2 Samuel 24:21 Cross References - DSV_Strongs

  21 H728 En Arauna H559 H8799 zeide H4069 : Waarom H935 H8804 komt H113 mijn heer H4428 de koning H413 tot H5650 zijn knecht H1732 ? En David H559 H8799 zeide H1637 : Om dezen dorsvloer H4480 H5973 van H7069 H8800 u te kopen H3068 , om den HEERE H4196 een altaar H1129 H8800 te bouwen H4046 , opdat deze plage H6113 H8735 opgehouden worde H4480 van H5921 over H5971 het volk.

Genesis 23:8-16

  8 H1696 H8762 En hij sprak H854 met H559 H8800 hen, zeggende H518 : H3426 Is het H5315 met uw wil H4191 H8801 , dat ik mijn dode H6912 H8800 begrave H4480 van voor H6440 mijn aangezicht H8085 H8798 ; zo hoort H6293 H8798 mij, en spreekt H6085 voor mij bij Efron H1121 , den zoon H6714 van Zohar,
  9 H5414 H8799 Dat hij mij geve H4631 de spelonk H4375 van Machpela H834 , die H7097 hij heeft, die in het einde H7704 van zijn akker H4392 is, dat hij dezelve mij om het volle H3701 geld H5414 H8799 geve H272 H6913 , tot een erfbegrafenis H8432 in het midden van u.
  10 H6085 Efron H3427 H8802 nu zat H8432 in het midden H1121 van de zonen H2845 Heths H6085 ; en Efron H2850 de Hethiet H6030 H8799 antwoordde H85 Abraham H241 , voor de oren H1121 van de zonen H2845 Heths H3605 , van al H8179 degenen, die ter poorte H5892 zijner stad H935 H8802 ingingen H559 H8800 , zeggende:
  11 H3808 Neen H113 , mijn heer H8085 H8798 ! hoor H7704 mij; den akker H5414 H8804 geef ik H4631 u; ook de spelonk H834 , die H5414 H8804 daarin is, die geef ik H5869 u; voor de ogen H1121 van de zonen H5971 mijns volks H5414 H8804 geef ik H6912 H8798 u die; begraaf H4191 H8801 uw dode.
  12 H7812 H0 Toen boog zich H85 Abraham H7812 H8691 neder H6440 voor het aangezicht H5971 van het volk H776 des lands;
  13 H1696 H8762 En hij sprak H413 tot H6085 Efron H241 , voor de oren H5971 van het volk H776 des lands H559 H8800 , zeggende H389 : Trouwens H518 , H859 [zijt] gij H3863 het? lieve H8085 H8798 , hoor H3701 mij; ik zal het geld H7704 des akkers H5414 H8804 geven H3947 H8798 ; neem H4480 het van H4191 H8801 mij, zo zal ik mijn dode H6912 H8799 aldaar begraven.
  14 H6085 En Efron H6030 H8799 antwoordde H85 Abraham H559 H8800 , zeggende tot hem:
  15 H113 Mijn heer H8085 H8798 ! hoor H776 mij; een land H702 H3967 van vierhonderd H8255 sikkelen H3701 zilvers H4100 , wat H1931 [is] dat H996 tussen H996 mij en tussen H6912 H8798 u? begraaf H4191 H8801 slechts uw dode.
  16 H85 En Abraham H8085 H8799 luisterde H413 naar H6085 Efron H85 ; en Abraham H8254 H8799 woog H6085 Efron H3701 het geld H834 , waarvan H1696 H8765 hij gesproken had H241 voor de oren H1121 van de zonen H2845 Heths H702 H3967 , vierhonderd H8255 sikkelen H3701 zilvers H5503 H8802 , onder den koopman H5674 H8802 gangbaar.

