Genesis 24:17 Cross References - DSV_Strongs
Genesis 26:1-35
1
H1961 H8799
En er was
H7458
honger
H776
in dat land
H905
, behalve
H7223
den eersten
H7458
honger
H834
, die
H3117
in de dagen
H85
van Abraham
H3212 H8799
geweest was; daarom toog
H3327
Izak
H413
tot
H40
Abimelech
H4428
, de koning
H6430
der Filistijnen
H1642
, naar Gerar.
2
H3068
En de HEERE
H7200 H8735
verscheen
H413
hem
H559 H8799
en zeide
H3381 H0
: Trek
H408
niet
H3381 H8799
af
H4714
naar Egypte
H7931 H8798
; woon
H776
in het land
H834
, dat
H413
Ik u
H559 H8799
aanzeggen zal;
3
H1481 H8798
Woon als vreemdeling
H2063
in dat
H776
land
H5973
, en Ik zal met
H1961 H8799
u zijn
H1288 H8762
, en zal u zegenen
H3588
; want
H2233
aan u en uw zaad
H3605
zal Ik al
H411
deze
H776
landen
H5414 H8799
geven
H7621
, en Ik zal den eed
H6965 H8689
bevestigen
H834
, dien
H85
Ik Abraham
H1
uw vader
H7650 H8738
gezworen heb.
4
H2233
En Ik zal uw zaad
H7235 H8689
vermenigvuldigen
H3556
, als de sterren
H8064
des hemels
H2233
, en zal aan uw zaad
H3605
al
H411
deze
H776
landen
H5414 H8804
geven
H2233
; en in uw zaad
H1288 H8694
zullen gezegend worden
H3605
alle
H1471
volken
H776
der aarde,
5
H6118 H834
Daarom dat
H85
Abraham
H6963
Mijn stem
H8085 H8804
gehoorzaam geweest is
H8104 H8799
, en heeft onderhouden
H4931
Mijn bevel
H4687
, Mijn geboden
H2708
, Mijn inzettingen
H8451
en Mijn wetten.
7
H582
En als de mannen
H4725
van die plaats
H7592 H8799
hem vraagden
H802
van zijn huisvrouw
H559 H8799
, zeide hij
H1931
: Zij
H269
[is] mijn zuster
H3588
; want
H3372 H8804
hij vreesde
H559 H8800
te zeggen
H802
, mijn huisvrouw
H6435 H0
; opdat
H582
mij misschien, [zeide] [hij] de mannen
H4725
dezer plaats
H6435
niet
H2026 H8799
doden
H5921
, om
H7259
Rebekka
H3588
; want
H1931
zij
H2896
[was] schoon
H4758
van aangezicht.
8
H1961 H8799
En het geschiedde
H3588
, als
H748 H0
hij een langen
H3117
tijd
H8033
daar
H748 H8804
geweest was
H40
, dat Abimelech
H4428
, de koning
H6430
der Filistijnen
H1157
, ten
H2474
venster
H8259 H8686
uitkeek
H7200 H8799
, en hij zag
H2009
, dat, ziet
H3327
, Izak
H6711 H8764
was jokkende
H854
met
H7259
Rebekka
H802
zijn huisvrouw.
9
H7121 H8799
Toen riep
H40
Abimelech
H3327
Izak
H559 H8799
, en zeide
H389
: Voorwaar
H2009
, zie
H1931
, zij
H802
[is] uw huisvrouw
H349
! hoe
H559 H8804
hebt gij dan gezegd
H1931
: Zij
H269
[is] mijn zuster
H3327
? En Izak
H559 H8799
zeide
H413
tot
H3588
hem: Want
H559 H8804
ik zeide
H6435
: Dat ik niet misschien
H5921
om
H4191 H8799
harentwil sterve.
10
H40
En Abimelech
H559 H8799
zeide
H4100
: Wat
H2063
[is] dit
H6213 H8804
, [dat] gij ons gedaan hebt
H4592
? Lichtelijk
H259
had een
H5971
van dit volk
H854
bij
H802
uw huisvrouw
H7901 H8804
gelegen
H817
, zodat gij een schuld
H5921
over
H935 H8689
ons zoudt gebracht hebben.
11
H40
En Abimelech
H6680 H8762
gebood
H3605
het ganse
H5971
volk
H559 H8800
, zeggende
H2088
: Zo wie deze
H376
man
H802
of zijn huisvrouw
H5060 H8802
aanroert
H4191 H8800
, zal voorzeker
H4191 H8714
gedood worden!
