2 Samuel 3:3 Cross References - DSV_Strongs

  3 H4932 En zijn tweede H3609 was Chileab H26 , van Abigail H802 , de huisvrouw H5037 van Nabal H3761 , den Karmeliet H7992 ; en de derde H53 , Absalom H1121 , de zoon H4601 van Maacha H1323 , de dochter H8526 van Thalmai H4428 , koning H1650 van Gesur;

Deuteronomy 3:14

  14 H2971 Jair H1121 , de zoon H4519 van Manasse H3947 H8804 , kreeg H2256 de ganse landstreek H709 van Argob H1366 , tot aan de landpale H1651 der Gezurieten H4602 en Maachathieten H7121 H8799 ; en hij noemde H8034 ze naar zijn naam H1316 , Bazan H2334 Havvoth-jair H3117 , tot op dezen dag.

Joshua 13:13

  13 H1121 Doch de kinderen H3478 Israels H3423 H8689 verdreven H1651 de Gezurieten H4602 en de Maachathieten H3808 niet H1650 ; maar Gezur H4601 en Maachath H3427 H8799 woonden H7130 in het midden H3478 van Israel H5704 tot H2088 op dezen H3117 dag.

1 Samuel 25:3

  3 H8034 En de naam H376 des mans H5037 was Nabal H8034 , en de naam H802 zijner huisvrouw H26 was Abigail H802 ; en de vrouw H2896 was goed H7922 van verstand H3303 , en schoon H8389 van gedaante H376 ; maar de man H7186 was hard H7451 en boos H4611 van daden H1931 , en hij H3614 was een Kalebiet.

1 Samuel 25:42

  42 H26 Abigail H4116 H8762 nu haastte H6965 H8799 , en maakte zich op H7392 H8799 , en zij reed H5921 op H2543 een ezel H2568 , met haar vijf H5291 jonge maagden H7272 , die haar voetstappen H1980 H8802 nawandelden H3212 H8799 ; zij dan volgde H4397 de boden H1732 van David H310 na H1961 H8799 , en zij werd H802 hem ter huisvrouw.

1 Samuel 27:8

  8 H1732 David H5927 H8799 nu toog op H582 met zijn mannen H6584 H8799 H413 , en zij overvielen H1651 de Gesurieten H1511 , en de Girzieten H6003 , en de Amalekieten H3588 (want H2007 deze H834 H4480 H5769 zijn vanouds H3427 H8802 geweest de inwoners H776 des lands H935 H8800 ), dat gij gaat H7793 naar Sur H5704 , en tot H776 H4714 aan Egypteland.

2 Samuel 2:2

  2 H5927 H8799 Alzo toog H1732 David H8033 derwaarts H1571 op, als ook H8147 zijn twee H802 vrouwen H293 , Ahinoam H3159 , de Jizreelietische H26 , en Abigail H802 , de huisvrouw H5037 van Nabal H3761 , de Karmeliet.

