21
H728
En Arauna
H559 H8799
zeide
H4069
: Waarom
H935 H8804
komt
H113
mijn heer
H4428
de koning
H413
tot
H5650
zijn knecht
H1732
? En David
H559 H8799
zeide
H1637
: Om dezen dorsvloer
H4480 H5973
van
H7069 H8800
u te kopen
H3068
, om den HEERE
H4196
een altaar
H1129 H8800
te bouwen
H4046
, opdat deze plage
H6113 H8735
opgehouden worde
H4480
van
H5921
over
H5971
het volk.
2 Samuel 24:21 Cross References - DSV_Strongs
Genesis 23:8-16
8
H1696 H8762
En hij sprak
H854
met
H559 H8800
hen, zeggende
H518
:
H3426
Is het
H5315
met uw wil
H4191 H8801
, dat ik mijn dode
H6912 H8800
begrave
H4480
van voor
H6440
mijn aangezicht
H8085 H8798
; zo hoort
H6293 H8798
mij, en spreekt
H6085
voor mij bij Efron
H1121
, den zoon
H6714
van Zohar,
9
H5414 H8799
Dat hij mij geve
H4631
de spelonk
H4375
van Machpela
H834
, die
H7097
hij heeft, die in het einde
H7704
van zijn akker
H4392
is, dat hij dezelve mij om het volle
H3701
geld
H5414 H8799
geve
H272 H6913
, tot een erfbegrafenis
H8432
in het midden van u.
10
H6085
Efron
H3427 H8802
nu zat
H8432
in het midden
H1121
van de zonen
H2845
Heths
H6085
; en Efron
H2850
de Hethiet
H6030 H8799
antwoordde
H85
Abraham
H241
, voor de oren
H1121
van de zonen
H2845
Heths
H3605
, van al
H8179
degenen, die ter poorte
H5892
zijner stad
H935 H8802
ingingen
H559 H8800
, zeggende:
11
H3808
Neen
H113
, mijn heer
H8085 H8798
! hoor
H7704
mij; den akker
H5414 H8804
geef ik
H4631
u; ook de spelonk
H834
, die
H5414 H8804
daarin is, die geef ik
H5869
u; voor de ogen
H1121
van de zonen
H5971
mijns volks
H5414 H8804
geef ik
H6912 H8798
u die; begraaf
H4191 H8801
uw dode.
12
H7812 H0
Toen boog zich
H85
Abraham
H7812 H8691
neder
H6440
voor het aangezicht
H5971
van het volk
H776
des lands;
13
H1696 H8762
En hij sprak
H413
tot
H6085
Efron
H241
, voor de oren
H5971
van het volk
H776
des lands
H559 H8800
, zeggende
H389
: Trouwens
H518
,
H859
[zijt] gij
H3863
het? lieve
H8085 H8798
, hoor
H3701
mij; ik zal het geld
H7704
des akkers
H5414 H8804
geven
H3947 H8798
; neem
H4480
het van
H4191 H8801
mij, zo zal ik mijn dode
H6912 H8799
aldaar begraven.
15
H113
Mijn heer
H8085 H8798
! hoor
H776
mij; een land
H702 H3967
van vierhonderd
H8255
sikkelen
H3701
zilvers
H4100
, wat
H1931
[is] dat
H996
tussen
H996
mij en tussen
H6912 H8798
u? begraaf
H4191 H8801
slechts uw dode.
16
H85
En Abraham
H8085 H8799
luisterde
H413
naar
H6085
Efron
H85
; en Abraham
H8254 H8799
woog
H6085
Efron
H3701
het geld
H834
, waarvan
H1696 H8765
hij gesproken had
H241
voor de oren
H1121
van de zonen
H2845
Heths
H702 H3967
, vierhonderd
H8255
sikkelen
H3701
zilvers
H5503 H8802
, onder den koopman
H5674 H8802
gangbaar.
Numbers 16:44-50
45
H7426 H8734
Maak u op
H8432
uit het midden
H5712
van deze vergadering
H3615 H8762
, en Ik zal hen verteren
H7281
, als in een ogenblik
H5307 H8799
! Toen vielen zij
H6440
op hun aangezichten.
