3068
van des HEEREN
H4908
tabernakel
H5647 H8800
te bedienen
H5975 H8800
, en te staan
H6440
voor het aangezicht
H5712
der vergadering
H8334 H8763
, om hen te dienen?
10
H251
Daar Hij u, en al uw broederen
H1121
, de kinderen
H3878
van Levi
H7126 H8686
, met u, heeft doen naderen
H1245 H8765
; zoekt gij
H3550
nu ook het priesterambt?
11
H3651
Daarom
H5712
gij, en uw ganse vergadering
H3259 H8737
, gij zijt vergaderd
H3068
tegen den HEERE
H175
, want Aaron
H3885 H8686 H8675 H3885 H8735
, wat is hij, dat gij tegen hem murmureert?
12
H4872
En Mozes
H7971 H8799
schikte heen
H1885
, om Dathan
H48
en Abiram
H1121
, de zonen
H446
van Eliab
H7121 H8800
, te roepen
H559 H8799
; maar zij zeiden
H5927 H8799
: Wij zullen niet opkomen!
13
H4592
Is het te weinig
H3588
, dat
H776
gij ons uit een land
H2461
, van melk
H1706
en honig
H2100 H8802
vloeiende
H5927 H8689
, hebt opgevoerd
H4191 H8687
, om ons te doden
H4057
in de woestijn
H8323 H0
, dat gij ook uzelven ten enenmaal
H8323 H8691
over ons tot een overheer
H8323 H8692
maakt?
14
H637
Ook
H935 H8689
hebt gij ons niet gebracht
H776
in een land
H2461
, dat van melk
H1706
en honig
H2100 H8802
vloeit
H7704
, noch ons akkers
H3754
en wijngaarden
H5159
ten erfdeel
H5414 H8799
gegeven
H5869
. Zult gij de ogen
H582
dezer mannen
H5365 H8762
uitgraven
H5927 H8799
? Wij zullen niet opkomen!
15
H2734 H8799
Toen ontstak
H4872
Mozes
H3966
zeer
H559 H8799
, en hij zeide
H3068
tot den HEERE
H6437 H8799
: Zie
H4503
hun offer
H259
niet aan! Ik heb niet een
H2543
ezel
H5375 H8804
van hen genomen
H259
, en niet een
H7489 H8689
van hen kwaad gedaan.
16
H559 H8799
Voorts zeide
H4872
Mozes
H7141
tot Korach
H5712
: Gij, en uw ganse vergadering
H6440
, weest voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H175
; gij, en zij, ook Aaron
H4279
, op morgen.
17
H3947 H8798
En neemt
H376
een ieder
H4289
zijn wierookvat
H5414 H8804
, en legt
H7004
reukwerk
H7126 H8689
daarin, en brengt
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H376
, een ieder
H4289
zijn wierookvat
H3967
, tweehonderd
H2572
en vijftig
H4289
wierookvaten
H175
; ook gij, en Aaron
H376
, een ieder
H4289
zijn wierookvat.
18
H3947 H8799
Zo namen zij
H376
een ieder
H4289
zijn wierookvat
H5414 H8799
, en deden
H784
vuur
H7760 H8799
daarin, en leiden
H7004
reukwerk
H5975 H8799
daarin; en zij stonden
H6607
voor de deur
H168
van de tent
H4150
der samenkomst
H4872
, ook Mozes
H175
en Aaron.
19
H7141
En Korach
H5712
deed de ganse vergadering
H6950 H8686
tegen hen verzamelen
H6607
, aan de deur
H168
van de tent
H4150
der samenkomst
H7200 H8735
. Toen verscheen
H3519
de heerlijkheid
H3068
des HEEREN
H5712
aan deze ganse vergadering.
21
H914 H8734
Scheidt u af
H8432
uit het midden
H5712
van deze vergadering
H7281
, en Ik zal hen als in een ogenblik
H3615 H8762
verteren!