2 Samuel 13:20-28

  20 H251 En haar broeder H53 Absalom H559 H8799 zeide H413 tot H251 haar: Is uw broeder H550 Amnon H5973 bij H1961 H8804 u geweest H6258 ? Nu dan H269 , mijn zuster H2790 H8685 , zwijg stil H1931 , hij H251 is uw broeder H7896 H8799 ; zet H3820 uw hart H408 niet H2088 op deze H1697 zaak H3427 H8799 . Alzo bleef H8559 Thamar H8074 H8802 en was eenzaam H1004 in het huis H251 van haar broeder H53 Absalom.
  21 H4428 Als de koning H1732 David H3605 al H428 deze H1697 dingen H8085 H8804 hoorde H2734 H8799 , zo ontstak hij H3966 zeer.
  22 H53 Doch Absalom H1696 H8765 sprak H3808 niet H5973 met H550 Amnon H4480 , noch H7451 kwaad H5704 noch H2896 goed H3588 ; maar H53 Absalom H8130 H8804 haatte H550 Amnon H5921 , ter H1697 oorzake H834 dat H269 hij zijn zuster H8559 Thamar H6031 H8765 verkracht had.
  23 H1961 H8799 En het geschiedde H3117 , na twee H8141 volle jaren H53 , dat Absalom H1494 H8802 , [schaaps] scheerders H1961 H799 had H1178 te Baal-hazor H834 , dat H5973 bij H669 Efraim H7121 H8799 is; zo nodigde H53 Absalom H3605 al H4428 des konings H1121 zonen.
  24 H53 En Absalom H935 H8799 kwam H413 tot H4428 den koning H559 H8799 , en zeide H2009 H4994 : Zie H5650 , nu heeft uw knecht H1494 H8802 [schaaps] scheerders H4994 ; dat toch H4428 de koning H5650 en zijn knechten H5973 met H5650 uw knecht H3212 H8799 gaan.
  25 H4428 Maar de koning H559 H8799 zeide H413 tot H53 Absalom H408 : Niet H1121 , mijn zoon H4994 , laat ons toch H408 niet H3605 al H3212 H8799 te zamen gaan H5921 , opdat wij u H3808 niet H3513 H8799 bezwaarlijk zijn H6555 H8799 ; en hij hield bij hem aan H14 H8804 , doch hij wilde H3808 niet H3212 H8800 gaan H1288 H8762 , maar zegende hem.
  26 H559 H8799 Toen zeide H53 Absalom H3808 : Zo niet H4994 , laat toch H251 mijn broeder H550 Amnon H3212 H8799 met ons gaan H4428 . Maar de koning H559 H8799 zeide H4100 tot hem: Waarom H5973 zou hij met H3212 H8799 u gaan?
  27 H53 Als Absalom H6555 H8799 bij hem aanhield H550 , zo liet hij Amnon H3605 en al H4428 des konings H1121 zonen H854 met H7971 H8799 hem gaan.
  28 H53 Absalom H6680 H8762 nu gebood H5288 zijn jongens H559 H8800 , zeggende H7200 H0 : Let H4994 er nu H7200 H8798 op H550 , als Amnons H3820 hart H2896 vrolijk is H3196 van den wijn H413 , en ik tot H559 H8804 ulieden zal zeggen H5221 H8685 : Slaat H550 Amnon H853 , dan zult gij hem H4191 H8689 doden H3372 H8799 ; vreest H408 niet H3808 ; is het niet H3588 , omdat H589 ik H854 het u H6680 H8765 geboden heb H2388 H8798 ? Zijt sterk H1961 H8798 en weest H1121 H2428 dapper.

2 Samuel 13:37-38

  37 H53 (Absalom H1272 H8804 dan vluchtte H3212 H8799 , en toog H413 tot H8526 Thalmai H1121 , den zoon H5991 H8675 H5989 van Ammihur H4428 , koning H1650 van Gesur H56 H8691 .) En hij droeg rouw H5921 over H1121 zijn zoon H3605 , al H3117 die dagen.
  38 H1272 H8804 Alzo vluchtte H53 Absalom H3212 H8799 , en toog H1650 naar Gesur H1961 H8799 ; en hij was H8033 aldaar H7969 drie H8141 jaren.

2 Samuel 14:24-15:18

  24 H4428 En de koning H559 H8799 zeide H413 : Dat hij in H1004 zijn huis H5437 H8735 kere H6440 , en mijn aangezicht H3808 niet H7200 H8799 zie H5437 H8735 . Alzo keerde H53 Absalom H413 in H1004 zijn huis H7200 H8804 , en zag H4428 des konings H6440 aangezicht H3808 niet.

