DSV_Strongs(i)
1
H3290
En Jakob
H3427 H8799
woonde
H776
in het land
H4033
der vreemdelingschappen
H1
zijns vaders
H776
, in het land
H3667
Kanaan.
2
H428
Dit
H3290
zijn Jakobs
H8435
geschiedenissen
H3130
. Jozef
H1121
, zijnde een zoon
H6240 H7651
van zeventien
H8141
jaren
H7462 H8802 H1961 H8804
, weidde
H6629
de kudde
H251
met zijn broeders
H1931
(en hij
H5288
was een jongeling
H1121
), met de zonen
H1090
van Bilha
H1121
, en de zonen
H2153
van Zilpa
H1
, zijns vaders
H802
vrouwen
H3130
; en Jozef
H935 H8686
bracht
H7451
hun kwaad
H1681
gerucht
H413
tot
H1
hun vader.
3
H3478
En Israel
H157 H0
had
H3130
Jozef
H157 H8804
lief
H4480
, boven
H3605
al
H1121
zijn zonen
H3588
; want
H1931
hij
H1121
was hem een zoon
H2208
des ouderdoms
H6213 H8804
; en hij maakte
H6446
hem een veelvervigen
H3801
rok.
4
H251
Als nu zijn broeders
H7200 H8799
zagen
H3588
, dat
H1
hun vader
H853
hem
H4480
boven
H3605
al
H251
zijn broederen
H157 H8804
liefhad
H8130 H8799
, haatten zij
H853
hem
H3201 H8804
, en konden
H3808
hem niet
H7965
vredelijk
H1696 H8763
toespreken.
5
H2492 H8799
Ook droomde
H3130
Jozef
H2472
een droom
H413
, dien hij aan
H251
zijn broederen
H5046 H8686
vertelde
H8130 H8800
; daarom haatten zij
H853
hem
H5750
nog
H3254 H8686
te meer.
6
H559 H8799
En hij zeide
H413
tot
H8085 H8798
hen: Hoort
H4994
toch
H2088
dezen
H2472
droom
H834
, dien
H2492 H8804
ik gedroomd heb.
7
H2009
En ziet
H587
, wij
H485
waren schoven
H481 H8764
bindende
H8432
in het midden
H7704
des velds
H2009
; en ziet
H485
, mijn schoof
H6965 H8804
stond op
H1571
, en bleef ook
H5324 H8738
staande
H2009
; en ziet
H485
, uw schoven
H5437 H8799
kwamen rondom
H7812 H8691
, en bogen zich neder
H485
voor mijn schoof.
8
H559 H8799
Toen zeiden
H251
zijn broeders
H4427 H8800
tot hem: Zult gij dan ganselijk
H5921
over
H4427 H8799
ons regeren
H518
:
H4910 H8800
zult gij dan ganselijk
H4910 H8799
over ons heersen
H8130 H8800
? Zo haatten zij
H853
hem
H5750
nog
H3254 H8686
te meer
H5921
, om
H2472
zijn dromen
H5921
en om
H1697
zijn woorden.
9
H2492 H8799
En hij droomde
H5750
nog
H312
een anderen
H2472
droom
H5608 H8762
, en verhaalde
H853
dien
H251
aan zijn broederen
H559 H8799
; en hij zeide
H2009
: Ziet
H5750
, ik heb nog
H2472
een droom
H2492 H8804
gedroomd
H2009
, en ziet
H8121
, de zon
H3394
, en de maan
H6240 H259
, en elf
H3556
sterren
H7812 H8693
bogen zich voor mij neder.
10
H413
En als hij het aan
H1
zijn vader
H413
en aan
H251
zijn broederen
H5608 H8762
verhaalde
H1605 H8799
, bestrafte
H1
hem zijn vader
H559 H8799
, en zeide
H4100
tot hem: Wat
H2088
is dit
H2472
voor een droom
H834
, dien
H2492 H8804
gij gedroomd hebt
H935 H8800
; zullen wij dan ganselijk
H935 H8799
komen
H589
, ik
H517
, en uw moeder
H251
, en uw broeders
H776
, om ons voor u ter aarde
H7812 H8692
te buigen?
11
H251
Zijn broeders
H7065 H8762
dan benijdden
H1
hem; doch zijn vader
H8104 H8804
bewaarde
H1697
deze zaak.