22
H5307 H8799
Maar zij vielen
H6440
op hun aangezichten
H559 H8799
, en zeiden
H410
: O God
H430
! God
H7307
der geesten
H1320
van alle vlees
H259
! een enig
H376
man
H2398 H8799
zal gezondigd hebben
H5712
, en zult Gij U over deze ganse vergadering
H7107 H8799
grotelijks vertoornen?
24
H1696 H8761
Spreek
H5712
tot deze vergadering
H559 H8800
, zeggende
H5927 H8734
: Gaat op
H5439
van rondom
H4908
de woning
H7141
van Korach
H1885
, Dathan
H48
en Abiram.
25
H6965 H8799
Toen stond
H4872
Mozes
H3212 H8799
op, en ging
H1885
tot Dathan
H48
en Abiram
H310
; en achter
H3212 H8799
hem gingen
H2205
de oudsten
H3478
van Israel.
26
H1696 H8762
En hij sprak
H5712
tot de vergadering
H559 H8800
, zeggende
H5493 H8798
: Wijkt
H168
toch af van de tenten
H7563
dezer goddeloze
H582
mannen
H5060 H8799
, en roert
H5595 H8735
niets aan van hetgeen hunner is, opdat gij niet misschien verdaan wordt
H2403
in al hun zonden.
27
H5927 H8735
Zo gingen zij op
H4908
van de woning
H7141
van Korach
H1885
, Dathan
H48
en Abiram
H5439
, van rondom
H1885
; maar Dathan
H48
en Abiram
H3318 H8804
gingen uit
H5324 H8737
, staande
H6607
in de deur
H168
hunner tenten
H802
, met hun vrouwen
H1121
, en hun zonen
H2945
, en hun kinderkens.
28
H559 H8799
Toen zeide
H4872
Mozes
H3045 H8799
: Hieraan zult gij bekennen
H3068
, dat de HEERE
H7971 H8804
mij gezonden heeft
H4639
, om al deze daden
H6213 H8800
te doen
H3820
, dat zij niet uit mijn [eigen] hart zijn.
29
H4191 H8799
Indien deze zullen sterven
H120
, gelijk alle mensen
H4194
sterven
H6485 H8735
, en over hen een bezoeking zal gedaan worden
H120
, naar aller mensen
H6486
bezoeking
H3068
, zo heeft mij de HEERE
H7971 H8804
niet gezonden.
30
H3068
Maar indien de HEERE
H1278
wat nieuws
H1254 H8799
zal scheppen
H127
, en het aardrijk
H6310
zijn mond
H6475 H8804
zal opendoen
H1104 H8804
, en verslinden
H2416
hen met alles wat hunner is, en zij levend
H7585
ter helle
H3381 H8804
zullen nedervaren
H3045 H8804
; alsdan zult gij bekennen
H582
, dat deze mannen
H3068
de HEERE
H5006 H8765
getergd hebben.
31
H3615 H8763
En het geschiedde, als hij geeindigd had
H1697
al deze woorden
H1696 H8763
te spreken
H127
, zo werd het aardrijk
H1234 H8735
, dat onder hen was, gekloofd;
32
H776
En de aarde
H6605 H8799
opende
H6310
haar mond
H1104 H8799
, en verslond
H1004
hen met hun huizen
H120
, en allen mensen
H7141
, die Korach
H7399
toebehoorden, en al de have.
33
H3381 H8799
En zij voeren neder
H2416
, zij en alles wat hunner was, levend
H7585
ter helle
H776
; en de aarde
H3680 H8762
overdekte
H6 H8799
hen, en zij kwamen om
H8432
uit het midden
H6951
der gemeente.
34
H3478
En het ganse Israel
H5439
, dat rondom
H5127 H8804
hen was, vlood
H6963
voor hun geschrei
H559 H8804
; want zij zeiden
H776
: Dat ons de aarde
H1104 H8799
misschien niet verslinde!
35
H3318 H0
Daartoe ging
H784
een vuur
H3318 H8804
uit
H3068
van den HEERE
H398 H8799
, en verteerde
H3967
die tweehonderd
H2572
en vijftig
H376
mannen
H7004
, die reukwerk
H7126 H8688
offerden.
