2 Samuel 3:3 Cross References - DSV_Strongs
Deuteronomy 3:14
Joshua 13:13
1 Samuel 25:3
1 Samuel 25:42
42
H26
Abigail
H4116 H8762
nu haastte
H6965 H8799
, en maakte zich op
H7392 H8799
, en zij reed
H5921
op
H2543
een ezel
H2568
, met haar vijf
H5291
jonge maagden
H7272
, die haar voetstappen
H1980 H8802
nawandelden
H3212 H8799
; zij dan volgde
H4397
de boden
H1732
van David
H310
na
H1961 H8799
, en zij werd
H802
hem ter huisvrouw.
1 Samuel 27:8
8
H1732
David
H5927 H8799
nu toog op
H582
met zijn mannen
H6584 H8799 H413
, en zij overvielen
H1651
de Gesurieten
H1511
, en de Girzieten
H6003
, en de Amalekieten
H3588
(want
H2007
deze
H834 H4480 H5769
zijn vanouds
H3427 H8802
geweest de inwoners
H776
des lands
H935 H8800
), dat gij gaat
H7793
naar Sur
H5704
, en tot
H776 H4714
aan Egypteland.
2 Samuel 2:2
2 Samuel 13:20-28
20
H251
En haar broeder
H53
Absalom
H559 H8799
zeide
H413
tot
H251
haar: Is uw broeder
H550
Amnon
H5973
bij
H1961 H8804
u geweest
H6258
? Nu dan
H269
, mijn zuster
H2790 H8685
, zwijg stil
H1931
, hij
H251
is uw broeder
H7896 H8799
; zet
H3820
uw hart
H408
niet
H2088
op deze
H1697
zaak
H3427 H8799
. Alzo bleef
H8559
Thamar
H8074 H8802
en was eenzaam
H1004
in het huis
H251
van haar broeder
H53
Absalom.
21
H4428
Als de koning
H1732
David
H3605
al
H428
deze
H1697
dingen
H8085 H8804
hoorde
H2734 H8799
, zo ontstak hij
H3966
zeer.
22
H53
Doch Absalom
H1696 H8765
sprak
H3808
niet
H5973
met
H550
Amnon
H4480
, noch
H7451
kwaad
H5704
noch
H2896
goed
H3588
; maar
H53
Absalom
H8130 H8804
haatte
H550
Amnon
H5921
, ter
H1697
oorzake
H834
dat
H269
hij zijn zuster
H8559
Thamar
H6031 H8765
verkracht had.
23
H1961 H8799
En het geschiedde
H3117
, na twee
H8141
volle jaren
H53
, dat Absalom
H1494 H8802
, [schaaps] scheerders
H1961 H799
had
H1178
te Baal-hazor
H834
, dat
H5973
bij
H669
Efraim
H7121 H8799
is; zo nodigde
H53
Absalom
H3605
al
H4428
des konings
H1121
zonen.
24
H53
En Absalom
H935 H8799
kwam
H413
tot
H4428
den koning
H559 H8799
, en zeide
H2009 H4994
: Zie
H5650
, nu heeft uw knecht
H1494 H8802
[schaaps] scheerders
H4994
; dat toch
H4428
de koning
H5650
en zijn knechten
H5973
met
H5650
uw knecht
H3212 H8799
gaan.
25
H4428
Maar de koning
H559 H8799
zeide
H413
tot
H53
Absalom
H408
: Niet
H1121
, mijn zoon
H4994
, laat ons toch
H408
niet
H3605
al
H3212 H8799
te zamen gaan
H5921
, opdat wij u
H3808
niet
H3513 H8799
bezwaarlijk zijn
H6555 H8799
; en hij hield bij hem aan
H14 H8804
, doch hij wilde
H3808
niet
H3212 H8800
gaan
H1288 H8762
, maar zegende hem.
26
H559 H8799
Toen zeide
H53
Absalom
H3808
: Zo niet
H4994
, laat toch
H251
mijn broeder
H550
Amnon
H3212 H8799
met ons gaan
H4428
. Maar de koning
H559 H8799
zeide
H4100
tot hem: Waarom
H5973
zou hij met
H3212 H8799
u gaan?