12
H251
En zijn broeders
H3212 H8799
gingen heen
H6629
, om de kudde
H1
van hun vader
H7462 H8800
te weiden
H7927
bij Sichem.
13
H559 H8799
Zo zeide
H3478
Israel
H413
tot
H3130
Jozef
H7462 H8802
: Weiden
H251
uw broeders
H3808
niet
H7927
bij Sichem
H3212 H8798
? Kom
H413
, dat ik u tot
H7971 H8799
hen zende
H559 H8799
. En hij zeide
H2009
tot hem: Zie, [hier] ben ik!
14
H559 H8799
En hij zeide
H4994
tot hem: Ga toch
H3212 H8798
heen
H7200 H8798
, zie
H7965
naar den welstand
H251
van uw broederen
H7965
, en naar den welstand
H6629
van de kudde
H7725 H0
, en breng
H1697
mij een woord
H7725 H8685
wederom
H7971 H8799
. Zo zond hij hem
H4480
uit
H6010
het dal
H2275
Hebron
H935 H8799
, en hij kwam
H7927
te Sichem.
15
H376
En een man
H4672 H8799
vond
H2009
hem (want ziet
H8582 H8802
, hij was dwalende
H7704
in het veld
H7592 H8799
); zo vraagde
H376
hem deze man
H559 H8800
, zeggende
H4100
: Wat
H1245 H8762
zoekt gij?
16
H559 H8799
En hij zeide
H595
: Ik
H1245 H8764
zoek
H251
mijn broederen
H5046 H0
; geef
H4994
mij toch
H5046 H8685
te kennen
H375
, waar
H1922
zij
H7462 H8802
weiden.
17
H559 H8799
Zo zeide
H376
die man
H4480
: Zij zijn van
H2088
hier
H5265 H8804
gereisd
H3588
; want
H8085 H8804
ik hoorde
H559 H8802
hen zeggen
H1886
: Laat ons naar Dothan
H3212 H8799
gaan
H3130
. Jozef
H3212 H8799
dan ging
H251
zijn broederen
H310
na
H4672 H8799
, en vond
H1886
hen te Dothan.
18
H7200 H8799
En zij zagen
H853
hem
H4480
van
H7350
verre
H2962
; en eer
H413
hij tot
H7126 H8799
hen naderde
H5230 H0
, sloegen zij
H853
tegen
H5230 H8691
hem een listigen raad
H4191 H8687
, om hem te doden.
19
H559 H8799
En zij zeiden
H376
de een
H413
tot
H251
den ander
H2009
: Ziet
H935 H8802
, daar komt
H1976
die
H1167 H2472
meesterdromer aan!
20
H6258
Nu
H3212 H8798
komt
H2026 H8799
dan, en laat ons hem doodslaan
H259
, en hem in een
H953
dezer kuilen
H7993 H8686
werpen
H559 H8804
; en wij zullen zeggen
H7451
: een boos
H2416
dier
H398 H8804
heeft hem opgegeten
H7200 H8799
; zo zullen wij zien
H4100
, wat
H2472
van zijn dromen
H1961 H8799
worden zal.
21
H7205
Ruben
H8085 H8799
hoorde
H5337 H8686
dat, en verloste
H4480
hem uit
H3027
hun hand
H559 H8799
; en hij zeide
H3808
: Laat ons hem niet
H5315
aan het leven
H5221 H8686
slaan.
22
H559 H8799
Ook zeide
H7205
Ruben
H413
tot
H8210 H8799
hen: Vergiet
H408
geen
H1818
bloed
H7993 H8685
; werpt
H853
hem
H413
in
H2088
dezen
H953
kuil
H834
die
H4057
in de woestijn
H7971 H8799
is, en legt
H3027
de hand
H408
niet
H4616
aan hem; opdat
H853
hij hem
H4480
uit
H3027
hun hand
H5337 H8687
verloste
H413
, om hem tot
H1
zijn vader
H7725 H8687
weder te brengen.
23
H1961 H8799
En het geschiedde
H834
, als
H3130
Jozef
H413
tot
H251
zijn broederen
H935 H8804
kwam
H6584 H0
, zo togen zij
H3130
Jozef
H854
zijn
H3801
rok
H6584 H8686
uit
H6446
, den veelvervigen
H3801
rok
H834
, dien
H5921
hij aanhad.