Numbers 16:44-50

  44 H1696 H8762 Toen sprak H3068 de HEERE H4872 tot Mozes H559 H8800 , zeggende:
  45 H7426 H8734 Maak u op H8432 uit het midden H5712 van deze vergadering H3615 H8762 , en Ik zal hen verteren H7281 , als in een ogenblik H5307 H8799 ! Toen vielen zij H6440 op hun aangezichten.
  46 H4872 En Mozes H559 H8799 zeide H175 tot Aaron H3947 H8798 : Neem H4289 het wierookvat H5414 H8798 , en doe H784 vuur H6440 daarin van H4196 het altaar H7760 H8798 , en leg H7004 reukwerk H4120 daarop, haastelijk H3212 H8685 gaande H5712 tot de vergadering H3722 H8761 , doe over hen verzoening H7110 ; want een grote toorn H3068 is van voor het aangezicht des HEEREN H3318 H8804 uitgegaan H5063 , de plaag H2490 H8689 heeft aangevangen.
  47 H175 En Aaron H3947 H8799 nam H4872 het, gelijk als Mozes H1696 H8765 gesproken had H7323 H8799 , en liep H8432 in het midden H6951 der gemeente H5063 , en ziet, de plaag H2490 H8689 had aangevangen H5971 onder het volk H5414 H8799 ; en hij leide H7004 reukwerk H3722 H8762 daarin, en deed verzoening H5971 over het volk.
  48 H5975 H8799 En hij stond H4191 H8801 tussen de doden H2416 en tussen de levenden H4046 ; alzo werd de plaag H6113 H8735 opgehouden.
  49 H4046 Die nu aan die plaag H4191 H8801 gestorven zijn H702 H6240 , waren veertien H505 duizend H7651 H3967 en zevenhonderd H4191 H8801 , behalve die gestorven waren H1697 om de zaak H7141 van Korach.
  50 H175 En Aaron H7725 H8799 keerde weder H4872 tot Mozes H6607 aan de deur H168 van de tent H4150 der samenkomst H4046 ; en de plaag H6113 H8738 was opgehouden.

Numbers 25:8

  8 H935 H8799 En hij ging H3478 den Israelietischen H376 man H310 na H6898 in de hoerenwinkel H1856 H8799 , en doorstak H8147 hen beiden H3478 , den Israelietischen H376 man H802 en de vrouw H413 , door H6897 hun buik H4046 . Toen werd de plaag H1121 van over de kinderen H3478 Israels H6113 H8735 opgehouden.