27
H53
Als Absalom
H6555 H8799
bij hem aanhield
H550
, zo liet hij Amnon
H3605
en al
H4428
des konings
H1121
zonen
H854
met
H7971 H8799
hem gaan.
28
H53
Absalom
H6680 H8762
nu gebood
H5288
zijn jongens
H559 H8800
, zeggende
H7200 H0
: Let
H4994
er nu
H7200 H8798
op
H550
, als Amnons
H3820
hart
H2896
vrolijk is
H3196
van den wijn
H413
, en ik tot
H559 H8804
ulieden zal zeggen
H5221 H8685
: Slaat
H550
Amnon
H853
, dan zult gij hem
H4191 H8689
doden
H3372 H8799
; vreest
H408
niet
H3808
; is het niet
H3588
, omdat
H589
ik
H854
het u
H6680 H8765
geboden heb
H2388 H8798
? Zijt sterk
H1961 H8798
en weest
H1121 H2428
dapper.
2 Samuel 13:37-38
2 Samuel 14:24-15:18
2 Samuel 17:1-14
1
H559 H8799
Voorts zeide
H302
Achitofel
H413
tot
H53
Absalom
H4994
: Laat mij nu
H8147 H6240
twaalf
H505
duizend
H376
mannen
H977 H8799
uitlezen
H6965 H8799
, dat ik mij opmake
H1732
en David
H3915
dezen nacht
H310
achterna
H7291 H8799
jage.
2
H5921
Zo zal ik over
H935 H8799
hem komen
H1931
, daar hij
H3023
moede
H7504
en slap
H3027
van handen
H853
is, en zal hem
H2729 H8689
verschrikken
H3605
, en al
H5971
het volk
H834
, dat
H854
met
H5127 H8804
hem is, zal vluchten
H4428
; dan zal ik den koning
H909
alleen
H5221 H8689
slaan.
3
H3605
En ik zal al
H5971
het volk
H413
tot
H7725 H8686
u doen wederkeren
H376
; de man
H834
, dien
H859
gij
H1245 H8764
zoekt
H7725 H8800
, is gelijk het wederkeren
H3605
van allen
H3605
; zo zal al
H5971
het volk
H7965
in vrede
H1961 H8799
zijn.
4
H1697
Dit woord
H3474 H8799
nu was recht
H53
in Absaloms
H5869
ogen
H3605
, en in de ogen van alle
H2205
oudsten
H3478
Israels.
5
H53
Doch Absalom
H559 H8799
zeide
H7121 H8798
: Roep
H4994
toch
H1571
ook
H2365
Husai
H757
, den Archiet
H8085 H8799
, en laat ons horen
H4100
, wat
H1931
hij
H1571
ook
H6310
zegt.
6
H2365
En als Husai
H413
tot
H53
Absalom
H935 H8799
inkwam
H559 H8799
, zo sprak
H53
Absalom
H413
tot
H559 H8800
hem, zeggende
H2088 H1697
: Aldus
H302
heeft Achitofel
H1696 H8765
gesproken
H1697
; zullen wij zijn woord
H6213 H8799
doen
H518
? Zo
H369
niet
H1696 H8761
, spreek
H859
gij.
7
H559 H8799
Toen zeide
H2365
Husai
H413
tot
H53
Absalom
H6098
: De raad
H834
, dien
H302
Achitofel
H6471 H2063
op ditmaal
H3289 H8804
geraden heeft
H3808
, is niet
H2896
goed.
8
H559 H8799
Wijders zeide
H2365
Husai
H859
: Gij
H3045 H8804
kent
H1
uw vader
H582
en zijn mannen
H3588
, dat
H1992
zij
H1368
helden
H1992
zijn, dat zij
H4751
bitter
H5315
van gemoed
H1677
zijn, als een beer
H7909
, die van de jongen
H7704
beroofd is
H1
in het veld; daartoe is uw vader
H376 H4421
een krijgsman
H3808
, en zal niet
H3885 H8799
vernachten
H5971
met het volk.
9
H2009
Zie
H6258
, nu
H1931
heeft hij
H2244 H8737
zich verstoken
H259
in een
H6354
der holen
H176
, of
H259
in een
H4725
der plaatsen
H1961 H8804
. En het zal geschieden
H8462
, als er in het eerst
H5307 H8800
[sommigen] onder hen vallen
H8085 H8802
, dat een ieder
H8085 H8804
, die het zal horen
H559 H8804
, alsdan zal zeggen
H4046
: Er is een slag
H1961 H8804
geschied
H5971
onder het volk
H834
, dat
H53
Absalom
H310
navolgt.