12
H3327
En Izak
H2232 H8799
zaaide
H1931
in datzelve
H776
land
H4672 H8799
, en hij vond
H1931
in datzelve
H8141
jaar
H3967
honderd
H8180
maten
H3068
; want de HEERE
H1288 H8762
zegende hem.
13
H376
En die man
H1431 H8799
werd groot
H3212 H8799
, ja, hij werd
H1980 H8800
doorgaans
H1432
groter
H5704 H3588
, totdat
H3966
hij zeer
H1431 H8804
groot geworden was.
14
H1961 H8799
En hij had
H4735
bezitting
H6629
van schapen
H4735
, en bezitting
H1241
van runderen
H7227
, en groot
H5657
gezin
H853
; zodat hem
H6430
de Filistijnen
H7065 H8762
benijdden.
15
H3605
En al
H875
de putten
H834
, die
H5650
de knechten
H1
van zijn vader
H3117
, in de dagen
H1
van zijn vader
H85
Abraham
H2658 H8804
, gegraven hadden
H5640 H8765
, die stopten
H6430
de Filistijnen
H4390 H8762
, en vulden
H6083
dezelve met aarde.
16
H559 H8799
Ook zeide
H40
Abimelech
H413
tot
H3327
Izak
H3212 H8798
: Trek
H4480
van
H3588
ons; want
H3966
gij zijt veel
H6105 H8804
machtiger geworden
H4480
, dan wij.
17
H3212 H8799
Toen toog
H3327
Izak
H4480
van
H8033
daar
H2583 H8799
, en hij legerde zich
H5158
in het dal
H1642
van Gerar
H3427 H8799
, en woonde
H8033
aldaar.
18
H3327
Als nu Izak
H7725 H8799
wedergekeerd was
H2658 H0
, groef hij
H875 H4325
die waterputten
H2658 H8799
op
H834
, die
H3117
zij ten tijde
H85
van Abraham
H1
, zijn vader
H2658 H8804
, gegraven
H6430
, en die de Filistijnen
H310
na
H85
Abrahams
H4194
dood
H5640 H8762
toegestopt hadden
H7121 H8799
; en hij noemde
H1992
derzelver
H8034
namen
H8034
naar de namen
H834
, waarmede
H1
zijn vader
H1992
die
H7121 H8804
genoemd had.
19
H5650
De knechten
H3327
van Izak
H2658 H8799
dan groeven
H5158
in dat dal
H4672 H8799
, en zij vonden
H8033
aldaar
H875
een put
H2416
van levend
H4325
water.
20
H7462 H8802
En de herders
H1642
van Gerar
H7378 H8799
twistten
H5973
met
H3327
Izaks
H7462 H8802
herders
H559 H8800
, zeggende
H4325
: Dit water
H7121 H8799
hoort ons toe! Daarom noemde hij
H8034
den naam
H875
van dien put
H6230
Esek
H3588
, omdat
H5973
zij met
H6229 H8694
hem gekeven hadden.
21
H2658 H8799
Toen groeven zij
H312
een anderen
H875
put
H7378 H8799
, en daar twistten zij
H1571
ook
H5921
over
H7121 H8799
; daarom noemde
H8034
hij deszelfs naam
H7856
Sitna.
22
H6275 H8686
En hij brak op
H4480
van
H8033
daar
H2658 H8799
, en groef
H312
een anderen
H875
put
H7378 H8804
, en zij twistten
H5921
over
H3808
dien niet
H7121 H8799
; daarom noemde
H8034
hij deszelfs naam
H7344
Rehoboth
H559 H8799
, en zeide
H3588
: Want
H6258
nu
H3068
heeft ons de HEERE
H7337 H8689
ruimte gemaakt
H6509 H8804
, en wij zijn gewassen
H776
in dit land.
24
H3068
En de HEERE
H7200 H8735
verscheen
H413
hem
H1931
in denzelven
H3915
nacht
H559 H8799
, en zeide
H595
: Ik
H430
[ben] de God
H85
van Abraham
H1
, uw vader
H3372 H8799
; vrees
H408
niet
H3588
; want
H595
Ik
H854
[ben] met
H1288 H8765
u; en Ik zal u zegenen
H2233
, en uw zaad
H7235 H8689
vermenigvuldigen
H5668
, om
H85
Abrahams
H5650
, Mijns knechts, wil.
