16
G3778
Deze
G1526 G5748
zijn
G1113
murmureerders
G3202
, klagers over hun staat
G4198 G5740
, wandelende
G2596
naar
G846
hun
G1939
begeerlijkheden
G2532
; en
G846
hun
G4750
mond
G2980 G5719
spreekt
G5246
zeer opgeblazen dingen
G2296 G5723
, verwonderende zich over
G4383
de personen
G5484
om
G5622
des voordeels wil.
Jude 1:16 Cross References - DSV_Strongs
Leviticus 19:15
Numbers 14:36
36
H582
En die mannen
H4872
, die Mozes
H7971 H8804
gezonden had
H776
, om het land
H8446 H8800
te verspieden
H7725 H8799
, en wedergekomen zijnde
H5712
, de ganse vergadering
H3885 H8686 H8675 H3885 H8735
tegen hem hadden doen murmureren
H1681
, een kwaad gerucht
H776
over dat land
H3318 H8687
voortbrengende;
Numbers 16:11
Deuteronomy 1:27
Job 17:4-5
Job 32:21
Job 34:19
Psalms 15:4
Psalms 17:10
Psalms 73:9-11
Psalms 106:25
Proverbs 28:21
Isaiah 29:24
Luke 5:30
Luke 15:2
Luke 19:7
John 6:41
John 6:61
1 Corinthians 10:10
Galatians 5:16
Galatians 5:24
Philippians 2:14
1 Thessalonians 4:5
1 Timothy 6:5
2 Timothy 4:3
3
G1063
Want
G2540
er zal een tijd
G2071 G5704
zijn
G3753
, wanneer
G5198 G5723
zij de gezonde
G1319
leer
G3756
niet
G430 G5695
zullen verdragen
G235
; maar
G2833 G5746
kittelachtig zijnde
G189
van gehoor
G1438
, zullen zij zichzelven
G1320
leraars
G2002 G5692
opgaderen
G2596
, naar
G2398
hun eigen
G1939
begeerlijkheden;
James 1:14-15
James 2:1-9
1
G3450
Mijn
G80
broeders
G2192 G5720
, hebt
G3361
niet
G4102
het geloof
G2257
van onzen
G2962
Heere
G2424
Jezus
G5547
Christus
G1391
, [den] [Heere] der heerlijkheid
G1722
, met
G4382
aanneming des persoons.
2
G1063
Want
G1437
zo
G1519
in
G5216
uw
G4864
vergadering
G1525 G5632
kwam
G435
een man
G5554
met een gouden ring
G1722
aan den vinger, in
G2986
een sierlijke
G2066
kleding
G1161
, en
G1525 G5632
er kwam
G2532
ook
G4434
een arm man
G1722
in
G4508
met een slechte
G2066
kleding;
3
G2532
En
G1914 G5661
gij zoudt aanzien
G1909
dengene
G2986
, die de sierlijke
G2066
kleding
G5409 G5723
draagt
G2532
, en
G846
tot hem
G2036 G5632
zeggen
G2521 G5737
: Zit
G4771
gij
G5602
hier
G2573
op een eerlijke plaats
G2532
; en
G2036 G5632
zoudt zeggen
G4434
tot den arme
G2476 G5628
: Sta
G4771
gij
G1563
daar
G2228
; of
G2521 G5737
: Zit
G5602
hier
G5259
onder
G3450
mijn
G5286
voetbank;
4
G2532
Hebt gij dan
G3756
niet
G1722
in
G1438
uzelven
G1252 G5681
een onderscheid gemaakt
G2532
, en
G2923
zijt rechters
G1096 G5633
geworden
G4190
van kwade
G1261
overleggingen?
5
G191 G5657
Hoort
G3450
, mijn
G27
geliefde
G80
broeders
G2316
, heeft God
G3756
niet
G1586 G5668
uitverkoren
G4434
de armen
G5127
dezer
G2889
wereld
G4145
, [om] rijk
G1722
[te] [zijn] in
G4102
het geloof
G2532
, en
G2818
erfgenamen
G932
des Koninkrijks
G3739
, hetwelk
G1861 G5662
Hij belooft
G846
dengenen, die Hem
G25 G5723
liefhebben?
6
G1161
Maar
G5210
gij
G4434
hebt den armen
G818 G5656
oneer aangedaan
G2616 G5719
. Overweldigen
G5216
u
G3756
niet
G4145
de rijken
G2532
, en
G1670 G5719
trekken
G846
zij
G5209
u
G1519
[niet] tot
G2922
de rechterstoelen?
7
G987 G5719
Lasteren zij
G3756
niet
G2570
den goeden
G3686
naam
G1909
, die over
G5209
u
G1941 G5685
geroepen is?
1 Peter 1:14
1 Peter 2:11
1 Peter 4:2
2 Peter 2:1-3
1
G1161
En
G2532
er zijn ook
G5578
valse profeten
G1722
onder
G2992
het volk
G1096 G5633
geweest
G5613
, gelijk
G2532
ook
G1722
onder
G5213
u
G5572
valse leraars
G2071 G5704
zijn zullen
G3748
, die
G684
verderfelijke
G139
ketterijen
G3919 G5692
bedektelijk invoeren zullen
G2532
, ook
G1203
den Heere
G846
, Die hen
G59 G5660
gekocht heeft
G720 G5740
, verloochenende
G5031
, [en] een haastig
G684
verderf
G1438
over zichzelven
G1863 G5723
brengende;
2 Peter 2:10
10
G1161
Maar
G3122
allermeest
G3694
degenen, die naar
G4561
het vlees
G1722
in
G3394
onreine
G1939
begeerlijkheid
G4198 G5740
wandelen
G2532
, en
G2963
de heerschappij
G2706 G5723
verachten
G5113
; die stout
G829
zijn, zichzelven behagen
G1391
, en die de heerlijkheden
G3756
niet
G5141 G5719
schromen
G987 G5723
te lasteren;
2 Peter 2:18
18
G1063
Want
G5246
zij, zeer opgeblazene
G3153
ijdelheid
G5350 G5726
sprekende
G1185 G5719
, verlokken
G1722
, door
G1939
de begeerlijkheden
G4561
des vleses
G766
[en] door ontuchtigheden
G3689
, degenen, die waarlijk
G668 G5631
ontvloden waren
G1722
van degenen, die in
G4106
dwaling
G390 G5746
wandelen;
2 Peter 3:3
Jude 1:15
15
G2920
Om gericht
G4160 G5658
te houden
G2596
tegen
G3956
allen
G2532
, en
G1827 G5658
te straffen
G3956
alle
G765
goddelozen
G846
onder hen
G4012
, vanwege
G3956
al
G846
hun
G763
goddeloze
G2041
werken
G3739
, die
G764 G5656
zij goddelooslijk gedaan hebben
G2532
, en
G4012
vanwege
G3956
al
G4642
de harde
G3739
[woorden], die
G765
de goddeloze
G268
zondaars
G2596
tegen
G846
Hem
G2980 G5656
gesproken hebben.