10
H1931
Zo zou hij
H1571
, die ook
H2428
een dapper
H1121
man
H834
is, wiens
H3820
hart
H3820 H738
is als een leeuwenhart
H4549 H8736
, te enen male
H4549 H8735
smelten
H3588
; want
H3605
gans
H3478
Israel
H3045 H8802
weet
H3588
, dat
H1
uw vader
H1368
een held
H2428
is, en het dappere
H1121
mannen
H834
zijn, die
H854
met hem zijn.
11
H3588
Maar
H3289 H8804
ik rade
H622 H8736
, dat in alle haast
H5921
tot
H622 H8735
u verzameld worde
H3605
gans
H3478
Israel
H4480
, van
H1835
Dan
H5704
tot
H884
Ber-seba
H2344
toe, als zand
H834
, dat
H5921
aan
H3220
de zee
H7230
is, in menigte
H6440
; en dat uw persoon
H1980 H8802
medega
H7128
in den strijd.
12
H413
Dan zullen wij tot
H935 H8804
hem komen
H259
, in een
H4725
der plaatsen
H834 H8033
, waar
H4672 H8738
hij gevonden wordt
H5921
, en hem
H5168
gemakkelijk overvallen
H834
, gelijk als
H2919
de dauw
H5921
op
H127
den aardbodem
H5307 H8799
valt
H3605
; en er zal van hem, en van al
H582
de mannen
H834
, die
H854
met
H1571
hem zijn, ook
H3808
niet
H259
een
H3498 H8738
worden overgelaten.
13
H518
En indien
H413
hij zich in
H5892
een stad
H622 H8735
zal begeven
H3605
, zo zal gans
H3478
Israel
H2256
koorden
H413
tot
H1931
dezelve
H5892
stad
H5375 H8689
aandragen
H853
, en wij zullen ze
H5704
tot in
H5158
de beek
H5498 H8804
nedertrekken
H5704 H834
, totdat
H1571
ook
H3808
niet
H6872
een steentje
H8033
aldaar
H4672 H8738
gevonden worde.
14
H559 H8799
Toen zeide
H53
Absalom
H3605
, en alle
H376
man
H3478
van Israel
H6098
: De raad
H2365
van Husai
H757
, den Archiet
H2896
, is beter
H4480
dan
H302
Achitofels
H6098
raad
H3068
. Doch de HEERE
H6680 H8765
had het geboden
H2896
, om den goeden
H6098
raad
H302
van Achitofel
H6565 H8687
te vernietigen
H5668
, opdat
H3068
de HEERE
H7451
het kwaad
H413
over
H53
Absalom
H935 H8687
bracht.
2 Samuel 18:9-18
9
H53
Absalom
H7122 H8735
nu ontmoette
H6440
voor het aangezicht
H5650
der knechten
H1732
Davids
H53
; en Absalom
H7392 H8802
reed
H5921
op
H6505
een muildier
H6505
; en als het muildier
H935 H8799
kwam
H8478
onder
H7730
de dichte takken
H1419
van een groten
H424
eik
H2388 H0
, zo werd
H7218
zijn hoofd
H2388 H8799
vast
H424
aan den eik
H5414 H8714
, dat hij hangen bleef
H996
tussen
H8064
den hemel
H996
en tussen
H776
de aarde
H6505
, en het muildier
H834
, dat
H8478
onder
H5674 H8804
hem was, ging door.
10
H259
Als dat een
H376
man
H7200 H8799
zag
H5046 H0
, zo gaf hij
H3097
het Joab
H5046 H8686
te kennen
H559 H8799
, en zeide
H2009
: Zie
H53
, ik heb Absalom
H7200 H8804
zien
H8518 H8803
hangen
H424
aan een eik.