46
H4872
En Mozes
H559 H8799
zeide
H175
tot Aaron
H3947 H8798
: Neem
H4289
het wierookvat
H5414 H8798
, en doe
H784
vuur
H6440
daarin van
H4196
het altaar
H7760 H8798
, en leg
H7004
reukwerk
H4120
daarop, haastelijk
H3212 H8685
gaande
H5712
tot de vergadering
H3722 H8761
, doe over hen verzoening
H7110
; want een grote toorn
H3068
is van voor het aangezicht des HEEREN
H3318 H8804
uitgegaan
H5063
, de plaag
H2490 H8689
heeft aangevangen.
47
H175
En Aaron
H3947 H8799
nam
H4872
het, gelijk als Mozes
H1696 H8765
gesproken had
H7323 H8799
, en liep
H8432
in het midden
H6951
der gemeente
H5063
, en ziet, de plaag
H2490 H8689
had aangevangen
H5971
onder het volk
H5414 H8799
; en hij leide
H7004
reukwerk
H3722 H8762
daarin, en deed verzoening
H5971
over het volk.
48
H5975 H8799
En hij stond
H4191 H8801
tussen de doden
H2416
en tussen de levenden
H4046
; alzo werd de plaag
H6113 H8735
opgehouden.
Numbers 25:8
8
H935 H8799
En hij ging
H3478
den Israelietischen
H376
man
H310
na
H6898
in de hoerenwinkel
H1856 H8799
, en doorstak
H8147
hen beiden
H3478
, den Israelietischen
H376
man
H802
en de vrouw
H413
, door
H6897
hun buik
H4046
. Toen werd de plaag
H1121
van over de kinderen
H3478
Israels
H6113 H8735
opgehouden.
2 Samuel 21:3-14
3
H1732
David
H559 H8799
dan zeide
H413
tot
H1393
de Gibeonieten
H4100
: Wat
H6213 H8799
zal ik ulieden doen
H4100
, en waarmede
H3722 H8762
zal ik verzoenen
H5159
, dat gij het erfdeel
H3068
des HEEREN
H1288 H8761
zegent?
4
H559 H8799
Toen zeiden
H1393
de Gibeonieten
H369
tot hem: Het is ons niet
H3701
[te] [doen] [om] zilver
H2091
en goud
H5973
met
H7586
Saul
H5973
en met
H1004
zijn huis
H369
; ook is het ons niet
H376
om iemand
H4191 H8687
te doden
H3478
in Israel
H559 H8799
. En hij zeide
H4100
: Wat
H559 H8802
zegt
H859
gij
H6213 H8799
dan, dat ik u doen zal?
5
H559 H8799
En zij zeiden
H413
tot
H4428
den koning
H376
: De man
H834
die
H3615 H8765
ons te niet gemaakt
H834
, en
H1819 H8765
tegen ons gedacht heeft
H8045 H8738
, dat wij zouden verdelgd worden
H4480
, zonder
H3320 H8692
te kunnen bestaan
H3605
in enige
H1366
landpale
H3478
van Israel;
6
H7651
Laat ons zeven
H582
mannen
H4480
van
H1121
zijn zonen
H5414 H8714
gegeven worden
H3068
, dat wij hen den HEERE
H3363 H8689
ophangen
H1390
te Gibea
H7586
Sauls
H972
, o, gij verkorene
H3068
des HEEREN
H4428
! En de koning
H559 H8799
zeide
H589
: Ik
H5414 H8799
zal hen geven.
7
H4428
Doch de koning
H2550 H8799 H5921
verschoonde
H4648
Mefiboseth
H1121
, den zoon
H3083
van Jonathan
H1121
, den zoon
H7586
van Saul
H5921
, om
H7621
den eed
H3068
des HEEREN
H834
, die
H996
tussen
H996
hen was, tussen
H1732
David
H996
en tussen
H3083
Jonathan
H7586
, Sauls
H1121
zoon.