2 Samuel 21:3-14

  3 H1732 David H559 H8799 dan zeide H413 tot H1393 de Gibeonieten H4100 : Wat H6213 H8799 zal ik ulieden doen H4100 , en waarmede H3722 H8762 zal ik verzoenen H5159 , dat gij het erfdeel H3068 des HEEREN H1288 H8761 zegent?
  4 H559 H8799 Toen zeiden H1393 de Gibeonieten H369 tot hem: Het is ons niet H3701 [te] [doen] [om] zilver H2091 en goud H5973 met H7586 Saul H5973 en met H1004 zijn huis H369 ; ook is het ons niet H376 om iemand H4191 H8687 te doden H3478 in Israel H559 H8799 . En hij zeide H4100 : Wat H559 H8802 zegt H859 gij H6213 H8799 dan, dat ik u doen zal?
  5 H559 H8799 En zij zeiden H413 tot H4428 den koning H376 : De man H834 die H3615 H8765 ons te niet gemaakt H834 , en H1819 H8765 tegen ons gedacht heeft H8045 H8738 , dat wij zouden verdelgd worden H4480 , zonder H3320 H8692 te kunnen bestaan H3605 in enige H1366 landpale H3478 van Israel;
  6 H7651 Laat ons zeven H582 mannen H4480 van H1121 zijn zonen H5414 H8714 gegeven worden H3068 , dat wij hen den HEERE H3363 H8689 ophangen H1390 te Gibea H7586 Sauls H972 , o, gij verkorene H3068 des HEEREN H4428 ! En de koning H559 H8799 zeide H589 : Ik H5414 H8799 zal hen geven.
  7 H4428 Doch de koning H2550 H8799 H5921 verschoonde H4648 Mefiboseth H1121 , den zoon H3083 van Jonathan H1121 , den zoon H7586 van Saul H5921 , om H7621 den eed H3068 des HEEREN H834 , die H996 tussen H996 hen was, tussen H1732 David H996 en tussen H3083 Jonathan H7586 , Sauls H1121 zoon.
  8 H4428 Maar de koning H3947 H8799 nam H8147 de twee H1121 zonen H7532 van Rizpa H1323 , dochter H345 van Aja H834 , die H7586 zij Saul H3205 H8804 gebaard had H764 , Armoni H4648 en Mefiboseth H2568 ; daartoe de vijf H1121 zonen H4324 van Michals H7586 [zuster], Sauls H1323 dochter H834 , die H5741 zij Adriel H1121 , den zoon H1271 van Barzillai H4259 , den Meholathiet H3205 H8804 , gebaard had;
  9 H5414 H8799 En hij gaf H3027 hen in de hand H1393 der Gibeonieten H3363 H8686 , die ze ophingen H2022 op den berg H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN H7651 H8675 H7659 ; en die zeven H5307 H8799 vielen H3162 tegelijk H1992 ; en zij H4191 H8717 werden gedood H3117 in de dagen H7105 van den oogst H7223 , in de eerste H8462 [dagen], in het begin H8184 H7105 van den gersteoogst.
  10 H3947 H8799 Toen nam H7532 Rizpa H1323 , de dochter H345 van Aja H8242 , een zak H5186 H8686 , en spande H413 dien voor zich uit op H6697 een rotssteen H4480 , van H8462 het begin H7105 van den oogst H5704 , totdat H4325 er water H5921 op H5413 H8738 hen drupte H4480 van H8064 den hemel H5414 H8804 ; en zij liet H5775 het gevogelte H8064 des hemels H5921 op H3808 hen niet H5117 H8800 rusten H3119 des daags H2416 , noch het gedierte H7704 van het veld H3915 des nachts.
  11 H1732 En het werd David H5046 H8714 aangezegd H834 , wat H7532 Rizpa H1323 , de dochter H345 van Aja H7586 , Sauls H6370 bijwijf H6213 H8804 , gedaan had.
  12 H3212 H8799 Zo ging H1732 David H3947 H8799 henen, en nam H6106 de beenderen H7586 van Saul H6106 , en de beenderen H3083 van Jonathan H1121 , zijn zoon H4480 , van H1167 de burgeren H3003 van Jabes H1568 in Gilead H834 , die H853 dezelve H1589 H8804 gestolen hadden H4480 van H7339 de straat H1052 Beth-san H834 H8803 , alwaar H6430 de Filistijnen H8511 H8804 H8675 H8518 H8804 ze hadden opgehangen H3117 , ten dage H6430 als de Filistijnen H7586 Saul H5221 H8687 sloegen H1533 op Gilboa.
  13 H5927 H8686 En hij bracht H4480 van H8033 daar H6106 op de beenderen H7586 van Saul H6106 , en de beenderen H3083 van Jonathan H1121 , zijn zoon H622 H8799 ; ook verzamelden zij H6106 de beenderen H3363 H8716 der gehangenen.
  14 H6912 H8799 En zij begroeven H6106 de beenderen H7586 van Saul H1121 en zijn zoon H3083 Jonathan H776 in het land H1144 van Benjamin H6762 te Zela H6913 , in het graf H1 van zijn vader H7027 Kis H6213 H8799 , en deden H3605 alles H834 , wat H4428 de koning H6680 H8765 geboden had H430 . Alzo werd God H310 na H3651 dezen H776 den lande H6279 H8735 verbeden.

2 Samuel 24:3

  3 H559 H8799 Toen zeide H3097 Joab H413 tot H4428 den koning H3254 H0 : Nu doe H3068 de HEERE H430 , uw God H3254 H8686 H413 , tot H5971 dit volk H1992 , zoals deze H1992 en die H3967 H6471 nu zijn, honderdmaal H5869 meer, dat de ogen H113 van mijn heer H4428 den koning H7200 H8802 het aanzien H4100 ; maar waarom H113 heeft mijn heer H4428 de koning H2654 H8804 lust H2088 tot deze H1697 zaak?