11
H559 H8799
Toen zeide
H3097
Joab
H376
tot den man
H5046 H8688
, die het hem te kennen gaf
H2009
: Zie
H7200 H8804
toch, gij hebt het gezien
H4069
, waarom
H3808
dan hebt gij hem niet
H8033
aldaar
H776
ter aarde
H5221 H8689
geslagen
H5921
, alzo het aan
H6235
mij [stond] om u tien
H3701
zilverlingen
H259
en een
H2290
gordel
H5414 H8800
te geven?
12
H376
Maar die man
H559 H8799
zeide
H413
tot
H3097
Joab
H595
: En of ik
H3863
al
H505
duizend
H3701
zilverlingen
H5921
op
H3709
mijn handen
H8254 H8802
mocht wegen
H3027
, zo zou ik mijn hand
H413
aan
H4428
des konings
H1121
zoon
H3808
niet
H7971 H8799
slaan
H3588
; want
H4428
de koning
H853
heeft u
H52
, en Abisai
H863
, en Ithai
H241
, voor onze oren
H6680 H8765
geboden
H559 H8800
, zeggende
H8104 H8798
: Hoedt u
H4310
, wie
H5288
[gij] [zijt], van den jongeling
H53
, van Absalom.
13
H176
Of
H8267
ik al valselijk
H5315
tegen mijn ziel
H6213 H8804
handelde
H3808 H3605
, zo zou toch geen
H1697
ding
H4480
voor
H4428
den koning
H3582 H8735
verborgen worden
H859
; ook gij zelf
H4480
zoudt er u van
H5048
tegenover
H3320 H8691
stellen.
14
H559 H8799
Toen zeide
H3097
Joab
H6440
: Ik zal hier bij u
H3651
alzo
H3808
niet
H3176 H8686
vertoeven
H3947 H8799
; en hij nam
H7969
drie
H7626 H3709
pijlen
H8628 H8799
, en stak
H53
ze in Absaloms
H3820
hart
H5750
, daar hij nog
H2416
levend was
H424
in het midden van den eik.
15
H6235
En tien
H5288
jongens
H5375 H8802 H3627
, wapendragers
H3097
van Joab
H5437 H8799
, omringden
H5221 H8686
[hem], en zij sloegen
H53
Absalom
H4191 H8686
, en doodden hem.
16
H8628 H8799
Toen blies
H3097
Joab
H7782
met de bazuin
H5971
, en al het volk
H7725 H8799
keerde af
H4480
van
H3478
Israel
H310
achterna
H7291 H8800
te jagen
H3588
, want
H3097
Joab
H2820 H0
hield
H5971
het volk
H2820 H8804
terug.
17
H3947 H8799
En zij namen
H53
Absalom
H7993 H8686
, en wierpen
H853
hem
H3293
in het woud
H413
, in
H1419
een groten
H6354
kuil
H5324 H8686
, en stelden
H5921
op
H3966
hem een zeer
H1419
groten
H1530 H68
steenhoop
H3605
; en gans
H3478
Israel
H5127 H8804
vluchtte
H376
, een iegelijk
H168
naar zijn tent.
18
H53
Absalom
H3947 H8804
nu had genomen
H2416
, en in zijn leven
H5324 H8686
voor zich opgericht
H4678
een pilaar
H4428 H6010
, die in het koningsdal
H3588
is; want
H559 H8804
hij zeide
H369
: Ik heb geen
H1121
zoon
H5668
, om
H8034
aan mijn naam
H2142 H8687
te doen gedenken
H4678
; en hij had dien pilaar
H7121 H8799
genoemd
H5921
naar
H8034
zijn naam
H5704
; daarom wordt hij tot op
H2088
dezen
H3117
dag
H7121 H8735
genoemd
H53
: Absaloms
H3027
hand.
2 Samuel 18:33
33
H4428
Toen werd de koning
H7264 H8799
zeer beroerd
H5927 H8799
, en ging op
H413
naar
H5944
de opperzaal
H8179
der poort
H1058 H8799
, en weende
H3212 H8800
; en in zijn gaan
H559 H8804
zeide hij
H3541
alzo
H1121
: Mijn zoon
H53
Absalom
H1121
, mijn zoon
H1121
, mijn zoon
H53
Absalom
H4310 H5414 H8799
! Och, dat
H589
ik
H8478
, ik voor
H4191 H8800
u gestorven ware
H53
, Absalom
H1121
, mijn zoon
H1121
, mijn zoon!