37
H559 H8798
Zeg
H499
tot Eleazar
H1121
, den zoon
H175
van Aaron
H3548
, den priester
H4289
, dat hij de wierookvaten
H996
uit
H8316
den brand
H7311 H8686
opneme
H2219 H8798
; en strooi
H784
het vuur
H1973
verre weg
H6942 H8804
; want zij zijn heilig;
38
H4289
[Te] [weten] de wierookvaten
H5315
van dezen, die tegen hun zielen
H2400
gezondigd hebben
H7555
; dat men uitgerekte
H6341
platen
H6213 H8804
daarvan make
H6826
, tot een overdeksel
H4196
voor het altaar
H7126 H8689
; want zij hebben ze gebracht
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H6942 H8799
, daarom zijn zij heilig
H1121
; en zij zullen den kinderen
H3478
Israels
H226
tot een teken zijn.
39
H499
En Eleazar
H3548
, de priester
H3947 H8799
, nam
H5178
de koperen
H4289
wierookvaten
H8313 H8803
, die de verbranden
H7126 H8689
gebracht hadden
H7554 H8762
, en zij rekten
H6826
ze uit tot een overtreksel
H4196
voor het altaar;
40
H2146
Ter nagedachtenis
H1121
voor de kinderen
H3478
Israels
H4616
, opdat
H376
niemand
H2114 H8801
vreemds
H834
, die
H2233
niet uit het zaad
H175
van Aaron
H7126 H8799
is, nadere
H7004
om reukwerk
H6999 H8687
aan te steken
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H7141
; opdat hij niet worde als Korach
H5712
, en zijn vergadering
H3068
, gelijk als hem de HEERE
H3027
door den dienst
H4872
van Mozes
H1696 H8765
gesproken had.
41
H4283
Maar des anderen daags
H3885 H8735
murmureerde
H5712
de ganse vergadering
H1121
der kinderen
H3478
Israels
H4872
tegen Mozes
H175
en tegen Aaron
H559 H8800
, zeggende
H3068
: Gijlieden hebt des HEEREN
H5971
volk
H4191 H8689
gedood!
42
H5712
En het geschiedde, als de vergadering
H6950 H8736
zich verzamelde
H4872
tegen Mozes
H175
en Aaron
H6437 H8799
, en zich wendde
H168
naar de tent
H4150
der samenkomst
H3680 H8765
, ziet, zo bedekte
H6051
haar die wolk
H3519
; en de heerlijkheid
H3068
des HEEREN
H7200 H8735
verscheen.
45
H7426 H8734
Maak u op
H8432
uit het midden
H5712
van deze vergadering
H3615 H8762
, en Ik zal hen verteren
H7281
, als in een ogenblik
H5307 H8799
! Toen vielen zij
H6440
op hun aangezichten.
46
H4872
En Mozes
H559 H8799
zeide
H175
tot Aaron
H3947 H8798
: Neem
H4289
het wierookvat
H5414 H8798
, en doe
H784
vuur
H6440
daarin van
H4196
het altaar
H7760 H8798
, en leg
H7004
reukwerk
H4120
daarop, haastelijk
H3212 H8685
gaande
H5712
tot de vergadering
H3722 H8761
, doe over hen verzoening
H7110
; want een grote toorn
H3068
is van voor het aangezicht des HEEREN
H3318 H8804
uitgegaan
H5063
, de plaag
H2490 H8689
heeft aangevangen.
47
H175
En Aaron
H3947 H8799
nam
H4872
het, gelijk als Mozes
H1696 H8765
gesproken had
H7323 H8799
, en liep
H8432
in het midden
H6951
der gemeente
H5063
, en ziet, de plaag
H2490 H8689
had aangevangen
H5971
onder het volk
H5414 H8799
; en hij leide
H7004
reukwerk
H3722 H8762
daarin, en deed verzoening
H5971
over het volk.
48
H5975 H8799
En hij stond
H4191 H8801
tussen de doden
H2416
en tussen de levenden
H4046
; alzo werd de plaag
H6113 H8735
opgehouden.