DSV_Strongs(i) 19 H834 [Hoe] [dan] [tot] [Dien], Die H6440 het aangezicht H8269 der vorsten H3808 niet H5375 H8804 aanneemt H7771 , en den rijke H6440 voor H1800 den arme H3808 niet H5234 H8765 kent H3588 ? Want H3605 zij zijn allen H3027 Zijner handen H4639 werk.