24
H3947 H8799
En zij namen
H7993 H8686
hem, en wierpen
H853
hem
H953
in den kuil
H953
; doch de kuil
H7386
was ledig
H369
; er was geen
H4325
water in.
25
H3427 H8799
Daarna zaten zij neder
H3899
om brood
H398 H8800
te eten
H5375 H0
, en hieven
H5869
hun ogen
H5375 H8799
op
H7200 H8799
, en zagen
H2009
, en ziet
H736
, een reisgezelschap
H3459
van Ismaelieten
H935 H8802
kwam
H4480
uit
H1568
Gilead
H1581
; en hun kemelen
H5375 H8802
droegen
H5219
specerijen
H6875
en balsem
H3910
, en mirre
H1980 H8802
, reizende
H3381 H8687
, om dat af te brengen
H4714
naar Egypte.
26
H559 H8799
Toen zeide
H3063
Juda
H413
tot
H251
zijn broederen
H4100
: Wat
H1215
gewin
H3588
zal het zijn, dat
H251
wij onzen broeder
H2026 H8799
doodslaan
H1818
, en zijn bloed
H3680 H8765
verbergen?
27
H3212 H8798
Komt
H3459
, en laat ons hem aan deze Ismaelieten
H4376 H8799
verkopen
H3027
, en onze hand
H1961 H8799
zij
H408
niet
H3588
aan hem; want
H1931
hij
H251
is onze broeder
H1320
, ons vlees
H251
, en zijn broederen
H8085 H8799
hoorden [hem].
28
H4084
Als nu de Midianietische
H582 H5503 H8802
kooplieden
H5674 H8799
voorbijtogen
H4900 H8799
, zo trokken
H5927 H8686
en hieven zij
H3130
Jozef
H4480
op uit
H953
den kuil
H4376 H8799
, en verkochten
H3130
Jozef
H3459
aan deze Ismaelieten
H6242
voor twintig
H3701
zilverlingen
H935 H8686
; die brachten
H3130
Jozef
H4714
naar Egypte.
29
H7205
Als nu Ruben
H413
tot
H953
den kuil
H7725 H8799
wederkeerde
H2009
, ziet
H369 H0
, zo was
H3130
Jozef
H369
niet
H953
in den kuil
H7167 H8799
; toen scheurde hij
H899
zijn klederen.
30
H7725 H8799
En hij keerde weder
H413
tot
H251
zijn broederen
H559 H8799
, en zeide
H3206
: De jongeling
H369
is er niet
H589
; en ik
H575
, waar
H589
zal ik
H935 H8802
heengaan?
31
H3947 H8799
Toen namen zij
H3130
Jozefs
H3801
rok
H7819 H8799
, en zij slachtten
H8163 H5795
een geitenbok
H2881 H8799
, en zij doopten
H3801
den rok
H1818
in het bloed.
32
H7971 H8762
En zij zonden
H6446
den veelvervigen
H3801
rok
H413
, en deden hem tot
H1
hun vader
H935 H8686
brengen
H559 H8799
, en zeiden
H2063
: Dezen
H4672 H8804
hebben wij gevonden
H5234 H8685
; beken
H4994
toch
H1931
, of deze
H1121
uws zoons
H3801
rok
H518
zij, of
H3808
niet.
33
H5234 H8686
En hij bekende
H559 H8799
hem, en zeide
H1961 H8804
: Het is
H1121
mijns zoons
H3801
rok
H7451
! een boos
H2416
dier
H398 H8804
heeft hem opgegeten
H2963 H8800
! voorzeker
H3130
is Jozef
H2963 H8776
verscheurd!
34
H7167 H8799
Toen scheurde
H3290
Jakob
H8071
zijn klederen
H7760 H8799
, en legde
H8242
een zak
H4975
om zijn lenden
H56 H8691
; en hij bedreef rouw
H5921
over
H1121
zijn zoon
H7227
vele
H3117
dagen.
35
H3605
En al
H1121
zijn zonen
H3605
, en al
H1323
zijn dochteren
H6965 H8799
maakten zich op
H5162 H8763
, om hem te troosten
H3985 H8762
; maar hij weigerde
H5162 H8692
zich te laten troosten
H559 H8799
, en zeide
H3588
: Want
H57
ik zal, rouw bedrijvende
H413
, tot
H1121
mijn zoon
H7585
in het graf
H3381 H8799
nederdalen
H1058 H8799
. Alzo beweende
H853
hem
H1
zijn vader.