2 Samuel 17:1-14

  1 H559 H8799 Voorts zeide H302 Achitofel H413 tot H53 Absalom H4994 : Laat mij nu H8147 H6240 twaalf H505 duizend H376 mannen H977 H8799 uitlezen H6965 H8799 , dat ik mij opmake H1732 en David H3915 dezen nacht H310 achterna H7291 H8799 jage.
  2 H5921 Zo zal ik over H935 H8799 hem komen H1931 , daar hij H3023 moede H7504 en slap H3027 van handen H853 is, en zal hem H2729 H8689 verschrikken H3605 , en al H5971 het volk H834 , dat H854 met H5127 H8804 hem is, zal vluchten H4428 ; dan zal ik den koning H909 alleen H5221 H8689 slaan.
  3 H3605 En ik zal al H5971 het volk H413 tot H7725 H8686 u doen wederkeren H376 ; de man H834 , dien H859 gij H1245 H8764 zoekt H7725 H8800 , is gelijk het wederkeren H3605 van allen H3605 ; zo zal al H5971 het volk H7965 in vrede H1961 H8799 zijn.
  4 H1697 Dit woord H3474 H8799 nu was recht H53 in Absaloms H5869 ogen H3605 , en in de ogen van alle H2205 oudsten H3478 Israels.
  5 H53 Doch Absalom H559 H8799 zeide H7121 H8798 : Roep H4994 toch H1571 ook H2365 Husai H757 , den Archiet H8085 H8799 , en laat ons horen H4100 , wat H1931 hij H1571 ook H6310 zegt.
  6 H2365 En als Husai H413 tot H53 Absalom H935 H8799 inkwam H559 H8799 , zo sprak H53 Absalom H413 tot H559 H8800 hem, zeggende H2088 H1697 : Aldus H302 heeft Achitofel H1696 H8765 gesproken H1697 ; zullen wij zijn woord H6213 H8799 doen H518 ? Zo H369 niet H1696 H8761 , spreek H859 gij.
  7 H559 H8799 Toen zeide H2365 Husai H413 tot H53 Absalom H6098 : De raad H834 , dien H302 Achitofel H6471 H2063 op ditmaal H3289 H8804 geraden heeft H3808 , is niet H2896 goed.
  8 H559 H8799 Wijders zeide H2365 Husai H859 : Gij H3045 H8804 kent H1 uw vader H582 en zijn mannen H3588 , dat H1992 zij H1368 helden H1992 zijn, dat zij H4751 bitter H5315 van gemoed H1677 zijn, als een beer H7909 , die van de jongen H7704 beroofd is H1 in het veld; daartoe is uw vader H376 H4421 een krijgsman H3808 , en zal niet H3885 H8799 vernachten H5971 met het volk.
  9 H2009 Zie H6258 , nu H1931 heeft hij H2244 H8737 zich verstoken H259 in een H6354 der holen H176 , of H259 in een H4725 der plaatsen H1961 H8804 . En het zal geschieden H8462 , als er in het eerst H5307 H8800 [sommigen] onder hen vallen H8085 H8802 , dat een ieder H8085 H8804 , die het zal horen H559 H8804 , alsdan zal zeggen H4046 : Er is een slag H1961 H8804 geschied H5971 onder het volk H834 , dat H53 Absalom H310 navolgt.
  10 H1931 Zo zou hij H1571 , die ook H2428 een dapper H1121 man H834 is, wiens H3820 hart H3820 H738 is als een leeuwenhart H4549 H8736 , te enen male H4549 H8735 smelten H3588 ; want H3605 gans H3478 Israel H3045 H8802 weet H3588 , dat H1 uw vader H1368 een held H2428 is, en het dappere H1121 mannen H834 zijn, die H854 met hem zijn.
  11 H3588 Maar H3289 H8804 ik rade H622 H8736 , dat in alle haast H5921 tot H622 H8735 u verzameld worde H3605 gans H3478 Israel H4480 , van H1835 Dan H5704 tot H884 Ber-seba H2344 toe, als zand H834 , dat H5921 aan H3220 de zee H7230 is, in menigte H6440 ; en dat uw persoon H1980 H8802 medega H7128 in den strijd.
  12 H413 Dan zullen wij tot H935 H8804 hem komen H259 , in een H4725 der plaatsen H834 H8033 , waar H4672 H8738 hij gevonden wordt H5921 , en hem H5168 gemakkelijk overvallen H834 , gelijk als H2919 de dauw H5921 op H127 den aardbodem H5307 H8799 valt H3605 ; en er zal van hem, en van al H582 de mannen H834 , die H854 met H1571 hem zijn, ook H3808 niet H259 een H3498 H8738 worden overgelaten.
  13 H518 En indien H413 hij zich in H5892 een stad H622 H8735 zal begeven H3605 , zo zal gans H3478 Israel H2256 koorden H413 tot H1931 dezelve H5892 stad H5375 H8689 aandragen H853 , en wij zullen ze H5704 tot in H5158 de beek H5498 H8804 nedertrekken H5704 H834 , totdat H1571 ook H3808 niet H6872 een steentje H8033 aldaar H4672 H8738 gevonden worde.
  14 H559 H8799 Toen zeide H53 Absalom H3605 , en alle H376 man H3478 van Israel H6098 : De raad H2365 van Husai H757 , den Archiet H2896 , is beter H4480 dan H302 Achitofels H6098 raad H3068 . Doch de HEERE H6680 H8765 had het geboden H2896 , om den goeden H6098 raad H302 van Achitofel H6565 H8687 te vernietigen H5668 , opdat H3068 de HEERE H7451 het kwaad H413 over H53 Absalom H935 H8687 bracht.