2 Samuel 24:18

  18 H1410 En Gad H935 H8799 kwam H413 tot H1732 David H1931 op dienzelfden H3117 dag H559 H8799 , en zeide H5927 H8798 tot hem: Ga op H6965 H0 , richt H3068 den HEERE H4196 een altaar H6965 H8685 op H1637 , op den dorsvloer H728 van Arauna H2983 , den Jebusiet.

1 Chronicles 21:22

  22 H1732 En David H559 H8799 zeide H413 tot H771 Ornan H5414 H8798 : Geef H4725 mij de plaats H1637 des dorsvloers H3068 , dat ik op dezelve den HEERE H4196 een altaar H1129 H8799 bouwe H5414 H8798 ; geef H4392 ze mij voor het volle H3701 geld H4046 , opdat deze plage H6113 H8735 opgehouden worde H4480 van H5921 over H5971 het volk.

Psalms 106:30

  30 H5975 H0 Toen stond H6372 Pinehas H5975 H8799 op H6419 H8762 , en hij oefende gericht H4046 , en de plaag H6113 H8735 werd opgehouden.

Jeremiah 32:6-14

  6 H3414 Jeremia H559 H8799 dan zeide H3068 : Des HEEREN H1697 woord H559 H8800 is tot mij geschied, zeggende:
  7 H2601 Zie, Hanameel H1121 , de zoon H7967 van Sallum H1730 , uw oom H935 H8802 , zal tot u komen H559 H8800 , zeggende H7069 H8798 : Koop H7704 u mijn veld H6068 , dat bij Anathoth H4941 is, want gij hebt het recht H1353 van lossing H7069 H8800 , om te kopen.
  8 H935 H8799 Alzo kwam H2601 Hanameel H1730 , mijns ooms H1121 zoon H3068 , naar des HEEREN H1697 woord H2691 , tot mij, in het voorhof H4307 der bewaring H559 H8799 , en zeide H7069 H8798 tot mij: Koop H7704 toch mijn veld H6068 , hetwelk is bij Anathoth H776 , dat in het land H1144 van Benjamin H4941 H3425 is; want gij hebt het erfrecht H1353 , en gij hebt de lossing H7069 H8798 , koop H3045 H8799 [het] voor u. Toen merkte ik H3068 , dat het des HEEREN H1697 woord was.
  9 H7069 H8799 Dies kocht ik H2601 van Hanameel H1730 , mijns ooms H1121 zoon H7704 , het veld H6068 , dat bij Anathoth H8254 H8799 is; en ik woog H3701 hem het geld H7651 H6235 toe, zeventien H3701 zilveren H8255 sikkelen.
  10 H3789 H8799 En ik onderschreef H5612 den brief H2856 H8799 en verzegelde H5707 [dien], en deed [het] getuigen H5749 H8686 betuigen H3701 , als ik het geld H3976 op de weegschaal H8254 H8799 gewogen had.
  11 H3947 H8799 En ik nam H5612 H4736 den koopbrief H2856 H8803 , die verzegeld was H4687 [naar] het gebod H2706 en de inzettingen H1540 H8803 , en den open [brief];
  12 H5414 H8799 En ik gaf H5612 H4736 den koopbrief H1263 aan Baruch H1121 , den zoon H5374 van Nerija H1121 , den zoon H4271 van Machseja H5869 , voor de ogen H2601 van Hanameel H1730 , mijns ooms H5869 [zoon], en voor de ogen H5707 der getuigen H5612 H4736 die den koopbrief H3789 H8802 hadden onderschreven H5869 ; voor de ogen H3064 van al de Joden H2691 , die in het voorhof H4307 der bewaring H3427 H8802 zaten.
  13 H6680 H8762 En ik beval H1263 Baruch H5869 voor hun ogen H559 H8800 , zeggende:
  14 H559 H8804 Zo zegt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H430 , de God H3478 Israels H3947 H8800 : Neem H5612 deze brieven H5612 H4736 , dezen koopbrief H2856 H8803 , zo den verzegelden H1540 H8803 als dezen open H5612 brief H5414 H8804 , en doe H2789 ze in een aarden H3627 vat H7227 , opdat zij vele H3117 dagen H5975 H8799 mogen bestaan.

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.