8
H4428
Maar de koning
H3947 H8799
nam
H8147
de twee
H1121
zonen
H7532
van Rizpa
H1323
, dochter
H345
van Aja
H834
, die
H7586
zij Saul
H3205 H8804
gebaard had
H764
, Armoni
H4648
en Mefiboseth
H2568
; daartoe de vijf
H1121
zonen
H4324
van Michals
H7586
[zuster], Sauls
H1323
dochter
H834
, die
H5741
zij Adriel
H1121
, den zoon
H1271
van Barzillai
H4259
, den Meholathiet
H3205 H8804
, gebaard had;
9
H5414 H8799
En hij gaf
H3027
hen in de hand
H1393
der Gibeonieten
H3363 H8686
, die ze ophingen
H2022
op den berg
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H7651 H8675 H7659
; en die zeven
H5307 H8799
vielen
H3162
tegelijk
H1992
; en zij
H4191 H8717
werden gedood
H3117
in de dagen
H7105
van den oogst
H7223
, in de eerste
H8462
[dagen], in het begin
H8184 H7105
van den gersteoogst.
10
H3947 H8799
Toen nam
H7532
Rizpa
H1323
, de dochter
H345
van Aja
H8242
, een zak
H5186 H8686
, en spande
H413
dien voor zich uit op
H6697
een rotssteen
H4480
, van
H8462
het begin
H7105
van den oogst
H5704
, totdat
H4325
er water
H5921
op
H5413 H8738
hen drupte
H4480
van
H8064
den hemel
H5414 H8804
; en zij liet
H5775
het gevogelte
H8064
des hemels
H5921
op
H3808
hen niet
H5117 H8800
rusten
H3119
des daags
H2416
, noch het gedierte
H7704
van het veld
H3915
des nachts.
11
H1732
En het werd David
H5046 H8714
aangezegd
H834
, wat
H7532
Rizpa
H1323
, de dochter
H345
van Aja
H7586
, Sauls
H6370
bijwijf
H6213 H8804
, gedaan had.
12
H3212 H8799
Zo ging
H1732
David
H3947 H8799
henen, en nam
H6106
de beenderen
H7586
van Saul
H6106
, en de beenderen
H3083
van Jonathan
H1121
, zijn zoon
H4480
, van
H1167
de burgeren
H3003
van Jabes
H1568
in Gilead
H834
, die
H853
dezelve
H1589 H8804
gestolen hadden
H4480
van
H7339
de straat
H1052
Beth-san
H834 H8803
, alwaar
H6430
de Filistijnen
H8511 H8804 H8675 H8518 H8804
ze hadden opgehangen
H3117
, ten dage
H6430
als de Filistijnen
H7586
Saul
H5221 H8687
sloegen
H1533
op Gilboa.
13
H5927 H8686
En hij bracht
H4480
van
H8033
daar
H6106
op de beenderen
H7586
van Saul
H6106
, en de beenderen
H3083
van Jonathan
H1121
, zijn zoon
H622 H8799
; ook verzamelden zij
H6106
de beenderen
H3363 H8716
der gehangenen.
14
H6912 H8799
En zij begroeven
H6106
de beenderen
H7586
van Saul
H1121
en zijn zoon
H3083
Jonathan
H776
in het land
H1144
van Benjamin
H6762
te Zela
H6913
, in het graf
H1
van zijn vader
H7027
Kis
H6213 H8799
, en deden
H3605
alles
H834
, wat
H4428
de koning
H6680 H8765
geboden had
H430
. Alzo werd God
H310
na
H3651
dezen
H776
den lande
H6279 H8735
verbeden.
2 Samuel 24:3
3
H559 H8799
Toen zeide
H3097
Joab
H413
tot
H4428
den koning
H3254 H0
: Nu doe
H3068
de HEERE
H430
, uw God
H3254 H8686 H413
, tot
H5971
dit volk
H1992
, zoals deze
H1992
en die
H3967 H6471
nu zijn, honderdmaal
H5869
meer, dat de ogen
H113
van mijn heer
H4428
den koning
H7200 H8802
het aanzien
H4100
; maar waarom
H113
heeft mijn heer
H4428
de koning
H2654 H8804
lust
H2088
tot deze
H1697
zaak?