2 Samuel 18:9-18

  9 H53 Absalom H7122 H8735 nu ontmoette H6440 voor het aangezicht H5650 der knechten H1732 Davids H53 ; en Absalom H7392 H8802 reed H5921 op H6505 een muildier H6505 ; en als het muildier H935 H8799 kwam H8478 onder H7730 de dichte takken H1419 van een groten H424 eik H2388 H0 , zo werd H7218 zijn hoofd H2388 H8799 vast H424 aan den eik H5414 H8714 , dat hij hangen bleef H996 tussen H8064 den hemel H996 en tussen H776 de aarde H6505 , en het muildier H834 , dat H8478 onder H5674 H8804 hem was, ging door.
  10 H259 Als dat een H376 man H7200 H8799 zag H5046 H0 , zo gaf hij H3097 het Joab H5046 H8686 te kennen H559 H8799 , en zeide H2009 : Zie H53 , ik heb Absalom H7200 H8804 zien H8518 H8803 hangen H424 aan een eik.
  11 H559 H8799 Toen zeide H3097 Joab H376 tot den man H5046 H8688 , die het hem te kennen gaf H2009 : Zie H7200 H8804 toch, gij hebt het gezien H4069 , waarom H3808 dan hebt gij hem niet H8033 aldaar H776 ter aarde H5221 H8689 geslagen H5921 , alzo het aan H6235 mij [stond] om u tien H3701 zilverlingen H259 en een H2290 gordel H5414 H8800 te geven?
  12 H376 Maar die man H559 H8799 zeide H413 tot H3097 Joab H595 : En of ik H3863 al H505 duizend H3701 zilverlingen H5921 op H3709 mijn handen H8254 H8802 mocht wegen H3027 , zo zou ik mijn hand H413 aan H4428 des konings H1121 zoon H3808 niet H7971 H8799 slaan H3588 ; want H4428 de koning H853 heeft u H52 , en Abisai H863 , en Ithai H241 , voor onze oren H6680 H8765 geboden H559 H8800 , zeggende H8104 H8798 : Hoedt u H4310 , wie H5288 [gij] [zijt], van den jongeling H53 , van Absalom.
  13 H176 Of H8267 ik al valselijk H5315 tegen mijn ziel H6213 H8804 handelde H3808 H3605 , zo zou toch geen H1697 ding H4480 voor H4428 den koning H3582 H8735 verborgen worden H859 ; ook gij zelf H4480 zoudt er u van H5048 tegenover H3320 H8691 stellen.
  14 H559 H8799 Toen zeide H3097 Joab H6440 : Ik zal hier bij u H3651 alzo H3808 niet H3176 H8686 vertoeven H3947 H8799 ; en hij nam H7969 drie H7626 H3709 pijlen H8628 H8799 , en stak H53 ze in Absaloms H3820 hart H5750 , daar hij nog H2416 levend was H424 in het midden van den eik.
  15 H6235 En tien H5288 jongens H5375 H8802 H3627 , wapendragers H3097 van Joab H5437 H8799 , omringden H5221 H8686 [hem], en zij sloegen H53 Absalom H4191 H8686 , en doodden hem.
  16 H8628 H8799 Toen blies H3097 Joab H7782 met de bazuin H5971 , en al het volk H7725 H8799 keerde af H4480 van H3478 Israel H310 achterna H7291 H8800 te jagen H3588 , want H3097 Joab H2820 H0 hield H5971 het volk H2820 H8804 terug.
  17 H3947 H8799 En zij namen H53 Absalom H7993 H8686 , en wierpen H853 hem H3293 in het woud H413 , in H1419 een groten H6354 kuil H5324 H8686 , en stelden H5921 op H3966 hem een zeer H1419 groten H1530 H68 steenhoop H3605 ; en gans H3478 Israel H5127 H8804 vluchtte H376 , een iegelijk H168 naar zijn tent.
  18 H53 Absalom H3947 H8804 nu had genomen H2416 , en in zijn leven H5324 H8686 voor zich opgericht H4678 een pilaar H4428 H6010 , die in het koningsdal H3588 is; want H559 H8804 hij zeide H369 : Ik heb geen H1121 zoon H5668 , om H8034 aan mijn naam H2142 H8687 te doen gedenken H4678 ; en hij had dien pilaar H7121 H8799 genoemd H5921 naar H8034 zijn naam H5704 ; daarom wordt hij tot op H2088 dezen H3117 dag H7121 H8735 genoemd H53 : Absaloms H3027 hand.

2 Samuel 18:33

  33 H4428 Toen werd de koning H7264 H8799 zeer beroerd H5927 H8799 , en ging op H413 naar H5944 de opperzaal H8179 der poort H1058 H8799 , en weende H3212 H8800 ; en in zijn gaan H559 H8804 zeide hij H3541 alzo H1121 : Mijn zoon H53 Absalom H1121 , mijn zoon H1121 , mijn zoon H53 Absalom H4310 H5414 H8799 ! Och, dat H589 ik H8478 , ik voor H4191 H8800 u gestorven ware H53 , Absalom H1121 , mijn zoon H1121 , mijn zoon!

1 Chronicles 3:1

  1 H428 Dezen H1971 H8804 nu waren H1121 de kinderen H1732 van David H834 , die H2275 hem te Hebron H3205 H8738 geboren zijn H1060 : de eerstgeborene H550 Amnon H293 , van Ahinoam H3159 , de Jizreelietische H8145 ; de tweede H1840 Daniel H26 , van Abigail H3762 , de Karmelietische;

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.