25
H1129 H8799
Toen bouwde hij
H8033
daar
H4196
een altaar
H7121 H0
, en riep
H8034
den Naam
H3068
des HEEREN
H7121 H8799
aan
H5186 H0
. En hij sloeg
H8033
aldaar
H168
zijn tent
H5186 H8799
op
H3327
; en Izaks
H5650
knechten
H3738 H8799
groeven
H8033
daar
H875
een put.
26
H40
En Abimelech
H1980 H8804
trok
H413
tot
H4480
hem van
H1642
Gerar
H276
, met Ahuzzat
H4828
, zijn vriend
H6369
, en Pichol
H8269 H6635
, zijn krijgsoverste.
27
H3327
En Izak
H559 H8799
zeide
H413
tot
H4069
hen: Waarom
H413
zijt gij tot
H935 H8804
mij gekomen
H859
, daar gij
H853
mij
H8130 H8804
haat
H4480
, en hebt mij van
H854
u
H7971 H8762
weggezonden?
28
H559 H8799
En zij zeiden
H7200 H8800
: Wij hebben merkelijk
H7200 H8804
gezien
H3588
, dat
H3068
de HEERE
H5973
met
H1961 H8804
u is
H559 H8799
; daarom hebben wij gezegd
H4994
: Laat toch
H423
een eed
H996
tussen
H1961 H8799
ons zijn
H996
, tussen
H996
ons en tussen
H1285
u, en laat ons een verbond
H5973
met
H3772 H8799
u maken:
29
H518
Zo
H5973
gij bij
H7451
ons kwaad
H6213 H8799
doet
H834
, gelijk als
H3808
wij u niet
H5060 H8804
aangeroerd hebben
H834
, en gelijk als
H5973
wij bij
H7535
u alleenlijk
H2896
goed
H6213 H8804
gedaan hebben
H7965
, en hebben u in vrede
H7971 H8762
laten trekken
H859
! Gij
H6258
[zijt] nu
H1288 H8803
de gezegende
H3068
des HEEREN!
30
H6213 H8799
Toen maakte hij
H4960
hun een maaltijd
H398 H8799
, en zij aten
H8354 H8799
en dronken.
31
H7925 H0
En zij stonden
H1242
des morgens
H7925 H8686
vroeg op
H7650 H8735
, en zwoeren
H376
de een
H251
den ander
H7971 H0
; daarna liet
H3327
Izak
H7971 H8762
hen gaan
H3212 H8799
, en zij togen
H4480
van
H854
hem
H7965
in vrede.
32
H1961 H8799
En het geschiedde
H1931
ten zelfden
H3117
dage
H3327
, dat Izaks
H5650
knechten
H935 H8799
kwamen
H5046 H8686
, en boodschapten
H5921
hem van de
H182
zaak
H875
des puts
H834
, dien
H2658 H8804
zij gegraven hadden
H559 H8799
, en zij zeiden
H4325
hem: Wij hebben water
H4672 H8804
gevonden.
33
H7121 H8799
En hij noemde
H7656
denzelven Seba
H3651 H5921
; daarom
H8034
is de naam
H5892
dier stad
H884
Ber-seba
H5704
, tot op
H2088
dezen
H3117
dag.
1 Kings 17:10
10
H6965 H8799
Toen maakte hij zich op
H3212 H8799
, en ging
H6886
naar Zarfath
H413
. Als hij nu aan
H6607
de poort
H5892
der stad
H935 H8799
kwam
H2009
, ziet
H8033
, zo was daar
H490 H802
een weduwvrouw
H6086
, hout
H7197 H8781
lezende
H7121 H8799
; en hij riep
H413
tot
H559 H8799
haar, en zeide
H3947 H8798
: Haal
H4994
mij toch
H4592
een weinig
H4325
waters
H3627
in dit vat
H8354 H8799
, dat ik drinke.
Isaiah 21:14
Isaiah 30:25
Isaiah 35:6-7
Isaiah 41:17-18
Isaiah 49:10
John 4:7
John 4:9
9
G3004 G5719
Zo zeide
G3767
dan
G4542
de Samaritaanse
G1135
vrouw
G846
tot Hem
G4459
: Hoe
G154 G5719
begeert
G4771
Gij
G2453
, Die een Jood
G5607 G5752
zijt
G3844
, van
G1700
mij
G4095 G5629
te drinken
G4542
, die een Samaritaanse
G1135
vrouw
G5607 G5752
ben
G1063
? Want
G2453
de Joden
G4798 G
houden
G3756
geen
G4798 G5736
gemeenschap
G4541
met de Samaritanen.