2 Samuel 24:18
1 Chronicles 21:22
22
H1732
En David
H559 H8799
zeide
H413
tot
H771
Ornan
H5414 H8798
: Geef
H4725
mij de plaats
H1637
des dorsvloers
H3068
, dat ik op dezelve den HEERE
H4196
een altaar
H1129 H8799
bouwe
H5414 H8798
; geef
H4392
ze mij voor het volle
H3701
geld
H4046
, opdat deze plage
H6113 H8735
opgehouden worde
H4480
van
H5921
over
H5971
het volk.
Psalms 106:30
Jeremiah 32:6-14
6
H3414
Jeremia
H559 H8799
dan zeide
H3068
: Des HEEREN
H1697
woord
H559 H8800
is tot mij geschied, zeggende:
7
H2601
Zie, Hanameel
H1121
, de zoon
H7967
van Sallum
H1730
, uw oom
H935 H8802
, zal tot u komen
H559 H8800
, zeggende
H7069 H8798
: Koop
H7704
u mijn veld
H6068
, dat bij Anathoth
H4941
is, want gij hebt het recht
H1353
van lossing
H7069 H8800
, om te kopen.
8
H935 H8799
Alzo kwam
H2601
Hanameel
H1730
, mijns ooms
H1121
zoon
H3068
, naar des HEEREN
H1697
woord
H2691
, tot mij, in het voorhof
H4307
der bewaring
H559 H8799
, en zeide
H7069 H8798
tot mij: Koop
H7704
toch mijn veld
H6068
, hetwelk is bij Anathoth
H776
, dat in het land
H1144
van Benjamin
H4941 H3425
is; want gij hebt het erfrecht
H1353
, en gij hebt de lossing
H7069 H8798
, koop
H3045 H8799
[het] voor u. Toen merkte ik
H3068
, dat het des HEEREN
H1697
woord was.
9
H7069 H8799
Dies kocht ik
H2601
van Hanameel
H1730
, mijns ooms
H1121
zoon
H7704
, het veld
H6068
, dat bij Anathoth
H8254 H8799
is; en ik woog
H3701
hem het geld
H7651 H6235
toe, zeventien
H3701
zilveren
H8255
sikkelen.
10
H3789 H8799
En ik onderschreef
H5612
den brief
H2856 H8799
en verzegelde
H5707
[dien], en deed [het] getuigen
H5749 H8686
betuigen
H3701
, als ik het geld
H3976
op de weegschaal
H8254 H8799
gewogen had.
11
H3947 H8799
En ik nam
H5612 H4736
den koopbrief
H2856 H8803
, die verzegeld was
H4687
[naar] het gebod
H2706
en de inzettingen
H1540 H8803
, en den open [brief];
12
H5414 H8799
En ik gaf
H5612 H4736
den koopbrief
H1263
aan Baruch
H1121
, den zoon
H5374
van Nerija
H1121
, den zoon
H4271
van Machseja
H5869
, voor de ogen
H2601
van Hanameel
H1730
, mijns ooms
H5869
[zoon], en voor de ogen
H5707
der getuigen
H5612 H4736
die den koopbrief
H3789 H8802
hadden onderschreven
H5869
; voor de ogen
H3064
van al de Joden
H2691
, die in het voorhof
H4307
der bewaring
H3427 H8802
zaten.
14
H559 H8804
Zo zegt
H3068
de HEERE
H6635
der heirscharen
H430
, de God
H3478
Israels
H3947 H8800
: Neem
H5612
deze brieven
H5612 H4736
, dezen koopbrief
H2856 H8803
, zo den verzegelden
H1540 H8803
als dezen open
H5612
brief
H5414 H8804
, en doe
H2789
ze in een aarden
H3627
vat
H7227
, opdat zij vele
H3117
dagen
H5975 H8799
mogen bestaan.